Mini Desktop PC (Thin Client)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mini Desktop PC (Thin Client)"

Transcriptie

1 DU13175 Herziene editie V5 Juni 2017 Mini Desktop PC (Thin Client) Gebruikershandleiding E210-serie

2 COPYRIGHT-INFORMATIE Geen enkel deel van deze handleiding, met inbegrip van de producten en de software die hierin is beschreven, mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van ASUSTeK COMPUTER INC. ( ASUS ) worden gereproduceerd, verzonden, getranscribeerd, opgeslagen in een retrievalsysteem of in enige taal worden vertaald in enige vorm of door enig middel, behalve documentatie die door de koper wordt gebruikt voor back-updoeleinden. ASUS BIEDT DEZE HANDLEIDING ZOALS ZE IS ZONDER ENIGE GARANTIES, HETZIJ UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN VOOR VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. IN GEEN GEVAL ZAL ASUS, HAAR DIRECTEURS, FUNCTIONARISSEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE INDIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF SCHADE DOOR WINSTDERVING, VERLIES VAN HANDEL, VERLIES VAN GEBRUIK OF GEGEVENS, ONDERBREKING VAN HANDEL EN DERGELIJKE), ZELFS ALS ASUS OP DE HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT FOUTEN IN DEZE HANDLEIDING OF DEFECTEN AAN HET PRODUCT. Producten en bedrijfsnamen die in deze handleiding zijn vermeld, zijn mogelijk geregistreerde handelsmerken of auteursrechten van hun respectieve bedrijven en worden uitsluitend gebruikt voor identificatie of toelichting en in het voordeel van de eigenaar, zonder de bedoeling te hebben een inbreuk te plegen op hun rechten. DE SPECIFICATIES EN INFORMATIE DIE IN DEZE HANDLEIDING ZIJN OPGENOMEN, ZIJN UITSLUITEND INFORMATIEF BEDOELD EN OP ELK OGENBLIK EN ZONDER KENNISGEVING ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN. ZE MOGEN NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN VERBINTENIS DOOR ASUS. ASUS AANVAARDT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID OF AANSPRAKELIJKHEID VOOR FOUTEN OF ONNAUWKEURIGHEDEN DIE MOGELIJK IN DEZE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, INCLUSIEF DE PRODUCTEN EN SOFTWARE DIE ERIN ZIJN BESCHREVEN. Copyright 2017 ASUSTeK COMPUTER INC. Alle rechten voorbehouden. BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID Er kunnen zich situaties voordoen door een fout van de kant van ASUS of door een andere aansprakelijkheid. In deze gevallen hebt u het recht op schadevergoeding door ASUS. En elk van dergelijke gevallen, ongeacht de basis waarop u gemachtigd bent schadevergoeding te eisen van ASUS, zal ASUS maximaal aansprakelijk zijn voor schade door lichamelijk letsel (inclusief overlijden) en schade aan vastgoed en activa of elke andere eigenlijke of directe schade die voortvloeit uit de weglating of het niet naleven van wettelijke verplichtingen onder deze Garantieverklaring, tot de aangegeven contractprijs van elk product. ASUS zal alleen verantwoordelijke zijn voor schadevergoeding van uw verlies, schade of claim op basis van het contract, onrechtmatig gebruik of inbreuk onder deze Garantieverklaring. Deze beperking is ook van toepassing op de leveranciers en wederverkopers van ASUS. Dit is het maximale bereik waarvoor ASUS, haar leveranciers en uw wederverkoper gezamenlijk aansprakelijk zijn. IN GEEN GEVAL ZAL ASUS AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VOLGENDE: (1) CLAIMS VAN DERDEN TEGENOVER U VOOR SCHADE; (2) VERLIES VAN OF SCHADE AAN UW RECORDS OF GEGEVENS OF (3) SPECIALE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF ENIGE ECONOMISCHE GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF WINSTDERVING OF VERLIES VAN OPBRENGSTEN), ZELFS ALS ASUS, HAAR LEVERANCIERS OF UW WEDERVERKOPER OP DE HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. SERVICE EN ONDERSTEUNING Bezoek onze meertalige website op 2 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

3 Inhoudsopgave Over deze handleiding... 6 In deze handleiding gebruikte conventies... 7 Typografie... 7 Pictogrammen... 7 Veiligheidsinformatie... 8 Uw systeem instellen... 8 Opgelet tijdens het gebruik... 9 Goede verwijdering... 9 Inhoud verpakking...11 Hoofdstuk 1: Onderdelen en functies Mini Desktop PC Uw Mini Desktop PC leren kennen...14 Vooraanzicht...14 Achteraanzicht...16 Hoofdstuk 2: Instellen van de hardware Plaatsen van uw Mini Desktop PC...20 Uw Mini Desktop PC monteren op de voet...20 Uw Mini Desktop PC op een monitor installeren...21 Uw Mini Desktop PC gebruiken...25 Aansluiten op een extern display...25 Aansluiten op een USB-apparaat...26 De draadloze antenne verbinden...27 Uw Mini Desktop PC inschakelen...28 De audio-uitgang configureren via een HDMI-apparaat...29 Hoofdstuk 3: Ondersteunde besturingssystemen Werken met Windows Embedded De eerste keer opstarten...32 Het startmenu gebruiken...33 De takenbalk gebruiken...34 Het systeemvak gebruiken...35 Windows Verkenner gebruiken...36 Een back-up van uw bestanden maken...38 Uw systeem herstellen...38 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 3

4 Windows Embedded 7 Actiecentrum gebruiken...39 Windows Update gebruiken...39 Een gebruikersaccount en wachtwoord instellen...40 Hulp en ondersteuning voor Windows krijgen...40 Verbinden op Windows Embedded Bekabelde verbinding...42 Werken met Windows Embedded De eerste keer starten...45 Vergrendelingsscherm Windows Embedded Windows -UI...46 Werken met Windows -apps...50 Het scherm Apps openen...52 Charms bar (Emoticonbalk)...54 Snap-functie...56 Andere sneltoetsen...58 Verbinding maken met draadloze netwerken...60 Bluetooth...62 Airplane mode (Vliegtuigmodus)...64 Verbinding maken met bedrade netwerken...65 Een dynamische IP/PPP0E-netwerverbinding instellen...65 Uw Mini Desktop PC uitschakelen...68 Uw Mini Desktop PC in de slaapmodus plaatsen...68 Werken met Windows Embedded De eerste keer starten...69 Windows -UI...70 Startknop...74 Uw Startscherm aanpassen...76 Werken met Windows -apps...77 Apps aanpassen...77 Het scherm Apps openen...79 Charms bar (Emoticonbalk)...81 Snap-functie...83 Andere sneltoetsen...85 Verbinding maken met internet...87 Bekabelde verbinding...89 De Mini Desktop PC uitschakelen Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

5 Uw Mini Desktop PC in de slaapmodus zetten...92 Windows Embedded 8.1-vergrendelingsscherm...93 Uw vergrendelingsscherm aanpassen...94 Werken met Windows De eerste keer starten...96 De Windows 10-gebruikersinterface gebruiken...97 Menu Start...98 Startscherm...99 Taakbalk 100 Snap-functie Andere sneltoetsen Hoofdstuk 4: BIOS De BIOS Setup starten Snel naar het BIOS gaan Hoofdstuk 5: Uw systeem herstellen Herstelopties op Windows Embedded Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren Herstelopties in Windows Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren Bijlagen Mededelingen REACH 114 ASUS-diensten voor recycling/terugname Opmerking coating FCC-verklaring (Federal Communications Commission) Waarschuwing RF-blootstelling ASUS contact informatie Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 5

6 Over deze handleiding Deze handleiding bevat informatie over de hardware- en softwareopties van uw Mini Desktop PC, georganiseerd in de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 1: Onderdelen en functies Mini Desktop PC Dit hoofdstuk geeft meer details over de hardwareonderdelen van uw Mini Desktop PC. Hoofdstuk 2: Instellen van de hardware Dit hoofdstuk biedt u informatie betreffende het voorbereiden en configureren van uw Mini Desktop PC voor gebruik. Hoofdstuk 3: Ondersteunde besturingssystemen Dit hoofdstuk beidt een overzicht van het gebruik van besturingssystemen in uw Mini Desktop PC. Hoofdstuk 4: BIOS Dit hoofdstuk biedt informatie betreffende het wijzigen van de systeeminstellingen via de BIOS-configuratiemenu's. Hoofdstuk 5: Uw systeem herstellen Dit hoofdstuk beschrijft de herstelopties voor uw Mini Desktop PC. Bijlagen Dit deel bevat berichtgevingen en veiligheidsverklaringen over uw Mini Desktop PC. OPMERKING: Voor Windows Embedded 8.1 OS bevindt de handleiding zich in de volgende map op uw pc. C:\Program Files(X86)/ASUS/eManual 6 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

7 In deze handleiding gebruikte conventies Om belangrijke informatie in deze handleiding te markeren, worden berichten als volgt voorgesteld: BELANGRIJK! Dit bericht bevat essentiële informatie die moet worden opgevolgd om een taak te voltooien. OPMERKING: dit bericht bevat aanvullende informatie en tips die kunnen helpen bij het voltooien van taken. WAARSCHUWING! Dit bericht bevat belangrijke informatie die moet worden opgevolgd om uw veiligheid te bewaren tijdens het uitvoeren van bepaalde taken en om schade aan de gegevens en onderdelen van uw Mini Desktop PC te voorkomen. Typografie Vet Cursief = Dit geeft een menu of een item aan dat moet worden geselecteerd. = Hiermee worden delen aangegeven waarnaar u kunt verwijzen in deze handleiding. Pictogrammen De onderstaande pictogrammen geven de apparaten aan die u kunt gebruiken voor het uitvoeren van een reeks taken of procedures bij het werken met het Windows Embedded 8.1-besturingssysteem van uw Mini Desktop PC. = Gebruik een muis. = Het toetsenbord gebruiken. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 7

8 Veiligheidsinformatie Uw Mini Desktop PC werd ontworpen en getest om te voldoen aan de recentste veiligheidsnormen voor IT-apparatuur. Om uw veiligheid te garanderen, is het echter belangrijk dat u de volgende veiligheidsrichtlijnen leest. Uw systeem instellen Lees en volg alle instructies in de documentatie voordat u uw systeem gebruikt. Gebruik dit product niet in de buurt van water of een verwarmingsbron, zoals een radiator. Plaats het systeem op een stabiel oppervlak met de bijgeleverde voet. Gebruik het systeem nooit zonder de voet. De openingen in de behuizing zijn voorzien voor ventilatie. Blokkeer of dek deze openingen niet af. Zorg dat u voldoenderuimte rond het systeem laat voor ventilatie. Stop nooit enige voorwerpen in de ventilatieopeningen. Gebruik dit product in omgevingen met een omgevingstemperatuur van 0 C tot 35 C. Als u een verlengkabel gebruikt, moet u ervoor zorgen dat het totale ampèrevermogen van de apparaten die op de verlengkabel zijn aangesloten, dit ampèrevermogen niet overschrijden. Dit apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt met een minimumafstand van 20 cm tussen de zender en uw lichaam. OPMERKING: Terwijl u werkt aan uw Mini Desktop PC, moet u zorgen dat u deze rechtop in de voet plaatst. Raadpleeg het hoofdstuk Uw Mini Desktop PC monteren op de voet in deze handleiding voor meer informatie. 8 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

