AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW"

Transcriptie

1 WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA 2a WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO - T. HAVO. VWO 2a VMBO - T. HAVO. VWO ISBN _OM.indd :23:47

2

3 2a WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-T.HAVO.VWO AUTEURS GERARD SMITS BEN WAAS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA ZESDE DRUK MALMBERG S-HERTOGENBOSCH

4 THEMA 1. Verbranding en ademhaling 3 2. Voeding en vertering De bloedsomloop Waarneming en regeling 129

5 THEMA 3 DE BLOEDSOMLOOP 89

6 1. Bloed 1 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Waaruit bestaat bloed? Afb. 1 Uit 2 In afbeelding 1 is schematisch een reageerbuis met bloed getekend. Het bloed heeft enkele dagen gestaan, waardoor bloedbestanddelen naar beneden zijn gezakt. Welke bestanddelen van het bloed zijn naar beneden gezakt? 3 Een onderzoeker heeft een reageerbuis met 100 ml bloed. Via een bepaalde techniek scheidt zij het bloedplasma van de vaste bestanddelen. Zij doet het bloedplasma in reageerbuis 1 en de vaste bestanddelen in reageerbuis 2. Ze vergelijkt de inhoud van de twee buizen. In welke reageerbuis zit de grootste inhoud? Leg je antwoord uit. In reageerbuis, want 2 OPDRACHT In afbeelding 2 staan stoffen die in het bloedplasma voorkomen. Noteer de stoffen in het schema. Afb. 2 opgeloste stoffen koolstofdioxide voedingsstoffen zuurstof water plasma-eiwitten (7%) zouten bloedplasma (91%) (een klein beetje) (2%) afvalstoffen bijv. 90

7 3 OPDRACHT Afbeelding 3 is een artikel uit een medisch tijdschrift. Beantwoord de volgende vragen over dit artikel. 1 Door welke stof krijgt bloed een rode kleur? 2 Wat is er aan de hand bij iemand die bloedarmoede heeft? 3 Wat zijn de verschijnselen bij bloedarmoede? 4 Welke stof is nodig voor de vorming van hemoglobine? 5 Noem twee oorzaken van bloedarmoede. 6 Hoe kan worden vastgesteld of iemand bloedarmoede heeft? Afb. 3 Bloedarmoede (anemie) Men spreekt van bloedarmoede als het aantal rode bloedcellen in het bloed te laag is. Ook kan het gehalte aan hemoglobine (de kleurstof in de rode bloedcellen) te laag zijn. In beide gevallen krijgen de cellen van het lichaam minder zuurstof aangevoerd. Als je bloedarmoede hebt, voel je je daardoor voortdurend zwak en vermoeid. Je hebt vaak hoofdpijn en bent kortademig. Door allerlei oorzaken kan het aantal rode bloedcellen in het bloed verminderen. Bij veel mensen bevat het bloed in de wintermaanden minder rode bloedcellen dan in de zomer. Bij vrouwen daalt het aantal rode bloedcellen tijdens de menstruatie. En ook bij jonge meisjes die slecht eten en weinig slapen, daalt het aantal rode bloedcellen al gauw. Toch treedt in deze gevallen meestal slechts een geringe vermindering op en is er geen sprake van bloedarmoede. Een ernstige vermindering van het aantal rode bloedcellen kan worden veroorzaakt door te weinig ijzerzouten in het voedsel. Een arts kan dan staalpillen voorschrijven. Staalpillen bevatten ijzer. IJzerzouten zijn nodig voor de vorming van hemoglobine. Ook kan bloedarmoede worden veroorzaakt door vitaminegebrek. Je kunt niet aan de huidkleur zien of iemand bloedarmoede heeft. Veel mensen die bleek zijn, blijken toch een normaal aantal rode bloedcellen te hebben. Bloedarmoede kan alleen worden vastgesteld door het bloed te laten onderzoeken in een medisch laboratorium. 91

8 4 OPDRACHT Vul het schema in. Gebruik daarbij: bij 1: ja nee; bij 2: bloedstolling ziekteverwekkers (bacteriën) bestrijden zuurstoftransport; bij 3: Hebben ze een celkern? 2 Wat is hun functie? Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes 3 Hoeveel zitten er gemiddeld in mm 3 bloed? 5 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Hoe komt het dat witte bloedcellen hun functie ook buiten de bloedvaten kunnen vervullen? 2 In een ontstoken wond kan etter (pus) ontstaan. Waaruit bestaat etter? Uit 3 Wat is er aan de hand bij iemand die trombose heeft? 4 In 1 liter bloed zitten gemiddeld miljard rode bloedcellen. Herman heeft 5 liter bloed. Bereken hoeveel rode bloedcellen Herman heeft. Herman heeft 92

9 6 OPDRACHT PRACTICUM: BLOEDCELLEN WAT HEB JE NODIG? een klaargemaakt preparaat van bloed een microscoop tekenmateriaal WAT MOET JE DOEN? Bekijk het preparaat bij een vergroting van 100. Zoek een gedeelte van het preparaat op waarin je zowel rode als witte bloedcellen ziet. Bekijk het preparaat vervolgens bij een vergroting van 400. Maak in dit vak een tekening van een rode bloedcel en van een witte bloedcel. Zet onder de tekeningen: rode bloedcel witte bloedcel. Geef in de witte bloedcel aan: celkern. HB. 2 BLZ

10 2. De bloedsomloop 7 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Waarom noemen we de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop? Omdat 2 In afbeelding 4 is de bloedsomloop van een vis schematisch getekend. Heeft een vis ook een dubbele bloedsomloop? Leg je antwoord uit. Afb. 4 Bloedsomloop van een vis (schematisch). kop met kieuwen hart orgaan orgaan, want 3 Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de kleine bloedsomloop van de mens? 4 Wat gebeurt er met zuurstof en koolstofdioxide in de grote bloedsomloop van de mens? 5 In afbeelding 13 van je handboek is een helft van de bloeds omloop blauw gekleurd en de andere helft rood. Dit is gedaan om het zuurstofgehalte van het bloed aan te geven: zuurstofrijk of zuurstofarm. (In werkelijkheid is zuurstofrijk bloed felrood en zuurstofarm bloed donkerrood.) Welk deel in afbeelding 13 geeft zuurstofrijk bloed aan, het rode of het blauwe deel? Leg je antwoord uit. 94

11 6 In het diagram van afbeelding 5 is het gehalte van zuurstof in het bloed in een bloedsomloop weergegeven. Geeft dit diagram de verandering weer van het zuurstofgehalte van het bloed in de grote bloedsomloop of in de kleine bloedsomloop? Leg je antwoord uit. In de bloedsomloop, want Afb. 5 zuurstofgehalte van het bloed HB. 3 BLZ. 89 plaats 3. Het hart 8 OPDRACHT In afbeelding 6 zie je een schematische tekening van een lengtedoorsnede van het hart. Noteer de namen van de aangegeven delen. Geef met pijlen aan in welke richting het bloed door het hart en door de bloedvaten stroomt. Kleur alle delen die zuurstofrijk bloed bevatten rood en alle delen die zuurstofarm bloed bevatten blauw. Afb. 6 95

12 9 OPDRACHT Vul het schema in. Gebruik daarbij de woorden van afbeelding 7. Afb. 7 aorta linkerboezem holle aders longen rechterboezem longslagaders organen longaders Kleine bloedsomloop Grote bloedsomloop Volgorde 1 rechterkamer 1 linkerkamer OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 In afbeelding 14 van je handboek zie je het hart voor het grootste deel rechts van het borstbeen getekend. Ligt het hart voor het grootste deel in de rechterhelft van het lichaam? Leg je antwoord uit., want 2 Door welke bloedvaten stroomt bloed dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen naar de hartspier? 3 Door welke bloedvaten stroomt bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en andere afvalstoffen weg uit de hartspier? 4 Bloed stroomt vanuit de aorta via de kransslagaders naar hartspierweefsel en via de kransaders terug in de rechterboezem. Behoren de kransslagaders en kransaders tot de kleine bloedsomloop of tot de grote bloedsomloop? 96

