INVLOED VAN TECHNOLOGIE OP WERKEN IN DE FOODSECTOR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INVLOED VAN TECHNOLOGIE OP WERKEN IN DE FOODSECTOR"

Transcriptie

1 INVLOED VAN TECHNOLOGIE OP WERKEN IN DE FOODSECTOR Toekomstschets voor 4 beroepen Datum 7 januari 2020 Rapportage voor MBO life sciences

2 INVLOED VAN TECHNOLOGIE OP WERKEN IN DE FOODSECTOR Toekomstschets voor 4 beroepen Rapport voor MBO life sciences Datum 7 januari 2020 Auteurs Joep van den Eerenbeemt, Wouter van der Torre Projectnummer Rapportnummer TNO 2020 R10014 Contact TNO Joep van den Eerenbeemt Telefoon Joep.vandeneerenbeemt@tno.nl Datum 7 januari 2020 Rapportage voor MBO life sciences Copyright 2020 TNO Den Haag Alle rechten voorbehouden. De informatie in dit document mag niet zonder de schriftelijke toestemming van TNO aan derden ter inzage of beschikking worden gesteld en mag door de opdrachtgever uitsluitend worden gebruikt ter evaluatie van deze rapportage

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Doel Leeswijzer Onderzoeksaanpak Technologische ontwikkelingen Impactgebieden Werk gerelateerde taken Competenties Werkgelegenheid Impact op functies (proces) Operator Medewerker Technische Dienst Laborant / Analist Medewerker Quality Assurance...17 Copyright 2020 TNO Den Haag

4 Copyright 2020 TNO Den Haag

5 1 Inleiding In 2019 is het programma Wendbaar Vakmanschap in een Lerende Organisatie (WVLO) van start gegaan. De aanleiding was dat technologische ontwikkelingen in de foodsector steeds sneller gaan. Medewerkers moeten zich om die reden continue ontwikkelen en wendbaar zijn. Zodat ze voortdurend bijdragen aan de innovatiekracht en de productiviteit van de foodsector. Om wendbaar te zijn, is een werk- en leeromgeving nodig die dit ondersteunt: de lerende organisatie en de faciliterende opleider. In het programma WVLO werken bedrijven en opleiders samen om deze omgeving vorm te geven. Over de impact van technologie op werk is op macroniveau veel gepubliceerd en op dit niveau wordt de urgentie gevoeld (SER, 2017; McKinsey, 2018; World Economic Forum, 2018; McKay et al., 2019). Op het niveau van sectoren, regio s, organisaties en individuen is veel minder inzicht in de effecten van nieuwe technologieën en wordt de urgentie om actie te ondernemen mede daardoor nog onvoldoende gevoeld (SER, 2018; UWV, 2018; Boersma et al., 2018).Maar juist op deze niveaus is het van belang om over te gaan tot concrete acties. Kortom, om in de werk-leeromgeving gericht op wendbaar vakmanschap in te spelen op de technologische ontwikkelingen, is het volgende nodig: Inzicht in de concrete gevolgen van technologische ontwikkelingen voor het werk en de benodigde competenties. Een gevoel van urgentie bij alle stakeholders om hierop in te spelen. Concrete handelingsopties. Om ons inzicht te vergroten, is binnen het programma WVLO in 2019 de impact van toekomstige technologische ontwikkelingen op vier functies in de foodsector onderzocht voor de regio Friesland. 2 Doel In deze beknopte schets beschrijven we de impact van technologische ontwikkelingen op de toekomstige taken en competenties voor de volgende vier functies: (proces) operator. medewerkers technische dienst. laborant/analist, en medewerkers quality assurance. We hanteren hierbij een tijdshorizon van vijf jaar. Copyright 2020 TNO Den Haag 3

6 3 Leeswijzer We merken bij deze schets het volgende op: Ieder bedrijf in de sector zal in zijn eigen tempo de toekomstige technologische veranderingen ondergaan. Hierdoor zal deze schets voor sommige bedrijven al direct van toepassing zijn, terwijl het voor andere bedrijven nog een aantal jaar zal duren voordat ook zij de impact van technologische veranderingen ervaren. Onderstaand beschrijven we eerst de gehanteerde onderzoeksaanpak. Vervolgens de meest relevante technologische ontwikkelingen. Daarna volgt een schets van hoe deze technologieën in de sector de komende jaren gebruikt kunnen worden. Vervolgens beschrijven we de impactgebieden alvorens we de impact per functie in kaart brengen, op taak en competentieniveau. 4 Onderzoeksaanpak In het rapport van TNO uit 2017 Nieuwe Technologie en Werk wordt duidelijk wat de concrete impact van technologieën op een aantal specifieke functies is en hoe die impact in kaart kan worden gebracht. Voor dit onderzoek hebben we een vergelijkbare onderzoeksmethodiek ingezet. Iedere stap in het onderzoeksproces verzamelt de noodzakelijke informatie om de volgende stap te kunnen zetten. In de eerste fase hebben we informatie verzamelt over de verschillende functies. Verschillende regionale bedrijven hebben hun functieprofielen ingestuurd waarna deze zijn samengevoegd tot één regionaal profiel per functie. Daarnaast is er in stap twee deskresearch gedaan om een eerste beeld te krijgen bij de belangrijkste technologische ontwikkelingen in de sector. Ten slotte hebben we met twee experts van FME, de afdeling Strategy & Policy en een expert van de FNLI interviews uitgevoerd om de technologische ontwikkelingen alsmede het tijdspad waarin deze relevant zullen worden uit te diepen. Deze informatie was noodzakelijk om de volgende stap te kunnen zetten; het in kaart brengen van de impact op van de ontwikkelingen op taken en competenties. Per functieprofiel zijn er drie of vier medewerkers geïnterviewd om de opgestelde takenlijst te controleren en verbeteren. In de workshops namen per functie leidinggevenden van verschillende bedrijven in de regio deel. Gedurende deze hele onderzoeksopzet werd de huidige toekomstschets geformuleerd, iedere keer aangevuld met de nieuwe relevante informatie. Figuur 1 geeft de stappen weer die in dit onderzoek zijn doorlopen. Copyright 2020 TNO Den Haag 4