9 Opgelet tijdens het gebruik Stap niet op de voedingskabel en laat er niets op rusten. Zorg dat u geen water of andere vloeistoffen op uw systeem lekt. Wanneer het systeem is uitgeschakeld, blijft een kleine hoeveelheid elektrische stroom actief.koppel altijd alle voedings-, modem en netwerkkabels los van de stopcontacten voordat u het systeem reinigt. Als u de volgende technische problemen ondervindt bij het product, koppel dan de voedingskabel los en neem contact op met een bevoegde onderhoudstechnicus of met uw verkoper. De voedingskabel of stekker is beschadigd. Er is vloeistof in het systeem gemorst. Het systeem werkt niet correct, zelfs als u de gebruiksrichtlijnen volgt. Het systeem is gevallen of de behuizing is beschadigd. De systeemprestaties veranderen. Goede verwijdering Gooi de Mini Desktop PC NIET bij het huisvuil. Dit product werd ontworpen om een hergebruik van de onderdelen en het recyclen mogelijk te maken. Het symbool met doorgekruiste afvalbak geeft aan dat het product (elektrische, elektronische apparatuur en kwikhoudende knoopcelbatterij) niet bij het huishoudelijk afval mag worden weggegooid. Informeer naar de plaatselijke voorschriften voor het verwijderen van elektronica. Gooi de batterij NIET bij het huisvuil. Het symbool met de doorgestreepte afvalcontainer betekent dat de batterij niet bij het huisvuil mag worden gegooid. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 9

10 Waarschuwing lithium-ionbatterij LET OP: Er bestaat een kans op explosiegevaar als de batterij niet goed wordt geplaatst. Alleen vervangen met hetzelfde of een equivalent type dat wordt aanbevolen door de fabrikant. Gooi lege batterijen weg volgens de richtlijnen van de fabrikant.. LASERPRODUCT KLASSE 1 NIET DEMONTEREN De garantie is niet van toepassing op producten die door de gebruiker werden gedemonteerd 10 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

11 X Inhoud verpakking De Mini Desktop PC-verpakking bevat de volgende items: Antenne(optioneel) Netstroomadapter Hoofdkast Mini Desktop PC E210-serie Voedingskabel 4 x 8 mm schroeven voor VESA-montageplaat Voet (optioneel) VESA-bevestigingsplaat Technische documentatie Muis (optioneel) Toetsenbord (optioneel) OPMERKINGEN: De werkelijke productspecificaties en inhoud van de verpakking kan verschillen afhankelijk van het modeltype van uw Mini Desktop PC of van uw land of regio. Als het apparaat of de onderdelen ervan slecht werken of defect raken tijdens normaal en correct gebruik binnen de garantieperiode, moet u de garantiekaart naar het ASUSservicecentrum brengen voor het vervangen van de defecte onderdelen. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 11

12 12 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

13 Hoofdstuk 1: Onderdelen en functies Mini Desktop PC 1 Onderdelen en functies Mini Desktop PC

14 X Uw Mini Desktop PC leren kennen Vooraanzicht Geheugenkaartsleuf Via de ingebouwde geheugenkaartlezer kan uw Mini Desktop PC gegevens lezen van en schrijven naar MMC/SD/ SDHC/SDXC-kaarten. Voedingsschakelaar Met de voedingsschakelaar kunt u het systeem IN- en UITSCHAKELEN. 14 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

15 BIOS-toets Voordat u het systeem opstart, stopt u een rechtgemaakte paperclip in deze opening om de BIOS te starten. USB-poort 3.0 Deze USB-poorten (Universal Serial Bus) bieden een overdrachtsnelheid van maximaal 5 Gbps en zijn achterwaarts compatibel met USB2.0. USB-poort 2.0 De USB 2.0-poorten (Universal Serial Bus) zijn compatibel met USB 2.0-/1.1-apparaten zoals toetsenborden, muisapparaten, camera's en harde schijfstations. Met USB kunnen meerdere apparaten tegelijk werken op één computer, met enkele randapparaten die optreden als extra plug-in-locaties of hubs. Microfoonaansluiting De microfoonaansluiting is voorzien voor het aansluiten van de microfoon die wordt gebruikt voor videovergaderingen, gesproken verhalen of eenvoudige audio-opnamen. Hoofdtelefoonaansluiting/audio(S/PDIF)-uitgang De stereo hoofdtelefoonaansluiting (3,5mm) wordt gebruikt om het audio-uitgangssignaal van het systeem aan te sluiten op luidsprekers met versterkers of een hoofdtelefoon. OPMERKING: Om de functie S/PDIF Out (S/PDIF-uitgang) te gebruiken, gebruikt u een ministekker naar S/PDIFadapter om de systeemaudio te verbinden met een versterker. Ministekker naar S/PDIF-adapters zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 15

16 Achteraanzicht Aansluiting draadloze antenne (optioneel) De aansluiting wordt gebruikt om de bijgeleverde draadloze antenne aan te sluiten om de ontvangst van het draadloze signaal te verbeteren. 16 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

17 HDMI-poort De HDMI-poort (High Definition Multimedia Interface) ondersteunt een Full HD-apparaat, zoals een LCD-tv of -monitor zodat u de beelden op een groter extern scherm kunt weergeven. Seriële poort (COM-poort) De 9-pins D-Sub seriële poort ondersteunt originele seriële apparaten zoals seriële tekentabletten, een seriële muis of een seriële modem. LAN-poort De 8-pins RJ-45 LAN-poort ondersteunt een standaard ethernetkabel voor het aansluiten op een lokaal netwerk. Beeldschermuitgang (monitor) De 15-pins D-sub monitorpoort ondersteunt een standaard VGA-compatibel apparaat zoals een monitor of een projector voor weergave op een groter extern beeldscherm. Voedingsingang (DC 19V) De bijgeleverde voedingsadapter converteert wisselstroom naar gelijkstroom voor gebruik met deze aansluiting. De voeding die via deze aansluiting wordt geleverd, levert stroom aan de Mini Desktop PC. Om schade aan de Mini Desktop PC te voorkomen, moet u altijd de bijgeleverde voedingsadapter gebruiken. WAARSCHUWING! De voedingsadapter kan warm tot heet worden tijdens het gebruik. Dek de adapter niet af en houd deze uit de buurt van uw lichaam. Kensington -slotpoort Dankzij de Kensington -slotpoort kan de computer worden beveiligd door middel van Kensington -compatibele beveiligingsproducten van ASUS. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 17

18 18 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

19 Hoofdstuk 2: Instellen van de hardware 2 Instellen van de hardware Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 19

20 X Plaatsen van uw Mini Desktop PC Uw Mini Desktop PC monteren op de voet Uw Mini Desktop PC monteren op de voet: 1. Zoek de montageopening op de onderkant van de Mini Desktop PC. 2. Lijn de montageopening van de voet uit op de montageopening op uw Mini Desktop PC en maak de voet stevig vast met behulp van de voetschroef. Schroef voetstuk BELANGRIJK! Zorg dat uw Mini Desktop PC op de voet is gemonteerd voordat u deze op een stabiel en plat oppervlak plaatst. 20 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

21 Uw Mini Desktop PC op een monitor installeren Uw Mini Desktop PC installeren op een monitor: 1. Bevestig de VESA-montage aan uw monitor met de vier schroeven die bij uw VESA-montagekit zijn geleverd. OPMERKING: Om de VESA-montage te bevestigen, moet uw monitor voldoen aan de VESA75- of VESA100-standaard. * De Mini Desktop PC kan worden gemonteerd op een ASUS VS228H-monitor. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 21

22 2. Lijn uw Mini Desktop PC uit op de VESA-montage en plaats deze zoals weergegeven. Mini Desktop PC VESA-montage OPMERKING: Zorg ervoor dat het ASUS-handelsmerk op het rotatiewiel van de VESA-montage ingesteld is op de gebruikelijke positie wanneer u de Mini Desktop PC plaatst, zodat de machine op de juiste manier kan roteren. ASUS-handelsmerk 22 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

23 3. Maak de assemblage van de Mini Desktop PC en de VESAmontage vast met een standschroef. Zorg de Mini Desktop PC stevig is vastgemaakt aan de VESA-montage. Assemblage Mini Desktop PC en VESA-montage standschroef OPMERKING: Gebruik de standschroef die bij de voet is geleverd. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 23

24 4. Om de hoek van de assemblage van pc en VESA-montage aan te passen zodat de voor- en achterzijde van de Mini Desktop PC beter toegankelijk zijn, drukt u op de hendelschakelaar van de VESA-montage om het draaiwiel (A) te ontgrendelen. Draai vervolgens de assemblage van de Mini Desktop PC en VESAmontage overeenkomstig (B). draaiwiel hendelschakelaar Assemblage pc en VESA-montage BELANGRIJK! Het rechtop instellen van het rotatiewiel wanneer het systeem gebruikt wordt, wordt aanbevolen. Neem kennis van de kabels die verbonden zijn met de Mini Desktop PC tijdens het bedienen van het rotatiewiel. Om gevaar door loszittende kabels te voorkomen, is het wiel ontworpen om niet meer dan 90 met de klok mee/tegen de klok in te draaien. 24 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

25 Uw Mini Desktop PC gebruiken Aansluiten op een extern display Sluit het ene uiteinde van een HDMI- of VGA-kabel aan op een extern scherm en sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMI- of VGA-poort van uw Mini Desktop PC. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 25

26 X Aansluiten op een USB-apparaat Sluit USB-apparaten, zoals draadloze/bekabelde toetsenborden, muisapparaten en printers aan op de USB-poorten op uw Mini Desktop PC. OPMERKING: Het toetsenbord verschilt afhankelijk van het land of de regio. 26 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

27 De draadloze antenne verbinden Sluit de draadloze antenne aan op uw Mini Desktop PC om het draadloos signaal te verbeteren. Zorg dat de draadloze antenne rechtop staat (hoek van 90 o ) voor de beste draadloze ontvangst. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 27