13 5 Afbeelding 8 is een deel van een artikel over de voetballer Nwankwo Kanu. Wat was er aan de hand bij de hartstoornis van Kanu? Afb Waardoor raakte de linkerkamer van het hart van Kanu te vol? Doordat Niet alle delen van het hart hebben een even dikke spierwand. Dit hangt samen met de afstand waarover het bloed door elk hartdeel wordt weggepompt. 7 Welke delen van het hart hebben de meest gespierde wand, de boezems of de kamers? Leg je antwoord uit. De, want 8 Welke kamer heeft de meest gespierde wand, de linkerkamer of de rechterkamer? Leg je antwoord uit. Nwankwo Kanu heeft een plastic hartklep Nwankwo Christian Kanu (1 augustus 1976) is een Nigeriaanse profvoetballer met een schitterende carrière bij topclubs. Kanu speelde van 1993 tot 1996 bij Ajax. Hij maakte in 54 wedstrijden 25 goals. In 1996 werd Kanu verkocht naar Inter Milan. Kort na zijn overgang van Ajax naar Inter Milan bleek uit een medische keuring dat Kanu een hartkwaal had. Een klep in de aorta functioneerde niet goed en begon te lekken. De linkerkamer van het hart raakte te vol. Hierdoor werden de functie van het hart en het leven van Kanu ernstig bedreigd. De artsen kwamen tot de slotsom dat hij de hartafwijking al bij zijn geboorte had meegekregen. Kanu onderging in november 1996 een vier uur durende hartoperatie. Bij de Afrikaan werd een plastic aortaklep aangebracht. Hij kwam pas in april 1997 terug bij Inter Milan. Ondanks zijn operatie werd Kanu in 1996 verkozen tot Afrikaans voetballer van het jaar. De, want Joran is geboren met een hartafwijking. Hij heeft een opening in de tussenwand van het hart (zie afbeelding 9). Als de hartkamers zich samentrekken, stroomt er bloed door de opening. Dat bloed stroomt in de richting van de pijl. 9 Is de hoeveelheid bloed die in de aorta stroomt door Jorams hartafwijking groter of kleiner dan normaal? Of heeft de opening in de harttussenwand daar geen invloed op? Leg je antwoord uit. Afb. 9. De hoeveelheid bloed is, want HB. DE WERKING VAN HET HART BLZ

14 11 OPDRACHT Vul de ontbrekende woorden in het schema in. Gebruik daarbij de woorden van afbeelding 10. Enkele woorden moet je meer dan een keer gebruiken. Afb. 10 holle aders en longaders kamers druk boezems dicht longslagader en aorta open Samentrekken van de boezems 1 De trekken zich samen. Hierdoor stroomt het bloed van de in de. 2 De hartkleppen zijn dan. 3 De halvemaanvormige kleppen zijn dan. Samentrekken van de kamers 4 Direct daarna trekken de zich samen. 5 De hartkleppen gaan dan. 6 De in de kamers stijgt. 7 De halvemaanvormige kleppen gaan dan. 8 Het bloed wordt in de gepompt. Hartpauze 9 Hierna volgt de hartpauze. Uit de stroomt het bloed in de en gedeeltelijk al in de. 10 De hartkleppen zijn dan. 11 De halvemaanvormige kleppen zijn dan. 12 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Bij een volwassene pompt het hart per slag ongeveer 70 ml bloed weg. De hartslag van volwassenen is gemiddeld 70. Uit deze gegevens kun je berekenen hoeveel bloed een hart per minuut gemiddeld wegpompt. Bereken hoeveel liter (1 liter = 1000 ml) bloed het hart per minuut ongeveer wegpompt. Bij veel hartoperaties moet het hart worden stilgelegd. De functies van het hart en de longen worden dan overgenomen door een zogenaamde hart-longmachine. In afbeelding 11 is de werking van zo n machine schematisch weergegeven. 2 Welk nummer in afbeelding 11 geeft het deel van de machine aan dat de functie van de linkerkamer overneemt? 3 Welk nummer geeft het deel aan dat de functie van de longen overneemt? 98

15 Afb. 11 Hart-longmachine (schematisch) aorta bovenste holle ader legenda: onderste holle ader 1 De holle aders en de aorta worden afgeklemd, zodat er geen bloed meer door het hart stroomt. 2 Het bloed uit de holle aders wordt opgevangen en naar de hartlongmachine gevoerd. 3 Reservoir waarin het bloed wordt opgevangen. 4 Deel van de hart-longmachine waar zuurstof in het bloed wordt gebracht. 5 Warmtewisselaar om het bloed te koelen. 6 Pomp die het bloed naar de aorta pompt. 7 Invoer van bloed in de aorta. 8 Hart dat is stilgelegd. HB. 4 BLZ

16 4. De bloedvaten 13 OPDRACHT Vul het schema in. Gebruik daarbij: bij 1: naar het hart toe van het hart weg; bij 2: hoog laag; bij 3: dunner dik, stevig en elastisch; bij 4: merkbaar niet merkbaar; bij 5: diep in het lichaam minder diep in het lichaam; bij 6: aanwezig, vooral in de armen en benen niet aanwezig (behalve de halvemaanvormige kleppen). Slagaders Aders 1 Het bloed stroomt 2 De bloeddruk is 3 De wand is 4 De hartslag is 5 Ze liggen meestal 6 Kleppen zijn 14 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Waardoor wordt de bloeddruk veroorzaakt? 2 In afbeelding 12 zijn een doorsnede van ader en van een slagader schematisch getekend. In welke figuur is een ader getekend? Leg je antwoord uit. In figuur, want 100

17 3 Afbeelding 13 is een artikel uit een regionale krant. Uit het artikel blijkt dat de slagaderlijke bloeding levensgevaar opleverde voor het slachtoffer. Waardoor is een wond waarbij een slagader is beschadigd (slagaderlijke bloeding) gevaarlijker dan een wond waarbij een ader is beschadigd? Afb. 12 Doordat Afb. 13 Mishandeling met slagaderlijke bloeding BREDA - In de nacht van donderdag op vrijdag kreeg de politie de melding van een vechtpartij tussen twee groepen in de Veemarktstraat. Ter plaatse bleek een man uit Tilburg te zijn neergestoken. De man (leeftijd onbekend) uit Tilburg had daarbij een slagaderlijke bloeding opgelopen in de hals. Een getuige verleende eerst hulp en door de wond dicht te duwen, kon de bloeding voorlopig worden gestelpt. Het slachtoffer werd door de ambulance voor behandeling naar het ziekenhuis gebracht. Het conflict tussen de twee groepen zou in een nabijgelegen horecagelegenheid zijn begonnen. Twee mannen uit Breda van 17 en 39 jaar werden aangehouden in verband met de mishandeling. figuur 1 figuur 2 In afbeelding 14 is een stukje weefsel met een bloedvat schematisch getekend. De vragen 4 t/m 6 gaan over deze afbeelding. 4 P geeft een bloedvat aan. Welk type bloedvat is P? Leg uit waaraan je dat kunt zien. Een, want 5 Pijl Q geeft vocht aan dat het bloed verlaat naar de cellen toe. Welke stoffen bevat dit vocht? 6 Pijl R geeft vocht aan dan van de cellen naar het bloed gaat. Welke stoffen bevat dit vocht? Afb. 14 Weefsel met een bloedvat (schematisch). P Q R 101

18 In afbeelding 15 is een bepaald type bloedvat schematisch getekend. De vragen 7 en 8 gaan over deze afbeelding. 7 Is dit bloedvat een ader, een haarvat of een slagader? Afb. 15 Bloedvat (schematisch). S 8 In welke richting kan het bloed door dit bloedvat stromen, in de richting van pijl S of in de richting van pijl T of in beide richtingen? Leg je antwoord uit. In de richting van pijl, want 15 OPDRACHT Afbeelding 16 is een tekst uit een folder. Volg de instructies op die in deze tekst worden gegeven. Beantwoord daarna de volgende vragen. 1 In afbeelding 16 wordt een bloedvat met de middelvinger dichtgedrukt. Stroomt het bloed in dit bloedvat van links naar rechts of van rechts naar links? 2 Is dit bloedvat een ader of een slagader? 3 In tekening 3 verhinderen kleppen dat het bloed terugstroomt. Op welke plaats (P, Q of R) bevinden zich kleppen die in deze situatie het bloed tegenhouden? Afb. 16 Bloedstroom in je handen Op de volgende manier kun je bij jezelf zien hoe je bloed stroomt. Tekening 1 Bal je linkerhand tot een vuist. Op de rug van je hand zie je bloedvaten. Druk één van die bloedvaten met je rechtermiddelvinger dicht. Tekening 2 Strijk met de wijsvinger van je rechterhand het bloed in het dichtgedrukte bloedvat weg in de richting van je pols. Tekening 3 Als je het bloedvat met je middelvinger dicht blijft drukken, stroomt er geen nieuw bloed in dit bloedvat, omdat de kleppen het bloed verhinderen terug te stromen. Tekening 4 Als je niet meer op het bloedvat drukt, stroomt het bloedvat weer vol. P Q R T tekening 1 tekening 2 tekening 3 tekening 4 HB. HET BLOEDVATENSTELSEL BLZ

