BI} NEDERLANDS BEVRIJDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BI} NEDERLANDS BEVRIJDING"

Transcriptie

1

2 BI} NEDERLANDS BEVRIJDING GARMT STUIVELING

3 r c i I ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ R "

4 BIJ NEDERLANDS BEVRIJDING

5

6 GARMT STUIVELING [J NEDERLANDS BEVRIJDING G. W. BREUGHEL - 'S-GRAVELAND

7 * A- I

8 Aan allen die gestorven zijn, opdat ons volk zou leven.

9 I L, TIJDENS DE BEZETTING 7 4, 1

10 Vorstenverrader en verradersvorst, wiens haat verraderlijk ons vaderland waagde te maken tot verraderland, en op ons vreedzaam volk uw wreed volk dorst te hitsen zó, dat als in blote borst die dolkstoot doordrong van verradershand: vorst van verraad, hoe zwaar slaat naderhand u de aanklacht van dit bloed, door u vermorst! Machtig braveert ge en machtig bralt uw mond: en wat ben ik? Op dit vertrapt stuk grond een dichtertje dat heimlijk rijmpjes boekt. Maar als uw naam voor vuilnis ligt versmeten doet nog mijn vers mijn volk uw vonnis weten: vervloekt, vervloekt, tot in de hel vervloekt! 7

11 Machtigste man, die held wil zijn en hater, heilige en heerser, en wiens hand onze eeuw de vorm geeft die haar kenbaar maakt voor later: wat zal uw eigen vorm zijn: luis of leeuw? Grootheid-van-schijn is als een beeld van sneeuw dat éen dag zonlicht omsmelt in vuil water. Zo smelt verachtlijk 's volks almachtig prater eens tot wreed schreeuwertje in veel wreed geschreeuw. Want schoon uw hand de keel knelt van ons heden, vrij voor uw brute greep is 't rijk verleden, vrij is de toekomst, die uw waanzin wraakt. Of dacht ge soms, door volk na volk te vreten, dat eens uw vraatzucht wel genie zal heten en dat succes een schoft tot schepper maakt? 8

12 Vorstin, die meer dan veertig jaar dit land hebt geregeerd naar wijsheid en geweten: in trotse trouw éen schalm ter gouden keten van Uw geslacht, die de eeuwen overspant hoe maakt Uw waardig woord de dwaas te schand die reeds Uw naam verguisd waant en vergeten: nog staat, en door geen stormwind omgereten, de Oranjeboom in Hollands tuin geplant! Schiep eens uit benden zonder tucht en wet des Zwijgers wil de kern van 't volksverzet, kern van 't volk zélf, strijd-sterk in hart en handen nu wekt Uw stem, uit wanhoop, wrok en spijt, opnieuw 's volks kern tot Geuzen, U gewijd, vrije Vorstin der straks weer vrije landen! 9

13 IN MEMORIAM

14 Alleen de dood onthult wat iemand was: de spiegel van zijn onbedrieglijk glas kaatst klein wie om het sterven 't leven vreesden, gróót wie om 't leven zich van vrees genas. U schonk het lot, als zelfgekozen part, een schot-snel einde aan liefdes wrangste smart. Doch wij, eenzaam gedoemd tot verder leven, ons gaat dit salvo daaglijks wéér door 't hart... Zo ver zijt gij ons voor, dat kreet noch klacht meer op-reikt tot de sterren van uw nacht, die nog ten troost door onze tranen stralen: Wie 't offer waagt, heeft liefdes wil volbracht. O vrucht en bloem gelijk, van dood en jeugd, gerijpt, opeens, wijl ons uw knop nog heugt, geplukt, opeens: tot ooft voor 's hemels korven.. Al 't leed is aards, al 't bovenaardse is vreugd!

15 4 I BIJ NEDERLANDS BEVRIJDING

16 Waaide ooit de vlag zo weids, klonk zo vol zin ons oud Wilhelmus, als nu 't volk, verenigd van Noord en Zuid, de ellende voelt gelenigd op 't flonkrend feest van vrijheids nieuw begin? Maar, ledig in de kring van 's lands gezin, missen gezichten, ons zo lief als 't leven: zonen gedood, vrienden vermoord, verdreven... En snikkend houdt ons hart zijn jubel in. O Hollands kindren, stervend in uw trouw; o Rotterdam; o graven aan de Grebbe; o martlaarsbloed, eer dat ik U vergeet... Rijpt vrucht-van-vreugde 't rijkst uit zaad-van-leed Stuwt de vloed hóger, al naar lager de ebbe? Dan: zalig 't volk dat feest viert in zijn rouw. 13

17 Hoe ligt uw tuin vertrapt, uw schoon geschonden, land, nooit in vreugde als nu in nood ons zoet: steden, stuivend van gruizig puin en roet; stobben, waar ééns ruisende bomen stónden; de waterwolf uit dam en dijk ontbonden, en 't zacht blank duinzand bunker-wreed doorwroet... Arm land, óns land, dat leeft uit stervensmoed, lijdend uw lijdzaam wee van honderd wonden... Maar zilt waait zeewind lucht en lichaam trots; zwaar zwelt de wolk, die vruchtbaar 't veld beregent; de zon zoelt ooft en halmen oogstens-ree. Groei gróót, volk, tussen hemel, aarde en zee: dat eens ons 't leven zie door 't leed gezegend, als Jacob, heup-ontwricht, door de engel Gods. 14

18 O vrijheid, die ons land weer overzont, goudglans van vrijheid op geboomte en huizen, vrijheid die zingt in 't golve- en winde-suizen en bloeiend opgeurt uit weer de eigen grond. En vrede: woord dat onze ontwende mond zoet proeft als honing, zoet als rijpe druiven; woord, hand-gelijk, wier kracht, zachter dan duiven, koorts' brandende ogen koel streelt en gezond. Vrijheid en vrede! o volk gebenedijd, driemaal ter dood bedreigd, driemaal herboren: uit Spaans, uit Frans, uit Duits geweld gered. Hoor, nóg uit scheemrende eeuw stelt Eén uw wet:,, Af komst breng' toekomst voort, als koren koren. Zaai wat Ik zaaide in U: gerechtigheid!" 15

19 COLOPHON Van deze bundel ontstond het eerste drietal sonnetten in , het tweede drietal, dat ook als rijmprent verschijnt, in De In Memoriam-kwatrijnen werden geschreven na de dood van twee jonge vrienden, gefusilleerd te Amsterdam op 8 Maart De uitgave, verlucht met een houtgravure van Jan Th. Giessen, gezet uit de Lutetia en in het verborgene gedrukt, werd na de bevrijding in de handel gebracht door G. W. Breughel te 's-graveland. De oplaag bedraagt 900 genummerde en gesigneerde exemplaren op geschept Hollands papier en 4000 gewone exemplaren. De nummers 1-50 zijn gereserveerd voor auteur en uitgever; van de opbrengst der nummers is tien gulden per exemplaar bestemd voor de nagelaten betrekkingen der slachtoffers van de Duitse terreur.

20 r

21 w

22