28 X Uw Mini Desktop PC inschakelen OPMERKING: Wanneer uw Mini Desktop PC niet in gebruik is, moet u de voedingsadapter loskoppelen of de voedingsknop uitschakelen om energie te sparen. Pas de instellingen voor het energiebeheer aan in het Configuratiescherm van Windows. Hierdoor zorgt u ervoor dat uw Mini Desktop PC is ingesteld in een modus met lager energieverbruik, terwijl de pc toch volledig operationeel blijft. 28 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

29 De audio-uitgang configureren via een HDMIapparaat Als u een HD-tv wilt gebruiken als een audio-uitvoerapparaat, sluit u het toestel aan op de Home Theater PC en volgt u de onderstaande stappen om de audio-instellingen te configureren. De audio-uitgang configureren via een HDMI-apparaat: 1. Voer een van de volgende bewerkingen uit op basis van het besturingssysteem van uw Mini Desktop PC. Op Windows Embedded 7 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume Mixer (Volumemixer) in de taakbalk van Windows en klik op Playback devices (Weergaveapparaten). Volumemixer Op Windows Embedded 8.1 a) Klik vanaf het Startscherm op Desktop om de bureaubladmodus te starten. OPMERKING: Zie voor meer details het hoofdstuk Startscherm onder Werken met Windows Embedded 8.1. b) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume Mixer (Volumemixer) in de taakbalk van Windows en klik op Playback devices (Weergaveapparaten). 2. Selecteer Digital Audio (HDMI) vanaf het weergavescherm. 3. Klik op Configure (Configureren) en het venster Luidsprekerinstelling wordt geopend. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 29

30 4. Selecteer Stereo en klik op Next (Volgende). 5. Schakel het selectievakje Front left and right (Voor links en rechts) in en klik daarna op Next (Volgende). 6. Klik op Finish (Voltooien) om het instellen van de luidsprekers te voltooien. 30 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

31 Hoofdstuk 3: Ondersteunde besturingssystemen 3 Ondersteunde besturingssystemen

32 Werken met Windows Embedded 7 De eerste keer opstarten Wanneer u uw Mini Desktop PC voor de eerste keer opstart, verschijnen een reeks schermen die u begeleiden bij de configuratie van de basisinstellingen van het besturingsysteem van uw Windows Embedded 7. Om voor de eerste keer op te starten: 1. Zet uw Mini Desktop PC aan. Wacht enkele minuten totdat het scherm Set Up Windows (Windows installeren) verschijnt. 2. Selecteer van het vervolgkeuzelijst uw taal. Klik op Next (Volgende). 3. Selecteer van de vervolgkeuzelijsten uw Country or region (Land of regio), Time and currency (Tijd en valuta) en Keyboard layout (Toetsenbordindeling). Klik op Next (Volgende). 4. Typ unieke namen voor de user name (gebruikersnaam) en Mini Desktop PC name (Mini Desktop PCnaam). Klik op Next (Volgende). 5. Typ de nodige informatie om uw wachtwoord in te stellen en klik daarna op Next (Volgende). U mag ook op Next (Volgende) klikken om, zonder enige informatie in te voeren, deze stap over te slaan. OPMERKING: Raadpleeg de paragraaf Een gebruikersaccount en wachtwoord instellen in dit hoofdstuk als u later voor uw account een wachtwoord wilt instellen. 6. Lees aandachtig de licentievoorwaarden. Vink I accept the license terms (Ik accepteer de licentievoorwaarden) aan en klik op Next (Volgende). 7. Selecteer Use recommended settings (Aanbevolen instellingen gebruiken) of Install important updates only (Alleen belangrijke updates installeren) om de beveiligingsinstellingen voor uw Mini Desktop PC in te stellen. Selecteer Ask me later (Vraag me later) om deze stap over te slaan. 32 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

33 8. Controleer uw datum- en tijdinstellingen. Klik op Next (Volgende). Het systeem laadt de nieuwe instellingen en start opnieuw. U mag nu uw Mini Desktop PC beginnen te gebruiken. 9. Na opnieuw starten, kunt u nu beginnen met het gebruik van uw Mini Desktop PC. Het startmenu gebruiken Het startmenu biedt u toegang tot programma's, hulpprogramma's en andere nuttige items op uw Mini Desktop PC. Items vanaf het startmenu lanceren 1. Klik op de Windows -takenbalk op de pictogram Start. 2. Selecteer vanaf het Startmenu het item dat u wilt lanceren. OPMERKING: U kunt programma's die u permanent wilt weergeven in het menu Start, vastmaken. Raadpleeg het hoofdstuk Programma's vastmaken aan het menu Start of de taakbalk in deze handleiding voor meer informatie. Het item Om te beginnen gebruiken Het item Getting Started (Om te beginnen) op het startmenu bevat enkele basistaken zoals Windows verpersoonlijken, nieuwe gebruikers toevoegen, bestanden overdragen. Hiermee wordt u geholpen om bekend te raken met het gebruik van Windows Embedded 7. Aan de slag gebruiken: 1. Klik op. 2. Selecteer Getting Started (Aan de slag) in het startmenu. 3. Selecteer de gewenste taak in de lijst met beschikbare taken. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 33

34 De takenbalk gebruiken Met de takenbalk kunt u programma's en items die op uw Mini Desktop PC zijn geïnstalleerd, lanceren en beheren. Van de takenbalk een programma lanceren Klik op de Windows -takenbalk op een pictogram om het te lanceren. Klik opnieuw op de pictogram om het programma te verbergen. Items op de Jump Lists vastpinnen Als u met de rechtermuisknop op de takenbalk op een pictogram klikt, biedt een jump list u snelle toegang tot de aan de programma's of items verwante koppelingen. U kunt items, zoals favoriete websites, vaak bezochte mappen of stations, of onlangs afgespeelde mediabestanden op de jump list vastpinnen. Ga als volgt te werk om items op de jump list vast te pinnen: 1. Klik met de rechtermuisknop op een pictogram op de takenbalk. 2. Klik vanuit de jump list met de rechtermuisknop op het item dat u wilt vastpinnen en selecteer dan Pin to this list (Aan deze lijst vastpinnen). Vastgepinde items van de jump list verwijderen 1. Klik met de rechtermuisknop op een pictogram op de takenbalk. 2. Klik vanuit de jump list met de rechtermuisknop op het item dat u wilt vastpinnen en selecteer dan Unpin from this list (Van deze lijst verwijderen). 34 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

35 Het systeemvak gebruiken Het systeemvak toont standaard deze drie pictogrammen: Notificatie Actiecentrum Klik op deze pictogram om alle waarschuwingsberichten/- notificaties weer te geven en om het Windows Actiecentrum te lanceren. Netwerkverbinding Deze pictogram geeft de verbindingstatus en signaalsterkte van de bedrade of draadloze netwerkverbinding weer. Volume Klik op deze pictogram om het volume af te stellen. Een waarschuwingsnotificatie weergeven Voor het weergeven van een waarschuwingsmelding, klikt u op en vervolgens op het bericht om het te openen. OPMERKING: Raadpleeg in dit hoofdstuk de paragraaf Windows Actiecentrum gebruiken voor meer details. Pictogrammen en notificaties aanpassen U kunt ervoor kiezen om op de takenbalk of in het notificatiegebied de pictogrammen en notificaties weer te geven of te verbergen. Ga als volgt te werk om pictogrammen en notificaties aan te passen: 1. Klik op in het meldingsgebied. 2. Klik op Customize (Aanpassen). 3. Selecteer vanuit de vervolgkeuzelijst de gedragsvormen van de pictogrammen of items die u wilt aanpassen. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 35

36 Windows Verkenner gebruiken Met Windows Verkenner kunt u uw bestanden en mappen weergeven, beheren en organiseren. Windows Verkenner lanceren Klik op voor het starten van het startmenu, en vervolgens op Computer. Bestanden en mappen verkennen 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Blader vanuit het navigatie- of weergavescherm naar de locatie van uw gegevens. 3. Klik vanuit de breadcrumb-balk op de pijl om de inhoud van het station of de map weer te geven. De weergave van bestand/map aanpassen 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Selecteer de locatie van uw gegevens. 3. Klik op. 4. Schuif vanuit het Weergavemenu de schuifbalk om te selecteren hoe u het bestand/de map weer te geven. Uw bestanden rangschikken 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Klik vanuit het veld Arrange by (Rangschikken op) om de vervolgkeuzelijst weer te geven. 3. Selecteer het type rangschikking van uw voorkeur. 36 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

37 Uw bestanden sorteren 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Klik met de rechtermuisknop ergens op het Weergavescherm. 3. Selecteer vanuit het menu dat verschijnt, Sort by (Sorteren volgens) en selecteer dan het type sortering van uw voorkeur. Uw bestanden groeperen 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Klik met de rechtermuisknop ergens op het Weergavescherm. 3. Selecteer vanuit het menu dat verschijnt, Group by (Groeperen volgens) en selecteer dan het type groepering van uw voorkeur. Een nieuwe map toevoegen 1. Lanceer Windows Verkenner. 2. Klik vanuit de werkbalk op New folder (Nieuwe map). 3. Typ een naam voor de nieuwe map. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 37

38 Een back-up van uw bestanden maken Ga als volgt te werk om een back-up in te stellen: 1. Klik op > All Programs (Alle programma's) > Maintenance (Onderhoud) > Backup and Restore (Back-up en Herstellen). 2. Klik op Set up backup (Back-up instellen). Klik op Next (Volgende). 3. Selecteer de bestemming van uw back-up. Klik op Next (Volgende). 4. Selecteer Let Windows choose (recommended) (Laat Windows kiezen (aanbevolen)) of Let me choose as your backup mode (Laat mij als uw back-upmodus kiezen). OPMERKING: Als u Let Windows choose (Laat Windows kiezen) selecteert, maakt Windows geen back-up van uw programma's, FATgeformatteerde bestanden, bestanden in de Prullenbak of tijdelijke bestanden die 1 GB of meer zijn. 5. Volg de instructies op het scherm om het proces te voltooien. Uw systeem herstellen De functie Windows Systeemherstel maakt een herstelpunt waar de systeeminstellingen van de Mini Desktop PC op een bepaald tijdstip en bepaalde datum worden opgeslagen. Hiermee kunt u de systeeminstellingen van uw Mini Desktop PC herstellen of veranderingen ongedaan maken, zonder uw persoonlijke gegevens te beïnvloeden. Ga als volgt te werk om uw systeem te herstellen: 1. Sluit alle werkende applicaties. 2. Klik op > All Programs (Alle programma's) > Accessoires > System Tools (Systeemwerkset) > System Restore (Systeemherstel). 3. Volg de instructies op het scherm om het proces te voltooien. 38 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

