v erdeelspelletj es Inhoud: 2 Verdelen per aantal groepen 9 verdelen per aantal deelnemers * 1 *

Transcriptie

1 v erdeelspelletj es Inhoud: Verdelen per aantal 9 verdelen per aantal deelnemers * 1 *

2 verdelen per aantal Grassprietje trekje Alle leden zoeken een lang grassprietje en een partner. Ze gaan dus per twee staan en haken de beide grassprietjes in elkaar zodat ze de twee uiteinden van hun grassprietje tussen hun vingers hebben. Dan gewoon trekken. De hele grassprietjes vormen een groep en de gebroken vormen de andere groep! Kaartjes pakken We stappen binnen de cirkel van een aaneengebonden touw en nemen het vast voor onze buik. Buiten de cirkel liggen kaartjes, zoveel als juist eentje minder dan het aantal deelnemers. Na het startsignaal gaat iedereen in het touw om te proberen zo een kaartje te bemachtigen. Natuurlijk heeft iemand geen kaartje. Deze speler behoort tot de eerste ploeg. Zo spelen we het spel tot iedereen weggevallen is. De eerste, derde, vijfde, zevende, behoren tot de eerste ploeg, de anderen tot de tweede ploeg. Hou je van me schatje? De deelnemers zitten in een cirkel. Men begint door aan de persoon recht of links van zich te vragen: Hou je van mij, schatje? Deze antwoordt dan : Ja, ik hou van je, schatje, maar ik kan echt niet lachen. Kan hij of zij dit antwoorden zonder te lachen, dan moet de eerste een ander liefje zoeken. Wie lacht, moet uit de kring. Je stopt het spel als de helft is afgevallen. Je kan ook de afvallers een nieuwe kring laten maken en daar verder doen. Zo duurt het wel langer tot er een evenwicht is. Misleiding Een leuke om vrienden juist eens niet bij elkaar te plaatsen: Je vraagt hen per twee te gaan staan, naast elkaar. Dan vraag je om al deze paren mooi achter elkaar te staan. De linkerrij vormt 1 groep, de rechterkant de andere. * *

3 verdelen per aantal Armworstelen Per twee gaan de deelnemers op handen en knieën naar mekaar zitten. Ze proberen elkaars polsen weg te trekken; wie het eerst neergaat, is in een groep, de anderen ook. Wees voorzichtig. Je kan natuurlijk ook kiezen voor het klassieke armworstelspel, waarbij de spelers plaats nemen aan een tafel, de ellebogen op tafel plaatsen, elkaars hand grijpen en vervolgens de hand van de tegenstander tot tegen het tafelblad duwen. Munststukken en schoenen De deelnemers gaan in een cirkel staan, in het midden worden muntstukken gelegd (aantal = aantal groepsleden/). Op een afgesproken teken ontstaat een ludiek gevecht waarbij het de bedoeling is om een muntstuk te bemachtigen en dit in een schoen van iemand anders te deponeren. De deelnemers die na verloop van tijd een muntstuk in hun schoenen krijgen, vormen één groep, de anderen ook. Wasknijpers 3 4 De helft van de spelers krijgt een wasknijper die ze, gedurende een bepaalde tijd, op iemand zonder speld proberen te knijpen. Na deze wasknijperoorlog wordt de balans opgemaakt: de spelers met een wasknijper horen samen, de spelers zonder speld vormen de tweede ploeg. Indien je meer dan twee nodig hebt, kan je werken met verschillende kleuren. 1,, 3, spring 3 De leden gaan achter elkaar op een rij staan, zonder dat ze weten waarom. Er wordt hen gezegd dat ze op de derde tel ofwel naar links, ofwel naar rechts moeten springen. Wanneer iedereen naar een kant is gesprongen, vormt de linkerkant 1 groep, net als de rechter. Bij 3 voer je de mogelijkheid in om te blijven staan. De middenste rij vormt dan ook een groep. * 3 *

