Agro-nieuwsbrief maart 2016

Transcriptie

1 Agro-nieuwsbrief maart 2016 U wilt dat uw bedrijf optimaal resultaat oplevert. Kennis van de markt is daarbij onontbeerlijk, zeker in combinatie met de steeds complexere (financiële) situatie waar u mee te maken krijgt; ontwikkelingen die ook uw bedrijf raken. Wij kennen de agrarische markt en haar spelers als geen ander. En dát is onze toegevoegde waarde. Dit is een uitgave van: Baker Tilly Berk N.V. Postbus AM ZWOLLE zwolle@bakertillyberk.nl Baker Tilly Berk N.V. Postbus AB GOES goes@bakertillyberk.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave...1 Subsidie Jonge landbouwers...1 Controleer uw uitbetaling bedrijfstoeslag...2 Investeringssubsidie duurzame energie...3 Fiscaal voordelig investeren met MIA, Vamil en EIA...4 Percentages verplichte mestverwerking Maak nu uw mestplan Vanggewassen nog steeds belangrijk!...6 Overdracht grond, ook overdracht recht...7 Wijziging percelen direct doorgeven...8 Geen strafvervolging na randvoorwaardenkorting...8 Elektronisch verstrekken van gegevens verplicht...9 Afschrijving productierechten...9 Aanscherping criterium actieve landbouwer...10 Korte wenken...11 Agenda...12 Subsidie Jonge landbouwers De subsidie Jonge Landbouwers is opengesteld van 1 maart t/m 15 april. Openstelling per provincie De subsidie Jonge landbouwers wordt gefinancierd vanuit de zogenaamde 2e pijler van het GLB. Al deze subsidies moeten nu uitgevoerd worden door de provincies. Iedere provincie moet hierdoor zelf keuzes maken en voorwaarden stellen. Niet nogmaals subsidie Jonge landbouwers die vanuit een eerdere subsidieregeling Jonge landbouwers subsidie hebben gekregen, komen niet voor deze subsidie in aanmerking. 1

2 Jonge landbouwer De subsidie is bedoeld voor jonge landbouwers. Een jonge landbouwer is een landbouwer die: Op het moment van aanvraag nog geen 41 jaar is. Langdurige zeggenschap heeft in de onderneming Zich voor het eerst heeft gevestigd op een landbouwbedrijf. Voldoende vakbekwaam is. Subsidiabele investeringscategorieën Het doel van deze subsidie is het stimuleren van investeringen gericht op de verduurzaming. De subsidie is niet voor investeringen die in hoofdzaak gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit. Om dit doel te bereiken, is een lijst met 14 investeringscategorieën opgesteld. Op de lijst staan een aantal specifieke investeringen en ook investeringen die voor veel landbouwbedrijven niet tot nauwelijks rendabel zijn. Hierdoor is de subsidieregeling voor veel minder bedrijven interessant dan eerdere subsidies voor Jonge landbouwers. Toewijzing De toewijzing vindt plaats via een tendersysteem. Aan elke categorie is een puntenaantal toegekend. De toewijzing vindt plaats op volgorde van de behaalde punten per aanvraag. Hoe meer punten hoe hoger de kans op subsidie. Hoogte van de subsidie De subsidie bedraagt 30% van het investeringsbedrag. In het geval de Jonge landbouwer samenwerkt met één of meerdere niet-jonge landbouwers wordt het subsidiepercentage verlaagd. De subsidie is maximaal en moet minimaal bedragen. Controleer uw uitbetaling bedrijfstoeslag Heeft u een Beslissing uitbetalen BasisBetalingsRegeling 2015 ontvangen? Controleer dan of alle gegevens en bedragen juist zijn. Basis- en vergroeningspremie Voor de bepaling van uw basispremie is het aantal beschikbare rechten van belang. Dit aantal rechten is inclusief gehuurde rechten met PO en exclusief verhuurde rechten met PO. Heeft u gehuurde rechten met PO? Informeer dan bij de verhuurder naar de waarde per betalingsrecht. De vergroeningspremie bedraagt 43,31% van de basispremie. Toeslag Jonge landbouwer De toeslag Jonge landbouwer bedraagt 52,96 per hectare (max. 90 ha). 2

