Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde"

Transcriptie

1 Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde V V i n t e r e v a n V c /k e tf e n W tte r c u a t R ijksw a te rsta at

2 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

3 Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde dioxines (w.o. furanen), PCB's, gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen, 2006 april 2007 Rapport R IK Z/ nisterie van verkeer en w ate rstaa t Rijkswaterstaat U niversiteit amsterdam Institute for Environm ental Studies Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

4 Colofon Uitgegeven door: R ijksw aterstaat R ijksinstituut vo o r Kust en Zee, M id d e lb u rg Informatie: R ijksw aterstaat R ijksinstituut vo o r Kust en Zee Postbus EA M id d e lb u rg Telefoon: Fax: Uitgevoerd door: M a rtin e van den Heuvel-G reve (RWS RIKZ), Lilian W ithagen (RWS RIKZ), Pirn Leonards (IV M ) In opdracht van: R ijksw aterstaat Zeeland, Provincie Zeeland en het m inisterie van LNV Tekstredactie en opmaak: Lilian W ithagen Aanbevolen citatie: Van den Heuvel - Greve, M.J., C.F.M. W ith a g e n, P.E.G. Leonards (2007). V ervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten u it de W esterschelde; dioxines (w.o. fu ranen), PCB's, gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen, Rapport R IK Z/ R ijkswaterstaat R ijksinstituut vo o r Kust en Zee, M id de lbu rg. Disclaimer: H et R ijksinstituut vo o r Kust en Zee van R ijksw aterstaat (RWS RIKZ), en degenen die aan deze publicatie hebben m eegew erkt, hebben de in deze publicatie opgenom en gegevens zo rg vuld ig verzam eld naar de laatste stand van w etenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkom en. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publicatie hebben m eegew erkt, iedere aansprakelijkheid u it vo o r schade die u it het gebruik van de hierin opgenom en gegevens m och t vo ortvloe ien. 4 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

5 Inhoudsopgave V o o rw o o rd...7 Samenvatting In le id in g Aanleiding D oei Vraagstelling Onderzochte stoffen en stofgroepen Leeswijzer M ateriaal en m ethode Bemonstering Bewerking TEF-waarde t.b.v. bepalen totale dioxinetoxiciteit Resultaten Dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's standaard PCB's Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen Vergelijking met andere resultaten Dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen in paling Vergelijking Nederlandse binnenwateren Toetsing aan de normen Inleiding Toetsing aan EU levensmiddelennorm Toetsing aan Warenwet in Nederland en België Vergelijking met paling uit de Nederlandse binnenwateren Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen Risicobeoordeling Blootstellingnorm Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

6 6.2 Resultaten risicobeoordeling VW A Gebruikte TEF-waarden Risicobeoordeling i.r.t. Westerscheldepaling Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen...55 Referenties...56 Lijst afko rtingen...58 Bijlage 1 Overzicht van de geanalyseerde parameters Bijlage 2 Overzicht voorbewerking, analysemethode en uitvoerend laboratorium Bijlage 3 PBDE gehalten (n g /g natgewicht) in paling uit de Westerschelde en het Kanaal van Gent naar Terneuzen ( )...61 Bijlage 4 Resultaten Nederlandse binnenwateren Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

7 Voorw oord De begeleidingsgroep tijdens de u itvoerin g van het dioxineonderzoek en het opstellen van het ra p p o rt bestond uit: Kees-Jan M eeuse (Rijksw aterstaat Zeeland), M ichiei Bil (Provincie Zeeland), Helga Baldal en Rob Theelen (LN V), Aad van Sprang (Voedsel en W a re n a u to rite it), Dick V ethaak (RIKZ). O p het conce ptra pport is verder com m entaar ontvangen van: Remi Laane en Hans Klamer (RIKZ), Hannie M aas en Dorien ten Hulscher (RIZA), Ron H oogenboom (RIKILT), G eert Goemans (INBO, België). A nita Eijlers, Schelde Inform atiecentrum 7 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

8 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

9 Sam envatting Aanleiding Resultaten van een verkenning u it 2005 naar de vero n tre in ig in g van chemische stoffen in visserijproducten a fkom stig u it de W esterschelde hebben aanleiding gegeven vo o r vervolgonderzoek in De resultaten van d it ve rvo lg w orden gepresenteerd in onderha vig rapport. Doei H et doei van d it vervolgonderzoek is: 1. H et verbreden van inzicht in de ve ro n tre in ig in g van visserijproducten u it de W esterschelde m et chemische stoffen en te controleren o f de bevindingen in 2005 ju is t zijn. 2. H et bepalen o f een selectie van visserijproducten u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen v o ld o e t aan de huidige nationale en interna tion ale levensm iddelennorm en. 3. H et vaststellen o f er beheerm aatregelen m oeten w orden g etro ffe n. W erkw ijze In de W esterschelde zijn garnaal, sprot en paling bem onsterd. Gehalten aan dioxines (w.o. furanen), PCB's, gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen zijn per soort bepaald in een m engm onster dat bestond u it m eerdere individuen. Garnaal is bem onsterd bij M id delpla at, H answeert, W ielingen en D eurlo- W ielingen (totaal 10 kg). Sprot is gevangen bij W ielingen (2 kg). Paling is op drie locaties in de W esterschelde bem onsterd (Vlissingen, Terneuzen en H answeert, resp. 5, 5 en 9 stuks) en op tw ee locaties in het Kanaal G ent-terneuzen (Zelzate en Gent, resp. 4 en 8 stuks). De paling is geselecteerd op lengte (tussen 29 en 45 cm). De chemische analyses zijn uitgevoerd op basis van (inter)nationaal afgestem de p rotocollen. Resultaten en discussie 1. In garnalen liggen de gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in 2006 veel lager dan in Hiermee voldoen ze ruim aan de nieuw e EU-norm vo o r dioxines en dioxineachtige PCB's1. De gehalten zijn vergelijkbaar m et de resultaten u it Het in 2005 gerapporteerde gehalte lijk t hierm ee een a fw ijkin g te zijn. De oorzaak van het afw ijkende gehalte is niet duidelijk. Deze resultaten laten zien dat conclusies trekken op basis van één m engm onster niet altijd g eldig is. 2. In sprot is, net ais in 2005, een gehalte aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's aangetroffen rond de nieuwe EU-norm vo o r dioxines en dioxineachtige PCB's. D it gehalte is, net ais in 2005, gebaseerd op slechts één m engm onster, om dat in de aantallen sprot in de W esterschelde te laag waren vo o r een aanvullende bem onstering. Een conclusie over gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen in sprot is dus nog niet te geven. 1 8 pg TEQ /gram natgewicht in visserijproducten, uitgezonderd paling. 9 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

10 3. In paling zijn opnie uw relatief hoge gehalten aan dioxines en dioxineachtige PCB's aangetroffen. O p drie van de v ijf locaties (Terneuzen, H answ eert en Gent) w o rd t hierm ee de nieuwe levensm iddelennorm vo o r dioxines en dioxineachtige PCB's in p aling2overschreden. 4. Alle m onsters blijven beneden de Nederlandse w aren w etno rm vo o r elk van de 7 standaard PCB's in visserijproducten3. 5. Er b lijk t een variatie te zijn in gehalten aan chemische stoffen in paling vergeleken m et de gehalten in De meest logische verklaringen hiervoor zijn de g ro o tte van bem onsterde paling (en hierm ee het vetgehalte) en m ogelijk m igratiegedrag van paling in het najaar (w a ardoor het gevonden gehalte m ogelijk nie t representatief is v o o r de bem onsterde locatie). 6. O p basis van v e tg e w ich t w orden de hoogste gehalten aan gebrom eerde vlam vertragers in paling aangetroffen in het Kanaal G ent-terneuzen. O p basis van ve tg e w ich t zijn bijvoorbeeld gehalten aan H exabroom cyclododecaan (HBCD) een fa cto r hoger vergeleken m et de gehalten in paling u it de W esterschelde. Gehalten aan Poly Broom D ifenyl ethers (PBDE's) in p aling lijken af te nemen in de tijd. 7. G ehalten aan een geperfluoreerde ve rb in d in g, PFOS, in paling zijn in 2006 over het algem een toegenom en in ve rg elijkin g to t de gehalten in De hoogste gehalten zijn aangetroffen rond H answ eert, Terneuzen en Zelzate. Conclusies O p basis van het onderzoek in kunnen de volgende conclusies w orden getrokken: 1. De status van verontreiniging door dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in visserijproducten u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen is ais vo lg t: a. De resultaten u it d it onderzoek zijn redelijk vergelijkbaar m et de resultaten van de verkenning in 2005, m et u itzonderin g van de garnalenm onsters en een palingm onster bij Vlissingen. G ehalten in garnaal zijn in 2006 veel lager dan in G ehalten in paling u it Vlissingen zijn in 2006 lager dan in 2005, ook na correctie vo o r het vetgehalte. b. In ve rg elijkin g m et andere gebieden in Nederland b lijkt, dat gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen lager zijn, dan gehalten aangetroffen in paling u it andere vervuilde gebieden in Nederland. c. De ve ro n tre in ig in g in paling van drie van de v ijf locaties in de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen o verschrijdt de nieuw e Europese levensm iddelennorm vo or 2 12 pg TEQ/gram natgew icht in paling. 3resp. PCB 028: 400, PCB 052: 200, PCB 101: 400, PCB 118: 400, PCB 153: 100, PCB 138: 500 en PCB 180: 600 pg T E Q /g natg e w ich t (product) in visserijproducten. V oor paling is de norm vo o r PCB 153 afw ijken d van de norm v o o rd e overige vis, nam elijk 500 pg TE Q /g natgew icht. 10 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

11 dioxines en dioxineachtige PCB's, te rw ijl de ve ro n tre in ig in g in sprot rond deze norm ligt. In garnaalm onsters lig t de ve ro n tre in ig in g ver onder deze norm. Geen van de visserijproducten overschrijdt de Nederlandse w arenw etnorm vo o r 7 standaard PCB's. d. Volgens het Bureau Risicobeoordeling zijn de risico's van dioxine en dioxineachtige PCB's in w ilde paling vrijw el nihil vo o r de gem iddelde consum ent in Nederland. V o o r mensen, die echter vaak w ilde paling eten (liefhebbers en sportvissers) u it de grote rivieren (bijvoorbeeld regio Biesbosch, maar ook de regio IJsselmeer) kan na enkele jaren een zodanige toenam e van dioxineachtige stoffen in het m enselijk lichaam ontstaan dat nadelige effecten op de gezondheid niet kunnen w orden uitgesloten. Aangezien paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen bevatten die in dezelfde o rd e rg ro o tte liggen als die u it de regio IJsselmeer en Biesbosch, kan w orden gesteld dat de risico's van de consum ptie van w ild e paling u it deze regio's vergelijkbaar zullen zijn vo o r w ilde paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen. 2. De status van verontreiniging door gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen in paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen is ais vo lg t: De resultaten u it het onderzoek in 2006 kom en gedeeltelijk overeen m et de resultaten gerapporteerd in G ehalten aan PBDE's zijn in 2006 over het algemeen lager. De HBCDgehalten zijn relatief gelijk gebleven, m et u itzon de rin g van het gehalten bij de locatie Terneuzen, d at in 2006 lager was. De gehalten aan geperfluoreerde verbindingen zijn hoger in ve rg elijkin g to t H oofdconclusie op basis van het verkennend onderzoek in 2005 en het vervolgonderzoek in 2006: 1. Een g ro o t deel van de palingm onsters u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen overschrijdt de Europese levensm iddelennorm vo o r (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's. D it betekent dat deze palingen niet op de m arkt gebracht m ogen w orden. Professionele palingvisserij v in d t niet to t nauwelijks plaats in deze w ateren. Garnaalm onsters u it de W esterschelde overschrijden de nieuw e norm niet. V o or sprotm onsters kan vanw ege een te laag aantal m onsters geen uitspraak w orden gedaan. 2. Palingm onsters u it de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen bevatten aanzienlijke gehalten aan gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde ve rbindingen. 11 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

