21.45 uur 6. Kennisname evaluatie sportnota Sport Beweegt De Wolden en vaststelling uitgangspunten nieuw sportstimuleringsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "21.45 uur 6. Kennisname evaluatie sportnota Sport Beweegt De Wolden 2009-2012 en vaststelling uitgangspunten nieuw sportstimuleringsbeleid"

Transcriptie

1 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 26 september 2013 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. A G E N D A Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad Aanvang/streeftijd uur Algemeen uur 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Toezeggingenlijst totaal raad, per september A. Vragen raadsfracties en beantwoording college herinrichting Dijkhuizen Ruinerwold Besluitvormend/bespreekstukken 4. Kennisname evaluatie bruggenbeheersplan; Instemming vervanging verkeersbrug en realisatie fietsbrug Ommerweg; beschikbaarstelling krediet 5. Instemming bestuursrapportage 2013 Pauze uur uur Besluitvormend/bespreekstukken (vervolg) uur 6. Kennisname evaluatie sportnota Sport Beweegt De Wolden en vaststelling uitgangspunten nieuw sportstimuleringsbeleid Besluitvormend/hamerstukken 7. Vaststelling bestemmingsplan Schrapveen 24 Linde 8. Beschikbaarstelling krediet verbouw Buddingehof Ruinerwold Opiniërend 9. Kadernotitie cultuurhistorische waardenkaart uur uur 10. Ingekomen stukken uur 11. Sluiting Zuidwolde, 13 september 2013 De voorzitter van de Raad, R.T. de Groot Pagina 1 van 2

2 Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken. Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden. Opiniërend Tijdens het opiniërende vergaderblok voert de raad opiniërende discussies. De resultaten van deze discussies vormen bouwstenen voor voorstellen aan de raad. Deze raadsvoorstellen worden in een volgende vergadering besluitvormend behandeld Pagina 2 van 2

3 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 3 Opdrachtgever : de raad Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toezeggingenlijst Totaal Raad per september Samenvatting: Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per september 2013, voor kennisgeving aannemen. Inleiding en aanleiding: Volgens de formele procedure voor afhandeling toezeggingen aan de raad, vindt er maandelijks terugkoppeling aan de raad plaats. Bijgevoegd is de Toezeggingenlijst Totaal Raad, met de stand van zaken per september Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Volgens de procedure kunt u desgewenst procedurele vragen stellen. Een inhoudelijke reactie van het college is thans niet aan de orde. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: n.v.t Personele effecten: n.v.t Bijlagen: - Toezeggingenlijst Totaal Raad per september Zuidwolde, 13 september 2013 griffier drs. Josee Gehrke burgemeester Roger de Groot 1

4 Nr. XIII / 3 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en griffier van 13 september 2013; Besluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per september 2013, voor kennisgeving aan te nemen. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot

5 Griffie Postbus AA Zuidwolde tel Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2013 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door Afdoening vóór Herziening fietsplan De Wolden Er wordt opnieuw een meting gehouden op het traject Leeuwte-Ruinen. Wethouder Lammers 15 oktober Herziening fietsplan De Wolden Herziening fietsplan De Wolden Scenario s voor CO2- besparingsdoelst elling Stand van zaken De afdoeningsdatum van de herziening is van 27 juni gewijzigd naar 15 oktober De raad wordt toegezegd dat hij inzage krijgt in de metingen en bijbehorende cijfers tot nu toe. Uitgezocht wordt of de kosten van het fietspad ten laste kunnen komen van het provinciaal project Vitaal Platteland. Of de duurzaamheidsprijs kan worden gekoppeld aan het millenniumplatform, wordt nader uitgezocht. Wethouder Lammers Wethouder Lammers Wethouder Lammers 15 oktober oktober oktober 2013 Stand van zaken De afdoeningsdatum van 27 juni is gewijzigd. Dit is uitgezocht en wordt gekoppeld Vraag Gb. naar aanleiding van vervuilde grond Het Groene Hart Zuidwolde Het college komt vóór 1 juli 2013 met een rapport bij de raad. Dit naar aanleiding van een intern onderzoek naar deze kwestie. Wethouder Lammers 1 juli Uitwerking duurzaamheidsle ning voor starters Stand van zaken De raad is per memo d.d. 28 juni 2013 geïnformeerd. De suggestie van de fractie van D66 over het vermelden van een eindtermijn, wordt Wethouder Ten Kate 1 november 2013 Pagina 1 van 4

6 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door meegenomen in de uitwerking van de duurzaamheidslening. Afdoening vóór Stand van zaken De afdoeningsdatum voor de uitwerking van 18 juli is gewijzigd Uitwerking duurzaamheidsle ning voor starters Bruggenbeheersplan fase 1 In de uitwerking wordt meegenomen hoe controle kan worden uitgeoefend op de daadwerkelijke besteding van de lening t.b.v. duurzaamheid. De raad ontvangt in september 2013 een compleet voorstel/plan voor de vervanging van de brug aan de Ommerweg. Wethouder Ten Kate Wethouder Lammers 1 november oktober Bruggenbeheersplan fase 1 Stand van zaken Is geagendeerd voor de raad van 26 september Er komt een evaluatie van fase 1 van het bruggenbeheersplan voor de raad. Wethouder Lammers 1 oktober / / / Kadernota 2014 Kadernota 2014 Kadernota 2014 Stand van zaken Is geagendeerd voor de raad van 26 september De reserves en voorzieningen agenderen als bespreekpunt voor de raadswerkgroep financiën. College bereidt voor. Resultaten doorrekening septembercirculaire toekomen aan de raad en vervolgens bespreken in de raadswerkgroep financiën. Uitleg/stukken wegenonderhoud naar de raad voor de begrotingsbehandeling. Weth. Lammers Weth. Lammers Weth. Lammers 1 november 2013 (met inachtname van de vakantie) 1 november 2013 (met inachtname van de vakantie) 1 oktober / Kadernota 2014 Stand van zaken Er komt een raadsavond op 31 oktober En de consequenties in beeld brengen voor de Pagina 2 van 4 Weth. Lammers 1 oktober 2013

7 Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door 13/ Kadernota 2014 raad. De raad bijpraten over de centrumplannen, direct na de zomervakantie. Weth. Ten Kate Afdoening vóór 1 oktober / / / Kadernota 2014 Kadernota 2014 Kadernota 2014 Stand van zaken Heeft plaatsgevonden op 5 september 2013 vwb Zuidwolde en de Wijk. Ruinen volgt later. Raad wordt geïnformeerd over de verkorting van de bouwprocedures. Als er provinciale subsidie komt voor onderzoek naar aanleg van glasvezel, dan wordt het punt 4Gnewerk meegenomen. Het voorstel voor de Buddingehof is klaar voor de raad van 12 sept Weth. Ten Kate Weth. Ten Kate Weth. Pauwels 1 november 2013 (met inachtname van de vakantie) 1 november 2013 (met inachtname van de vakantie) 1 oktober / Kadernota Kadernotitie samenvoeging ambtelijke organisatie Hoogeveen-De Wolden Stand van zaken Is geagendeerd voor de raad van 26 sept Voor de begrotingsbehandeling 2014, wordt er een voorstel mbt het zwembad Ruinen aan de raad aangeboden. De raad wordt nauw betrokken bij het proces van ambtelijke samenvoeging. Een brede werkgroep kan hiertoe worden gevormd. Dit wordt in het eerstvolgende presidium van september besproken. Weth. Pauwels Burgemeest er De Groot/ presidium 1 november oktober Evaluatie gebruik raadszaal voor culturele activiteiten Stand van zaken De betrokkenheid van de raad is besproken in het presidium op 5 sept. j.l. I.s.m. het Cultureel Platform onderzoeken op welke wijze kosten kunnen worden gedrukt ten aanzien van culturele activiteiten in de raadszaal van De Wolden. Burgemeest er De Groot 1 november 2013 (met inachtname van de vakantie) Pagina 3 van 4

8 Voortgang afhandeling moties Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door 14/21 juni 2012 Kadernota 2013 Onderzoek inzamelpunt apparaten. Afdoening vóór Betrekken bij het afvalbeleidspl an. Griffie, 11 september 2013 Pagina 4 van 4

9 Geachte wethouder en leden van de organisatie, Dinsdag 27 augustus 2013 zijn wij als gezamenlijke raadsfracties uitgenodigd voor een toelichting over de herinrichting van de Dijkhuizen, de dorpsstraat van Ruinerwold. De presentatie tijdens deze avond was in handen van de dorpsbelangenvereniging Ruinerwold Berghuizen. Overigens was dit dezelfde presentatie als voor de zomervakantie aan de wethouder en een aantal ambtenaren werd vertoond. Het doel van deze avond werd omschreven als het creëren van politiek draagvlak voor dit plan richting de verkiezingen. Als gezamenlijke raadsfracties stellen wij artikel 37 vragen die wij na het bijwonen van de presentatie over de herinrichting nog graag beantwoord zouden zien. Deze technische vragen geven de mogelijkheid aan de verschillende raadsfracties om dit onderwerp op de agenda van de raad te plaatsen. Artikel 37 vragen: 1. Heeft het college gekeken en overleg gehad over de mogelijkheid om vervanging van het riool en het definitief bestraten in 1 keer uit te voeren. 2. Zijn er meerkosten verbonden aan een verharding van de ondergrond voor het riool om dit alles in 1 keer uit te kunnen voeren? 3. Is het mogelijk om de vervanging van het resterende deel van de riolering in de Dijkhuizen te Ruinerwold uit te stellen? 4. Is naast de aanvraag van een BDU subsidie, ook een aanvraag in het kader van Vitaal Platteland een reële optie? Te denken valt hierbij aan het bijvoorbeeld gelijk integreren van glasvezelverbinding tijdens de werkzaamheden. 5. Wat zijn de geraamde kosten voor het vervangen van de riolering? 6. Is hierbij ook de afkoppeling van het hemelwater in meegenomen? 7. Kan er een raming van de meerkosten, structurele lasten, voor het gebruik van nieuwe bestrating en inrichting van de Dijkhuizen, worden gegeven. Namens de gezamenlijke fracties van: Gemeentebelangen, VVD, CDA, PvdA, D66, GL en CU.

10 Memo Aan : Gemeenteraad Van : College burgemeester en wethouders Datum : 11 september 2013 Onderwerp : technische vragen raadsfracties herinrichting Dijkhuizen De raad stelt via artikel 37 vragen over de geplande rioolvervanging in Ruinerwold in relatie met de presentatie van de Dorpsbelangen over de herinrichting Dijkhuizen. Gevraagd wordt naar de mogelijkheid om de werkzaamheden aan het rioolstelsel uit te stellen, de meerkosten van extra verhardingsmaatregelen, eventuele subsidie door derden en combinatie met de aanleg van glasvezel. Toelichting maatregelen riolering De riolering van Ruinerwold heeft een aantal knelpunten die maatschappelijke en milieutechnische risico s veroorzaken. De knelpunten betreffen: het lozen van vervuild rioolwater op het oppervlaktewater, lekkende huisaansluitingen waardoor er verzakkingen in het wegdek ontstaan en de slechte afvoer naar het eindgemaal door de ongelijke hoogteligging het hoofdriool. Door het vervangen van het riool, de aanleg van een regenwaterriool en diverse reparaties wordt het rioolstelsel weer op orde gebracht. Reactie vragen: 1. Heeft het college gekeken en overleg gehad over de mogelijkheid om vervanging van het riool en het definitief bestraten in 1 keer uit te voeren. - Tijdens eerdere rioleringswerken in Ruinerwold hebben wij geconstateerd dat door de hoge grondwaterstanden en de samenstelling van de ondergrond in Ruinerwold bij ontgravingen nazakkingen optreden. Het riool in Dijkhuizen ligt op een diepte van ongeveer 2.50 meter. In deze omstandigheden zal de bovenzijde van het wegdek ongeveer 10 cm nazakken. Hierdoor worden wij gedwongen het cunet minimaal een jaar te laten rusten, waarna wij de definitieve verharding gaan aanbrengen. Gelet op de aangegeven omstandigheden vinden wij het in één keer definitief bestraten ongewenst. - Wij hebben Dorpsbelangen en de Ondernemersvereniging geïnformeerd. - Het is een optie het definitief herbestraten uit te stellen. 2. Zijn er meerkosten verbonden aan een verharding van de ondergrond voor het riool om dit alles in 1 keer uit te voeren. - Het verharden van de ondergrond is mogelijk door het aanbrengen een (puin)fundering. In Dijkhuizen liggen diverse nutsleidingen. Nutsbedrijven accepteren niet dat deze leidingen onder een fundering komen te liggen. De leidingen moeten dan voorzien worden van mantelbuizen en soms verlegd worden naar een voetpad of groenstrook. De met de het aanbrengen van de fundering en de extra voorzieningen voor nutsleidingen zijn niet opgenomen in het krediet en vormen dus meerkosten. 3. Is het mogelijk de vervanging van het resterende deel van de riolering in Dijkhuizen uit te stellen. - Wij gaan er van uit dat het resterende deel, het deel betreft waarbinnen de rioleringswerkzaamheden plaatsvinden. Het is mogelijk de vervanging uit te stellen. De huidige risico s (aangegeven bij toelichting maatregelen ) blijven dan langer bestaan. Ook zijn er verwachtingen bij inwoners en bedrijven, zijn er afspraken gemaakt met het Waterschap over het saneren van de overstortproblematiek. Pagina 1 van 2

11 4. Is naast de aanvraag van BDU ook een aanvraag in het kader van Vitaal Platteland een reële optie,. Daarbij wordt gedacht aan het bijvoorbeeld gelijk integreren van glasvezelverbinding tijdens de werkzaamheden. - Wij het is een optie om een BDU-aanvraag in te dienen. Afgewacht zal moeten worden of deze door de Provincie wordt gehonoreerd. - Een eerste verkenning laat zien dat het project niet lijkt te passen binnen de huidige criteria van Vitaal Platteland. Wij gaan dit verder onderzoeken en komen hier op terug. - Over een combinatie met nutswerkzaamheden zijn inmiddels contacten. Het integreren van glasvezel stemmen wij af met de betreffende nutsbedrijven. In de praktijk heeft de combinatie geen financiële gevolgen voor de gemeente. 5. Geraamde kosten voor het vervangen van de riolering. - U heeft voor de rioleringsmaatregelen in Ruinerwold kredieten beschikbaar gesteld van in totaal euro. Overigens zijn hier ook aanpassingen aan riolen buiten Dijkhuizen in opgenomen. 6. Afkoppeling hemelwater meegenomen. - Ja, de wegverhardingen en dakoppervlakken worden afgekoppeld. 7. Geven van een raming van de meerkosten, structurele lasten voor het gebruik van nieuwe bestrating en inrichten van Dijkhuizen. - Het herinrichtingsplan Dijkhuizen bestaat op dit moment uit een voorlopig ontwerp. Om een raming te kunnen maken moet het definitieve ontwerp worden doorgerekend. Voor een budgetbegroting is onderzoek nodig en dient het plan nader te worden uitgewerkt. Voor deze voorbereidende werkzaamheden dient een voorbereidingskrediet beschikbaar te worden gesteld. - Het herinrichtingsplan Dijkhuizen vormt geen onderdeel van het rioleringsproject Ruinerwold,

12 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 4 Besluitnummer : 1045 Portefeuillehouder : Wethouder Henk Lammers Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bruggenbeheersplan fase 1. Samenvatting: In 2006 is het bruggenbeheersplan vastgesteld. Het plan gaat uit van het sober en doelmatig vervangen van bruggen. Inmiddels is de eerste fase van het plan bijna afgerond. De laatste twee bruggen die moeten worden aangepakt zijn de bruggen in de Ommerweg en Munnekenweg. Het budget voor de eerste fase van het beheersplan is in 2006 beschikbaar gesteld. Temporisering in de vervanging heeft vertraging in de uitvoering tot gevolg gehad. In het beschikbaar gestelde budget is geen rekening gehouden met inflatie. Verder zijn er diverse ontwikkelingen rond het ontwerp en er zijn bijkomende kosten aan de orde die niet voorzien zijn in de ramingen van het sober en doelmatig vervangen. Op 30 mei 2013 is voorgesteld om aanvullend budget beschikbaar te stellen. Bij de behandeling van het voorstel is een amendement aangenomen. Besloten is om de Munnekenbrug binnen het beschikbare krediet uit te voeren en voor de brug Ommerweg een aantal scenario s uit werken (combinatie verkeersbrug en fietsbrug) zodat hieruit een keuze gemaakt kan worden gemaakt. In de notitie Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg zijn de omstandigheden en diverse aspecten van de bruggen in de 1 e fase uitgewerkt en meerdere scenario s voor de brug in de Ommerweg in beeld gebracht. Voordat de brug in de Ommerweg kan worden aanbesteed en daarmee fase 1 kan worden afronden is het nodig een deel van de middelen die voor de uitvoering van het beheerplan in 2014 zijn gereserveerd eerder beschikbaar te stellen. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - Kennis te nemen van de notitie Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg; - In te stemmen met de variant verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug (variant d) voor de vervanging van de verkeersbrug en realisatie van de fietsbrug in de Ommerweg; - In te stemmen om in 2013 een bedrag van ten laste van het binnen de Reserve Investeringsprojecten voor het bruggenbeheersplan geoormerkte bedrag van (jaarschijf 2014) beschikbaar te stellen voor de afronding van fase 1; - In te stemmen om de kosten voor de realisatie van de fietsbrug Ommerweg te dekken uit het krediet Fietspad langs de Ommerweg Zuidwolde. Pagina 1 van 4

13 Inleiding en aanleiding: Inleiding: De Wolden heeft 55 bruggen in beheer en eigendom. Door de toenemende intensiteit en de zwaardere voertuigen worden de bruggen meer belast. Constructies verzwakken door veroudering, fysieke en klimatologische invloeden. Uit inspecties blijkt dat bij een aantal bruggen gebreken zijn ontstaan. Door de in 2006 bepaalde beheersmatige aanpak zijn de meeste bruggen inmiddels verbeterd. In de afgelopen jaren is planmatig onderhoud uitgevoerd en zijn diverse bruggen vervangen (Pieperij, Meppelerweg, Havelterweg, Wold Aaweg en De Stuw). Van de 1 e fase van het beheerplan resteren nog 2 bruggen: Ommerweg (Linde) en Munnekenweg (Ruinen). Voordat gestart wordt met het vervangen van de brug in de Ommerweg moet het beschikbare budget worden aangevuld. In 2005 is een beheerplan opgesteld voor de gemeentelijke bruggen. Het plan bevat een meerjarenplanning voor het (groot)onderhoud en een vervangingsplan van de bruggen. In 2006 is er door de gemeenteraad een krediet beschikbaar gesteld voor de vervanging van de bruggen (fase 1) uit het beheersplan. In 2013/14 wordt een fietsverbinding aangelegd langs de Ommerweg. Vanwege de veiligheid van de fietsers is de aanleg van een extra brug of een bredere brug noodzakelijk. Aanleiding: Uit het beheerplan blijkt dat de brug in de Munnekenweg over de Ruiner Aa en de brug in de Ommerweg over de Reest vervangen moet worden. Voor de aanpak (vervanging) van laatste brug (verkeersbrug Ommerweg) bedraagt het tekort Voor het realiseren van de fietsbrug in de Ommerweg is nog geen krediet beschikbaar gesteld. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Het in 2005 berekende budget is niet meer voldoende. In 2013 zijn we 8 jaar verder, het budget is 18% (inflatie) minder waard geworden. Door inflatie en herziening van uitgangspunten (o.a. participatie) sluit het oorspronkelijke budget niet meer aan bij de actuele kosten. Gelet op de bijgestelde ramingen is het noodzakelijk dat het in 2006 beschikbaar gestelde krediet wordt aangevuld met ,--. Dit bedrag kan worden gevonden door een deel van het in de reserve investeringen jaarschijf 2014 eerder (in 2013) beschikbaar te stellen. Bij de kadernota 2014 zijn de actuele en bijgestelde ramingen voor het eerste deel van de 2 e fase van het beheerplan (vervangingen) in beeld gebracht. De brug in de Ommerweg is de entree naar De Wolden en naar de provincie Drenthe, de brug ligt tevens in de beekdal van de Reest. We willen als De Wolden bij de bezoekers een toeristische en een aantrekkelijke indruk maken. Reden om bij de vervanging deze brug te verbijzonderen. Door de aanleg van het fietspad langs de Ommerweg is het noodzakelijk om een veilige fietsverbinding over de Reest te maken. Beoogd effect: Veilige bruggen. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: In de reserve investeringsprojecten 2014 is benoemd voor het vervangen van bruggen. Voorgesteld wordt om uit dit bedrag het tekort voor fase 1 aan te vullen. Bij de kadernota 2014 zijn de verder benodigde middelen voor fase 2 voor het Pagina 2 van 4

14 bruggenbeheersplan in beeld gebracht. Argumenten ontwerpbesluit: Verkeersbrug Zonder de gevraagde middelen is het niet mogelijk om de vervanging van de brug in de Ommerweg uit te voeren. Fietsbrug Uit de notitie Evaluatie bruggenbeheersplan, fase 1 en varianten brug Ommerweg blijkt dat twee aparte bruggen goedkoper zijn dan een gecombineerde. De varianten zijn vergeleken. Daarbij zijn de kosten, het draagvlak (voorkeur klankbordgroep), de afspraken met de gemeente Hardenberg en het ruimtelijk beeld gewaardeerd. De variant verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug (variant d) komt als meest gewaardeerde variant naar voren. Bij deze variant wordt de fietsbrug uitgevoerd in hout. Kanttekeningen: Het verbijzonderen van de brug en de aanleg van een fietsbrug in de Ommerweg vormen geen onderdeel van het beheerplan. Alternatief beleid: - De brug in de Ommerweg niet verbijzonderen. - Fietsbrug Ommerweg niet aanleggen. Financiële effecten: - Voor het vervangen van de bruggen uit fase 1 is het krediet Vervanging bruggen 2006 t/m 2010 beschikbaar gesteld. - De meerkosten van de al vervangen bruggen zijn voorlopig opgevangen binnen het krediet Vervangen bruggen 2006 t/m Door de hogere kosten op het krediet is er een dekkingstekort ontstaan voor het vervangen van de nog twee resterende bruggen uit fase 1. - In 2013 een bedrag van ten laste van het binnen de Reserve Investeringsprojecten voor het bruggenbeheersplan geoormerkte bedrag van (jaarschijf 2014) beschikbaar te stellen voor de afronding van fase 1 van het bruggenbeheersplan, de consequenties zijn verwerkt in de Kadernota De fietsbrug in de Ommerweg wordt aangelegd naar aanleiding van de realisatie van het fietspad Ommerweg, waarbij de financiering plaats vindt door de gemeente Hardenberg, Provincie Drenthe en gemeente De Wolden. Het deel voor De Wolden wordt gedekt uit het krediet Fietspad langs de Ommerweg Zuidwolde. Personele effecten: Geen. Juridische effecten: Geen. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) - Inspraak klankbordgroep ten behoeve van de verbijzondering van de brug in de Ommerweg. - Bij de uitvoering, informerend. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Voorbereiding 2013, start uitvoering Pagina 3 van 4

15 Bijlagen: - Notitie Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg. Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

16 Ontwerp Nr. XIII / 4 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2013; Besluit: - Kennis te nemen van de notitie Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg ; - In te stemmen met de variant verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug (variant d) voor de vervanging van de verkeersbrug en realisatie van de fietsbrug in de Ommerweg; - In te stemmen om in 2013 een bedrag van ten laste van het binnen de Reserve Investeringsprojecten voor het bruggenbeheersplan geoormerkte bedrag van (jaarschijf 2014) beschikbaar te stellen voor de afronding van fase 1; - In te stemmen om de kosten voor de realisatie van de fietsbrug Ommerweg te dekken uit het krediet Fietspad langs de Ommerweg Zuidwolde. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

17 Notitie: Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg Inleiding De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid en toegankelijkheid van haar openbare wegen en de daarin aanwezige voorzieningen. De gemeente heeft 55 gemeentelijke bruggen en tunnels in beheer, de waarde van deze civiele kunstwerken bedraagt 12 miljoen. In 2005 is het bruggenbeheersplan vastgesteld. Om de houten, stalen en betonnen constructies in een goede en veilige staat te houden bevat het beheerplan een uitvoeringsplan planmatig onderhoud en een meerjaren vervangingsplan. Planmatig onderhoud Door het repareren van schades kan de levensduur van de constructie worden verlengd. In de afgelopen jaren is aan 25 bruggen planmatig onderhoud uitgevoerd. Het planmatig onderhoud betreft ondermeer betonreparaties, vervangen van leuningen, aanbrengen van slijtlagen op de brugdekken en het uitvoeren van schilderwerk. Aan het planmatig onderhoud wordt jaarlijks besteed. Meerjaren vervangingsplan Uit inspecties en nader onderzoek blijkt dat de vervanging van 12 bruggen noodzakelijk is. De schades aan de constructie is dermate ernstig dat repareren geen zin meer heeft. De vervanging van de bruggen is in 2 fases verdeeld. Voor de aanpak van de eerste fase van de vervanging is in 2006 een krediet van vrijgemaakt. Inmiddels zijn 4 rond 1950 aangelegde bruggen (Pieperij, Meppelerweg, Wold Aaweg, Havelterweg) vervangen door nieuwe gelijkwaardige (breedte verkeersklasse) en veilige constructies. Naast de bruggen uit het beheersplan is ook de brug De Stuw vervangen. Dit is mede mogelijk gemaakt door Tennet gelden. De laatste 2 bruggen van fase 1 worden voorbereid. Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 1/7