7 Figuur 1. Onderzoeksopzet. 5 Technologische ontwikkelingen De maatschappelijke uitdaging waar het project op inspeelt, is de snelle ontwikkeling van technologieën en de kansen en bedreigingen die dat biedt voor onder meer werkprocessen, taken en benodigde van een aantal sleutelfuncties in de food. Om in te kunnen spelen op de gevolgen van technologische ontwikkelingen voor werk moeten we meer inzicht krijgen in de concrete gevolgen in de komende vijf jaar, moet er voldoende gevoel van urgentie zijn bij alle stakeholders en moeten we concrete handelingsopties aanbieden op basis van de ontwikkelde inzichten. Er bestaan verschillende overzichten voor potentieel disruptieve technologieën. In deze schets beperken wij ons tot technologische ontwikkelingen die het meest relevant zijn voor de foodsector en de geselecteerde beroepen. Vanwege de selectie van beroepen vallen de technologieën die impact hebben op de ontwikkeling van nieuwe voedingsmiddelen buiten beschouwing. Alle technologische ontwikkelingen die tijdens de interviews zijn geïdentificeerd vallen onder digitalisering: Automatisering & Robotisering. Augmented & Virtual Reality. In-line sensortechnologie. Blockchain technologie voor de digitale transparante keten. (Big) Data analytics. Predictive maintenance. Kunstmatige inteligentie. De digitale transformatie van het productieproces in de voedingsindustrie zal er voor zorgen dat meer informatie vrijwel exclusief via computerschermen, apps of tablets in te zien is. Het doel van de digitale transformatie is om processen efficiënter te maken en fouten en Copyright 2020 TNO Den Haag 5

8 storingen te voorkomen (foutloos produceren). De rol van mensen wordt vaak (relatief) kleiner en verandert. Het uitlezen van gegevens op schermen wordt steeds belangrijker. Onderstaand werken we de technologieën verder uit. Automatisering & robotisering Hoewel automatisering en robotisering containerbegrippen zijn, kunnen we voor de Foodsector iets specifieker zijn. In de toekomst zullen volledige productielijnen vaker aan elkaar gekoppeld worden en kunnen fabrieken vrijwel autonoom productiewerk verrichten. Robots zullen steeds meer repetitieve (gestandaardiseerde) taken overnemen, terwijl tegelijkertijd ook steeds meer mogelijkheden ontstaan om nieuwe (unieke) vragen van klanten snel (en semi-automatisch) te verwerken in het gerobotiseerde productieproces. Zo heeft FrieslandCampina recent een State of the Art autonome fabriek geopend met daarin volledig gekoppelde productielijnen. Hierdoor hoeven de medewerkers minder te interveniëren in de productielijn en verschuift de kennis die men heeft van bijvoorbeeld één type pomp naar kennis over het hele systeem. Augmented & Virtual Reality Augmented Reality (AR) is een beeld van de werkelijkheid waaraan digitaal elementen worden toegevoegd. Dit kan via een beeldscherm, op een smartphone, via een AR bril of door middel van projectie. We zien dus de omgeving of een object waaraan extra informatie wordt toegevoegd. In Virtual Reality (VR) bekijken we een virtuele, volledig geprogrammeerde wereld. Dit maakt het mogelijk om ons te begeven in een wereld die compleet los van de werkelijkheid staat. AR en VR zijn voor de Foodsector met name van belang bij onderhoud. AR en VR maken het mogelijk dat onderhoudsmonteurs of engineers op afstand mee kunnen kijken en digitaal aanwijzingen kunnen geven bij het oplossen van technische problemen. Zo kan expertise goedkoper worden ingekocht doordat experts niet altijd meer op locatie hoeven te zijn. Daarnaast bieden AR en VR toepassingsmogelijkheden bij het trainen van mensen. Inline sensortechnologie Sensortechnologie vindt tegenwoordig zijn weg naar onze broekzakken doordat telefoons in staat zijn onze slaappatronen, ons stemgeluid en onze hartslag te meten. De Foodsector is al veel langer bekend met de inline vorm van sensortechnologie. Dit wordt bijvoorbeeld ingezet voor ph metingen, metingen van de kleur, omvang of het gewicht van producten en voor de aan- of afwezigheid van micro-organismen. De komende jaren zal deze trend voortzetten. Mogelijk zullen ontdekkingen in heel andere werkgebieden invloed hebben op hoe de inline sensortechnologie ingezet kan worden, zo gebruikt de politie inmiddels geursensoren om hennepplantages te identificeren. In ieder geval is duidelijk dat deze manier van meten zowel steeds sneller als steeds meer data zal produceren. Blockchain technologie voor de digitale transparante keten Met blockchain wordt (decentraal of gezamenlijk) en op een volledig transparante wijze een grootboek bijgehouden. Deze vorm van datamanagement maakt het mogelijk om bedrijven te verbinden, waardoor volledige transparantie van de keten mogelijk is en men de weg van een product door de keten kan achterhalen. Alle gebruikers krijgen bijvoorbeeld inzicht in de datum waarop een grondstof/product is geoogst, de temperatuur en de snelheid waarmee het zich heeft verplaatst en wanneer het product de fabriek heeft verlaten. Copyright 2020 TNO Den Haag 6