12 Aanbevelingen O p basis van het verkennend onderzoek in 2005 en het vervolgonderzoek in 2006 w o rd t aanbevolen om: 1. het recente advies van de Voedsel en W aren A u to rite it (V W A ) te volgen vo o r w a t b e tre ft de consum ptie van w ilde paling u it Nederlandse rivieren. D it le id t ertoe d at liefhebbers van w ilde paling en sportvissers w o rd t geadviseerd om w ilde paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen niet regelm atig en gedurende langere tijd te consum eren; 2. meer sprotm onsters te laten onderzoeken op aanwezigheid van (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's om de resultaten van 2005 en verder te verifiëren; 3. het m inisterie van LNV aan te raden om de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen op te laten nemen ais m onsterpunt in het jaarlijks m o n ito rin g p ro g ra m m a van LNV vo o r bepaling van gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen in w ilde paling u it de Nederlandse rivieren. W e llic h t is het verstandig hierbij ook andere D eltaw ateren, te betrekken; 4. in de kom ende jaren het (tre n dm atig ) verloop van gehalten van gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen in visserijproducten u it de W esterschelde - en w e llicht andere D eltaw ateren - te (blijven) volgen; 5. onderzoek d oor nationale kennisinstituten te stim uleren om kennis te vergroten op het gebied van b lo otstelling aan en m ogelijke effecten van gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen op mens en m ilieu. D it is nodig om een adequate risicobeoordeling te kunnen uitvoeren; 6. emissies van gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen naar de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen in kaart te laten brengen en indien m ogelijk te ru g te laten dringen gezien de hoge gehalten aan deze stoffen die zijn a angetroffen; 7. de V W A te adviseren om in o verw eging te nemen o f een risicobeoordeling nodig is vo o r gebrom eerde vlam vertragers, geperfluoreerde verbindingen en org anotin verb in din gen m et het oog op consum ptie van visserijproducten u it de W esterschelde en Kanaal G ent -Terneuzen; 8. het m inisterie van V R O M te adviseren om in o verw eging te nemen o f het nodig is om algem ene m ilieukw aliteitsnorm en op te laten stellen vo o r gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde ve rbindingen. 12 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

13 13 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006 Martine van den Heuvel-Greve

14 V Edwin Parée 14 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

15 1.Inleiding 1.1 A anleiding Eind 2004 zijn aan de G edeputeerde Staten van Provincie Zeeland vragen gesteld over een m ogelijke d io xin e vero n tre in ig in g van de W esterschelde. U it de antw o orden bleek, d at er nog w e in ig bekend was over de verspreiding van en gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen in visserijproducten en het m ilieu van de W esterschelde. D at was in 2005 de aanleiding vo o r een verkennend onderzoek naar deze problem atiek. In juli 2006 verscheen de rapportage van deze verkenning: D ioxineonderzoek W esterschelde; m eting van dioxines, dioxineachtige stoffen en andere m ogelijke probleem stoffen vo o r de W esterschelde in sedim ent en voedselketens van de W esterschelde' (Van den H euvel-g reve e.a., 2006). De resultaten u it die verkennende studie zijn gebaseerd op m etingen die eenm alig zijn uitgevoerd in tijd en ruim te - m et u itzonderin g van paling (aal), die op drie plaatsen is gem eten. Daarom was het niet m ogelijk om harde conclusies te trekken over daadw erkelijke actuele risico's van de aangetroffen sto ffe n. W el konden op basis van de bevindingen to t dan toe aanbevelingen vo o r vervolgstudies w orden g eform uleerd. R ijksw aterstaat Zeeland, Provincie Zeeland en het m inisterie van LNV besloten om in 2006 inderdaad een vervolgstudie te laten uitvoeren d oor R ijksw aterstaat RIKZ en het In stitu u t vo o r M ilieuvraagstukken. Deze studie is gebaseerd op de volgende aanbevelingen u it de verkennende studie van 2005: herbem onsteren van paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen in het voorjaar van 2006 en analyseren op (w.o. furanen) en dioxineachtige sto ffe n. De resultaten van de analyses bezien in het licht van de gecom bineerde nieuwe Europese levensm iddelennorm vo o r dioxines én dioxineachtige PCB's (8-12 pg T E Q /g n atg ew icht), die 4 novem ber 2006 van kracht is gew orden; herbem onsteren en analyseren van sprot en garnaal in en bezien in het licht van de gecom bineerde nieuwe Europese norm v o o r dioxines én dioxineachtige PCB's; herbem onsteren van paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen in het voorjaar van 2006 en analyseren op PCB's, gebrom eerde vlam vertragers (m.n. HBCD) en geperfluoreerde verbindingen (m.n. PFOS) om de gevonden gehalten in de verkennende studie te kunnen verifiëren. Daarnaast heeft het m inisterie van LNV in 2006 opdra cht gegeven vo or de u itvo e rin g van een risicobeoordeling vo o r de mens m.b.t. consum ptie van u it w ild vangst verkregen paling. De resultaten van deze risicobeoordeling zijn in onderhavig ra p p o rt opgenom en. 15 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

16 1.2 Doei H et doei van d it onderzoek is: 1. H et verbreden van inzicht in de ve ro n tre in ig in g van visserijproducten u it de W esterschelde m et chemische stoffen en controleren o f de bevindingen u it het verkennend onderzoek van 2005 ju ist zijn. 2. H et bepalen o f een selectie van visserijproducten u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen v o ld o e t aan de huidige nationale en interna tion ale levensm iddelennorm en 3. H et vaststellen o f er beheerm aatregelen m oeten w orden g etroffen. 1.3 Vraagstelling In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: 1. W a t is de status van ve ro n tre in ig in g d oor dioxines en PCB's in visserijproducten u it de W esterschelde en het kanaal G ent- Terneuzen: a. Hoe verhouden de resultaten u it d it onderzoek zich m et de resultaten u it het verkennende onderzoek in 2005? b. Hoe verhouden de resultaten u it d it onderzoek zich m et gehalten in visserijproducten u it andere Nederlandse w ateren? c. Zijn er overschrijdingen van de huidige nationale en internationale levensm iddelennorm en vo o r dioxines en PCB's w aargenom en? d. Is er een risico vo o r de mens vo o r w a t b e tre ft de consum ptie van visserijproducten u it de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen? 2. W a t is de status van ve ro n tre in ig in g door gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen in paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen: a. Hoe verhouden de resultaten van d it onderzoek zich m et de resultaten u it het verkennende onderzoek in 2005? 1.4 Onderzochte stoffen en stofgroepen H et m erendeel van de onderzochte stoffen zijn zogenaam de PBTstoffen (Persistente Bioaccum ulerende en Toxische sto ffe n). Deze stoffen zijn vanw ege hun chemische eigenschappen ook relevant in het kader van voedselveiligheid. Een deel van de onderzochte stoffen en stofgroepen va lt onder de diverse Nederlandse en Europese norm en vo o r voedselveiligheid. De nieuwe E U -levensm iddelennorm, die in novem ber 2006 is ingegaan, stelt een m axim um aan de gehalten dioxines en dioxineachtige PCB's in levensm iddelen die op de m arkt kom en. De Nederlandse en Belgische w a re n w e t richt zich op 7 standaard PCB's (zie 3.2). Daarnaast zijn stoffen onderzocht, die niet in de norm eringen m.b.t. m ilie u kw a lite it en voedselveiligheid voorkom en, maar die wel ais m ogelijke probleem stoffen o f aandachtstoffen w orden beschouwd. Gebaseerd op onderzoeksresultaten u it 2005 selecteerden Van den 16 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

17 Heuvel-G reve e.a. (2006) de volgende stoffen die van belang kunnen zijn vo o r de W esterschelde m et het oog op het behalen van een goede ecologische toestand en 'g ezonde' visserijproducten: gebrom eerde vlam vertragers, o.a. vanw ege relatief hoge gehalten in visserijproducten; geperfluoreerde verbindingen, o.a. vanw ege relatief hoge gehalten in visserijproducten. Daarnaast zijn in het onderzoek van 2005 ook o rg anotin verb in din gen naar voren gekom en ais stoffen die van belang zijn vo o r een goede ecologische toestand en vo o r gezonde visserijproducten. Deze zijn in het vervolgonderzoek in 2006 niet m eegenom en. O p de lijst van prioritaire stoffen van de KRW staat ais stofgroep Poly Broom D ifenyl Ethers (PBDE's), daarbij is Penta Broom D ifenyl Ether (C A S-num m er ) aangewezen ais prioritaire gevaarlijke stof. Een deel van de sto fg ro ep PCB's w o rd t genoem d in de 7 6/4 64-E U richtlijn. Alle onderzochte stoffen kom en vo o r op de OSPAR sto ffe n lijst v o o r prioritaire actie (zie ook Van den H euvel-g reve e.a., 2006). V o o r a chte rg rondin form atie over eigenschappen, herkom st en effecten van de geselecteerde sto ffe n en stofgroepen zie Van den H euvel-g reve e.a., bijlage B (2006). 1.5 Leeswijzer H oofd stuk 2 g eeft kort aan hoe het onderzoeksm ateriaal is bem onsterd, b ew erkt en geanalyseerd en in h oofdstuk 3 zijn de resultaten van de analyses gepresenteerd. De analyseresultaten zijn in hoo fdstuk 4 vergeleken m et de aangetroffen gehalten in 2005 (Van den Heuvel-G reve e.a., 2006 ) én m et de gehalten die zijn aangetroffen in visserijproducten van andere Nederlandse w ateren. In h oofdstuk 5 zijn de gehalten van g etoetst aan (inter)nationaal gestelde norm en. Bij het overschrijden van de (inter)nationale norm eringen mag het b etreffend visserijproduct niet op de m arkt w orden gebracht. H oofdstuk 6 g e e ft het oordeel van de directeur van Bureau Risicobeoordeling (Voedsel en W aren A u to rite it) over de m ogelijke risico's vo o r de gezondheid van de consum ent van w ilde paling en een d oorve rta lin g hiervan naar de consum enten van paling gevangen in de W esterschelde en het Kanaal G ent Terneuzen. T o t slot w orden de conclusies en aanbevelingen van d it onderzoek gepresenteerd in h oo fd stu k Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

18 A nita Ei lers, Schelde Inform atiecentrum, Vlissingen 18 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

19 2. Materiaal en methode 2.1 Bemonstering In juli 2006 is het m erendeel van de visserijproducten bem onsterd bij diverse locaties in de W esterschelde (zie Figuur 2-1 ). Een u itzonderin g hierop vorm en tw ee garnaalm onsters, het sprotm onster en de tw ee palingm onsters van het Kanaal G ent-terneuzen (Belgisch grondgebied), die in septe m b e r-oktober 2006 d zijn. V rijw e l alle m onsters zijn verzam eld door professionele vissers, m et u itzonderin g van de palingm onsters van het Kanaal G ent-terneuzen. Deze zijn bem onsterd d oor m edewerkers van het In stitu u t vo o r N atuur- en Bosonderzoek (INBO, België). H et streven was elk visserijproduct m inim aal op tw ee plaatsen te bem onsteren om zo een goed beeld te krijgen van de gehalten probleem stoffen. V o o r sprot is d it niet g e lu kt om d at de aantallen sp ro t te laag w aren. 0 Paling 0 Sprot en garnalen 51 '30TTN O Garnalen 0 Sloehaven i Mol enplat ( ) Midel plat Brakmanhaven(8) Z e lz a te Q Zelzate 4*0r<TE Figuur 2-1, Westerschelde, monsterlocaties 2006 De garnalen en vissen zijn direct na vangst ingevroren, alleen het garnalenm onster dat in het gebied D eurloo-w ielingen genom en w erd is al aan boord gekookt. Van de vissen zijn de lengte en het gew icht bepaald. Gegevens over de datum, tijd, exacte locatie (X,Y -coördinaat), w a tertem p eratuu r, m ethode m onsternam e en hoeveelheid m onsterm ateriaal per m onstertype zijn, indien m ogelijk, vastgelegd (Leonards, 2006). 19 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