18 - De Munnekenbrug ligt aan de noordoostzijde van Ruinen over de Ruiner Aa. De brug is een belangrijke schakel in de verbinding tussen Pesse en Ruinen. Uit de inspecties blijkt dat de constructie (landhoofden en brugdek) van deze brug uit 1930, constructieve schades bevat. De aantastingen zijn dermate ernstige dat de gehele constructie dient te worden vervangen. - De brug in de Ommerweg functioneert als de entree tussen Overijssel (gemeente Hardenberg) en Drenthe (De Wolden). De brug over de Reest dient een visitekaartje voor de gemeente te zijn. De draagconstructie van de brug is aangetast, terwijl de borstwering, leuningen, randen ernstige schades bezitten. Op 30 mei 2013 is een voorstel over het bruggenbeheersplan besproken. Daarbij is afgesproken dat een evaluatie van fase 1 en een variantenstudie voor de Ommerweg onderdeel vormen van het besluitvormende raadsvoorstel. Evaluatie van fase 1 Bij de begroting 2006 heeft de raad middelen beschikbaar gesteld voor de 1 e fase van het vervangen van bruggen. Brugnr. Weg Plaats Type stand van zaken Raming 2006 Post onvoorzien BR-034 Meppelerweg Ruinen fietsbrug dek vervangen BR-035 Wold Aa-weg Ruinerwold verkeersbrug vervangen BR-005 Havelterweg Ruinerwold verkeersbrug duiker BR-025 Pieperije Zuidwolde verkeersbrug vervangen Sub totaal BR-047 Munnekenweg Ruinen verkeersbrug Voorbereiding BR-021 Ommerweg Linde verkeersbrug Voorbereiding Sub totaal Totaal Eerste serie bruggen fase 1 Voor de eerste serie bruggen uit fase 1 is in het krediet gereserveerd. De werkelijke kosten zijn hoger geworden. De bruggen in de Pieperij en de Wold Aa-weg zijn duurder door een tegenvallende inschrijvingen, uitvoeren van extra maatregelen voor flora en fauna en door voorzieningen voor winterse omstandigheden. De meerkosten bedragen Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 2/7

19 Brugnr. Wegnaam Type Budget Werkelijk Verschil Onvoorzien BR-034 Meppelerweg Fietsbrug BR-035 Wold Aa-weg Verkeersbrug BR-005 Havelterweg Verkeersbrug BR-025 Pieperij verkeersbrug Totaal Fase 1: Munnekenweg en Ommerweg De nog te realiseren bruggen van fase 1 in de Munnekenweg en Ommerweg zijn inmiddels voorbereid. Daarbij is inzicht gekregen over de verwachte uitvoeringskosten. Het krediet is gebaseerd op kengetallen uit Indertijd is uitgegaan van standaardconstructies (sober en doelmatig). Beide bruggen worden vervangen in 2013/2014. Inflatie en veranderde omstandigheden hebben invloed op de uitvoeringskosten. Raming Herzien Verschil Brug Munnekenweg Brug Ommerweg Totaal Door ligging, functie en omstandigheden is bij de bruggen in de Munnekenweg en Ommerweg maatwerk noodzakelijk. In de voorbereiding zijn meerdere alternatieven onderzocht, is extra voorbereiding, overleg en onderzoek uitgevoerd. Ook is bij de definitieve raming is gelet op de functie van de wegen en rekening gehouden met herstel omleidingroutes en aanleg van noodbruggen voor fietsverkeer. Door de combinatie van de hiervoor aangegeven oorzaken wordt verwacht dat de uitvoeringskosten hoger worden dan waarmee in de ramingen uit 2005 rekening is gehouden. Krediet Meerkosten Actueel fase 1 eerste serie bruggen fase 1 Munnekenweg, Ommerweg Totaal Van de hiervoor aangegeven meerkosten is in de bestuursrapportage (december 2012) en de kadernota 2014 melding gemaakt. In de kadernota 2014 zijn de resterende middelen voor fase 1 verwerkt en zijn de eerste serie bruggen uit fase 2 aangegeven. Volgens afspraak wordt de Munnekenbrug binnenkort aanbesteed, om de brug in de Ommerweg te kunnen uitvoeren dient het krediet fase 1 te worden aangevuld. De benodigde middelen kunnen worden vrijgemaakt uit de voor de uitvoering van het bruggenbeheersplan in 2014 geoormerkte middelen. Conclusies: - Door omstandigheden (voorrang aan andere projecten) zijn in de periode tot 2011 geen bruggen vervangen. Sinds 2010 is de voorbereiding en uitvoering van het vervangen van de bruggen versneld; - Bij het opstellen van het beheersplan in 2005 zijn zoals gebruikelijk de kosten van te vervangen bruggen gebaseerd op kengetallen. De voorbereiding wordt als een vaste opslag toegerekend. Pas nadat de voorbereiding is afgerond ontstaat inzicht in uitvoering, omstandigheden en risico s. Bij een deel van de bruggen komen de werkelijke kosten niet overeen met de kengetallen en het percentage aan voorbereiding. Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 3/7

20 - Tijdens de doorlooptijd van het krediet zijn inzichten en uitgangspunten veranderd (archeologie, bodemverontreiniging, noodbrug, verbijzondering, waardoor de kosten van de voorbereiding en uitvoering zijn gestegen; dit heeft vooral effect op de laatste 2 bruggen, deze bruggen worden 8 jaar na het beschikbaar stellen van het krediet in uitvoering genomen; Variantenstudie brug Ommerweg Zoals al eerder in deze notitie is aangegeven heeft de brug in de Ommerweg een markante plaats in de gemeente. De brug is de entree vanuit de gemeente Hardenberg, ligt in de provinciegrens, kruist de Reest, ligt in een bijzonder natuurgebied, vervangt de eerdere historische stienen piepe en is onderdeel van een belangrijke doorgaande weg. Voldoende redenen om extra aandacht te besteden aan de vormgeving bij de uitwerking. Om de kennis uit het gebied in te brengen is via burgerparticipatie (Plaatselijk Belang en de stichting Reco) meegedacht in de mogelijke vormgeving van de brug. Daarbij zijn oude tekeningen, ingebracht door stichting Reco,van de stienen piepe gebruikt als referentie. Het verbijzonderde ontwerp is gekozen door de voltallige klankbordgroep. Parallel aan de voorbereiding van de brug wordt gewerkt aan het fietspad langs de Ommerweg. Het beëindigen van het fietspad net voor de Reest heeft tot gevolg dat de fietsers voor de brug moeten oversteken om via de verkeersbrug naar Overijssel te fietsen. Ter plaatse is het tracé van de weg door bochten niet overzichtelijk. Reden om na overleg met de gemeente Hardenberg te onderzoeken of de aanleg van een fietsbrug en het verlengen van het fietspad in Overijssel mogelijk is. Gemeente Hardenberg heeft besloten bij te dragen in de realisatie van een sobere en doelmatige fietsbrug en het fietspad op haar grondgebied te gaan doortrekken. Diverse scenario s (varianten) zijn uitgewerkt en onderzocht. Bij de varianten is bij het ontwerp rekening gehouden met de verkeerstechnische eisen, financiële kaders, historische aspecten en ruimtelijke mogelijkheden. De uitgewerkte varianten: a) Gecombineerde standaard (sobere) verkeersbrug inclusief fietspad Een met de brug over de Wold Aa vergelijkbare versoberde verkeersbrug. Overspanning ca meter, geen pijlers, breedte autoverkeer 6.00 meter, fietsverkeer 2.75 meter. Op de fundering worden prefab liggers geplaatst, op het brugdek een standaard hekwerk. De tussenruimte wordt opgevuld met een rooster of een zitbank. Kosten b) Verbijzonderde gecombineerde verkeersbrug inclusief fietspad Het brugdek krijgt een lichte toog (bewustwording overgang Reest), gemetselde randen (rollaag) boven het maaiveld, lichtmasten markeren de overgang tussen 2 provincies en gemeenten, ronde beëindiging muurelementen, een massief stalen hekwerk en een geïntegreerd naambord: De Stenen Brug / Stienen Piepe. Kosten Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 4/7

21 c) Standaard (sobere) verkeersbrug met standaard fietsbrug Verkeersbrug als Wold Aa brug met een breedte van 6.00 meter. De fietsbrug bestaat uit op de fundering geplaatste prefabliggers, het brugdek (staal, composiet of beton) krijgt een standaard hekwerk. De fietsbrug wordt 2.75 meter breed. Kosten Als wordt gekozen voor een fietsbrug in hout dan worden de kosten d) Verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug Verbijzonderde brug als verkeersbrug bij b. Breedte autoverkeer 6.00 meter. De fietsbrug bestaat uit op de fundering geplaatste prefabliggers, het brugdek (beton, composiet of staal) een gemetselde rand met daarop een stalen leuning. Kosten Indien wordt gekozen voor een fietsbrug in hout, worden de aanlegkosten van deze variant e) Verbijzonderde verkeersbrug met verbijzonderde fietsbrug Als d, de standaard fietsbrug wordt echter voorzien van leuningen met verbijzonderd hekwerk. Kosten Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 5/7

22 In navolgende tabel is de financiële onderbouwing van de varianten weergegeven: Nr Variant omschrijving gemotoriseerd fiets totaal a Gecombineerde standaard verkeersbrug inclusief fietspad b Verbijzonderde gecombineerde verkeersbrug inclusief fietspad c Standaard verkeersbrug met standaard fietsbrug * ** d Verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug * ** e Verbijzonderde verkeersbrug met verbijzonderde fietsbrug * fietsbrug van hout, ** fietsbrug van staal/beton/composiet Vergelijk varianten De varianten zijn vergeleken, daarbij zijn draagvlak (voorkeur klankbordgroep, de afspraken met Hardenberg en het ruimtelijk beeld (verbijzondering) en de aanlegkosten gewaardeerd. variant omschrijving draagvlak Hardenberg verbijzondering aanlegkosten conclusie a combinatie standaard verkeersbrug met fietspad /- --- b combinatie verbijzonderde verkeersbrug met fietspad c standaard verkeersbrug en standaard fietsbrug /- d verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug e verbijzonderde verkeersbrug met verbijzonderde fietsbrug Conclusies: - Varianten: de verbijzonderde verkeersbrug met standaard fietsbrug scoort het best en sluit aan bij de voorkeur van de klankbordgroep; Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 6/7

23 - Financiering: de fietsbrug is een gevolg van het fietspad Ommerweg en dient te worden gefinancierd vanuit dit project. De verkeersbrug wordt ten laste gebracht van het herziene krediet Bruggenbeheersplan fase 1; - Subsidie: onderzoek is gedaan naar bijdragen van derden. De gemeente Hardenberg wil maximaal bijdragen in de fietsbrug. Ook vormt de fietsbrug vormt onderdeel van het fietspad Ommerweg, waardoor in principe in aanmerking komt voor 50% subsidie vanuit BDU (Bijzondere Doel Uitkering). Vanuit Vitaal Platteland en Samen over de Reest is geen subsidie haalbaar voor zowel de verkeersbrug als de fietsbrug. Afdeling Ruimte bijlage raadsvoorstel bruggenbeheersplan bladzijde 7/7

24 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 5 Besluitnummer : 1110 Portefeuillehouder : Wethouder Henk Lammers Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bestuursrapportage Samenvatting: Als onderdeel van de jaarplancyclus wordt jaarlijks de bestuursrapportage opgemaakt. De tussentijdse rapportage is gebaseerd op de managementrapportage en geeft de stand van zaken weer over de eerste vijf maanden met een doorkijk naar het eind van het jaar. De bestuursrapportage sluit met een negatief bedrag van Fase van besluitvorming: Voor de behandeling van de begroting wordt elk jaar een bestuursrapportage opgesteld. Voor zover mogelijk (en nodig) zijn de bijstellingen geëxtrapoleerd naar jaarbedragen om zo het verwachte rekeningresultaat te kunnen bepalen. Ontwerpbesluit: Vaststelling van de bestuursrapportage Inleiding en aanleiding: Conform de financiële verordening 2007 en de jaarplancyclus wordt de bestuursrapportage 2013 aangeboden. Problemen of vraagstukken: De bestuursrapportage 2013 sluit met een negatief bedrag van De bijstellingen in de Bestuursrapportage zijn hoofdzakelijk van incidentele aard. Rekening houdende met de nog aanwezige nadelige begrotingssaldo van en de incidentele meevaller van van de alsnog ontvangen rijksbijdrage voor de Brede School in Zuidwolde komen we op een negatief saldo van Dit bedrag zal mogelijk uiteindelijk bij de jaarrekening 2013 gedekt moeten worden vanuit de algemene reserve. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: 1. In te stemmen met de bestuursrapportage 2013; 2. Voor de doorwerking van de financiële gevolgen de begrotingswijziging nummer 16 vaststellen; 3. Het bekrachtigen van de in de bestuursrapportage genoemde aanpassingen van de investeringskredieten en de reserves en voorzieningen. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: De financiële gevolgen van de bestuursrapportage zijn verwerkt in de begrotings- Pagina 1 van 2

25 wijziging nummer 16. Personele effecten: Zijn verwoord bij het onderdeel bedrijfsvoering. Juridische effecten: Gemeentewet, Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Financiële verordening 2007 gemeente De Wolden. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) n.v.t. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Vooruitlopende op de behandeling van de bestuursrapportage 2013 wordt de raad in de gelegenheid gesteld tot het stellen van (technische) vragen. Bijlagen: Bestuursrapportage Ter inzage is gelegd: - de managementrapportage 2013; - begrotingswijziging nummer 15. Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 2 van 2

26 Ontwerp Nr. XIII / 5 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2013; Besluit: 1. in te stemmen met de bestuursrapportage 2013; 2. de hieruit voortvloeiende begrotingswijziging nr. 16 vast te stellen; 3. het bekrachtigen van de in de bestuursrapportage genoemde aanpassingen van de investeringskredieten en de reserves en voorzieningen. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

27 Bestuursrapportage 2013 actief en betrokken dewolden.nl

28 Bestuursrapportage 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding Financiële uitkomsten op hoofdlijnen Uiteenzetting financiële positie Begrotingssaldo Reserve investeringsprojecten Investeringen Bedrijfsvoering Overige... 13

29

30 Bestuursrapportage Inleiding Op grond van artikel 6 van de Financiële verordening 2007 gemeente De Wolden bieden wij u hierbij de Bestuursrapportage 2013 aan over de eerste vijf maanden van het begrotingsjaar en een doorkijk naar het eind van het jaar. De Bestuursrapportage komt voort uit de Managementrapportage. Het is voor de raad ter sturing op hoofdlijnen. De financiële uitkomsten worden dus op hoofdlijnen weergegeven. In de Bestuursrapportage wordt u op hoofdlijnen geïnformeerd over de voortgang van: - de programmabegroting; - de investeringskredieten; - de bedrijfsvoering. Voor zover mogelijk (en nodig) zijn de inkomsten en uitgaven geëxtrapoleerd naar jaarbedragen, om zo het verwachte rekeningresultaat te kunnen bepalen. Leeswijzer Onder 2 worden de financiële uitkomsten op hoofdlijnen weergegeven. Bij punt 3 het incidenteel financieel meerjarenperspectief n.a.v. deze bijgestelde cijfers. Bij de punten 4 en 5 wordt ingegaan op de investeringen en de bedrijfsvoering. Punt 6 heeft betrekking op overige aangelegenheden betreffende investeringskredieten en reserves en voorzieningen. De bijstellingen in de bestuursrapportage zijn hoofdzakelijk van incidentele aard. Met de eventuele bijstellingen met structurele gevolgen wordt rekening gehouden in de begroting 2014 of deze worden meegenomen in de eerste begrotingswijziging van Samenvatting De negatieve uitkomst van de Bestuursrapportage 2013 is afgerond Dit bedrag kan worden gecorrigeerd met de alsnog ontvangen uitkering van op grond van de Regeling Stimulering aanpassing huisvesting brede scholen 2009 voor het project Brede School Schoolbrink. Opgemerkt wordt hierbij dat de begroting 2013 nog een negatief saldo vertoont van Op basis van de huidige informatie zal het jaar 2013 worden afgesloten met een negatief saldo van Dit bedrag zal bij de afsluiting van de jaarrekening 2013 worden ontrokken aan de algemene reserve. Aan het eind van het jaar in de decemberrapportage presenteren wij u nogmaals een tussentijdse rapportage. Het uiteindelijk rekeningsresultaat over 2013 komt bij het opmaken van de jaarrekening 2013 tot uitdrukking. Pagina 1

31 Bestuursrapportage Financiële uitkomsten op hoofdlijnen In de bestuursrapportage is uitgegaan van de begrotingscijfers tot en met begrotingswijziging nummer 10. De bestuursrapportage is op hoofdlijnen. Voor een nadere detaillering wordt verwezen naar de managementrapportage die voor de raad ter inzage is gelegd. In de managementrapportage wordt per programma een toelichting gegeven bij de belangrijkste afwijkingen. De op de bestuursrapportage betrekking hebbende begrotingswijziging is voor u ter inzage gelegd en wordt de raad ter vaststelling voorgelegd. De negatieve uitkomst van de bestuursrapportage 2013 is afgerond Dit saldo is een verzameling van mee- en tegenvallers. In de tabel hieronder wordt in hoofdlijnen aangegeven waardoor dit is ontstaan. De afwijkingen die budgettair neutraal verlopen of volledig worden verrekend met een reserve of voorziening zijn niet meegenomen in dit overzicht. Omschrijving Negatieve bijstellingen Bestuursrapportage Bedrag 1 Pensioenverplichtingen voormalige wethouders Gladheidbestrijding Herstelwerkzaamheden waterzuiveringsinstallatie zwembad de Wijk Minimabeleid Sociale werkvoorzieningschappen Asbestsaneringen Begraafplaatsen Opstellen ruimingplan begraafplaatsen Eigendommen niet meer in gebruik voor de publieke dienst ICT-beveiligingassessment Benzine en dieselolie tractiemiddelen Kapitaallasten c.q. rente Personeelskosten / Positieve bijstellingen Bestuursrapportage 14 Leerlingenvervoer Uitkeringsdebiteuren Overname Onderlinge Verzekeringen Overheid (OVO) Dividenduitkeringen BNG en nutsbedrijven Overige posten c.q. afronding Totaal per saldo een negatieve bijstelling * -/ * Met betrekking tot dit negatief saldo moet voor een eventuele onttrekking uit de algemene reserve nog rekening worden gehouden met: a) het nog aanwezige nadelige saldo baten en lasten begroting / b) het alsnog ontvangen rijksbijdrage Brede School Schoolbrink Uiteindelijk bedrag te onttrekken uit de algemene reserve Pagina 2

32 Bestuursrapportage 2013 Toelichting 1. Pensioenverplichtingen voormalige wethouders Door de accountant is bij de controle van de jaarstukken 2012 aangegeven dat de door de gemeente gesloten verzekering voor de pensioenverplichtingen te laag is vastgesteld. Voor het verschil tussen de verplichtingen en het verzekerde pensioenrecht moet de gemeente alsnog een aanvullende storting in de voorziening te treffen. In de voorziening pensioenverplichtingen voormalige wethouders is naar aanleiding hiervan een extra bedrag gestort van Verder is voor het peil houden van de voorziening en i.v.m. de hogere pensioenpremie nog een extra last van verantwoord. Met dit laatste punt is in de begroting 2014 rekening gehouden. 2. Gladheidbestrijding De langdurige winterse omstandigheden begin dit jaar hebben geleid tot een verhoging van de kosten voor de gladheidbestrijding met Herstelwerkzaamheden waterzuiveringsinstallatie zwembad Zuidwolde Bij het zwembad de Waterlelie in Zuidwolde zijn noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan de waterzuiveringsinstallatie uitgevoerd. Dit voor een bedrag van , waarvoor binnen het onderhoudsbeheersprogramma gemeentelijke gebouwen geen middelen waren opgenomen. 4. Minimabeleid De verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand en het kwijtscheldingsbeleid zijn bijgesteld met Dit op basis van de grotere toestroom en toename van het aantal kwijtscheldingen. 5. Sociale werkvoorzieningschappen In de raad van 14 februari hebben wij u geïnformeerd over de begroting 2013 van het werkvoorzieningschap Reestmond. Ten opzichte van datgene wat in onze begroting was geraamd hield dit een verhoging van de gemeentelijke bijdrage in van tot een bedrag van De begroting 2013 van het werkvoorzieningschap Alescon is behandeld in de raad van 18 oktober 2012 en conform deze begroting is in onze begroting een bedrag van geraamd voor Alescon. Op basis van de resultaten in het eerste halfjaar van het werkvoorzieningschap Reestmond moet de gemeentelijke bijdrage alsnog worden bijgesteld met een bedrag van In de raadsvergadering van 20 juni 2013 heeft het college de raad hierover geïnformeerd. Inmiddels is met het bestuur van Reestmond afgesproken dat de deelnemende gemeenten in 2013 een maximaal tekort van zullen financieren, een groter tekort zal uit de eigen reserves van Reestmond worden gefinancierd. Het totaal bij te stellen bedrag komt hiermede op ( ). De implementatie van de nieuwe regelgeving van de sociale werkvoorziening is in Alesconverband opgepakt als TaskForce project. De kosten hiervan bedragen Asbestsaneringen Voor de asbestsaneringen in het Groene Hart in Zuidwolde en het centrum van de Wijk wordt voor de uitvoering van de hiervoor noodzakelijke werkzaamheden bijgeraamd. 7. Begraafplaatsen In de raadsvergadering van 25 april 2013 heeft besluitvorming plaatsgevonden omtrent de capaciteitsgarantie en kostendekking van de begraafplaatsen in De Wolden. Een deel van het groenonderhoud wordt ondergebracht bij het openbaar groen. Het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid voor het product begraven wordt losgelaten. De gevolgen van deze besluitvorming, waaronder de aanpassing van de opbrengst begraafrechten bedragen Opstellen ruimingplan begraafplaatsen Voor het opstellen van een ruimingplan en protocol, inventarisatie van cultuurhistorische graven en communicatie wordt een bedrag van beschikbaar gesteld. Pagina 3

33 Bestuursrapportage Eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd Een aantal gemeentelijke eigendommen zijn hun onderwijs en/of publieke functie kwijtgeraakt. De lasten van deze gemeentelijke eigendommen niet voor de publieke dienst bestemd worden verantwoord op programma 12. Het gaat hierbij om de volgende gebouwen: voormalige schoolgebouw obs De Dissel in Ruinerwold, het Wheemhuus voorheen in gebruik bij muziekvereniging De Woudklank, voormalige peuterspeelzaal t Stekkie in Koekange en obs t Veurland in Ansen welk gebouw onlangs is verkocht. De lasten van deze gebouwen worden begroot op ICT-beveiligingsassessment Voor onze digitale dienstverlening maken we gebruik van DigiD. In het najaar van 2011 zijn er landelijk een aantal incidenten geweest, waaronder het wenselijk werd geacht een aantal beveiligingsmaatregelen te treffen. De kosten van een ICT-beveiligingsassessment bedragen Benzine en dieselolie tractiemiddelen Door de gestegen brandstofprijzen in de laatste jaren en het achterwege blijven van de hiermede gepaard gaande ophoging van dit budget is een aanpassing met noodzakelijk. Ook heeft de afschaffing van de rode diesel een kostenverhogend effect. 12. Kapitaallasten Door diverse oorzaken ontstaat er een nadelig verschil van totaal op het onderdeel kapitaallasten. Door een latere uitvoering van de geplande investeringen kan er minder rente worden toegerekend aan de diverse investeringsprojecten. Daarentegen is het rentevoordeel van kort geld beduidend lager dan in andere jaren. Dit komt door de huidige lagere marktrente op kort geld (rente rekening courantgelden). 13. Personeelskosten Uit de situatie in het eerste halfjaar en de te verwachten omstandigheden in het tweede halfjaar blijkt dat het totale personeelsbudget voor 2013 ontoereikend is. Door ondermeer ziekte en werkdruk en hierdoor extra inhuur is bijstelling van het budget met noodzakelijk. Dit is inclusief een geconstateerde fout in de salarisbegroting van 2% van de totale loonsom, zijnde een bedrag van Bij het onderdeel bedrijfsvoering worden de bijstellingen nader toegelicht. 14. Leerlingenvervoer De gezamenlijke aanbesteding met de doelgroepenvervoer Wmo heeft geresulteerd in een efficiencyvoordeel op het leerlingenvervoer naar het basis- en voortgezet onderwijs van Uitkeringsdebiteuren Zoals verwoord in het accountantsverslag bij de jaarrekening 2012 zijn de uitkeringsdebiteuren per 1 januari 2013 te laag verantwoord. Na actualisatie van de cijfers van de uitkeringsdebiteuren over het eerste halfjaar en de hiermede samenhangende voorziening dubieuze debiteuren blijkt dat dit onderdeel bijgesteld kan worden met per saldo een bedrag van Overname Onderlinge Verzekeringen Overheid (OVO) De Onderlinge Verzekeringen Overheid (OVO), waar wij een fraudeverzekering hebben ondergebracht, is per 1 januari 2013 overgegaan naar Achmea verzekeringen. Het nog aanwezige vrije eigen vermogen van OVO wordt naar rato verdeeld onder de leden. Aan ons is een bedrag van uitgekeerd. 17. Dividenduitkeringen BNG en nutsbedrijven Door de Bank Nederlandse Gemeenten N.V. is over 2012 een iets hogere winst behaald dan het jaar ervoor. De dividenduitkering is hoger dan geraamd. Naar verwachting zal de dividenduitkering over 2012 van de NV Rendo hoger uitvallen dan in de begroting 2013 geraamd. Van de voormalige Essent-bedrijven (Enexis en Attero) is een hogere dividenduitkering ontvangen van Pagina 4

34 Bestuursrapportage 2013 *a.) Nadelig saldo baten en lasten De begroting vertoont ook na de diverse mutaties in begrotingswijziging nummer 1 en 2 en na behandeling van de begroting 2013 nog een nadelig saldo van *b.) Rijksbijdrage Brede School Schoolbrink Op grond van de Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen 2009 is alsnog naar aanleiding van ons bezwaar een bedrag van toegekend. In het raadsvoorstel van 22 december 2011 is reeds melding gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen de afwijzing van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen van de bijdrage van Dit omdat de voorzieningen niet voor de in de regeling genoemde einddatum waren gerealiseerd. In bezwaar vindt de directeur Onderwijsinstellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs een gehele terugvordering van de specifieke uitkering van , mede in relatie tot een overschrijding van zeven maanden op de totale realisatietermijn, onevenwichtig. Dit rekening houdende met de belangen van de gemeente als regievoerder van het project en het feit dat de aanpassingen uiteindelijk wel zijn gerealiseerd. Gelet op de in de bezwaarprocedure aangegeven omstandigheden is het Ministerie bereid de terugvordering voor het project in heroverweging te matigen tot een bedrag van dat in relatie staat tot de totale duur van de overschrijding. Het niet terug te storten bedrag van is in 2013 verantwoord. Analoog aan het raadsbesluit tot bouw van de Brede School Schoolbrink wordt dit bedrag ten gunste van de algemene reserve geboekt. Pagina 5