3 Bent u het niet eens met de beslissing? Maak dan binnen zes weken bezwaar. Ook dat kunnen wij voor u verzorgen. Kortingen Dit jaar worden wegens een te kort budget een tweetal kortingen opgelegd. De Europese korting bedraagt 1,393041% voor het bedrag boven de De nationale korting is 0,728% over geheel bedrag. Berekening Stel, u heeft 50 rechten met een gemiddelde waarde van 400 en u komt in aanmerking voor de toeslag Jonge landbouwer. De berekening is dan: - Basispremie (50 x 400) Vergroeningspremie ( x 43,31%) Toeslag Jonge landbouwer (50 x 52,96) Totale bruto bedrijfstoeslag Europese korting (( ) x 1,393041%) Nationale korting: (( ) x 0,728%) Netto bedrijfstoeslag Investeringssubsidie duurzame energie Het ministerie van Economische Zaken stelt in miljoen beschikbaar voor de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE). Met deze regeling kunnen particulieren en zakelijke gebruikers een tegemoetkoming krijgen voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels. Aanvragen De aanvraagperiode loopt van 4 januari 2016 tot en met 31 december Aanvragen moeten ingediend worden bij de RVO.nl en worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Hoogte subsidie De hoogte van het subsidiebedrag per apparaat hangt af van het soort zonneboiler, warmtepomp, biomassaketel of pelletkachel en van de energieprestatie. De exacte bedragen staan op apparatenlijsten, die te vinden zijn op de website Zakelijke gebruikers Tot de zakelijke gebruikers worden gerekend: zelfstandige ondernemers, bedrijven, verenigingen van eigenaren, woningcorporaties, ondernemers in de land- en tuinbouw, maatschappen, stichtingen en verenigingen, die over een geldig KvK-nummer beschikken. Zakelijke gebruikers moeten de subsidie vooraf aanvragen en mogen pas na de goedkeuring verplichtingen aangaan. Na de installatie en betaling moet vaststelling van de subsidie aangevraagd worden. De aanvraag en de vaststelling moeten ingediend worden via mijn.rvo.nl. met gebruikmaking van eherkenning. 3

4 De apparaten dienen te voldoen aan specifieke eisen, die te vinden zijn op de website Particulieren Particulieren kunnen subsidie krijgen voor apparaten die na 1 januari 2016 zijn aangeschaft. Zij moeten de subsidie binnen drie maanden na het afsluiten van de koopovereenkomst aanvragen via mijn.rvo.nl, met gebruikmaking van DigiD. Op dat moment moet het apparaat zijn geïnstalleerd, in gebruik genomen en betaald. Fiscaal voordelig investeren met MIA, Vamil en EIA Bij investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, kan er fiscaal voordeel behaald worden door gebruik te maken van de milieuinvesteringsaftrek (MIA) en/of de Vamil-regeling. Bij bepaalde energiebesparende bedrijfsmiddelen kan de Energie-investeringsaftrek (EIA) toegepast worden. De bedrijfsmiddelen moeten dan wel op de Milieulijst, respectievelijk de Energielijst staan. MIA en Vamil Bij de MIA mag in 2016, afhankelijk van het bedrijfsmiddel, 13,5%, 27% of 36% van het investeringsbedrag van de fiscale winst worden afgetrokken. Investeringen die voor de Vamil-regeling in aanmerking komen, kunnen voor 75% willekeurig worden afgeschreven. De belangrijkste mogelijkheden zijn: Groen label kas Stallen die voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij Duurzame melkveestal met weidegang Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij GPS/GIS-systeem voor precisielandbouw Spuitmachines met GPS en driftbeperking of middelbeparend systeem Emissiearme of milieuvriendelijke mobiele machines Op de Milieulijst 2016 is de mogelijkheid om de vervanging van asbesthoudende daken, goten of gevels (al dan niet in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen) onder de MIA/Vamil-regeling te laten vallen geschrapt. EIA Bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan, mag in % (2015: 41,5%) van het investeringsbedrag van de fiscale winst worden afgetrokken, mits het totaal bedrag aan energie-investeringen minimaal is. 4