39 Windows Embedded 7 Actiecentrum gebruiken Het Windows Embedded 7 Actiecentrum biedt u waarschuwingsnotificaties, beveiligingsinformatie, informatie over systeemonderhoud en de optie om automatische problemen op te lossen en enkele algemene computerproblemen op te lossen. Windows Embedded 7 Actiecentrum lanceren 1. Klik op de Notificatiepictogram en klik daarna op Open Action Center (Actiecentrum openen) om het Windows Embedded 7 Actiecentrum te lanceren. 2. Klik vanuit het Windows Embedded 7 Actiecentrum op de taak die u wilt uitvoeren. Windows Update gebruiken Met Windows Update kunt u de nieuwste updates controleren en installeren om de beveiliging en prestaties van uw Mini Desktop PC te verbeteren. Windows Update lanceren 1. Klik op de Windows -takenbalk op de pictogram Start om het startmenu te lanceren. 2. Selecteer All Programs (Alle programma's) > Windows Update. 3. Klik vanaf het scherm Windows Update op de taak die u wilt uitvoeren. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 39

40 Een gebruikersaccount en wachtwoord instellen Voor mensen die uw Mini Desktop PC zullen gebruiken, kunt u gebruikersaccounts en wachtwoorden maken. Ga als volgt te werk om een gebruikersaccount in te stellen: 1. Klik vanaf de Windows -takenbalk op > Getting Started (Om te beginnen) > Add new users (Nieuwe gebruikers toevoegen). 2. Selecteer Manage another account (Een andere account beheren). 3. Selecteer Create a new account (Een nieuwe account maken). 4. Typ de naam van de nieuwe gebruiker. 5. Selecteer Standard user (Standaardgebruiker) of Administrator (Beheerder) al gebruikerstype. 6. Wanneer voltooid, klikt u op Create Account (Account maken). Ga als volgt te werk om een gebruikerswachtwoord in te stellen: 1. Selecteerde gebruiker waarvoor u een wachtwoord wilt instellen. 2. Selecteer Create a password (Een wachtwoord maken). 3. Typ een wachtwoord en bevestig deze. 4. Typ een hint voor uw wachtwoord. 5. Klik op Create password (Wachtwoord maken) als u klaar bent. Hulp en ondersteuning voor Windows krijgen Windows Help en ondersteuning bieden u richtlijnen en antwoorden voor het gebruik van de applicaties in het Windows Embedded 7-platform. Klik, om Windows Help en ondersteuning te lanceren, op > Help and Support (Help en ondersteuning). OPMERKING: Zorg dat u met het internet bent verbonden om de nieuwste Windows online help te krijgen. 40 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

41 Verbinden op Windows Embedded 7 Draadloze verbinding 1. Klik op het pictogram van het draadloos netwerk met een oranje ster in het systeemvak van Windows. WAARSCHUWING! Voor beveiligingsredenen mag u GEEN verbinding maken met een onbeveiligd netwerk. 2. Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u een verbinding wilt maken in de lijst en klik op Connect (Verbinden) om de verbinding tot stand te brengen. OPMERKING: Als u het gewenste toegangspunt niet kunt vinden, klikt u op het pictogram Refresh (Vernieuwen) in de rechterbovenhoek om de lijst te vernieuwen en deze opnieuw te doorzoeken. 3. Wanneer u een verbinding maakt, is het mogelijk dat u een wachtwoord moet invoeren. 4. Nadat een verbinding is gemaakt, wordt deze weergegeven in de lijst. 5. U ziet het pictogram voor draadloze netwerken in het systeemvak. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 41

42 X X Bekabelde verbinding 1. Gebruik een netwerkkabel (RJ-45) om uw Mini Desktop PC aan te sluiten op een DSL/kabelmodem of een LAN-netwerk. DSL/kabelmodem Modem RJ-45-kabel cable LAN RJ-45-kabel cable LAN 2. Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren OPMERKING: Raadpleeg de volgende secties voor meer details. 42 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

43 Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren: 1. Klik op het netwerkpictogram met een gele waarschuwingsdriehoek in het systeemvak van Windows en selecteer Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum). 2. Klik in het blauwe paneel aan de linkerzijde op Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). 3. Klik met de rechtermuisknop op Local Area Connection (LANverbinding) en selecteer Properties (Eigenschappen). 4. Klik Internet Protocol Version 4(TCP/IPv4) (Internet Protocol Versie 4 (TCP/IPv4)) en klik daarna op Properties (Eigenschappen). Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 43

44 5. Configureer het type IP-adres voor de netwerkconfiguratie. Configureren met een dynamisch IP-adres: a. Klik Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres verkrijgen) en klik op OK. b. Ga door naar stap 5 als u een PPPoE-verbinding gebruikt. Configureren met een statisch IP-adres: a. Klik op Use the following IP address (Het volgende IPadres gebruiken). b. Voer het IP-adres, subnetmasker en gatewayadres van uw serviceprovider in. c. Voer, indien nodig, het adres van de voorkeurs-dns-server en het alternatieve adres in. 6. Keer terug naar het Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) en klik vervolgens op Set up a new connection or network (Een nieuwe verbinding of netwerk instellen). 7. Selecteer Connect to the Internet (Verbinding met het internet maken) en klik op Next (Volgende). 8. Selecteer Broadband (PPPoE) (Breedband (PPPoE)) en klik op Next (Volgende). 9. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en verbindingsnaam in. Klik op Connect (Verbinden). 10. Klik op Close (Sluiten) om de configuratie te voltooien. 11. Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk en klik op de verbinding die u net hebt gemaakt. 12. Voer uw gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Connect (Verbinden) om een verbinding te maken met het internet. 44 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

45 Werken met Windows Embedded 8 De eerste keer starten Als u de computer voor het eerst start, verschijnt een reeks schermen die u helpen bij het instellen van de basisinstellingen van Windows Embedded 8. Uw Mini Desktop PC de eerste keer starten: 1. Druk op de voedingsknop op uw Mini Desktop PC. Wacht een paar minuten totdat het opstartscherm verschijnt. 2. Kies in het instelscherm een taal om op uw Mini Desktop PC te gebruiken. 3. Lees de licentievoorwaarden. Schakel het selectievakje Ik accepteer de licentievoorwaarden voor het gebruik van Windows in en tik op Accepteren. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm voor de configuratie van de volgende basisonderdelen: Houd uw computer veilig Personaliseren Draadloos Instellingen Meld u aan bij uw 5. Na het configureren van de basisitems, verschijnt de zelfstudie van Windows Embedded 8. Bekijk deze om meer te leren over de functionaliteiten van Windows Embedded 8. Vergrendelingsscherm Windows Embedded 8 Het vergrendelingsscherm van Windows Embedded 8 verschijtn wanneer uw Mini Desktop PC naar het Windows Embedded 8-besturingssysteem gaat. Om door te gaan drukt u op een willekeurige toets op het toetsenbord van de Mini Desktop PC. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 45

46 Windows -UI Windows Embedded 8 is uitgerust met een gebruikersinterface (UI) met tegels, waarmee u Windows -toepassingen gemakkelijk kunt ordenen en openen vanaf het startscherm. Het omvat ook de volgende functies die u kunt gebruiken terwijl u werkt op uw Mini Desktop PC. Startscherm Het startscherm verschijnt na het aanmelden bij uw gebruikersaccount. Dit helpt u bij het organiseren van alle programma's en toepassingen die u nodig hebt op één plaats. Knop In-/uitzoomen Windows apps Dit zijn apps die zijn vastgezet op het startscherm en die in de vorm van tegels worden weergegeven voor een snelle toegang. OPMERKING: Voor sommige apps moet is zich aanmelden bij uw Microsoft-account voordat ze volledig worden gestart. 46 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

47 Hotspots Via hotspots op het scherm kunt u programma's starten en de instellingen van uw Mini Desktop PC openen. De functies in deze hotspots kunnen worden geactiveerd met de muis. Hotspots op een gestarte app Hotspots op het startscherm Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 47

48 Hotspot linkerbovenhoek linkerbenedenhoek Actie Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbovenhoek en klik vervolgens op de miniatuur van de recente app om terug te keren naar die app. Als u meer dan één app hebt gestart, schuift u omlaag om alle gestarte apps weer te geven. Vanuit het scherm van een actieve app: Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbenedenhoek en klik vervolgens op de miniatuur van het startscherm om terug te keren naar het startscherm. OPMERKING: U kunt ook op de Windows-toets op het toetsenbord drukken om terug te keren naar het startscherm. In het Startscherm: Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbenedenhoek en klik vervolgens op de miniatuur van de actieve app om terug te keren naar die app. 48 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

49 Hotspot bovenzijde Actie Beweeg uw muisaanwijzer over de bovenrand tot deze verandert in een handpictogram. Sleep de app naar een nieuwe locatie. OPMERKING: Deze hotspotfunctie werkt alleen bij een actieve app of als u de Snapfunctie wilt gebruiken. Zie voor meer details Snap-functie onder Met Windows apps werken. rechterhoek boven en onder Beweeg de muisaanwijzer over de rechter boven- of benedenhoek om de Charms bar (emoticonbalk) te starten. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 49

50 Werken met Windows -apps Gebruik het optionele toetsenbord en de muis van uw Mini Desktop PC om uw apps te starten, aan te passen en te sluiten. Apps starten Plaats uw muisaanwijzer boven de app en klik vervolgens met de linkermuisknop of tik eenmaal om de app te starten. Druk tweemaal op en gebruik vervolgens de pijltoetsen om door de apps te bladeren. Druk op om een app te starten. Apps aanpassen U kunt apps verplaatsen, hun grootte aanpassen of loskoppelen via het startscherm met de volgende stappen. Apps verplaatsen Klik tweemaal op de app en sleep deze vervolgens naar een nieuwe locatie. Afmetingen van apps wijzigen Klik met de rechtermuisknop op de app om de instellingen te activeren en klik op of. 50 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

51 Apps loskoppelen Klik met de rechtermuisknop op de app om de balk Customize (Aanpassen) te activeren en tik vervolgens op. Apps sluiten 1. Beweeg uw muisaanwijzer bovenaan in de gestarte app en wacht vervolgens tot de aanwijzer verandert in een handpictogram. 2. Sleep de app naar de onderkant van het scherm om de toepassing te sluiten. Druk op het scherm met gestarte apps op. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 51

52 Het scherm Apps openen Behalve de apps die reeds op uw Startscherm zijn vastgezet, kunt u ook andere applicaties openen via het scherm Apps. Horizontale schuifbalk 52 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

53 Het scherm Apps starten Start het scherm Apps met de muis of het toetsenbord van de Mini Desktop PC. Veeg vanaf de bovenrand omlaag om de balk All Apps (Alle apps) te starten. Druk op het startscherm op om het pictogram All Apps (Alle apps) te selecteren en druk op. Apps toevoegen aan het startscherm U kunt met de muis meer apps op het startscherm vastzetten. 1. Plaats de muisaanwijzer boven de app dit u wilt vastzetten op het startscherm. 2. Klik met de rechtermuisknop op de app om de instellingen te activeren. 3. Klik op het pictogram. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 53