4 verdelen per aantal Slingertikkertje Alle spelers lopen op het terrein, er zijn bijvoorbeeld 3 tikkers. Telkens iemand aangetikt wordt, geven zij elkaar een hand zodat er slingers gevormd worden. Het aantal tikkers is het aantal groepjes. Je kan ook met opsplitsen werken (vb: vanaf 6 opsplitsing van de slinger). 3 Appelsien 4 De groep moet één lange rij vormen en hand in hand staan. De monitor begint aan één uiteinde de rij op te rollen tot er een cirkel vol met leden ontstaat (de appelsien).de begeleider wordt dan een groot mes en snijdt de appelsien in twee. Je hebt nu ploegen. Kaartspel 4 Zat over het lijntje draaien Op het terrein is een lijn getrokken. Elke speler gaat om de beurt op de lijn staan, neemt een borstel(steel) en steekt hem ver boven het hoofd. Terwijl zijn ogen gericht blijven op de borstel, draait de speler zo vlug mogelijk 10 maal rond zijn eigen as. Je kan ook je vinger op de grond plaatsen en ronddraaien Wie van zattigheid naar de ene kant van de lijn valt, behoort tot de ene ploeg. De spelers die naar de andere kant vallen, behoren tot de andere groep. Voor vier maak je door een kruis te tekenen. De spelers gaan dan telkens in het middelpunt staan. Je laat iedere deelnemer een kaart trekken: alle zwarte samen, alle rode samen alle pare nummers samen, onpare samen alle zelfde tekens samen 4 * 4 *

5 verdelen per aantal Blad-steen-schaar We spelen per twee blad-steen-schaar, de winnaars vormen een ploeg en de verliezers. Als je 4 of 8 ploegen wil, dan laat hou je binnen de verliezers en de winnaars nog een wedstrijdje. Zo geraak je nog meer opgesplitst Vingertje-trek 5 De deelnemers moeten zo snel mogelijk één vinger van de monitor(en) vastnemen. Iedereen die een duim vastheeft, is een groepje, iedereen die de wijsvinger vastheeft, Dobbelen Iedereen werpt éénmaal met een dobbelsteen. Iedereen die 1 werpt samen, iedereen die twee werpt samen, Dieren op de rug Maak evenveel kaartjes met dierennamen als er kinderen zijn, maar groepeer ze per dierenfamilie. Een voorbeeld: mus-vink-grasparkiet of dolfijnhaai-potvis,... Laat nu iedereen zijn dierenfamilie samen zoeken, maar... je mag geen woorden gebruiken, enkel gebaren en geluiden! Neus verven!!! alle soorten Elke speler stopt zijn neus in een gaatje van een grote doos. De leiding die aan de andere kant van de doos zit, verft de neuzen in een verschillende kleur. Elke kleur is een ploeg. Genummerde kroonkurken Neem zoveel kroonkurken als er kinderen zijn. Schrijf aan de ene kant met alcoholstift een nummertje en laat de kinderen een kroonkurk trekken. Het nummertje dat erop staat is het nummer van de ploeg waar ze bij horen. * 5 *

6 verdelen per aantal Op een rij alle soorten Prentjes Het principe is eenvoudig. Je maakt een lange rij met alle deelnemers en geeft nummers voor zoveel je nodig hebt (bijv: 1,, 3, 4, 1,, 3, ). Zoek echter naar een zo willekeurig systeem om de rij te vormen: alfabetisch op voornaam (maar dan krijg je een groep met An, Ann, Anna, Annemarie,... ), stijgend huisnummer, aantal dagen tot je verjaardag, langste tong, grootte, schoenmaat, naam mama, Je kan ook beperkingen inlassen: er mag niet gepraat worden, geblinddoekt, op 1 been, op een smalle balk, Zoek in een tijdschrift zoveel afbeeldingen samen als je wilt en knip ze in zoveel stukken als er kinderen meespelen. Deel de stukken uit en laat hen de originelen weer samen puzzelen. Schoenen smijten Alle deelnemers doen één schoen uit en leggen ze op een grote hoop. Desnoods rommel je er nog eens goed in!! Dan smijt je beurtelings de schoenen rechts en links. De eigenaars van de schoenen rechts vormen een groep en de eigenaars van de schoenen links vormen een andere groep. Je kan natuurlijk ook meerdere vormen. Toevallige overeenkomsten Maak groepjes van kinderen met dezelfde schoenmaat, dezelfde geboortemaand, dezelfde haarkleur, hetzelfde huisnummer, dezelfde kledingstukken, beginletters van voornamen, zelfde horoscoopteken, kleur van sokken. LET OP! Hier werk je vaak met ongelijke. Je kan natuurlijk wat manipuleren om +/- gelijke te bekomen. alle soorten * 6 * Zangwedstrijd Op de grond liggen evenveel ballonnen als er spelers zijn met erin een zin van een liedje (er mogen er meer zijn als er met ongelijke kan gewerkt worden), door de ballon op te blazen en te laten springen bekomt men de zin die men moet zingen. Alle spelers met een zin uit hetzelfde lied gaan samen staan.

