Regeling fietsplan KinderRijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regeling fietsplan KinderRijk"

Transcriptie

1 Regeling fietsplan KinderRijk Inhoud Artikel 1: definities... 2 Artikel 2: Doel van het fïetsplan... 3 Artikel 3: (Fiscale) faciliteiten... 3 Artikel 4: Voorwaarden voor deelname... 4 Artikel 5: Keuze rijwielhandelaar en fiets... 4 Artikel 6: Aanmeldingsprocedure... 5 Artikel 7: betaling van het fïetspakket... 5 Artikel 8: gevolgen verlaging brutosalaris... 6 Artikel 9: Handhaving reiskostenvergoeding... 6 Artikel 10: Voortijdige beëindiging fietsgebruik... 6 Artikel 11: Aansprakelijkheid... 7 Artikel 12: Looptijd van deze Fietsregeling... 7 Artikel 13: Hardheidsclausule en slotbepaling

2 Artikel 1: definities In deze regeling wordt verstaan onder Werkgever KinderRijk Werknemer Degene die een arbeidsovereenkomst heeft met KinderRijk, Medewerkers in hun proeftijd, die gedetacheerd zijn, stagiaires, oproep- en invalkrachten en overige medewerkers niet in loondienst, vallen niet onder het begrip "werknemer" in de zin van deze regeling. Deelnemer Een werknemer die gebruik maakt van het Fietsplan KinderRijk CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst Bruto salaris Het bruto maandsalaris is het totaal van alle vaste loonbestanddelen in geld, wat bestaat uit het maandelijks brutoloon, het vakantiegeld en eventuele andere niet-incidentele geldbeloningen Woon-werkverkeer Het reizen tussen het woonadres en het werkadres, al dan niet met een tussenstop op een carpoolplaats of het station. Fiets Een rijwiel zonder hulpmotor- een fiets met elektrische trapondersteuning (zgn. E-bike) mag wel. Fietsformulier Bestelformulier (doordruk in drievoud) of digitaal waarop een werknemer zijn fietskeuze weergeeft en zijn aanvraag tot deelname ter goedkeuring voorlegt bij de werkgever. Aanvulling op de arbeidsovereenkomst De overeenkomst tussen werkgever en werknemer waarin o.a. het fietsgebruik en de ruil met het brutoloon(bestanddeel) wordt overeengekomen 2

3 Artikel 2: Doel van het fïetsplan Het fietsplan van KinderRijk heeft ten doel het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer door werknemers van KinderRijk te bevorderen. Fietsen is niet alleen gezond, het is ook goedkoop, milieuvriendelijk en het levert bovendien een bijdrage tot het verminderen van parkeer- en fileproblemen. Tevens wil KinderRijk hiermee haar arbeidsvoorwaardenpakket uitbreiden met een van de meest populaire arbeidsvoorwaarden, de "fiets van de zaak". De essentie van de regeling is dat de deelnemer middels het inleveren van brutoloon(bestanddelen) een financieel voordeel geniet bij de aanschaf van een compleet fietspakket, dat afhankelijk van het belastingtarief varieert van 36,5% tot 52% (niveau 2015). Artikel 3: (Fiscale) faciliteiten Fiets In het Fietsplan schaft KinderRijk een nieuwe fiets aan voor werknemers die deze fiets willen (gaan) gebruiken voor (een deel van) het woon-werkverkeer. KinderRijk draagt de fiets direct na aanschaf in eigendom over aan de deelnemer en wordt meteen eigenaar van de fiets. Het belastingvoordeel voor de fiets is van toepassing tot het fiscale vrijstellingsbedrag van 749. Bij een fietsprijs boven 749 wordt de meerprijs met het eerstvolgende nettoloon van de deelnemer verrekend. Uiteraard mag de fiets naast het woon-werkverkeer ook voor privé-ritten worden gebruikt. Verzekering Een eventuele (diefstal)verzekering valt niet onder deze regeling Accessoires Eventuele accessoires vallen niet onder deze regeling 3