9 In de toekomst zullen consumenten meer transparantie verwachten en zullen organisaties dit dus ook meer moeten gaan bieden. (big) Data analytics Vrijwel alle genoemde technologieën leiden tot data als output. In essentie is dit niet anders dan wat er in huidige fabrieken gebeurt, alleen wijkt de schaalgrootte af van het huidige systeem. Ieder onderdeel in een fabriek communiceert in de toekomst namelijk met elkaar. Deze grote hoeveelheid data zal moeten worden geïnterpreteerd door mensen om gerichte keuzes te maken. Het omzetten van data in informatie kan worden ondersteund door slimme software en dashboards. Het vertalen van data uit het productieproces naar kennis en nieuwe inzichten, biedt nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld voor het optimaliseren van productieprocessen. Daarnaast is het in de wereld van Big Data steeds gebruikelijker om predictief te werk te gaan. Bijvoorbeeld door te voorspellen welke consument op welk product zit te wachten. Gerichte marketing en gerichte R&D zullen van steeds groter belang worden in een wereld waar data centraal staat. Predictive maintenance Klassiek gezien wordt onderhoud verricht wanneer iets gecorrigeerd moet worden. Er is bijvoorbeeld een onderdeel stuk of het onderdeel loopt trager en moet worden gerepareerd. Door kennis van looptijd wordt vaak ook al preventief onderhoud verricht. Soms komt dit preventieve onderhoud te vroeg, of blijkt het achteraf overbodig. In de toekomst zal predictive maintenance een belangrijke rol gaan spelen in het verbeteren van de betrouwbaarheid van productielijnen en/of machines doordat het storingen voorkomt en tegelijkertijd besparingen oplevert omdat minder preventief onderhoud hoeft te worden verricht. Om de onderhoudsprocessen efficiënter te laten verlopen, maakt predictive maintenance gebruik van inline sensoren, algoritmes en data-analyse. Kunstmatige intelligentie Technologie is ondersteunend aan mensen maar is ook afhankelijk van onze inzichten en kennis. Mensen helpen algoritmes beter te worden door ze te voeden met de kennis die ze bezitten. In de interviews komen voorbeelden van bakkersrecepten naar voren die nu langzaam maar zeker ingevoerd worden in slimme software. Niet alleen de kennis van recepten en producten wordt ondervangen in AI, maar ook bijvoorbeeld vraagstukken rondom procesoptimalisatie in productielijnen. In de toekomst kunnen, door middel van machine learning, nieuwe aanpassingen in het productieproces worden aangedragen. Medewerkers zullen hieraan bijdragen door te beoordelen of de aangedragen mogelijkheden kunnen en daadwerkelijk werken. Met iedere beoordeling van de medewerkers leert het algoritme beter te begrijpen welke regels gelden. 6 Impactgebieden De experts gaven aan dat de bovenstaande technologische ontwikkelingen een belangrijke impact zullen hebben op werkgerelateerde taken, competenties en werkgelegenheid. Onderstaand beschrijven we, op basis van de literatuur en de interviews, deze impact eerst in het algemeen. Vervolgens zoomen we in op de 4 specifieke functies. Copyright 2020 TNO Den Haag 7

10 6.1 Werk gerelateerde taken Onder invloed van de digitalisering zien we sinds 1996 het aandeel routinematige fysieke en cognitieve taken in Nederland afnemen, terwijl de non-routinematige analytische en interactieve taken toenemen (Van den Berge & Ter Weel, 2015). Daarnaast worden een aantal specifieke routinematige fysieke taken (het besturen van machines) en cognitieve taken (zoals boekhouden) makkelijker automatiseerbaar. Ook uit onderzoek in de Verenigde Staten, waarin verder in de tijd is teruggekeken (Levy & Murnane, 2013), blijkt dat routinematige handmatige, routinematige cognitieve en non-routinematige handmatige taken op de langere termijn in belang afnemen. Daarentegen wordt het oplossen van ongestructureerde problemen en werken met nieuwe informatie sinds 1960 belangrijker (Levy & Murnane, 2013). Ongenuanceerd kan gezegd worden dat hoger opgeleiden relatief veel non-routinematige taken uitvoeren in hun werk, terwijl middelbaar en lager opgeleiden meer routinematige taken uitvoeren die te automatiseren zijn. Hoewel lager opgeleiden relatief veel routinematige taken uitvoeren, voeren zij daarnaast echter ook relatief veel interactieve taken uit (klantcontact bijvoorbeeld). Tijdens de interviews ontstaat niet alleen het beeld dat digitalisering leidt tot van verdwijnende taken. Het draagt juist ook sterk bij aan het veranderen van taken. Dit komt overeen met eerder onderzoek van TNO (Oeij et al., 2016). Zo wordt bijvoorbeeld het werken in een nieuwe, meer geautomatiseerde omgeving anders vormgegeven. Steeds vaker zal het werk van medewerkers eisen dat ze zowel het totaaloverzicht van processen hebben als om kunnen gaan met specialistische apparatuur. 6.2 Competenties Om de nieuwe taken te kunnen blijven vervullen en van toegevoegde waarde te blijven in de Foodsector, moeten medewerkers zich constant blijven ontwikkelen (OECD, 2017, McKinsey, 2018). Competentie-veroudering wordt een steeds grotere uitdaging (Sanders, 2016) en duurzame inzetbaarheid en leven lang leren worden steeds belangrijker. Om te kunnen blijven ontwikkelen is niet alleen klassikale, formele scholing van belang, maar juist ook leren op de werkvloer (Van der Torre et al., 2019; Fouarge et al., 2017). Steeds vaker zal zelflerend vermogen een kerncompetentie van medewerkers worden. Uit de interviews komt daarnaast naar voren dat medewerkers vaker mee moeten denken in het verbeteren van processen en het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Dit betekent onder meer dat ze vaker hun ideeën helder zullen moeten verwoorden en verdedigen. Uiteraard zijn ook het kunnen omgaan met de nieuwe technologieën en de het kunnen interpreteren van de data competenties die steeds vaker gevraagd zullen worden. Tenslotte lijkt het erop dat medewerkers in alle functies steeds vaker in (multidisciplinair) teamverband moeten kunnen functioneren. Dit betekent dat communicatieve vaardigheden, rapporteren en instrueren in belang toenemen. Het continu blijven ontwikkelen van nieuwe competenties bij medewerkers zal van bedrijven vragen om meer in hun mensen te investeren. Copyright 2020 TNO Den Haag 8