19 16 OPDRACHT In afbeelding 17 zie je een schematische tekening van het bloedvatenstelsel. De bloedvaten in armen en benen zijn weggelaten. Noteer de namen van de aangegeven delen. Geef met een pijltje in ieder bloedvat de stroomrichting van het bloed aan. In de aorta is dit voorgedaan. Kleur alle delen die zuurstofrijk bloed bevatten rood. Kleur alle delen die zuurstofarm bloed bevatten blauw. In de haarvaten vindt een overgang plaats van zuurstofrijk bloed naar zuurstofarm bloed. Afb. 17 haarvaten 103

20 17 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 De meeste slagaders bevatten zuurstofrijk bloed. Welke slagaders bevatten zuurstofarm bloed? De bevatten zuurstofarm bloed. 2 De meeste aders bevatten zuurstofarm bloed. Welke aders bevatten zuurstofrijk bloed? De bevatten zuurstofrijk bloed. De hoeveelheid bloed die naar verschillende organen toestroomt, is bij rust anders dan bij inspanning (zie afbeelding 18). 3 Bij welke organen neemt bij inspanning de bloedtoevoer in percentage het meest toe? Geef bij je antwoord een berekening. Bij 4 Bij welke organen neemt bij inspanning de bloedtoevoer in percentage het meest af? Geef bij je antwoord een berekening. Afb. 18 bloedverdeling bij inspanning 5% 5% 1% 5% 6% 78% verteringsorganen hartspier skelet nieren hersenen spieren 30% 5% 5% 25% 15% 20% bloedverdeling in rust 5 Door welke twee bloedvaten stroomt bloed naar de lever? Door 6 Door welk bloedvat stroomt bloed van de lever weg? Door 104

21 7 Het bloed in de poortader is in vergelijking met het bloed in de leverslagader zuurstofarm. Leg uit waardoor dit komt. 8 De samenstelling van het bloed in de poortader kan sterk wisselen. Op een bepaald moment kan dit bloed veel meer voedingsstoffen bevatten. Leg uit waardoor dit komt. Een witte bloedcel gaat via de kortste weg van een haarvat in het linkerbeen naar een haarvat in het rechterbeen. 9 Hoe vaak komt deze witte bloedcel onderweg door het hart? Afb Door welke bloedvaten en hartdelen gaat deze bloedcel achtereenvolgens? Linkerbeenader rechterbeenslagader. 18 OPDRACHT In afbeelding 20 is de bloedsomloop van een kikker schematisch getekend. Beantwoord de volgende vragen. 1 Uit welke delen bestaat het hart van een kikker? Afb. 20 Bloedsomloop van een kikker (schematisch). In het thema Ordening van deel 1 heb je geleerd dat bij een kikker ademhaling plaatsvindt met de longen en de huid. Het bloed dat in deze organen zuurstofrijk is geworden, stroomt terug naar het hart (zie afbeelding 20). 2 In welke hartdelen komt dit zuurstofrijke bloed het eerst terecht? Vanuit de longen komt het zuurstofrijke bloed longen huid K LB RB het eerst in Vanuit de huid komt het zuurstofrijke bloed het eerst in rest van het lichaam 105

22 3 Bij de mens bevat de rechterboezem zuurstofarm bloed. Bevat het bloed in de rechterboezem van een kikker meer of minder zuurstof dan het bloed in de rechterboezem van een mens? Leg je antwoord uit. zuurstof, want HB. 5 BLZ Hart- en vaatziekten 19 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen over het diagram van afbeelding 27 van je handboek. 1 Hoeveel mannen ongeveer zijn er in 2005 overleden als gevolg van hart- en vaatziekten? En hoeveel vrouwen? Ongeveer mannen en ongeveer vrouwen. 2 Wat was in 2005 doodsoorzaak nummer 1 bij mannen? Bij mannen 3 En wat was in 2005 doodsoorzaak nummer 1 bij vrouwen? Bij vrouwen 20 OPDRACHT In tabel 1 zijn de doodsoorzaken in 2005 in Nederland precies in aantallen weergegeven. Tel op hoeveel mensen in totaal zijn overleden in 2005 en noteer dit in de tabel. Tabel 1 Doodsoorzaken in Nederland (2005). Aantal personen Percentage Hart- en vaatziekten % Kanker % Ziekten van de ademhalingsorganen % Overige doodsoorzaken Totaal % 100% 106

23 Bereken het percentage voor elke doodsoorzaak. Rond dit percentage af naar een heel getal. Bijvoorbeeld: 10,49 en lager wordt 10 en 10,50 en hoger wordt 11. De percentages bij elkaar moeten 100% zijn. Maak van de percentages een cirkeldiagram. Zet de doodsoorzaken in (of bij) de vakken van het cirkeldiagram. Afb. 21 Circeldiagram. 21 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Wat kan er gebeuren als het cholesterolgehalte van het bloed erg hoog is? percentage doodsoorzaken in Nederland (2005) Dan 2 Bij slagaderverkalking wordt ook kalk afgezet in de laag tegen de binnenkant van bloedvaten. Welk gevolg heeft dit voor bloedvaten? 3 Welke gevolgen heeft slagaderverkalking voor de organen of weefsels waar de bloedvaten naartoe lopen? Deze organen en weefsels 4 Wat is er aan de hand bij een hartinfarct? Bij een hartinfarct 107

24 5 Wat wordt er gedaan bij een bypassoperatie? Afb. 22 Bypassoperatie? Dan Omdat een bypassoperatie een zware operatie is, wordt een hartpatiënt tegenwoordig vaak gedotterd (zie afbeelding 23). 6 Als een hartspecialist gaat dotteren, maakt hij een sneetje in de lies en opent hij daar een bloedvat. Wat doet hij daarna? Daarna Afb. 23 Dotteren: voor veel mensen een uitkomst Hartspecialisten zijn voortdurend bezig met verbetering van de behandeling van hart patiënten. Een goed voorbeeld daarvan is het dotteren. Bij deze behandelingsmethode wordt een vernauwing in een kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje. Via een sneetje in de lies schuift de hartspecialist een slangetje door een bloedvat naar het hart van de patiënt. Aan het begin van het slangetje zit een ballonnetje. Op de plaats van de vernauwing in de kransslagader wordt het ballonnetje opgepompt. Hierdoor brokkelt de vernauwing af. Dotteren is een vrij eenvoudige, kostenbesparende en weinig belastende ingreep, die veel bypassoperaties voorkomt. Door het dotteren hoeft één op de drie patiënten niet te worden geopereerd. 1 een slangetje met aan het uiteinde een ballonnetje wordt tot in de kransslagader geschoven 2 door het oppompen van het ballonnetje brokkelt de kalkafzetting af 3 het slangetje wordt teruggetrokken 108

25 7 Bereikt het slangetje de kransslagader via de aorta of via de onderste holle ader? Leg je antwoord uit. Via de, want In afbeelding 33 van je handboek staan adviezen voor een gezonde leefwijze waardoor hart- en vaatziekten voorkomen kunnen worden. De persoon in afbeelding 24 trekt zich duidelijk niets aan van deze adviezen. 8 Noem vier dingen waaruit blijkt dat de persoon in afbeelding 24 zich niets aantrekt van de adviezen. Afb. 24 In afbeelding 25 is in een diagram de gemiddelde kans op een hartinfarct in relatie tot roken weergegeven. 9 Hoe groot is gemiddeld de kans dat iemand die nooit heeft gerookt een hartinfarct krijgt? 10 Iemand rookt een pakje sigaretten per dag. Hoeveel keer zo groot is haar kans op een hartinfarct, in vergelijking met iemand die niet rookt? Afb. 25 kans op een hartinfarct (%) HB. 6 BLZ. 99 nooit gerookt 1 pakje per dag meer dan 1 pakje per dag 109