7 verdelen per aantal Een minuut Stoelendans Eén minuut: de spelers gaan met gesloten ogen op de grond zitten. Op het startsein van de begeleider moeten ze in gedachten één minuut blijven zitten. Wanneer ze denken dat de minuut voorbij is, staan de spelers recht. De begeleider geeft aan de eersten die rechtstaan het cijfer één en zij vormen de eerste groep. De volgende krijgen het cijfer twee en vormen groep twee, enz Fluiten van een bekend liedje Iedere speler krijgt van de spelleiding een kaartje waarop de titel van een bekend liedje staat geschreven. Er zijn evenveel liedjes als er groepjes nodig zijn. De deelnemers zingen of fluiten dit liedje en ontdekken tot welke groep ze behoren. Geurtjes alle soorten Alle spelers worden één voor één naar buiten geloodst en krijgen daar een deodorantgeurtje op het achterwerk. De spelers die dezelfde geur ontdekken bij hun spelgenoten vormen een ploeg. Je speelt een ouderwetse stoelendans. Je begint met 1 stoel minder dan het aantal personen. Als de muziek stopt, gaat iedereen zitten. Degene die geen stoel heeft, hoort bij groep 1. Dan neem je een stoel weg en begin je opnieuw. De volgende afvaller hoort bij groep, de volgende bij groep 3, enz. Tot iedereen verdeelt is. Mocht dit te lang duren, wegens een te grote groep, kan je ook telkens personen per keer laten afvallen. Zorg wel dat de verdeling nog steeds klopt! Gezinnen alle soorten De deelnemers vormen gezinnen naar keuze met mama, papa, kindje, hondje, kanarie,... (afhankelijk van de grootte van je groep). Als de deelnemers denken dat de groepjes gevormd zijn, breng je alle mama s, papa s, mama s, baby s,... samen zodat er nieuwe groepjes ontstaan. * 7 *

8 verdelen per aantal Toevalsplakkers Onder de stoelen, borden, bedden,... kleeft een papiertje met de groep waartoe iemand behoort. alle soorten De ballon Elke speler krijgt een ballon, die opgeblazen moet worden tot hij knalt. (of trap erop) Op een briefje dat in de ballon zit, lezen de spelers tot welke ploeg ze behoren. alle soorten De dierentuin Iedereen krijgt een kaartje met daarop de naam van een dier. Op het teken begint iedereen van de ploeg het geluid van dat dier na te bootsen. En dan gaan ze op zoek naar hun soortgenoten. Afhankelijk van het aantal ploegen die je nodig hebt pas je het aantal dieren aan. Ook zorg je ervoor dat er van elk dier ongeveer evenveel kaartjes zijn. Dus bij 16 kinderen 8 apen en 8 varkens en niet 3 apen en 13 varkens. * 8 *