20 2.2 Bewerking De geselecteerde palingm onsters ( cm) zijn gefileerd en vervolgens gehom ogeniseerd. Sprot (2 kg) is in zijn geheel gehom ogeniseerd en de garnalen die niet aan boord waren g eko okt zijn alsnog k o rt geko okt, gepeld en gehom ogeniseerd (per locatie 2 to t 3 kg). Daarna zijn de m engm onsters (bestaande u it m eerdere individuen) chemisch geanalyseerd op dezelfde m anier ais door de EUnorm is voorgeschreven (Leonards, 2006). V o or een gedetailleerd overzicht van de geanalyseerde param eters, zie bijlage 1 en vo o r een overzicht van de vo orbew erkin g, analysem ethode en het uitvoerend la b ora torium, zie bijlage TEF-waarde t.b.v. bepalen totale dioxinetoxiciteit Dioxines en dioxineachtige stoffen zijn in verschillende mate g iftig. Om de to ta le d io xin e to xicite it van een p ro duct te kunnen bepalen m oeten de m ate van to x ic ite it van de verschillende stoffen bij elkaar opgeteld kunnen w orden. D at is m ogelijk o m d a t aan alle stoffen een TEF-waarde (Toxische Equivalent Factor) is toegekend, afhankelijk van de d io xin e to xicite it van die stof. Deze TEF-waarde is gebaseerd op de d io xin e to xicite it van het meest toxische dioxine nam elijk 2,3,7,8 -T C D D. De TEF-waarde van 2,3,7,8 -T C D D is gesteld op 1. De d io xin e to xicite it van de andere dioxines en d io xineach tig stoffen w o rd t dan u itg e d ru kt ais d io x in e to x ic ite it van 2,3,7,8 -T C D D. Voorbeeld: Stel d at in een visserijproduct 0,3 p g /g 1,2,3,4,7,8-H xc D F w o rd t a angetroffen. Van 1,2,3,4,7,8-H xc D F is de TEF-waarde vastgesteld op 0,1. De TEQw aarde van 1,2,3,4,7,8-H xc D F w o rd t dan ais v o lg t berekend: TEF-waarde * gevonden gehalte = TEQ -waarde 0,1 *0,3 = 0,0 3 pg T E Q /g in visserijproduct. De TEQ -w aarden van dioxines en dioxineachtige stoffen w orden bij elkaar opgeteld om zo de to ta le d io x in e to x ic ite it te kunnen bepalen in een bepaald m onster. 20 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

21 21 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006 Pim Leonards, IVM, sprot

22 h c q l o r RMANY Edw in Parée 22 D ioxineonderzoek W esterschelde 2006

23 3. Resultaten ln d it h oofdstuk staan de gehalten van de chemische sto ffe n, zoals ze in visserijproducten in de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen in zijn vastgesteld. De drie paragrafen behandelen achtereenvolgens dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's, de 7 standaard PCB's en de gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde ve rbindingen. 3.1 Dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's In tabel 3-1 zijn de gehalten u itg e d ru kt in dioxine equivalenten op n a tg e w icht (productbasis) - pg TE Q /g pro duct - zoals de nieuwe EU levensm iddelennorm v o o r voedselproducten vo o rschrijft. soort, locatie totaal gehalte dioxines w.o. totaal gehalte totaal TEQ gehalte furanen PCBs garnalen, W ie lin ge n 0,6 0,5 1,1 garnalen, D eurloo-w ielingen 0,5 0,4 0,9 garnalen, M id d e lp la a t 0,5 0,7 1,2 garnalen, M ole n p la a t 0,5 0,5 1,0 sprot, W ielingen 2,9 5,8 8,7 paling, Vlissingen 0,8 4,9 5,7 paling, Terneuzen 2, paling, H answ eert 1, paling, Zelzate 0, paling, G ent 0, Tabel 3-1, gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's en totaal TEQ gehalte in garnaal, sprot en paling uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen 2006, uitgedrukt op basis van natgewicht (pg T E Q /g natgewicht) Tabel 3-1 to o n t, dat in garnalen de gevonden gehalten aan dioxines en dioxineachtige PCB's op basis van n a tg e w ic h t variëren tussen 0,9 en 1,2 pg TEQ dioxines + PCB's/g n atg ew icht. Het gehalte in sprot is 8,7 pg TEQ dioxines + PCB's/g n atg ew icht. De hoogste gehalten zijn a angetroffen in paling: 5,7 to t 21 pg TEQ dioxines + PCB's/g natg ew icht. O rganische stoffen ais dioxines en dioxineachtige PCB's hopen zich vooral op in het vetw eefsel van organism en. O m d a t paling een hoog vetpercentage h eeft (zie Tabel 3-2 ), is het dioxinegehalte in paling op natgew ichtbasis relatief hoog in ve rh oudin g to t de andere onderzochte visserijproducten. 23 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

24 soort, locatie vetgehalte (% ) totaal gehalte TEQ in natgewicht garnalen, W ielingen 1,6 64 garnalen, D eurloo-w ielingen 1,7 51 garnalen, M id d e lp la a t 1,7 70 garnalen, M ole n p la a t 1,3 78 sprot, W ielingen paling, Vlissingen paling, Terneuzen paling, H answ eert paling, Zelzate 7,8 141 paling, G ent 7,6 263 Tabel 3-2, gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in garnaal, sprot en paling uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen 2006, uitgedrukt op basis van vetgewicht (pg TEQ /g vetgewicht) O m de invloed van het vetpercentage op het TEQ -w aarde te kunnen beoordelen is in Tabel 3-2 het totaal gehalte TEQ op vetgew ichtbasis gepresenteerd. Bij ve rg elijkin g van het TEQ -waarden in paling op vetgew ichtbasis b lijkt, d at het gehalte in paling u it G ent hoger is dan de gehalten in paling u it de W esterschelde. In deze palingm onsters dragen dioxineachtige PCB s vo o r % bij aan de to ta le TEQw aarde. V o o r deze garnaal- en sprotm onsters is d it respectievelijk 45-55% en 6 7% standaard PCB's H et hoogste gehalte aan 7 standaard PCB s in de onderzochte visserijproducten is aan ge troffen in paling. soort, locatie PCB PCB PCB PCB PCB PCB PCB som PCB's garnalen, W ielingen <0,1 <0,1 <0,1 0,2 0,3 0,1 0,2 0,9 garnalen, D eurlo o-w ie lin ge n <0,1 <0,1 <0,1 0,1 0,2 <0,1 0,2 0,5 garnalen, M id d e lp la a t <0,1 0,3 <0,1 0,7 1,2 0,4 0,8 3,5 garnalen, M o le n p la a t <0,1 0,3 <0,1 0,6 1,0 0,3 0,6 2,8 sprot, W ie lin ge n 1,9 5, ,6 104 paling, Vlissingen * 3,4 8, paling, Terneuzen * paling, H answ eert * paling, Zelzate 2,2 16, paling, G ent 6, Tabel 3-3, gehalten aan 7 standaard PCB's in visserijproducten uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen bemonsterd in 2006, uitgedrukt op basis van natgewicht (n g /g natgewicht) *=als gevolg van interferentie geen waarde gemeten 24 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

25 De gehalten in paling variëren tussen 90,1 n g /g n a tg e w icht bij Vlissingen en 579,2 n g /g n a tg e w icht bij Gent. Gehalten in sprot zijn 103,5 n g /g natgew icht. In garnaal u it de W esterschelde varieert de som van de 7 standaard PCB's tussen 0,5 bij W ielingen en 3,5 n g /g n a tg e w icht bij de M iddelplaat. Pim Leonards, IV M 25 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

26 3.3 Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen G ebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen zijn - om budgettaire redenen - alleen gem eten in palingm onsters. Het doei hiervan is de analyseresultaten u it de vorige studie (Van den Heuvel- Greve e.a., 2006) te verifiëren. J n g/g natgewicht som M e a-hbcd b- g- PFOS PFOA PBDE's TB B PA HBCD HBCD paling 13 <0,1 19 <1,9 <1,9 66 <8,0 Vlissingen paling 22 <0,1 10 <2,0 <1,9 150 <8,0 Terneuzen paling 16 <0,1 8,8 <1,7 <1,6 170 <10,0 Hansw eert paling 9,7 <0,1 120 <1,9 3,1 140 <7,0 Zelzate paling 19 <0,1 390 <1, <8,0 G ent II ng/g vetgewicht % vetgehalte som a-hbcd g-hbcd PBDE's paling Vlissingen <10 paling Terneuzen <10 paling H answ eert <17 paling Zelzate 7, paling G ent 7, Tabel 3-4 I en 3-4 II, gehalten som PBDE's, M e-tbbpa, HBCD's, PFOS en PFOA gemeten in paling bemonsterd in de Westerschelde in 2006, uitgedrukt op basis van natgewicht (n g /g natgewicht) (3-4 I) en op basis van vetgewicht (n g /g vetgewicht) (3-4 II) De bovenstaande tabellen geven de gehalten aan gebrom eerde vlam vertragers (som PBDE, HBCD M e-tbba) en geperfluoreerde verbindingen (PFOS en PFOA) w eer, zoals aangetroffen in de palingm onsters van De gehalten van de verschillende PBDEve rbindingen staan in bijlage Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

27 paling Vlissingen Terneuzen Hansweert Zelzate Gent O ng/g natgewicht som PBDE's a-hbcd Dg-HBCD n P F O S Figuur 3-1, gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen in paling uit de Westerschelde en het Kanaal Gent- Tereuzen op basis van natgewicht (zie Tabel 3-4 ) G ehalten aan a-hbcd variëren tussen 8,8 en 390 n g /g natgew icht. Daarnaast is in de palingm onsters u it het Kanaal G ent-terneuzen ook g-hbcd aangetroffen. O p vetbasis zijn H BCD-gehalten in het Kanaal G ent-terneuzen een fa cto r hoger dan die in paling u it de W esterschelde. H et PFOS-gehalte in paling varieert tussen de 66 en 170 n g /g n atg ew icht. De hoogste gehalten w orden aangetroffen bij Hansweert, Terneuzen en Zelzate. PFOA is in alle palingm onsters a angetroffen, echter in gehalten die niet betrouw baar te kw antificeren zijn (beneden kw a n tificeringslim iet). 27 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

28 28 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006 A n ita Ei lers, Schelde In fo rm a tie c e n tru m

29 4.Vergelijking met andere resultaten In de paragrafen 4.1 zijn de resultaten van de analyses van dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in visserijproducten u it de W esterschelde van 2005 naast de resultaten van gezet. Paragraaf 4.2 ve rg e lijkt de gevonden gehalten gebrom eerde vlam vertragers, PFOS, PFOA en a-hbcd in paling. In de laatste paragraaf van d it h oofdstuk w orden de TEQ -w aarden die zijn gevonden in Nederlandse rivierpaling gepresenteerd en vergeleken m et paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen. 4.1 Dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's In 2006 zijn garnalen op m eerdere plaatsen bem onsterd en geanalyseerd, de waarden zijn gem iddeld: som TEQ 1,0 ±0,1, TEQ dioxineachtige PCB 0,5 ±0,1 en TEQ dioxine 0,5 ± <0,1 p g /g op basis van natgew icht. garnalen Som TEQ- gehalten TEQ-g e halten PCB TEQ-gehalten dioxinen m m pg TEQ/g natgewicht Figuur 4-1, vergelijking tussen de som TEQ-waarden, TEQ-waarden PCB's en TEQ-waarden dioxines van garnalen uit de Westerschelde bemonsterd in en in 200 6, uitgedrukt op basis van natgewicht In 2006 varieerden de som TEQ -w aarden dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in garnalen tussen 0,9 en 1,2 pg TE Q /g op basis van n a tg e w icht (zie Tabel 3-1 ), m et een gem iddelde waarde van 1,0 ± 0,1 pg T E Q /g n atg ew icht. Het relatief hoge gehalte dat in 2005 in garnalen van M id d e lp la a t (9,1 pg T E Q /g natg ew icht) is gevonden kon in niet w orden bevestigd (zie Figuur 4-1 ). De gehalten zoals ze zijn gem eten in 2006, kom en overeen m et een eerdere m eting u it 2000 in de W esterschelde (1,1 pg TE Q /g) (Leonards e.a., 2000). O p vetgew ichtbasis bestaat hetzelfde beeld. Het gehalte u it 2005 in garnaal is een fa cto r 8-13 hoger dan in 2006 en Aangezien vier m onsters in en één m onster in 2001 hetzelfde beeld geven, lijk t de m eting van 2005 een a fw ijkende w aarde die niet representatief is v o o r de W esterschelde. D it illustreert nog eens, d a t u it één enkel 29 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

30 m onster, ook al is het een m engm onster, geen bindende conclusies getrokken kunnen w orde n. sprot Som TEQ- gehalten TEQ-gehalten PCB TEQ-gehalten dioxinen pg TEQ/g natgewicht Figuur 4-2, vergelijking tussen de TEQ-waarden dioxines, TEQwaarden PCB's en de som TEQ-waarden van sprot uit de Westerschelde bemonsterd in 2005 en in 2006, uitgedrukt op basis van natgewicht De gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in sp ro t (Figuur 4-2 ) kom en op natgew ichtbasis in 2005 en 2006 nagenoeg overeen (resp. som TEQ -gehalten 7,4 en 8,7 pg T E Q /g n atg ew icht). De som TEQ -w aarden op basis van v e tg e w ich t in 2005 en 2006 zijn resp. 142 en 78 pg T E Q /g vetgew ich t. D it w o rd t veroorzaakt door verschil in vetgehalte in beide jaren (5,2 %, resp. 11,1 % op basis van n atg ew icht). 30 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