26 6. Uitscheiding 22 OPDRACHT In afbeelding 26 zie je een schematische tekening van de nieren en de urinewegen. Noteer de namen van de aangegeven delen. Kleur de nierschors bruin en het niermerg oranje. Kleur de bloedvaten die zuurstofrijk bloed bevatten rood en de bloedvaten die zuurstofarm bloed bevatten blauw. Kleur de delen die urine bevatten geel. Afb OPDRACHT In afbeelding 27 staan delen van de nieren en de urinewegen. Noteer de delen in het schema. Afb. 27 urineblaas nierschors en niermerg urineleiders urinebuis nierbekkens Functies Urine vormen Urine verzamelen Delen De urine afvoeren naar de urineblaas De urine tijdelijk opslaan De urine afvoeren naar buiten het lichaam 110

27 24 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 De nierslagaders zijn aftakkingen van de aorta. Takken de nierslagaders boven of beneden het middenrif af van de aorta? Leg je antwoord uit. het middenrif, want 2 Afbeelding 28 is een stuk tekst van een medische site op internet. Wat kan het gevolg zijn als een urineleider afknikt? Afb. 28 Wandelende nieren De nieren liggen ingebed in vetweefsel en worden op hun plaats gehouden door bindweefsel. Bij sommige mensen worden de nieren niet zo goed op hun plaats gehouden. We spreken dan van wandelende nieren. Dat gebeurt vooral bij sterke vermagering. Het vetweefsel rondom de nieren wordt dan afgebroken, waardoor de nieren meer ruimte krijgen. De nieren kunnen dan van plaats veranderen. Het gevolg kan zijn dat er een knik komt in de urineleider van één of van beide nieren. Dit kan leiden tot hevige pijnaanvallen. 3 Uit welke stoffen bestaat urine? Uit 4 Als je veel hebt gedronken, produceren de nieren dan veel of weinig urine? Leg je antwoord uit. urine, want 5 De kleur van urine kan verschillen van heel licht naar donker. Is de kleur van urine licht of donker als je veel hebt gedronken? Leg je antwoord uit., want 111

28 6 Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen. Door welke delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gekomen? Je hebt nu de basisstof van dit thema doorgewerkt. Controleer met het antwoordenboek of je de basisstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. Je hoort van je docent of je de extra basisstof moet maken. Als je de extra basisstof moet maken, ga je verder op bladzijde 101 van je handboek. Als je de extra basisstof niet hoeft te maken, bestudeer je de samenvatting op bladzijde 106 van je handboek. Daarin staat in doelstellingen weergegeven wat je moet kennen en kunnen. Hiermee kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 112

29 EXTRA 7. Weefselvloeistof en lymfe 25 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Waardoor wordt er in de haarvaten van de grote bloedsomloop vocht naar buiten geperst? 2 Hoe noemen we het vocht buiten de haarvaten? 3 Wat is de functie van weefselvloeistof? 4 Hoe noemen we het vocht in de lymfevaten? 5 Uit welke stoffen bestaat lymfe? Uit 6 Door bloed worden zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen vervoerd. Welke van deze stoffen komen ook in lymfe voor? 7 In afbeelding 29 is een lymfevat schematisch getekend. In welke richting wordt lymfe in dit lymfevat vervoerd? Leg je antwoord uit. Afb. 29 Lymfevat (schematisch). P Q In de richting, want 8 Op welke manier komt lymfe weer in het bloedvatenstelsel terecht? 113

30 EXTRA 9 Wat is de functie van lymfeknopen? 10 Noem enkele plaatsen in je lichaam waar lymfeknopen voorkomen. 11 Een tatoeage verbleekt na een aantal jaren. Bij iemand met een tatoeage op de rechterarm ontstond na enige jaren een donkere vlek in de rechteroksel. Leg dat uit. Afb. 30 Een tatoeage. 26 OPDRACHT Afbeelding 31 is een tekst uit een medisch jeugdboek. Beantwoord de volgende vragen over deze tekst. 1 In een blaar bevindt zich helder, kleurloos vocht. Hoe heet dit vocht? 2 Komen in dit vocht bloedcellen voor? Zo ja, welke? 3 Hoe komt het dat een blaar die is opengegaan pijnlijk is? 4 Welke voorzorgsmaatregelen moet je nemen als je een blaar met een naald wilt doorprikken? 114

31 EXTRA Afb. 31 Blaren Zo gaat-ie goed, zo gaat-ie beter, al weer een kilometer. Zingend loop je je de blaren bij de avondvierdaagse. Blaren krijg je wanneer er lange tijd druk én wrijving op de huid wordt uitgeoefend. De huid wordt over de onderlaag heen en weer geschoven en omdat de huid dat alleen maar kan als er vocht tussen de opperhuid en de onderlagen zit, hoopt zich daar vocht op. Wanneer je ver loopt, hoef je heus geen blaren te krijgen. Dat gebeurt echter wel wanneer je te nauwe schoenen draagt. Dan heb je druk en wrijving tegelijkertijd en kunnen de blaren niet uitblijven. Om blaren te voorkomen, kun je zorgen dat er niet zoveel wrijving is. Dat kan door te zorgen dat de voeten bij het lopen droog blijven. Wollen of katoenen sokken nemen het vocht gemakkelijk op en daardoor blijven de voeten zelf vrij droog. Wanneer je nylon sokken draagt, zijn ze al snel drijfnat. Je voet plakt dan tegen de schoen aan en wrijft heen en weer. Blaren kunnen bijna niet uitblijven. Als je een blaar hebt, kun je gewoon doorgaan met de bezigheden die hem hebben doen ontstaan. De blaar gaat dan vanzelf open en het vocht in het blaasje verdwijnt. De plek doet echter pijn. De huid ligt open en zweet komt zo op de onderlaag terecht. Dat is een heel branderig en onaangenaam gevoel, want in zweet zit zout. Je hoeft niet te wachten tot een blaar van zelf opengaat. Met een naald kun je een blaar doorprikken. Die naald moet schoon zijn, want je wilt niet met de naald bacteriën in de huid brengen zodat een ontsteking ontstaat. De naald wordt schoongemaakt door hem met een watje met alcohol of jodium te reinigen. Dat zijn stoffen die desinfecteren. Dat wil zeggen dat die stoffen de ziekteverwekkers be strijden die overal voorkomen, dus ook op de naald. Het doorprikken zelf is reuze eenvoudig. Je gaat er aan de zijkant in en hop, daar gaat de blaar al open en het vocht loopt eruit. Plak er vervolgens een pleister op om te zorgen dat de wrijving minder wordt. Ter voorkoming van blaren kun je overigens ook pleisters plakken op de plaatsen waar je blaren verwacht. HB. EXTRA 8 BLZ Antistoffen 27 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Wat zijn lichaamsvreemde stoffen? 2 Wanneer spreken we van een infectie? 115

32 EXTRA In afbeelding 32 is de afweerreactie van het lichaam op een ziekteverwekker schematisch getekend. Afb Welke letter geeft de P Q R ziekteverwekker aan? 4 Welke letter geeft de lichaamsvreemde stof (voor de mens) aan? 5 In welke tekening is de ziekteverwekker het meest schadelijk? Leg je antwoord uit. In tekening tekening 1 tekening 2 tekening 3 6 In afbeelding 33 is weergegeven hoe een witte bloedcel een ziekteverwekker onschadelijk maakt. Ontstaat hierdoor immuniteit voor deze ziekteverwekker? Leg je antwoord uit. Afb. 33 witte bloedcel ziekteverwekker, want 7 Wesley heeft waterpokken gehad. In zijn bloed bevindt zich daardoor antistof. Is deze antistof ook werkzaam tegen mazelen (zie afbeelding 34)? Leg je antwoord uit., want 8 Als je voor de eerste keer een bepaalde infectie oploopt, word je meestal ziek, ondanks dat je antistof maakt. Leg uit waardoor dat komt. Afb. 34 Kind met mazelen. 116

