Scopingnota provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) Blekerijbeek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scopingnota provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) Blekerijbeek"

Transcriptie

1 Provinciale Dienst Ruimtelijke Planning & Dienst Waterlopen Scopingnota provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) Blekerijbeek

2 Scopingnota provinciaal RUP GOG Blekerijbeek Deze scopingnota is conform het decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten. Deze scopingnota is nog geen ontwerpplan waarover al beslissingen genomen zijn. De aanpassingen en aanvullingen in de scopingnota, ten opzichte van de startnota, worden in het blauw aangegeven. De aanpassingen en aanvullingen in de scopingnota, ten opzichte van de plenaire vergadering, worden in het rood aangegeven. Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad van West-Vlaanderen in de zitting van 25/04/2019. De provinciegriffier, De voorzitter, G. ANTHIERENS C. Dejaegher Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 2

3 Inhoud 1. Inleiding Motivatie tot opstart RUP Problematiek Doelstellingen Waarom een provinciaal RUP? Situering Ruimtelijke context Juridische context Beleidsmatige context Overige gerelateerde projecten en lopende/geplande projecten Historiek Visie en doelstellingen Programma van eisen Alternatieven Inhoudelijk voorstel schetsontwerp Plancontour Detaillering Milieueffecten algemene methodologie Beschrijving en inschatting van de mogelijke milieueffecten van het plan Eindconclusie Instrumenten voor realisatie Erfdienstbaarheid Verwerving Inrichting Beheer Adviezen en inspraakreacties Adviezen overheidsinstanties Inspraakreacties Bijlagen Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 3

4 1. Inleiding De opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gecontroleerd overstromingsgebied Blekerijbeek te Ichtegem is een initiatief van de provincie West- Vlaanderen. Het RUP kadert in de bevoegdheid van de provincie omtrent het beheer van de provinciale waterlopen. Met de opmaak van het RUP wordt de mogelijkheid gecreëerd om een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) planologisch te verankeren. Door aan dit RUP instrumenten voor realisatie te koppelen, kan de realisatie van het GOG onverminderd plaatsvinden. Met de aanleg van een GOG wordt het risico op wateroverlast in het centrum van Ichtegem beperkt bij hevige regenval. Figuur: algemene ruimtelijke situering projectgebied Wat is een GOG? Verspreid over de provincie West-Vlaanderen werden reeds verschillende GOG s aangelegd. Zo kan er onder andere een GOG teruggevonden worden ter hoogte van de Drielindenbeek en de Kasteelbeek (Lichtervelde), Prinnebeek (Hooglede-Gits), Devebeek (Meulebeke), Keibeek (Zwevegem). Concreet wordt er gebruik gemaakt van de natuurlijke glooiing van het landschap, van een bufferberm en een stuw. De stuw wordt, samen met (een deel van) de berm, dwars op de waterloop geplaatst. Daardoor ontstaat er voor de stuw een kom, waar er water gebufferd kan worden. Op deze manier lopen de landerijen, gelegen binnen de berm gecontroleerd onder. Zo worden de overige gebieden stroomafwaarts gespaard van ongecontroleerde overstromingen. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 4

5 Stuw Bufferberm Waterloop Simulatie werking Figuur: Schematische simulatie werking GOG Drielindenbeek Lichtervelde Figuur: GOG Drielindenbeek Lichtervelde in normale omstandigheden (links) en in werking Figuur: typeprofiel opbouw dijklichaam (berm zoals voorzien ter hoogte van het GOG Keibeek Zwevegem kruinbreedte bedraagt in dit voorbeeld 7,00 m) Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 5

6 2. Motivatie tot opstart RUP 2.1. PROBLEMATIEK De dorpskern van Ichtegem is reeds meerdere keren getroffen door wateroverlast. Op 26 augustus 2014 was er andermaal wateroverlast in het centrum van Ichtegem. Op 24u tijd was er een lange periode van aanhoudende neerslag over heel de provincie West- Vlaanderen. Verspreid over heel de provincie werden er toen neerslaghoeveelheden geregistreerd tussen de 40 en 70 liter per vierkante meter. De aanhoudende neerslag op een periode van 24u zorgde er voor dat het watersysteem verzadigd was. De natuurlijke werking van het systeem: infiltratie en lokale buffering kreeg in eerste instantie de tijd om te werken omdat de buien nooit erg intens waren. Echter zorgde een lokale wolkbreuk van een tiental liter per vierkante meter (op minder dan één uur), bovenop het reeds verzadigde systeem tot overlast in de streek rond Torhout met als ergste geval het overstromen van de dorpskern van Ichtegem. Ook Koekelare, Torhout, Zedelgem en Oostkamp kregen toen af te rekenen met wateroverlast. Het water, afkomstig van het hoger gelegen gehucht de Reiger stroomt af, onder andere via de Blekerijbeek en Koolveldbeek, naar het centrum van Ichtegem. Het afstromend water moet, ter hoogte van het centrum van Ichtegem, door de overwelfde Blekerijbeek/Koolveldbeek. Het water kan onvoldoende doorstromen met alle gevolgen van dien Figuur: Orthofoto met aanduiding van de verschillende (overwelfde) waterlopen DOELSTELLINGEN In het verleden (circa 15 jaar geleden) werd reeds een debietsbegrenzer en een bypass aangelegd ter hoogte van de Mexicostraat met een waterafvoer via de landerijen die gekend zijn als de Magere Weiden. Deze ingrepen waren zeer nuttig maar het water kan Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 6

7 nog steeds onvoldoende gebufferd worden vóór het centrum, om het doorstromen over de overwelfde beek heen, naar het centrum te voorkomen. Een versnelde waterafvoer doorheen het centrum is moeilijk realiseerbaar en eigenlijk onverantwoord omdat er ook reeds afwaarts, op de Blekerijbeek en de Moerdijkbeek wateroverlast optreedt. De realisatie van een gecontroleerd overstromingsgebied, door de aanleg van een berm opwaarts het centrum van Ichtegem, is de enige oplossing die over blijft om een beveiliging te bieden bij erg hevige stormen met grote waterhoeveelheden (zie 3.1. voor onderbouwing van bovenstaande stellingen). De doelstelling van dit RUP is dan ook om de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied mogelijk te maken WAAROM EEN PROVINCIAAL RUP? De opmaak van een RUP voor het gecontroleerd overstromingsgebied Blekerijbeek wordt opportuun geacht om de specifieke waterproblematiek waarmee Ichtegem kampt het hoofd te bieden en dit juridisch te verankeren. Door instrumenten voor realisatie te hechten aan de procedure van het RUP is de realisatie van een gecontroleerd overstromingsgebied verzekerd. Onderstaande argumentering geeft aan dat de provincie het best geplaatst is om voor GOG Blekerijbeek en omgeving een RUP op te maken: - de bevoegdheid van de provincie met betrekking tot waterlopen; - expertise, terreinkennis en geïntegreerde aanpak wordt gegarandeerd door de samenwerking met de dienst Waterlopen; - onmiddellijke afstemming tussen de dienst waterlopen en het RUP; - provincie staat meteen ook in voor uitvoering en (gedeeltelijke) financiering van de realisatie. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 7