31 Representativiteit gemeten gehalten in paling Levenscyclus paling Palingen ondergaan een interessante levenscyclus die niet vo lledig bekend is. Verondersteld w o rd t dat palinglarven in de paaigronden in de Sargasso zee ontstaan en daarna o ntw ikkele n to t zogenaam de glasalen en zich verplaatsen naar de Europese rivieren. De glasalen m igreren stroom opw aarts en verblijven in zo etw a ter (rivieren, meren etc.) en gaan over in "ro d e p a lin g ". H et grootste deel van hun leven zijn ze rode paling (10 to t 20 jaar) om vervolgens te veranderen van kleur (b ru in /g e e l) naar zw a rt m et zilver, zogenaam de zilverpaling, o f ook wel schieraal genoem d. V ro uw tjes palingen zijn g ro ter dan m annetjes palingen. De zilverpalingen vertrekken vervolgens naar de m ondin g van de zee en trekken verm oedelijk van d aaru it verder naar de paaigebieden. Leefgebied Rode paling leeft dus over het algemeen in het gebied w aar deze gevangen w o rd t. Ais er voldoende voedsel aanwezig is - en paling is niet kieskeurig -, verandert de vis nauwelijks van plaats, zijn actieradius is meestal slechts enkele honderden meters. O f rode paling ook in het najaar trekgedrag v e rto o n t is niet geheel duidelijk. G ehalten aan sto ffe n in paling De gehalten dioxines en PCB's in paling dalen niet o f maar heel langzaam, ook bij het w egnem en van de bron van ve ro n tre in ig in g door sanering (De Boer e.a., 1994). Daarnaast geldt, d at de resultaten van m etingen geen m om entopnam e is, o m d at deze stoffen zich ophopen in het ve t van de vis en d oor de vis nauwelijks to t niet kunnen w orden geëlim ineerd. O m d a t een m onster bestaat u it de filets van 5-10 palingen g e ld t deze ais redelijker w ijs representatief v o o r het gebied. D ioxinegehalten in paling kunnen gedurende het jaar wel m et een fa cto r 2 variëren (Van Leeuwen e.a., 2002). O m een goed beeld te krijgen van een bepaalde locatie, zou dan ook een aantal jaar op m eerdere m om enten dioxines in paling m oeten w orden gem eten. De paling die in deze studie is onderzocht is bem onsterd in juli 2006 (Braakm anhaven -Terneuzen, Sloehaven -Vlissingen en H a n sw e e rt) en in o kto b e r (G ent en Zelzate). Gestreefd is om m.n. rode paling te vangen. 31 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

32 paling VLISSINGEN som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen TERNEUZEN som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen HANSWEERT som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen ZELZATE som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen GENT som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen pg TEQ/g natgewicht Figuur 4-3, vergelijking tussen de TEQ-waarden dioxines, TEQwaarden PCB's en de som TEQ-waarden van alen uit de Westerschelde bemonsterd in en in uitgedrukt op basis van natgewicht Figuur 4-3 to o n t, dat de gehalten aan dioxines en dioxineachtige PCB's in paling in 2006, op n atg e w ich t basis, lager zijn dan de gehalten die in 2005 zijn gevonden. D it is vo ornam e lijk een gevolg van lagere vetgehalten in alen u it 2006 ten opzichte van D it kan geïllustreerd w orden aan de hand van fig u u r 4-4. Ais de gehalten gecorrigeerd zijn op vetgehalte zijn de gehalten van 2005 en bij de locaties Terneuzen en H answ eert vergelijkbaar. 32 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

33 paling VLISSINGEN som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen TERNEUZEN som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen HANSWEERT som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen ZELZATE som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen GENT som TEQ TEQ PCB TEQ dioxinen pg TEQ/g vetgewicht Figuur 4-4, vergelijking TEQ-waarden van paling bemonsterd in de Westerschelde in 2005 en uitgedrukt op basis van vetgewicht De TEQ -w aarden in Vlissingen (Sloehaven) 2006 blijven ook na correctie vo o r vetgehalten lager dan in Een m ogelijke oorzaak daarvan is d at in 2005 ook paling >45 cm is geanalyseerd. Het is bekend d at er een duidelijke relatie bestaat tussen de TEQ -w aarde en het vetgehalte van paling (H oogenboom e.a., 2006) en daarm ee tussen de TEQ -w aarde en de g ro o tte van de vis (H oogenboom e.a., 2007). Daarnaast is van zilverpaling bekend d at ze in het najaar naar zee trekken (zie ook kadertekst repre senta tiviteit van gem eten gehalten in p aling'). In 2005 w erd in o ktob er bem onsterd, in 2006 in juli. Het is dus m ogelijk dat paling die in 2005 is bem onsterd is opgeladen m et chemische stoffen u it een ander gebied dan w aarin ze gevangen is, al is er naar gestreefd om enkel rode paling, die nauwelijks tre k t, te bem onsteren. Een derde, m inder w aarschijnlijke, oorzaak van het lagere TEQ -w aarde bij Vlissingen in 2006 in ve rg elijkin g to t 2005 zijn jaarlijkse baggeractiviteiten die eind 2005 hebben plaatsgevonden in de Sloehaven. O p basis van v e tg e w ich t is de TEQ -w aarde in paling die bem onsterd is bij Gent, een fa cto r 1,4-9 hoger dan die in paling u it de W esterschelde. In tegenstelling to t paling u it de W esterschelde is in paling van Zelzate geen ve rh oging van de TEQ -w aarde gevonden. 33 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

34 4.2 Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen in paling ln Vlissingen en Hansw eert zijn de H BCD-gehalten op vetgew ichtbasis in paling in vergelijkbaar m et de gehalten in In paling u it Terneuzen zijn de gehalten in een fa cto r 3,5 lager dan in H et meest w aarschijnlijk is d at ook hier - net ais bij de som TEQwaarden - de g ro o tte van de bem onsterde paling een rol speelt. O p vetbasis zijn H BCD-gehalten in het Kanaal G ent-terneuzen een fa cto r hoger dan de gehalten aangetroffen in paling u it de W esterschelde. paling Vlissingen Terneuzen Hansweert Zelzate P Gent ng/g vetgew icht ) Figuur 4-5 vergelijking gehalten aan de gebromeerde vlamvertragers a-hbcd in paling bemonsterd in de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen in 2005 en 2 006, uitgedrukt op basis van vetgewicht De som van de PBDE-gehalten - u itg e d ru kt op basis van ve tg e w ich t - in paling u it Vlissingen en Terneuzen zijn vergelijkbaar m et de gehalten in In paling a fkom stig van Hansw eert zijn in 2006 zijn de gehalten som PBDE's lager dan in O o k hier kan de vangstperiode en o f de g ro o tte van de paling w eer een rol spelen. Een andere m ogelijke ve rklaring is, d at het gebruik e n /o f emissies van gebrom eerde vlam vertragers zijn afgenom en. O m d it te onderbouw en is inform atie over gebruik en emissies van gebrom eerde vlam vertragers in het Scheldegebied nodig. V o o r PBDE's is in het Europese project FIRE een afnam e vo o r som m ige PBDE-verbindingen in visdiefeieren (Terneuzen) tussen 2003 en 2005 w aargenom en. V o o r HBCD is vooralsnog geen duidelijke trend gevonden in visdiefeieren (persoonlijk com m entaar Pim Leonards). 34 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

35 paling Vlissingen Terneuzen Hansweert Zelzate Gent ng/g vetgewicht Figuur 4-6, vergelijking som PBDE's in paling bemonsterd in de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen in 2005 en 2006 uitgedrukt op basis van vetgewicht O nderstaande fig u u r laat zien, d at PFOS-gehalten in palingen die in 2005 bem onsterd zijn bij Terneuzen (Braakm anhaven) en Vlissingen (Sloehaven) redelijk overeenkom en (verschil kleiner dan fa cto r 1,5) m et de gehalten in alen die in 2006 op dezelfde locaties bem onsterd zijn. In paling a fkom stig van H answ eert is een PFOS-gehalte van een fa cto r 2,7 hoger w aargenom en: 62 n g /g in 2005 versus 170 n g /g in paling Vlissingen Terneuzen Hansweert Zelzate Gent ng/g natgewicht Figuur 4-7, vergelijking gehalten aan de geperfluoreerde verbinding PFOS in paling bemonsterd in de Westerschelde en het Kanaal Gent- Terneuzen in en uitgedrukt op basis van natgewicht 35 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

36 4.3 Verg elijkin g Nederlandse binnenwateren O nlangs is een onderzoek afgerond naar dioxines, dioxineachtige PCB's en de 7 standaard PCB's in paling u it de naar ve rw a ch tin g meest vervuilde Nederlandse binnenw ateren (H oogenboom e.a., 2007). De inform a tie en figuren in deze paragraaf zijn a fkom stig u it d it rapport. O m de TEQ -w aarden in paling vast te stellen gebruikten H oogenboom e.a. (2007) dezelfde m ethode ais vo o r het onderhavige onderzoek. Zie vo o r een beschrijving H oofd stuk 2. Er zijn in totaal 62 m onsters rivierpaling onderzocht, a fkom stig van 22 verschillende risicolocaties (zie Figuur 4-8 ). De paling w erd verdeeld in 3 lengteklassen: kleiner dan 30 cm, tussen 30 en40 cm en g ro te r dan 40cm. TEQ gehalten in de lengteklasse g ro te r dan 40 cm zijn gem iddeld hoger dan in de lengteklasse cm. Er is een duidelijke relatie te zien tussen het gehalte aan dioxines en dioxineachtige PCB's in paling en de g ro o tte van de vis (zie tabel 4-1 ). D it is grotendeels te verklaren door een hoger vetgehalte in grotere paling. Echter, ook in de lengteklasse kleiner dan 30 cm zijn hoge TEQ -w aarden aan ge troffen. locatie grootte vet dioxines som TEQ (cm ) (% ) (pg TEQ /g) (pg TEQ /g) Rijn, Lobith <30 3,8 1, ,2 0,9 12 > ,8 55 IJsselmeer, M edem blik <30 8,5 0,6 3, ,7 8,6 > ,3 8,5 V olkerak <30 2,7 1,5 6, ,9 3,9 18 > Biesbosch-Gat v.d. <30 5,1 1,6 19 N oorderklip ,4 32 > ,4 51 H aringvliet W est <30 5,2 1, > Tabel 4-1, illustratie van de relatie tussen lengte en vetgehalte van paling en tevens de relatie tussen grootte/vetgehalte en TEQ dioxines en som TEQ uitgedrukt op basis van natgewicht (Hoogenboom e.a., 2 007) 36 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

37 Figuur 4-8, vangstlocaties en totaal TEQ gehalten in paling (drie lengteklassen). Onderste figuur detailopnam e Biesbosch e.o. (uit Hoogenboom e.a., ) < 12 pg TEQ/g vis > 12 pg TEQ/g vis ys* JA - _ * y.!:u _rr. J : r j! ; Æ» a r Ú sr- 37 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