11 6.3 Werkgelegenheid De geïnterviewden geven aan dat de digitalisering in de Foodsector voor een aantal functies in de komende jaren kan leiden tot minder banen. Meer processen worden overgenomen door robots (of andere vormen van automatisering) en de mens wordt vaker ingezet om het gehele proces te overzien dan om individuele apparaten te besturen. Dit geldt overigens niet voor alle beroepen en niet voor ieder beroep in dezelfde tijdsspanne. Daarnaast zijn ook andere factoren van invloed op de werkgelegenheid, zoals de conjunctuur, de vraag naar bepaalde producten en de concurrentiepositie. Tegelijkertijd komt duidelijk naar voren dat veel openstaande vacatures steeds moeilijker te vullen zijn. Bedrijven zijn op zoek naar hoger opgeleid personeel, maar bieden vaak onvoldoende uitdagend werk om hen ook vast te houden. Daarnaast wordt steeds vaker gezocht naar profielen die schaars zijn op de arbeidsmarkt, zoals beschikken over kennis van nieuwe meet- en regel technologie in combinatie met praktijkervaring en ervaring met procestechniek. Ook lijkt ieder bedrijf te zoeken naar mensen met hele specifieke kennis en vaardigheden. Volgens een branchevereniging zoeken 70 verschillende machinebouwers naar mensen met 70 verschillende skillsets. 7 Impact op functies Dit hoofdstuk beschrijft de impact van de bovenstaande technologieën op de taken en competenties van de toekomst van (proces) operators, medewerkers technische dienst, laborant/analist en quality assurance. Omdat niet voor iedere functie iedere technologie direct van toepassing is, komen er maar een aantal technologieën per functie terug. 7.1 (proces) Operator Door de digitalisering zijn in moderne fabrieken in de toekomst geen (individuele) apparaten meer die door mensen bestuurd hoeven worden, maar zijn alle individuele machines gekoppeld tot productiestraten (gehele systemen) die gecontroleerd moeten worden. Steeds minder bepaalt de operator wanneer een productielijn start of wanneer er ingegrepen moet worden. Om productiestraten te contoleren moet de operator een helder begrip hebben van de totale productielijn en hoe deze door een softwaresysteem wordt aangestuurd. Het werk wordt daarmee complexer en vereist waarschijnlijk minimaal een MBO diploma. Voorheen gebruikte een operator al zijn zintuigen en ervaring om te bepalen of een machine goed liep. Warmte, geur en geluid kunnen bijvoorbeeld een indicatie geven dat er iets aan de hand is. In de toekomst moet de operator vrijwel alle afwijkingen in het systeem vanaf een beeldscherm kunnen uitlezen en weten welke acties ondernomen kunnen worden om bij te sturen. Verder worden procesoperators in toenemende mate verantwoordelijk voor de veiligheid van medewerkers in de fabriek en krijgen zij om die reden taken op dat gebied toebedeeld. Copyright 2020 TNO Den Haag 9

12 Technologieën die directe invloed hebben op de functie (proces) operator: Automatisering & Robotisering. In-line sensortechnologie. Big data Taken van de toekomst Nieuwe taken: Operator is steeds meer eigenaar van een productielijn en helpt ook bij (preventief) onderhoud en schoonmaken. Instellen van de softwareprogramma s wordt een grotere taak. Steeds meer machines zijn digitaal en hebben veel keuzemogelijkheden qua instellingen. Groeitaken: Raadplegen / beoordelen planning. Monitoren, controleren en inspecteren van de productie apparatuur via beeldschermen. Opstarten, bedienen, controleren en bijsturen van productie apparatuur en monitoren van het procesverloop via beeldschermen. Registreren van kwaliteits- en productiegegevens, storingen, afwijkingen. Inwerken nieuwe collega s en bijdragen aan werkinstructies. Toezien op juiste verwerking afvalstromen. Schoonhouden of maken van apparatuur en werkomgeving. Krimptaken: Meedenken met en meewerken aan verbetertrajecten (product en proces). Signaleren en melden van storingen, afwijkingen, gebreken in het proces. Verhelpen van kleine storingen en assisteren (van TD) bij het verhelpen van grotere storingen. Naleven voorschriften m.b.t. kwaliteit, milieu, Arbo. Stabiel blijvende taken: Plannen en afroepen van hulp- en grondstoffen iom logistiek medewerker. Aanmaken van additieven, oplossingen volgens instructies (van het lab). Indien nodig ombouwen, schoonmaken of afstellen/instellen van apparatuur. Nemen van monsters en laten vaststellen van meetwaarden. Controle en gereedmaken apparatuur en werkomgeving m.b.t. (voedsel)veiligheid en hygiëne Competenties van de toekomst De bovenstaande veranderingen in taken, vereisten ook een verandering in de competenties van de operator. Hieronder staan de competenties die tijdens de workshops door verschillende bedrijven zijn benoemd als passend bij het toekomstige profiel van de (proces) operator. Digitale vaardigheden. Verstand van de apparatuur die voor een steeds groter deel digitaal is. Digitale systemen kunnen instellen, maar ook gevoel hebben bij hoe die systemen werken. Copyright 2020 TNO Den Haag 10