33 EXTRA Er bestaan verschillende virussen die verkoudheid veroorzaken. Eén van deze virussen wordt het RS-virus genoemd. Elk jaar worden in Nederland zo n baby s ziek door een infectie met dit virus. Van de zieke baby s komen er gemiddeld in het ziekenhuis terecht. Tien procent daarvan is zo ernstig ziek dat behandeling op een afdeling met intensive care nodig is. 9 Hoeveel baby s komen, volgens bovenstaande informatie, gemiddeld per jaar op een afdeling voor intensive care terecht als gevolg van een infectie met het RS-virus? Leg je antwoord uit. 28 OPDRACHT Bij een proefpersoon wordt een hoeveelheid van een bepaalde ziekteverwekker ingespoten. Deze persoon maakt antistof tegen deze ziekteverwekker. In diagram 1 van afbeelding 35 is het verband weergegeven tussen de hoeveelheid antistof die na de injectie wordt gevormd en de tijd die nodig is voor de vorming hiervan. De injectie vond plaats op tijdstip 0. Een jaar later wordt deze proefpersoon opnieuw ingespoten met eenzelfde hoeveelheid van dezelfde ziekteverwekker. Teken in diagram 2 de grafieklijn die nu het verband aangeeft tussen de hoeveelheid antistof die is gevormd en de tijd die nodig is voor de vorming hiervan. De injectie vond plaats op tijdstip 0. Afb. 35 hoeveelheid antstof hoeveelheid antstof 0 tijd (dagen) 0 tijd (dagen) injectie met tweede injectie met ziekteverwekker diagram 1 ziekteverwekker diagram 2 29 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Wanneer ben je immuun voor een bepaalde ziekte? 117

34 THEMA 3 DE BLOEDSOMLOOP EXTRA Afbeelding 36 is een artikel uit een tijdschrift. 2 Door een griepprik of neusspray ben je (tijdelijk) immuun voor de griepvirussen. Is dit kunstmatige immuniteit of natuurlijke immuniteit? immuniteit, want Afb. 36 Geen griepprik maar neusspray Griep wordt veroorzaakt door griepvirussen. Om griep te voorkomen, kun je je laten inenten met een griepprik. Veel mensen zien op tegen het krijgen van een griepprik. Onderzoekers hebben een neusspray ontwikkeld tegen griep. De neusspray lijkt nog beter te werken dan de griepprik. De griepprik en de neusspray bevatten delen van griepvirussen. De delen komen bij het gebruik van de neusspray terecht in het slijmvlies van de neus. Het lichaam maakt vervolgens antistoffen tegen de griepvirussen. 3 De griepprik en de neusspray bevatten delen van griepvirussen. Deze delen bevatten lichaamsvreemde stoffen. Welk risico bestaat er als er complete griepvirussen in de griepprik en de neusspray zouden zitten? Afbeelding 37 is een vaccinatiekaart. Op een vaccinatiekaart wordt aangetekend welke vaccinatie een kind krijgt en wanneer. Gebruik afbeelding 37 bij het beantwoorden van de volgende vragen. Afb _03.indd :50:56

35 EXTRA 4 Worden er bij vaccinaties lichaamsvreemde stoffen ingespoten? 5 En worden er bij vaccinaties antistoffen ingespoten? 6 In het eerste levensjaar krijgen kinderen vier keer een DKTP-vaccin. Tegen welke ziekten worden kinderen dan ingeënt? Tegen 7 Op latere leeftijd volgen vaccinaties tegen o.a. BMR. Waar staan de letters BMR voor? Voor 8 Een vrouw van veertig wil een wereldreis maken. Ze heeft als kind alle vaccinaties gehad die er toen waren, onder andere DKTP-prikken. Ze vraagt haar huisarts of ze nog vaccinaties moet krijgen. Haar huisarts adviseert haar verschillende vaccinaties, waaronder een DTP-prik. Welke conclusie kun je hieruit trekken over de duur van de immuniteit na DTP-vaccinaties? 9 Waar beschermt een MenC-vaccin (zie afbeelding 46 van je handboek) je tegen? Je hebt nu de extra basisstof van dit thema doorgewerkt. Controleer met het antwoordenboek of je de extra-basisstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. Bestudeer de samenvatting op bladzijde 106 van je handboek. Daarin staat in doelstellingen weergegeven wat je moet kennen en kunnen. Hiermee kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 119

36 DIAGNOSTISCHE TOETS Scoreblad Diagnostische toets DOELSTELLING 1. A B C D DOELSTELLING 2. Juist Onjuist DOELSTELLING 3. 1 DOELSTELLING 6. Slagaders Haarvaten Aders DOELSTELLING 7. A B C DOELSTELLING 8. Juist Onjuist DOELSTELLING 4. A B C D DOELSTELLING 9. A B C DOELSTELLING 5. A B EXTRA DOELSTELLING 10. A B C D

37 DIAGNOSTISCHE TOETS EXTRA DOELSTELLING Controleer met het antwoordenboek of je de diagnostische-toetsvragen goed hebt gemaakt. Heb je geen fouten gemaakt? Begin dan aan de verrijkingsstof. Heb je fouten gemaakt bij een of meer doelstellingen? Bestudeer dan eerst deze doelstelling(en) in de samenvatting. Ga na wat je precies fout hebt gedaan. Begin daarna aan de verrijkingsstof. 121

38 VERRIJKINGSSTOF 1. Leren en werken 1 OPDRACHT In je handboek heb je gelezen dat Hatice verpleegkundige spoedeisende hulp is en Mirthe kaderinstructeur EHBO. Beide beroepen hebben te maken met biologie. In afbeelding 38 zie je werkzaamheden en competenties die bij deze beroepen van belang zijn. Noteer ze in het volgende schema. Afb. 38 overleggen met artsen eerste hulp verlenen, bijv. reanimeren je kunnen inleven in gevoelens van patiënten goed kunnen luisteren vragen stellen aan patiënten goed kunnen uitleggen goed met mensen kunnen omgaan je hoofd koel kunnen houden cursussen geven aan volwassenen goed met jongeren kunnen omgaan cursisten leren hoe ze moeten reanimeren jongeren opleiden voor het jeugdcertificaat EHBO Werkzaamheden Competenties Verpleegkundige spoedeisende hulp Kaderinstructeur EHBO 122

39 VERRIJKINGSSTOF 2. De bloeddruk 1 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Waardoor wordt de bloeddruk veroorzaakt? Doordat 2 Waardoor komt het dat de bloeddruk in een slagader sterk op en neer gaat? 3 Geeft de bovendruk of de onderdruk de druk aan bij het samentrekken van de linkerkamer? Een arts verricht een bloeddrukmeting bij een persoon. De arts heeft de manchet om de bovenarm aangebracht en opgepompt (zie afbeelding 39). De arts is nog niet begonnen met de manchet geleidelijk leeg te laten lopen. 4 Is er op dit moment bij de arm waaraan de bloeddrukmeting wordt verricht een polsslag te voelen? Leg je antwoord uit., want Vervolgens laat de arts de manchet geleidelijk leeg lopen. 5 Op welk van de aangegeven plaatsen in de afbeelding 39 zal hierdoor het eerst de bloeddruk stijgen? Leg je antwoord uit. Op plaats, want Afb. 39 ader slagader Op welk van de aangegeven plaatsen zal de arts vaatgeruis kunnen horen? 7 Op welk moment leest de arts de bovendruk af? 123

40 VERRIJKINGSSTOF 8 En op welk moment leest de arts de onderdruk af? In het diagram van afbeelding 40 is de bloeddruk van Erica (27 jaar) weergegeven. 9 Met welke letter is de onderdruk van Erica aangegeven, met P of Q? 10 Vergelijk de bovendruk van Erica met de gemiddelde bovendruk van volwassenen. Wat kun je dan concluderen? Afb. 40 bloeddruk (mm Hg) P Q 2 OPDRACHT Afb. 41 Bloeddrukmeters. PRACTICUM: BLOEDDRUKMETING Je kunt deze opdracht alleen uitvoeren als er op school een bloeddrukmeter aanwezig is. WAT HEB JE NODIG? bloeddrukmeter (zie afbeelding 41) WAT MOET JE DOEN? Neem je bloeddruk op of laat een medeleerling je bloeddruk opnemen (dit is afhankelijk van de bloeddrukmeter). In de handleiding bij de bloeddrukmeter staat beschreven hoe je met die bloeddrukmeter moet werken (zie ook je handboek). WAT NEEM JE WAAR? Vul je bovendruk en onderdruk in. Bovendruk: Onderddruk: mm Hg. mm Hg. 124