4 Artikel 4: Voorwaarden voor deelname Deelname aan de Regeling Fietsplan KinderRijk staat open voor werknemers van wie het volgens de Belastingdienst opgestelde criteria aannemelijk is dat zij de fiets in voldoende mate voor het woonwerkverkeer zullen gebruiken. Het is daarbij ook voldoende om de fiets te gebruiken voor vervoer van en naar het bus- of treinstation of de carpool-/opstapplaats, het zogenaamde voor- en natransport. Eens per vier jaar (48 maanden) is deelname aan de fietsregeling toegestaan, waarbij de datum van aflevering van de fiets als ingangsdatum bepalend is voor het berekenen van deze periode. Om bijvoorbeeld in juli 2015 te kunnen deelnemen, mag de werknemer dus uiterlijk in juli 2011 voor het laatst hebben deelgenomen aan een fietsregeling bij KinderRijk. Werknemers die van KinderRijk een OV- jaarabonnement ter beschikking gesteld hebben, zijn uitgesloten van deelname aan het fietsplan. Deelname geschiedt door het indienen van een volledig ingevuld en ondertekend KinderRijk Fietsformulier, evenals een volledig ingevulde en ondertekende Aanvulling op de Arbeidsovereenkomst. Jaarlijks reserveert KinderRijk binnen de Werkkostenregeling een bepaald budget voor de fietsregeling. Aanvragen voor deelname worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Indien in enig jaar de grens van het budget wordt bereikt, ontvangen aanvragers daarvan bericht en krijgen de keuze om in een volgend kalenderjaar als eerste deel te mogen nemen. Artikel 5: Keuze rijwielhandelaar en fiets Keuzevrijheid staat centraal. De werknemer kan overal een fiets aanschaffen op voorwaarde dat dit bij een erkende rijwielhandelaar gebeurt. Transacties tussen particulieren zijn uitgesloten van de fietsregeling. Iedere werknemer kan een fiets naar keuze uitzoeken. Dit kan ook een gebruikte fiets zijn mits ook hier weer via een erkende rijwielhandelaar. De keuze van het type fiets is door de fiscus in die zin beperkt dat er geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fietsen gekozen kunnen worden. Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn echter wel toegestaan. 4

5 Artikel 6: Aanmeldingsprocedure De werknemer die gebruik wil en kan maken van de Fietsregeling gaat naar een erkende fietshandelaar en vult samen met de rijwielhandelaar het fietsformulier in. Bij de keuze 'betaling' komt te staan werkgever en bij factuur adres de afdeling crediteuren op het Servicecenter van KinderRijk ( KinderRijk, afdeling crediteuren, Postbus EA Amstelveen. In de aanvulling op de arbeidsovereenkomst verklaart de werknemer in te stemmen met de bepalingen in deze regeling en bekend te zijn met de fiscaal geldende voorwaarden. Tevens geeft de werknemer aan op welke wijze en tegen welke brutoloon(bestanddelen) het fietspakket zal worden uitgeruild (zie: artikel 7). Het ingevulde en ondertekende fietsformulier en de aanvullende arbeidsovereenkomst worden ter controle ingeleverd bij de afdeling salarisadministratie. Daarbij wordt rekening gehouden met de duur van het lopend contract. Bij akkoord worden beide documenten door de werkgever van een handtekening en stempel voorzien en ontvangt de werknemer een exemplaar van het fietsformulier en een kopie van de aanvullende arbeidsovereenkomst retour. Nadat de werknemer akkoord van de werkgever heeft ontvangen, zorgt hij ervoor dat werkgever een factuur voor de betreffende fiets ontvangt van de rijwielhandelaar. Werkgever betaalt deze factuur binnen drie weken aan de rijwielhandelaar. Na die periode kan de werknemer contact opnemen met de rijwielhandelaar om de fiets in ontvangst te nemen. Vervolgens wordt vanaf de eerstvolgende salarisbetaling de fiets met de deelnemer 'verrekend' conform de in de 'aanvulling op de arbeidsovereenkomst' overeengekomen aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. Aangezien voor de fiets een fiscaal vrijstellingsbedrag geldt van maximaal 749 dient de deelnemer de eventuele meerprijs netto te betalen. In het Fietsplan van KinderRijk wordt de fietsprijs boven het maximum van 749 door de werkgever met het netto salaris van de deelnemer verrekend. Artikel 7: betaling van het fïetspakket De werkgever schaft de fiets aan na inlevering en goedkeuring van de formulieren. Deze fiets wordt vervolgens onmiddellijk na aanschaf,bij de levering door de rijwielhandelaar, in eigendom overgedragen aan de werknemer. In ruil hiervoor stemt de deelnemer ter compensatie in met het afzien van een deel van zijn bruto arbeidsvoorwaarden, conform de bepalingen in de CAO Een verlaging van het brutoloon gedurende maximaal 36 maanden Inleveren van bovenwettelijke uren. Deelnemers die gebruik maken van de mogelijkheid om een vergoeding van 50% van de aanschafkosten te ontvangen, doen voor een periode van 4 jaar afstand van het recht op een eventuele vergoeding van het woon-werkverkeer. Voor zover de aanschaf van de fiets niet meer bedraagt dan 749, - incl. BTW worden de arbeidsvoorwaarden, onder 3 genoemd, aangepast voor een gelijke waarde als de fietsprijs. In geval van een duurdere fiets geldt een maximale bruto-netto ruil tot 749, -. Het eventuele deel van de prijs van de fiets boven van de deelnemer. 749, - wordt verrekend met het netto salaris 5