38 o n d erzo ek som TEQ som TEQ som TEQ <30 cm cm >40 cm laagste w aarde 2,9 2,0 6,7 hoogste w aarde gem iddeld sta ndaarddeviatie Tabel 4-2, gehalten som TEQ gevonden in paling van de 22 gemeten locaties (Hoogenboom e.a., ) uitgedrukt op basis van natgewicht (pg TEQ / g natgewicht) som TEQ dio xin es pg TEQ/g pg TEQ/g Vecht, Ommen 2,0 0,3 Tw entekanaal, H engelo 2,0 0,4 V lissingen, Sloehaven ,7 0,8 IJssel, D eventer 6,7 0,6 M aas, Eijsden 6,9 0,3 Ketelm eer, Ketelhaven 7,4 1,0 IJsselm eer, M edem blik 8,6 1,7 Z elzate ,9 Rijn, lobith 12 0,9 W aal, Tiel 17 1,4 H answ eert 18 1,8 V olkerak 18 3,9 G ent ,8 M aas-w aal kanaal, M alden 20 1,1 Terneuzen, B raakm anhaven ,2 H aringvliet W est 21 3,0 Lek, C ulem borg 25 2,9 H aringvliet O ost 29 4,3 B iesbosch-g at v.d. N oorderklip 32 3,4 H aringvliet - Korendijkse Geul 34 4,8 M aas, K e izersvee r 37 1,8 H ollands-d iep 38 3,7 Nieuwe M erw ede 44 4,9 N ieuw e M erw ede-t.h.v. O ttersluis 49 8,5 A m er H D 61-H D ,7 D ordtse Biesbosch - t.n.v K oekplaat 60 12,9 Roer, V lodrop 71 3,5 Tabel 4-3 vergelijking van de som TEQ en dioxine gehalten in paling van onderhavig rapport (in oranje) met de waarden zoals aangetroffen in paling van cm bemonsterd in de risicogebieden van Nederlandse binnenwateren, uitgedrukt op basis van natgewicht (pg T E Q /g natgewicht) (Hoogenboom e.a., ) 38 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

39 In de lengteklasse cm (m eest vergelijkbaar m et de klasse cm in onderhavig onderzoek) zijn waarden aangetroffen variërend tussen 2,0-71 pg T E Q /g p ro duct (zie tabel 4-2 ). De hoogste waarden aan dioxines en dioxineachtige PCB's vo o r deze lengteklasse zijn a angetroffen in paling u it delen van het Hollands Diep, de Nieuwe M erw ed e, de M aas, de Am er, het H aringvliet, de Dordtse Biesbosch en de Roer, (zie tabel 4-3 ). De waarden op deze meest vervuilde plekken zijn een fa cto r 1,8-12 hoger dan waarden zoals gem eten in paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen in In het IJsselmeergebied, van belang vo o r professionele visserij op paling, zijn waarden gem eten bij M edem blik en de Ketelhaven van respectievelijk 8,6 en 7,4 pg T E Q /g n atg e w icht (lengteklasse cm). D it is vergelijkbaar m et de waarden zoals aangetroffen in Vlissingen van het onderhavige onderzoek (5,7 pg T E Q /g natg ew icht). In 2001 h eeft een soortgelijk onderzoek plaatsgevonden naar dioxines en dioxineachtige PCB's in paling in Nederland (Van Leeuwen e.a., 2002). De resultaten zijn vergelijkbaar m et de hierboven beschreven resultaten van H oogenboom e.a. (2007). De resultaten in onderhavig onderzoek vo o r de som van 6 PCB's (=7 standaard PCB's zonder PCB 118) variëren tussen 79 en 515 n g /g n a tg e w icht vo o r de lengteklasse cm. H oogenboom e.a. (2007) vond vo o r deze som 6 PCB's een variatie tussen 2 en 1327 n g /g n a tg e w icht (lengteklasse cm). M a rtin e van den H eu vel Pim Leonards IV M 39 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

40 40 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006 paling w eblog Jan a p ril 2006

41 5.Toetsing aan de normen 5.1 Inleiding Tabel 5-1 geeft de verschillende (inter) nation al e normen die aan visserijproducten worden gesteld. V o or de com m erciële vangst g e ld t op basis van de Europese hygiënew e tg eving (in Nederland geïm plem enteerd in de W a re n w e t van VW S), d at het de ve ra ntw o ordelijkh eid van ieders levensm iddelenbedrijf is om veilige producten op de m arkt te brengen. Het is dus vooral aan de visserijsector zelf om aan te tonen d at de op de m arkt gebrachte paling aan de norm vo ld oet. De V W A h o u d t hier to ezich t op door steekproefsgew ijs te toetsen o f bedrijven zich aan de w e tg e vin g houden. In de W esterschelde zijn van de onderzochte visserijproducten sprot en garnalen van com m ercieel belang. Paling w o rd t in de W esterschelde niet to t nauwelijks beroepsm atig gevangen, wel door sport- o f hobbyvissers. soort norm stofgroepen norm eenheid EU levensm iddelennorm dioxines 4 pg T E Q /g voedselproducten p ro d u ct (natgew icht) EU levensm iddelennorm dioxines en 8 pg T E Q /g alle visserijproducten dioxineachtige pro du ct behalve p aling * PCB's (na tge w icht) EU levensm iddelennorm dioxines en 12 pg T E Q /g vo o r p aling* dioxineachtige product PCB's (na tge w icht) Nederlandse PCB n g /g pro duct w arenw etnorm PCB (natgew icht) v o o r visserijproducten PCB PCB PCB * * PCB PCB Belgische som 7 75 n g /g pro duct consum ptoenorm vo or ind icato r (na tge w icht) visserijproducten PCB's Tabel 5-1, bestaande (inter)nationale normen voor voedselproducten waaronder visserijproducten * 4 novem ber 2006 is de nieuw e EU -levensm iddelennorm in w erking getreden, de V erordening (EG) m et num m er / van de Commissie van 3 februari 2006 to t w ijzig in g van V e rordenin g (EG) m et num m er 4 66 / to t vaststelling van m axim um gehalten aan bepaalde ve ro ntre in igin ge n in levensm iddelen, w a t b e tre ft dioxines en dioxineachtige PCB's. * * V o or PCB-153 w o rd t een w arenw etnorm van 500 n g /g pro duct in paling en 100 n g /g pro duct vo o r overige vissoorten aangehouden (Francken, 2000). 41 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

42 5.2 Toetsing aan EU levensmiddelennorm In Figuur 5-1 w orden de aangetroffen gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in de visserijproducten u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen vergeleken m et de nieuw e Europese levensm iddelennorm v o o r voedselproducten EU levensm iddelennorm m axim um gehalte dioxines en diox. PCB's (8 pg TEQ/g natgew.) voor visproducten uitgezonderd paling EU levensm iddelennorm maxim um gehalte dioxines (4 pg TEQ/g natgew.) EU levensm iddelennorm maxgehalte dioxines + diox. PCB's (12 pg TEQ/g natgew.) voor paling f e garnaal sprot paling paling paling paling Vlissingen Terneuzen Hansweert Zelzate paling Gent dioxines dioxineachtige PCB's Figuur 5-1, gehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's in de visserijproducten Westerschelde en Kanaal Gent Terneuzen vergeleken met de Europese levensmiddelennorm voor dioxines en dioxineachtige PCB's, uitgedrukt op basis van natgewicht (pg TEQ /g natgewicht) De som TEQ -w aarden in garnalen van alle onderzochte locaties (1,0 ± 0,1 pg T E Q /g natg ew icht) liggen beneden de EU-norm (zie fig u u r 5-1). De som TEQ -w aarden in het sprotm onster (8,7 pg T E Q /g n atgew icht) komen net boven de levensm iddelennorm (8,0 pg T E Q /g natgew icht) uit. De som TEQ -w aarden in de palingm onsters u it Vlissingen en Zelzate liggen beneden de Europese norm, te rw ijl de palingm onsters afkom stig u it Terneuzen, H answ eert en G ent de norm vo o r paling overschrijden. W a t b e tre ft professionele visserij zijn er enkele garnalenvissers a ctief op de W esterschelde en w o rd t er sp ro t gevangen w anneer het w o rd t a angetroffen door vissers. Professionele palingvissers zijn niet to t nauw elijks actief op de W esterschelde. Er zijn echter wel sportvissers a ctief die g erich t op p aling vissen. 42 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

43 5.3 Toetsing aan W aren w et in Nederland en België In Nederland en in België bestaan vo o r levensm iddelen w arenw etnorm en vo o r 7 standaard PCB's (PCB-nummers: 28, 52, 101, 1 1 8,1 3 8, 153 en 180). G rafiek 5-2 g e e ft w eer in hoeverre deze norm en w orden overschreden. som standaard PCB's 0PCB-153 garnaal paling Vlissingen paling Hansweert paling Gent o ng/g natgewicht ) Figuur 5-2, gehalten PCB-153 en de som PCB's in visserijproducten Westerschelde ng/g natgewicht is de Nederlandse warenwetnorm voor PCB 153 in paling en 75 ng/g natgewicht de Belgische warenwetnorm voor de som PCB's in visserijproducten Geen van de onderzochte monsters overschrijdt de Nederlandse w arenw etno rm vo o r de 7 PCB s, behalve de paling a fkom stig u it Gent. In fig u u r 5-2 is ais voorbeeld PCB 153 opgenom en, w aarvo o r de Nederlandse w arenw etnorm vo o r paling 500 n g /g n atg e w ich t is. De norm in België is string en te r en gaat u it van 75 n g /g versgew icht vo or de som van de 7 standaard PCB s. Sprot en alle palingm onsters overschrijden de Belgische norm. In Europees verband w o rd t ook nagedacht over een nieuwe w arenw etno rm vo o r PCB s. V o o r paling is hiervoor een norm van 200 n g /g n atg e w icht vo o r de som van 6 PCB s voorgesteld (H oogenboom e.a., 2007). D it zijn dezelfde PC B-verbindingen ais de 7 standaard PCB s m et u itzonderin g van PCB-118. H et is echter niet duidelijk o f deze norm er daadw erkelijk gaat kom en. Paling u it Terneuzen, H answeert, Zelzate en G ent overschrijdt deze m ogelijk nieuw e norm m et respectievelijk een fa c to r 1,6-1,7-1,2 en 2, Vergelijking met paling uit de Nederlandse binnenwateren Van de 62 m onsters paling u it Nederlandse binnenw ateren (waarvan ve rw ach t w erd d at de gehalten vero n tre in ig in g g ro o t zou zijn) die zijn 43 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

44 onderzocht in 2006 (H oogenboom e.a., 2 007), overschrijden 46 m onsters (74% ) de EU- levensm iddelennorm van totaal gehalte TEQ van 12 p g /g n atg ew icht. Een beperkt aantal monsters (19 % ) overschrijdt de huidige W a renw e tn orm vo o r PCB's, m et name die vo or PCB 153 van 500 n g /g p ro d u ct (zie bijlage 4). som TEQ pg TEQ/g dioxines pg TEQ/g Vecht, Ommen 2 0,3 Tw entekanaal, H engelo 2 0,4 V lissingen, Sloehaven ,7 0,8 IJssel, D eventer 6,7 0,6 M aas, Eijsden 6,9 0,3 K etelm eer, Ketelhaven 7,4 1,0 IJsselm eer, M edem blik 8,6 1,7 Z elzate ,9 Rijn, Lobith 12 0,9 W aal, Tiel 17 1,4 H answ eert 18 1,8 V olkerak 18 3,9 G ent ,8 M aas-w aal kanaal, M alden 20 1,1 T erneuzen, B raakm anhaven ,2 H aringvliet W est 21 3,0 Lek, C ulem borg 25 2,9 H aringvliet O ost 29 4,3 B iesbosch-g at v.d. N oorderklip 32 3,4 H aringvliet - Korendijkse Geul 34 4,8 M aas, K e izersvee r 37 1,8 H ollands-d iep 38 3,7 Nieuwe M erw ede 44 4,9 N ieuw e M erw ede-t.h.v. O ttersluis 49 8,5 A m er H D 61-H D ,7 D ordtse Biesbosch - t.n.v K oekplaat 60 12,9 Roer, V lodrop 71 3,5 Tabel 5-2, som TEQ en dioxine gehalten in w ilde paling uit de risicogebieden van de Nederlandse wateren, de vetgedrukte waarden overschrijden de normering. In oranje de gehalten gevonden in onderhavige studie (Hoogenboom e.a., 2007). Gehalten zijn uitgedrukt op basis van natgewicht (pg T E Q /g natgewicht) Tabel 5-2 ve rg e lijkt de som TEQ en dioxine-gehalten gevonden in paling in de Nederlandse binnenw ateren m et de gehalten gevonden in onderhavig rapport. In die tabel staan de waarden die de EUlevensm iddelennorm overschrijden ve tg e d ru kt. 44 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

45 5.5 Gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen O m d a t vo o r de andere stoffen (gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen) geen levensm iddelennorm en bestaan, is het niet m ogelijk om een norm toetsing u it te voeren. Van belang is een beter inzicht te krijgen in de m ogelijke risico's van deze sto ffe n vo or mens en m ilieu i 200 Edwin Parée 45 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

46 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006 A nita Ei lers, Schelde Inform atiecentrum