8 3. Situering 3.1. RUIMTELIJKE CONTEXT De realisatie van een gecontroleerd overstromingsgebied, opwaarts voor het centrum van Ichtegem, is, zoals eerder gesteld, de enige oplossing die over blijft om de waterproblematiek bij extreme omstandigheden in het centrum het hoofd te kunnen bieden. Dit GOG dient gesitueerd te worden tussen de Arthur Coussensstraat en de Mexicostraat, en dit om volgende redenen: - de afleiding van het water via een verbeterde bypass naar de Magere Weiden is onvoldoende om het water te kunnen bufferen bij extreme neerslaghoeveelheden: de inschakeling van de Magere Weiden is en blijft nodig in het waterbeheerverhaal van Ichtegem. Het dient gezien te worden als een én-én-verhaal om de grotere waterhoeveelheden in de toekomst op te kunnen vangen. Enkel op één plaats bufferen is niet effectief genoeg en gaat voorbij aan het optimaal benutten van het natuurlijk effectief overstromingsgebied van de Trogbeek. Door de aanleg van een GOG wordt het water van de Trogbeek en de Blekerijbeek opgevangen, waardoor de capaciteit van dit natuurlijk overstromingsgebied geoptimaliseerd wordt (=vergroten van de capaciteit). De huidige bypass, die ongeveer 15 jaar geleden geplaatst werd, werkt onvoldoende. Het is de bedoeling om deze bypass her aan te leggen. Op het perceel B125C² wordt een bredere open waterloop aangelegd met expansieruimte = een soort vijver waar het water eerst kan staan voor het naar de Magere Weiden gestuurd wordt (zie onderstaande figuur). - een versnelde waterafvoer doorheen het centrum is moeilijk realiseerbaar en eigenlijk onverantwoord: Het versneld afvoeren van water staat diametraal tegenover de visie van het decreet integraal waterbeleid waarbij de strategie vasthouden, bergen en dan pas afvoeren gehanteerd wordt. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 8

9 Concreet betekent dit dat er vanaf 2003 (decreet integraal waterbeleid dd. 28/07/2003) afgestapt werd van het versneld afvoeren van het water en daarmee ook het verleggen van de problemen. Er moet meer worden ingezet op het vasthouden van het water waar het valt. Op particulier niveau is er zo de verplichting van het plaatsen van hemelwaterputten en/of wadi s, buffers om het hemelwater dat op eigen verharde oppervlakte valt te stockeren, nuttig te gebruiken, dan pas ter plaatste te infiltreren en bufferen om daarna het teveel aan water af te voeren. Een versnelde waterafvoer doorheen het centrum betekent het gebruik van buizen met een grotere diameter. Door een versnipperde eigendomssituatie en bebouwingsgraad ter hoogte van het centrum is het her-inbuizen van de Blekerijbeek geen evidentie en bovendien gaat dit ook in tegen het decreet integraal waterbeheer. Bovendien is het onverantwoord om het water sneller voorbij het centrum te brengen, omdat er stroomafwaarts op heden reeds problemen zijn 1. - Meer stroomopwaarts zijn er geen buffermogelijkheden, omdat het te kort bij de bron is en er te grote hoogteverschillen zijn over een te korte afstand. Het water wordt nu al vertraagd afgevoerd (=hier en daar zijn er overwelvingen in de beek aangebracht, die zorgen voor een vertraging van het debiet), maar een bufferzone is het meest efficiënt net voor de te beschermen woonkern; - het water wordt opgehouden op het meest kritieke punt, namelijk net voor de overwelving van de Blekerijbeek en Koolveldbeek; - het gebied is van nature reeds overstromingsgevoelig; - het is het meest laaggelegen punt dat ingezet kan worden om een GOG te realiseren, er is met name voldoende ruimte beschikbaar; - het huidig agrarisch gebruik van de landerijen kan, met uitzondering van de bufferberm, verder gezet worden; Volgende redenen spelen ook een niet onbelangrijke rol: - Het gebied kreeg geen harde gewestplanbestemming mee (zoals bvb. woongebied of industriegebied). In de toekomst is een bestemmingswijziging naar dergelijke functies ook niet aan de orde: o wat betreft wonen wordt in het GRS gesteld dat prioritair de woonuitbreidingsgebieden van Ichtegem en Eernegem verder worden ingevuld (RD p. 29). Per hoofddorp worden ook een tweetal zoekzones voor wonen op lange termijn aangeduid (mogelijke invulling op lange termijn, nadat de woonuitbreidingsgebieden zijn ingevuld): voor Ichtegem gaat het om de landschappelijke waardevolle agrarische gebieden tussen het centrum en de Sportlaan en ten zuiden van De Engel. o Wat betreft bedrijvigheid wordt in het GRS gesteld dat nieuwe lokale bedrijvigheid ingevuld wordt aansluitend op het structuur ondersteunend hoofddorp Eernegem. Ook al wordt er op lange of korte termijn een behoefte aangetoond, de voorgestelde locatie zal niet in aanmerking komen voor wonen en/of bedrijvigheid. 1 Op dinsdag 19 september 2017 trad er nog wateroverlast op in het stroomafwaartse gebied van de Blekerijbeek. De Blekerijbeek trad toen, afwaarts Ichtegem, op een drietal plaatsen buiten zijn oevers (Moerdijkbeek, Koolveldbeek en Leugenboom) nadat er in ongeveer 15u-tijd (nacht maandag op dinsdag) 40 liter neerslag gevallen was. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 9

10 Op basis van voorgaande elementen voerde de dienst Waterlopen reeds een simulatie uit: Figuur: simulatie voorstel GOG Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 10

11 Een berm (zie groene dikke lijn op simulatie) van ongeveer 780 meter lengte, zou ervoor zorgen dat er een bufferende capaciteit van m³ voorzien kan worden (blauwe zone op simulatie). De hoogte van de berm varieert volgens de glooiing van het terrein: - ter hoogte van de bestaande overwelving tussen de Mexicostraat en Arthur Coussensstraat (= laagste bestaande maaiveldpeil) kent de berm een maximale hoogte. De hoogte van de berm zou daar ongeveer 1,80 m bedragen. - ter hoogte van de bestaande overwelving aan de Mexicostraat zou de berm ongeveer 0,7 meter hoog zijn. Afbeelding: Foto genomen ter hoogte van de Mexicostraat (nr. 58) aan de bestaande overwelving van de Blekerijbeek. De hoogte van de voorgestelde berm telt daar ongeveer 70 cm (= onderkant handpalm). Afbeelding: de hoogte van de berm, ter hoogte van de bestaande overwelving aan de Mexicostraat (nr. 58), komt ongeveer overeen met de bovenkant van het gemetste muurtje. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 11

12 De berm zelf kent een maximale kruinbreedte van 5 meter, de taluds kennen een opbouw 8/4. Indien er een dwarse doorsteek voorzien dient te worden (bvb. in functie van de bereikbaarheid van de landbouwpercelen), dan worden de taluds aangepast naar 20/4 (en wordt de berm plaatselijk breder). Op de kruin van de berm wordt er een smalle bedieningsweg voorzien in steenslagverharding vanaf de Arthur Coussenstraat tot aan de stuw, zodat er een vlotte toegang tot de stuwconstructie gegarandeerd wordt, dit om de controle en de bediening van de stuw te garanderen. Figuur: 3D-visualisatie bufferberm zicht naar Mexicostraat nr. 58. Figuur: 3D-visualisatie bufferberm, zicht op Mexicostraat nr. 58. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 12