41 VERRIJKINGSSTOF 3. Bloedgroepen en bloedtransfusie 1 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 Welke twee bloedfactoren bepalen tot welke bloedgroep je behoort? 2 Jasmine heeft bloedgroep A. Welke bloedfactor bevindt zich op haar rode bloedcellen? Afb. 42 Jasmine. 3 Welke antistof komt in haar bloedplasma voor? 4 Bij welke bloedgroep bevinden zich op de rode bloedcellen geen antigenen? 5 Bij welke bloedgroep bevinden zich in het bloedplasma geen antistoffen tegen antigenen? 2 OPDRACHT In afbeelding 43 geven de grijze cirkels aan dat een bloedtransfusie goed verloopt. In de andere gevallen klonteren rode bloedcellen samen en gaan ze te gronde. Beantwoord de volgende vragen met behulp van afbeelding 43 (zie ook afbeelding 78 van je handboek). 1 Kun je bloed van bloedgroep A geven aan een ontvanger met bloedgroep AB? 2 Kun je bloed van bloedgroep B geven aan een ontvanger met bloedgroep 0? 3 Van welke bloedgroep(en) kun je bloed toedienen aan een patiënt met bloedgroep A? Afb. 43 Bloedgroep van de patiënt (ontvanger) A B AB O Bloedgroep van het donorbloed A B AB O 4 Van welke bloedgroep(en) kun je bloed toedienen aan een patiënt met bloedgroep B? 125

42 VERRIJKINGSSTOF 5 Van welke bloedgroep(en) kun je bloed toedienen aan een patiënt met bloedgroep AB? 6 Van welke bloedgroep(en) kun je bloed toedienen aan een patiënt met bloedgroep 0? 7 Van welke bloedgroep(en) kun je bloed aan patiënten van alle bloedgroepen geven? 8 Welke bloedgroep moet een patiënt hebben om bloed van alle bloedgroepen te kunnen ontvangen? 3 OPDRACHT Afbeelding 44 is een schema van bloedtransfusies. Vul bij iedere bloedgroep in welke antigenen er op de rode bloedcellen zitten en welke antistoffen er in het bloedplasma voorkomen. Geef met pijlen aan welke bloedtransfusies mogelijk zijn. Dit is voorgedaan voor de transfusie van donorbloed van bloedgroep A naar een ontvanger met bloedgroep AB. Afb. 44 bloedgroep AB antigeen: antistof: bloedgroep A antigeen: antistof: bloedgroep B antigeen: antistof: bloedgroep 0 antigeen: antistof: 126

43 VERRIJKINGSSTOF 4 OPDRACHT Beantwoord de volgende vragen. 1 In bepaalde (nood)gevallen kan bloed van een andere bloedgroep aan een patiënt worden gegeven. Aan welke voorwaarde moet het bloed van de ontvanger dan voldoen om de bloedtransfusie goed te laten verlopen? 2 Bloedgroep AB noemt men algemene ontvanger. Leg uit waarom men dit zo noemt. 3 Hoe komt het dat iemand met bloedgroep AB bloed van alle andere bloed groepen kan ontvangen? 4 Bloedgroep 0 (nul) noemt men algemene donor. Leg uit waarom men dit zo noemt. 5 Hoe komt het dat bloed van bloedgroep 0 aan personen van alle bloedgroepen kan worden gegeven? Controleer met het antwoordenboek of je de verrijkingsstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. 127

44

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen. 4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog

Nadere informatie

AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO - KGT

AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO - KGT WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU AUTEURS : BEN WAAS GERARD SMITS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA 2a WERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO - KGT 2a VMBO - KGT ISBN 978 90 345 4789 7 9 789034 547897

Nadere informatie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof

Nadere informatie

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1 Boekverslag door K. 1704 woorden 10 mei 2005 6.5 317 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 Opdracht 1 1) Bloedplasma bestaat uit 90% water, opgeloste stoffen als zouten, zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide,

Nadere informatie

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.

Nadere informatie

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari 2003 5,2 202 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; samenstelling van bloed Opdr.1 1. Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en plaatjes 2.

Nadere informatie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed? Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de

Nadere informatie

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Bloedplaatjes bevatten hemoglobine. 2. Het gehalte koolstofdioxide

Nadere informatie

2 vmbo-t havo vwo. Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes.

2 vmbo-t havo vwo. Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 1 Bloed BASISSTOF opdracht 1 1 Waaruit bestaat bloed? Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 2 In afbeelding 1 is schematisch een reageerbuis met bloed getekend. Het bloed heeft

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2 Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni 2016 7,9 21 keer beoordeeld Vak Biologie Basistof 2 Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. Het hart pompt het bloed

Nadere informatie

Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes.

Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 1 Bloed BASISSTOF opdracht 1 2 havo vwo 1 Waaruit bestaat bloed? Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 2 In afbeelding 1 is schematisch een reageerbuis met bloed getekend. Het

Nadere informatie

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed. SAMENVATTING Samenvatting doelstelling 1 Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. Bloed bestaat uit bloedplasma (± 55%) en uit bloedcellen en bloedplaatjes (± 45%).

Nadere informatie

HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW HAVO.VWO

HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW HAVO.VWO 2a HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW HAVO.VWO 2a HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW HAVO.VWO AUTEURS GERARD SMITS BEN WAAS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA ZESDE DRUK

Nadere informatie

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari 2014 4,3 5 keer beoordeeld Vak Biologie Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes. Waar bestaat bloedplasma

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Transport

Samenvatting Biologie Transport Samenvatting Biologie Transport Samenvatting door een scholier 1385 woorden 5 april 2006 8,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk Transport Basisstof 1: De bloedsomloop Bloedsomloop:

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-T.HAVO.VWO

HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-T.HAVO.VWO 2a HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-T.HAVO.VWO 2a HANDBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-T.HAVO.VWO AUTEURS GERARD SMITS BEN WAAS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA

Nadere informatie

SO Biologie T3: De bloedsomloop

SO Biologie T3: De bloedsomloop Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ivis Cambungo 24 June 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/48743 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

LEERWERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-BK

LEERWERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-BK 2a LEERWERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-BK 2a LEERWERKBOEK BIOLOGIE VOOR JOU BIOLOGIE VOOR DE ONDERBOUW VMBO-BK AUTEURS GERARD SMITS BEN WAAS ARTEUNIS BOS ONNO KALVERDA ZESDE

Nadere informatie

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen? Computeropdracht Bloedsomloop Basisstof 2, 3 en 5 Ga naar biologiepagina.nl > Havo 5 > Bloedsomloop > PC- les > computerles 1 Bekijk de animaties zorgvuldig en maak de opdrachten in de opgegeven volgorde,

Nadere informatie

2 vwo gymnasium. Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes.

2 vwo gymnasium. Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. De (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 1 Bloed opdracht 1 1 Waaruit bestaat bloed? Uit bloedplasma, (rode en witte) bloedcellen en bloedplaatjes. 2 In afbeelding 1 is een reageerbuis met bloed getekend dat enkele dagen heeft gestaan. Twee delen

Nadere informatie

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m

Nadere informatie

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces). Samenvatting door J. 2603 woorden 19 maart 2013 7,1 17 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jou- Havo5- Thema 5: Transport 5,1 De bloedsomloop Bij eencellige dieren transport

Nadere informatie

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand Paragraaf 4.1 en 4.2 Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving ader Bloedvat waarin bloed richting het hart stroomt slagader Bloedvat waarin het bloed van het hart afstroomt

Nadere informatie

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen Samenvatting door Jurre 1255 woorden 16 juni 2015 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Hart en bloedsomloop Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder -->

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Transport

Examen Voorbereiding Transport Examen Voorbereiding Transport Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 5 Transport Begrippenlijst: Begrip Enkelvoudige bloedsomloop Dubbele bloedsomloop Kransslagaders Aorta Hartkleppen Halvemaanvormige

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk Biologie Lichaamstelsels Werkstuk door een scholier 2239 woorden 10 oktober 2005 3,8 23 keer beoordeeld Vak Biologie Ademhaling Als je inademt, dan neem je zuurstof uit de lucht op. Als je uitademt,geef

Nadere informatie

1. We ademen om te leven

1. We ademen om te leven 1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen

Nadere informatie

VSD (Ventrikel Septum Defect)

VSD (Ventrikel Septum Defect) VSD (Ventrikel Septum Defect) Ik wil mijn spreekbeurt houden over een VSD, dat is een gat tussen de kamers van je hart. Ik heb zelf ook een VSD en moet daar binnenkort aan geopereerd worden. Geschiedenis

Nadere informatie

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 September 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62557 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW 5 HAVO biologie voor jou uitwerkingenboek BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW havo auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ARTHUR JANSEN ONNO KALVERDA THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA VIJFDE EDITIE

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling Samenvatting door een scholier 1875 woorden 28 januari 2004 5 52 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur- en scheikunde actief Pw Biologie: Thema 2: Verbranding

Nadere informatie

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73602 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Opstel Biologie De Bloedsomloop (verhaal)

Opstel Biologie De Bloedsomloop (verhaal) Opstel Biologie De Bloedsomloop (verhaal) Opstel door een scholier 3139 woorden 14 januari 2003 4,1 78 keer beoordeeld Vak Biologie Het Verhaal De lievelingstante van Lissie is gestorven aan een hartinfarct.