5 MIA, Vamil en EIA moeten binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingen worden aangevraagd bij de RVO. De belangrijkste bedrijfsmiddelen in de land- en tuinbouw die voor deze regeling in aanmerking komen zijn: Warmtewisselaar debietregeling ventilator isolatie voor bestaande constructies LED-verlichting droog- en verwarmingssysteem voor ventilatielucht in bewaarloodsen energiezuinige koel- en vriesinstallaties energie-efficiënte melkkoeling energie-, gevel- en buitenschermen warmteterugwinningssystemen energiezuinige klimaatregeling in tuinbouwkassen grondwarmtewisselaar zonnepanelen met een gezamenlijk piekvermogen meer dan 25 kw Aanvragen Het jaar van het aangaan van de investeringsverplichtingen is bepalend voor welke milieulijst of energielijst van toepassing is. Percentages verplichte mestverwerking 2016 Het stelsel van verplichte mestverwerking voorziet in de mogelijkheid het percentage van het overschot dat verwerkt moet worden, jaarlijks vast te stellen op basis van actuele gegevens over de nationale fosfaatproductie en de plaatsingsruimte. De staatssecretaris van Economische Zaken wil in 2017 tot een evenwicht komen op de mestmarkt. Daartoe worden de percentages in de regio s Oost en Zuid in twee stappen verhoogd naar 50% respectievelijk 60% in Het percentage in de regio Overig blijft onveranderd 10%. Tabel: percentages verplichte mestverwerking Jaar Oost Zuid Overig Totale verplichte mestverwerking in mln. Kg fosfaat % 30% 5% 17, % 50% 10% 28,0-29, % 55% 10% 32, % 60% 10% 38,5 5

6 Het percentage in de regio Oost had volgens de staatssecretaris in 2016 eigenlijk verhoogd moeten worden naar 40%. Echter, vooral in deze regio is de verwerkingscapaciteit achtergebleven. Door een percentage van 35% vast te stellen wordt beter balans gehouden met de beschikbare verwerkingscapaciteit. Maak nu uw mestplan 2016 De Meststoffenwet wordt steeds ingewikkelder. Wij kunnen met u meedenken om tijdig de juiste keuzes te maken. U zult inmiddels uw mestboekhouding over 2015 hebben afgerond en zo nodig de Aanvullende gegevens hebben ingediend. Daarnaast moeten derogatiebedrijven uiterlijk 31 januari een bemestingsplan 2016 hebben opgesteld. Naast deze verplichting(en) is het goed om nu stil te staan bij de invulling van de grondgebondenheid (melkvee) en de mestverwerkingsplicht. Grondgebondenheid melkvee Vanaf 1 januari 2016 is de AMvB-grondgebondenheid van kracht. Dit betekent in hoofdlijn, dat bepaalde bedrijven die t.o.v groeien of gegroeid zijn extra grond in gebruik moeten nemen. Ook moeten melkveebedrijven met een melkveefosfaatoverschot compenserende grond in gebruik nemen als de fosfaatplaatsingsruimte afneemt t.o.v Productie en plaatsingsruimte Voor de berekeningen moet u een inschatting maken van de fosfaatproductie 2016 (forfaitair, BEX of de stalbalans). Ook is de plaatsingsruimte van belang. Hierbij moet u, als melkveehouder, rekening houden met de extra grond die u vanwege de grondgebondenheid extra in gebruik neemt. De grond, die u op 15 mei opgeeft bij de GO, bepaalt de plaatsingsruimte Vanggewassen nog steeds belangrijk! Vanaf 2016 zijn enkele wijzigingen t.a.v. de vergroeningseisen doorgevoerd. Het betreft voornamelijk de eisen voor de teelt van vanggewassen en het toestaan van landschapselementen binnen de Algemene lijst. Vaak blijven vanggewassen meest interessant voor invulling van de vergroeningseisen Laat bij twijfel controleren of uw bouwplan 2016 voldoet aan alle vergroeningseisen. Vanggewassen De belangrijkste wijzigingen bij het gebruik van vanggewassen zijn: De regels t.a.v. melden zaaidatum vanggewas zijn aangescherpt. Alleen gecertificeerd zaaizaad is toegestaan. Eigen zaaizaad niet meer. Winterwikke (bonte wikke en zachte wikke) is nu ook toegestaan. Bij onderzaai zijn alle grassoorten nu toegestaan als vanggewas. 6