13 Analyseren van gegevens. Door de digitalisering komen steeds meer data ter beschikking en wordt steeds meer data-gestuurd gewerkt. Een storing wordt bijvoorbeeld aangeven op een display. De operator moet de informatie vervolgens kunnen duiden en er een actie aan verbinden. Ook kunnen processen worden geoptimaliseerd door analyse van de data. De operator speelt een rol bij deze analyse. Probleemanalyse & storingsanalyse. Er zijn minder storingen, maar de storingen worden complexer, deels doordat machines gekoppeld zijn. Er moet dus mede op basis van de data geanalyseerd worden waar de storing precies zit en hoe deze verholpen kan worden. Beoordelen van bronnen. Er is ook buiten de systemen steeds meer informatie beschikbaar. Vele operators zoeken online naar informatie. Dit maakt het belangrijk dat operators vast kunnen stellen in hoeverre bronnen betrouwbaar zijn. Samenwerken met andere expertise/disciplines/multidisciplinair. Door de complexere systemen en storingen moet er steeds meer multidisciplinair worden samengewerkt met bijvoorbeeld de technische dienst. Ook moeten de operators van elkaars ervaringen leren en die ervaringen en kennis delen. Communiceren: verbale en schriftelijke verslaglegging. Voor de multidisciplinaire samenwerking is het van belang om duidelijk te kunnen communiceren met mensen met andere achtergronden. Helder en concreet waarnemingen onder woorden brengen is ook van belang in het kader van hulp op afstand. Daarnaast is duidelijke schriftelijk communicatie van belang. In de systemen moeten immers ervaringen en waarnemingen worden vastgelegd. Het belang van heldere schriftelijke verslaglegging neemt daarnaast toe omdat operators meer verantwoordelijkheden krijgen en er minder collega s in de buurt zijn. Reflecteren en leren van je eigen werk. Doordat er steeds met nieuwe technologieën en software wordt gewerkt, moeten operators zich voortdurend ontwikkelen. Ze moeten hiervoor kunnen experimenteren en leren. Fouten maken mag, maar het is belangrijk dat operators hierop kunnen reflecteren, weten hoe ze met fouten omgaan en hoe ze daarvan leren. Kritisch en nieuwsgierig zijn is ook heel belangrijk om te kunnen leren in het werk. Operators moeten vragen kunne stellen om te begrijpen waarom dingen gaan zoals ze gaan. Belangrijke aspecten hierbij zijn samenvatten en doorvragen bij (meer ervaren) collega s, niet te snel tevreden zijn met een antwoord en het echt willen begrijpen. Veranderbereidheid, flexibiliteit. Deels in het verlengde van leren van je eigen werk, moeten operators met een andere mindset tegen hun werk aan kijken. De toekomst brengt nieuwe technologieën, andere methoden en andere taken. Vasthouden aan hun huidige vaardigheden en kennis zal in de nabije toekomst steeds minder functioneel zijn. Zelfstandig werken. Operators zijn in de toekomst met minder mensen verantwoordelijk voor dezelfde productie. Ze moeten steeds vaker zelfstandig beslissingen nemen. Verantwoordelijkheidsgevoel, pro-actief handelen en besluiten durven nemen worden daardoor belangrijker. Copyright 2020 TNO Den Haag 11

14 7.2 Medewerker Technische Dienst Ook in de toekomst zal de medewerker technische dienst zich primair bezighouden met het repareren, onderhouden en kalibreren van apparatuur. Hiermee wijzigen de kerntaken dus niet ten opzichte van de huidige taken. Echter zal dit reparatie- en onderhoudswerk wel steeds vaker softwarematige componenten hebben, waarvoor digitale vaardigheden noodzakelijk zijn. Daarnaast zullen deze medewerkers vaker aangestuurd worden door predictive maintenance systemen, die op basis van metingen in de apparatuur aangeven dat er onderdelen preventief vervangen kunnen worden om toekomstige storingen te voorkomen. Net als bij de operator zullen ook medewerkers technische dienst dus vaker hun informatie van schermen krijgen in plaats van uit de praktijk. Ook zal de medewerker Technische Dienst vaker duidelijk uitleg moeten kunnen geven aan de procesengineers over de werkzaamheden die hij heeft verricht en mee moeten denken over het verbeteren of efficiënter maken van processen. De verwachting is niet dat de eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid binnen deze functie zal komen te liggen. Deze eindverantwoordelijkheid komt waarschijnlijk bij een reliability engineer wiens taak zich primair richt op het bestuderen en optimaliseren van de betrouwbaarheid van een systeem. Technologieën die directe invloed hebben op de functie medewerkers technische dienst: Automatisering & robotisering. AR / VR. Predictive maintenance. Big Data Taken van de toekomst Nieuwe taken: Data-ondersteund kunnen werken. Ondersteuning bieden (virtueel) vanuit expertrol. Multidisciplinair samenwerken. Groeitaken: Lokaliseren van de oorzaak van storingen, raadplegen van operators, verrichten van testen en metingen. Bijdragen aan opleiding en ontwikkeling van (nieuwe) collega s en werken aan eigen ontwikkeling. Krimptaken: Beoordelen van de aard en omvang van problemen, en vaststellen of direct repareren noodzakelijk en mogelijk is. Opstellen van onderhoudsschema s en inspectielijsten. Uitvoeren periodieke inspecties, zelfstandig beoordelen van de staat van onderhoud en veiligheid van complexe apparatuur/ installaties en verrichten van metingen a.d.h.v. controlelijsten en eigen inzichten. Copyright 2020 TNO Den Haag 12

15 Bijhouden en aanpassen van documentatie (tekeningen, schema s, instructies) op basis van aangebrachte wijzigingen aan apparatuur. Mede beheren, onderhouden en kalibreren van meetapparatuur. Doen van voorstellen voor uitbreiding en vervanging. Stabiel blijvende taken: Samenwerken met externe experts om storingen te analyseren en op te lossen Ontvangen, assisteren en begeleiden van monteurs van derden bij de uitvoering van meer omvangrijke reparaties. Afstellen (en kalibreren) van installaties. Testen en na goedkeuring opleveren/overdragen van de installaties aan productie. Signaleren van (dreigende) mankementen, herstellen voor zover dit direct mogelijk is Doen van voorstellen voor aanvullend preventief onderhoud, modificaties of vernieuwing van apparatuur en (gebouw gebonden) installaties ter optimalisering van de productielijnen. Specificeren en rapporteren van wijzigingen aan belanghebbenden. Registreren van uitgevoerde werkzaamheden, urenverantwoording en materiaalgebruik Competenties van de toekomst De bovenstaande veranderingen in taken, vereisen ook een verandering in de competenties van de medewerker technische dienst. Hieronder staan de competenties die in de workshops door de verschillende bedrijven zijn benoemd als zijnde passend bij het toekomstige profiel van de medewerker technische dienst. Analytische vaardigheden Analytische vaardigheden omvat het geheel kunnen overzien, data en andere input kunnen analyseren, inductief en deductief kunnen redeneren, verbanden kunnen leggen en conclusies kunnen trekken op basis van alle informatie. Dit betekent dat de medewerker moet kunnen analyseren op een hoger abstractieniveau (dan bijv. storingsanalyse) en niet alleen de symptomen maar juist de oorzaken moet kunnen analyseren. Probleemoplossend vermogen Op basis van de analyse moeten medewerkers technische dienst een besluit kunnen nemen en daar een actie aan kunnen verbinden. Dit vraagt niet alleen besluitvaardigheid, maar ook durven ondernemen. Dit terwijl er op basis van de beschikbare informatie een keuze gemaakt moet worden en er niet altijd 100% zekerheid is. Prioriteiten stellen & besluitvaardigheid Wanneer het probleem geïdentificeerd is, wordt er een houding verwacht waarbij de medewerker eigenaar is van dit probleem. Onafhankelijk van de aanleiding bepaalt de medewerker wie er betrokken moeten worden en onderneemt de medewerker zelf stappen om de juiste partijen aan te laten sluiten. Wanneer er meer werk is dan haalbaar, wordt de medewerker geacht om zelf prioriteiten te stellen die het belang van de organisatie dienen. Communicatieve vaardigheden De medewerker technische dienst moet kunnen uitleggen wat hij of zij gaat doen, maar ook wat de verrichte werkzaamheden zijn geweest. Niet langer communiceert de medewerkers dit alleen met directe collega s, maar steeds Copyright 2020 TNO Den Haag 13