35 Bestuursrapportage Uiteenzetting financiële positie 3.1 Begrotingssaldo Bij de aanbieding van de begroting 2013 is, inclusief de begrotingswijziging nummer 1 en 2, uitgegaan van geraamd begrotingstekort voor 2013 van Het verloop van het begrotingssaldo 2013 is als volgt: De primitieve begroting ging uit van een begrotingstekort -/ Nadien hebben de volgende mutaties plaatsgevonden: - Begrotingswijziging nr. 1: - Jaarlijkse luchtfoto s -/ Bijstellingen administratie en automatiseringskosten Bijstelling salarislasten bestuurders Leerlingenvervoer Wmo budget en storting reserve Wmo Budget Centrum voor Jeugd en Gezin Opbrengst leges bouwvergunningen Vrijval deel stelpost kapitaallasten Vrijval deel stelpost onvoorzien (toeristenbelasting) Begrotingswijziging nr. 2: - Renteverlies algemene reserve voor parkeerplaats de Wijk -/ Kapitaallasten i.v.m. sloop bbs De Hoeksteen Zuidwolde Bezuiniging bibliotheek Algemene uitkering 2013 n.a.v. septembercirculaire / Frictiekosten werkvoorzieningschap Alescon -/ / Saldo per 1 juni / Negatieve uitkomst bestuursrapportage -/ Negatieve begrotingsruimte per 1 september / Dit negatief resultaat wordt uiteindelijk bij de afsluiting van de jaarrekening 2013 gedekt door een aanwending vanuit de algemene reserve, waarbij tevens rekening zal worden gehouden met het alsnog ontvangen bedrag van voor de bouw van de Brede School Schoolbrink. 3.2 Reserve investeringsprojecten Het verloop van de reserve investeringsprojecten is als volgt: Stand per 1 januari Toevoegingen: - toevoeging rekeningsaldo onderuitputting actualisatie bestemmingsplannen Onttrekkingen: - ter dekking van investeringen e.d., waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden -/ Stand per 1 september Bij de aanbieding van de programmabegroting 2014 zal worden ingegaan op de bestemming van het restant saldo van de reserve investeringsprojecten. Pagina 6

36 Bestuursrapportage Investeringen Binnen de jaarplancyclus zijn er met betrekking tot de lopende investeringskredieten twee beoordelingsmomenten (zowel cijfermatig als beleidsmatig), namelijk bij de bestuursrapportage en aan het eind van het jaar bij de decemberrapportage. Bij de bestuursrapportage vindt er een doorkijk plaats of een en ander binnen de planning wordt afgewerkt en of er eventueel bijstelling van het krediet moet plaatsvinden. Aan het eind van het jaar wordt gerapporteerd over een eventuele afsluiting dan wel overheveling van kredieten naar het volgende jaar. De financiële consequenties (kapitaallasten) van de bij te stellen investeringen zijn zo veel mogelijk meegenomen in deze bestuursrapportage. De bijstelling van de kapitaallasten, alsmede het hieruit voortvloeiende voor- of nadeel leidt per saldo tot een incidenteel nadeel van Dit door een latere uitvoering van de geplande investeringen, waardoor er minder rente kan worden toegerekend aan de diverse investeringsprojecten. Daarentegen is het rentevoordeel van kort geld door de huidige lagere marktrente beduidend lager dan in andere jaren. In december 2013 is het volgende bijstellingsmoment van de investeringskredieten alsmede de hiermee samenhangende kapitaallasten. Stand van zaken investeringskredieten - Het totaalbedrag aan restantkredieten per 1 januari In 2013 aan nieuwe investeringskredieten beschikbaar gesteld Totaalbedrag investeringskredieten ten tijde van het opmaken Bestuursrapportage AF: van dit totaalbedrag aan investeringen is reeds besteed een bedrag van -/ Restantbedrag dat nog in 2013 en volgende jaren moet worden afgewerkt Bij het restantbedrag gaat het om 63 investeringskredieten, waarvan de belangrijkste investeringen met de nog te besteden bedragen (per 1 juli 2013) onder meer zijn: Kredieten van vorige jaren 1 Ontsluiting kern Zuidwolde op N Reconstructie Hoofdstraat te Zuidwolde Infrastructuur Brede School de Wijk Centrumplan Ruinen Centrumplan de Wijk Fietspad Ommerweg te Zuidwolde Fietspad langs Meppelerweg Zuidwolde Vervanging bruggen Grondverwerving Ruilverkaveling Landinrichting HBD Zuidwolde-zuid De ontmoeting/dorpsvisies Brede school obs locatie Schoolbrink Nieuwbouw kleedaccommodatie T.C. t Wold GRP Ruinerwold GRP Ruinerwold GRP Koekange GRP de Wijk Riolering Ansen Digitalisering documenten Informatisering en samenleving Informatisering en dienstverlening Pagina 7

37 Bestuursrapportage 2013 Nieuwe kredieten van 2013: 22 Houtgestookte cv-ketel zwembad de Wijk Houtgestookte cv-ketel sporthal de Wijk Verbeteringen rioolstelsel de Wijk Verbeteringen rioolstelsel Subsidie energiebesparende maatregelen Woonomgeving D.L.S. Briëtweg te de Wijk Overige 36 investeringen in totaliteit Totaal In voorgaande opzet is uitgegaan van de bruto -investeringen. Een aantal investeringen worden mede gefinancierd door een bijdrage van derden. Voor de ontsluiting van de kern Zuidwolde op de N48 wordt bijvoorbeeld een BDU-bijdrage ontvangen van 1,5 miljoen. Voor de aanleg van fietspaden worden bijdragen van de provincie ontvangen van 1,4 miljoen. In totaliteit gaat het hierbij om een bedrag van 4,4 miljoen. Pagina 8

38 Bestuursrapportage Bedrijfsvoering In de programmabegroting 2013 is aangegeven dat, naast de reguliere bedrijfsvoering, bijzonder aandacht zal zijn voor de verdere verbetering van de volgende thema s. Strategisch document organisatie-inrichting; Uitvoering Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid 2009 gemeente De Wolden ; Bedrijfsvoering juridische zaken; Bedrijfsvoering personele zaken. Activiteit Stand van zaken Aanpak en implementatie Strategisch organisatiedocument. Ons college heeft een strategische beleidsvisie vastgesteld. In het document worden drie richtingen beschreven die in een logische lijn liggen van de huidige ontwikkelingen. Onze burgers, instellingen, netwerkpartners en buurgemeente(n) staan daarbij centraal. De richtingen zijn: 1. Benutten van de kracht in de samenleving 2. De herkenbare en bereikbare gemeente 3. De samenwerkende gemeente Voor deze richtingen zijn nu drie projectplannen ontwikkeld die de komende jaren gerealiseerd moeten worden. Voor 2013 staat nu de start van projectplan 2 en 3 gepland. Projectplan 3 alleen voor dat deel waarin de samenwerking en samenvoeging van de ambtelijke organisatie van Hoogeveen aan de orde is. Activiteit Stand van zaken Uitvoering Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid 2009 gemeente De Wolden. In 2012 is een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van bedrijfsvoering. Voor dit onderzoek is het overheidsontwikkelmodel gebruikt. Het onderzoek heeft geleid tot een rapport met conclusies en aanbevelingen. Het rapport is in september 2012 in het MT en DT behandeld. Het MT/DT heeft een verbeterplan opgesteld en deze is samen met het rapport ter vaststelling aan het college aangeboden. Met de vaststelling van het rapport en verbeterplan wordt ook bepaald wat het object wordt van het 213a onderzoek in In 2014 wordt een organisatie-onderzoek uitgevoerd als vervolg op het overheidsontwikkelmodel waarbij een nader te bepalen organisatieonderdeel (afdeling of cluster) onderzocht wordt. Hierbij is het object en de reikwijdte van het onderzoek een afdeling of cluster, de keuze van dit organisatieonderdeel is afhankelijk van het verbeterplan. De onderzoeksmethode is een onderzoek van de kwaliteit van de bedrijfsvoering aan de hand van het overheidsontwikkelmodel. In 2013 zal in samenwerking met de rekenkamercommissie een thema-onderzoek naar de effecten van burgerparticipatie worden gedaan. De onderzoeksmethode wordt nog bepaald. De doorlooptijd zal van september 2013 tot begin 2014 zijn. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de medewerkers AO/IC, er zijn daarom geen extra kosten aan verbonden. Activiteit Stand van zaken Bedrijfsvoering juridische zaken. In 2012 is de periodieke audit naar de juridische kwaliteit van de organisatie uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten van deze analyse is een aantal aanbevelingen gedaan (afdelings- en organisatieniveau). Een voorbeeld hiervan is het vergroten van de juridische kennis en het juridisch bewustzijn van de medewerkers. Als uitwerking hiervan hebben er in het voorjaar 2013 organisatiebrede cursussen op het gebied van de Awb, gemeentewet en privaatrecht plaatsgevonden. Ook wordt in 2013 aandacht besteed aan de ontwikkeling van modelteksten. Denk hierbij aan het aangaan van overeenkomsten en (juridische) handleidingen voor de medewerkers. Het onderzoek heeft plaatsgevonden met tegelijkertijd met de audit op de interne control over de bedrijfsvoering. Hierbij zijn dwarsverbanden aangebracht en zijn vervolgonderzoeken hierop afgestemd. Beheer en regelgeving Per 1 januari 2011 zijn gemeenten door de Wet elektronische bekendmakingen verplicht hun verordeningen op internet toegankelijk te maken voor burgers. Er is gekozen ook de beleidsregels te publiceren op intranet. Ten aanzien van het proces van beheer en publicatie vindt in het najaar 2013 binnen het taakveld JZ een verdere kwaliteitsslag plaats. Pagina 9

39 Bestuursrapportage 2013 Activiteit Stand van zaken Bedrijfsvoering personele zaken. In de aanloop naar de samenvoeging met gemeente Hoogeveen is afgesproken dat de ontwikkeling van (HR) beleid en nieuwe instrumenten zo veel mogelijk gezamenlijk plaatsvindt. Dit geldt ook voor het onderwerp strategische personeelsplanning. Het onderzoek naar de een passende methodiek (en instrument) richt zich op de nieuwe organisatie. Ook voor wat betreft de ontwikkeling van het competentiemanagement zoeken we afstemming met gemeente Hoogeveen. Het beleid ten aanzien van de nieuwe HR-gesprekcyclus is aan vervanging toe. Dit is onderwerp van gesprek met de OR. Omdat ook hier efficiëntie en kostenbeheersing te verwachten is bij een gezamenlijke aanpak met Hoogeveen, zijn wij nu in overleg met de OR om in het jaar 2014 met een vereenvoudige regeling toch de nieuwe systematiek te kunnen voeren en de definitieve keuze in gezamenlijkheid met Hoogeveen te maken. Met ingang van 1 januari 2013 is het strategisch opleidingsbeleid voor De Wolden van kracht. Het opleidingsbeleid is een van de pijlers van het strategisch HRM-beleid. Het is richtinggevend daar waar het gaat om het strategisch ontwikkelen van onze medewerkers voor de komende jaren. Het legt verbanden tussen de ontwikkeling van medewerkers en de benodigde ontwikkeling van de afdeling. Daarnaast levert het opleidingsbeleid een bijdrage aan een efficiënte en effectieve aanpak van het opleidingsproces en zorgt voor aansluiting op gerelateerde HRM instrumenten, zoals de HR-gesprekscyclus (incl. POP s). Het strategisch opleidingsbeleid biedt een kader waarbinnen de uitvoering van de diverse ontwikkelacties beter op elkaar kunnen worden afgestemd. In de CAO Gemeenten hebben de onderhandelingspartners afspraken over het zogenaamde Individueel Loopbaanbudget (ILB) opgenomen. Dit past bij de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker voor zijn duurzame inzetbaarheid en loopbaanperspectief, waardoor de arbeidsmarktpositie van de medewerker verbetert. De werkgever faciliteert de medewerker daarin. Het ILB voor De Wolden is in het voorjaar 2013 uitgewerkt in de Uitvoeringsnotitie Opleidingsbeleid. Voor elke medewerker is jaarlijks een ILB beschikbaar. Met het ILB vergroot de medewerker zijn inzetbaarheid en zijn arbeidspotentie gericht op een andere functie binnen of buiten de eigen organisatie. Met het ILB krijgen medewerkers meer regie over hun eigen loopbaan. Beweging en initiatief van de medewerker wordt gestimuleerd en door de werkgever beloond door het beschikbaar stellen van het ILB. Met ingang van 1 januari 2013 zijn alle medewerkers in dienst van gemeente De Wolden aangesteld in algemene dienst. Deze wijze van aanstelling komt tegemoet aan de behoefte aan flexibiliteit om medewerkers daar in te zetten waar ze maximaal hun bijdrage kunnen leveren. In goed overleg met hun leidinggevende kunnen medewerkers van De Wolden ingezet worden in verschillende passende functies. De aanstelling in algemene dienst komt voort uit de CAO afspraken Het (verder) vergroten van de aantrekkelijkheid van De Wolden en het gebruik van sociale media, zijn o.a. de speerpunten in het onderzoek naar onze arbeidsmarktbenadering. Dit thema wordt in het najaar van 2013 verder uitgewerkt. De thema s leiderschap en medewerkerschap komen voort uit de Ontwikkelagenda. Het MT heeft in 2012 in dit kader al een training gevolgd en heeft de conclusie getrokken dat deze zeer waardevol was. Inmiddels hebben deze trainingen dan ook een vervolg gekregen voor de coördinatoren. In de training wordt aandacht besteed aan de dilemma s waarmee je als leider te maken krijgt bij hoe medewerkers te motiveren tot ondernemerschap, dienstverlening en realisme en hoe daar vervolgens weer mee om te gaan. Activiteit Stand van zaken Samenvoeging ambtelijke organisaties van de gemeenten De Wolden en Hoogeveen. In de Kadernota 2014 is over dit onderwerp vermeld dat er in de toekomst incidentele aanloopkosten kunnen ontstaan. Het is de ambitie van de directie om deze eventuele aanloopkosten op te vangen door nog nader in te vullen efficiencymaatregelen in de bedrijfsvoering. Alhoewel er op dit moment nog geen duidelijkheid bestaat over de te maken kosten, is het college voornemens de directie op dit punt enige ruimte toe te kennen om met bedrijfsvoeringsbudgetten te schuiven en substitutie toe te passen. Hierbij denkt het college aan de mogelijkheid om binnen de bestaande structurele personeelsbegroting Pagina 10

40 Bestuursrapportage 2013 ruimte te creëren om incidenteel middelen vrij te maken die nodig zijn om te komen tot een organische samenvoeging van de beide ambtelijke organisaties. Dit zou kunnen betekenen dat binnen bestaande budgetten (incidenteel of structureel) geschoven wordt, om andere nieuwe uitgaven mogelijk te maken. Voorwaarde is wel dat de te realiseren bezuinigingsdoelstelling wordt gehaald. Over substitutie van budgetten en kredieten zijn in oktober 2003 met de raad al afspraken gemaakt bij de behandeling van de programmabegroting Binnen deze afspraak wil het college de directie laten werken. Ook zou het college met de raad willen afstemmen dat het mogelijk moet zijn om voor de realisatie van een succesvolle samenvoeging van beide ambtelijke organisaties, een bepaald incidenteel budget vrij te maken ten laste van bijvoorbeeld de algemene reserve. Het hiermee gepaard gaande renteverlies zou dan binnen de bestaande personeelsbudgetten goedgemaakt moeten worden. Mocht deze situatie zich de komende tijd voordoen, dan stellen wij ons voor de raad hiervan via de gebruikelijke momenten en rapportages in kennis te stellen. Tenslotte zou bijvoorbeeld voor de dekking van noodzakelijke investeringen op het gebied van ICT ook gekeken kunnen worden naar vrijvallende kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen. Vanzelfsprekend vraagt het college de raad om instemming om hiervoor de benodigde middelen beschikbaar te stellen. Personele kosten Hieronder een overzicht en een analyse van de personele kosten Omschrijving Bedrag Saldo Mutaties loonkosten: Salarislasten Lasten inhuur personeel van derden: i.v.m. ziekte personeel incidenteel t.l.v. kredieten en exploitatiebudgetten i.v.m. vacatureruimte inzet twee ID-banen bij sport extra personele inzet bij afd. Samenleving extra personele inzet handhavingszaken (VROM) / Uitkering ziektegelden en detachering personeel elders Correctie salarisstaat 2013 * -/ Dekking: - onvoorziene uitgaven (vervanging bij ziekte onvoorziene omstandigheden) ** Negatief saldo -/ budget gelden voor ondernemingsraad vacatureruimte exploitatiebudgetten, zoals lokaal onderwijsbeleid, wmo-budget, decentralisatiegelden en structuur- en bestemmingsplannen investeringskredieten, o.a. informatisering/dienstverlening Overige beschikbare middelen: overige personeelslasten *** reserve egalisatie personeelskosten reserve investeringsprojecten i.v.m. doorontwikkelplan afd. VROM Totaal nadelig saldo personeelskosten Pagina 11

41 Bestuursrapportage 2013 * Correctie salarisstaat 2013 In deze bestuurs- en managementrapportage is meegenomen een geconstateerde fout in de salarisbegroting 2013 van Bij de oplevering van de personeelsbegroting 2014 is op hoofdlijnen het aangeleverde van het personeels- en salarissysteem van Centric vergeleken met de salarisstaat Vrijwel direct werd er een groot verschil geconstateerd. Eén van de hoofdoorzaken blijkt te zijn dat er voor de begroting 2013 rekening is gehouden met de uitruil woonwerk. In de begroting 2013 is hierdoor dus onterecht uitgegaan van de verlaagde loonkosten. ** Onvoorzien In de begroting 2013 is geraamd een bedrag van Na aanwending van een bedrag van resteert er voor onvoorziene omstandigheden en vervanging bij ziekte voor het tweede halfjaar als stelpost nog een bedrag van *** Overige personeelslasten. De positieve bijstelling van van de overige personeelskosten heeft betrekking op: - lagere uitgaven voor voorziening in vacatures en verplaatsingskosten van Dit door een vermindering van het aantrekken van vast personeel; - de uitgaven voor arbo/bedrijfsgezondheidszorg zullen vermoedelijk lager uitvallen; - voor extra externe ondersteuning van de ondernemingsraad in verband met het samenvoegen van de ambtelijke organisaties van De Wolden en Hoogeveen, wordt een bedrag van beschikbaar gesteld. Verloop reserve egalisatie personeelskosten Omschrijving Bedrag Saldo Stand van de reserve op 1 januari 2013: Bij: geoormerkte gelden i.v.m. aangegane verplichtingen besteding woon-werkgelden Af: ter aanwending voor bovenwettelijke ww-uitkering voormalige werknemer Af: aanwending i.v.m. ophoging taembuildingbudget Af: aanwending geoormerkte woon-werkgelden t.b.v. ondermeer de vitaliteitscan Af: Geoormerkte gelden besteding woon-werkverkeer Uiteindelijk begroot saldo reserve per 31/ Pagina 12

42 Bestuursrapportage Overige Tevens moet bij vaststelling van de bestuursrapportage, voor zover hiervoor niet reeds genoemd, voor de navolgende punten ook de nodige besluitvorming plaatsvinden: Investeringskredieten Afzuigsysteem brandweerkazerne Ruinen en Ruinerwold In 2010 is er een afzuigsysteem in de brandweerkazernes Ruinen en Ruinerwold gerealiseerd. Conform de afspraken met de Hulpverleningsdienst Drenthe worden deze tegen de huidige boekwaarde van overgedragen. Fietsstraat Postweg en kruising Postweg-Dorpsstraat de Wijk In het kader van de Brede School in de Wijk is een studie uitgevoerd om een zo veilig mogelijke schoolomgeving te realiseren. Hierin werd de oversteek Dorpsstraat-Postweg meegenomen. Deze kruising is het punt waar de grootste conflictsituatie is tussen het langzaam verkeer (fietsende en overstekende kinderen) en het autoverkeer. In het kader van de verkeersveiligheid worden hier de nodige verkeersmaatregelen getroffen. De kosten hiervan worden meegenomen in het krediet voor de infrastructuur nabij de Brede School. De financiële afronding hiervan geeft aan dat naast een lagere provinciale subsidie van , er een bedrag van minder wordt uitgegeven dan begroot. Het tekort van komt ten laste van het project uitvoeringsmaatregelen GVVP Infrastructuur brede school Schoolbrink Zuidwolde Van de provincie Drenthe wordt voor dit project een hogere BDU-bijdrage ontvangen, hetgeen gebruikt zal worden ter dekking van de meerkosten. Fietspad Oshaarseweg/Eggeweg In het raadsbesluit van 27 januari 2011 zijn de financiële uitgangspunten vastgesteld. Daarop aanvullend is door de raad op 8 maart vrijgemaakt om het fietspad te verlengen en een onteigeningsprocedure uit te voeren. De procedures worden in de komende periode afgerond. Binnenkort gaan wij het laatste deel van het fietspad aanleggen. Het nog resterende budget is niet voldoende om de afrondende werkzaamheden uit te voeren en een aanvullend krediet is nodig. De meerkosten betreffen de grondaankopen ( ) en de uitvoeringskosten ( ). De hogere kosten bij de grondaankopen zijn veroorzaakt door procedurele inzet, schadevergoedingen voortuinen en de aankoopkosten van het tracé. De hogere uitvoeringskosten zijn een gevolg van de stagnatie bij de grondverwerving waardoor de aannemer het werk in delen heeft uitgevoerd. De totale meerkosten hebben wij meegenomen bij de in de kadernota 2014 genoemde jaarlijkse investeringen voor het Fietsplan. Tennet-2 project 2011 Voor de projecten in het kader van het TenneT Compensatiefonds wordt een hogere bijdrage verwerkt van De Ontmoeting/dorpsvisies Van de provincie Drenthe is in het kader van de regeling impuls sociaal economische vitalisering een subsidie ontvangen van Dit bedrag wordt aangewend voor het project: dorpshart Veeningen. Centrumplan Zuidwolde De eerste fase van zowel de herinrichting van de Hoofdstraat als de herontwikkeling van het voormalig pand van Rabobank (inclusief parkeerplaatsen) laat een overschrijding zien van Deze is veroorzaakt door: - voorbereidende werkzaamheden verplaatsing milieuhinderlijk bedrijf; - begeleiding ISV-aanvraag; - extra begeleiding voor ondernemers bij de herinrichting van de Hoofdstraat om overlast tijdens de uitvoering zoveel mogelijk te voorkomen; - verplaatsing boom; - aanpassingen ontwerp herinrichting Hoofdstraat nabij de kerk. Dit aanvullend bedrag wordt gedekt vanuit de reserve investeringsprojecten. Obs t Veurlaand in Ansen De voormalige school t Veurlaand is in april 2013 verkocht voor het realiseren van een kleinschalig zorgcomplex. Op de verkoopopbrengst wordt de nog aanwezige boekwaarde in mindering gebracht. Hierna resteert er nog een netto-opbrengst van Aanschaf software Kofax Ten behoeve van het digitaliseren van fakturen en het optimaliseren van de bedrijfvoering is overgegaan tot aanschaf van een softwarepakket Kofax en het afsluiten van een Service Level Agreement (SLA). De investeringskosten hiervan bedragen , waarvan in het kader van Pagina 13

43 Bestuursrapportage 2013 de samenwerking met de gemeente Hoogeveen wordt bijgedragen. Het resterende bedrag van wordt in drie jaar afgeschreven. Reserves en voorzieningen Van de provincie is voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen bij twaalf scholen een bijdrage van ontvangen. Ter dekking van de hiervoor benodigde uitgaven wordt dit bedrag voorshands gestort in de voorziening huisvesting onderwijs. Voor het project: realisatie multifunctioneel ontmoetingsplein Koekange is een provinciale subsidie in het kader van de subsidieregeling inrichting landelijk gebied, impuls sociaal economische vitalisering ontvangen van De gemeentelijke bijdrage in dit project van wordt gedekt door aanwending van dit bedrag uit de reserve co-financiering speelplaatsen. Voor de actualisatie van bestemmingsplannen wordt een bedrag van onttrokken aan de reserve investeringsprojecten. Ten opzichte van de aanvang van de werkzaamheden en de hiervoor gevraagde kredieten betekent dit een onderuitputting van In de Kadernota 2014 is van deze onderuitputting reeds melding gemaakt, waarbij het niet benodigde bedrag van zal worden meegenomen in het saldo van de reserve investeringsprojecten. Vanuit de reserve frictie- en organisatiekosten wordt een bedrag van onttrokken voor uitkeringen aan voormalige personeelsleden, strategisch personeelsbeleid en een schrijf- en denktraining. Conform de nota levensfasebewust personeelsbeleid De Wolden zal voor de uitvoering van het seniorenbeleid worden onttrokken aan de reserve leeftijdsbewust personeelsbeleid. Pagina 14