7 Landschapselementen Binnen de Algemene lijst zijn nu ook enkele landschapselementen toegestaan. Er mag een bufferstrook van maximaal 5 meter liggen tussen het landschapselement en het bouwland. Vanggewassen blijven het meest interessant Vergroening met landschapselementen zal voor een beperkt aantal bedrijven toepasbaar zijn. Daarnaast is de bijdrage meestal gering. Ook voor 2016 is de verwachting dat de meeste bedrijven met vanggewassen zullen vergroenen. Overdracht grond, ook overdracht recht In 2015 is op bijna iedere hectare landbouwgrond een betalingsrecht ontstaan. Dit heeft tot gevolg dat bij een overdracht van grond vrijwel altijd betalingsrechten mee overgedragen moeten worden. De verkoper/verhuurder heeft anders onvoldoende grond om alle betalingsrechten zelf te benutten. Overdracht van rechten moet voor 15 mei worden gemeld bij RVO. Melden bij RVO Het overdragen van betalingsrechten is vergelijkbaar met voorheen de toeslagrechten. U kunt nu ook betalingsrechten verhuren zonder grond. De overdracht moet u digitaal melden bij RVO. De verkoper/verhuurder start met het invullen van het formulier. Beide partijen ondertekenen met een TAN-code. Wilt u afspraken vastleggen bij het overdragen en/of verrekenen van betalingsrechten? Wij kunnen u hierbij van dienst zijn. Einddatum bij verhuur Bij verhuur van rechten moet u een einddatum invullen. De rechten gaan op deze datum automatisch terug naar de verhuurder. Heeft u in 2015 een POverhuur afgesloten? Dan staan de rechten automatisch weer op uw naam. Blijft u de grond ook in 2016 verhuren aan dezelfde huurder, dan moet u de betalingsrechten dus actief overdragen. Rechten eerst vaststellen U kunt uw betalingsrechten pas overdragen als deze zijn vastgesteld door RVO. Hiervoor ontvangt u een Beslissing toekenning betalingsrechten. Pas na het ontvangen van deze beschikking kunt u rechten overdragen. Afspraken vastleggen Wilt u nu betalingsrechten samen met de grond overdragen, maar zijn de rechten nog niet vastgesteld? Maak dan afspraken over het (later) overdragen van de rechten. Leg deze afspraken schriftelijk vast. 7

8 Heeft u hulp nodig bij het invullen van de perceelsregistratie? Vraag uw adviseur. Wijziging percelen direct doorgeven Het opgeven van percelen is een belangrijk onderdeel binnen de Gecombineerde opgave (GO). Vanaf 2015 is de perceelsregistratie een aparte applicatie. U kunt het hele jaar wijzigingen in de perceelsregistratie doorvoeren. Eerst percelen dan GO Binnen de GO kunt u uw percelen overnemen en daarna per perceel aanvullende gegevens invullen. De percelen moeten wel eerst in de perceelsregistratie zijn opgenomen. Als u een perceel uit gebruik geeft, dan moet u het perceel afmelden in de perceelsregistratie. NIEUW: Landschapselementen-EA Wilt u binnen de Algemene lijst gebruikmaken van landschapselementen? Dan kunt u deze nu intekenen in de perceelsregistratie. Percelen nu actueel houden Het invullen van de GO is vaak een hele klus. Als u de perceelsregistratie nu actueel houdt, dan heeft u hier in de GO-periode geen omkijken naar. U hoeft de percelen in de GO dan alleen te controleren en de aanvullende gegevens in te voeren. Bemestingsplan Heeft u een derogatiebedrijf? Dan kunt u de wijzigingen in de perceelregistratie ook direct overnemen in uw bemestingsplan. Geen strafvervolging na randvoorwaardenkorting In de praktijk komt het regelmatig voor dat landbouwers die een overtreding hebben begaan, bestraft worden met zowel een boete als een randvoorwaardenkorting (korting op bedrijfstoeslag). Bijvoorbeeld bij het onjuist uitrijden van mest, het overschrijden van de gebruiksnormen of het onjuist toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft nu geoordeeld dat als er een randvoorwaardenkorting is opgelegd, er geen verdere strafvervolging meer mogelijk is. Het ging in deze zaak om een veehouder die de regels voor de identificatie en registratie niet had nageleefd. De staatssecretaris van Economische Zaken had op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 een randvoorwaardenkorting van opgelegd. Deze beslissing was onherroepelijk en het bedrag was door de veehouder betaald. 8