16 vaker ook met medewerkers in andere functies en vanuit andere disciplines. Dit betekent dat de medewerker zich moet kunnen aanpassen aan de gesprekpartner en zich moet kunnen inleven in degene met wie het gesprek gevoerd wordt. Kennis kunnen overbrengen De medewerker technische dienst moet zijn kennis over kunnen brengen op (nieuwe) collega s. Dit vereist didactische vaardigheden, het bieden van begeleiding en coachend optreden. Keten denken Aansluitend bij communicatieve vaardigheden en kennisoverdracht, moet de medewerker vakoverstijgend leren denken. De gevolgen van problemen gaan namelijk niet alleen zijn directe collega s aan, maar ook andere disciplines in dezelfde lijn. Het gaat bij deze competentie dus om de interne keten. Methodisch werken Het is van groot belang dat de medewerker technische dienst gestructureerd werkt en de werkzaamheden vastlegt. Methodisch werken maakt de genomen werkstappen herhaalbaar en herleidbaar. Deze competentie zal vroeg vanuit de opleiding meegegeven moeten worden zodat er vroegtijdig mee geoefend kan worden. Mechatronische vakkennis Uiteraard is mechatronische technische vaardigheid van belang. Het up to date houden van deze combinatie van elektrotechniek, werktuigbouwkunde, besturingstechniek en meet- en regeltechniek blijft voor de medewerker technische dienst essentieel. Nieuwsgierig en leergierige houding Werken met nieuwe technologieën en in een andere rol vraagt om zelfontplooiing van de medewerker technische dienst. Het is dus van belang dat zij met een open blik deze veranderingen tegemoet treden en nieuwsgierig zijn naar zowel nieuw werk als naar vernieuwingen in de technologische processen. Zelfreflectie Zelfreflectie omvat de bereidheid en vaardigheid om stil te staan bij de kwaliteit van het werk, maar ook de effectiviteit van de samenwerking en de communicatieve vaardigheid. Het moet ervoor zorgen dat de medewerker technische dienst beter begrijpt waarom hij of zij met verschillende medewerkers beter of minder goed kan samenwerken én wat hij of zij moet doen om deze samenwerking te verbeteren. Veranderbereidheid / flexibiliteit Het werk zal vereisen dat er in de komende jaren met andere methoden wordt gewerkt. Dit impliceert dat de medewerker mee moet kunnen veranderen en adaptief moet zijn. Daar hoort bij dat de medewerker een open houding heeft ten aanzien van veranderingen en niet structureel vast blijft houden aan de huidige werkzaamheden. 7.3 Laborant / Analist Het lijkt erop dat de laborant de komende jaren zijn kennis zal gaan overdragen aan algoritmes. De receptuur zal namelijk vaker in digitale systemen terecht komen. Daarnaast neemt in-line meetapparatuur een deel van de huidige werkzaamheden over, waardoor deze in omvang zullen krimpen. Uiteraard vraag een nieuw meetsysteem wel weer om menselijke controle, maar dit zal minder vaak hoeven te gebeuren dan momenteel. Copyright 2020 TNO Den Haag 14

17 Het uitlezen van de uitkomsten van de nieuwe meetsystemen zal vaker automatisch gaan, maar de interpretatie van deze uitkomsten zal voor de laborant steeds complexer worden. Daarnaast krijgt het beroep een ander karakter. De laborant wordt minder een zelfstandige analist op het lab en meer een integraal onderdeel van het bedrijf. Resultaten zullen aan verschillende groepen moeten worden teruggekoppeld op een begrijpelijk wijze. Daarnaast moeten er conclusies worden geformuleerd op basis van de data en de acties die hieruit voortkomen moeten zowel het management als een klant verder helpen. Hiermee krijgt het beroep een meer adviserende rol. Mogelijkheden binnen de functie laborant liggen in taken rondom innovatie en optimalisatie. Laboranten die mee kunnen denken over nieuwe recepten en producten zullen nodig blijven. Daarnaast zijn er, net als bij de bovenstaande beroepen, altijd mogelijkheden om bij te dragen aan optimalisatie. Technologieën die directe invloed hebben op de functie laborant zijn: Automatisering & robotisering. In-line kwaliteitsmonitoring. Transparante, digitale keten. (Big) data analytics Taken van de toekomst Nieuwe taken: Interpreteren en duiden van complexe data analyses. Uitvoeren van adviesrol naar verschillende afdelingen en managementlagen. Beheersen van digitale applicaties en nieuwe apparatuur (als laboratorium operator). Groeitaken: Opstellen, vastleggen in werkinstructies en valideren van nieuwe methoden en/of procedures, raadplegen van de vakliteratuur. Onderzoek naar de aard, omvang en oorzaak van klachten, beoordelen van historische analyseresultaten. Doen van verbetervoorstellen op basis van onderzoek t.a.v. hygiëne, kwaliteitsproblemen en analysemethodieken. Expertise en inzichten delen in diverse werkgroepen en interdisciplinaire overleggen. Krimptaken: Nemen van monsters of het ontvangen, ophalen en/of verdelen van monsters binnen het laboratorium. Gereedmaken van te onderzoeken monsters en producten m.b.v. de beschikbare apparatuur, prepareren van oplossingen, verpakkingsmaterialen, voedingsbodems en reagentia. Verrichten van standaard chemische en microbiologische analyses op grondstoffen, halffabricaten en eindproducten conform de geldende voorschriften en protocollen. Uitvoeren van omgevingsonderzoek, waaronder controleren van productielijnen op Copyright 2020 TNO Den Haag 15