44 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 6 Besluitnummer : 1038 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Evaluatie Sportnota Sport Beweegt De Wolden Samenvatting: Op 25 september 2008 is de Sportnota Gemeente De Wolden met titel Sport Beweegt De Wolden vastgesteld. Nu de beleidsperiode ten einde is gekomen wordt teruggeblikt op de behaalde resultaten en worden de uitgangspunten voor de nieuwe beleidsperiode voorgesteld. De evaluatie laat, aan de hand van 22 beslispunten, zien welke resultaten er behaald zijn. Tevens geeft het inzicht in ontwikkelingen die kunnen worden meegenomen in het toekomstig sportbeleid. We kunnen concluderen dat het merendeel van de beslispunten zijn gerealiseerd en de doelstellingen zijn behaald. Zo is de sportdeelname onder basisschooljeugd toegenomen en de gemeente heeft via maatschappelijk accommodatiebeleid voldoende mogelijkheden geschept voor het stimuleren van sport. De laatste jaren wordt het belang en de maatschappelijke waarde van sport steeds meer erkend. Sport en beweging wordt gezien als een waardevol middel om beleidsdoelstellingen op andere terreinen te realiseren. Er wordt daarom voorgesteld om geen aparte sportnota meer op te stellen, maar het beleid voor sportstimulering te integreren in de reeds bestaande nota Wmo-volksgezondheid Samen in beweging!. Uitgangspunten die worden voorgesteld zijn o.a. de blijvende inzet op breedtesport en voldoende bewegen in relatie tot gezonde leefstijl. Hierbij continueren van bestaande interventies zoals de inzet van combinatiefunctionarissen sport. Daarnaast blijvend inzetten op het behoud van sterke sportverenigingen door het geven van verenigingsondersteuning en opstellen van passend subsidiebeleid dat bijdragen aan het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Kennis te nemen van de evaluatie Sport Beweegt De Wolden In te stemmen om de nieuwe sportnota te integreren in de nota Wmovolksgezondheid Samen in beweging!. 3. De uitgangspunten voor het nieuwe sportstimuleringsbeleid vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Op 25 september 2008 is de Sportnota Gemeente De Wolden met titel Sport Beweegt De Wolden vastgesteld. Nu de beleidsperiode ten einde is gekomen wordt Pagina 1 van 3

45 teruggeblikt op de behaalde resultaten. Tevens geeft de evaluatie input voor de komende beleidsperiode. Problemen of vraagstukken: De nota gaat in op de volgende vraagstukken: - Is uitvoering gegeven aan de beslispunten? - Zijn de doelstellingen behaald? - Wat zijn de uitgangspunten voor het toekomstig sport(stimulerings)beleid? Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: 1. Kennis te nemen van de evaluatie Sport Beweegt De Wolden De Raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de beleidskaders. De evaluatie laat, aan de hand van 22 beslispunten, zien welke resultaten er behaald zijn. Tevens geeft het inzicht in ontwikkelingen die kunnen worden meegenomen in het toekomstig sportbeleid. 2. In te stemmen om de nieuwe sportnota te integreren met de nota Wmovolksgezondheid Samen in beweging! De laatste jaren wordt het belang en de maatschappelijke waarde van sport steeds meer erkend. Sport wordt gezien als een waardevol middel om beleidsdoelstellingen op andere terreinen te realiseren. Met name vanuit het perspectief van de preventieve gezondheidszorg en vanuit het perspectief van het bevorderen van meedoen in de maatschappij wordt de meerwaarde van sport steeds meer ingezien. Sport speelt tevens een belangrijke rol bij het kansrijk opgroeien van kinderen en jongeren. Voor het maatschappelijk accommodatiebeleid, waar ook de sportaccommodaties onder vallen, is in 2012 reeds separaat beleid vastgesteld. Tevens is in 2012 het beleid Recreatie en Toerisme vastgesteld waarbij de link wordt gelegd met de economische waarde van sport. In de nota Samen in beweging! zijn de Wmo en volksgezondheid al in elkaar verweven. In het bijbehorende vastgestelde uitvoeringsprogramma zijn ook al actiepunten opgenomen met betrekking tot sportstimulering in relatie tot gezonde leefstijl. Vanwege ontwikkelingen in de Wmo, decentralisatie AWBZ zal deze nota op punten in het najaar van 2013/begin 2014 herzien worden. Voorgesteld wordt, om bij deze herziening ook een separate paragraaf op te nemen voor sportstimulering. Dit houdt in dat er geen aparte sportnota meer opgesteld wordt. 3. De uitgangspunten voor het nieuwe sportstimuleringsbeleid vast te stellen. De volgende uitgangspunten voor de komende beleidsperiode worden voorgesteld: Blijvend inzet op breedtesport, niet op topsport. Voldoende beweging en mogelijkheden voor kinderen en jongeren om deel te nemen aan sportactiviteiten als basis voor een gezonde leefstijl en voor positief opgroeien. Onder andere door: o o o inzet combinatiefunctionarissen sport; specifieke aandacht voor gezonde leefstijl door uitvoering te geven aan het project Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) en blijvende aandacht voor alcoholmatiging in de sportkantines; samenwerking met het CJG en jongerenwerk als het gaat om pedagogische ondersteuning en advies voor gedrag op en rondom de sportvelden. Voldoende beweging en mogelijkheden om deel te nemen aan sportactiviteiten voor senioren en mensen met een beperking als basis voor een gezonde leefstijl en participatie. Het behouden van sterke sportverenigingen door het aanbieden van verenigingsondersteuning door de combinatiefunctionarissen sport. Pagina 2 van 3

46 Subsidiebeleid, door subsidies te gebruiken om specifieke beleidsdoelen te realiseren waarbij sport ingezet wordt als middel voor Wmo- en gezondheidsdoelstellingen. De komende periode zal gebruikt worden om de uitgangspunten verder uit te werken in concrete doelstellingen, beleid en acties voor de toekomst. Alternatief beleid: Geen nieuw beleid vaststellen. Financiële effecten: De uitvoering van de sportnota heeft binnen de gestelde financiële kaders plaatsgevonden. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: n.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Over de evaluatie van de sportnota zal in overleg met de afdeling communicatie een persbericht worden uitgegaan. De evaluatienota zal geplaatst worden op de website dewolden.nl/sport. Bij de totstandkoming van het nieuwe sportbeleid zal het sportieve veld, vertegenwoordigd door het Sportplatform nadrukkelijk betrokken worden. Fatale termijnen: Geen. Aanpak en uitvoering: Bij de totstandkoming van het nieuwe sportbeleid zal het sportieve veld, vertegenwoordigd door het Sportplatform nadrukkelijk betrokken worden. Bijlagen: - Evaluatie sportnota Sport Beweegt De Wolden Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

47 Ontwerp Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2013; Besluit: 1. Kennis te nemen van de evaluatie Sport Beweegt De Wolden In te stemmen om de nieuwe sportnota te integreren in de nota Wmovolksgezondheid Samen in beweging!. 3. De uitgangspunten voor het nieuwe sportstimuleringsbeleid vast te stellen. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

48 Evaluatie Sport Beweegt De Wolden actief en betrokken dewolden.nl 1

49 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding Doelstellingen en uitgangspunten In beweging Totstandkoming Leeswijzer 4 2. Ontwikkelingen periode Collegeprogramma Samenwerking met andere beleidsterreinen Brede impuls Combinatiefuncties Onderzoek sportparticipatie Gemeente als regisseur Bezuinigingen Kanteling sociaal domein Regionale ontwikkelingen Landelijke ontwikkelingen 8 3. Evaluatie beslispunten Inleiding Evaluatie beslispunten 9 4. Conclusies en aanbevelingen voor vervolg Inleiding Conclusies Sport als middel Een integrale nota Wmo-volksgezondheid én sport Uitgangspunten voor nieuw beleid Plan van aanpak 18 2

50 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 25 september 2008 is de Sportnota Gemeente De Wolden met titel Sport Beweegt De Wolden vastgesteld. Hierin is de volgende visie op sport geformuleerd: De gemeente De Wolden is een gemeente waarin zoveel mogelijk inwoners, ongeacht achtergrond, leeftijd, beperking en financiële achtergrond kunnen sporten (breedtesport), in een veilige omgeving met goede voorzieningen op het gebied van sport. De gemeente De Wolden schept voorwaarden om voorzieningen in stand te houden (voor iedereen bereikbare, toegankelijke, bruikbare en betaalbare voorzieningen) en zal waar nodig de regiefunctie op zich nemen om met name verenigingsoverstijgende zaken en ontwikkelingen te stimuleren. De gemeente zal hierbij een integrale benadering van het thema sport nastreven en daar waar mogelijk aansluiting zoeken bij andere beleidsterreinen. 1.2 Doelstellingen en uitgangspunten Vanuit deze visie zijn de volgende doelstellingen opgenomen: Stimuleren van sportdeelname van de inwoners van De Wolden, met specifieke aandacht voor de jeugd; Mogelijkheden scheppen voor en stimuleren van recreatie- en wedstrijdsport; Aansluitend op de vraag van inwoners zorgdragen voor een gevarieerd en kwalitatief goed aanbod van sportvoorzieningen; Optimaal beheren en exploiteren van gemeentelijke sportvoorzieningen. Dit leidde tot een aantal algemene uitgangspunten: Het realiseren en instandhouden van sportvoorzieningen is in beginsel een verantwoordelijkheid van de gemeente. Vanwege de vele voorzieningen is het noodzakelijk voor het beheer van sportaccommodaties een groter beroep te doen op zelfwerkzaamheid van de sportverenigingen. Het aanbieden van sportactiviteiten is in beginsel een verantwoordelijkheid van het particulier initiatief; Bij het realiseren van nieuwe voorzieningen is het streven in te spelen op markt- en productontwikkelingen zoals bijvoorbeeld kunstgras; Sportverenigingen zijn verantwoordelijk voor het eigen functioneren. De gemeente stelt zich ten doel ertoe bij te dragen dat sportverenigingen in staat zijn hun positie als belangrijke pijler in de lokale gemeenschap minimaal te handhaven, rekening houdend met de veranderende maatschappelijke context van de verenigingen; Scholen zijn verantwoordelijk voor het eigen functioneren. De gemeente stelt zich ten doel te stimuleren dat scholen sportactief zijn; Door structurele samenwerking binnen de driehoek buurt, onderwijs en sport worden instellingen en organisaties gestimuleerd optimaal gebruik te maken van elkaars kennis, ervaring en faciliteiten. Scholen spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een sportieve leefstijl bij de jeugd. Naar aanleiding van de visie, doelstellingen en uitgangspunten zijn er een aantal speerpunten vertaald naar beslispunten welke in deze nota geëvalueerd worden. 1.3 In beweging Voor elk inhoudelijk onderwerp waarop beleid wordt ontwikkeld geldt dat alles in beweging is. Dat wil zeggen; de tijd tikt door, ontwikkelingen vinden plaats, er worden afspraken gemaakt en er komen soms hernieuwde inzichten. Vier jaar terug hebben we ons diverse doelen gesteld die in deze evaluatie naar voren 3

51 komen. In de afgelopen jaren is er veel gebeurd en zijn de meeste doelstellingen bereikt. Er zijn ook een aantal beslispunten bijgesteld of niet gerealiseerd. 1.4 Totstandkoming De evaluatie is tot stand gekomen via input die geleverd is door de beleidsmedewerker sport en andere medewerkers van de afdeling Samenleving. Voor zover aanwezig zijn andere nota s en rapporten geraadpleegd. De evaluatie en de voorgestelde uitgangspunten voor het nieuwe beleid zijn met het Sportplatform besproken. 1.5 Leeswijzer In deze nota wordt teruggeblikt op de afgelopen beleidsperiode. Hoofdstuk 2 beschrijft de ontwikkelingen. Hoofdstuk 3 gaat in op de concrete resultaten per beslispunt. Hoofdstuk 4 sluit af met conclusies en aanbevelingen die als uitgangspunten dienen voor de nieuwe beleidsperiode. 4

52 2. Ontwikkelingen periode De afgelopen beleidsperiode hebben een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die van invloed zijn op de behaalde resultaten in het sportbeleid en tegelijkertijd richtinggevend zijn voor de koers voor de komende jaren. 2.1 Collegeprogramma Tijdens de looptijd van de sportnota is een nieuw collegeprogramma opgesteld. Het uitgangspunt voor het gemeentelijk sportbeleid is de breedtesport, waarbij het streven is zoveel mogelijk inwoners te laten bewegen en sporten. In het collegeprogramma zijn de volgende speerpunten opgenomen met betrekking tot het sportbeleid: 1. De komende jaren zet het college in op het instandhouden van de bestaande sportvoorzieningen. Als kwaliteitsverbetering stellen we voor met gebruikers van sportcomplexen en terreinen te gaan kijken of we kunstgrasvelden kunnen gaan aanleggen. De complexen die we gaan benaderen, kunnen worden aangegeven in de dorpsvisies. Hieraan geven we de komende vijf jaar prioriteit. 2. Het instellen van een Sportraad, als instrument om de betrokkenheid van de inwoners bij het beleid te vergroten en het stimuleren van de samenwerking tussen sportverenigingen onderling en tussen sportverenigingen en de gemeente. 3. Het college wil met de inzet van combinatiefuncties een kwaliteitsimpuls aan bewegingsonderwijs & cultuur geven voor het primaire onderwijs. Dit resulteert onder andere in: - uitbreiding van het aantal brede scholen met sportaanbod; - het opzetten van naschoolse sport- en beweegactiviteiten in samenwerking met sportverenigingen. 2.2 Samenwerking met andere beleidsterreinen De gegroeide maatschappelijke betekenis van sport maakt dat de gemeente in haar regievoering zal moeten werken aan sportbeleid dat zich kenmerkt door een integrale aanpak en benadering. Via sportstimuleringsbeleid worden steeds actiever verbindingen gelegd met het Wmo- en gezondheidsbeleid (activering, meedoen, gezond gewicht, bereik doelgroepen). 2.3 Brede impuls Combinatiefuncties De gemeente De Wolden heeft eind 2009 het besluit genomen deel te nemen aan de landelijke Impuls, Brede scholen, sport en cultuur. Op basis van deze regeling worden zogeheten combinatiefunctionarissen aangesteld. Een combinatiefunctionaris werkt ten behoeve van ten minste twee werkvelden (bijvoorbeeld: onderwijs en sportvereniging of cultuurinstellingen). In 2010 is gestart met de inzet van twee combinatiefunctionarissen voor sport. De combinatiefunctionarissen sport werken o.a. aan de volgende doelstellingen: - stimuleren van de inwoners uit De Wolden tot sportdeelname en het voldoen aan de landelijke beweegnorm en daarmee een gezondere en actieve leefstijl; - verbeteren van de kwaliteit en frequentie van het sport- en beweeg aanbod binnen het onderwijs (bewegingsonderwijs), in de buurt (naschools) en de sportverenigingen; - het bieden van ondersteuning en advies aan sportverenigingen. In 2012 heeft het ministerie van VWS en OCW het programma Sport in de Buurt opgestart. De naam van de impuls is veranderd in Brede Impuls 5

53 Combinatiefuncties. Het aantal combinatiefunctionarissen kan worden uitgebreid met buurtsportcoaches. De Wolden sluit hierbij aan. Vanuit dit programma kunnen ook sport- en beweegaanbieders een subsidieaanvraag indienen bij het ministerie van VWS. Sportverenigingen in De Wolden hebben dit met ondersteuning van Sport Drenthe opgepakt en dit heeft geleid tot een honorering van een subsidieaanvraag voor Sportdorp De Wijk. 2.4 Onderzoek sportparticipatie Tijdens de afgelopen beleidsperiode zijn er diverse onderzoeken gedaan naar het sport- en beweeggedrag. Hieronder volgt een overzicht van de meest recente onderzoeksresultaten. Lokaal onderzoek BOS (buurt, onderwijs en sport) kompas onder leerlingen van het basisonderwijs (groep 6 t/m 8). Een 0-meting in 2006 en een eindmeting in 2010: - het aantal kinderen met overgewicht is gedaald van 9% in 2006 naar 4% in Slechts 2% van de jongens heeft overgewicht tegenover 6% bij de meisjes. Het percentage kinderen met een gezond gewicht is tijdens het BOS-project gegroeid van 81% naar 85%. - een toename van het aantal kinderen dat voldoende beweegt van 59% in 2006 en 64% in Vooral het percentage kinderen dat de fitnorm haalt is gegroeid, van 30% in 2006 naar 52%. - Uit BMI-berekeningen (Body Mass Index) blijkt aan de hand van gewicht, lengte, leeftijd en geslacht dat het aantal kinderen met overgewicht is gedaald van 9% in 2006 naar 4% in Het percentage kinderen met een gezond gewicht is tijdens het BOSproject gegroeid van 81% naar 85%. - Het percentage kinderen dat geen lid is van een sportvereniging is 14%. In 2006 was dit slechts 9%. 16% van de meisjes is geen lid van een sportvereniging tegenover slechts 9% van de jongens. - 25% van alle kinderen sport tweemaal per week bij een sportvereniging. 48% sport zelfs drie keer of vaker per week bij de vereniging. Sportmonitor Sport Drenthe 2012 onder volwassenen van jaar: - In 2012 voldoet 49% van de inwoners van Drenthe aan de beweegnorm (zie kader). In de regio De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB): - voor volwassenen en mensen vanaf 55 jaar gaat het om een half uur matig intensief bewegen op tenminste vijf, bij voorkeur alle dagen van de week; - voor de jeugd (tot 18 jaar) gaat het om dagelijks een uur matig intensief bewegen, waarbij tenminste twee maal per week deze activiteiten gericht zijn op het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid. Zuidwest-Drenthe is dit 47%. Toch blijft de hoeveelheid beweging achter ten opzichte van het landelijk gemiddelde (59%). - 3% van de Drentse inwoners is inactief. Dit betekent dat zij op geen enkele dag in de week minimaal 30 minuten actief zijn. Landelijk ligt dit percentage op 5%. - De sportparticipatie is iets gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. In Zuidwest-Drenthe sport 74% minimaal 1x per week. In heel Drenthe is dit 73%. - 36% van de inwoners sport in georganiseerd verband, 31% in sport in commercieel verband en 47% sport ongebonden jarigen sporten meer dan de oudere leeftijdsgroepen, en zijn vaker lid van een sportvereniging jarigen sporten veelal ongebonden (niet in verenigingsverband). - De meest beoefende sporten in Drenthe zijn fitness, wandelsport en hardlopen en komt grotendeels overeen met de top 3 van Nederland (fitness, wandelen en fietsen). 6

54 - In Drenthe ligt het percentage overgewicht op 50%. Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen. Het percentage overgewicht (37%) is gedaald ten opzichte van 2010, maar het percentage obesitas (12%) is bij beide sekses gestegen. - Van de mensen met een lage sociaal economische status sport 36% niet. - 30% van de mensen met een beperking sport niet, terwijl 22% intensief sport. - De belangrijkste motieven om te sporten in Drenthe zijn gezondheid/fitheid (25%), plezier/ontspanning (14) en sociale contacten/gezelligheid (12%). - Van de mensen die niet sporten geeft 16% als reden dat zij lichamelijk niet in staat zijn om te sporten. Het overgrote merendeel van deze mensen heeft een beperking en/of chronische aandoening. Voor 11% van de groep jarigen is geen tijd reden om niet aan sport te doen. Regionaal GGD jeugdonderzoek 2008 onder jongeren tussen de jaar: - Slechts 13% van de jongeren in Drente voldoet aan de NNGB. - 72% van alle jongeren is lid van een sportvereniging. Meer jongens dan meisjes zijn lid. Naarmate ze ouder worden, zijn minder jongeren lid van een sportvereniging. - Eenzelfde beeld is te zien kijkende naar het opleidingsniveau. Het percentage leerlingen met een VMBO-basis opleiding dat bij een sportclub sport is lager dan bij de andere opleidingen. (dit onderzoek wordt in 2013 herhaald) 2.5 Gemeente als regisseur De gemeente treedt steeds meer op als regisseur. Op dit moment zijn taken (onderhoud, beleidsinhoudelijk, subsidies en accommodatie) binnen de gemeentelijke organisatie belegd. Bij de sportaccommodaties worden steeds meer taken en verantwoordelijkheden overgedragen aan de verenigingen. 2.6 Bezuinigingen Een van de zaken die van invloed is op nieuw te schrijven beleid, is de financiële situatie in Nederland en de financiële positie van de gemeente. De mate waarin de gemeente financiële ondersteuning aan inwoners, verenigingen en instellingen kan bieden, is afgenomen. In De Wolden is besloten om op sportbeleid de volgende bezuinigingen door te voeren: - korten op de jeugdledensubsidie - afstoten overcapaciteit sportvelden - taakstelling zwembad Ruinen - geen subsidie meer voor schoolsportdagen 2.7 Kanteling sociaal domein Er is sprake van een kanteling in het sociale domein. Mede door de decentralisatie van 3 grote thema s. We willen preventief-, vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid). We denken en werken vanuit het compenseren van kwetsbare burgers en niet meer in voorzieningen en een aanbod dat voor handen is. Inwoners worden meer verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving. De kanteling heeft betrekking op alle terreinen op sociaal en maatschappelijk gebied waar de gemeente op een of andere manier een taak in heeft en dus ook op het gebied van sport. 7

55 2.8 Regionale ontwikkelingen In Drenthe is in 2009 Drenthe 2028 opgezet, de Drentse bijdrage aan het Olympisch plan Alle Drentse gemeenten schaarden zich achter het gedachtegoed van Drenthe In 2013 is het uitvoeringsprogramma Drenthe beweegt in samenspraak met alle Drentse gemeenten opgezet. Het programma met de nieuwe naam Drenthe beweegt richt zich in de periode op een viertal focusthema's: - Vitale kernen - Aangepast sporten voor mensen met een beperking - Ontwikkeling van dynamisch toerisme - Doorontwikkeling van het kenniscentrum evenementen Drenthe beweegt staat voor het inzetten van de kracht van sport. Sport geeft de mogelijkheid om belangrijke ontwikkelingen in gang te zetten of te stimuleren en draagt bij aan een beter Drenthe. Het werkt als inspiratiebron en katalysator. Sport zorgt voor ontmoeting en bindt mensen. 2.9 Landelijke ontwikkelingen Hoe hoger de sociaal-economische positie van inwoners hoe hoger de sportdeelname is. Door de onzekere financiële tijden staat sportdeelname onder druk. Stijging van het aantal mensen met overgewicht. Eén op de zeven jongeren heeft overgewicht (verdubbeling tov 1980). De aandacht voor gezond leven en bewegen is groot, vooral 55-plussers nemen vaker deel aan sportactiviteiten. Interesse bij jongeren neemt vanaf een jaar of 15 af. Sportcomplexen worden steeds multifunctioneler. Sportbeoefening vindt steeds minder vaak plaats in georganiseerd verband. De buitenruimte wordt steeds actiever benut voor individueel sporten. De buitensporten voetbal (vrouwenvoetbal) en hockey worden populairder. De binnensporten laten licht dalende ledenaantallen zien. Toename van negatief gedrag (en geweld) op en rondom sportvelden. 8

56 3. Evaluatie beslispunten 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingaan op de 22 beslispunten uit de afgelopen periode. Per beslispunt wordt kort benoemd wat er is gerealiseerd. Waar mogelijk wordt ook al een doorkijk gegeven naar de komende periode. 3.2 Evaluatie beslispunten Beslispunt 1 De gemeente zet in op sportstimulering onder jongeren uit De Wolden en wil het percentage kinderen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen vergroten van respectievelijk 45% naar 55%. Middels sportstimuleringsprojecten vanuit de BOS-impuls en de Breedtesportimpuls wordt hier gevolg aan gegeven. De afgelopen jaren heeft De Wolden conform dit beslispunt actief ingezet op sportstimulering. Het BOS-project (Buurt Onderwijs Sport) en de breedtesportimpuls zijn uitgevoerd. Beide impulsen werden gestimuleerd vanuit het Rijk en zetten in op diverse activiteiten op het gebied van sport en beweging. Er is geen gemeentebreed onderzoek gedaan naar het aantal kinderen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Vanuit de BOS-impuls is in 2010 een eindmeting gedaan onder leerlingen van het basisonderwijs (groep 6 t/m 8). In hoofdstuk 2 zijn de resultaten hiervan benoemd. Beslispunt 2 De gemeente zal na afloop van de BOS-impuls (eind 2010) sportactiviteiten voor de 12+ doelgroep blijven organiseren, en stelt hier jaarlijks voor beschikbaar. Dit is gerealiseerd. De combinatiefunctionarissen sport trekken hierbij samen op met de jongerenwerkers van Stichting Welzijn De Wolden en de lokale sportverenigingen. Er zijn onder andere Sport Trails georganiseerd voor Beachvolleybal, Mountainbiken, Pannavoetbal en Bike Trial. Tijdens de Nationale Sportweek worden sinds 2012 ook activiteiten voor de 12+ groep georganiseerd en jaarlijks wordt een Panna Cup toernooi georganiseerd. Gemiddeld doen jongeren mee aan de activiteiten. Het organiseren van activiteiten die aansluiten bij de 12+ doelgroep is een continu punt van aandacht. Knelpunt hierbij is dat er geen scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente zijn. Derhalve is de doelgroep moeilijke te bereiken. Beslispunt 3 De gemeente maakt gebruik van het Drents Jeugdsportfonds, en wijst binnen De Wolden een aantal intermediairs aan, die kinderen die om sociaal-economische redenen niet kunnen/mogen sporten, kunnen doorverwijzen naar het sportfonds. Medio 2009 is De Woldense regeling Kinderen doen mee gestart. Het Jeugdsportfonds Drenthe is onderzocht als een alternatief voor de uitvoering van deze regeling. Na overleg is er echter voor gekozen geen samenwerkingsverband met hen aan te gaan. De redenen hiervoor zijn ten eerste dat mogelijkheden voor participatie dan beperkt worden tot sport alleen, daar waar de regeling Kinderen doen Mee ook cultuur en muziek omvat. Ook kwam naar voren dat wanneer de gemeente zelf optreedt als intermediair tussen het Jeugdsportfonds en mogelijke participanten, de opgelegde (administratieve) procedures van het Jeugdsportfonds omslachtig en kostbaar te zijn. Zeker in vergelijking met het model waarin de gemeente dit zelf uitvoert, zoals in de regeling Kinderen doen mee. 9