47 6. Risicobeoordeling D it h oofdstuk beschrijft het oordeel van het Bureau R isicobeoordeling over de m ogelijke gezondheidsrisico's vo o r de consum ent van w ilde paling u it de grote rivieren en een d oorve rta lin g van d it oordeel naar de situatie in de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen. Bureau Risicobeoordeling (BuR) is onderdeel van de Voedsel en W aren A u to rite it (V W A ), de overheidsorganisatie die de veiligheid van voedsel en consum entenproducten onderzoekt en bew aakt. Naar aanleiding van de uitkom sten van het onderzoek naar dioxines en dioxineachtige PCB's in paling a fkom stig u it de Nederlandse binnenw ateren (H oogenboom e.a., 2007) heeft het m inisterie van Landbouw, N atuur en V oedselveiligheid (LNV) het BuR gevraagd een advies op te stellen vo o r de consum ptie van w ilde paling u it de grote rivieren (Bouw m eester e.a., 2007). 6.1 Blootstellingnorm Dioxines en dioxineachtige stoffen hopen zich op in ve t van de vis, m aar ook in ve t van het m enselijk lichaam. Geregelde blo otstelling aan deze stoffen leidt dus ook bij de mens to t toenem ende gehalten van deze toxische stoffen in het lichaam. O m de consum ent te beschermen is er een hum ane innam enorm vastgesteld. De toelaatbare wekelijkse innam e (ptw I) aan dioxines en dioxineachtige PCB's zoals vastgesteld d oor de Scientific C om m ittee on Food van de Europese Unie (SCF, 2001) bedraagt 14 pg T E Q /kg lichaam sgew icht per w eek. Hanteren van deze norm v o o rk o m t dat de lichaam sconcentraties van de toxische stoffen waarden bereiken, die m ogelijk to t negatieve effecten kunnen leiden (SCF, 2001). H et gaat hier om negatieve effecten op het fu nctio neren van het im m uunsysteem, de v o o rtp la n tin g o f de h ersenontw ikkeling (persbericht V W A, 14 m aart 2007). Deze m ogelijke effecten bij de mens zijn gebaseerd op effecten die de meest toxische dioxine, TCDD, h eeft op proefdieren. Echter, ook een aantal andere dioxines en de dioxineachtige PCB's veroorzaakt soortgelijke effecten, al is d at veelal pas het geval bij hogere doseringen (H oogenboom e.a., 2007; Bouwm eester e.a., 2007). O o k andere levensm iddelen dan visserijproducten bevatten dioxines en dioxineachtige sto ffe n; de totale innam e van deze stoffen door de mens m ag dus n ie t boven de gestelde hum ane innam enorm kom en. 6.2 Resultaten risicobeoordeling V W A IMARES en RIKILT hebben een onderzoek ten behoeve van de risicobeoordeling vo o r consumeren van w ilde paling u it de grote rivieren uitgevoerd in o p d ra ch t van V W A Bureau R isicobeoordeling. H et was bekend dat de vangstlocatie van paling meer bepalend is vo or het gehalte aan dioxines en dioxineachtige stoffen dan de g ro o tte van de vis (H oogenboom e.a., 2007). H et onderzoek ten behoeve van de risicobeoordeling kwam to t de conclusie, d at consum ptie van paling v o o r de gem iddelde vislie fh eb be r slechts een zeer geringe bijdrage 47 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

48 levert aan de innam enorm. Bij deze berekeningen is uitgegaan van de consum ptie van 90% van de veel schonere kw eekpaling en 10% w ild p a lin g, o m d a t de p ro ductieve rh o udin g tussen kw eek- en w ild p a lin g 9 0% resp. 10% is (Taal e.a., 2006). De d o o rw e rkin g van de consum ptie van paling u it zogenaam de risicogebieden op de d ioxinebelasting van de gem iddelde visliefhebber is daarom slechts gering. V o o r de sportvissers die geregeld zelfgevangen paling consum eren en consum enten die vo ornam e lijk w ilde paling kopen lig t d it anders. Het onderzoek onderscheidt - op basis van de verschillen in TEQ -w aarden, - tw ee regio's vo o r in het w ild gevangen paling: Usselmeer4 en Biesbosch5 (zie Tabel 6-1 ). Beide groepen dragen 300 ton bij aan de to ta le productie van paling (beiden 5 % ). De conclusie van de risicobeoordeling luidt: De d io xin e b lo o tste llin g tengevolge van consum ptie van zelfgevangen vis d oor sportvissers is sterk afhankelijk van de vangstlocatie. Indien paling a fkom stig is u it de regio Biesbosch, één van de meest ve ro ntreinigde gebieden, dan leidt de consum ptie van één portie van deze paling (150 g) m et een gem iddeld som TEQ -w aarde, al to t een zesvoudige overschrijding van de b lo otstellings-n o rm (ptw I). O p basis van de d oor sportvissers aangegeven consum ptiefrequentie van w ilde paling van m axim aal 1x per m aand, zou de to ta le lichaam sbelasting bij consum ptie van paling u it de regio Biesbosch in een periode van ongeveer 5 to t 20 jaar m axim aal m et een fa cto r 1,5 to t 2 toenem en, w aarbij de ais veilig geachte lichaam sbelasting blijvend overschreden w o rd t. Paling u it een aantal andere grote rivieren bevat vergelijkbare gehalten en zal een so ortgelijk e ffe ct op de lichaam sbelasting geven. Hoewel consum ptie van IJsselmeerpaling duidelijk leidt to t een lagere blo otstelling, zal de lichaam belasting ook hier boven het veilig geachte niveau blijven. Nadelige effecten van het eten van dergelijke paling kunnen daarom nie t uitgesloten w o rd e n.' (Bouw m eester e.a., 2007) 6.3 G ebruikte TEF-waarden Zoals in H oofdstuk 2 is aangegeven is het gebruik van de TEF-waarde nodig om de to x ic ite it van de gevonden gehalten dioxines en dioxineachtige stoffen bij elkaar te kunnen optellen to t de som TEQ. In 2006 zijn door deskundigen o.l.v. de W H O de TEF-waarden o pnieuw bekeken en aangepast (Van den Berg e.a., 2006). Daarbij zijn diverse TEF-waarden verlaagd. O m d a t de norm stelling van de EU gebaseerd is op een database m et gehalten die zijn berekend m et de oude TEFw aarden, heeft de EU besloten om de kom ende jaren de oude TEFwaarden u it 1998 te blijven gebruiken ais het gaat om ve rg elijkin g m et de productnorm en. 4 IJsselmeerpaling: paling afkom stig uit Usselmeer M edem blik, en Ketelmeer Ketelhaven 5 Biesboschpaling: afkom stig u it Hollands Diep, H aringvliet w est en oost, Nieuwe M erw ede, Volkerak, A m er H D 61-H D 63, Nieuwe M e rw e d e -t.h.v. O ttersluis, Biesbosch- Gat v.d. N oorderklip, H aringvlietkorendijkse Geul, Dortse Biesbosch t.h.v. Koekplaat 48 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

49 De beoordeling van de risico's vo o r de volksgezondheid staat Ios van bestaande productnorm en en daarom w o rd t hierbij wél gebruik gem aakt van de nieuw ste inzichten in de to x ic ite it van de dioxines en dioxeachtige stoffen en dus gerekend m et de nieuw e TEF-waarden. U it de m eetgegevens b lijkt, d at de m et de TEF's 2006 berekende gehalten in w ilde paling gem iddeld zo'n 4 0% lager zijn dan die berekend m et de TEF's D it verband lijk t vo o r w ilde paling redelijk constant over het hele concentratiebereik (H oogenboom e.a., 2007). Figuur 6-1 to o n t de TEQ -w aarden in paling berekend op basis van de TEF-waarden u it 1998 en r paling Vlissingen Terneuzen Hansweert TEQ, TEF2006 TEQ, TEF1998 Zelzate Gent som TEQ pg/g natgewicht V Figuur 6-1, vergelijking van de TEQ-waarden pg/g natgewicht berekend op basis van TEF-waarden uit 1998 en TEF-waarden uit 2006 in paling uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen (2006). 6.4 Risicobeoordeling i.r.t. W esterscheldepaling Tabel 6-1 g e e ft aan, d at som -TEQ -w aarden vo o r paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen tussen de TEQ -waarden u it de regio's Usselmeer en Biesbosch liggen, m et u itzonderin g van Vlissingen, die beneden de waarde van regio Usselmeer ligt. Aangezien de consum ptie van paling u it de regio Usselmeer volgens het BuR leidt to t een lichaam belasting boven het veilig geachte niveau, g eldt d it ook vo o r het m erendeel van de palingm onsters u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen. Nadelige effecten van het eten van deze paling kunnen daarom nie t w orden uitgesloten. 49 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

50 locatie palingvangst som-teq (pg T E Q /g natgewicht) regio Usselmeer 6,7 ± 2,1 regio Biesbosch 29 ± 11 Vlissingen 3,6 Terneuzen 13 H answ eert 11 Zelzate 5,9 G ent 9,4 Tabel 6-1 TEQ-waarden in paling op basis van TEF-waarden uit De TEQ-waarden voor de regio's Usselmeer en Biesbosch zijn afkomstig van de risicobeoordeling door het BuR (Bouwmeester e.a., 2 007) H et advies van de directeur van het Bureau R isicobeoordeling (Schouten, 2007) concludeert: m aandelijkse consum ptie van één portie paling van ongeveer 150 gram u it gebieden rond de regio Biesbosch, zoals m ogelijk gebezigd door liefhebbers en sport- o f hobbyvissers, kan na enkele jaren leiden to t een zodanige toenam e van de lichaam sbelasting dat nadelige effecten op de gezondheid van deze consum enten niet kunnen w orden uitgesloten. O m het niet u it te sluiten risico vo o r de gezondheid to t een m inim um te beperken zijn drie opties denkbaar vo o r het verhinderen van langdurige consum ptie van w ild e paling u it gebieden in de regio Biesbosch : 1. V o o rlichtin g g ericht op sport- en hobbyvissers en liefhebbers om de consum ptie van w ilde paling u it gebieden in de regio Biesbosch' te ontraden. 2. Handhaven van het verbod op het in de handel brengen van paling en gehalten boven de p ro du ctn orm. 3. Een verbod op het vissen van w ilde paling u it gebieden in de regio Biesbosch'.' De aanpak bij de bron (3) lijk t de D irecteur Bureau R isicobeoordeling het meest effectief. In een persbericht g e e ft de V W A sportvissers en visliefhebbers het advies om ééns in de tien maanden een portie eigen gevangen vis te consum eren o f m aandelijks een portie, m axim aal enkele jaren. V o or de overige keren dat paling w o rd t gegeten w o rd t aangeraden kweekvis te kopen. O p e tiketten van verpakte paling staat aangegeven u it w elk land de paling a fkom stig is, en o f het gaat om kw eekpaling o f w ilde paling. Daarnaast is - op verzoek - een vishandelaar w e tte lijk ve rp lich t aan te geven w aar de vis vandaan ko m t (persbericht V W A, m aart 2007). 50 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

51 51 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

52 H «îînvîn»*< <*' Ä jv 'm m $ i t m é M U m m f l JKvIwKvWKv AVAVíVAVAVA Martine van den Heuvel-Greve 52 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