54 Charms bar (Emoticonbalk) De Charms bar (Emoticonbalk) is een werkbalk die aan de rechterzijde van uw scherm kan worden geactiveerd. Deze balk bestaat uit verschillende hulpmiddelen waarmee u toepassingen kunt delen en snelle toegang kunt krijgen om de instellingen van uw Mini Desktop PC aan te passen. De Charms bar (Emoticonbalk) starten Charms bar (Emoticonbalk) OPMERKING: Wanneer de Charms bar (Emoticonbalk) wordt opgeroepen, verschijnt deze aanvankelijk als een set witte pictogrammen. De bovenstaande afbeelding toont u hoe de emoticonbalk eruitziet nadat deze is geactiveerd. Gebruik de muis of het toetsenbord van de Mini Desktop PC om de Charms bar (emoticonbalk) te starten: Beweeg uw muisaanwijzer naar de hoek rechtsboven of rechtsonder op het scherm. Druk op. 54 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

55 In de Charms bar (Emoticonbalk) Search (Zoeken) Met dit hulpmiddel kunt u bestanden, toepassingen of programma's zoeken op uw Mini Desktop PC. Share (Delen) Met dit hulpmiddel kunt u toepassingen delen via sociale netwerksites of . Start Met dit hulpmiddel keert het scherm terug naar het startscherm. U kunt dit ook gebruiken vanaf het startscherm om terug te keren naar een recent geopende app. Devices (Apparaten) Dit hulpmiddel biedt u de mogelijkheid bestanden te openen en te delen met de apparaten die zijn aangesloten op uw Mini Desktop PC, zoals een extern scherm of een externe printer. Settings (Instellingen) Met dit hulpmiddel krijgt u toegang tot de instellingen van uw Mini Desktop PC. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 55

56 Snap-functie De functie Snap (Uitlijnen) toont twee apps naast elkaar, zodat u kunt werken met of schakelen tussen apps. BELANGRIJK! Zorg er voor dat de schermresolutie van uw Mini Desktop PC is ingesteld op 1366 x 768 pixels of hoger voordat u de Snap-functie gebruikt. Snap bar (Balk Uitlijning) 56 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

57 Snap (Uitlijnen) gebruiken Gebruik de muis of het toetsenbord van de Mini Desktop PC om Snap te activeren en te gebruiken. 1. Start de app die u wilt uitlijnen. 2. Beweeg de muisaanwijzer bovenaan op het scherm. 3. Zodra de aanwijzer verandert in een handpictogram, sleept u de app naar links of rechts van het weergavevenster. 4. Start de andere app. 1. Start de app die u wilt uitlijnen. 2. Druk op. 3. Start de andere app. 4. Om te schakelen tussen apps, drukt u op. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 57

58 Andere sneltoetsen Met het toetsenbord kunt u ook de volgende sneltoetsen gebruiken bij het starten van applicaties en het navigeren door Windows Embedded 8. \ Wisselt tussen het startscherm en de laatste actieve app. Start het bureaublad Start het computervenster in de bureaubladmodus Opent het venster Bestand zoeken Opent het venster Delen Opent het venster Instellingen Opent het venster Apparaten Activeert het vergrendelscherm Minimaliseert het momenteel actieve venster 58 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

59 Opent het venster Tweede scherm Opent het venster App zoeken Opent het venster Uitvoeren Opent het Toegankelijkheidscentrum Opent het zoekvenster Instellingen Opent een menuvak met Windowshulpmiddelen Start het vergrootglas en zoomt in op het scherm Zoomt uit op het scherm Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 59

60 Verbinding maken met draadloze netwerken Wi-Fi Via de Wifi-verbinding van uw Mini Desktop PC kunt u s openen, op internet surfen en toepassingen delen via sociale netwerksites. BELANGRIJK! Zorg er voor dat de Airplane mode (vliegtuigmodus) is uitgeschakeld om de Wi-Fi functie van uw Mini Desktop PC te activeren. Zie voor meer details de sectie Vliegtuigmodus in deze handleiding. Wifi inschakelen Volg de onderstaande stappen om wifi te activeren op uw Mini Desktop PC: 1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk). 2. Klik op en vervolgens op. 3. Selecteer een toegangspunt in de lijst van beschikbare Wifiverbindingen. 60 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

61 4. Klik op Connect (Verbinden) om de netwerkverbinding te starten. OPMERKING: U kunt worden gevraagd een beveiligingssleutel in te voeren om de Wifi-verbinding te activeren. 5. Als u delen wilt inschakelen tussen uw Mini Desktop PC en andere draadloze systemen, klikt u op Yes, turn on sharing and connect to devices. (Ja, schakel delen en verbinding maken met apparaten in) Klik op No, don t turn on sharing or connect to devices (Nee, schakel delen en verbinding maken met apparaten niet in) als u de functie delen niet wilt inschakelen. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 61

62 Bluetooth Gebruik Bluetooth om draadloze gegevensoverdracht met andere Bluetooth-apparaten mogelijk te maken. BELANGRIJK! Zorg er voor dat de Airplane mode (vliegtuigmodus) is uitgeschakeld om de Bluetooth-functie van uw Mini Desktop PC te activeren. Zie voor meer details de sectie Vliegtuigmodus in deze handleiding. Koppelen met andere Bluetooth-apparaten U moet uw Mini Desktop PC koppelen met andere Bluetoothapparaten om gegevensoverdracht mogelijk te maken. Gebruik uw touchpad hiervoor als volgt: 1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk). 2. Klik op en vervolgens op Change PC Settings (PCinstellingen wijzigen). 3. Selecteer onder PC Settings (PC-instellingen)de optie Devices (Apparaten) en klik op Add a Device (Een apparaat toevoegen) om naar apparaten te zoeken die Bluetooth ondersteunen. 62 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

63 4. Selecteer een apparaat uit de lijst. Vergelijk de code op uw Mini Desktop PC met de code die naar het gekozen apparaat is gezonden. Klik op Yes (Ja) als ze gelijk zijn om uw Mini Desktop PC met het apparaat te koppelen. OPMERKING: Bij sommige Bluetooth-apparaten kunt u gevraagd worden om de code voor uw Mini Desktop PC in te voeren. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 63

64 Airplane mode (Vliegtuigmodus) De Airplane mode (vliegtuigmodus) schakelt draadloze communicatie uit zodat u uw Mini Desktop PC veilig in een vliegtuig kunt gebruiken. Vliegtuigmodus inschakelen 1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk). 2. Klik op en klik op. 3. Verplaats de schuif naar rechts om de vliegtuigmodus in te schakelen. Druk op. Vliegtuigmodus uitschakelen 1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk). 2. Klik op en klik op. 3. Verplaats de schuif naar links om de vliegtuigmodus uit te schakelen. Druk op. OPMERKING: Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij voor meer informatie over gerelateerde services aan boord die kunnen worden gebruikt en beperkingen die moeten worden opgevolgd bij het gebruiken van uw Mini Desktop PC aan boord. 64 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

65 Verbinding maken met bedrade netwerken U kunt ook verbinding maken met bedrade netwerken zoals LANs en breedband internet-aansluitingen via de LAN-poort van uw Mini Desktop PC. OPMERKING: Neem contact op met uw Internet Service Provider (ISP) voor details of met uw netwerkbeheerder voor ondersteuning bij het opzetten van uw internetverbinding. Zie de volgende procedures voor het configureren van de instellingen. BELANGRIJK! Zorg er voor dat een netwerkkabel is aangesloten tussen de LAN-poort van uw Mini Desktop PC en een lokaal netwerk voordat u de volgende handelingen uitvoert. Een dynamische IP/PPP0E-netwerverbinding instellen 1. Start het Desktop (Bureaublad). 2. Klik met de rechtermuisknop in de taakbalk van Windows op het netwerkpictogram en klik op Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen). 3. Klik vanaf het scherm Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen) op Change Adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). 4. Klik met de rechtermuisknop op uw LAN en selecteer Properties (Eigenschappen). Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 65

66 5. Selecteer Internet Protocol version 4 (TCP/IP) (Internetprotocol versie 4 (TCP/IP)) en klik daarna op Properties (Eigenschappen). 6. Klik op Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres verkrijgen) en klik op OK. OPMERKING: Ga door naar de volgende stappen als u een PPPoE-verbinding gebruikt. 7. Keer terug naar het Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) en klik vervolgens op Set up a new connection or network (Een nieuwe verbinding of netwerk instellen). 8. Selecteer Connect to the Internet (Verbinding maken met het internet) en klik op Next (Volgende). 9. Selecteer Broadband (PPPoE) (Breedband (PPPoE)) en klik op Next (Volgende). 10. Voer uw User name (Gebruikersnaam), Password (Wachtwoord) en Connection name (Verbindingsnaam) in. Klik op Connect (Verbinden). 11. Klik op Close (Sluiten) om de configuratie te voltooien. 12. Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk en klik op de verbinding die u net hebt gemaakt. 13. Voer uw gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Connect (Verbinden) om een verbinding te maken met het internet. 66 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

67 Een netwerk met een statisch IP-adres instellen 1. Herhaal de stappen 1 tot en met 5 van Verbinding maken met een dynamisch IP/PPPoE-netwerk. 2 Klik op Use the following IP address (Het volgende IP-adres gebruiken). 3. Voer het IP-adres, subnetmasker en gatewayadres van uw serviceprovider in. 4. Indien gewenst kunt u ook het adres voor de voorkeurs-dns-server en de alternatieve DNSserver invoeren en op OK tikken. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 67

68 Uw Mini Desktop PC uitschakelen U kunt uw Mini Desktop PC uitschakelen met een van de volgende werkwijzen: Klik op in de Charms bar (Emoticonbalk) en klik vervolgens op > Shut down (Uitschakelen) om normaal uit te schakelen. Klik in het aanmeldingsscherm op > Shut down (Uitschakelen). U kunt uw Mini Desktop PC ook uitschakelen via de bureaubladmodus. Start hiervoor het bureaublad en druk vervolgens op alt + f4 om het venster Uitschakelen te openen. Selecteer Shut Down (Uitschakelen) in de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens OK. Als uw Mini Desktop PC niet reageert, houdt u de voedingsknop gedurende minstens acht (4) seconden ingedrukt tot uw Mini Desktop PC wordt uitgeschakeld. Uw Mini Desktop PC in de slaapmodus plaatsen Om uw Mini Desktop PC in de slaapmodus te plaatsen, drukt u eenmaal op de voedingsknop. U kunt uw Mini Desktop PC ook in de slaapstand zetten met behulp van de bureaubladmodus. Start hiervoor het bureaublad en druk vervolgens op alt + f4 om het venster Uitschakelen te openen. Selecteer Sleep (Slaapstand) in de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens OK. 68 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