9 Daarnaast wilde het openbaar ministerie een strafrechtelijke boete van opleggen. De veehouder stelde hoger beroep in, omdat hij vond dat er sprake was van een dubbele bestraffing. Volgens het openbaar ministerie was een subsidiekorting geen sanctie van strafrechtelijke aard en was er daarom geen sprake van een dubbele bestraffing. Het hof oordeelde dat de veehouder strafrechtelijk werd vervolgd voor dezelfde feiten als waarvoor hem een korting was opgelegd. In ons rechtssysteem kan men echter niet tweemaal voor hetzelfde feit vervolgd en bestraft worden. De opgelegde randvoorwaardenkorting had volgens het hof duidelijke kenmerken van een strafoplegging. Daarom werd het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard. Elektronisch verstrekken van gegevens verplicht Met ingang van 1 maart 2016 is het waarschijnlijk verplicht om de Gecombineerde opgave en de gegevens voor de Meststoffenwet elektronisch aan te leveren op RVO.nl. Elektronisch aangeleverde gegevens zijn volgens de staatssecretaris van Economische Zaken aanmerkelijk sneller en vaker volledig ingevuld en bevatten minder tegenstrijdigheden en onbedoelde fouten. Er komt in ieder geval een ontheffing voor: - ondernemers die behoren tot een geloofsgemeenschap die het gebruik van de elektronische weg in zijn geheel afwijst; - ondernemers die niet beschikken over een computer met internetverbinding en niet eerder gegevens langs elektronische weg aan RVO.nl of Dienst Regelingen hebben aangeleverd. Afschrijving productierechten Jaarlijks stelt de Belastingdienst landbouwnormen vast, die moeten worden gebruikt voor de berekening van de jaarwinst. Een onderdeel daarvan vormt de afschrijving van productierechten. Suikerquota De aanschafkosten van suikerquota kunnen worden afgeschreven tot 1 oktober In 2015 of het boekjaar 2015/2016 kan maximaal 20% worden afgeschreven. Als de afschrijving wordt berekend op basis van tabel 18.1 van de normenbrochure en deze hoger is dan 20% van de aanschafkosten, mag deze hogere afschrijving worden gehanteerd. Er wordt dan van uitgegaan, dat de uitkomst van de berekening op basis van deze tabel leidt tot een lagere bedrijfswaarde. 9

10 Varkens- en pluimveerechten Voor de afschrijving van varkens- en pluimveerechten wordt uitgegaan van de einddatum 31 december Voor kalenderjaarboekhoudingen geldt bij voor 1 januari 2014 aangeschafte rechten, dat van de boekwaarde op 31 december 2013 in de periode jaarlijks 25% kan worden afgeschreven, met een maximum van 20% van de aanschafkosten. Bij na 2013 aangeschafte rechten kan jaarlijks maximaal 20% worden afgeschreven. Indien rechten in de loop van 2015 zijn aangeschaft, moet dit maximum naar tijdsgelang worden toegepast. Bij gebroken boekjaren geldt dat bij rechten die voor het boekjaar 2014/2015 zijn aangeschaft, de boekwaarde per einde boekjaar 2013/2014 gelijkmatig kan worden afgeschreven tot 31 december 2017, met een maximum van 20% per jaar van de aanschafkosten. Op rechten die zijn aangeschaft in het boekjaar 2014/2015 mag jaarlijks maximaal 20% worden afgeschreven. Bij aankoop in de loop van 2015/2016 moet dit maximum naar tijdsgelang worden toegepast. De boekwaarde die resteert op het moment dat de varkens- en pluimveerechten worden afgeschaft, moet op dat moment in één keer ten laste van de winst worden gebracht. Betalingsrechten Er kan niet worden afgeschreven op aangekochte betalingsrechten. Een gekocht betalingsrecht moet op de balans worden gewaardeerd op de aanschafwaarde of de lagere bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gelijk aan de marktwaarde op de balansdatum. Melkquota en ammoniakrechten Melkquota en ammoniakrechten moeten in 2015 worden afgewaardeerd naar nihil. Aanscherping criterium actieve landbouwer Landbouwers konden in 2015 alleen in aanmerking komen voor de toekenning en uitbetaling van betalingsrechten (en overige rechtstreekse betalingen) wanneer voldaan werd aan het vereiste actieve landbouwer. Volgens de criteria van 2015 is een actieve landbouwer een natuurlijk of rechtspersoon, die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als landbouwer of als landbouwbedrijf. Daarbij maakte het niet uit of de landbouwactiviteit als hoofd- of als nevenactiviteit stond ingeschreven. 10