57 Aantal kinderen dat heeft deelgenomen aan de regeling Kinderen doen Mee (sport en cultuur): Als er bij het Jeugdsportfonds Drenthe toch een afvraag komt uit De Wolden, wordt gekeken of er voldoende geld is uit giften bestemd voor alle gemeenten om alsnog de aanvraag goed te keuren. Dit is in 2012 één keer gebeurd. De regeling Kinderen doen Mee, wordt vanaf 2012 via de gemeentepagina onder de aandacht gebracht, met de start van het nieuwe school- en verenigingsjaar. Beslispunt 4 Binnen zowel het onderwijs- en sportbeleid wordt het schoolzwemmen in De Wolden gecontinueerd. Dit is gerealiseerd. Er is een werkgroep schoolzwemmen in het leven geroepen. De werkgroep schoolzwemmen bestaat uit een afvaardiging van de gemeente De Wolden en het bijzonder- en openbaar onderwijs. Deze werkgroep heeft afspraken gemaakt over het busvervoer en de inhoud/organisatie van de schoolzwemlessen. In het protocol schoolzwemmen zijn alle afspraken verwoord. Onder andere is afgesproken dat de zwemlessen aantrekkelijk en uitdagend moeten zijn voor de leerlingen. De medewerkers van het zwembad maken vooraf een lesplan voor de leerlingen van groep 3-6. Er is nu twee jaar gewerkt volgens het protocol schoolzwemmen. Iedereen (zwembaden, scholen en kinderen) is tevreden. Beslispunt 5 De gemeente stelt t.b.v. de schoolsportdag op jaarbasis een subsidiebedrag van 1 per leerling beschikbaar. De kosten komen ten laste van de Breedtesportimpuls-gelden. Dit is gerealiseerd. Een aantal scholen heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van deze regeling. Vanaf 2013 zijn er door de oplegde bezuinigingen geen gelden meer voor de schoolsportdagen beschikbaar. Met de komst van combinatiefunctionarissen wordt anders invulling gegeven aan binnenschools- en naschools sportaanbod. Beslispunt 6 De gemeente De Wolden hanteert een kwantitatief subsidiesysteem (bedrag per jeugdlid). Middels een uniform format dienen de verenigingen verantwoording af te leggen inzake de besteding van de jeugdsubsidie. Dit beslispunt is deels gerealiseerd. Het nieuwe subsidiebeleid is in 2011 vastgesteld. Iedere sportvereniging kan een beroep doen op een bedrag per jeugdlid, mits wonend in de gemeente De Wolden. Hiervoor zijn aanvraagformulieren ontwikkeld. Er is geen uniform format voor de verantwoording van de jeugdsubsidie ontwikkeld. In het kader van deregulering en lastenvermindering is in de Algemene Subsidieverordening opgenomen dat er geen verantwoording hoeft te worden afgelegd over subsidiegelden beneden 7.500,--. De gemeente vertrouwt erop dat de verenigingen het subsidiebedrag voor de jeugdsportstimulering inzetten. 10

58 Beslispunt 7 De gemeente stelt zich ten doel het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Om in aanmerking te kunnen komen voor een jeugdsubsidie wordt er in de kantines geen alcohol geschonken aan jeugdleden beneden de 16 jaar. Dit is conform de landelijke richtlijn met betrekking tot alcoholgebruik. Tijdens de looptijd van de nota is er veel aandacht geweest voor het voorkomen van overmatig alcoholgebruik aan jongeren onder de 16. Vanuit NOC*NSF wordt hier nadrukkelijk stelling in genomen: Alcohol schenken aan jongeren onder de 16 jaar kan en mag absoluut niet plaatsvinden in de sportkantine. Ook het voorkomen van rijden onder invloed vanuit sportvereniging is een thema dat extra aandacht verdiend (bron De sportbonden ondersteunen de sportverenigingen met diverse instrumenten waaronder een model bestuursreglement en een instructie Verantwoord Alcohol Schenken (IVA) In het kader van het integraal alcoholbeleid is de gemeente De Wolden in 2010 een pilot gestart, om de leeftijd voor het alcohol schenken in sportkantines op te hogen naar 18 jaar. In samenwerking met sportverenigingen zijn subsidieregels opgesteld. De pilot is van start gegaan door middel van een ludieke actie in samenwerking met de politie. Alle sportverenigingen hebben een treetje water + BOB-materiaal ontvangen. De pilot heeft 2 verenigingsseizoenen gelopen. Er hebben 6 sportverenigingen met een eigen kantine meegedaan. Eén vereniging is tussentijds afgehaakt omdat het een te zware belasting bleek te zijn voor de barvrijwilligers. De deelnemende verenigingen hebben promotiematerialen van de gemeente ontvangen. Verenigingen in De Wolden geven aan voornamelijk vast te houden aan de wettelijke leeftijdsgrenzen. Een enkele vereniging is bereid de nieuwe leeftijdsgrens ook zonder gemeentelijke subsidie te blijven hanteren. De pilot heeft met name opgeleverd dat verenigingen hierover met elkaar, met ouders, vrijwilligers en leden hierover het gesprek zijn aangegaan. Landelijk staat de ophoging van de alcoholgrens al een poos ter discussie. Op 18 juni 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het daadwerkelijk ophogen van de alcoholleeftijd naar 18 jaar. De nieuwe minimumleeftijd gaat gelden vanaf 1 januari Een aantal sportverenigingen in De Wolden hebben door de pilot al een voorsprong. Als gemeente kunnen we de overige sportverenigingen faciliteren met de reeds ontwikkelde promotiematerialen. Beslispunt 8 De gemeente stelt na afloop van de breedtesportimpuls eind 2009, jaarlijks beschikbaar inzake sportstimuleringsprojecten voor senioren. Dit is gerealiseerd. Er zijn diverse sport- en beweegdagen voor senioren georganiseerd. De senioren hebben kunnen deelnemen aan beweegmogelijkheden als: gymnastiek, badminton, jeu de boules en nordic walken. Daarnaast hebben alle deelnemers na afloop van de sport- en beweegdagen een fitwijzer ontvangen. In de fitwijzer staat het sport- en beweegaanbod voor senioren in De Wolden vermeld. Beslispunt 9 De gemeente stelt zich ten doel de mogelijkheden voor sporten en bewegen voor mensen met een beperking te vergroten en betrekt daarbij de sportverenigingen en relevante organisaties. De gemeente stelt na afloop van de breedtesportimpuls eind 2009, jaarlijks beschikbaar inzake sportstimuleringsprojecten voor mensen met een beperking. 11

59 Dit is gerealiseerd.na afloop van de Breedtesportimpuls is een vragenlijst uitgezet onder mensen met een beperking. De vragenlijst heeft inzichtelijk gemaakt wat de sport- en beweegbehoefte van deze doelgroep is. Dat bleek dansen en badminton te zijn. In 2011 werden er structurele dans- en badmintonactiviteiten voor deze doelgroep aangeboden door de combinatiefunctionarissen sport. Er bleek echter weinig animo te zijn voor deelname aan activiteiten. Het blijkt voor een plattelandsgemeente moeilijk om de doelgroep daadwerkelijk naar activiteiten toe te leiden. Het aantal mensen met een beperking is relatief laag en de diversiteit van de beperkingen maakt dat het lastig is om passend sportaanbod aan te bieden. Het vervoer vormt ook vaak een knelpunt. We concluderen dat er per individu maatwerk geleverd moet worden. De combinatiefunctionarissen hebben in toekomstig beleid een rol als het gaat om het ondersteunen van sportverenigingen om hun sportaanbod geschikt te maken voor mensen met een beperking. We streven erna om mensen met een beperking zoveel mogelijk toe te leiden naar regulier sportaanbod dichtbij de eigen woonomgeving. In sommige gevallen is dit niet mogelijk. Dan kan gekeken worden of er elders in de regio wel geschikt sportaanbod is. Beslispunt 10 De gemeente maakt met de provinciale sportraad SportDrenthe nadere afspraken zodat de Woldense sportverenigingen ook na 2009 een beroep op het gebied van verenigingsondersteuning kunnen blijven doen. De gemeente stelt na afloop van de breedtesportimpuls, jaarlijks beschikbaar voor continuering van het ondersteuningsaanbod voor alle sportverenigingen in De Wolden. Dit is gerealiseerd. SportDrenthe heeft jaarlijks 5 verenigingen ondersteund (trajectondersteuning). Bij trajectondersteuning kan gedacht worden aan het ontwikkelen van bijvoorbeeld een algemeen jeugd- en/of vrijwilligersbeleidsplan of een sponsorplan. Daarnaast hebben de combinatiefunctionarissen sport verenigingen geadviseerd bij sportinhoudelijke zaken. Verder zijn er jaarlijks themabijeenkomsten voor de verenigingen uit De Wolden georganiseerd zoals een bijeenkomst positief coachen en een bijeenkomst omgaan met gedragsproblemen. Met de komst van de combinatiefunctionarissen sport die verenigingsondersteuning bieden is de trajectondersteuning van SportDrenthe stopgezet. Beslispunt 11 De gemeente voert jaarlijks overleg met de gebruikers van de diverse binnen- en buitensportaccommodaties binnen de gemeente De Wolden. Er zijn jaarlijks individuele gesprekken gevoerd met de gebruikers. Dit is niet per sportsector opgesplitst. Conform het collegeprogramma is er in 2011 een Sportplatform opgericht. De bedoeling is dat het Sportplatform de belangen behartigt van alle (on)georganiseerde sportverenigingen in De Wolden. Daarnaast is het de bedoeling dat het Sportplatform de gemeente adviseert met als doel om de sportparticipatie te vergroten. Het Sportplatform bestaat op dit moment uit 7 personen. In de praktijk blijkt dat het Sportplatform met name door de gemeente wordt gebruikt om gemeentelijke stukken te agenderen. Het Sportplatform heeft daarbij vooral een adviserende rol. De gemeente ontvangt nog weinig input vanuit het Sportplatform zelf. Het blijkt in de praktijk lastig om het platform met regelmaat bij elkaar te laten komen (afstand tussen de dorpen, druk met eigen vrijwilligerstaken). 12

60 De komende periode moet worden bezien in hoeverre er draagvlak is om het Sportplatform te handhaven. Het initiatief hiervoor ligt bij de sportverenigingen zelf. Beslispunt 12 De gemeente gaat op haar website middels een aparte link naar Sport, informatie verstrekken over de Woldense sportverenigingen. Dit dient voor 2010 te zijn gerealiseerd. De website is na de zomer 2012 operationeel geworden. De gemeente zorgt dat de website actueel blijft. Er vindt interactie plaats met de burgers. Voor deelname aan sport- en beweegactiviteiten moeten kinderen zich bijvoorbeeld aanmelden via de website. Beslispunt 13 De gemeente neemt initiatieven door persoonlijke felicitaties over te brengen aan sporters en sportverenigingen die kampioen zijn geworden of op internationaal niveau een podiumplaats hebben behaald. Dit heeft incidenteel plaatsgevonden. Er zijn brieven verstuurd namens het gemeentebestuur of een bestuurder is op bezoek gegaan bij de betreffende sporter/vereniging. Beslispunt 14 De gemeente De Wolden voert geen topsportbeleid maar richt zich primair op de breedtesport. Dit is gerealiseerd. Er is de afgelopen periode geen topsportbeleid gevoerd. Het beleid richt zich op de breedtesport. Beslispunt 15 De gemeente stimuleert de betrokkenheid van sportverenigingen bij de brede school ontwikkeling. Dit is gerealiseerd. De combinatiefunctionarissen sport vervullen binnen het netwerk brede school een belangrijke rol en geven de inhoudelijke samenwerking vorm. Onder andere bij de coördinatie van dagarrangementen. Er is een activiteitenkalender ontwikkeld waarin alle sportieve- en culturele naschoolse activiteiten staan vermeld. Beslispunt 16 De gemeente verstrekt in principe geen renteloze leningen aan sportverenigingen. Dit is gerealiseerd. Er zijn de afgelopen beleidsperiode geen renteloze leningen verstrekt aan sportverenigingen. Beslispunt 17 Om het doel van de jeugdledensubsidie beter te kunnen realiseren dient de sportvereniging bij de aanvraag van de jeugdledensubsidie aan te tonen, dat er speciale activiteiten voor jeugdleden worden georganiseerd. Dit is niet gerealiseerd. De verenigingen hoeven bij de aanvraag van de jeugdledensubsidie niet aan te tonen dat er speciale activiteiten voor jeugdleden worden georganiseerd. De subsidie wordt toegekend op basis van het aantal jeugdleden (wonend in De Wolden) op de ledenlijst. Hierdoor is het op dit moment niet te herleiden in of de subsidie daadwerkelijk ten goede komt aan de 13

61 jeugd (bijvoorbeeld korting op contributie of extra jeugdactiviteiten) en wat de effecten zijn van deze subsidieverlening (worden er meer kinderen lid van een sportvereniging vanwege de subsidie?). Beslispunt 18 De gemeente handhaaft het huidige gedifferentieerde subsidiebedrag per jeugdlid. Zie beslispunt 6 en 17. Beslispunt 19 De gemeente gaat in het algemeen niet over tot de aanleg van kunstgrasvelden, tenzij de aanleg van kunstgras verplicht wordt gesteld door het NOC*NSF. Wel kunnen er zich omstandigheden voordoen die de aanleg van kunstgras rechtvaardigen. Bij de ontwikkeling van de Brede School in Ruinerwold heeft korfbalvereniging KIOS kunstgras gekregen. Door de bouw van de nieuwe school moest het veld van KIOS wijken en was er minder ruimte beschikbaar voor de nieuwe accommodatie. Daarnaast is in 2012 de inventarisatiefase van het onderzoek Hard Gras afgerond. Voor alle acht de buitensportaccommodaties is gekeken naar de mogelijkheid/noodzaak tot realisatie van kunstgras en/of nieuwe accommodaties. De raad heeft eind 2012 ingestemd met de aanleg van een tweetal kunstgrasvelden in Zuidwolde. Een kunstgrasveld voor de gezamenlijke voetbalverenigingen, ZZVV, VCZ en JVZ en één veld voor korfbalvereniging ZKC 19. Beslispunt 20 De gemeente opteert voor eigendomsoverdracht van de kleedaccommodaties aan de verenigingen, zodat de verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud volledig bij de verenigingen komt te liggen. Privatisering van de kleedaccommodatie moet op vrijwillige basis gebeuren. De accommodatie dient bij overdracht in goede staat te verkeren. Bij overdracht in eigendom van de kleedaccommodatie ontvangt de vereniging een bijdrage in het onderhoud (onderhoudsbedrag -/- 25%). Bij de verenigingen die aangegeven hebben om het eigendom van de accommodatie te willen overnemen van de gemeente is dit gerealiseerd. Dit betreft de tennisverenigingen in Zuidwolde en Ruinen. Vooralsnog is dit niet verplicht gesteld door de gemeente. Voor nieuwe accommodaties is het voor de gemeente BTW technisch erg ongunstig om de accommodatie over te dragen in eigendom aan de vereniging omdat de BTW op de investering niet kan worden teruggevorderd. Bij de vaststelling van het nieuwe maatschappelijk accommodatiebeleid in januari 2012 heeft de raad besloten dat de overdracht van verantwoordelijkheden op het gebied van beheer en exploitatie (en eventueel het eigendom) naar de hoofdgebruiker/exploitant niet plaatsvindt op basis van vrijwilligheid. Wel kan, afhankelijk van de mogelijkheden van de hoofdgebruiker/exploitant, een keuze worden gemaakt tussen een aantal pakketten van over te dragen taken en verantwoordelijkheden. 14

62 Beslispunt 21 De gemeente De Wolden zal in samenspraak met de gebruikers van de binnensportaccommodaties een behoeftepeiling starten om helder te maken wat het huidige gebruik is van de binnensportaccommodaties en helder te maken of de beschikbare capaciteit optimaal wordt gebruikt. Hiervoor wordt verwezen naar het maatschappelijk accommodatiebeleid dat in januari 2012 is vastgesteld. Hierin is het gebruik in kaart gebracht. Beslispunt 22 De gemeente biedt de sportverenigingen de mogelijkheid om zelfstandig het reserveringsprogramma te kunnen raadplegen. Voor 2011 moeten de sportvereniging per internet zelfstandig de zaal kunnen reserveren. Dit is niet gerealiseerd. Uit een inventarisatie bleek dat de mogelijkheden om dit te realiseren ICT technisch tot knelpunten leidden. Daarnaast bleken de aanschafkosten van de software erg hoog. Op dit moment lopen de reserveringen via een vast aanspreekpunt op de afdeling Samenleving, dit verloopt naar tevredenheid van de sportverenigingen. De noodzaak tot een reserveringsprogramma weegt op dit moment niet op tegen de lasten. 15

63 4. Conclusies en aanbevelingen voor vervolg 4.1 Inleiding Aan de hand van hetgeen beschreven is in de voorgaande hoofdstukken kunnen we conclusies trekken en aanbevelingen doen. Deze dienen tevens als uitgangspunten voor de nieuwe beleidsperiode. 4.2 Conclusies Naar aanleiding van de gestelde doelstellingen in de Sportnota uit 2008 kunnen we het volgende concluderen: Doelstelling: stimuleren van sportdeelname van de inwoners van De Wolden, met specifieke aandacht voor de jeugd Deze doelstelling is behaald. Bij de breedtesport- en de BOS impuls en door inzet combinatiefunctionarissen sport zijn er vele sportieve activiteiten georganiseerd die een groot deel van onze inwoners in beweging hebben gezet. Uit lokaal onderzoek is gebleken dat de sportdeelname onder de basisschooljeugd is toegenomen. Aandachtspunt is de subsidieverlening, en met name de jeugdledensubsidie. We kunnen niet herleiden in hoeverre de subsidie daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de doelstelling zoveel mogelijk jeugd te laten sporten. Dit komt omdat verenigingen niet hoeven aan te tonen op welke wijze de jeugdledensubsidie ten goede komt aan de jeugd. Omdat we geen lokaal onderzoek doen naar sportdeelname onder andere inwonersgroepen kunnen we geen harde uitspraken doen over de sportdeelname onder jongeren (12+), senioren en mensen met een beperking. Wel concluderen we dat mensen met een beperking moeilijk te bereiken zijn. Het aantal mensen met een beperking is relatief laag en de diversiteit van de beperkingen maakt dat het lastig is om passend sportaanbod aan te bieden. Het vervoer vormt vaak ook een knelpunt. Uit regionaal onderzoek blijkt dat de sportdeelname, met name het voldoen aan de beweegnorm, onder jongeren uit het voortgezet onderwijs (12+) een punt van aandacht is. Lokaal is deze 12+ doelgroep lastig te bereiken. Hun leefwereld speelt zich veelal buiten de eigen gemeente af. Doelstellingen: - mogelijkheden scheppen voor en stimuleren van recreatie- en wedstrijdsport. - aansluitend op de vraag van inwoners zorgdragen voor een gevarieerd en kwalitatief goed aanbod van sportvoorzieningen. - Optimaal beheren en exploiteren van gemeentelijke sportvoorzieningen. De doelstellingen zijn behaald. De gemeente heeft via maatschappelijk accommodatiebeleid voldoende mogelijkheden geschept voor het stimuleren van sport. Op bepaalde plaatsen is/wordt geïnvesteerd in kunstgras en nieuwe accommodaties. Bij de verenigingen die aangegeven hebben om het eigendom van de accommodatie te willen overnemen van de gemeente is dit gerealiseerd. Niet bij alle verenigingen is het mogelijk om eigendom van de accommodatie over te nemen, en worden er keuzes gemaakt tussen een aantal pakketten van over te dragen taken en verantwoordelijkheden. 4.3 Sport als middel De laatste jaren wordt het belang en de maatschappelijke waarde van sport steeds meer erkend. Sport en beweging wordt gezien als een waardevol middel om beleidsdoelstellingen op andere terreinen te realiseren. Met name vanuit het perspectief van de preventieve gezondheidszorg en vanuit het perspectief van 16

64 het bevorderen van meedoen in de maatschappij wordt de meerwaarde van sport steeds meer ingezien. Voldoende bewegen draagt bij aan een gezond gewicht. Daarnaast speelt sport en beweging een grote rol bij het preventiebeleid, mensen die fit zijn en een goede conditie hebben, hebben een grotere weerstand tegen ziekten. Ook raakt het de prestatievelden in de Wmo: sport draagt bij aan participatie en sociale cohesie. Sport speelt tevens een belangrijke rol bij het kansrijk opgroeien van kinderen en jongeren. Door sport leren kinderen waarden en normen aan, zoals samen spelen en omgaan met winst- en verlies situaties en het reguleren van emoties. De sportvereniging is een belangrijke vindplaats als het gaat om het vroegtijdig signaleren van problemen met een kind of in de gezinssituatie. We kunnen in zijn algemeenheid concluderen dat sportstimulering verbonden is in ons sociale domein en beleid. Maar er liggen ook duidelijke dwarsverbanden met het ruimtelijke en het economische beleid, vooral daar waar het gaat om de belangrijke bijdrage die de sport en bewegen als één van de grootste vrijetijdssectoren levert aan een aantrekkelijke gemeente om in te wonen en te recreëren. 4.4 Een integrale nota Wmo-volksgezondheid én sport Voor het maatschappelijk accommodatiebeleid, waar ook de sportaccommodaties onder vallen, is in 2012 reeds separaat beleid vastgesteld. Tevens is in 2012 het beleid Recreatie en Toerisme vastgesteld waarbij de link wordt gelegd met de economische waarde van sport. In de nota samen in beweging zijn de Wmo en volksgezondheid al in elkaar verweven. In het bijbehorende vastgestelde uitvoeringsprogramma zijn ook actiepunten opgenomen met betrekking tot sportstimulering in relatie tot gezonde leefstijl. Vanwege ontwikkelingen in de Wmo, decentralisatie AWBZ zal deze nota op punten in het najaar van 2013/begin 2014 herzien worden. Voorgesteld wordt, om bij deze herziening ook een separate paragraaf op te nemen voor sportstimulering. Dit houdt in dat er geen aparte sportnota meer opgesteld wordt. 4.5 Uitgangspunten voor nieuw beleid De volgende uitgangspunten voor de komende beleidsperiode worden voorgesteld: Blijvend inzet op breedtesport, niet op topsport. Voldoende beweging en mogelijkheden voor kinderen en jongeren om deel te nemen aan sportactiviteiten als basis voor een gezonde leefstijl en voor positief opgroeien. Onder andere door: o inzet combinatiefunctionarissen sport; o specifieke aandacht voor gezonde leefstijl door uitvoering te geven aan het project Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) en blijvende aandacht voor alcoholmatiging in de sportkantines; o samenwerking met het CJG en jongerenwerk als het gaat om pedagogische ondersteuning en advies voor gedrag op en rondom de sportvelden. Voldoende beweging en mogelijkheden om deel te nemen aan sportactiviteiten voor senioren en mensen met een beperking als basis voor een gezonde leefstijl en participatie. Het behouden van sterke sportverenigingen door het aanbieden van verenigingsondersteuning door de combinatiefunctionarissen sport. Passend subsidiebeleid, door subsidies te gebruiken om specifieke beleidsdoelen te realiseren waarbij sport ingezet wordt als middel voor Wmoen gezondheidsdoelstellingen. 17

65 4.6 Plan van aanpak Bij het schrijven van het nieuwe beleid zal het Sportplatform fungeren als spreekbuis voor De Woldense sportverenigingen. Zij zullen nadrukkelijk gevraagd worden input te leveren voor het nieuwe sportstimuleringsbeleid. 18

66 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 7 Besluitnummer : 1079 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Bestemmingsplan Schrapveen 24 Linde. Samenvatting: Door het vaststellen van dit bestemmingsplan kan een vervallen woning worden gesloopt en iets verderop een nieuwe woning worden gebouwd. Er is voorzien in een goede landschappelijke inpassing. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Het bestemmingsplan Schrapveen 24 Linde vast te stellen conform het ontwerp; 2. Geen exploitatieplan vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Dhr. Kroon, wonende Schrapveen 26, heeft 25 maart 2011 een verzoek gedaan de woning Schrapveen 24 te mogen verplaatsen. De huidige woning, die in vervallen staat verkeert, staat pal tegen de veehouderij van Schrapveen 22 hetgeen milieukundig een ongewenste situatie is. Op 5 juli 2011 hebben wij het initiatief positief beoordeeld onder een aantal (gebruikelijke) voorwaarden. De initiatiefnemer heeft vervolgens een bestemmingsplan laten opstellen, de nodige onderzoeken laten uitvoeren, een bouwplan laten ontwikkelen, een sloop en planschade-afwentelingsovereenkomst gesloten etc. In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft langdurig en intensief overleg over het voorontwerp bestemmingsplan plaatsgehad met de provincie. De ligging in het Reestdal lag gevoelig. Uiteindelijk heeft dit overleg geresulteerd in een gewijzigd plan met landschappelijke inpassing waarmee alle partijen kunnen instemmen. Dit is vervolgens verwerkt in een ontwerp bestemmingsplan. Aanleiding: Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft van 27 juni t/m 7 augustus 2013 voor een ieder ter inzage gelegen. Daarbij is de mogelijkheid geboden zienswijzen in te dienen. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Er zijn geen zienswijzen ingediend. De provincie heeft bij brief van 4 juli 2013 laten weten te kunnen instemmen met het plan. Beoogd effect: n.v.t. Pagina 1 van 3