69 Werken met Windows Embedded 8.1 De eerste keer starten Als u de computer voor het eerst start, verschijnt een reeks schermen die u helpen bij het instellen van de basisinstellingen van Windows Embedded 8.1. Uw Mini Desktop PC de eerste keer starten: 1. Druk op de voedingsknop op uw Mini Desktop PC. Wacht een paar minuten totdat het opstartscherm verschijnt. 2. Kies in het instelscherm een taal om op uw Mini Desktop PC te gebruiken. 3. Lees de licentievoorwaarden. Selecteer I accept (Ik ga akkoord). 4. Volg de aanwijzingen op het scherm voor de configuratie van de volgende basisonderdelen: Personaliseren Ga online Instellingen Uw account 5. Na het configureren van de basisitems, gaat Windows Embedded 8.1 over tot de installatie van uw apps en voorkeursinstellingen. Zorg dat uw Mini Desktop PC ingeschakeld blijft tijdens het instellingsproces. 6. Zodra het instellingsproces is voltooid, verschijnt het Startscherm. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 69

70 Windows -UI Windows Embedded 8.1 is uitgerust met een gebruikersinterface (UI) met tegels, waarmee u Windows -toepassingen gemakkelijk kunt ordenen en openen vanaf het startscherm. Het omvat ook de volgende functies die u kunt gebruiken terwijl u werkt op uw Mini Desktop PC. Startscherm Het startscherm verschijnt na het aanmelden bij uw gebruikersaccount. Dit helpt u bij het organiseren van alle programma's en toepassingen die u nodig hebt op één plaats. Windows apps Dit zijn apps die zijn vastgezet op het startscherm en die in de vorm van tegels worden weergegeven voor een snelle toegang. OPMERKING: Voor sommige apps moet is zich aanmelden bij uw Microsoft-account voordat ze volledig worden gestart. 70 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

71 Hotspots Via hotspots op het scherm kunt u programma's starten en de instellingen van uw Mini Desktop PC openen. De functies in deze hotspots kunnen worden geactiveerd met de muis. Hotspots op een gestarte app Hotspots op het startscherm Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 71

72 Hotspot linkerbovenhoek Actie Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbovenhoek en klik vervolgens op de miniatuur van de recente app om terug te keren naar die app. Als u meer dan één app hebt gestart, schuift u omlaag om alle gestarte apps weer te geven. linkerbenedenhoek Vanuit het scherm van een actieve app: Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbenedenhoek en tik vervolgens op om terug te keren naar het startscherm. OPMERKING: U kunt ook op de Windows-toets op het toetsenbord drukken om terug te keren naar het startscherm. In het Startscherm: Beweeg uw muisaanwijzer over de linkerbenedenhoek en tik vervolgens op om terug te keren naar die app. 72 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

73 Hotspot bovenzijde Actie Beweeg uw muisaanwijzer over de bovenrand tot deze verandert in een handpictogram. Sleep de app naar een nieuwe locatie. OPMERKING: Deze hotspotfunctie werkt alleen bij een actieve app of als u de Snapfunctie wilt gebruiken. Zie voor meer details Snap-functie onder Met Windows apps werken. rechterhoek boven en onder Beweeg de muisaanwijzer over de rechter boven- of benedenhoek om de Charms bar (emoticonbalk) te starten. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 73

74 Startknop Windows Embedded 8.1 beschikt over de Start-knop waarmee u kunt schakelen tussen de twee recentste apps die u hebt geopend. De startknop is toegankelijk vanaf het startscherm terwijl u in de bureaubladmodus bent, en op elke app die momenteel open is op het scherm. Startknop op het startscherm OPMERKING: De werkelijke kleur van uw startknop verschilt afhankelijk van de beeldscherminstellingen die u kiest voor uw startscherm. Beweeg uw muisaanwijzer boven de linkerhoek van uw startscherm of elke geopende app om de startknop op te roepen. 74 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

75 Startknop op de bureaubladmodus Contextmenu Het contextmenu verschijnt als een vak met snelle toegang tot sommige programma's binnen Windows Embedded 8.1 wanneer u op de Start-knop tikt en deze ingedrukt houdt. Het contextmenu omvat de volgende uitschakelopties voor uw Mini Desktop PC: afmelden, slaapstand, uitschakelen, opnieuw starten. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 75

76 Uw Startscherm aanpassen Met Windows Embedded 8.1 kunt u uw Start-scherm ook aanpassen zodat u direct kunt opstarten in de bureaubladmodus en de schikking van uw apps op het scherm aanpassen. De instellingen van uw Startscherm aanpassen: 1. Start het bureaublad. 2. Klik met de rechtermuisknop in de taakbalk, behalve op de startknop om het pop-upvenster te openen. 3. Klik op Properties (Eigenschappen) en selecteer het tabblad Navigation (Navigatie) om de schermopties voor Navigatie en Start die u wilt gebruiken, te selecteren. 4. klik op Apply (Toepassen) om de nieuwe instellingen op te slaan en vervolgens af te sluiten. 76 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

77 Werken met Windows -apps Gebruik het optionele toetsenbord en de muis van uw Mini Desktop PC om uw apps te starten, aan te passen en te sluiten. Apps starten Plaats uw muisaanwijzer boven de app en klik vervolgens met de linkermuisknop of tik eenmaal om de app te starten. Druk tweemaal op en gebruik vervolgens de pijltoetsen om door de apps te bladeren. Druk op om een app te starten. Apps aanpassen U kunt apps verplaatsen, hun grootte aanpassen of loskoppelen via het startscherm met de volgende stappen. Apps verplaatsen Klik tweemaal op de app en sleep deze vervolgens naar een nieuwe locatie. Afmetingen van apps wijzigen Klik met de rechtermuisknop op de app om de balk Customize (Aanpassen) te activeren en klik dan op en selecteer een grootte voor de app-tegel. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 77

78 Apps loskoppelen Klik met de rechtermuisknop op de app om de balk Customize (Aanpassen) te activeren en tik vervolgens op. Apps sluiten 1. Beweeg uw muisaanwijzer bovenaan in de gestarte app en wacht vervolgens tot de aanwijzer verandert in een handpictogram. 2. Sleep de app naar de onderkant van het scherm om de toepassing te sluiten. Druk op het scherm met gestarte apps op. 78 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

79 Het scherm Apps openen Behalve de apps die reeds op uw Startscherm zijn vastgezet, kunt u ook andere applicaties openen via het scherm Apps. OPMERKING: De eigenlijke apps die op het scherm worden weergegeven, kunnen verschillen afhankelijk van het model. De volgende schermopname is uitsluitend bedoeld als referentie. Het scherm Apps starten Start het scherm Apps met gebruik van de volgende opties: Klik op het startscherm op de knop Druk vanaf het startscherm op en druk vervolgens op. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 79

80 Apps toevoegen aan het startscherm U kunt meer apps vastmaken aan het Startscherm met de hulp van de volgende opties: 1. Start het scherm All Apps (Alle apps) 2. Klik met de rechtermuisknop op de apps die u wilt toevoegen aan het startscherm. 3. klik op het pictogram om de geselecteerde apps vast te maken aan het startscherm. 80 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

81 Charms bar (Emoticonbalk) De Charms bar (Emoticonbalk) is een werkbalk die aan de rechterzijde van uw scherm kan worden geactiveerd. Deze balk bestaat uit verschillende hulpmiddelen waarmee u toepassingen kunt delen en snelle toegang kunt krijgen om de instellingen van uw Mini Desktop PC aan te passen. Charms bar (Emoticonbalk) Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 81

82 In de Charms bar (Emoticonbalk) Search (Zoeken) Met dit hulpmiddel kunt u bestanden, toepassingen of programma's zoeken op uw Mini Desktop PC. Share (Delen) Met dit hulpmiddel kunt u toepassingen delen via sociale netwerksites of . Start Met dit hulpmiddel keert het scherm terug naar het startscherm. U kunt dit ook gebruiken vanaf het startscherm om terug te keren naar een recent geopende app. Devices (Apparaten) Dit hulpmiddel biedt u de mogelijkheid bestanden te openen en te delen met de apparaten die zijn aangesloten op uw Mini Desktop PC, zoals een extern scherm of een externe printer. Settings (Instellingen) Met dit hulpmiddel krijgt u toegang tot de instellingen van uw Mini Desktop PC. 82 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

83 Snap-functie De functie Snap (Uitlijnen) toont twee apps naast elkaar, zodat u kunt werken met of schakelen tussen apps. Snap bar (Balk Uitlijning) Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 83

84 Snap (Uitlijnen) gebruiken Activeer en gebruik Snap (Uitlijnen) voor elk van de volgende opties: 1. Start de app die u wilt uitlijnen. 2. Beweeg de muisaanwijzer bovenaan op het scherm. 3. Zodra de aanwijzer verandert in een handpictogram, sleept u de app naar links of rechts van het weergavevenster. 4. Start de andere app. 1. Start de app die u wilt uitlijnen. 2. Druk op en op de pijl naar links of rechts om de app vast te klikken aan het linker- of rechterpaneel. 3. Start de andere app. Deze app wordt automatisch in het lege deelvenster geplaatst. 84 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

85 Andere sneltoetsen Met het toetsenbord kunt u ook de volgende sneltoetsen gebruiken bij het starten van applicaties en het navigeren door Windows Embedded 8.1. \ Wisselt tussen het startscherm en de laatste actieve app. Start het bureaublad Start het venster This PC (Deze PC) in de bureaubladmodus Opent de optie File (Bestand) vanaf het emoticon Search (Zoeken) Opent het venster Share (Delen) Opent het venster Settings (Instellingen) Opent het venster Devices (Apparaten) Activeert het vergrendelscherm Minimaliseert het momenteel actieve venster Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 85

86 Start het deelvenster Project Opent de optie Everywhere (Overal) vanaf het emoticon Search (Zoeken) Opent het venster Run (Uitvoeren) Opent het Ease of Access Center (Toegankelijkheidscentrum) Opent de optie Settings (Instellingen) onder het emoticon Search (Zoeken) Opent het contextmenu van de startknop Start het vergrootglas en zoomt in op het scherm Zoomt uit op het scherm Opent de Narrator Settings (Vertellerinstellingen) 86 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