13 Figuur: 3D-visualisatie bufferberm zicht naar hoeve Vierstraete aan de Arthur Coussensstraat Figuur: 3D-visualisatie bufferberm in werking zicht naar hoeve Vierstraete aan de Arthur Coussensstraat Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 13

14 De kruinbreedte hoeft niet overal 5 meter te bedragen. De bermen langs de Mexicostraat en de Arthur Coussensstraat kunnen minder breed gemaakt worden, bv. 2 meter in plaats van 5 m omdat deze in principe niet toegankelijk moeten zijn. Rekening houdend dat de berm van 5 m breedte slechts 450meter lang is en de berm langs de wegen op 2 meter breedte maximaal 210 meter lang is, betreft de grondinname ongeveer 7.655m² (op basis van de meest recente technische tekeningen), inclusief contergracht en een deeltje nieuwe waterloop. Figuur: simulatie breedte bufferberm aangepaste tekening nav. opm. op plenaire vergadering Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 14

15 3.2. JURIDISCHE CONTEXT Gewestplan Het plangebied is volgens het geldende gewestplan Diksmuide-Torhout gelegen in agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Langsheen de Mexicostraat is er woongebied terug te vinden. Aan de noordzijde van het plangebied en aan de overzijde van de Arthur Coussensstraat is eveneens woongebied gelegen. Figuur: Gewestplan Diksmuide-Torhout (K.B. 05/02/1979) Ruimtelijke uitvoeringsplannen Het plangebied is niet gelegen binnen de contouren van een gewestelijk gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Het plangebied is gelegen binnen de contouren van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Solitaire vakantiewoningen - Brugge-Oostende (goedgekeurd, MB 05/06/2015). of Bijzonder Plan van Aanleg Het is ook niet gelegen binnen de contouren van een goedgekeurd BPA Goedgekeurde niet-vervallen verkavelingen Op de site zijn geen verkavelingen aanwezig. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 15

16 Beschermde landschappen, stadsgezichten en bouwkundig erfgoed Het plangebied is niet gelegen in een beschermd landschap, stads- en dorpsgezicht. Er zijn geen inventarisitems aanwezig op de site. De begraafplaats, aan de overzijde van de Arthur Coussensstraat is een vastgesteld bouwkundig relict sedert 27/11/2011 (ID: ) Buurtwegentoets Op de atlas der buurtwegen is de Arthur Coussensstraat duidelijk herkenbaar als sentier nr. 21. De Mexicostraat werd gekarteerd als sentier nr. 24. De historische loop van de Blekerijbeek is ook duidelijk herkenbaar. Bebouwing langsheen de Arthur Coussensstraat was er nauwelijks. Langsheen de Mexicostraat kwam wat verspreide bebouwing voor. Figuur: Atlas der buurtwegen (1841) SBZ, VEN, IVON en BWK Het plangebied is niet gelegen in een speciale beschermingszone (SBZ habitatgebied, vogelrichtlijngebied of Ramsargebied), Vlaams ecologisch netwerkgebied (VEN-gebied) of Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk-gebied (IVON-gebied). Volgens de biologische waarderingskaart is het zuidelijk gedeelte van het plangebied gekarteerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Dit omwille van soortenarm permanent cultuurgrasland, bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (Salix sp.) en bomenrij met dominantie van populier (Populus sp). Het noordoostelijk deel van het plangebied werd ook gekarteerd als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen, dit omwille van soortenarm permanent cultuurgrasland, bomenrij met dominantie van populier (Populus sp.) en bermen, perceelsranden met moerasspirea-ruigte. De veedrinkpoel, net ten zuiden van het plangebied, werd gekarteerd als biologisch zeer waardevol. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 16

17 Figuur: Biologische waarderingskaart versie 2 (BWK) Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 17

18 3.3. BELEIDSMATIGE CONTEXT RSV Met de metafoor Vlaanderen, open en stedelijk wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) een trendbreuk realiseren met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling. Deze trendbreuk beoogt de versterking van het buitengebied en het tegengaan van de versnippering door een optimaler gebruik en beheer van de stedelijke structuur. Daarom wordt de ruimtelijk structurerende werking van het fysisch systeem als principe vooropgesteld. Het fysisch systeem is ruimtelijk structurerend voor de natuurlijke structuur (inclusief de bosstructuur), de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en het landschap. Ruimtelijk structurerend betekent dat de huidige, intrinsieke kenmerken van het bestaand fysisch systeem het richtinggevend kader zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de structuurbepalende functies natuur, bos, landbouw en wonen en werken op het niveau van het buitengebied. In Vlaanderen wordt de ruimtelijke structuur van het buitengebied vandaag bepaald door het samenhangend geheel (netwerk) van rivier- en beekvalleien, grote en aaneengesloten natuuren boscomplexen, belangrijke landbouwgebieden, de nederzettingsstructuur, het landschap en de infrastructuur Er zijn vier ruimtelijke principes die de visie op de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen ondersteunen, met name: de gedeconcentreerde bundeling, het fysisch systeem als ruggengraat, de poort als motor van ontwikkeling en de infrastructuur als bindteken en basis voor de locatie van activiteiten. Specifiek doelt men met het fysisch systeem als ruggengraat op het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem en water. In de context van de ruimtelijke structuur spelen vooral de bodem en het water een rol. Zij bepalen of beïnvloeden in hoge mate de natuurlijke structuur, de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en het landschap. Belangrijke componenten in Vlaanderen zijn het netwerk van beek- en riviervalleien, de grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied en de verbindende openruimtegebieden. West-Vlaanderen is rijk aan grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied. Die zijn onderling verbonden en grensoverschrijdend (met Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Zeeland, Nord-Pas-de-Calais). Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 18

19 Herbevestigd agrarisch gebied De site is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied. Figuur: Herbevestiging agrarische structuur deelplan Kaart 4. Omgeving Diksmuide-Koekelare-Ichtegem- Kortemark-Zedelgem-Torhout, nov Afbakening van de gebieden van de agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS) Het RSV heeft de ambitie om de open ruimte in het buitengebied maximaal te vrijwaren voor landbouw, natuur en bos. Samen met de natuur- en landbouworganisaties maakte de Vlaamse Regering in 1997 de afspraak om te evolueren naar ha agrarisch gebied, ha natuurgebied en ha bosgebied. Dat is een toename met ha natuurgebied en ha bosgebied en een afname van ha agrarisch gebied. In 2001 besliste de Vlaamse Regering de afbakening van deze landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. In een eerste fase werd in 2003 ca ha bestaand natuurgebied aangeduid als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). In de tweede fase worden sinds 2004 de landbouwgebieden en de resterende natuur- en bosgebieden afgebakend. Van 2004 tot 2009 werkte de Vlaamse overheid in overleg met gemeenten, provincies en middenveldorganisatie een ruimtelijke visie uit op landbouw, natuur en bos in dertien buitengebiedregio s. De visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding. De voor het plangebied relevante ruimtelijke visie is deze voor de regio Veldgebied Brugge Meetjesland. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 19