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bloed

Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk door een scholier 3060 woorden 10 april 2007 7,4 54 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Het was een beetje moeilijk om een onderwerp te kiezen, maar het is gelukt: mijn

Nadere informatie

TRANSPORT DOOR HET LICHAAM

TRANSPORT DOOR HET LICHAAM TRANSPORT DOOR HET LICHAAM 1 G e e n c e l w o r d t o v e r g e s l a g e n De cellen in je lijf blijven enkele maanden of soms zelfs enkele jaren leven. Al die tijd moeten ze worden voorzien van voedingsstoffen

Nadere informatie

Hart en vaatziekten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hart en vaatziekten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63348 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Uitscheiding en afweer

Uitscheiding en afweer Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten

Nadere informatie

De Bloedsomloop. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De Bloedsomloop. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Bea Fricova Laatst gewijzigd 16 May 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/58608 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven

Nadere informatie

Prezi les 1: Website:

Prezi les 1: Website: Les 1 Bouw van het hart Inhoud 1. De leerkracht vertelt dat de leerlingen tijdens deze les het gaan hebben over de bouw van het hart. 2. De leerkracht laat het skelet van een mens zien en vraagt de leerlingen

Nadere informatie

Praktische opdracht. klas 2 atheneum

Praktische opdracht. klas 2 atheneum 1 Praktische opdracht klas 2 atheneum Expert opdrachten gaswisseling, bloed en bloedsomloop http://www.bioplek.org/2klas/2klasexpertgasbloed/2klasgasbloedinhoud.html Vragen over de posters 2 Het is mogelijk

Nadere informatie

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES 1 LEZEN Iemand van jullie groepje leest titeltje A rode bloedlichaampjes op de leesfiche voor. 2 OPDRACHT MAKEN Maak opdracht 1 in de werkbundel 3 LEZEN Iemand anders van

Nadere informatie

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN I. EEN GEZONDE BABY Julia is een paar weken geleden bevallen van een zoon: Onno. Op het consultatiebureau komt Julia van alles te weten over hoe ze voor Onno moet zorgen, zodat

Nadere informatie

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig! N KIJKJ IN J HART Kijk, zo klopt het! Het hart van een volwassene pompt zó hard dat het in één dag een tankwagen van wel 7.000 liter kan vullen. n het hart van een kind? Dat krijgt in één dag een tankwagen

Nadere informatie

Hartfalen. Decompensatio cordis

Hartfalen. Decompensatio cordis Hartfalen Decompensatio cordis Door een verminderde pompfunctie van uw hart bent u op dit moment onder behandeling van de cardioloog. Deze folder geeft u uitleg over de aard en de oorzaak van uw klachten.

Nadere informatie

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het Samenvatting door R. 1946 woorden 10 maart 2016 7 37 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Bio samenvatting H9 9.1 WAT WORDT ER BINNENIN JE LICHAAM GEREGELD? Je lichaam probeert vanbinnen om constant

Nadere informatie

Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt 2013

Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt 2013 Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt 2013 Ieder jaar geven zo n 400.000 Nederlanders bloed; zij zijn bloeddonor. Samen geven zij ongeveer 900.000 liter bloed per jaar. Dat is belangrijk, want dagelijks

Nadere informatie

Aortaklepinsufficiëntie

Aortaklepinsufficiëntie Hartcentrum Aortaklepinsufficiëntie Patiëntenfolder aandoeningen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 De werking van een gezond hart... 3 Wat doet het hart?... 3 Hoe zit het hart in elkaar?... 3 De bloedsomloop...

Nadere informatie

vwo bloed en bloedsomloop 2010

vwo bloed en bloedsomloop 2010 vwo bloed en bloedsomloop 2010 Integratie In de afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het constant

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari 2007 6 159 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave: BLZ 1 Inhoudsopgave BLZ 2 Inleiding BLZ 3 Hoofdstuk 1: Waar zit wat bij het hart? BLZ 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187 Auteur Bea Fricova Laatst gewijzigd 26 juni 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/60187 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC)

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC) 2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC) 2.1 Bouw en werking van het normale hart 2 - De weg die het bloed aflegt door ons lichaam 2 2.2 De Partiële Cavo Pulmonale Connectie

Nadere informatie

BLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3

BLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3 BLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3 Halvemaanvormige kleppen Over de halvemaanvormige kleppen (de kleppen aan het begin van de aorta en de longslagader) worden enkele beweringen gedaan: 1 De druk die tijdens de

Nadere informatie

BLOEDSOMLOOP. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

BLOEDSOMLOOP. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Petra Buist 25 May 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61573 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Bloedsomloop. Hans heijkoop; Petra Buist. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloedsomloop. Hans heijkoop; Petra Buist. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Hans heijkoop; Petra Buist 25 may 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/61573 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVE Toetsdatum: Vakcode: BIO Vak: Biologie voorbeeldexamen Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten - De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het

Nadere informatie

hart longen Werkboekje van...

hart longen Werkboekje van... & hart longen Werkboekje van... Woordveld woordveld Hart & Longen adem in, adem uit adem in, adem uit Om goed te kunnen werken heeft het lichaam zuurstof nodig. De ademhaling zorgt dat je lichaam zuurstof

Nadere informatie

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 8.1 Het werkt! Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak (hart, longen, darmen, enzovoort). De meeste organen liggen in je romp. Je kan de romp verdelen

Nadere informatie

Werking van het hart. Algemene informatie over het hart, de bloedvaten en de meest voorkomende hart- en vaataandoeningen

Werking van het hart. Algemene informatie over het hart, de bloedvaten en de meest voorkomende hart- en vaataandoeningen Werking van het hart Algemene informatie over het hart, de bloedvaten en de meest voorkomende hart- en vaataandoeningen Het hart is een pomp Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke doodsoorzaak in Nederland.

Nadere informatie

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Zwangerschap Lees eerst informatie tot en met en beantwoord dan vraag tot en met. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. p In de afbeelding van informatie is een deel van het

Nadere informatie

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN Gezond zijn vinden we belangrijk. Je merkt het misschien niet, maar we komen veel ziekteverwekkers tegen in ons dagelijks leven. Het lichaam heeft allerlei manieren om die ziekteverwekkers

Nadere informatie

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed? Alles over de bloedziekten PNH & AA Wat is bloed? Binnenin je lichaam zit een rode vloeistof. Dat is je bloed. Bloed is erg belangrijk voor je lichaam, het zorgt voor vervoer van stoffen, voor de warmte

Nadere informatie

Hart anatomie en fysiologie

Hart anatomie en fysiologie Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de

Nadere informatie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent

Nadere informatie

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Gebruiksaanwijzing leerdagboek Exempel De klop van jouw hart Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Aanwijzingen Schrijf- en tekenruimte

Nadere informatie

De kiemplantjes worden misschien niet langer, doordat er al voldoende reservevoedsel in de zaadlobben aanwezig is.

De kiemplantjes worden misschien niet langer, doordat er al voldoende reservevoedsel in de zaadlobben aanwezig is. 5 Als je kamerplanten water geeft, moet je af en toe kamerplantenmest aan het water toevoegen (bijv. Pokon of Substral). De planten groeien daardoor beter. Een leerling denkt dat tuinkerszaadjes sneller

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Roken

Werkstuk Biologie Roken Werkstuk Biologie Roken Werkstuk door een scholier 2032 woorden 26 mei 2006 7,7 23 keer beoordeeld Vak Biologie HOOFDSTUK 1 WERKING VAN HET HART, DE LONGEN EN DE BLOEDSOMLOOP 3 DE WERKING VAN HET HART:

Nadere informatie

Bloedtransfusie. informatie voor kinderen

Bloedtransfusie. informatie voor kinderen Bloedtransfusie informatie voor kinderen Wat is een bloedtransfusie? Bloedtransfusie betekent dat je bloed krijgt toegediend. Dit gaat via een slangetje in een bloedvat, meestal in je arm. Net zoals bij

Nadere informatie

BLOED GEVEN EN KRIJGEN

BLOED GEVEN EN KRIJGEN BLOED GEVEN EN KRIJGEN Ieder jaar geven zo n 400.000 Nederlanders bloed; zij zijn bloeddonor. Samen geven zij ongeveer 900.000 liter bloed per jaar. Dat is belangrijk, want dagelijks hebben honderden mensen

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Marokkaanse Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn.