67 Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: Met het in werking treden van dit bestemmingsplan kan een vervallen woning worden gesloopt en iets verderop een nieuwe woning worden gebouwd. Er is voorzien in een goede landschappelijke inpassing. Argumenten voorgesteld besluit: De omgeving knapt flink op en milieukundig ontstaat een betere situatie. Kanttekeningen: n.v.t. Alternatief beleid: Er worden geen alternatieven geadviseerd. Financiële effecten: De Wet ruimtelijke ordening verplicht de gemeenteraad om gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan een besluit te nemen om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Doel van een exploitatieplan is om de gemeentelijke kosten te verhalen. Indien het kostenverhaal op een andere wijze is verzekerd en aan een aantal andere wettelijk gestelde voorwaarden is voldaan kunt u besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen. Met de heer Kroon is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten voor eventuele planschade. De gemeentelijke kosten zijn in dit geval beperkt tot de procedurekosten die verhaald worden op grond van de legesverordening. Het plan voldoet aan de in artikel 6.2.1a van het Bro gestelde voorwaarden om geen exploitatieplan te hoeven vaststellen. Gelet op bovenstaande is het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar en kan de raad besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: Met de inwerkingtreding van het bestemmingsplan geldt een nieuw planologisch regime op het perceel. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) De procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan is wettelijk vastgelegd. Het vastgestelde bestemmingsplan wordt zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn is het instellen van beroep bij de Raad van State mogelijk. Fatale termijnen: De raad dient volgens de wet binnen twaalf weken na de periode van tervisielegging van het ontwerp over het bestemmingsplan te besluiten. Dit betekent dat het bestemmingsplan uiterlijk 30 oktober 2013 moet zijn vastgesteld. Aanpak en uitvoering: De uitvoering geschiedt door de initiatiefnemer. Pagina 2 van 3

68 Bijlagen (alleen digitaal): - Bestemmingsplan Buitengebied De Wolden partiele herziening locatie Schrapveen 24 Linde; - Rapport landschappelijke inpassing locatie Schrapveen 24 Linde. Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

69 Ontwerp Nr. XIII / 7 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2013; Besluit: 1. Het bestemmingsplan Schrapveen 24 Linde vast te stellen conform het ontwerp; 2. Geen exploitatieplan vast te stellen. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

70 Bestemmingsplan Buitengebied De Wolden partiele herziening locatie Schrapveen 24 te Linde. Ontwerp Opdrachtgever: Rapportnummer: RB Datum vrijgave: April 2013 Opsteller: Dhr. M. Beek Goedkeuring: Dhr. H. de Roo

71 Gemeente De Wolden Blad 2 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Inhoudsopgave... 1 Hoofdstuk 1 Inleidend hoofdstuk Aanleiding Inleiding Doel Beknopte beschrijving van het plan Verantwoording Leeswijzer HOOFDSTUK 2 PLANBESCHRIJVING Huidige situatie Planologisch kader HOOFDSTUK 3 BELEIDSTOETS Rijksbeleid Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Provinciaal beleid Omgevingsvisie en verordening Drenthe Visiekaart 2020 en Kernkwaliteiten Gemeentelijk beleid Structuurvisie De Wolden LOK De Wolden Welstandsnota HOOFDSTUK 4 OMGEVINGSFACTOREN Archeologie Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Besluit externe veiligheid Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Bodem Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Flora en fauna Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Geluid Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Luchtkwaliteit Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Watertoets Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan Overige milieuhinder Aanleiding en doel Doorwerking naar het plan HOOFDSTUK 5 LANDSCHAPPELIJKE INPASSING NL.IMRO BP Toelichting

72 Gemeente De Wolden Blad 3 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 6 HOOFDSTUK 6 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID HOOFDSTUK 7 OVERLEG EN INSPRAAK Overleg artikel Bro HOOFDSTUK 8 JURIDISCHE ASPECTEN Algemeen Toelichting op de bestemmingen NL.IMRO BP Toelichting

73 Gemeente De Wolden Blad 4 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Aanleiding Hoofdstuk 1 Inleidend hoofdstuk 1.2 Inleiding 1.3 Doel Voorliggend bestemmingsplan is bedoeld om het juridisch kader te bieden voor het kunnen uitvoeren van een ruimtelijk initiatief. Tevens biedt voorliggend bestemmingsplan de onderbouwing van waarom het gewenste ruimtelijk initiatief inpasbaar is op de door initiatiefnemer gewenste locatie. Op het perceel Schrapveen 24 te Linde bevindt zich een voormalige boerderij. Initiatiefnemer is voornemens de bestaande boerderij en bijbehorende opstallen te slopen en op een perceel direct ten zuiden van het huidige perceel een nieuwe woning met bijgebouwen te bouwen. Hiertoe dient de woonbestemming van het ene perceel naar het andere perceel te worden verplaatst. Op de achterblijvende locatie wordt de bestemming dan gewijzigd in agrarisch onbebouwd, zodat hier niet later nog weer een woning gebouwd kan worden. In deze partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied De Wolden wordt ingegaan op de (ruimtelijke) gevolgen van de voorgenomen ontwikkeling van het betreffende gebied. De realisatie van de plannen met de bebouwing moet passen binnen deze visie. Hierna volgt een overzicht van de locatie. NL.IMRO BP Toelichting

74 Gemeente De Wolden Blad 5 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Beknopte beschrijving van het plan Op het perceel Schrapveen 24 te Linde bevindt zich een woonboerderij met opstallen. Hieronder een collage van foto s van de huidige locatie, zodat inzicht wordt verkregen in de omvang en de onderhoudsstaat van de huidige woonbebouwing. NL.IMRO BP Toelichting

75 Gemeente De Wolden Blad 6 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 In de huidige situatie is er sprake van een woning met een drietal opstallen. Op de hierna volgende figuur is inzichtelijk gemaakt de situering op het erf en de oppervlakte van de gebouwen in de huidige situatie. Het is de bedoeling dat de bestaande bebouwing wordt gesloopt ( = 499 m 2 ) en op het naastliggende perceel een nieuwe woning met bijgebouwen wordt gebouwd, waarvan de totale oppervlakte circa 370 m 2 is. De verplaatsing is mede ingegeven door de aanwezigheid van een rundveeveebedrijf gelegen direct naast de bebouwing van Schrapveen 24. Hieronder is de verkaveling en opzet van de nieuwe bebouwing en de bijbehorende oppervlaktes weergegeven. NL.IMRO BP Toelichting

76 Gemeente De Wolden Blad 7 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Verantwoording 1.6 Leeswijzer Bij het opstellen van voorliggend wijzigingsplan is gebruik gemaakt van diverse (beleids)documenten en websites. Sommige (beleids)documenten en beeldbeschrijvende documenten zijn in voorkomende gevallen integraal overgenomen om de inhoud zoveel mogelijk te waarborgen. Daar waar bronnen zijn gebruikt is dat in de tekst weergegeven. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een uitgebreidere weergave gegeven van het plan mede in relatie tot het vigerende ruimtelijk beleid op basis van het bestemmingsplan Buitengebied De Wolden. In Hoofdstuk 3 komen de verschillende relevante beleidsstukken voorbij die van toepassing zijn op het plan en uitgewerkt van provinciaal niveau tot gemeentelijk niveau. Hoofdstuk 4 geeft de invloed weer van het plan tot de verschillende omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 staat de economische uitvoerbaarheid centraal. Hoofdstuk 6 doet verslag van de inspraak- en overlegreacties, waarna hoofdstuk 7 ingaat op de juridische vertaling van het plan en vervolgens volgen in hoofdstuk 8 de regels. NL.IMRO BP Toelichting

77 Gemeente De Wolden Blad 8 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 2 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Huidige situatie Het perceel ligt aan de weg Schrapveen te Linde. Linde telt 615 inwoners en ligt tussen Zuidwolde en Drogteropslagen. Linde vormt het middelpunt van de buurtschappen Nolde, Schrapveen, Paardelanden en Vuile Riete. De buitenstreek van Linde grenst aan het Reestdalgebied. Linde/Schrapveen ligt in het zuidelijk deel van Drenthe in de gemeente De Wolden. Nederland, Drenthe, gemeente De Wolden en Linde/Schrapveen in één oogopslag, bron : Het gebied rondom Schrapveen is gelegen in het bovenloopgebied van het riviertje de Reest en is als volgt te typeren: Het Reestdal is een nagenoeg gaaf cultuurlandschap uit eind negentiende, begin twintigste eeuw dat de grens vormt tussen de provincies Drenthe en Overijssel. Op de hogere randen ter weerszijden van de meanderende beek hebben zicht in de loop der tijd agrarische bedrijven gevestigd afgewisseld met een aantal dorpen en buurtschappen. NL.IMRO BP Toelichting

78 Gemeente De Wolden Blad 9 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 De samenhang tussen de waardevolle bebouwing met erf, het kleinschalige licht glooiende landschap, de kenmerkende door beplanting omzoomde essen en het lager gelegen open beekdal maakt het Reestdal zeer bijzonder. (Bron : Planologisch kader Het perceel Schrapveen ongenummerd waar de nieuwe woning gebouwd moet worden ligt in het bestemmingsplan Buitengebied De Wolden, artikel 30 WRO herziening (vastgesteld door de gemeenteraad op 13 maart 2008 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Drenthe op 28 oktober 2008). Het perceel waar de huidige woning staat is bestemd voor woondoeleinden. Het perceel waar de nieuwe woning gebouwd wordt is bestemd als Agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden en heeft nog een nadere aanduiding van hydrologisch aandachtsgebied, als ook van archeologisch en cultuurhistorisch waardevol gebied. De vigerende bestemming laat de bouw van een burgerwoning niet toe. De woonbestemming van Schrapveen 24 wordt naar het zuiden verplaatst, de locatie waar nu de woonbestemming op rust wordt bestemd als agrarisch gebied zonder bouwmogelijkheden. NL.IMRO BP Toelichting

79 Gemeente De Wolden Blad 10 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 3 Hoofdstuk 3 Beleidstoets 3.1 Rijksbeleid Wat is beleid?. Beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Liefst zijn plaats en tijd omschreven. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren. Binnen het ruimtelijk werkveld is door de verschillende overheidslagen veel beleid opgesteld. Middels dit beleid is getracht richting te geven aan de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. De ruimtelijke ordening in Nederland bevat top-down maar ook steeds meer bottum-up elementen. Door de decennia heen is de visie op de ruimtelijke ordening aan verandering onderhevig geweest. Op rijksniveau is de omslag naar de ontwikkelingsplanologie goed zichtbaar wanneer de Nota Ruimte (VROM, 2006) en de Vierde Nota Ruimtelijke ordening worden vergeleken. Niet langer bepaalt de overheid wat wel of niet kan (toelatingsplanologie), steeds meer geven overheid en derden ruimtelijke ontwikkelingen samen vorm. Vanuit deze filosofie wordt in dit hoofdstuk het overheidsbeleid in beeld gebracht. Getoetst wordt of het plan past binnen het vigerende planologisch kader en binnen het ruimtelijk beleid van de verschillende overheidslagen. In dit hoofdstuk staat een overzicht van het van toepassing zijnde beleid in relatie tot de gewenste ontwikkelingen van de initiatiefnemer Ruimtelijk - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 22 november 2011 onder aanvaarding van een aantal moties door de Tweede Kamer aangenomen en 13 maart 2012 vastgesteld. Onderdeel van deze structuurvisie is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Met de structuurvisie kiest het rijk voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Hieronder zijn de 13 nationale belangen weergegeven. De structuurvisie bepaalt de ambities voor Nederland in Deze hebben betrekking op de concurrentiekracht, bereikbaarheid, en leefbaarheid en veiligheid van/in Nederland. Voor deze 3 rijksdoelen worden 13 onderwerpen van nationaal belang genoemd. Hiermee geeft het Rijk aan waarvoor zij verantwoordelijk is en waarop het resultaat wil boeken. De benoemde nationale belangen zijn: 1. Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio s met een concentratie van topsectoren; 2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie; 3. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen; NL.IMRO BP Toelichting

80 Gemeente De Wolden Blad 11 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Efficiënt gebruik van de ondergrond; 5. Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio s inclusief de achterlandverbindingen; 6. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen; 7. Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen; 8. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico s; 9. Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling; 10. Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; 11. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten; 12. Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; 13. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen. De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De SVIR vervangt de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. Tevens vervangt het de ruimtelijke doelen en uitspraken in de volgende documenten: PKB Tweede structuurschema Militaire terreinen, de agenda landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. Delen van de structuurvisie die de nationale ruimtelijke belangen borgen en die juridische doorwerking behoeven, zijn uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur, de Amvb Ruimte (Barro). Het Rijk gaat er vanuit dat de nationale ruimtelijke belangen die via wet- en regelgeving opgedragen worden aan de andere overheden goed door hen worden behartigd. Het nieuwe Rijkstoezicht in de ruimtelijke ordening richt zich op het toezicht achteraf. Wanneer rijksdoelen en nationale belangen raken aan regionale opgaven, vraagt dit om heldere taakverdeling en samenwerkingsafspraken tussen de betrokken overheden. Waar het Barro bepalingen bevat gericht op gemeentelijke bestemmingsplannen gaat het Rijk er vanuit dat deze doorwerking krijgen. Het Rijk zal tijdens het opstellen en vaststellen van bestemmingsplannen dan ook niet toetsen op een correcte doorwerking van nationale belangen. Daarnaast blijft het Rijk opkomen voor zijn directe belangen bij gemeentelijke en provinciale plannen vanuit de rol van weg- en waterbeheerder (Rijkswaterstaat), eigenaar van defensieterreinen (ministerie van Defensie) en voor projecten in het kader van de rijkscoördinatieregeling rond rijksinpassingsplannen op het terrein van de energie-infrastructuur (het ministerie van EL&I). Voor Linde zijn in de SVIR geen onderwerpen opgenomen die aangemerkt worden als nationaal belang waarmee rekening gehouden dient te worden. NL.IMRO BP Toelichting

81 Gemeente De Wolden Blad 12 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Provinciaal beleid Omgevingsvisie en verordening Drenthe Op 2 juni 2010 is de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van Drenthe. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein. In de Omgevingsvisie zijn vier wettelijk voorgeschreven provinciale planvormen samengenomen, te weten: De provinciale structuurvisie op grond van de Wro; Het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer (Wm); Het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving; Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet verkeer en vervoer. De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode erna. Missie De missie uit de Omgevingsvisie luidt: 'Het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe passend bij deze kernkwaliteiten'. De kernkwaliteiten zijn: rust, ruimte, natuur en landschap; oorspronkelijkheid; naoberschap; menselijke maat; veiligheid; kleinschaligheid (Drentse schaal). Hieronder volgen de delen uit de Omgevingsvisie die relevant zijn voor het voorliggende ruimtelijk initiatief. Zorgvuldig ruimtegebruik De provincie wil zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in de provincie. Grootschalige bouwplannen en uitbreidingen in het landelijk gebied, los van bestaande bebouwingslocaties, zijn niet vanzelfsprekend. De provincie vindt dat gemeenten bij nieuwbouwplannen een werkwijze moeten hanteren die leidt tot zorgvuldig ruimtegebruik. Zorgvuldig ruimtegebruik is van provinciaal belang. Voor het inpassen van ruimtevragende functies stelt de provincie voor de SER-ladder als denkmodel te hanteren. Deze methode, geïntroduceerd door de SER (sociaal Economische Raad), helpt een goede afweging te maken bij het inpassen van ruimtebehoefte voor wonen, bedrijvigheid en infrastructuur. Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zoveel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand NL.IMRO BP Toelichting

82 Gemeente De Wolden Blad 13 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 bebouwd gebied en gebundeld rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbaar vervoervoorzieningen. In de Omgevingsverordening staat nog het volgende genoemd ten aanzien van de SER-ladder: 1. Een ruimtelijk plan kan slechts in ruimtevragende ontwikkelingen voorzien op het gebied van woon-, werklocaties en infrastructuur indien uit het desbetreffende ruimtelijk plan blijkt dat dit op basis van de SER-ladder gerechtvaardigd is; 2. Het eerste lid is niet van toepassing op functioneel aan het buitengebied gebonden bebouwing, waaronder in ieder geval begrepen agrarische bebouwing, bebouwing voor natuurbeheer, voor waterbeheer, voor veiligheid en hulpdiensten de opsporing en winning van delfstoffen als aardgas en aardolie of voor de levering van gas, water of elektriciteit; 3. Het eerste lid is niet van toepassing op ontwikkelingen die vallen onder een roodvoor-groen dan wel Ruimte-voor-ruimte regeling. Hoewel bovenstaande paragrafen zich met name toespitsen op ook kwantitatieve nieuwbouw, er aan de Schrapveen 24 sprake is van vervangende nieuwbouw, kan toch gesteld worden dat in de geest van de Omgevingsvisie gehandeld wordt. Er worden opstallen gesloopt, er komt een nieuwe, in het gebied passende, woning voor terug. Voor zowel de nieuwe woning wordt het leefklimaat verhoogd, aangezien de afstand tot het agrarisch bedrijf wordt vergroot. Voor het agrarisch bedrijf worden de ontwikkelmogelijkheden vergroot, zodat er sprake is van een kwaliteitsverbetering voor alle partijen. Ook is de situering van de woning en het bijgebouw en de landschappelijke inpassing tot stand gekomen in samenwerking met de provincie en is deze akkoord verklaard Visiekaart 2020 en Kernkwaliteiten Er is beoordeeld hoe het perceel op basis van de Visiekaart 2020 is ingedeeld als hoofdfunctie van het gebied. Tevens is beoordeeld of er sprake is van zogeheten Kernkwaliteiten, waarmee rekening dient te worden gehouden. Daartoe is gebruik gemaakt van de kaartenviewer behorend bij de Omgevingsvisie. Visiekaart 2020 Op de visiekaart 2020 is het gebied als volgt aangemerkt. Daartoe de uitsnede van de Visiekaart 2020 op de volgende bladzijde. Het gebied is qua functies aangeduid deels als Multifunctioneel, deels als Natuur en als functie Water. Wat betekenen deze functieaanduidingen? Functie Multifunctioneel In één gebied kan bijvoorbeeld zowel landbouw, natuur, recreatie als wonen voorkomen. De provincie noemt dit multifunctionele gebieden. Op de visiekaart zijn de multifunctionele gebieden aangegeven. In tegenstelling tot de robuuste systemen is in deze gebieden geen sprake van een hoofdfunctie die leidend is in de ordening. In deze gebieden zijn meerdere functies van belang. Naast water, landbouw en natuur gaat het in de meeste gevallen om recreatie. Er is in deze gebieden een duidelijke samenhang tussen de genoemde functies en de aanwezige kernkwaliteiten. Het behouden en ontwikkelen van functies en kernkwaliteiten gebeurt hier gebiedsgericht en waar nodig NL.IMRO BP Toelichting

83 Gemeente De Wolden Blad 14 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 met maatwerk. Hierbij geldt als uitgangspunt dat de van oudsher bestaande en/of dominante functie zo min mogelijk negatieve gevolgen mag ondervinden van de ontwikkeling van nieuwe of andere functies. Functie Natuur Binnen gebieden met de functie Natuur, staat de ontwikkeling van de hoofdfunctie Natuur voorop. Daarbij gaat het om het behouden, herstellen en ontwikkelen van natuurwaarden. De visiekaart toont een globale gebiedsindeling. Er is een ondergrens gehanteerd van enige tientallen hectares. Andere functies kunnen onderdeel blijven uitmaken van deze gebieden. Zo zijn in deze gebieden ook aspecten van cultuurhistorie en landschap van belang (Kernkwaliteiten). Andere ontwikkelingen zijn aanvaardbaar zolang deze verenigbaar zijn met, of ten dienste staan van, de natuurontwikkeling. De waterhuishouding wordt afgestemd op de natuur- en bosdoelstellingen en sluit zo dicht mogelijk aan bij een natuurlijke waterhuishouding. Kernkwaliteiten Daarnaast is beoordeeld of er sprake is van zogeheten Kernkwaliteiten, waarmee rekening dient te worden gehouden. Daartoe is gebruik gemaakt van de kaartenviewer behorend bij de Omgevingsvisie. Kernkwaliteit Natuur Er is sprake van een kernkwaliteit Natuur in de vorm van de aanwezigheid van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en er is sprake van de ontwikkeling van natuurwaarden op landbouwgrond. Wat betekent deze kernkwaliteit? NL.IMRO BP Toelichting

84 Gemeente De Wolden Blad 15 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 EHS Natuur neemt in deze Omgevingsvisie een dubbelrol in. Natuur is zowel een kernkwaliteit als een te ontwikkelen functie. De bestaande natuur binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) beschouwt de provincie als een kernkwaliteit. Binnen gebieden met de functie Natuur, staat de ontwikkeling van de hoofdfunctie Natuur voorop. Daarbij gaat het om het behouden, herstellen en ontwikkelen van natuurwaarden. De visiekaart toont een globale gebiedsindeling. Er is een ondergrens gehanteerd van enige tientallen hectares. Andere functies kunnen deel blijven uitmaken van deze gebieden. Andere ontwikkelingen zijn aanvaardbaar zolang deze verenigbaar zijn met, of ten dienste staan van, de natuurontwikkeling. De provinciale langetermijnstrategie voor het realiseren van de EHS richt zich op het meer robuust maken ervan. Met een robuuste EHS wil de provincie bereiken dat de kwaliteit van de natuur zich duurzaam verbetert. Door de natuur in een robuuste EHS te concentreren, ondervinden andere functies (vooral landbouw en recreatie) hier minder beperkingen van. Het provinciale streven is dat de EHS in staat is om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Kernkwaliteit Landschap Er is sprake van een kernkwaliteit Landschap in die hoedanigheid dat er sprake is van een beekdal, macrogradient en een waardevolle es. Wat betekent dit. Algemeen De kwaliteit en de diversiteit van het Drentse landschap dragen sterk bij aan het aantrekkelijke milieu om te wonen, te werken en te recreëren. De identiteit van het Drentse landschap wordt bepaald door de ontstaansgeschiedenis en de diversiteit aan landschapstypen. De provinciale ambitie is het behouden en versterken van de verscheidenheid, de kwaliteit, de identiteit en de beleefbaarheid van het landschap. Van provinciaal belang is het behouden van landschapskenmerken en de onderlinge samenhang en het versterken van de verschillende landschapstypen. NL.IMRO BP Toelichting

85 Gemeente De Wolden Blad 16 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 De doelstellingen voor de kernkwaliteit landschap zijn: Het behouden en versterken van de ruimtelijke afwisseling van landschapstypen; Het behouden en versterken van de volgende karakteristieke kenmerken van de verschillendelandschapstypen: - in esdorpenlandschap/esgehuchten: de essen en beekdalen; - Het behouden en versterken van de karakteristieke macrogradiënt van het Drents Plateau. Kernkwaliteit Aardkundige waarden Er is sprake van een kernkwaliteit Aardkundige waarden in de zin dat er sprake is van een gebied met een hoog beschermingsniveau. Wat betekent deze kernkwaliteit? Algemeen Drenthe heeft een eigen karakter, een eigen (ruimtelijke) identiteit, die door inwoners en bezoekers hoog gewaardeerd wordt. Het aardkundige landschap van Drenthe is hiervoor in belangrijke mate bepalend. Het aardkundig erfgoed is de enige informatiebron over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van Drenthe. Net als archeologische waarden zijn aardkundige waarden voor het merendeel onzichtbaar, onvervangbaar en niet te compenseren. Ze zijn per definitie kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. De provincie wil aardkundige waarden die bijdragen aan het specifieke Drentse karakter behouden en waar mogelijk herstellen zonder daarbij het normale landbouwkundig gebruik te belemmeren. Voor aardkundige waarden onderscheidt de provincie drie beschermingsniveaus die verschillen in de mate van inzet van de provincie. De twee hoogste beschermingsniveau s (voorwaarden stellen en eisen stellen) zijn van provinciaal belang en daarvan is hier sprake. Het plangebied ligt in het Reestdal en is als zodanig aangeduid als hoog beschermen. Wat is dan de provinciale rol. Beschermen (Eisen stellen): de provincie wil ontwikkelingen alleen toestaan als aardkundige kwaliteiten en kenmerken worden behouden. De provincie zal vanaf het begin een plek bedingen in het planvormingsproces. Het zorgvuldig en verantwoord omgaan met de aardkundige waarden vormen het vertrekpunt van de provinciale inzet. NL.IMRO BP Toelichting

86 Gemeente De Wolden Blad 17 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Kernkwaliteit Archeologie Er is sprake van een kernkwaliteit Archeologie in die hoedanigheid dat er sprake is van een gebied waar archeologische waarden verwacht worden. Wat betekent deze kernkwaliteit? Algemeen Het archeologisch erfgoed is de enige bron van informatie over de bewoningsgeschiedenis van de provincie van de steentijd tot de middeleeuwen. Het merendeel van het archeologisch erfgoed is onzichtbaar en is daardoor zeer kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. Archeologische waarden zijn onvervangbaar en niet te compenseren. Daarom geeft de provincie het archeologisch erfgoed een duidelijke plaats in haar ruimtelijk beleid. Om de bescherming van eventuele archeologische waarden voldoende te borgen heeft de gemeente De Wolden een eigen archeologische beleidskaart vastgesteld. Op basis van deze beleidskaart is er sprake van een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Over het ruimtelijk plan is contact gezocht met de provinciaal archeoloog, waarvan het advies is opgenomen in paragraaf 4.1 inzake Archeologie. Op deze wijze is in voldoende mate rekening gehouden met de kernkwaliteit archeologie. Kernkwaliteit Cultuurhistorie Algemeen Het provinciaal beleid ten aanzien van cultuurhistorie is beschreven in het Cultuurhistorisch Kompas. Twee doelstellingen staan hierin centraal. Ten eerste wil de NL.IMRO BP Toelichting