9 verdelen per aantal DEELNEMERS GROEPJES VAN GROEPJES VAN Zoek je lief Er zijn evenveel lange stukken touw als er deelnemers zijn, gedeeld door twee. Je neemt de stukken touw in het midden vast, alle deelnemers nemen een uiteinde en binden deze rond hun enkel. De monitor laat de stroken los en de deelnemers trachten het kluwen te ontwarren en zo te ontdekken wie hun partner is. Knoop ontwarren GROEPJES VAN Hou je van me schatje? De deelnemers zitten in een cirkel. Men begint door aan de persoon recht of links van zich te vragen: Hou je van mij, schatje? Deze antwoordt dan : Ja, ik hou van je, schatje, maar ik kan echt niet lachen. Kan hij of zij dit antwoorden zonder te lachen, dan moet de eerste een ander liefje zoeken. Wie lacht vormt een koppel met de vrager. En zo voort tot alle koppeltjes gevormd zijn. Een aantal touwtjes ( de helft van de deelnemers) wordt door de deelnemers aan de uiteinde bij mekaar gehouden. Iedereen neemt een eindje en trekt eraan. Als de knoop ontward is, weten we wie onze partner is. Dieren op de rug Wirwar GROEPJES VAN De spelers lopen allemaal door elkaar. Als de leiding tweemaal fluit gaan ze zo rap mogelijk per twee staan. Fluit zij driemaal, dan gaan ze per drie staan zo worden er ploegjes gevormd. 3 GROEPJES VAN * 9 * Maak evenveel kaartjes met dierennamen als er kinderen zijn, maar groepeer ze per dierenfamilie. Een voorbeeld: mus-vinkgrasparkiet of dolfijn-haaipotvis,... Laat nu iedereen zijn dierenfamilie samen zoeken, maar... je mag geen woorden gebruiken, enkel gebaren en geluiden!

10 verdelen per aantal DEELNEMERS Toneeltje Door middel van vrije expressie kan je zoveel mogelijk ploegjes maken als je nodig hebt je past je toneeltje gewoon aan. Voorbeeld ploegjes van 4: Sluit je ogen, stel je voor je loopt langs een kanaal op een zondagochtend (de vakantiegangers lopen rond)... je bent op weg naar de bakker... plotseling sla je je voet om... je hebt zo n erge pijn dat je moet manken... je kan niet meer verder... gelukkig komt er net een fietser aan, die wil je wel meenemen achterop (vormen ploegjes per twee)... je fietst verder, maar het geluk zit je niet mee... jullie krijgen een platte band... Maar ook hier weer komt het geluk langs, daar zie je een auto en jullie beginnen te liften... met vieren rijden jullie verder naar je bestemming... Nu staan ze per vier en is je ploeg verdeeld. Genummerde kroonkurken Neem zoveel kroonkurken als er kinderen zijn. Schrijf aan de ene kant met alcoholstift een nummertje en laat de kinderen een kroonkurk trekken. Het nummertje dat erop staat is het nummer van de ploeg waar ze bij horen. GROEPJES VAN 4 Mama Mango GROEPJES VAN 5 Je hebt sets van reepjes papier, waarop je gelukkige families (in de vorm van soortnamen van fruit) hebt opgeschreven. Het aantal in elke familie hangt af van het aantal deelnemers dat je in de groep wilt. Bijvoorbeeld voor van 4 kan je 4 reepjes papier maken met: grootmoeder mango, moeder mango, vader mango en baby mango. En zo ook met bananen, sinaasappelen, granaatappels, enzovoort Er moeten evenveel strookjes papier zijn als het aantal spelers. Elke speler krijgt een strookje papier en loopt rond in het lokaal. Ieder wisselt zo dikwijls mogelijk zijn stukje om. Als je fruitkom roept, kijkt iedereen naar zijn stukje papier om te zien tot welke familie men hoort en begint zijn fruitnaam te roepen (bv. Mangomango-mango! ) tot de hele familie bij elkaar is. De familie zit neer zodra ze volledig is: grootmoeder onderaan, vader op haar schoot, moeder op zijn schoot en baby op haar schoot. Je kan dit spel verschillende keren spelen en dan aankondigen: Blijf in jullie, we gaan een spel beginnen Op een rij Het principe is eenvoudig. Je maakt een lange rij met alle deelnemers en splitst om de zoveel deelnemers. Zoek echter naar een zo willekeurig systeem om de rij te vormen: alfabetisch op voornaam (maar dan krijg je een groep met An, Ann, Anna, Annemarie,... ), stijgend huisnummer, aantal dagen tot je verjaardag, langste tong, grootte, schoenmaat, naam mama, lengte van het haar * 10 *