6 Artikel 8: gevolgen verlaging brutosalaris Verlaging van het brutosalaris kan van invloed zijn op de hoogte van een WIA-, WAO of WW-uitkering en het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke toeslagen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag en tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Daarnaast werkt een verlaging van het brutosalaris in beginsel ook door in loongerelateerde voorzieningen als pensioenopbouw, het vakantiegeld en het uurloon voor o.a. overwerk. In aanvulling hierop is bepaald dat de grondslag voor dergelijke voorzieningen zodanig mag worden vastgesteld als ware het brutoloon niet verlaagd. Een en ander conform het besluit CPP2001/3047M d.d. 22 februari 2002 en het besluit CPP2003/1025M d.d. 23 september 2003 van de Belastingdienst. Met inachtneming van het kostenneutrale karakter van Fietsplan voor de werkgever, zal de grondslag voor de werknemer zo optimaal mogelijk worden vastgesteld. Het brutosalaris na verlaging mag niet lager zijn dan in de Wet Minimumloon en Minimum Vakantiegeld is bepaald. De werknemer verklaart in de Aanvulling op de Arbeidsovereenkomst op de hoogte te zijn van bovengenoemde gevolgen die kunnen optreden als gevolg van verlaging van het brutosalaris. Artikel 9: Handhaving reiskostenvergoeding Een eventuele bestaande reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer wordt door gebruikmaking van deze regeling in principe niet aangetast. Een uitzondering hierop zijn de deelnemers di e gebruik maken van de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen van de aanschafkosten van de fiets. Voor deze werknemers komt een eventueel recht op de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gedurende een periode van 4 jaar te vervallen. Zie hiervoor de bepalingen in het beleid vergoeding woon-werkverkeer (documentnummer ) Artikel 10: Voortijdige beëindiging fietsgebruik 1 Als de werknemer binnen een periode van drie kalenderjaren na verstrekking van de fiets uit dienst treedt, de fiets geheel of ten dele aan derden verkoopt, verpandt of aan de andere kant in zekerheid geeft of stopt met fietsen, dient de werknemer dit te melden aan de werkgever. 2. Werknemer is in het geval dat de ruil, zoals genoemd onder de betaling van de fiets in artikel 7 bij voortijdige beëindiging nog niet geheel heeft plaatsgevonden, een bedrag wegens privégebruik verschuldigd ter grootte van het restantbedrag. De eventueel resterende termijnen in het kader van deze regeling worden dan verrekend met het nettoloon van de werknemer. 6

7 Artikel 11: Aansprakelijkheid De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal of beschadiging van de fiets, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventueel andere gevolgen die deelname aan deze regeling voor de werknemer met zich mee brengt. Alle noodzakelijke reparaties aan de fiets, die niet onder de garantie- en/of evt. verzekeringsbepalingen vallen, zijn voor rekening van de werknemer. Wanneer na verstrekking blijkt dat de werknemer geen of onvoldoende gebruik maakt van de fiets voor woon-werkverkeer of anderszins de bepalingen uit deze regeling fietsplan niet nakomt en wanneer als gevolg daarvan de Belastingdienst een naheffing oplegt dan wel wanneer de Uitvoeringsinstelling/ het UWV een premienota werknemersverzekeringen vaststelt, zal de werknemer een schadeloosstelling aan de werkgever betalen voor de alsdan nageheven en nagevorderde bedragen. Artikel 12: Looptijd van deze Fietsregeling Deze regeling is uitdrukkelijk verbonden aan de fiscale en premierechtelijke wet- en regelgeving op de datum van de inwerkingtreding van de regeling: 1januari 2015 Bij wijziging of opheffing van het fiscale of premierechtelijke regime zal de geldigheid van deze regeling opnieuw worden beoordeeld en al dan niet, eventueel in gewijzigde vorm, worden voortgezet. Artikel 13: Hardheidsclausule en slotbepaling 1. De werkgever beslist in gevallen waarin deze regeling niet voorziet of kennelijk onredelijk uitwerkt 2. De regeling kan worden aangehaald als het Fietsplan KinderRijk. 7