53 7.Conclusies en aanbevelingen 7.1 Conclusies De eerste onderzoeksvraag van d it ra p p o rt luidt: W at is de status van verontreiniging door dioxines en PCB's in visserijproducten uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen?. De a ntw oorden zijn hieronder per deelvraag beschreven. Hoe verhouden de resultaten uit dit onderzoek zich met de resultaten uit het verkennende onderzoek in 2005?' De resultaten u it d it onderzoek 2006 zijn redelijk vergelijkbaar m et de resultaten u it 2005, m et u itzonderin g van de garnalenm onsters en één p alingm onster bij Vlissingen. 1. G ehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB s in garnaal zijn op n a tg e w icht basis veel lager dan in 2005 en komen overeen m et een gehalte zoals eerder gem eten in Hiermee lijk t het hoge gehalte in garnaal in 2005 een incidentele hoge waarde die niet representatief is vo o r de W esterschelde. 2. De gehalten aan dioxines (w.o.furanen) en dioxineachtige PCB s in sp ro t komen op n a tg e w icht basis in 2005 en 2006 nagenoeg overeen. O p ve tg e w ich t basis is er wel een verschil, veroorzaakt d oor het verschil in ve tg e w ich t van de sprotm onsters (5,2% en 11,1 % ). 3. G ehalten aan dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB s in paling zijn op n atg e w ich t basis lager dan de gehalten die in 2005 zijn gevonden. D it is vo ornam e lijk een gevolg van lagere vetgehalten in alen u it 2006 ten opzichte van O p ve tg e w ich t basis zijn de gehalten van 2005 en 2006 bij de locaties Terneuzen en H answ eert vergelijkbaar. De gehalten in Vlissingen (Sloehaven) blijven ook na correctie vo or vetgehalten lager dan die in Redenen hiervoor kunnen zijn: g ro o tte van de bem onsterde paling e m ogelijk m ig ratie ge drag van de paling in het najaar. Hoe verhouden de resultaten uit dit onderzoek zich met gehalten in visserijproducten uit andere Nederlandse wateren?' O p basis van deze resultaten kan geconcludeerd w orden d at gehalten aan dioxines en PCB s in paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen lager zijn dan die aangetroffen in paling u it de meest vervuilde plekken in Nederland. 'Zijn er overschrijdingen van de huidige nationale en internationale levensmiddelennormen voor dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's waargenomen?': 1. nee, niet in garnalen: garnalen bem onsterd in 2006 in de W esterschelde overschrijden de EU levensm iddelennorm vo or dioxines en dioxineachtige PCB s (8 pg T E Q /g natg ew icht) niet; 53 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

54 2. onbekend vo o r sprot: in sprot is in 2006 een som TEQ -w aarde gevonden die iets boven de nieuw e norm u itkom t. H et b e tre ft echter opnie uw een enkelvoudig m engm onster; er zijn meer m onsters nodig v o o r een bindende conclusie; 3. ja, alen bem onsterd bij Terneuzen, Hansw eert en G ent overschrijden de EU levensm iddelennorm (12 pg T E Q /g n atg ew icht). Alen u it Sloehaven en Zelzate daarentegen liggen beneden deze norm ; 4. nee, de Nederlandse w arenw etnorm en vo o r visserijproducten vo o r de 7 standaard PCB's w o rd t in geen enkel m onster overschreden. De stringentere Belgische norm vo o r de som van de 7 standaard PCB's w o rd t in sp ro t en alle palingm onsters overschreden. 'Is er een risico voor de mens voor w at betreft de consumptie van visserijproducten uit de Westerschelde en het Kanaal Gent- Terneuzen?' Volgens het Bureau Risicobeoordeling zijn de risico's van dioxines en dioxineachtige PCB's in w ilde paling vrijw el nihil vo o r de gem iddelde consum ent in Nederland. Echter, bij liefhebbers en sportvissers die vaak w ilde paling eten u it de grote rivieren (bijvoorbeeld regio Biesbosch, m aar ook de regio IJsselmeer) kan na enkele jaren een zodanige toenam e van dioxineachtige stoffen in het m enselijk lichaam ontstaan, dat nadelige effecten op de gezondheid niet kunnen w orden uitgesloten. Aangezien paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen bevatten die in dezelfde orde van g ro o tte liggen als die u it de regio IJsselmeer en Biesbosch, kan w orden gesteld d at de risico's van de consum ptie van w ilde paling u it deze regio's vergelijkbaar zullen zijn vo o r w ilde paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen. De tw eede onderzoeksvraag luid t: W a t is de status van verontreiniging door dioxines en PCB's in visserijproducten uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen?'. H et antw o ord op de deelvraag is hieronder uiteengezet. 'Hoe verhouden de resultaten van dit onderzoek zich met de resultaten uit het verkennende onderzoek in 2005?': 1. De som van de PBDE-gehalten op ve tg e w ich t basis in paling afkom stig van Hansw eert zijn in 2006 lager dan in V erandering van m o b ilite it van de alen in het najaar, g ro otte van de bem onsterde paling en w e llicht verm inderde emissies van gebrom eerde vlam vertragers kunnen hier een verklarende rol spelen. 2. H et HBC D -gehalte op basis van ve tg e w ich t in paling uit Terneuzen is in 2006 een fa cto r 3,5 lager dan het gehalte in paling bem onsterd bij deze locatie in De ve rh oging van de m o b ilite it van de paling in het najaar en de g ro o tte van bem onsterde paling spelen hier m ogelijk een rol. Gehalten aan HBCD in paling in het Kanaal G ent-terneuzen zijn een fa cto r hoger dan in paling u it de W esterschelde. 54 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

55 3. G ehalten aan PFOS in paling in 2006 zijn op n a tg e w icht basis over het algemeen hoger dan die gem eten in paling in Gehalten zijn het hoogst in paling bij H answ eert (toenam e m et een fa cto r 2,7 t.o.v. 2005). 4. In 2006 is PFOA - evenals in niet in kw antificeerbare gehalten in paling a an ge troffen. 7.2 Aanbevelingen O p basis van de resultaten u it en w o rd t aanbevolen om: 1. het recente advies vo o r w a t b e tre ft de consum ptie van w ilde paling u it Nederlandse rivieren van de Voedsel en W aren A u to rite it (V W A ) te volgen. D it leidt ertoe dat liefhebbers van w ilde paling en sportvissers w o rd t geadviseerd om w ilde paling u it de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen niet regelm atig en gedurende langere tijd te consum eren; 2. m eer sprotm onsters te laten onderzoeken op aanwezigheid van dioxines (w.o. furanen) en dioxineachtige PCB's om de resultaten van 2005 en verder te verifiëren. H iervoor kan w e llicht w orden m eegelift op lopende onderzoeken binnen RWS RIKZ; 3. het m inisterie van LNV aan te raden om de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen op te laten nemen ais m onsterpunt in het jaarlijks m onitoring sprog ram m a van LNV vo o r bepaling van gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen in w ilde paling u it de Nederlandse rivieren. W e llic h t is het verstandig hier ook andere D eltaw ateren, bij te betrekken; 4. in de kom ende jaren het (tre n dm atig ) verloop van gehalten van gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen in visserijproducten u it de W esterschelde, en w e llicht andere D eltaw ateren, te (blijven) volgen; 5. onderzoek d oor nationale kennisinstituten te stim uleren om kennis te vergroten op het gebied van de b lo o tste llin g aan en m ogelijke effecten van gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen op mens en m ilieu. D it is nodig om een adequate risicobeoordeling te kunnen uitvoeren; 6. gezien de hoge gehalten aan gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verbindingen, emissies van deze stoffen naar de W esterschelde en het Kanaal G ent-terneuzen in kaart te laten brengen en indien m ogelijk te ru g te laten dringen; 7. de V W A te adviseren om in overw e g in g te nemen o f een risicobeoordeling nodig is vo o r gebrom eerde vlam vertragers, geperfluoreerde verbindingen en org anotin verb in din gen m et het oog op consum ptie van visserijproducten u it de W esterschelde en Kanaal G ent -Terneuzen; 8. het m inisterie van V R O M te adviseren om in overw e g in g te nemen o f het nodig is om algem ene m ilieukw aliteitsnorm en op te laten stellen vo o r gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde ve rbindingen. 55 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

56 Referenties Berg, M. van den, e.a. (1998). Toxic Equivalency Factors (TEF's) to r PCBs, PCDDs, PCDFs fo r humans and fo r w ild life. Environ. Health Perspect. 106 (12): 775. Berg, M. van den, Birnbaum L., Denison M., D ev ito M., Farland W., Feeley M., Fiedler H., Hakanson H., Hanberg A., Haws L., Rose M., Safe S., Schrenk D., Tohyam a C., Tritscher A., Tuom isto J., Tysklind M., W a lker N., Peterson R.E. (2006). The 2005 W o rld Health O rganisation réévaluation o f hum an and m am m alian to xic equivalency factors fo r dioxins and d io xin -like com pounds. Toxicological Sciences 9 3, Boer, Jacob de, e.a. (1994). 8-Y ear study on the elim ination o f PCBs and o ther organochlorine com pounds fro m eel (Auguilla auguilla) under natural conditions. Environmental Science and Technology 28(13), Bouwm eester, H., A. de M u l, M.J. Zeilm aker (2007). Risicobeoordeling inzake aanwezigheid van dioxines en dioxineachtige PCB s in paling, RIVM pr.nr. V / /0 6 /A A, RIKILT pr.nr EC (2006) Commissie van de Europese gem eenschappen Publicatieblad van de Europese Unie, , L 3 2 /3 8 VERORDENING (EG) Nr / VAN DE COM M ISSIE van 3 februari 2006 to t w ijzig in g van V e rorde nin g (EG) nr. 4 66/2001 to t vaststelling van m axim um gehalten aan bepaalde ve ro ntre in igin gen in levensm iddelen, w a t b e tre ft dioxines en dioxineachtige PCB's (V o or de EER relevante tekst). Francken, J.M. (2000). W a renw e tre g e lin g V e rontre inig in g en in Levensm iddelen, Regeling van de M in iste r van Volksgezondheid, W elzijn en Sport. H oogenboom, L.A.P., T.H.G. Bovee, W.A. Traag, R. H oogerbrugge, B. Boum ann, L. Portier, G. van de W eg, J. Vries, (2006). The use o f the DR-CALLUX bioassay and ind icato r PCBs fo r screening o f elevated levels o f dioxins and d io xin -like PCBs in eel. Mol. Nutr. Food Res. 50, H oogenboom, L.A.P., M.J.J. K otterm an, M. H oek-van N ieuw enhuizen, M.K. van der Lee, W.A. Traag (2007). O nderzoek naar dioxines, dioxineachtige PCB's en indicator-p CB's in paling u it Nederlandse binnenw ateren. RIKILT ra p p o rt , W ageningen. Leeuwen, S.P.J. van, W.A. Traas, L.A.P. H oogenboom, G. Booij, M. Lohm an, Q.T. Dao, J. de Boer (2002). Dioxines, furanen en PCB's in aal. O nderzoek naar w ild e aal, gekw eekte aal, geïm porteerde aal en 56 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

57 gerookte aal. RIVO ra p p o rt C /0 2. R ijksinstituut vo or Visserijonderzoek, IJmuiden. Leonards, P.E.G., M. Lohm an, M.M. de W it, G. Booy, S.H. Brandsma, J. de Boer (2000). A ctuele situatie van gechloreerde dioxines, furanen en polychloorbiphenylen in visserijproducten: quick and full-scan. RIVO - ra p p o rt C /0 0, In stitu u t vo o r M ilieuvraagstukken VU Am sterdam. Leonards, P.E.G., W.J. D ulfer, en E.H.G. Evers, K. van de Guchte (2005). Inventarisatie en evaluatie dioxines in het Nederlandse aquatische m ilieu: status 2005, RIVO R apport N um m er: C /0 5, In stitu u t vo o r M ilieuvraagstukken VU Am sterdam. Leonards, P. (2006). V eldw erkgegevens bem onstering dioxines onderzoek W esterschelde In stitu u t vo o r M ilieuvraagstukken, VU Am sterdam. Leonards, P., P. C enijn, J. Kamstra, G. H opm an-u bbels, I. van der Veen, M. van Velzen, B. van der Horst (2006). G ebrom eerde vlam vertragers, geperfluoreerde verbindingen en in vitro bioassay a ctivite it in biotam onsters van de W esterschelde en het Kanaal G ent- Terneuzen. In stitu u t vo o r M ilieuvraagstukken VU Am sterdam. Lindberg, P., U. Seilström, L. H äggberg, C.A. de W it (2004). H igher brom inated diphenyl ethers and hexabrom ocyclododecane fo un d in eggs o f peregrine falcons (falco peregrinus) breeding in Sweden. Eviron. Sei. Technol. 3 8(1): Persbericht V W A 14 m aart SCF (2001). O p inion o f the Scientific C om m ittee on Food on the risk assessment o f dioxins and d io xin -like PCBs in fo od. SCF report C S /C N T M /D IO X IN /2 0 final. h ttp ://e u ro p a.e u.in t/c o m m /fo o d /fs /s c /s c f/o u t9 0 e n.p d f. Schouten, E.G., Advies van de directeur Bureau Risicobeoordeling, o nderw erp dioxines en dioxineachtige PCB's in paling (2007). Kenm erk V W A / /B u R / , Voedsel en W aren A u to rite it, Den Haag. Taal, C., H. Bartelings, A.K lok, J.A.E. van O ostenbrugge, B. de Vos (2006). Visserij in Cijfers R apport PR , Landbouw Economisch In stitu u t, Den Haag. Van den H euvel-g reve, M.J., P.E.G. Leonards en A.D. V ethaak (2006). D ioxineonderzoek W esterschelde; m eting van gehalten aan dioxines dio xine-a chtig e stoffen en andere m ogelijke probleem stoffen in visserijproducten, sedim ent en voedselketens in de W esterschelde. R apport R IK Z / R ijksw aterstaat R ijksinstituut vo o r Kust en Zee, M id de lburg. W eijs, P.J.M. en J.H. van W ijnen (2003). Visconsum ptie en blo otstelling aan dioxines en PCB's van Sportvissers (2003). R apport Hogeschool van Am sterdam. 57 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