18 hygiënische gesteldheid en lokaliseren van kritische besmettingspunten. Visueel en organoleptisch beoordelen van producten op kleur, geur en smaak. Signaleren, melden en oplossen van (dreigende) tekorten aan voorraden gebruiksartikelen, chemicaliën en overige laboratorium benodigdheden. Schoonmaken van materialen en glaswerk. Vastleggen en archiveren van de (analyse)gegevens in de relevante registratiesystemen. Stabiel blijvende taken: Berekenen en beoordelen van kwaliteitsgegevens ten opzichte van specificaties en normen, zo nodig (in overleg met leidinggevende) herhalen van metingen bij twijfelachtige resultaten. Vaststellen van de werkvolgorde. Onderhouden, kalibreren en ijken van laboratoriumapparatuur volgens voorschriften. Signaleren en melden van storingen aan laboratoriumapparatuur, verhelpen van storingen. Zorgen voor adequate informatieoverdracht aan collega's Competenties van de toekomst De bovenstaande veranderingen in taken, vereisen ook een verandering in de competenties van de laborant/analist. Hieronder staan de competenties die tijdens de workshops door verschillende bedrijven zijn benoemd als passend bij het toekomstige profiel van de laborant/analist. (data) Analytische vaardigheden Analytische vaardigheden vereisen het analyseren en interpreteren van data, waarbij de interpretatie het vormen van een oordeel omvat. Om dit goed te kunnen doen is statistische kennis een pré. Een goede analist ziet de verbanden tussen verschillende datasets en verbanden tussen de data en de praktijk. Adviesvaardigheden De analist krijgt een belangrijkere consultancy rol in de organisatie. Hier hoort bij het interpreteren van informatie, en met name het toelichten van deze informatie aan hoger management of productieklanten. Extern georiënteerd Aansluitend op de adviesvaardigheden moeten de analisten vaker klantgericht handelen, waarbij de klantvraag goed uitvragen centraal staat. Deze externe focus behelst een andere, meer commerciële blik van de analist. Niet langer werkt hij of zij alleen maar voor de organisatie zelf, maar steeds vaker is de blik naar buiten gericht. Digitale vaardigheden Uiteindelijk zullen vrijwel alle resultaten uit digitale systemen gelezen moeten worden. Dit vereist nieuwe digitale vaardigheden. Hieronder valt onder andere het uitlezen van displays, maar ook het besturen van de software van iedere machine. Copyright 2020 TNO Den Haag 16

19 Communicatieve vaardigheden Zowel schriftelijk als mondelinge vaardigheden worden steeds belangrijker. Bij schriftelijke communicatie gaat het bijvoorbeeld om het helder invullen van storingsrapportages. Bij mondelinge communicatie ligt de nadruk op de inbreng in projectteams en communicatie richting management. Dit impliceert dat analisten helder moeten kunnen uitleggen wat te zien is in de grafieken (trends) en hoe dit geïnterpreteerd moet worden. Met als doel dat zij de teamleider of medewerkers in projecten kunnen overtuigen op basis van feiten. Doordat het werk in wisselende teams zal worden verricht, vereist dit flexibiliteit en contextgevoeligheid van de analist. Daarnaast is het goed visueel kunnen uitbeelden van resultaten een pré. Prioriteiten stellen & besluitvaardigheid In de flexibele werkomgeving is het van belang dat de analist zijn aandacht verdeelt. Daarvoor is het belangrijk dat hij of zij onderscheid kan maken tussen taken die van matig belang zijn en taken waar zijn of haar expertise de grootste impact heeft. Hoofd en bijzaken kunnen onderscheiden (o.a. op basis van beleid en toekomstvisie van de organisatie) wordt dus steeds belangrijker. Gestructureerd en nauwkeurig werken Gezien de aard van het werk blijft het voor de analist/laborant essentieel dat zijn werk herhaalbaar is. Dit betekent dat gestructureerdheid en nauwkeurigheid in het werk en de rapportage van groot belang is. Technische kennis Uiteraard blijft de analist ook technisch vaardig. Hij moet methodologisch onderlegd zijn, kennis hebben van de apparatuur maar ook inzicht behouden in de machineprocessen. Samenwerken Passend in het beeld van de meer adviserende analist, hoort ook het idee dat de analist vaker samen zal werken met medewerkers met andere functies. Hierbij gaat het om samenwerkingen binnen en buiten de organisatie. Dit vereist aanpassingsvermogen maar ook het vermogen om werk voor anderen voor te bereiden. Bijvoorbeeld door nieuwe voorschriften beter toe te spitsen op de doelgroep waarvoor deze bedoeld zijn. Flexibiliteit in activiteiten De taken en de rol van de analist veranderen langzaam maar zeker, wat flexibiliteit en aanpassingsvermogen vereist. In de periode waarin nieuwe taken en bestaande (verdwijnende) taken beiden in het taakpakket van de analist vallen, is het aan de analist om hier flexibel en adaptief mee om te gaan. Nieuwsgierig en leergierige houding Werken met nieuwe technologieën en in een andere rol vraagt om zelfontplooiing van de analist. Het is van belang dat analisten deze veranderingen met een open blik tegemoet treden en nieuwsgierig zijn naar zowel nieuw werk als naar vernieuwingen in de organisatie (processen). Zelfreflectie de bereidheid en vaardigheid om stil te staan bij de kwaliteit van het werk zullen het onderscheid gaan maken tussen de betere en mindere analisten. 7.4 Medewerker Quality Assurance Over de toekomstige rol van de medewerker Quality Assurance (QA) bestond tijdens de interviews en workshops minder consensus dan bij de andere drie functies. Copyright 2020 TNO Den Haag 17