20 Ruimtelijke visie regio Veldgebied Brugge - Meetjesland In 2006 stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos voor de regio Veldgebied Brugge- Meetjesland. Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse regering de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca ha agrarisch gebied goed en op 29 juni 2007 nam ze kennis van de ruimtelijke visie en keurde ze een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komende jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. Ruimtelijke beleidsdoelstellingen Uitgaande van de algemene doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven uit het RSV worden volgende ruimtelijke beleidsdoelstellingen voor de open ruimte in de buitengebiedregio Veldgebied Brugge - Meetjesland geformuleerd: Vrijwaren van samenhangende landbouwgebieden voor de beroepslandbouw; Behoud en versterking van de bestaande natuurcomplexen en inschakeling ervan binnen een netwerk; Behoud van gave cultuurlandschappen en structurerende landschapselementen; Behoud en versterking van bestaande bos- en parkstructuur; Behoud en versterken van valleistructuren en watersystemen; Toeristisch-recreatieve ontsluiting van de open ruimte. Gewenste ruimtelijke structuur De synthese van de bestaande ruimtelijke structuur van het buitengebied laat toe deelruimten voor de buitengebiedregio Veldgebied Brugge - Meetjesland te definiëren. Een deelruimte is een gebied waarbinnen een samenhangend ruimtelijk beleid voorgesteld wordt. Het plangebied van onderhavig PRUP maakt onderdeel uit van deelruimte 2: Westelijk Houtland. De deelruimte omvat de samenhangende landbouwgebieden en bosstructuren van het plateau van Wijnendale en omgeving. Deze deelruimte Westelijk Houtland is een belangrijk landbouwgebied. Het ruimtelijk beleid is gericht op de vrijwaring en de versterking van de landbouwfunctie. In deze gebieden liggen herkenbare beekvalleien met een belangrijke waterbeheersings-, landschappelijke en natuurverbindende functie. De kwaliteitsvolle veldlandschappen hebben een robuuste bosstructuur. Wijnendalebos is een belangrijke te versterken en beter te bufferen natuurkern van Vlaams niveau. De gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimte Westelijk Houtland is opgebouwd uit een aantal ruimtelijke concepten. Deze ruimtelijke concepten vormen de legende)eenheden bij de bijbehorende structuurschetsen. Het plangebied situeert zich niet meteen binnen een belangrijk ruimtelijk concept. Ten zuiden van het plangebied herkennen we wel het ruimtelijk concept behoud en versterken van markante plateauranden. De belangrijkste elementen voor wat betreft behoud en versterken van markante plateauranden : - De rand van het plateau van Wijnendale wordt als herkenbare, structurerende reliëfcomponent in het landschap behouden; - Markante steilranden en zichtlocaties worden bouwvrij gehouden en behoud en herstel via stimulerende maatregelen van lineaire perceelsrandbegroeiingen is wenselijk (gericht op het versterken van de onderlinge connectiviteit). Speciale aandacht gaat naar het behoud en herstel van de brongebieden. - Erosiebestrijding wordt ondersteund vanuit het ruimtelijk beleid en gestimuleerd. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 20

21 Figuur: gewenste ruimtelijke structuur Westelijk Houtland (westelijk deel) (Bron: ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge Meetjesland). Situering plangebied Behoud en versterken van markante plateauranden Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) De Vlaamse Regering keurde op 30 november 2016 het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen goed. Dit is een belangrijke nieuwe formele stap op weg naar het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zal vervangen. De Vlaamse Regering formuleert in het Witboek doelstellingen, ruimtelijke ontwikkelingsprincipes en werven die de basis zullen vormen om samen aan de slag te gaan en de ruimte van Vlaanderen te transformeren. Het uiteindelijke Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal bestaan uit een strategische visie en een operationaliseringsprogramma in de vorm van een set beleidskaders. Het zal de strategische krachtlijnen schetsten voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de komende decennia en de basis vormen voor operationele maatregelen zoals het opmaken en bijsturen van regelgeving, instrumentarium, beleidskaders of ontwikkelingsprogramma s. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 21

22 PRS De visie en doelstellingen die geformuleerd worden in het PRS-WV werden uitgewerkt binnen het kader van het RSV met daarbij rekening houdende met de gebiedsspecifieke eigenheid van de provincie. De provincie wil het ruimtelijk beleid omtrent integraal waterbeheer ondersteunen, de relaties tussen de waterloop en de omgevende vallei versterken en het voortbestaan van de voorkomende ecotopen garanderen. Belangrijk daarbij is dat ruimte voorzien wordt voor het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, het vertragen van waterafvoer en een ruimtelijke buffering van waterlopen. De hoofdprioriteit is het voorkomen van de risico s op schade ten gevolge van wateroverlast. In samenhang daarmee zijn maatregelen noodzakelijk om schade ten gevolge van watertekort aan te pakken. Hiertoe volgt het waterbeheer een drie-trapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren. Hemelwater wordt zoveel als mogelijk ter plaatse vastgehouden. Maatregelen worden voorzien voor een vertraagde afstroming naar het waterlopenstelsel. Ter plaatse bergen van overtollig water is zo veel als praktisch mogelijk gericht op het aanleggen van open, natuurlijke buffers. Het aspect waterbeheersing wordt ideaal geïntegreerd in het ontwerp van het project. Handelingen van algemeen belang in het kader van integraal waterbeheer (aanleg van bufferbekkens, overstromingsgebieden, oeverzones, herinrichten en hermeanderen van waterlopen, het opheffen van vismigratieknelpunten of het aanleggen of herstellen van faunapassages) worden steeds ondersteund Het Beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen Net zoals op Vlaams niveau is er op provinciaal niveau ook heel wat aan het veranderen op niveau van ruimtelijke planning. Het beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen is op heden in opmaak en zal uiteindelijk het provinciaal ruimtelijk structuurplan vervangen. Het BRWV zal bestaan uit een kernnota (= strategische visie) en een set beleidskaders dewelke de strategische visie zullen vorm geven GRS Ichtegem In het GRS van Ichtegem, goedgekeurd door de deputatie op 4 augustus 2011, wordt vermeld dat de beekvalleien, waaronder de Blekerij- en Engelbeek structurele dragers van de open ruimte zijn. Verder wordt er gesteld in het GRS dat landbouw kan beschouwd worden als de hoofdgebruiker van de open ruimte, waarbij deze tevens een belangrijke rol vervult in het vrijwaren van de open ruimtegehelen (ID, pag. 108). In het richtinggevend gedeelte van het GRS wordt de Blekerijbeek, samen met onder andere de Koolveldbeek-Vossebeek en Trogbeek ( zie RD, kaart 2 gewenste landschappelijke structuur - nr. 5 en RD, pag. 18) geselecteerd als lokale lineaire structurerende element. Het ruimtelijk beleid voor dergelijke landschapselementen is gericht op het vrijwaren van de openheid en karakteristieken van deze lineaire elementen bij uitbreiding de valleien. Voor de beekvalleien dient de aandacht zich toe te spitsen op het behoud en het versterken van de kleine landschapselementen. Wat betreft de gewenste natuurlijke structuur spreekt het GRS over het behoud en de versterking van de natuurlijke structuur in het bebouwde weefsel. De bestaande natuurelementen in of in aansluiting tot het bebouwd weefsel dienen minimaal behouden en waar mogelijk versterkt te worden. De aanwezigheid van beekvalleien, kasteelparken en andere Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 22