87 Verbinding maken met internet Open s, surf op internet en deel toepassingen via sociale netwerksites op of vanaf uw Mini Desktop PC via een draadloze/wifiof bekabelde verbinding. Een wifi-verbinding maken in Windows Embedded Start de Charms-balk vanuit het startscherm of vanuit een applicatiemodus. 2. Selecteer in de Charms-balk Settings (Instellingen) en klik op het netwerkpictogram. 3. Selecteer in de lijst het draadloos netwerk waarmee u een verbinding wilt maken. 4. Klik op Connect (Verbinding maken). OPMERKING: U kunt worden gevraagd een beveiligingssleutel in te voeren om de Wifi-verbinding te activeren. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 87

88 Uw Wifi-bandbreedte configureren 1. Start de bureaubladmodus en klik vervolgens met de rechtermuisknop op in de taakbalk. 2. Selecteer Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen). 3. Selecteer in het venster Netwerkcentrum de Wifi-status naast Connections (Verbindingen). 4. Selecteer in het venster Wifi-status Properties > Configure (Eigenschappen > Configureren) om de eigenschappen van uw huidige netwerkadapter te starten. 5. Selecteer het tabblad Advanced (Geavanceerd) in het venster met de eigenschappen van uw huidige netwerkadapter. 6. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de optie Bandwidth Capability (Bandbreedtecapaciteit) onder de optie Property (Eigenschap) en selecteer vervolgens de bandbreedteinstelling van uw voorkeur door in de vervolgkeuzelijst te klikken onder Value (Waarde). 7. Klik op OK om op te slaan en af te sluiten. 88 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

89 X X Bekabelde verbinding 1. Gebruik een netwerkkabel (RJ-45) om uw Mini Desktop PC aan te sluiten op een DSL/kabelmodem of een LAN-netwerk. DSL/kabelmodem Modem RJ-45-kabel cable LAN RJ-45-kabel cable LAN 2. Schakel uw computer in. 3. Configureer de benodigde instellingen voor de internetverbinding. OPMERKINGEN: Meer details vindt u in de secties Een dynamische IP/ PPPoE-netwerkverbinding configurere nof Een statische IPnetwerkverbindign configureren. Neem contact op met uw internetprovider (ISP) voor details of hulp bij het instellen van uw internetverbinding. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 89

90 Een dynamische IP/PPPoE-netwerkverbinding configureren Een dynamische IP/PPPoE- of statische IP-netwerkverbinding configureren: 1. Klik vanaf het Startscherm op Desktop om de bureaubladmodus te starten. 2. Klik met de rechtermuisknop in de taakbalk van Windows op het netwerkpictogram en klik op Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen). 3. Klik vanaf het scherm Open Network and Sharing Center (Netwerkcentrum openen) op Change Adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). 4. Klik met de rechtermuisknop op uw LAN en selecteer Properties (Eigenschappen). 5. Selecteer Internet Protocol version 4 (TCP/IP) (Internetprotocol versie 4 (TCP/IP)) en klik daarna op Properties (Eigenschappen). 6. Klik op Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres verkrijgen) en klik op OK. OPMERKING: Ga door naar de volgende stappen als u een PPPoEverbinding gebruikt. 7. Keer terug naar het Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) en klik vervolgens op Set up a new connection or network (Een nieuwe verbinding of netwerk instellen). 8. Selecteer Connect to the Internet (Verbinding maken met het internet) en klik op Next (Volgende). 9. Selecteer Broadband (PPPoE) (Breedband (PPPoE)) en klik op Next (Volgende). 90 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

91 10. Voer uw User name (Gebruikersnaam), Password (Wachtwoord) en Connection name (Verbindingsnaam) in. Klik op Connect (Verbinden). 11. Klik op Close (Sluiten) om de configuratie te voltooien. 12. Klik op het netwerkpictogram in de taakbalk en klik op de verbinding die u net hebt gemaakt. 13. Voer uw gebruikersnaam en het wachtwoord in. Klik op Connect (Verbinden) om een verbinding te maken met het internet. Een statische IP-netwerkverbinding configureren Een statische IP-netwerkverbinding configureren: 1. Herhaal stappen 1 tot 4 van de vorige sectie Configuring a dynamic IP/PPPoE network connection (Een dynamische IP/ PPPoE-netwerkverbinding configureren). 2 Klik op Use the following IP address (Het volgende IP-adres gebruiken). 3. Voer het IP-adres, subnetmasker en gatewayadres van uw serviceprovider in. 4. Voer, indien nodig, het adres van de voorkeurs-dns-server en het alternatieve adres in. 5. Klik op OK wanneer u klaar bent. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 91

92 De Mini Desktop PC uitschakelen Voer een van de volgende bewerkingen uit om de Mini Desktop PC uit te schakelen: Klik op de Charms bar (emoticonbalk) en tik vervolgens op > Shut down (Uitschakelen) om normaal uit te schakelen. Als uw Mini Desktop PC niet reageert, houdt u de voedingsknop minstens vier (4) seconden ingedrukt tot de Mini Desktop PC wordt uitgeschakeld. Uw Mini Desktop PC in de slaapmodus zetten Activeer de slaapmodus op uw Mini Desktop PC of de Draagbare AiO van ASUS meet een van de volgende procedures: Druk eenmaal op de voedingsknop. Start de bureaubladmodus en druk vervolgens op <Alt> + <F4> om het venster Uitschakelen te starten. Selecteer Sleep (Slaapstand) in de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens OK. 92 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

93 Windows Embedded 8.1-vergrendelingsscherm Het Windows Embedded 8.1-vergrendelingsscherm verschijnt wanneer u uw Mini Desktop PC activeert uit de slaapmodus of uit stand-bymodus. Het verschijnt ook wanneer u Windows Embedded 8.1 vergrendelt of ontgrendelt. Het vergrendelingsscherm kan worden aangepast om de toegang tot uw besturingssysteem te regelen. U kunt het achtergrondscherm wijzigen en sommige apps openen terwijl uw Mini Desktop PC nog steeds is vergrendeld. Doorgaan vanaf het vergrendelingsscherm 1. Klik op de muis of druk op een willekeurige toets op het toetsenbord van uw Mini Desktop PC. 2. (optioneel) Als uw account door een wachtwoord is beveiligd, moet u het wachtwoord invoeren om door te gaan naar het Startscherm. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 93

94 Uw vergrendelingsscherm aanpassen U kunt uw vergrendelingsscherm aanpassen om uw voorkeursfoto of een diavoorstelling van foto s te tonen, apps bij te werken en snel toegang te krijgen tot de camera van uw Mini Desktop PC. Om de instellingen van uw vergrendelingsscherm te wijzigen, kunt u de volgende informatie raadplegen. Een foto selecteren 1. Start de Charms-balk > Settings (Instellingen). 2. Selecteer Change PC Settings > Lock screen (PCinstellingen wijzigen > Vergrendelingsscherm). 3. Klik onder Lock screen preview (Voorbeeld vergrendelingsscherm) op Browse (Bladeren) om de foto te selecteren die u als achtergrond op uw vergrendelingsscherm wilt gebruiken. Een diavoorstelling afspelen 1. Start de Charms-balk > Settings (Instellingen). 2. Selecteer Change PC Settings > Lock screen (PCinstellingen wijzigen > Vergrendelingsscherm). 3. Ga naar Lock screen preview (Voorbeeld vergrendelingsscherm) en verplaats de schuifbalk Play a slide show on the lock screen (Een diavoorstelling afspelen op het vergrendelingsscherm) naar On (Aan). 4. Schuif omlaag om de volgende opties aan te passen voor de diavoorstelling op het vergrendelingsscherm: 94 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

95 App-updates toevoegen 1. Start de Charms-balk > Settings (Instellingen). 2. Selecteer Change PC Settings > Lock screen (PCinstellingen wijzigen > Vergrendelingsscherm). 3. Schuif omlaag tot u de optie Lock screen apps (Apps vergrendelingsscherm) ziet. 4. Gebruik de volgende opties om de apps toe te voegen waarvan u de updates wilt zien vanaf uw vergrendelingsscherm: Uw Mini Desktop PC camera activeren vanaf het vergrendelingsscherm Vanaf het vergrendelingsscherm kunt u omlaag vegen om de camera van uw Mini Desktop PC te activeren en te gebruiken. Raadpleeg de volgende stappen over het activeren van deze functie: 1. Start de Charms-balk > Settings (Instellingen). 2. Selecteer Change PC Settings > Lock screen (PCinstellingen wijzigen > Vergrendelingsscherm). 3. Schuif omlaag tot u de optie Camera ziet. 4. Verplaats de schuifbalk naar On (Aan). Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 95

96 Werken met Windows 10 De eerste keer starten Als u de computer voor het eerst start, verschijnt een reeks schermen die u helpen bij het instellen van de basisinstellingen van Windows 10. Uw desktopcomputer de eerste keer starten 1. Druk op de voedingsknop op uw desktopcomputer. Wacht enkele minuten tot het instellingsscherm verschijnt. 2. Kies op het instelscherm uw regio en een taal die u wilt gebruiken op uw desktopcomputer. 3. Lees aandachtig de licentievoorwaarden en tik vervolgens op I Accept (Ik ga akkoord). 4. Volg de aanwijzingen op het scherm voor de configuratie van de volgende basisonderdelen: Personaliseren Ga online Instellingen Uw account 5. Wacht tot Windows 10 het installeren van de apps en systeeminstellingen heeft voltooid. Na de installatie verschijnt het bureaublad van Windows Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

97 De Windows 10-gebruikersinterface gebruiken De Windows 10-gebruikersinterface (UI) omvat het favoriete menu Start en de tegelopmaak op het startscherm. Deze omvat ook de volgende functies die u kunt gebruiken terwijl u werkt op uw desktopcomputer. Klik op uw accountnaam om de afbeelding te wijzigen, af te melden van uw account of uw desktopcomputer te vergrendelen. Klik om het startscherm uit te vouwen Klik om het menu Start te openen Klik om alle apps weer te geven Klik om uw desktopcomputer in de slaapmodus te plaatsen, uit te schakelen of opnieuw opstarten Een app vastmaken aan of starten vanaf de taakbalk Een app in tegelformaat vastmaken aan of starten vanaf het startscherm. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 97

98 Menu Start Windows 10 brengt het menu Start terug met enkele verbeteringen, zoals de ruimte die u kunt aanpassen met uw favoriete apps, mensen of websites. U kunt het menu Start op twee manieren starten: Klik onderaan links in de taakbalk op de knop Start. Druk op de Windows Start-toets op uw toetsenbord. Apps vastmaken aan het startscherm of de taakbalk Een app vastmaken aan het startscherm of de taakbalk: 1. Klik vanaf het menu Start op All apps (Alle apps) en selecteer dan de app die u wilt vastmaken. 2. Klik op Pin to Start (Vastmaken aan Start) of Pin to taskbar (Vastmaken aan de taakbalk) om uw geselecteerde app vast te maken aan het Start-scherm of de taakbalk. U kunt een app ook slepen en neerzetten op het Start-scherm of de taakbalk om deze vast te maken. 98 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