20 De verschillen tussen bedrijven lijken groter. Voor het ene bedrijf is de rol vergelijkbaar met een Field Operator, een medewerker die nog de fabriek ingaat, mensen uit de technische dienst ondersteunt en samples neemt van het product. Voor een ander bedrijf is de medewerker quality assurance eerder een data-analist die verantwoordelijk is voor het interpreteren van data uit de in-line sensoren en deze interpretatie voor het hoger management kan duiden. In dit tweede geval moet er in de toekomst steeds meer zelfstandige besluitvorming plaatsvinden. De functie wordt vaak aan HBO werk- en denkniveau gekoppeld. De inhoudelijke risico s waar de medewerker mee te maken krijgt verschillen per bedrijf. Dit hangt bijvoorbeeld af van de export oriëntatie van het bedrijf, aangezien in verschillende landen verschillend naar risico s wordt gekeken. De geïnterviewden zijn het er wel over eens dat voedselveiligheid een belangrijk thema zal blijven in de toekomst. Ook veiligheid in de fabrieken blijft hoog op de agenda staan. Beiden vallen, ook nu al, in het verantwoordelijkheidsgebied van de QA medewerker. Technologieën die directe invloed hebben op de functie medewerker QA zijn: Automatisering & Robotisering. In-line sensortechnologie. (Big) Data analytics Taken van de toekomst Nieuwe taken: Verbreding adviestaak: risico op reputatieschade, imago, business continuity en bedrijfsprestaties. Signaleren en analyses op basis van (big) data, de uitkomsten duiden en rapporteren (Uitbreiding van de taak signaleren en onderzoeken van aan kwaliteit gerelateerde problemen). Advies uitbrengen over voedingstrends of actualiteiten in de maatschappij (Uitbreiding van taak bijdragen aan kwaliteitsbewustzijn). Groeitaken: Het bewaken en onderhouden van het kwaliteitssysteem en specificatiesysteem zodat voedselveiligheid, kwaliteit van producten, grondstoffen- en eindproductspecificaties voldoen aan wettelijke eisen, voedselveiligheidseisen en eisen van klanten. Krimptaken: Het opstellen, onderhouden en verbeteren van kwaliteitsstandaarden, instructies en procedures, o.a. op basis van kennis over ontwikkelingen in kwaliteitsstandaarden. Procesmonitoring en validatie op kritische controlepunten. Het plannen, voorbereiden en uitvoeren van interne en externe proces- en productaudits. Opstellen, beheren/actueel houden en delen van documentatie in de hiertoe betreffende interne en externe (ERP- en kwaliteit)systemen. Het beantwoorden van vragen en afhandelen van klachten van consumenten. Stabiel blijvende taken: Copyright 2020 TNO Den Haag 18

21 Prestaties en risico s analyseren op basis van kwaliteitsrapportages van het kwaliteitssysteem en het specificatiebeheerssysteem. Het signaleren en onderzoeken van aan kwaliteit gerelateerde problemen en het aandragen van collectieve en preventies acties en grotere verbetervoorstellen. Bijdragen aan kwaliteitsbewustzijn en (ad hoc) expertise delen door middel van diverse interne overlegvormen, trainingen en projectteams. Het onderhouden van contact met interne en externe stakeholders (relatiebeheer). Beantwoorden van business-to-business gerelateerde vragen, klant specifieke wensen en zorg dragen voor een effectieve klachtenafhandeling Competenties van de toekomst De bovenstaande veranderingen in taken, vereisen ook een verandering in de competenties van de medewerker Quality Assurance. Hieronder staan de competenties die in de workshops door verschillende bedrijven zijn benoemd als passend bij het nieuwe profiel van de medewerker Quality Assurance. Digitale vaardigheden. Ook voor deze groep medewerkers geldt dat digitale skills in belang toenemen. Medewerkers moeten bijvoorbeeld kunnen werken met meer geavanceerde of specialistische software. Analytische vaardigheden. Het analyseren en interpreteren van data wordt een belangrijkere competentie. Er komt steeds meer data beschikbaar waar de medewerker QA mee kan en moet werken. Dat betekent analyses uitvoeren, betekenis geven aan de resultaten en op basis daarvan besluiten. Innovatie vermogen. In de toekomst besteedt de medewerker QA continue aandacht aan hoe processen verbeterd kunnen worden en zorgt hij of zij er voor dat verbeteropties worden geadopteerd door andere stakeholders. Dat betekent onder meer dat de medewerker moet kunnen reflecteren en evalueren, methodisch en gestructureerd kan werken zodat zijn werk herhaalbaar is, en anderen kan overtuigen. Systeem- en proces denken. Voor de medewerker is en blijft het van groot belang om het gehele systeem te kunnen overzien. En dat systeem bestaat niet alleen uit de interne processen. De gehele keten (leveranciers en klanten) moet in beschouwing worden genomen. De medewerker QA moet ook steeds beter begrijpen hoe bepaalde processen werken om goed advies te kunnen geven. Daardoor neemt technische proceskennis in belang toe. Communicatievaardigheden. Het is voor de medewerken QA van groot belang dat hij of zij kan schakelen tussen de verschillende niveaus in de organisatie. De medewerker moet zich kunnen inleven in de verschillende perspectieven en belangen en de verschillende talen kunnen spreken. De verschillende (interne) stakeholders moeten overtuigd worden en op een lijn gekregen worden. Zowel schriftelijke als mondelinge vaardigheden zijn van belang. Copyright 2020 TNO Den Haag 19

22 Oordeelsvorming. Onafhankelijke oordeelsvorming over de kwaliteit van de producten is van cruciaal belang voor de functie medewerker QA. Op basis van data, maar ook met input van verschillende collega s moet er een goed onderbouwd oordeel worden gevormd. De medewerker moet daarnaast stevig in de schoenen staan om dit oordeel over te kunnen brengen. Kennis van wet- en regelgeving. De medewerker QA moet goed op de hoogte blijven van (veranderingen in) wet- en regelgeving. De veranderingen moeten geïnterpreteerd en toegepast worden op specifieke situaties en dit kan per land aanzienlijk verschillen. Copyright 2020 TNO Den Haag 20

23

24 TNO.NL Healthy Living Schipholweg ZL Leiden Postbus DA Leiden T info@tno.nl Handelsregisternummer TNO