11 Aanpassing criterium per 1 januari 2016 Dit criterium is per 1 januari 2016 aangepast. Bedrijven die staan ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit anders dan landbouw, maar dit als nevenactiviteit hebben, kunnen alleen nog in aanmerking komen voor rechtstreekse betalingen als door middel van een accountantsverklaring kan worden aangetoond dat hun landbouwactiviteit niet onaanzienlijk is. Niet onaanzienlijke landbouwactiviteiten In de volgende gevallen zijn de landbouwactiviteiten geen onaanzienlijk deel van de totale economische activiteiten: - het jaarlijkse bedrag aan rechtstreekse betalingen maakt meer dan 5% uit van de totale inkomsten uit niet-landbouwactiviteiten in het meest recente belastingjaar; of - het bedrag aan inkomsten uit landbouwactiviteiten bedraagt meer dan een derde van het totale bedrag aan inkomsten. Aan één van de twee voorwaarden moet worden voldaan. Oplossingen Indien de landbouw als nevenactiviteit staat ingeschreven in het handelsregister, zal van geval tot geval bekeken moeten worden op welke wijze men toch in aanmerking kan komen voor rechtstreekse betalingen. Bepalend is de inschrijving in het handelsregister per 15 mei van het jaar van aanvraag. Korte wenken Kringloopwijzer voor 1 mei Heeft u een melkveefosfaat-referentie groter dan 0? Dan moet u voor 1 mei 2016 een Kringloop-wijzer over het jaar 2015 indienen bij ZuivelNL. Deze datum was eerst 1 maart Begin 2017 moeten alle melkveebedrijven een Kring-loopwijzer 2016 indienen. Het indienen van een Kringloopwijzer loopt via de Centrale database ( Regel tijdig uw machtigingen. Wijziging uitrijregels meststoffen In augustus mag alleen drijfmest op bouwland worden uitgereden als direct aansluitend een groenbemester wordt gezaaid. Het uitrijden in augustus is nu ook toegestaan als uiterlijk 31 augustus winterkoolzaad wordt gezaaid. Het gebruik van stikstofkunstmest is verboden in de periode van 16 september t/m 31 januari. Bij de zaadteelt van roodzwenk- en veldbeemdgras mag onder voorwaarden in de periode van 16 september t/m 15 oktober stikstofkunstmest worden toegepast. Deze uitzondering geldt nu ook voor de teelt van rietzwenkgras. 11

12 Houd bij het opstellen van de prognose 2016 rekening met de stikstofcorrecties. Aanpassingen stikstofcorrectie Per 1 januari 2016 zijn de stikstofcorrecties van diverse staldieren aangepast. Enkele normen zijn verhoogd, maar de meeste normen zijn (soms fors) verlaagd. Een lagere correctie betekent, dat uw dieren (op papier) meer stikstof produceren. Meer fosfaatruimte met monsters De gebruiksnormen zijn niet veranderd per Is de fosfaattoestand van uw grond neutraal of laag, dan kunt u gebruikmaken van een hogere fosfaatgebruiksnorm. U moet dan wel over geldige grondmonsters beschikken. U kunt nu nog nieuwe grondmonsters nemen voor het jaar De analyseresultaten moeten uiterlijk 15 mei bekend zijn (i.v.m. opgave Gecombineerde Opgave). Melden zaaidatum vanggewassen In 2015 is er veel onduidelijkheid geweest over het melden van de zaaidatum van EA-vanggewassen. Vanaf nu geldt: U moet de geplande zaaidatum doorgeven met de GO. Wijkt de definitieve zaaidatum af van de geplande datum, dan moet u de definitieve zaaidatum uiterlijk op de dag van inzaai van het vang-gewas melden bij RVO. Meldt u de datum later, dan gaat de 10-weken-termijn in op de datum van melding. Agenda 1 maart t/m 15 april Subsidie Jonge landbouwers. Voor 1 mei Indienen Kringloopwijzer voor melkveebedrijven met een melkveefosfaatreferentie. Uiterlijk 15 mei Grondmonsters voor de fosfaatdifferentiatie. Analyse moet uiterlijk 15 mei bekend zijn. Melding overdracht betalingsrechten. Met onze Agro-nieuwsbrief willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen die mogelijk uw bedrijf raken. Wij hebben aan de samenstelling de grootst mogelijke zorg besteed. Baker Tilly Berk N.V. aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit de Agro-nieuwsbrief. Wilt u op basis van deze informatie actie ondernemen, dan is nader advies noodzakelijk. Voor een dergelijk advies kunt u een afspraak met ons maken. 12