23 natuurelementen binnen nederzettingsstructuren wordt als een kwaliteit ervaren en kunnen een belangrijke meerwaarde geven aan de woonomgeving. Wat betreft de gewenste agrarische structuur wordt er gesteld dat de landbouwbedrijven in Ichtegem de nodige kansen moeten blijven krijgen. Zij zijn immers de belangrijkste factor in het openhouden van de open ruimte. Belangrijk voor de economische dynamiek van de landbouwactiviteiten is dat de bestaande landbouwstructuren (zowel de bewerkte gronden als de bestaande bedrijfszetels) prioritair worden voorbehouden voor de landbouw (RD pag. 37). Gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het hoofddorp Ichtegem (RD, pag. 77). Behouden en versterken van groenelementen binnen en aan de rand van het hoofddorp. De Blekerijbeek, Vossebeek, Engelbeek, de Groene 62 en de doorsteek tussen het cultureel centrum en de site Duriez zijn de belangrijkste lijnvormige groenelementen binnen het hoofddorp. Deze entiteiten dienen verder geïntegreerd te worden binnen het hoofddorp als groene assen. De bestaande groenelementen langs de beken dienen versterkt te worden. Bij ruimtelijke ingrepen zal rekening gehouden moeten worden met deze groene assen. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 23

24 3.4. OVERIGE GERELATEERDE PROJECTEN EN LOPENDE/GEPLANDE PROJECTEN Ongeveer 15 jaar geleden werd er een debietsbegrenzer en een bypass aangelegd ter hoogte van de Mexicostraat. Deze is erg nuttig, maar het water kan nog onvoldoende gebufferd worden voor het centrum, om het doorstromen over de overwelfde beek naar het centrum te voorkomen. Langsheen de Arthur Coussensstraat wordt binnenkort een vrijliggend éénrichtingsfietspad aangelegd. De realisatie van de bufferberm mag de realisatie van het fietspad niet hypothekeren. Bij voorkeur worden beiden samen gerealiseerd het gebruik van de kruin van de berm als fietspad wordt, in het kader van zuinig ruimtegebruik, aangemoedigd. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 24

25 4. Historiek Op 22 december 2016 keurde de deputatie van de provincie West-Vlaanderen een interne startnota goed in verband met de opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan gecontroleerd overstromingsgebied Blekerijbeek. Door het goedkeuren van de interne startnota gaf de deputatie opdracht tot opmaak van een provinciaal RUP GOG Blekerijbeek te Ichtegem. Op maandagavond 9 oktober werd er een eerste infomoment gehouden voor de buurt. Van maandag 16 oktober 2017 tot en met vrijdag 15 december 2017 vond de periode van publieke raadpleging plaats. Een kort verslag van het info- en participatiemoment is terug te vinden in bijlage I. De adviezen en inspraakreacties zijn terug te vinden vanaf hoofdstuk 9. Op maandag 19 november 2018 vond de plenaire vergadering plaats. Het verslag van de plenaire vergadering is terug te vinden in bijlage III. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 25

26 5. Visie en doelstellingen 5.1. PROGRAMMA VAN EISEN Het RUP zal de aanleg van een bufferberm juridisch vastleggen. Deze bufferberm zorgt ervoor dat de aanpalende landerijen, in combinatie met de berm, zullen werken als een kom en zo tijdelijk het water kunnen bufferen, waardoor het centrum van Ichtegem gespaard wordt van wateroverlast. In het kader van de adviezen en inspraakreacties is gebleken dat het voorgestelde alternatief met een volledige bestemmingswijziging naar een gemengd openruimtegebied (zie hoofdstuk op pagina 26 in de startnota), waarbij natuurinrichting, natuurrecreatie en/of natuureducatie kansen krijgen, te veel beperkingen en restricties oplegt naar de nog steeds actieve landbouwer toe, dewelke de gronden exploiteert en van wie de hoeve meteen ten noorden van het plangebied ligt. o Op 05/09/2017 werd door het Departement Landbouw en Visserij een Landbouwimpactstudie (LIS - zie bijlage 2) opgemaakt. De gronden, gelegen binnen het plangebied worden gekarteerd als gronden met zeer hoge impact en gronden met hoge impact indien er een bestemmingswijziging zou worden doorgevoerd. o De gronden zijn herbevestigd als agrarisch gebied waardoor een bestemmingswijziging naar een gebiedscategorie anders dan agrarisch gebied geen evidentie vormt. Anderzijds wordt deze piste van meervoudig ruimtegebruik niet volledig verlaten, dit om verder tegemoet te komen aan de verschillende adviezen en inspraakreacties. De bufferberm zelf kan om technische redenen niet verder ingezet worden in een actieve landbouwbedrijfsvoering (stabiliteit van de berm dient te allen tijde gegarandeerd te worden wanneer dit begraasd wordt kan dit niet gegarandeerd worden). Mogelijkheden tot recreatie (trage verbinding ed.) op de kruin van de berm zelf, zal verder meegenomen worden in het te voeren planproces: o Het departement OMGEVING (afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en projecten) ondersteund het meervoudig ruimtegebruik en staat volmondig achter het voorstel om te voorzien in trage wegen en lokale groenelementen. De kaart wordt daarom getrokken om in het gecontroleerd overstromingsgebied verder een actieve landbouwbedrijfsvoering toe te laten, dus wordt ervoor geopteerd om met een overdruk te werken bovenop de huidige gewestplanbestemming. De voorschriften van de overdrukzone zullen de aanleg van een bufferberm, en het gebruik van de landerijen als gecontroleerd overstromingsgebied gaan vastleggen. De bufferberm zelf zal niet ingezet kunnen worden in de actieve landbouwbedrijfsvoering. Daarom wordt ervoor geopteerd om bovenop de berm wel meervoudig ruimtegebruik toe te laten in de vorm van een trage verbinding. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 26