58 Lijst afkortingen Ah BuR EAC ESFA EU HBCD IMARES KRW LNV M TR OSPAR PAK PBDE PBT PCB PCDD PCDF PFOA PFOS REP RIKZ RWS SCF TBBA TCDD TDI TEF TEQ V W A W H O A rylh ydrocarbon Bureau R isicobeoordeling Ecotoxicological Assessment C iteria (OSPAR) European Food Safety A u th o rity Europese Unie H exabroom CycloDodecaan Institu te fo r M arine Resources & Ecosystem Studies K aderrichtlijn W a te r M inisterie van Landbouw, N atuur en V o edse lkw a lite it M axim aal Toelaatbaar Risico Oslo Parijs Commissie Polycyclische Arom atische K o olw a tersto f Poly Broom D ifenyl Ether Persistent Bioaccum ulerend Toxisch Poly C hlo or Bifenyl Poly C hloor D ibenzo-p-d ioxine Poly C hlo or D ibenzofuraan PerFluorO cta anzuur P erfluoro ctyls ulfonzuur RElatieve Potentie R ijksw aterstaat - R ijksinstituut v o o r Kust en Zee R ijksw aterstaat Scientific C om m ittee on Food van de Europese Commissie T etrab room B isfenol-a 2,3,7,8 -T e tra C h lo o rd ib e n zo -p -D io xin e Total Daily Intake Toxische Equivalentie Factor Toxische dioxine EQ uivalent Voedsel en W aren A u to rite it W o rld Health O rganisation 58 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

59 Bijlage 1 O verzicht van de geanalyseerde parameters Garnalen, sprot en paling: Extractie van de m onsters en B ligh& D yer vetgehalten zijn d oor het IV M uitgevoerd. De extracten zijn naar het RIKILT verzonden w aar de zuivering, fra ctio n e rin g en analyses van dioxines, furanen en PCB's m et GC-HRM S plaatsvond. gechloreerde dioxines gechloreerde furanen 2,3,7,8-T C D D 2,3,7,8-TC D F 1,2,3,7,8-P C D D 1,2,3,7,8-PCDF 1,2,3,4,7,8 -H C D D 2,3,4,7,8-P C D F 1,2,3,6,7,8 -H C D D 1,2,3,4,7,8-H C D F 1,2,3,7,,9-H C D D 1,2,3,6,7,8-H C D F 1,2,3,4,6,7,8 -H C D D 1,2,3,7,8,9-H C D F O C D D 2,3,4,6,7,8-H C D F 1,2,3,4,6,7,8-H C D F 1,2,3,4,7,8,9-H C D F OCDF PCB's Non-ortho PCB's M ono-ortho PCBs CB-77 CB-105 C B-126 CB-118 C B-169 CB-156 marker PCB's CB-28 CB-52 CB-101 CB-118 CB-138 CB-153 CB-180 Daarnaast zijn (alleen vo o r paling) gebrom eerde vlam vertragers en geperfluoreerde verb in d in ge n bepaald. PBDE's BDE-28 BDE-47 BDE-66 BDE-71 BDE-75 BDE-77 BDE-100 BDE-119 BDE-138 BDE-153 BDE-154 BDE-183 BDE-85 BDE-190 BDE-99 BDE-209 a- b- en g-hbcd PFOS PFOA 59 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

60 Bijlage 2 O verzicht voorbew erking, analysem ethode en uitvoerend laboratorium stofgroep voorbewerking analyse-m ethode uitvoerend lab Dioxines Soxhlet, Powerprep (MLS, A l20 3, koolstof) GC-HRM S IV M, RIKILT W ageningen PCB's Soxhlet, GC-HRM S IV M, RIKILT Powerprep (MLS, W ageningen A l20 3, koolstof) BFR's Soxhlet, zuivering G C-M S, LC-MS IV M, Am sterdam PFOS/PFOA schudextractie, zuivering LC-MS IV M, Am sterdam 60 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

61 Bijlage 3 PBDE gehalten (n g /g natgew icht) in paling uit de W esterschelde en het Kanaal van Gent naar Terneuzen (2006) paling, paling, paling, paling, paling, Gent Vlissingen (Sloehaven) Terneuzen (Braakmanhaven) Hansweert Zelzate BDE28 0,3 0,4 0,4 0,2 0,3 BDE47 5,2 9,8 6,9 5,4 9,3 BDE49 1,2 1,9 1,6 0,4 0,7 BDE66 <0,1 0,2 0,2 <0,1 0,2 BDE71 <1,0 <1,3 <1,0 <1,5 <2,4 BDE75 0,5 0,4 0,3 0,9 1,4 BDE77 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 BDE85 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 BDE99 0,2 0,4 0,5 0,4 0,4 BDE100 5,2 7,2 5,6 1,9 3,8 BDE119 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 0,1 BDE138 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 BDE154 + BB153 0,8 1,2 0,9 0,5 0,9 BDE183 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 BDE190 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 BDE209 <0,2 <0,2 <0,2 <0,4 2,0 som BDE's ,7 19 Nr Hansweert Terneuzen Vlissingen Zelzate Gent lengte gew icht lengte g ew icht lengte g e w icht lengte gengte cm gr cm gr cm gr cm cm 1 37,5 84,5 44,0 101,5 44,5 156,5 2 34,5 64,0 44,0 132,5 41,0 107,0 3 35,0 65,0 43,0 128,5 40,0 116,0 4 34,5 52,5 39,5 82,5 38,0 96,0 5 34,0 60,0 35,5 59,5 34,5 69,0 6 33,0 60,0 7 34,5 57,0 8 32,5 46,0 9 30,5 37,0 gem. 34,0 58,4 41,2 100,9 39,6 108,9 38,9 33,7 st.dev. 1,9 13,3 3,7 30,9 3,7 31,9 61 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

62 Bijlage 4 Resultaten Nederlandse binnenw ateren (H oogenboom e.a., ) gehalten boven de EU-norm (totaal T E Q = 12pg/g ) en Ned. w arenw etno rm (PCB 153= 500 n g /g ) zijn ve tg e d ru kt (H oogenboom e.a., 2007) locatie grootte vet dioxines dioxineachtige totaal-teq som 6 PCB PCB's PCB's 153 (cm) % (pg TEQ /g) (pg TEQ /g) (pg T E Q /g )(n g /g )(n g /g ) Rijn, Lobith <30 3,8 1, ,2 0, > , W aal, Tiel <30 3,9 0, ,2 1, > , H ollands-d iep <30 7,3 1, , > , H aring vlie t W est <30 5,2 1, > H aringvlie t O ost <30 5,9 2, , > , N ieuwe M erw ed e <30 8,9 2, , > Lek, C ulem borg <30 6,1 1, , > , IJsselmeer, M edem blik <30 8,5 0,6 2,8 3, ,7 6,9 8, > ,3 7,2 8, Ketelm eer, Ketelhaven <30 3,3 0,5 4,2 4, ,9 1 6,5 7, > zie volgende pagina 62 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

63 Locatie Grootte Vet Dioxines dl--pcb's T otaal - som 6 PCB TEQ PCB's 153 (cm) % (pg T E Q /g )(p g T E Q /g )(p g T E Q /g )(n g /g )(n g /g ) M aas, Eijsden < ,7 0,3 6,6 6, > , M aas, Keizersveer <30 7,6 0, , > , IJssel, D eventer <30 6,1 0,9 8,3 9, ,5 0,6 6,1 6, > , Roer, V lo drop <30 nd , > , V echt, O m m en <30 4 0,3 2,6 2, ,4 0,3 1, > ,5 6,1 6, T w entekanaal, H engelo < ,5 0,4 1, > , V olkerak <30 2,7 1,5 5,1 6, ,9 3, > M aas-w aal kanaal, <30 nd M alden ,7 1, > , A m e r H D 61-H D 63 <30 8 2, , > Nieuwe M e rw e d e -t.h.v. <30 7 3, O ttersluis , > Biesbosch-Gat v.d. <30 5,1 1, N oorderklip , > , H a ring vlie t - <30 8,2 2, Korendijkse Geul , > , D ordtse Biesbosch - <30 6,2 5, t.n.v Koekplaat > Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

64 Dioxineonderzoek W esterschelde 2006

65 Gegevensblad RIKZ rapporten Opdrachtgevers / contactpersonen Titel Rapportnummer RWS Zeeland / Kees-Jan Meeuse Provincie Zeeland / Michiei Bil Ministerie van LNV / Helga Baidal-van der Giesen Vervolgonderzoek chemische stoffen in visserijproducten uit de Westerschelde; dioxines (w.o. furanen), PCB's, gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen, RIKZ/ Samenvatting In 2005 heeft een verkennend onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van chemische stoffen in de Westerschelde. Op basis van d it onderzoek heeft een vervolgonderzoek plaatsgevonden in 2006, met een focus op de visserijproducten. Monsters van visserijproducten zijn genomen uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen, met ais doei stofgehalten uit het verkennend onderzoek te verifiëren en de nieuwe resultaten te toetsen aan bestaande (internationale normen met het oog op consumptie van visserijproducten uit Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen. Op basis van dit onderzoek blijkt dat de resultaten uit 2006 redelijk overeenkomen met de resultaten uit Uitzondering zijn gehalten aan dioxines en dioxineachtige stoffen, gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen in palingmonsters van een aantal locaties, en dioxines en dioxineachtige stoffen in alle garnaalmonsters. Een aantal palingmonsters uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen overschrijdt opnieuw de nieuwe Europese levensmiddelennorm voor dioxines en dioxineachtige PCB's. Garnaalmonsters blijven hier ver onder. Voor sprot kan geen conclusie worden getrokken, omdat er te weinig werd gevangen. Aanbevolen w ordt om een consumptieadvies uit te brengen voor liefhebbers van en sportvissers op wilde paling uit de Westerschelde en het Kanaal Gent-Terneuzen, en gehalten in paling te blijven volgen middels een bestaand landelijk monitoringsprogramma. Daarnaast w ordt geadviseerd meer gegevens te verzamelen over emissie, gedrag en effecten van gebromeerde vlamvertragers en geperfluoreerde verbindingen op mens en milieu. Summary In 2005 a pilot survey was conducted to assess the presence of chemical compounds in the Western Scheldt estuary en fishery products from this area. Recommendations from this pilot study lead to a follow up study in 2006, which was focused on fishery products. Samples of fishery products were taken from the Western Scheldt estuary and Canal between the cities o f Gent and Terneuzen. The goal was to verify results from the pilot survey and compare new results to existing (inter)national standards w ith regards to food safety o f these fishery products. Results o f the follow up study turn out to be in the same range as the pilot study, except for concentrations of dioxins and dioxin-like compounds, brominated flame retardants and perfluorinated compounds in single eel samples, and dioxins and dioxin-like compounds in all shrimp samples. A number o f eel samples exceed the new European standard for dioxins and dioxin-like PCBs. Shrimp samples remain well below this standard, whereas fo r sprat no conclusion could be made due to low numbers o f sprat caught. It was advised to launch a public advice fo r the restriction o f the consumption o f eel from the Western Scheldt estuary and the Gent-Terneuzen canal, and to follow concentrations o f these compounds in eel using an existing national m onitoring programme. It was also recommended to obtain more information on emission, behaviour and effects o f brominated flame retardants and perfluorinated compounds on humans and the environment. Versie Eigenaar (===r auteur) 0 M.J. van den I leuvel- Greve 1 M.J. van den Heuvel- Greve 'O Datum Opmerking Beoordeeld Goedgekeurd 01/03/2007 Eindconcepl. D. Vel.haak H. van Pageo 04/04/2007 Definitief W. Groenewoud R. Jorissen Project ID Zeeland*Advies S / ƒ Vertrouwelijk m JA, to t aanbieding aan GS Provincie Zeeland NEE ƒ Status Startversie l~~l Eindconcept Definitief