Nadere informatie

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen). Samenvatting door een scholier 1591 woorden 28 november 2017 8,5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1: hart en bloedsomloop Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Bloedsomloop 7 e editie. Bloed = bloedplasma met bloedcellen en bloedplaatjes

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Bloedsomloop 7 e editie. Bloed = bloedplasma met bloedcellen en bloedplaatjes Samenvatting Bilgie vr Ju 2A Bledsmlp 7 e editie 3.1 Bled = bledplasma met bledcellen en bledplaatjes Bledplasma 7% plasma-eiwitten en 91% water, rest pgelste stffen O.a. plasma-eiwit fibringeen > rl bij

Nadere informatie

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart Hart- en vaatziekten voor Nederlanders Zorg goed voor uw hart Zorg goed voor uw hart Deze folder gaat over gezondheid en hart- en vaatziekten. Eerst vertellen we wat hart- en vaatziekten zijn. Daarna vertellen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H12 Transport

Samenvatting Biologie H12 Transport Samenvatting Biologie H12 Transport Samenvatting door Jacomijn 2019 woorden 16 december 2017 7,8 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H12 Transport 12.1 Hart Slagvolume =

Nadere informatie

HARTKATHETERISATIE CORONAROGRAFIE

HARTKATHETERISATIE CORONAROGRAFIE HARTKATHETERISATIE CORONAROGRAFIE AZ Monica vzw - Florent Pauwelslei 1 - BE-2100 Deurne - T +32 3 320 50 00 - F +32 3 320 56 00 info@azmonica.be - www.azmonica.be 12 Inleiding Uw cardioloog heeft u aangeraden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 je levensstroom

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 je levensstroom Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 je levensstroom Samenvatting door een scholier 2639 woorden 31 mei 2011 4,3 12 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar HOOFDSTUK 14 JE LEVENSSTROOM 14.1 Continu transport

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15, Het bloed kruipt waar het gaan kan

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15, Het bloed kruipt waar het gaan kan Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15, Het bloed kruipt waar het gaan kan Samenvatting door een scholier 3051 woorden 22 januari 2007 6,7 45 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting door I. 2669 woorden 14 december 2014 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting 9.1: Lichaam à orgaanstelsels Orgaanstelsel

Nadere informatie

Eindexamen biologie vmbo gl/tl 2003 - I

Eindexamen biologie vmbo gl/tl 2003 - I BLOED GEVEN INFORMATIE 1 BLOEDDONOR WORDEN Barry is 25 jaar. Hij heeft zich opgegeven om bloed af te staan als bloeddonor. Hij is tot deze beslissing gekomen, omdat zijn vriend Kees hemofilie heeft, een

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2005 tijdvak 12 woensdag dinsdag 21 9 mei juni 13.30 11.30-15.00 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Bloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten

Bloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten ALGEMEEN Bloedtransfusie Toedienen van bloedproducten Bij een bloedtransfusie worden bloed of bloedproducten via een infuus toegediend. Indien het voor uw behandeling noodzakelijk is, schrijft uw behandelend

Nadere informatie

1. Hoe ziet het hart eruit?

1. Hoe ziet het hart eruit? 1. Hoe ziet het hart eruit? Het hart ligt in de borstkas, achter het borstbeen tussen beide longen in. Er wordt vaak gezegd dat het hart aan de linkerkant ligt, maar dit is niet helemaal waar. Het ligt

Nadere informatie

bloedtransfusie bij kinderen

bloedtransfusie bij kinderen bloedtransfusie bij kinderen Binnenkort krijg je een bloedtransfusie, in deze folder leggen we jou alvast uit wat dat is. Wat is een bloedtransfusie? Bij een bloedtransfusie krijg je extra bloed uit een

Nadere informatie

Algemeen Bloedtransfusie voor kinderen

Algemeen Bloedtransfusie voor kinderen Algemeen Bloedtransfusie voor kinderen In deze folder vertellen we je wat een bloedtransfusie is en waarom het gegeven wordt. Wat is bloedtransfusie? Bloedtransfusie betekent dat je bloed krijgt toegediend.

Nadere informatie

Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module. Bloeddruk meten.

Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module. Bloeddruk meten. Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module Bloeddruk meten. Opleiding Centrum Zuidwester Inhoudsopgave Doel van de module -------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Bloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma 16-9-2014

Bloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma 16-9-2014 Bloed en lymfe systeem plaatje Bloed en lymfe systeem Beauty Level Basics blz. 144-167 Bloed stelsel Algemeen: Menselijk lichaam bevat gemiddeld 5 liter bloed Bloed = vloeibaar weefsel (bind en steun weefsel)

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium In deze folder vindt u informatie over een bloedtransfusie. Een bloedtransfusie schrijft uw arts voor als dat voor de behandeling noodzakelijk

Nadere informatie

6,6. Antwoorden door een scholier 3067 woorden 9 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1:

6,6. Antwoorden door een scholier 3067 woorden 9 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Basisstof 1: Antwoorden door een scholier 3067 woorden 9 februari 2004 6,6 622 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 Basisstof 1: Opdracht 1: 1) Bloedplasma bestaat uit 90% water, opgeloste stoffen

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21

Inhoud. Inleiding 7. 1. Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21 Inhoud Inleiding 7 1. 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21 2. Zorgvraag verhelderen 25 - Recepten 26 - Zelfzorgvragen 32 3. Geneesmiddelen 37 - Medicijnen voor hart en bloedvaten 38 4. Bereiden

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium Een bloedtransfusie wordt door uw arts voorgeschreven. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute levensbedreigende

Nadere informatie

komt terug naar het hart in de linkerboezem, dan naar de linkerkamer en het hele proces begint opnieuw (afb. 1).

komt terug naar het hart in de linkerboezem, dan naar de linkerkamer en het hele proces begint opnieuw (afb. 1). Hartfalen anatomie Het hart is een spier die als een pomp werkt. Het hart pompt het bloed met zuurstof en voedingstoffen via de slagader naar alle delen van het lichaam. Afvalstoffen worden via het bloed

Nadere informatie

Bloed - CCG AH2. Dianne Gijsbertsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Bloed - CCG AH2. Dianne Gijsbertsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dianne Gijsbertsen 15 January 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/71034 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting door Madelief 1197 woorden 7 februari 2018 5,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf

Nadere informatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Bloedtransfusie Informatie voor patiënten 12-16 jaar Binnenkort krijg je een behandeling of operatie, waarbij een bloedtransfusie nodig kan zijn. In deze folder leggen we uit wat dat inhoudt. Wat is een

Nadere informatie

Bijlagenboekje examen VMBO-GL en TL 2003

Bijlagenboekje examen VMBO-GL en TL 2003 Bijlagenboekje examen VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 1 maandag 26 mei 13.30-15.30 uur BIOLOGIE CSE GL EN TL BIOLOGIE VBO-MAVO-D 30005-586-543b BLOED GEVEN INFORMATIE 1 BLOEDDONOR WORDEN Barry is 25 jaar. Hij

Nadere informatie

Infobrochure. Bloedtransfusie

Infobrochure. Bloedtransfusie Infobrochure Bloedtransfusie Geachte heer/mevrouw, Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw arts het noodzakelijk vinden dat u een bloedtransfusie ondergaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Hartoperatie. 1 Uitgeverij Malmberg

Examentrainer. Vragen. Hartoperatie. 1 Uitgeverij Malmberg Examentrainer Vragen Hartoperatie Een 70-jarige man heeft last van atherosclerose. Uit onderzoek in het ziekenhuis blijkt dat een van zijn kransslagaders sterk vernauwd is. Na overleg met de cardioloog

Nadere informatie

Dermatologie. Open been. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Dermatologie. Open been. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Dermatologie Open been Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Wat is een open been? Een open been of ulcus cruris is een wond of zweer aan het onderbeen.

Nadere informatie