27 5.2. ALTERNATIEVEN Nulalternatief Het nulalternatief houdt in dat er geen nieuw planinitiatief wordt genomen. De planologische bestemming van het plangebied blijft dan ook gelden. Dit zou betekenen dat er geen gecontroleerd overstromingsgebied kan aangelegd worden waarbij er recreatief medegebruik ingeschakeld wordt. Dit betekent dat het nulalternatief geen wenselijk of volwaardig alternatief is. Het nulalternatief zal echter wel bij de verschillende milieudisciplines aan bod komen, zijnde de huidige planologische en feitelijke situatie, of met andere woorden: de referentiesituatie Locatiealternatief Gezien de bedoeling van het plan, de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied voor het centrum van de gemeente Ichtegem, zijn locatiealternatieven hier niet relevant en als redelijk te beschouwen: 1) het water dient opgehouden te worden op het meest kritieke punt, namelijk net voor de overwelving van de Blekerijbeek; 2) het gebied is van nature reeds overstromingsgevoelig; 3) het is het meest laag gelegen punt dat ingezet kan worden om een GOG te realiseren, er is met name voldoende ruimte beschikbaar. (zie ook 3.1.) Alternatief met overdruk De kaart wordt getrokken om in het gecontroleerd overstromingsgebied verder een actieve landbouwbedrijfsvoering toe te laten, dus wordt ervoor geopteerd om met een overdruk te werken bovenop de huidige gewestplanbestemming. De voorschriften van de overdrukzone zullen de aanleg van een bufferberm met recreatief medegebruik en het gebruik van de landerijen als gecontroleerd overstromingsgebied gaan vastleggen Inrichtings- en programmavarianten Gezien de aard van het plan, namelijk de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied door middel van een aarden berm en stuw, wat hier de enige mogelijke oplossing is, worden geen inrichtingsvarianten opgenomen. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 27

28 6. Inhoudelijk voorstel schetsontwerp 6.1. PLANCONTOUR Het plangebied wordt als volgt afgebakend: 1) in het noorden door de bestaande hoeve; 2) in het oosten door de Arthur Coussensstraat; 3) in het zuiden op basis van de kadastrale perceelstructuur enkel de percelen, noodzakelijk voor de werking van het GOG werden opgenomen; 4) in het westen wordt de plancontour bepaalt door: a. de achterzijde van de woningen langsheen de Mexicostraat; b. de Mexicostraat; c. het perceel waarop de reeds bestaande bypass werd aangelegd. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 28

29 6.2. DETAILLERING Het RUP spreekt zich uit over een lokaal gebied, gedetailleerd tot op perceelsniveau. De reikwijdte en het detailleringsniveau van de te voeren effectonderzoeken is terug te vinden onder 7.1. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 29

30 7. Milieueffecten algemene methodologie 7.1. BESCHRIJVING EN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET PLAN Scoping Kwetsbaarheid van het gebied. De kwetsbaarheid van een gebied is in belangrijke mate te bepalen door de te verwachten milieueffecten. De kwetsbaarheid van het gebied wordt in kaart gebracht aan de hand van de voorkomende zogenaamde bijzondere beschermde gebieden en bijzonder kwetsbare gebieden in het studiegebied. In het Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder bijzonder beschermde gebieden. In onderstaande tabel wordt de ligging van het plan ten opzichte van de bijzonder beschermde gebieden weergegeven. Bijzonder beschermde gebieden De speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Waterwingebieden Natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening. Bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde en ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening. Een beschermd landschap, stads- of dorpsgezicht, monument of archeologische zone. Het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu Erfgoedlandschappen volgens BPA of RUP Situering t.a.v. plangebied Er bevinden zich geen SBZ binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. Het meest nabije habitatrichtlijngebied is de bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel (Wijnendale-bos). Er bevinden zich geen waterwingebieden binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. Er komen geen van deze gebieden voor binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. Een gedeelte van het plangebied is effectief overstromingsgevoelig, een ander gedeelte van het plangebied is mogelijks overstromingsgevoelig. Er komen geen van deze elementen voor binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. Er bevinden zich geen VEN-gebieden binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. De meest nabij gelegen grote eenheid natuur is het Wijnendalebos en vallei van de Waterhoenbeek. Er komen geen van deze gebieden voor binnen het plangebied of in de onmiddellijke omgeving. De aanwezigheid van bijzondere beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoende de kwetsbaarheid van een gebied weer. De kwetsbaarheid van een gebied is immers in belangrijke mate te bepalen door de te verwachten milieueffecten. De kwetsbaarheid van het gebied wordt beschreven aan de hand van de aanwezigheid van bijzonder kwetsbare gebieden. De bijzonder kwetsbare gebieden hebben geen juridische betekenis. De kwetsbaarheid wordt gekarakteriseerd aan de hand van Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 30

31 beschikbaar kaartmateriaal, dat een ruwe indicatie hiervan geeft. Gezien dit een eerder ruwe werkwijze is die de specifieke eigenheid van het gebied onvoldoende in rekening brengt, wordt er uitgegaan van het voorzorgsbeginsel op dit vlak. Dit betekent dat als er twijfel is over de kwetsbaarheid er wordt uitgegaan van een worst case inschatting van de kwetsbaarheid. Bijzonder kwetsbare gebieden Gebieden met slechte drainage (drainageklasse f, g of i) Situering t.a.v. plangebied Eén zone van het plangebied kent een slechte drainage (klasse f). De overige twee zones betreffen drainageklasse e en drainageklasse d. Gevoelige bodems (veengronden, kleigronden) / Gevoelige gebieden volgens de watertoetskaarten Een deel van het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Het overig deel van het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Een deel van het plangebied is infiltratiegevoelig. Een deel van het plangebied is effectief overstromingsgevoelig. Een ander deel is dan weer mogelijk overstromingsgevoelig. (open) gerangschikte waterlopen Koolveldbeek 2 de categorie Blekerijbeek 2 de categorie Waardevolle en zeer waardevolle gebieden op de biologische waarderingskaart (BWK) Het zuidelijk gedeelte van het plangebied werd gekarteerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Het noordoostelijk deel van het plangebied werd ook gekarteerd als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. De veedrinkpoel, net ten zuiden van het plangebied, werd gekarteerd als biologisch zeer waardevol. Stiltegebieden / Bouwkundig erfgoed / Gebieden aangeduid op de landschapsatlas / Archeologische site Landbouwgronden met hoge of zeer hoge waardering volgens de landbouwwaarderingskaart Woongebieden volgens bestemmingsplan of woonconcentraties in nabijheid van plangebied Geen gekende sites opgenomen in de CAI Landbouwimpact: hoge impact tot zeer hoge impact Landbouwgebruik: wei- of hooiland Landbouwgebruikswaarde: zeer hoog tot zeer laag Bron: LIS dd. 05/09/2017 Palend aan woongebied. Aard van het plan Het planologisch initiatief van de provincie betreft de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan opdat de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied mogelijk gemaakt kan worden. Het betreft een plan dat hoofdzakelijk is gebaseerd op de huidige feitelijke toestand dewelke beperkt wordt ingericht in het kader van een gecontroleerd overstromingsgebied. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 31

32 Resulterende scoping Door de hoger beschreven omgevingskenmerken (zie scoping) te confronteren met de kenmerken van het plan blijkt dat in eerste instantie geen aanzienlijk negatieve effecten te verwachten zijn. In de milieubeoordeling die volgt zullen de verschillende milieudisciplines onderzocht worden op het mogelijks voorkomen van aanzienlijk negatieve effecten Milieubeoordeling In onderstaande paragrafen worden voor de relevante milieudisciplines in eerste instantie de elementen van de referentiesituatie beschreven. Op basis hiervan worden de mogelijke milieueffecten ingevolge het plan in beeld gebracht. Om aan te tonen dat de realisatie van het plan geen aanzienlijke negatieve milieueffecten genereert, wordt voor de relevante milieudisciplines een antwoord geformuleerd op volgende vragen: 5) In welke mate resulteert de wijziging van de feitelijke situatie in aanzienlijke negatieve effecten? 6) In welke mate resulteert de wijziging van het juridisch planologische situatie in aanzienlijk negatieve effecten? Discipline bodem en water Beschrijving van de referentiesituatie Bodem: we herkennen drie types bodem binnen het plangebied met name: a. Pfp(o): zeer natte lichte zandleembodem zonder profiel b. Pep: natte lichte zandleembodem zonder profiel c. SdF: Matig natte lemig zandbodem met weinig duidelijke tot duidelijke ijzer en/of humus B horizont Figuur: Bodemkaart Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 32