99 Startscherm Het startscherm, dat samen met het menu Start verschijnt, helpt u alle apps die u nodig hebt, op één locatie te ordenen. De apps op het startscherm worden weergegeven in de vorm van tegels voor een gemakkelijke toegang. OPMERKING: voor sommige apps moet u zich aanmelden bij uw Microsoft-account voordat ze volledig worden gestart. Klik om het startscherm te herstellen Apps verplaatsen op het startscherm U kunt apps verplaatsen vanaf het startscherm door de app gewoon te slepen en neer te zetten op uw voorkeurslocatie. Apps loskoppelen vanaf het startscherm Om een app los te koppelen van het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop op de app om de instellingenbalk te activeren en klikt u vervolgens op Unpin from Start (Loskoppelen van start). Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 99

100 Taakbalk Windows 10 is uitgerust met de standaard taakbalk die al uw momenteel lopende apps of items opslaat op de achtergrond. Apps losmaken van de taakbalk 1. Klik vanaf het startscherm of de taakbalk met de rechtermuisknop op de app die u wilt losmaken. 2. Klik op Unpin from Start (Loskoppelen van start) of Unpin this program from taskbar (Dit programma van de taakbalk losmaken) om de app te verwijderen van het startscherm of de taakbalk. De taakweergave gebruiken Als verschillende apps worden uitgevoerd, kunt u in de taakbalk op klikken om al uw lopende apps weer te geven en op een app of item te klikken om deze te starten. Als de taakweergave wordt uitgeschakeld, klikt u op > Show Task View button (Knop Taakweergave weergeven) om het taakweergavepictogram te tonen. 100 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

101 Snap-functie De Snap-functie toont ongeveer vier of meer apps op één scherm zodat u kunt werken met of schakelen tussen meerdere apps. Snap (Uitlijnen) gebruiken Gebruik de muis of het toetsenbord van uw desktopcomputer om Snap (Uitlijnen) te activeren op het scherm. Uw muis gebruiken a) Start een app en sleep deze naar een schermhoek om de app op zijn plaats vast te maken. b) Lijn een andere app uit op de voorkeurslocatie op het scherm. Uw toetsenbord gebruiken a) Start een app, druk op en de pijltoetsen om de richting te kiezen waarin u de app op zijn plaats wilt uitlijnen. b) Lijn een andere app uit met en de pijltoetsen. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 101

102 Andere sneltoetsen Met het toetsenbord kunt u ook de volgende sneltoetsen gebruiken bij het starten van applicaties en het navigeren door Windows Embedded 10. Wisselt tussen het startscherm en de laatste actieve app. + <D> + <E> + <F> or + <W> + <H> + <I> + <K> + <L> + <M> + <P> + <Q> Start het bureaublad Opent de File Explorer (Verkenner) Activeert de functie File search (Bestand zoeken) Start Share (Delen) Opent het venster Instellingen Opent het venster Start Media Connect (Media verbinden) Activeert het vergrendelscherm Verbergt alle momenteel actieve schermen in de taakbalk Uw desktopcomputer wordt gespiegeld naar uw secundaire monitor Start Cortana 102 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

103 + <R> + <U> + <X> + <+> + <-> + <Enter> Opent het venster Run (Uitvoeren) Opent het Toegankelijkheidscentrum Opent een menuvak met Windowshulpprogramma's Start het vergrootglas en zoomt in op het scherm Zoomt uit op het scherm Opent de Verteller-instellingen. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 103

104 104 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

105 Hoofdstuk 4: BIOS 4 BIOS

106 De BIOS Setup starten BIOS (Basic Input and Output System) bevat instellingen voor de systeemhardware die nodig zijn om de Mini Desktop PC te starten. Onder normale omstandigheden worden de standaard BIOSinstellingen voor de meeste condities toegepast om voor optimale prestaties te zorgen. Verander de standaardinstellingen van het BIOS niet behalve onder de volgende omstandigheden: Tijdens het opstarten van het systeem verschijnt een foutbericht op het scherm waarin wordt gevraagd om de BIOS-setup uit te voeren. U hebt een nieuw onderdeel aan het systeem toegevoegd waarvoor nieuwe BIOS-instellingen of wijzigingen nodig zijn. WAARSCHUWING! Onjuiste BIOS-instellingen kunnen instabiliteit of problemen bij het opstarten veroorzaken. We raden sterk aan om de BIOS-instellingen alleen met behulp van getraind onderhoudspersoneel te wijzigen. 106 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

107 X Snel naar het BIOS gaan. Probeer een van de volgende methoden om toegang te krijgen tot de BIOS voordat de pc opstart in het besturingssysteem: Stop een rechtgemaakte paperclip in de BIOS-toets voordat u het systeem opstart. BIOS-toets Houd de voedingsknop op uw Mini Desktop PC minstens vier seconden ingedrukt om uw Mini Desktop PC uit te schakelen. Druk vervolgens opnieuw op de voedingsknop om de Mini Desktop PC opnieuw in te schakelen en druk op <F2> tijdens POST. Wanneer uw Mini Desktop PC is uitgeschakeld, koppelt u de voedingskabel los van de voedingsaansluiting van de Mini Desktop PC. Sluit de voedingskabel opnieuw aan en druk op de voedingsknop om uw Mini Desktop PC in te schakelen. Druk op <F2> tijdens POST. OPMERKING: POST (Power-On Self Test) staat voor een reeks via software beheerde diagnostische tests die worden uitgevoerd wanneer u de pc inschakelt. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 107

108 108 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

109 Hoofdstuk 5: Uw systeem herstellen 5 Uw systeem herstellen

110 Herstelopties op Windows Embedded 8.1 Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren De optie Remove everything and reinstall Windows (Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren) in PC Settings (Pc-instellingen) herstelt de Mini Desktop PC naar de originele fabrieksinstellingen. Ga hiervoor als volgt te werk: BELANGRIJK! Maak een back-up van al uw gegevens voordat u deze optie gebruikt. OPMERKING: Het voltooien van dit proces kan enige tijd in beslag nemen. 1. Start de Charms bar (Emoticonbalk). 2. Klik op Settings > Change PC Settings > Update and Recovery > Recovery (Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > Bijwerken en herstellen > Herstel). 3. Klik onder de optie Remove everything and reinstall Windows (Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren) op Get Started (Aan de slag). 4. Volg de instructies op het scherm om het proces voor het opnieuw installeren en instellen te voltooien. 110 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

111 Herstelopties in Windows 10 Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren U kunt de pc opnieuw instellen naar de originele fabrieksinstellingen via de optie Remove everything and reinstall (Alles verwijderen en opnieuw installeren) in de pc-instellingen. Raadpleeg de onderstaande stappen om deze optie te gebruiken. BELANGRIJK! Maak een back-up van al uw gegevens voordat u deze optie gebruikt. OPMERKING: het voltooien van dit proces kan even duren. 1. Klik vanaf het menu Start op Settings (Instellingen) > Update & security (Bijwerken en beveiliging) > Recovery (Herstel). 2. Schuif omlaag om de optie Remove everything and reinstall Windows (Alles verwijderen en Windows opnieuw installeren) weer te geven. Klik onder deze optie op Get Started (Aan de slag). 3. Volg de richtlijnen op het scherm om de herinstallatie te voltooien en het proces te resetten. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 111

112 112 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

113 Bijlagen Bijlagen Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 113

114 Mededelingen REACH Wij publiceerden, met naleving van het regulerend kaderwerk van REACH (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en Restrictie van chemische stoffen), op de ASUS REACH-website op english/reach.htm, de chemische substanties in onze producten. ASUS-diensten voor recycling/terugname De recyling- en terugnameprogramma s van ASUS zijn voortgevloeid uit onze inzet voor de hoogste standaarden voor milieubescherming. Wij geloven in het leveren van oplossingen voor u om onze producten, batterijen en andere componenten, evenals het verpakkingsmateriaal, op een verantwoorde manier te recyclen. Ga naar voor gedetailleerde recyclinginformatie in de verschillende regio s. Opmerking coating BELANGRIJK! Om elektrische isolatie te bieden en elektrische veiligheid te behouden, wordt een coating aangebracht om het apparaat te isoleren, met uitzondering van de locatie van de I/O-poorten. FCC-verklaring (Federal Communications Commission) Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. Het gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van storing die ongewenste werking kan veroorzaken. Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse B, in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een 114 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC

115 residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt radiofrequentie-energie uit die, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies van de fabrikant, schadelijke storingen kan veroorzaken aan radiocommunicaties. Er is echter geen garantie dat er geen storing zal optreden in een particuliere installatie. Als dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt in de radio- of televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat uit en in te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd te proberen de storing op te lossen met een of meer van de volgende maatregelen: Wijzig de oriëntatie of verplaats de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus voor hulp. LET OP: Alle wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de concessionaris van dit apparaat, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren. Waarschuwing RF-blootstelling Dit apparaat moet worden geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de geleverde instructies en de antennes die worden gebruikt voor deze zender moeten bij de installatie een afstand van minstens 20 cm bewaren van alle personen. De antennes mogen niet op dezelfde plaats van andere antennes of zenders worden geïnstalleerd en ze mogen niet samen worden gebruikt. Om te voldoen aan de voorschriften met betrekking tot RF-blootstelling, moeten eindgebruikers en installateurs beschikken over de installatierichtlijnen voor de antenne en op de hoogte zijn van de gebruiksomstandigheden van de zender. Gebruikershandleiding Mini Desktop PC 115

116 Draadloos gebruikskanaal voor verschillende domeinen N. America GHz Ch01 through CH11 Japan GHz Ch01 through Ch14 Europe ETSI GHz Ch01 through Ch13 Product dat voldoet aan ENERGY STAR ENERGY STAR is een gezamenlijk programma van het the U.S. Environmental Protection Agency en het U.S. Department of Energy dat ons allen helpt bij het besparen van geld en het beschermen van het milieu door energie-efficiënte producten en praktijken. Alle producten van ASUS met het ENERGY STAR-logo voldoen aan de ENERGY STAR-standaard en de optie voor energiebeheer is standaard ingeschakeld. De monitor en de computer gaan automatisch naar de slaapstand als er 10 en 30 minuten geen gebruikersactiviteit is. Voor het wekken van uw computer, klikt u met de muis of drukt u op enige toets op het toetsenbord. Bezoek voor gedetailleerde informatie over energiebeheer en de voordelen daarvan voor het milieu. Bezoek eveneens gov voor gedetailleerde informatie over het gezamenlijke ENERGY STAR-programma. OPMERKING: Energy Star wordt NIET ondersteund op producten op basis van Freedos of Linux. 116 Gebruikershandleiding Mini Desktop PC