87 Gemeente De Wolden Blad 18 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 provincie dat de cultuurhistorie herkenbaar gehouden blijft. Wat de provincie tot de cultuurhistorie rekent is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (onderdeel van de Kernkwaliteitenkaart). Ten tweede wil de provincie de ruimtelijke identiteit versterken. Zij doen dat door ruimtelijke ontwikkelingen te sturen vanuit samenhangende cultuurhistorische kwaliteiten, met respect en durf. Daarin is ruimte voor inspiratie en eigen afwegingen van de provinciale partners. Het veilig stellen van cultuurhistorische waarden en het tegelijkertijd bieden van ruimte voor ontwikkelingen vraagt om een heldere wijze van sturing. De provincie maakt onderscheid tussen drie sturingsniveaus: respecteren, voorwaarden stellen en eisen stellen. De sturingsniveaus zijn gebiedsgericht toegepast en weergegeven in de beleidskaart in het Cultuurhistorisch Kompas. 1. Respecteren: de provincie richt zich op het waarborgen van de cultuurhistorische samenhang voor de toekomst. De initiatiefnemers hebben de verantwoordelijkheid om de cultuurhistorische hoofdstructuur als inspiratiebron te benutten. De provincie beoordeeld de plannen en initiatieven daarop; 2. Voorwaarden stellen: de provincie stelt de cultuurhistorische samenhang als randvoorwaarde. De initiatiefnemers hebben daarmee de verantwoordelijkheid om vroegtijdig in het planproces inzichtelijk te maken op welke wijze ze de cultuurhistorische samenhang als een van de (ruimtelijke) onderleggers voor nieuwe plannen benutten. De provincie is beschikbaar voor (het regelen van) begeleiding van het planvormingsproces, waarbij de kansen vanuit de cultuurhistorische samenhang uitgangspunt zijn; 3. Eisen stellen: de provincie stuurt de ontwikkelingen in de (vanuit de cultuurhistorie bezien) gewenste richting. Van de initiatiefnemer verwachten zij dat de cultuurhistorische samenhang als dé drager voor nieuwe plannen wordt gebruikt. Ontwikkelingen bouwen op deze samenhang voort. Vanaf het begin bedingt de provincie een plek in het planvormingsproces. Eén van de gebieden waarop de provincie zich concentreert is het gebied van De Reest. Voor de richtinggevende ambities, karakteristiekbeschrijvingen en achtergronden voor dit gebied, verwijst de provincie naar het Cultuurhistorisch Kompas. Op basis van dit Cultuurhistorsich Kompas ligt het gebied Linde Schrapveen 24 in het Reestdalgebied. Reestdal De Reest met grillig verloop, daarlangs groenlanden en zandkopjes, structurerend voor het hoevenlandschap; Wijds en open beekdal met daarin erven en esgehuchten met opgaande beplantingsranden als eilanden in die openheid; Kleinschaligheid van ontginningseenheden doordat bij elk erf eigen es en groenland hoort; Van oost naar west een verschuiving van sober naar rijk, door enkele landgoederen, en door een overgang van sobere besloten erven en nutstuinen naar boerenerven met aangebouwde voorhuizen en siertuinen in Engelse landschapsstijl. NL.IMRO BP Toelichting

88 Gemeente De Wolden Blad 19 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Ambitie Het veilig stellen van het esgehuchtenlandschap van het Reestdal door het benadrukken van de samenhang tussen de erven, essen en groenlanden en de karakteristieke erf- en esbeplanting die de erven en essen markeert in het verder open beekdal van de Reest. Opgave De belangrijkste opgave in het gebied ligt in het vasthouden van de kleinschaligheid en de samenhang van landschapselementen in het gebied en het tegelijk kunnen ontwikkelen van het gebied voor natuur en waterberging. Het streven is een meerwaarde te creëren voor alle sectoren. Ten aanzien van het provinciaal beleid en de daarbij behorende kernkwaliteiten is in goed overleg met de provincie en met de gemeente gekomen tot een inrichtingsplan die in algemene zin een positieve bijdraagt levert aan de verschillende aanwezige kernkwaliteiten. In hoofdstuk 5 is nader ingegaan op de erfinrichting en de daarbij behorende keuzes en visies van deze erfinrichting en landschappelijke inpassing in relatie tot het onderliggende provinciaal en gemeentelijk beleid, waardoor voorliggend bestemmingsplan in overeenstemming is met het provinciaal beleid. 3.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie De Wolden In maart 2011 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie De Wolden vastgesteld. De gemeenteraad van De Wolden wil het ruimtelijk beleid voor de komende 20 jaar vastleggen in een structuurvisie. Er is behoefte aan een strategische visie, een heldere beleidslijn, die de gemeente kan gebruiken als basis voor concrete ruimtelijke keuzes. Met deze visie wil de gemeente beleid op hoofdlijnen formuleren, dat als kapstok kan gelden voor sectorale beleidsplannen en zal worden vertaald in bestemmingsplannen. De basis voor de structuurvisie is het plattelandskarakter van De Wolden. De gemeente kiest ervoor om een plattelandsgemeente te blijven waarbij het aanwezige landschap drager is voor ontwikkelingen. Het landschap, gevormd door de mens, geeft de ruimtelijke kwaliteit van het gebied weer. Al eeuwen is het landschap gevormd doordat er gewoond en gewerkt wordt in en bij de esdorpen, veenontginningen en beekdalen. Deze visie voor 2030 richt zich daarom op het versterken van de kenmerken en kwaliteiten die de plattelandsgemeente heeft. De kwaliteit van het platteland waar wonen, werken en recreëren is verweven in diverse landschappen. NL.IMRO BP Toelichting

89 Gemeente De Wolden Blad 20 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Als gevolg van het over korte afstand verplaatsen van de woonbestemming is er feitelijk geen sprake van een toevoeging van een woning in het buitengebied. Het saldo blijft gelijk. Wel is er sprake van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse. Wat oudere en vervallen opstallen worden gesloopt en er wordt een nieuwe woning, passend in het aanwezige landschap, voor teruggebouwd. In de nieuwe situatie is ook sprake van een vermindering van het aantal m 2 aan bebouwing. Daarnaast krijgt het agrarisch bedrijf meer ruimte, zodat deze werkfunctie verbeterd. Er is sprake van een win-win situatie LOK De Wolden Uit de gemeentelijke structuurvisie blijkt dat het landschap een van de belangrijkste kwaliteiten vormt van de gemeente De Wolden. Vanuit de structuurvisie is het Landschappelijk Ontwikkelingskader uitgewerkt. Met dit ontwikkelingskader (LOK) kan de gemeente ontwikkelingen in het buitengebied begeleiden. De veranderingen op het platteland zijn niet meer zo voorspelbaar als voorheen. Agrariërs vergroten hun bedrijf of ze kiezen juist voor schaalverbreding. Daarnaast stoppen ook meer en meer NL.IMRO BP Toelichting

90 Gemeente De Wolden Blad 21 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 agrarische bedrijven en vindt er een functieverandering plaats naar wonen of kleine bedrijvigheid. De insteek van dit landschappelijk ontwikkelingskader (LOK) is kort maar krachtig: een plan is een kans. Elk plan is een mogelijkheid om het landschap binnen de landschappelijke karakteristiek te versterken. Het LOK biedt vanuit het landschap richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen. Daarmee kan het LOK de gemeente houvast bieden bij het beoordelen van de verschillende plannen in het buitengebied en kan het de initiatiefnemer handreikingen geven en enthousiasmeren om met zijn plannen ook een bijdrage te leveren aan de landschappelijke karakteristiek. Daarnaast geeft het LOK ook voorwaarden aan de wijze waarop dorpen op een landschappelijk verantwoorde wijze kunnen uitbreiden. Het landschap van De Wolden Om vanuit het landschap richtlijnen te kunnen geven voor de inpassing van nieuwe ontwikkelingen, is eerst een beeld gegeven van de kenmerken van het hedendaagse landschap. De gemeente De Wolden ligt op de rand van het Drents Plateau. Het plangebied is gelegen aan de Reest. De Reest loopt langs de rand van het Drents Plateau en vormt eigenlijk het restant van het oerstroomdal van de Vecht. De Reest is een laaglandbeek, die oorspronkelijk werd gevoed door het hoogveengebied bij Dedemsvaart. Door verstuivingen van het Drents Plateau zijn in het beekdal van de Reest kleine zandkoppen ontstaan. De Reest als grensbeek tussen Drenthe en Overijssel In het Reestdal werd gewoond en gewerkt volgens het landbouwsysteem van het essenlandschap. Omdat hier de zandkopjes veel kleiner zijn, is een landschap ontstaan van esgehuchten, waarbij een of enkele boerderijen bij elkaar liggen met elk hun eigen eenmanses. Het landschap heeft hierdoor een meer kleinschalig en fijnmaziger opzet dan rond de esdorpen. NL.IMRO BP Toelichting

91 Gemeente De Wolden Blad 22 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Kenmerken esgehuchtenlandschap Het LOK geeft op basis van de landschappelijke eigenheid richting aan ontwikkelingen in het landelijk gebied. Het esgehuchtenlandschap van het Reestdal is een bijzonder landschap en voor Drentse begrippen uniek. Doordat het gebied maar weinig is veranderd in de loop van de eeuwen kent het Reestdal een belangrijke mate van authenticiteit. De laaglandbeek de Reest heeft nog zijn oorspronkelijke sterk meanderende loop. Het beekdal wordt geflankeerd door esgehuchten. Deze esgehuchten bestaan uit één of enkele boerderijen en zijn gesticht op kleine zandopduikingen langs de Reest. De erven liggen ingeklemd tussen essen en de akkers liggen bij de boerderijen. Het gebied kent veel microreliëf door de wat boller liggende essen en de aanwezige steilranden. Doordat de erven en de essen sterk beplant zijn, vormen ze samen met diverse bosjes een duidelijke begrenzing van het weidse en open beekdal. Langs de beek liggen oorspronkelijk de weilanden voor het vee. Tegenwoordig heeft het beekdal een meer natuurlijk karakter. Naar een inrichtingsplan Bij het opstellen van een erfinrichtingsplan zijn de kenmerken van het landschap en van het erf leidend. De belangrijkste uitgangspunten bij aanpassingen aan erven in het essenlandschap zijn: het zicht op de essen, steilranden en andere hoogteverschillen zoveel mogelijk vrij houden; rood gaat gepaard met groen; het silhouet van het erf waarbij bebouwing en beplanting elkaar afwisselen blijft behouden; vasthouden aan een onderscheid tussen een voorerf waar gewoond wordt en een achtererf waar wordt gewerkt en de bijgebouwen staan. In hoofdstuk 5 is de nadere uitwerking van het erfinrichtingsplan verwoord. NL.IMRO BP Toelichting

92 Gemeente De Wolden Blad 23 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Welstandsnota 2012 Deze nota bevat het welstandsbeleid voor het gehele grondgebied van de gemeente De Wolden. Op basis van de bij de welstandsnota behorende kaart geldt dat het perceel aan de Schrapveen in welstandsgebied 8 Bovenloop van de Reest ligt. Gebiedsbeschrijving Het Reestdal is een nagenoeg gaaf cultuurlandschap uit eind negentiende, begin twintigste eeuw dat de grens vormt tussen de provincies Drenthe en Overijssel. Op de hogere randen ter weerszijden van de meanderende beek hebben zicht in de loop der tijd agrarische bedrijven gevestigd afgewisseld met een aantal dorpen en buurtschappen. De samenhang tussen de waardevolle bebouwing met erf, het kleinschalige licht glooiende landschap, de kenmerkende door beplanting omzoomde essen en het lager gelegen open beekdal maakt het Reestdal zeer bijzonder. Het Reestdal vanaf de provinciale weg Hoogeveen Ommen tot aan de Luttergreppel wordt als bovenloop van de Reest beschreven. De hoogteverschillen worden hier geringer ten opzichte van de middenloop. In het noorden ontmoet het beekdal de veldontginningen. De hoofdvorm van de bebouwing is in principe gelijk aan de boerderijen in de middenloop. In het algemeen zijn de voorgevels minder rijk gedetailleerd waardoor een soberder beeld ontstaat. Kenmerkend zijn de huizen zonder voordeur. Veel boerderijen zijn met het bedrijfsgedeelte naar de weg gericht en met het woongedeelte naar de Reest. De lommerrijke erfbeplanting onttrekt de bebouwing dikwijls aan het oog. De bebouwing wordt op deze wijze ondergeschikt aan het landschap, wat in het algemeen door het gebruik van eenvoudige, natuurlijke materialen en aardgebonden kleuren nog wordt versterkt. Beleid, waardebepaling en ontwikkeling Het beleid is gericht op het beschermen van de waarden van het Reestdal. De NL.IMRO BP Toelichting

93 Gemeente De Wolden Blad 24 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 vergaande bescherming van de natuurwaarden van het Reestdal zullen nieuwe ontwikkelingen grotendeels onmogelijk maken. Alle aanpassingen aan de bebouwing dienen met groot respect voor de bestaande waarden te gebeuren. Welstandscriteria Ligging Bij bestaande bebouwing ligging, oriëntatie en nokrichting handhaven; Nieuwe toevoegingen en bijgebouwen ondergeschikt in positie. Massa en vorm Bestaande massa s en kapvormen handhaven, toevoegingen moeten ondergeschikt blijven aan het hoofdvolume; Eenvoudige hoofdvorm met grote, gesloten dakvlakken, de dakhelling moet geschikt zijn voor rieten dakbedekking; Het gebouw mag de aanwezige of nieuw aan te brengen erfbeplanting niet overheersen. Gevelopbouw Bij bestaande boerderijen de gevels van het woondeel handhaven, wijzigingen in de gevels van het bedrijfsdeel zo uitvoeren dat de oorspronkelijke bedrijfsvoering afleesbaar blijft; De karakteristiek van de naar de Reest gerichte voorgevel handhaven. Detaillering Eenvoudige, ambachtelijke detaillering. Materiaal en kleurgebruik Bij bestaande bebouwing materiaal en kleurgebruik handhaven; Bij vervangende nieuwbouw zijn ook andere natuurlijke materialen en kleuren aanvaardbaar (dus geen kunststof).; De kleuren harmoniëren met de omgeving wat betekent dat aardachtige kleuren gekozen worden. NL.IMRO BP Toelichting

94 Gemeente De Wolden Blad 25 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 4 Hoofdstuk 4 Omgevingsfactoren 4.1 Archeologie Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op de omgeving. Anderzijds kan ook de zichtbare en soms niet zichtbare omgeving van invloed zijn op de uitvoerbaarheid van de voorgenomen plannen. In dit hoofdstuk worden de omgevingsfactoren beschreven. Daarnaast wordt per omgevingsfactor beoordeeld wat de invloed op het plan kan zijn Aanleiding en doel De toenemende bedreiging van het archeologische erfgoed in heel Europa, niet alleen door natuurlijke processen of ondeskundig gebruik van het bodemarchief, maar ook door ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening, gaf aanleiding voor het in 1992 door de Europese lidstaten ondertekende Verdrag van Valletta. Dit verdrag wordt ook wel het Verdrag van Malta genoemd. Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het archeologisch (voor)onderzoek is het verkrijgen van gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen. (bron: Doorwerking naar het plan Op basis van de gemeentelijke archeologische beleidskaart heeft het perceel de navolgende archeologische aanduiding. Daartoe eerst een uitsnede van de beleidskaart voor het perceel. NL.IMRO BP Toelichting

95 Gemeente De Wolden Blad 26 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Er is sprake van een zogeheten gebied met een dusdanige verwachtingswaarde dat bij een ruimtelijke ingreep groter dan 100 m 2 een onderzoek zou moeten plaatsvinden. Voor voorliggend plan hebben wij advies gevraagd aan Drents Plateau. Hieronder volgt het advies zoals wij dat van het Drents Plateau hebben mogen ontvangen. In bijlage 1 is de volledige reactie van Drents Plateau opgenomen. Archeologie Volgens de Indicatieve kaart archeologische waarden (IKAW) in combinatie met de essenkaart van de provincie Drenthe is op deze locatie sprake van een hoge verwachtingswaarde voor archeologie. Er zijn tot nog toe op het perceel geen archeologische vindplaatsen aangetroffen. Beleid Voor de zone met hoge verwachting voor archeologie geldt een onderzoeksvrijstelling als de totale oppervlakte van de bodemverstoring beperkt blijft tot maximaal 500 m2. De gemeente volgt hierin het provinciale archeologiebeleid omdat zij nog geen eigenstandig archeologiebeleid heeft. Dit is in ontwikkeling. Advies Aangezien de oppervlakte van de nieuwe woning en de twee bijgebouwen binnen de onderzoeksvrijstelling van 500 m2 blijft, is hier geen verkennend archeologisch onderzoek nodig. Wel blijft de meldingsplicht conform artikel 53 van de Monumentenwet van kracht. Dit houdt in dat mochten er tijdens de sloop van de huidige bebouwing en /of het bouwrijp maken van de nieuwe locatie toch archeologische resten worden gevonden, de initiatiefnemer dit onmiddellijk dient te melden bij provinciaal archeoloog, Wijnand van der Sanden (tel / ) en bij de contactpersoon archeologie van de gemeente De Wolden, Jouke Schat. 4.2 Besluit externe veiligheid Aanleiding en doel Bij het transport, de opslag en bij het be- en verwerken in bedrijven van gevaarlijke stoffen, maar ook nabij luchthavens bestaat de kans op ongevallen waarbij slachtoffers vallen die niet bij de activiteit betrokken zijn. Personen die in bedrijven werken worden door de wetgeving rond arbeidsomstandigheden beschermd. Personen die zich buiten (extern) de bedrijfsgrens bevinden worden beschermd door wet- en regelgeving voor externe veiligheid. De vuurwerkramp in Enschede van mei 2000 heeft geresulteerd in een formalisering en deels aanscherping van wet- en regelgeving om het risico van dergelijke ongevallen te beperken. Het doel van de toets op externe veiligheidsaspecten rond ruimtelijke plannen is na te gaan welke risico s de voorgenomen ontwikkelingen met zich brengen. Dit om de mogelijkheid te bieden een externe veiligheidssituatie te creëren die voldoet aan de behoeften. Daartoe kan het ruimtelijk initiatief of specifieke wijze worden ingevuld en kunnen eventuele aanvullende maatregelen worden getroffen. NL.IMRO BP Toelichting

96 Gemeente De Wolden Blad 27 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Het externe veiligheidsonderzoek richt zich eerst op het plaatsgebonden risico. Dit geeft een beeld van de ruimtelijke verdeling van de hoogte van de risico s rond een bron. Vervolgens wordt nagegaan wat de hoogte van het groepsrisico is. Dit geeft inzicht in de aantallen personen die bij een ongeval kunnen worden betrokken. Als er sprake is van groepsrisico, als een ongeval tot meer dan 10 dodelijke slachtoffers kan leiden, moeten risicogegevens worden verzameld, moet een advies over het voorgenomen initiatief aan de regionale brandweer worden gevraagd en is de initiatiefnemer verplicht de veranderingen in het groepsrisico door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling te verantwoorden. (bron : Doorwerking naar het plan Het Besluit richt zich primair op inrichtingen zoals bedoeld in de Wet milieubeheer. In artikel 2, lid 1 van het BEVI staan de inrichtingen genoemd waarop het besluit van toepassing is. Deze inrichtingen brengen risico s met zich mee voor de in de omgeving aanwezige risicogevoelige objecten. Woningen worden niet in het Besluit genoemd als zijnde risico-veroorzakende inrichting. Echter, woningen worden wel aangemerkt als beperkt kwetsbare objecten, zodat wel beoordeeld dient te worden of er risicogevoelige inrichtingen dan wel zones aanwezig zijn waarbinnen het perceel valt. Hiertoe is een check uitgevoerd op de risicokaart Drenthe. 4.3 Bodem Het blijkt dat zich op geringe afstand van het perceel een buisleiding van de Nederlandse Gasunie NV een hogedrukleiding bevindt. Het voorliggend ruimtelijk initiatief bevindt zich echter niet binnen de invloedssfeer van deze leiding en is voor de verdere planvorming niet beperkend. Nader onderzoek naar externe veiligheid is niet nodig Aanleiding en doel De mens gebruikt de bodem op vele manier, voor bijvoorbeeld woningbouw, landbouw, aanleg van wegen en winning van grondstoffen. Om te zorgen dat dit ook in de toekomst mogelijk blijft, is een duurzaam beheer van de bodem belangrijk. Doordat de mens al vele eeuwen gebruik maakt van de bodem heeft hij overal sporen NL.IMRO BP Toelichting

97 Gemeente De Wolden Blad 28 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 achtergelaten. Deze sporen zijn terug te zien in het landschap en te vinden op en in de bodem. Door bodemsanering worden de ernstige chemische verontreiniging van de bodem aangepakt. Bescherming van de bodem betekent bovendien het voorkomen dat schone grond verontreinigd raakt en het rekening houden met de eigenschappen van de bodem. Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak. Artikel 9 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat in het bestemmingsplan rekening gehouden moet worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan. (bron : Doorwerking naar het plan Door Sigma Bouw & Milieu uit Emmen is een bodemonderzoek uitgevoerd in het kader van voorliggend plan. Het gehele onderzoek, bekend onder de titel Verkennend milieukundig bodemonderzoek Schrapveen naast nummer 24 te Linde onder rapportnummer 11-M5882 van 1 november 2011 is als losse bijlage bij dit plan gevoegd. Hieronder volgen samengevat de conclusies van het uitgevoerde onderzoek. Grond De bovengrondmengmonster bevat geen van de onderzochte stoffen verhoogd ten opzichte van de achtergrondwaarde en/of detectiewaarde. Ook het ondergrondmengmonster bevat geen van de onderzochte stoffen verhoogd ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiewaarde. Grondwater Het grondwater ter plaatse van de aangebrachte peilbuis bevat geen van de onderzochte stoffen verhoogd ten opzichte van de streefwaarde en/of detectiewaarde. Op basis van de onderzoeksresultaten zijn er uit milieuhygiënische overwegingen in relatie tot de bodemkwaliteit geen belemmeringen ten aanzien van de geplande verplaatsing van de woning. 4.4 Flora en fauna Aanleiding en doel Het beschermen, ontwikkelen en beheren van natuurgebieden is niet altijd genoeg om de verscheidenheid aan planten- en diersoorten in stand te houden. Bovendien komen veel soorten ook buiten natuurgebieden voor. De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. De Flora- en Faunawet beschermt soorten, niet individuele planten of dieren, om te voorkomen dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit. NL.IMRO BP Toelichting

98 Gemeente De Wolden Blad 29 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Doelstelling van de Flora- en Faunawet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is het Nee, tenzij. Dit betekent dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Heel vaak gaan activiteiten en de bescherming van soorten prima samen. Soms is het optreden van schade aan beschermde dieren en planten echter onvermijdelijk. In die situaties is het nodig om vooraf te bekijken of hiervoor een vrijstelling geldt, of dat een ontheffing moet worden aangevraagd. In de Flora- en Faunawet geldt een verbod op activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van (ruimtelijke) plannen. Op basis van de onderzoeksplicht (Wro) en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient bij het maken van bestemmingsplannen beoordeeld te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor verlening van een eventuele ontheffing voor de activiteiten in het plan. In 2005 is met het gewijzigde Besluit vrijstelling beschermde dier- en platensoorten het beschermingsregime versoepeld. Met deze aangepaste regelgeving is niet meer altijd een ontheffing nodig voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte. Voor regulier voorkomende werkzaamheden en ruimtelijke ontwikkelingen geldt nu een vrijstellingsregeling. (bron : Doorwerking naar het plan Bij elk ruimtelijk plan dient, met het oog op de natuurbescherming, rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Door onderzoeksbureau Buro Bakker is een Quick scan flora- en fauna uitgevoerd. Het volledige rapport is als bijlage bij dit plan opgenomen. Hieronder volgen de conclusies en aanbevelingen ten aanzien van het uitgevoerde onderzoek. SAMENVATTING MATIG EN ZWAAR BESCHERMDE SOORTEN In het overzicht hieronder is een overzicht weergegeven van zwaar en matig zwaar beschermde soorten die in het plangebied voorkomen. Tabel : Overzicht van zwaar of matig zwaar beschermde fauna die (mogelijk) in het plangebied voorkomen. De overige in het plangebied gevonden en te verwachten soorten zijn licht beschermd. Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet hoeft voor deze soorten niet te worden aangevraagd. De algemene zorgplicht is dan wel van kracht. NL.IMRO BP Toelichting

99 Gemeente De Wolden Blad 30 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Geluid Broedvogels Het verwijderen van opgaand groen en slopen van de bebouwing dient buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Het broedseizoen loopt globaal van half maart tot half juli. Vleermuizen Verlichting richting het Schrapveen dient voorkomen te worden om eventuele effecten op een potentiële vliegroute van vleermuizen te voorkomen. Ook de houtsingel, tussen het huidige bebouwde perceel en het perceel waar de nieuwbouw komt, dient onverlicht te blijven om geen negatieve effecten op aanwezige verblijfplaats van Rosse vleermuis te hebben. Er is in de effectenbeoordeling vanuit gegaan dat de houtsingel, tussen het huidige bebouwde perceel en het perceel waar de nieuwbouw komt, behouden blijft. Indien de houtsingel desondanks toch wordt verwijderd, dienen er maatregelen te worden getroffen om vernietiging van de verblijfplaats van de Rosse vleermuizen te mitigeren. De Rosse vleermuis is een strikt beschermde soort. Overige soorten Ten aanzien van de overige licht beschermde soorten die (mogelijk) voorkomen binnen het plangebied hoeven geen vervolgstappen te worden genomen. Wel is de zorgplicht van kracht Aanleiding en doel Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidsniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen). Op Europees niveau is het voornaamste doel op het gebied van geluidshinder dat niemand wordt blootgesteld aan geluidsniveaus die zijn of haar gezondheid en de kwaliteit van zijn of haar bestaan in gevaar brengen. Voor de bestrijding van geluidshinder kunnen verschillende soorten maatregelen worden getroffen: bestrijding van geluid aan de bron, bijvoorbeeld stillere auto's, stillere wegdekken, het verkeersluw maken van straten, het zachter zetten van de stereo, het dempen van de piano. Maatregelen tussen bron en ontvanger; bijvoorbeeld het plaatsen van een geluidsscherm of -wal of een betere muurisolatie tussen woningen. Maatregelen aan de kant van de ontvanger; meestal gaat het dan om het aanbrengen van (extra) geluidsisolatie aan de woning en het rekening houden met geluidsnormeringseisen bij het ontwerpen van woningen. Het doel van het akoestisch onderzoek bij ruimtelijke plannen is het voorkomen van geluidshinder bij geluidsgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) door het NL.IMRO BP Toelichting