33 Bodemverontreiniging: binnen het plangebied komen geen gekende bodemverontreinigingen voor (OVAM). Grondwaterstromingsgevoeligheid: een deel van het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstromingen. Het overig deel van het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstromingen. Figuur: grondwaterstromingsgevoelige gebieden. Zonering: het plangebied is gelegen nabij centraal gebied (centrum Ichtegem) en een collectief te optimaliseren buitengebied. Voor het centraal gebied houdt dit in dat het afvalwater reeds aangesloten is op een rioolwaterzuiverings-installatie. Voor het collectief te optimaliseren buitengebied wordt er riolering gepland of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering. Figuur: zoneringsplan VMM ikv. (riool)waterzuivering. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 33

34 Waterlopen: Doorheen het plangebied stromen twee waterlopen van tweede categorie, met name de Koolveldbeek en de Blekerijbeek. Figuur: waterlopen van tweede categorie Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 34

35 Overstromingsgevoeligheid signaalgebieden waterwingebied: het plangebied is gedeeltelijk effectief overstromingsgevoelig en een gedeelte mogelijk overstromingsgevoelig. Het plangebied is geen signaalgebied. Het plangebied is niet gelegen in of nabij een waterwingebied. Figuur: mogelijk en effectief overstromingsgevoelige gebieden Beoordeling van de milieueffecten ten opzichte van de referentie-situatie Het plan voorziet de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied. De bufferberm zal gecombineerd worden met een verdere actieve landbouwbedrijfsvoering van de landerijen. Aan de buitenzijde van de bufferberm wordt een afwateringsgracht voorzien. Deze gracht/grachten dienen om de verschillende tuinen verder te laten afwateren. De grachten worden aangelegd voorbij de berm, waardoor ze enkel het lokale water opvangen en afvoeren. Er worden ten aanzien van het aspect bodem en water geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht ten gevolge van de realisatie van het plan. Meer nog, er worden ten gevolge van het aspect water positieve effecten verwacht door het plan, met name door het in gebruik stellen van een GOG. Het water wordt bij hevige en/of langdurige regenval plaatselijk vastgehouden waarna het langzaamaan verder stroomafwaarts kan vloeien zonder ongewenste overstromingen in het centrum van Ichtegem. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 35

36 Discipline Fauna en Flora biodiversiteit Beschrijving van de referentiesituatie Het plangebied is niet gelegen in een speciale beschermingszone (SBZ habitatgebied, vogelrichtlijngebied of Ramsargebied), Vlaams ecologisch netwerkgebied (VENgebied) of Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk-gebied (IVON-gebied). Volgens de biologische waarderingskaart is het zuidelijk gedeelte van het plangebied gekarteerd als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Dit omwille van soortenarm permanent cultuurgrasland, bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg (Salix sp.) en bomenrij met dominantie van populier (Populus sp). Het noordoostelijk deel van het plangebied werd ook gekarteerd als een complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen, dit omwille van soortenarm permanent cultuurgrasland, bomenrij met dominantie van populier (Populus sp.) en bermen, perceelsranden, met moerasspirea-ruigte. De veedrinkpoel, net ten zuiden van het plangebied, werd gekarteerd als biologisch zeer waardevol. Figuur: Biologische waarderingskaart (versie 2) Beoordeling van de milieueffecten ten opzichte van de referentiesituatie Het plan voorziet in de aanleg van een bufferberm en stuw waardoor de bestaande landerijen gecontroleerd overstromen. De aanleg van de bufferberm (met stuw) heeft plaatselijk zijn invloeden op de biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen, met name de permanente cultuurgraslanden: - soortenrijk permanent grasland (percelen 0554C en 0557L); - soortenarm permanent grasland (percelen 0125C² en 0130A). Deze zullen verminderen in oppervlakte door de aanleg van de bufferberm en open bypass. De bufferberm zal gecombineerd worden met een verdere actieve landbouwbedrijfsvoering van de landerijen. Als milderende maatregel kan in het RUP Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 36

37 verankerd worden dat de permanente cultuurgraslanden maximaal gerespecteerd dienen te worden. De bestaande bomenrijen met dominantie van wilg en/of populier worden niet onderbroken of verwijderd in het kader van de realisatie van het GOG. Er worden ten aanzien van het aspect fauna en flora, mits het voorzien van een milderende maatregel, dan ook geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht ten gevolge van de realisatie van het plan. Door de aanleg van bredere open waterloop met expansieruimte (perceel 0125C²), ter vervanging van de huidige bypass, worden er bijkomende kansen gecreëerd naar natuurontwikkeling. Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Beschrijving van de referentiesituatie Beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, monumenten: niet aanwezig binnen het plangebied. Archeologisch erfgoed: niet aanwezig binnen plangebied. Landschappelijke structuur: het plangebied ligt op de grens van de kern van de gemeente Ichtegem en het omringende landbouwlandschap. Perceptieve kenmerken en belevingswaarde: het plangebied zelf wordt gekenmerkt door graasweiden. Er zijn weidse zichten naar de omgeving. Afbeelding: zicht vanaf Mexicostraat naar Ruidenberg. Het centrum van Ichtegem situeert zich achter het opnamestandpunt. Weidse zichten naar de omgeving typeren het GOG. Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de referentiesituatie Het plan voorziet in de aanleg van een bufferberm. De bufferberm zal gecombineerd worden met ofwel een verdere actieve landbouwbedrijfsvoering van de landerijen en/of een gemengde openruimtebestemming (natuurrecreatie, natuureducatie ). De bufferberm situeert zich tegenaan de bebouwing langsheen de Mexicostraat en de Arthur Coussensstraat. Ter hoogte van de achterkant en zijkant van de percelen, palend Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 37