11 verdelen per aantal DEELNEMERS Prentjes Zoek in een tijdschrift zoveel afbeeldingen samen als je wilt en knip ze in zoveel stukken als er kinderen meespelen. Deel de stukken uit en laat hen de originelen weer samen puzzelen. Schoenen smijten Alle deelnemers doen één schoen uit en leggen ze op een grote hoop. Desnoods rommel je er nog eens goed in!! Dan smijt je het aantal schoenen samen naargelang je deelnemers in je wil. Nu gaat iedereen op zoek naar zijn schoen en bijgevolg zijn groep. Wasdraad Aan een draad hangen we verschillende gekleurde lintjes, evenveel van elk kleur als deelnemers per groep. Geblinddoekt moet ieder een lintje pakken. Wie een lintje heeft, behoort tot de ploeg met hetzelfde kleur. Slingertikkertje Alle spelers lopen op het terrein, er zijn bijvoorbeeld 3 tikkers. Telkens iemand aangetikt wordt, geven zij elkaar een hand zodat er slingers gevormd worden. Je kan een maximumaantal personen per slinger opgeven (een slinger met zes personen wordt dan opgesplitst in twee slangen van drie) om zo het gewenste aantal groepjes te bekomen. Knikkerberg Knikkers van verschillende kleuren verstoppen we in een berg zand. Na het startsignaal moet iedereen een knikker trachten te bemachtigen. Elke kleur vormt een ploeg. Je kan natuurlijk iets anders dan knikkers nemen. LET OP! Jongere kinderen vinden op het einde niet altijd een knikker meer, wat soms tot vervelende situaties kan leiden. Hou eventueel wat knikkers achter de hand. Toevalsplakkers Onder de stoelen, borden, bedden,... kleeft een papiertje met de groep waartoe iemand behoort. * 11 *

12 verdelen per aantal DEELNEMERS Blinddoeken Iedereen loopt geblinddoekt rond. Op het sein tracht men van een bepaald aantal vormen. De ballon Elke speler krijgt een ballon, die opgeblazen moet worden tot hij knalt. (of trap erop) Op een briefje dat in de ballon zit, lezen de spelers tot welke ploeg ze behoren. De dierentuin Iedereen krijgt een kaartje met daarop de naam van een dier. Afhankelijk van het aantal ploegen die je nodig hebt pas je het aantal dieren aan. Ook zorg je ervoor dat er van elk dier ongeveer evenveel kaartjes zijn. Dus bij 16 kinderen 8 apen en 8 varkens en niet 3 apen en 13 varkens. Op het teken begint iedereen van de ploeg het geluid van dat dier na te bootsen. En dan gaan ze op zoek naar hun soortgenoten. * 1 *

13 eigen notities * 13 *

14 eigen notities * 14 *

15 inhoud Verdelen per aantal Grassprietje trekje Kaartjes pakken Hou je van me schatje? Misleiding 3 Armworstelen 3 Muntstukken en schoenen 3 Wasknijpers 3 1,, 3, spring 4 Slingertikkertje 4 Appelsien 4 Zat over het lijntje draaien 4 Kaartspel 5 Blad-steen-schaar 5 Vingertje-trek 5 Dobbelen 5 Dieren op de rug 5 Genummerde kroonkurken 5 Neus verven!!! 6 Op een rij 6 Prentjes 6 Schoenen smijten 6 Zangwedstrijd 6 Toevallige overeenkomsten 7 Een minuut 7 Stoelendans 7 Fluiten van een bekend liedje 7 Gezinnen 7 Geurtjes 8 Toevalsplakkers 8 De ballon 8 De dierentuin 9 Verdelen per aantal deelenemers 9 Zoek je lief 9 Hou je van me schatje? 9 Knoop ontwarren 9 Wirwar 9 Dieren op de rug 10 Toneeltje 10 Mama Mango 10 Genummerde kroonkurken 10 Op een rij 11 Prentjes 11 Schoenen smijten 11 Wasdraad 11 Knikkerberg 11 Slingertikkertje 11 Toevalsplakkers 1 Blinddoeken 1 De ballon 1 De dierentuin 13 Eigen notities * 15 *

16 verdeelspelletjes * 16 *