38 ten oosten aan de Mexicostraat en ten zuiden van het landbouwbedrijf wordt het zicht op het landschap plaatselijk beperkt door de aanwezigheid van de bufferberm. De hoogte van deze berm varieert tussen 0 cm en 180 cm (maximaal). Er worden ten aanzien van het aspect landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht ten gevolge van de realisatie van het plan. Discipline mens ruimtelijke aspecten (inclusief mobiliteit) Beschrijving van de referentiesituatie Ruimtegebruikfuncties: de site is op vandaag in gebruik als graasland. Er vinden zich geen constructies binnen de contouren van het plangebied. Bestemmingsplannen: het plangebied is gelegen binnen het geldende gewestplan Diksmuide-Torhout (K.B. 05/02/1979). Het plangebied werd bestemd als agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Mobiliteit en bereikbaarheid: het plangebied ontsluit op de Arthur Coussensstraat en de Mexicostraat. De meest nabijgelegen bushalte is gelegen ter hoogte van Ichtegem Dorp op adres Markt 26. Langsheen de Mexicostraat loopt een recreatieve fietsverbinding tussen knooppunten 73 en 31. De Arthur Coussensstraat werd opgenomen binnen het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Wonen en leefomgeving: het plangebied is gelegen ten zuiden van de kern van Ichtegem. In de omgeving is vooral residentiele bebouwing terug te vinden. Dichterbij het centrum zijn meergezinswoningen terug te vinden. De bewoners in de omgeving zijn aangewezen op de voorzieningen van Ichtegem zelf en deze van Torhout en Oostende. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt, dat bij een geluidsniveau buitenshuis (Lnight) ook lager dan 40db(A) biologische effecten aangetoond zijn, waarvan echter niet bewezen is dat ze de gezondheid schaden. Vanaf 40dB(A) is dit wel het geval. Voorliggend plangebied is niet gelegen binnen de geluidscontouren van de Torhoutbaan. Figuur: Geluidsbelasting wegverkeer Lnight2011 Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 38

39 De huidige luchtkwaliteit van het plangebied is goed (jaargemiddelde geoloket VMM). Externe mensveiligheid: er bevinden zich geen bedrijven met hoge drempelwaarde op minder dan 2 km van het plangebied. Beoordeling van de milieueffecten t.o.v. de referentiesituatie Het plan voorziet in de aanleg van een bufferberm en stuw waardoor de bestaande landerijen gecontroleerd overstromen. De bufferberm zal gecombineerd worden met een verdere actieve landbouwbedrijfsvoering van de landerijen. Ruimtebeleving: Door het toegankelijk maken van de berm voor de recreant: wordt de belevingswaarde van het gebied verhoogd; worden er nieuwe recreatiemogelijkheden aan de rand van het dorpscentrum gecreëerd; wordt er een verkeersveilige verbinding gerealiseerd tussen de Arthur Coussensstraat en de Mexicostraat; Door het toegankelijk maken van de berm voor de recreant kan er echter ook inkijk ontstaan vanaf de berm naar de aanpalende woonpercelen. Langsheen en op de dijk kunnen bomen, heesters en/of houtkanten aangeplant worden. Dergelijke aanplant draagt niet enkel bij tot de privacy van de aanpalende woonpercelen maar draagt ook bij, door de worteling van de bomen en heesters, tot de stevigheid van de berm. Dergelijke aanplant heeft ook positieve effecten op de biodiversiteit van het gebied. Dergelijke aanplant zal in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP verankerd worden waar dit nodig wordt geacht. De hoogte van de berm varieert volgens de glooiing van het terrein. Ter hoogt van de bestaande overwelving tussen de Mexicostraat en de Arthur Coussensstraat (WN ) kent de berm een maximale hoogte, met name ongeveer 1,80m. Ter hoogte van de bestaande overwelving aan de Mexicostraat (WN ) bedraagt de hoogte van de berm nog ongeveer 70 centimeter. Ter hoogte van de Arthur Coussensstraat bedraagt de berm op het hoogste punt ongeveer 60 cm. De verschillende woonpercelen die palen met de achterste perceelsgrens aan de bufferberm zullen, door de hoogte van de berm, het uitzicht richting de Arthur Coussensstraat (gedeeltelijk) verliezen. De impact is echter beperkt gezien de berm op een groene kwalitatieve manier ingekleed zal worden. Na de realisatie van de berm is het zicht op het zuidelijke landschap, vanaf de hoeve, gelegen aan de Arthur Coussensstraat, sterk beperkt ter hoogte van de bestaande overwelving (WN ). Door de bestaande sterke helling van het terrein, richting de Arthur Coussensstraat bedraagt de hoogte van de bufferberm, ter hoogte van de Arthur Coussensstraat ongeveer 60 cm op het hoogste punt. Er worden ten aanzien van het aspect ruimtebeleving geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht ten gevolge van de realisatie van het plan. Ruimtegebruik en gebruikskwaliteit: Naar aanleiding van de opmaak van het RUP werd een landbouwimpactstudie (LIS) opgevraagd. De LIS is een gebiedsgebonden computeranalyse op basis van beschikbare gegevens. Ze geeft indicatief de impact van een gebiedsontwikkeling weer op de aangegeven landbouwpercelen, voor de bijhorende bedrijven en op de huidige agrarische bestemmingen. Deze landbouwimpactstudie is opgenomen in bijlage 2. De landbouwer, met gronden ten oosten van de Mexicostraat, verliest bij benadering m² oppervlakte aan bruikbare landbouwgrond (grondinname door bufferberm, contergracht en een deeltje nieuwe waterloop (verbinding tussen WN en WN ). Dit heeft Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 39

40 effect op zijn bedrijfsvoering door afname van de bruikbare landbouwgrond. Het binnendijkse gebied kan wel verder aangewend worden voor actieve landbouwuitbating, er worden geen beperkingen opgelegd naar het gebruik ervan. In de voorschriften wordt er ingeschreven dat de taluds van de bufferberm plaatselijk aangepast kunnen worden zodat vee en landbouwmateriaal de berm kan oversteken. De twee eigenaars ten westen van de Mexicostraat verliezen bij benadering 868m² en 1.618m² in het kader van de realisatie van een bredere open waterloop met expansieruimte. In eerste instantie zal er gekeken worden of er gewerkt kan worden met een erfdienstbaarheid ter realisatie en gebruik van de berm. De gronden, waarop de berm wordt gerealiseerd, blijven daarbij in het bezit van de huidige eigenaar. In tweede instantie zal er gekeken worden of de gronden in der minne verworven kunnen worden. Bij verwerving zullen de gronden aangekocht worden tegen de venale waarde. Indien verwerving in der minne niet mogelijk zou zijn, zal het instrument van onteigening gebruikt worden. Ook bij onteigening wordt er gebruik gemaakt van de venale waarde. De percelen die onder water komen te staan worden in sé niet aangekocht. Aan de hand van een overeenkomst tussen de dienst Waterlopen en grondeigenaar wordt de grondeigenaar vergoed. Er bestaan twee manieren van vergoeding die aangewend worden, met name maakt de landbouwer/gebruiker ofwel aanspraak op een jaarlijkse vaste vergoeding (los van het aantal keren dat de landerijen onder water staan) ofwel op een periodieke vergoeding, met name telkens na het onder water staan van de gronden en op basis van een schatting. Er worden ten aanzien van het aspect ruimtegebruik en gebruikskwaliteit geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht ten gevolge van de realisatie van het plan. Cumulatieve effecten Er worden geen cumulatieve effecten verwacht met geplande ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied. Grensoverschrijdende effecten Met het begrip grensoverschrijdende effecten worden de mogelijke milieueffecten bedoeld die een gewest-of landgrens overschrijden. In het kader van voorliggend plan worden geen grensoverschrijdende effecten verwacht. Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 40

41 RVR-toets Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 41

42 Scopingnota RUP GOG Blekerijbeek - 42