100 Gemeente De Wolden Blad 31 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidsproducenten (industrie, railverkeer etc.) of het treffen van andere maatregelen. De verplichting tot uitvoering van een akoestisch onderzoek is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een projectafwijkingsbesluit, indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. (bron : Doorwerking naar het plan In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones. Uitzondering hierop zijn wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. Ter plaatse bedraagt de snelheid 80 km/uur en is er sprake van een geluidszone als gevolg van wegverkeerslawaai. Buiten de bebouwde kom bedraagt deze geluidszone voor één- en tweestrookswegen 200 meter. De te herbouwen woning valt derhalve binnen de zone waarmee rekening gehouden dient te worden. Aangezien er geen verkeersgegevens bekend zijn van de locatie en het de bedoeling is dat ter plaatse de snelheid wordt verlaagd tot 60 km/uur hebben we met behulp van het rekenmodel SRM1 bepaald hoeveel verkeer er over de Schrapveen zou moeten rijden wil er sprake zijn van een belemmering in het kader van de wet geluidhinder, wetende dat het de bedoeling is dat de gevel van de nieuw te bouwen woning is gesitueerd op een afstand van circa 27 meter tot de as van de weg Schrapveen. Indien er geen sprake van een belemmering moet zijn vanuit de Wet geluidhinder dient de gevelbelasting 48 Dba te bedragen. Op basis van het akoestisch rekenmodel SRM1, en uitgegaan van een verkeersintensiteit van 500 motorvoertuigen/etmaal bedraagt de geluidsbelasting op de gevel na aftrek van de correctiefactor van 5 Dba op basis van artikel 110 circa 46 Dba (Lden 5 Dba) en voldoet daarmee aan de Wet geluidhinder. Naar verwachting is de verkeersintensiteit van 500 motorvoertuigen in werkelijkheid nog lager. De Schrapveen is te omschrijven als een zeer rustige weg die uiteindelijk doodloopt op een boerenerf. Naar verwachting betreft het grotendeels bestemmingsverkeer. Hierna het SRM1 model, uitgaande van circa 500 motorvoertuigen/etmaal. NL.IMRO BP Toelichting

101 Gemeente De Wolden Blad 32 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Op de foto op de volgende bladzijde is te zien dat de weg Schrapveen eindigt op een boerenerf. NL.IMRO BP Toelichting

102 Gemeente De Wolden Blad 33 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Locatie Schrapveen 24 te Linde Einde weg Schrapveen 4.6 Luchtkwaliteit Aanleiding en doel Een gezonde buitenlucht is belangrijk voor de maatschappij. Tot op Europees niveau spant men zich daarom in om de luchtkwaliteit op orde te krijgen door middel van regels en normen. Hoewel de luchtkwaliteit de afgelopen decennia in Nederland is verbeterd, voldoet ze nog steeds niet overal aan de normen. Met name fijn stof en stikstofdioxiden leveren problemen op. Een groot aantal bouwprojecten, zoals wegverbredingen en de aanleg van bedrijventerreinen en nieuwbouwwijken, lagen en liggen daarom soms nog steeds stil. Doordat in overschrijdingsgebieden soms ook gewenste of noodzakelijke plannen en projecten worden stilgelegd, ontstond een discussie om gewenste en soms noodzakelijke plannen toch doorgang te kunnen laten vinden. Dat heeft geresulteerd in nieuwe regels voor luchtkwaliteit. Het doel van het luchtkwaliteitonderzoek is het geven van inzicht in de gevolgen van een plan voor de luchtkwaliteit om een goede luchtkwaliteit te kunnen garanderen. Daarom moet luchtkwaliteit al in een vroeg stadium van de planvorming worden meegewogen. Gegevens over de luchtkwaliteit worden verzameld om vervolgens te kunnen bepalen of er voor het doorgaan van het project al dan niet aanvullende maatregelen nodig zijn. In de praktijk zullen met name fijn stof en stikstofdioxiden moeten worden onderzocht. Daarnaast kan een goede ruimtelijke ordening met zich brengen dat een afweging wordt gemaakt rondom de aanvaardbaarheid van een project op een bepaalde locatie. De luchtkwaliteit hoeft (artikel 5.16 Wet milieubeheer) geen belemmering te vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen als: - geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; - een plan of project niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt; - een project per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; - een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) dat tevens voorziet in maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. NL.IMRO BP Toelichting

103 Gemeente De Wolden Blad 34 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie Doorwerking naar het plan 4.7 Watertoets Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Projecten die niet in betekende mate (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. In de AMvB-nibm zijn de criteria vastgelegd om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm. Met de inwerkingtreding van de NSL op 1 augustus 2009 geldt de volgende bovengrens om als NIBM-project te worden aangemerkt: de bouw van 1500 woningen aan één ontsluitingsweg.het op te stellen bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van één vervangende woning. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Onderzoek naar de luchtkwaliteit is niet nodig Aanleiding en doel In de loop van de tijd hebben ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland veel ruimte aan water en/of waterberginglocaties onttrokken. Aan het begin van de 21e is geconstateerd dat ruimtelijke ontwikkelingen de ruimte voor water niet verder zou mogen beperken. Juist meer ruimte voor water is nodig om klimaatveranderingen, zeespiegelrijzing en bodemdaling op te vangen. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De meerwaarde van de watertoets is dat zij zorgt voor een vroegtijdige systematische aandacht voor het meewegen van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is wettelijk verankerd met het Besluit van 3 juli 2003 tot wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 in verband met gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding (watertoets). De wijziging van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro) regelt een verplichte waterparagraaf in de toelichting bij de genoemde ruimtelijke plannen en een uitbreiding van het vooroverleg met de waterschappen. De verplichting geldt formeel niet voor de structuurvisie. De ruimtelijke structuurvisie is een belangrijk instrument, omdat hierin de strategische ruimtelijke keuzen (locatiekeuzen) voor water en ruimtelijke ontwikkelingen worden gemaakt. Het instrument is vorm- en procedurevrij. Gezien het belang van het instrument is het wel noodzakelijk de waterbeheerder hier goed bij te betrekken. (bron : Doorwerking naar het plan Op 14 juli 2011 is via de aanvraag watertoets gedaan bij het Waterschap Reest en Wieden. Vervolgens is op 25 augustus 2011 het wateradvies ontvangen van het waterschap. Het volledige advies is als bijlage bij dit plan opgenomen. Hieronder volgen de adviezen en de wijze waarop met deze adviezen rekening is gehouden met het plan. NL.IMRO BP Toelichting

104 Gemeente De Wolden Blad 35 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Het plan ligt in het stroomgebied van het Meppelerdiep. In de directe omgeving van het plangebied ligt aan de oostzijde een schouwsloot van het waterschap. Het peilgebied heeft een maximumpeil van NAP 4,2 m (opgemerkt wordt dat dit peil de instelhoogte van het kunstwerk is en zodoende voor het laagste deel van het peilvak de drooglegging garandeert. Lokaal kunnen dus (grote) verschillen optreden). De modelberekeningen voor de Reest komen tot ongeveer 5.55/ 5.60 m + NAP voor een T=100 situatie. De hoogte van het maaiveld varieert tussen ca. 5,45 en 5,65 m + NAP. De bodem (deklaag) van het noordwestelijke perceel bestaat voornamelijk uit zand. De maximale grondwaterstand ligt tussen cm onder het maaiveld (Gt VIIo). Kaartbeeld bestaande waterhuishouding rond het plangebied Hierna volgt een opsomming van de adviezen van het waterschap en daarna de doorwerking naar het plan. NL.IMRO BP Toelichting

105 Gemeente De Wolden Blad 36 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 In navolging op deze adviezen en uitgangspunten wordt op de volgende manier rekening gehouden met het wateradvies. - De nieuwer bebouwing wordt minimaal op een hoogte van NAP +5,85 meter gebouwd; - Er wordt een greppel gegraven, deze is van voldoende omvang voor het voldoen aan de compensatie-eis; - Er worden geen gronden opgehoogd aan de westkant van het perceel; - Er worden geen materialen gebruikt die kunnen uitlogen; - Hemelwater en afvalwater worden gescheiden van elkaar afgevoerd, waarbij het schone hemelwater afgevoerd wordt naar de nieuw te realiseren greppel. 4.8 Overige milieuhinder Aanleiding en doel Nieuwe functies kunnen milieuhinderlijk zijn voor omringende woningen dan wel bedrijven. Er dient een beoordeling plaats te vinden of de nieuwe functie wel milieuhygiënisch inpasbaar is. NL.IMRO BP Toelichting

106 Gemeente De Wolden Blad 37 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Er dient daarom beoordeeld te worden of in de omgeving van het plangebied functies voorkomen die gehinderd kunnen worden door onderhavig project of waarvan het project juist hinder ondervindt Doorwerking naar het plan In de directe nabijheid van het plangebied is op het perceel Schrapveen 22 te Linde een rundveehouderij gevestigd. Van belang hierbij is of de nieuw te bouwen woning niet een belemmering vormt voor de rundveehouderij. Hierbij zijn van belang de VNG-Reeks Bedrijven en Milieuzonering en de Geurgebiedsvisie en verordening gemeente De Wolden, zoals die door de gemeenteraad is vastgesteld op 10 juni Bedrijven en Milieuzonering Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkómen van hinder en gevaar. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) kan dit gerealiseerd worden. De VNG-Reeks Bedrijven en Milieuzonering geeft duidelijk de normeringen aan van allerlei functies versus woningen van derden. Op basis van de VNG-Reeks bedraagt de normafstand tussen een rundveehouderij zoals aanwezig op Schrapveen 22 te Linde en een woning van derden 100 meter op basis van het milieuaspect geur. De afstand tussen de huidige woning Schrapveen 24 en de stallen waar het rundvee is gestald bedraagt momenteel circa 26 meter. Als gevolg van het verplaatsen van de woonbestemming wordt deze afstand vergroot naar 100 meter en voldoet daarmee aan de normafstand. Vanuit milieuhinder gezien is er geen wederzijdse belemmering meer. NL.IMRO BP Toelichting

107 Gemeente De Wolden Blad 38 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 5 Hoofdstuk 5 Landschappelijke inpassing In hoofdstuk 3 is het beleidskader uitvoerig toegelicht. Duidelijk is geworden dat op basis van zowel het provinciaal als ook gemeentelijk beleid er sprake is van hoge waarden voor het gebied voor wat betreft het landschap en de daarbij behorende provinciale kernkwaliteiten als ook eisen vanuit de structuurvisie en het LOK van de gemeente De Wolden. Aangetoond dient te worden dat er sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit waarbij zorgvuldig met de waarden wordt omgegaan en waar mogelijk worden versterkt. Daartoe is een erfinrichtingsplan opgesteld. In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van het opgestelde erfinrichtingsplan. Het gehele erfinrichtingsplan is als bijlage bij deze toelichting opgenomen en is middels een voorwaardelijke verplichting in de bestemmingsplanregels opgenomen, zodat de uitgangspunten vanuit het erfinrichtingsplan via de regels zijn vastgelegd en daardoor ook handhaafbaar zijn. Om een goed erfinrichtingsplan op te kunnen stellen is gewerkt van groot naar klein. De bestaande situatie is in beeld gebracht, net als aanwezige landschappelijke bijzonderheden en er is een beeld geschetst van de voorwaarden voor de vormgeving van de gebouwen. Landschappelijke structuur omgeving Beplantingen in de omgeving zijn over het algemeen streekeigen en karakteristiek, het zijn soorten welke van oorsprong veel in het gebied werden toegepast. Over het algemeen zijn de soorten inheems, met name op de erven worden ook cultuurvariëteiten en exoten toegepast. Opvallend is dat op enkele bosjes na alleen lijnvormige landschapselementen voorkomen. NL.IMRO BP Toelichting

108 Gemeente De Wolden Blad 39 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Langs de wegen staan laan(boom)beplantingen voornamelijk van zomereik. Langs paden en erf- en kavelgrenzen staan houtwallen met en zonder boomvormers, vooral met berk, zomereik, zwarte els, hazelaar, hulst en meidoorn. Op de erven staan solitaire bomen als beuk, paardekastanje en linde. Hagen bestaan uit beuk, meidoorn of hulst. Het inrichtingsplan is opgesteld aan de hand van de stappen zoals benoemd in het LOK: 1. Uitbreidingsrichting; 2. Inrichting erf; 3. Inpassing erf; 4. Vormgeving bebouwing. UITGANGSPUNTEN EN VISIE Op basis van voorgestelde plannen wordt het mogelijk het plangebied en de directe omgeving een ruimtelijke kwaliteit te geven waarmee een nieuwe impuls ontstaat en het geformuleerde beleid grotendeels kan worden doorgevoerd. Slooplocatie De slooplocatie zal worden omgevormd tot natuurgebied overeenkomstig de natuurdoeltypenkaart provincie Drenthe (fig. 20) tot Dotterbloemgrasland. Vanaf de slooplocatie is door het ontbreken van beekbegeleidende beplanting hier een geweldige plaats met uitzicht over het beekdal ontstaan, tot over de beek. De huidige ontsluiting richting de brug (wandel- en fietspad) loopt nu dicht langs de te behouden veehouder. Deze wordt verlegd naar de zuidgrens waarbij de toegang wordt benadrukt met een openstaand Drents landhek. Op de kop van het kavel (aan de westzijde) wordt een zitje in de natuur gecreëerd, met een solitaire boom om recreanten te laten genieten van het geweldige uitzicht. Een informatiebord geeft recreanten uitleg over het bijzondere cultuurhistorische karakter van het gebied. Zicht op aanliggende bebouwing (te behouden veehouderij en nieuwe bebouwing) wordt beperkt door een kavelbeplanting in de vorm van een bomenrij toe te passen (aan noord- en zuidzijde). Inpassing erf Het nieuwe is erf is gesitueerd direct aan de zuidzijde van de slooplocatie, in een compacte setting, bestaande uit een woonhuis en één kleinere bijgebouw. Het leefgedeelte is omkaderd met een lage haag. De noordzijde kent een ruimtelijke begrenzing in de vorm van een bomenrij waardoor een scheiding ontstaat tussen openbaar en particulier terrein. De situering volgt de kleinschaligheid van het esgehuchtenlandschap. De bebouwing is met de nokrichting naar de straat gesitueerd. Het woonhuis presenteert zich naar de straat waardoor de suggestie van oorspronkelijkheid wordt gewekt, wonen voor werken achter. Het voorerf kent een intensievere inrichting, de ontsluiting is er voorzien en aansluitend is een kleine boomgaard voorzien met oude Drentse hoogstamfruitbomen als de Boerma-appel, de Drentse Bellefleur en de Judine. Het achtererf vormt hier de (meer moderne) sier- /gebruikstuin. Rust wordt gecreëerd door de beschikbare ruimte en het zicht over het beekdal. Vormgeving bebouwing De nieuwe bebouwing moet passen binnen het esgehuchtenlandschap. Bouwvormen zijn eenvoudig van vorm, en hebben een agrarisch karakter (boerderij). Bouwvolumes kennen natuurlijke (zwart, donker of onbehandeld hout), dakbedekking keramisch NL.IMRO BP Toelichting

109 Gemeente De Wolden Blad 40 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 antraciet, metselwerk donkerrood of bruin). Gootlijnen zijn laag. Goten en hemelwaterafvoer zijn uitgevoerd in zink, naturel. Deuren en kozijnen zijn van hout en donkergroen. Eén en ander leidt tot het volgende inrichtingsvoorstel wat de goedkeuring kan verdragen van zowel de provincie als ook de gemeente. NL.IMRO BP Toelichting

110 Gemeente De Wolden Blad 41 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 6 Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de plannen zullen door de initiatiefnemer worden gedragen en is daarmee economisch uitvoerbaar. NL.IMRO BP Toelichting

111 Gemeente De Wolden Blad 42 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 7 Hoofdstuk 7 Overleg en inspraak In deze paragraaf worden, wanneer deze beschikbaar zijn en indien noodzakelijk, de resultaten van het overleg op grond van artikel Besluit ruimtelijke ordening uiteengezet. Ook de resultaten van de inspraak dan wel ter visie legging worden hier uiteengezet wanneer deze beschikbaar is. 7.1 Overleg artikel Bro In het kader van het artikel Bro overleg is het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied De Wolden partiële herziening locatie Schrapveen 24 te Linde naar de wettelijk verplichte en andere, door de gemeente erkende, overlegpartners verzonden. Deze zijn: 1. Provincie Drenthe; 2. Waterschap Reest en Wieden; In het kader van het vooroverleg is van de provincie Drenthe per brief van 29 februari 2012 een reactie ontvangen. Hieronder is de inhoud van de reactie samengevat en weergegeven hoe met de reactie is omgegaan. De provincie geeft aan dat er vanuit 4 invalshoeken sprake is van een provinciaal belang, te weten: - Zorgvuldig ruimtegebruik; - Landschap/cultuurhistorie; - Natuur (EHS); - Archeologie. Nader uitgewerkt geeft de provincie het volgende aan. Het plan omvat het slopen van een woonboerderij en bijgebouwen op het perceel Schrapveen 24 te Linde in een esgehuchtenlandschap aan de rand van het beekdal van de Reest. Herbouw zal plaatsvinden op een nieuw aangrenzend perceel aan de zuidzijde van het huidige bouwperceel. Het huidige bouwperceel verdwijnt en krijgt een agrarische bestemming zonder bebouwingsmogelijkheden. Uit de plantoelichting blijkt dat het enigszins opschuiven van het bouwperceel ook te maken heeft met een direct aangrenzend intensief veehouderijbedrijf. In tegenstelling tot het huidige bouwperceel ligt de nieuwe locatie op een es. Deze es maakt onderdeel uit van het plaatse aanwezige esgehuchtenlandschap. Dit landschapstype is zeer kenmerkend voor het Reestdalgebied. In de rest van de provincie komt het nauwelijks voor. De es waar het hier om gaat is ook van archeologisch belang. Het gehele gebied behoort tot de ecologische hoofdstructuur (EHS). De nieuwbouw is gesitueerd op een perceel dat is begrensd als gebied voor agrarisch natuurbeheer. Het realiseren van een woning op deze plaats is in strijd met de EHS. Beleidsmatig zijn genoemde bezwaren er niet als de nieuwbouw op de bestaande locatie plaatsvindt. Vanwege het hieraan grenzende intensieve veehouderij kan de NL.IMRO BP Toelichting

112 Gemeente De Wolden Blad 43 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 provincie zich voorstellen dat bij belanghebbende hier niet direct de voorkeur naar uitgaat. Om het plan in een breder perspectief te kunnen plaatsen vindt de provincie een nader overleg van belang. Dit is ook relevant omdat in het Reestdalgebied sprake is van een grote samenhang van waarden en kwaliteiten. Nieuwe ontwikkelingen vragen ook in dit kader om een zorgvuldige afstemming. Reactie gemeente Naar aanleiding van de brief van de provincie hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden tussen de initiatiefnemer van het bouwplan, de gemeente De Wolden, de provincie Drenthe en een landschapsarchitect om het gebied nader te analyseren en in onderlinge samenhang toe te werken naar een voor alle partijen bevredigende uitkomst. Dit heeft geresulteerd in een erfinrichtingsplan waarbij de landschappelijke analyse gekoppeld is aan de beleidsmatige kaders van het plangebied en is gekomen tot een ontwerp die een positieve bijdrage levert aan het kenmerkende landschap ter plaatse. Het erfinrichtingsplan is opgenomen in Hoofdstuk 5 van het ontwerpbestemmingsplan en is via een zogeheten voorwaardelijke verplichting gekoppeld aan de bestemmingsplanregels en vormt daarmee een handhaafbaar onderdeel van voorliggend bestemmingsplan. Tevens is naar aanleiding van de provinciale reactie Hoofdstuk 3, het beleidskader, uitgebreid met een nadere uiteenzetting van de provinciale kernkwaliteiten waarmee rekening gehouden dient te worden. NL.IMRO BP Toelichting

113 Gemeente De Wolden Blad 44 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 8 Hoofdstuk 8 Juridische aspecten 8.1 Algemeen Een bestemmingsplan bestaat uit 3 onderdelen: - Toelichting: In de toelichting staan de kenmerken van een wijk en de plannen met het gebied of de buurt. - Verbeelding: De plankaart is een kaart van het plangebied met daarop weergegeven de bestemmingen. - Regels: In de regels staat wat voor soort bebouwing er mag plaatsvinden en hoe er gebouwd mag worden. De maximale hoogte of breedte van bouwwerken wordt hier bijvoorbeeld in beschreven. 8.2 Toelichting op de bestemmingen Hieronder volgt een korte omschrijving van de in dit plan voorkomende bestemmingen, te weten agrarisch gebied en wonen. Agrarisch gebied Binnen deze bestemming staat het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden van de gronden voorop. Aangezien hier eerst een woning stond die nu wordt verplaatst worden aan deze bestemming geen bouwmogelijkheden toegekend. Wonen Binnen deze bestemming is het mogelijk om een woning met bijgebouwen te bouwen. Ten behoeve van het woonhuis en bijgebouwen zijn regels opgenomen over de gooten bouwhoogte van deze gebouwen. Ook is de maximale oppervlakte van hetgeen gebouwd mag worden opgenomen, zodat er ten opzichte van de oude situatie duidelijk sprake is van een vermindering van het aantal m 2 aan bebouwing. NL.IMRO BP Toelichting

114 Gemeente De Wolden Blad 45 van 45 Bestemmingsplan Buitengebied de Wolden partiële herziening April 2013 Locatie Schrapveen 24 te Linde Versie 01 Colofon Projectgegevens Project : Verplaatsen woning Schrapveen 24 te Linde Projectnummer : RB IMRO : NL.IMRO.1690.BP Versie : 01 Datum : April 2013 Opdrachtgever Naam Adres PC en Plaats RooBeek Advies Nautilusstraat 7b 7821 AG Emmen H. de Roo & M.Beek NL.IMRO BP Toelichting

115 L A N D S C H A P P E L I J K E I N P A S S I N G O N T W I K K E L I N G S C H R A P V E E N 2 4 L I N D E Het Drentse landschap is een beschermend landschap en heeft een menselijk maat. Je kunt overal doorkijken. De verschillende Drentse landschappen zijn nog heel erg herkenbaar, evenals de dorpen. Datum Bestand 047-wh-rbli-03.docx

116 L A N D S C H A P P E L I J K E I N P A S S I N G O N T W I K K E L I N G S C H R A P V E E N 2 4 L I N D E Opdrachtgever Kroon Schrapveen Schrapveen PH Linde Dr Contactpersoon de heer H. Kroon Telefoon schrapveen@live.nl Door Buro Stad en Land - erfinrichting.nl Gasgracht 3e 7941 KG Meppel Telefoon info@erfinrichting.nl Internet Project 047-wh-RBLI Auteur Wilfred Hilbers Datum laatst gewijzigd Datum afdruk Aantal pagina's 18 Bestand b:\projecten\1047 schrapveen linde\documenten\047-wh-rbli-03.docx Controle Datum controle Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of Buro Stad en Land.

117 I N H O U D 1 INTRO AANLEIDING SITUATIE INITIATIEF HISTORISCHE SITUATIE 5 2 VIGEREND BELEID LANDSCHAPPELIJK ONTWIKKELINGSKADER DE WOLDEN GEGEVENS PROVINCIE DRENTHE 10 3 INRICHTINGSPLAN UITGANGSPUNTEN EN VISIE GEWENSTE ONTWIKKELING 12 BIJLAGE 15

118 1 I N T R O krijgen en de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd na sloop van de agrarische opstallen en het bouwen een nieuwe woning. 1.1 AANLEIDING Deze rapportage voorziet in de uitwerking van de landschappelijke inpassing voor de te ontwikkelen situatie aan het Schrapveen te Linde. De initiatiefnemer, woonachtig Schrapveen 26 te Linde heeft de opstallen van het voormalige agrarische bedrijf aan de Schrapveen 24 te Linde aangekocht. Zijn idee is om de bestaande en sterk verouderdere opstallen en mestkelders op te ruimen en een nieuwe woning te bouwen op een locatie aan de Schrapveen, gelegen naast het perceel waar de opstallen gesloopt gaan worden. Er is voor gekozen om niet op de bestaande locatie te gaan herontwikkelen, maar deze dus enigszins te verplaatsen, om zodoende het nog bestaande agrarische bedrijf direct gelegen ten noorden van de te slopen opstallen de ruimte te geven en laten houden voor een goede agrarische bedrijfsvoering. De gemeente De Wolden heeft het Landschappelijk Ontwikkelingskader (LOK) recent laten opstellen. In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste punten uit de beleidsnotitie aangehaald ter onderbouwing. Naast de rapportage van de gemeente De Wolden is ter onderbouwing en verantwoording een aantal gegevens van de provincie Drenthe gehanteerd. Erfinrichting.nl is gevraagd het bij de aanvraag benodigde ruimtelijke kwaliteitsplan te leveren, hier uitgewerkt als Landschappelijke inpassing Ontwikkeling Schrapveen 24 Linde. Het ruimtelijke kwaliteitsplan bestaat uit een overzicht van te slopen opstallen en de situering van de nieuw te bouwen woningen in het landschap op basis van de toekomstige situatietekening van de gebouwen. Hierbij is verbeeld én verwoord waar en hoe investeringen in het landschap vorm kunnen Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 1

119 1.3 SITUATIE Figuur 2 Beeld situatie Schrapveen Figuur 1 Ligging plangebied: topografische situatie Het plangebied is gelegen ten zuiden van Zuidwolde, aan de Reest en wordt via de Linderweg en het Schrapveen ontsloten. Figuur 3 Beeld situatie achterland richting de Reest Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 2

120 Figuur 4 Beeld te slopen boerderij en opstallen Figuur 6 Beeld te slopen schuur Figuur 5 Hoek te bebouwen kavel Figuur 7 Pad richting achterland Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 3

121 1.4 INITIATIEF Initiatiefnemer wil de huidige boerderij met opstallen (Schrapveen 24) conform figuur 8 slopen. Daarvoor wil hij een woning met schuur terugbouwen, net naast het huidige kavel. De voorziene afstand tot de huidige veehouder is ingegeven door de wens enige afstand te behouden tot het bestaande agrarische bedrijf. Slooplocatie Zoeklocatie nieuwbouw Figuur 9 Slooplocatie en zoeklocatie nieuwbouw (en wandelpad richting Reest en extra perceel initiatiefnemer, woonachtig binnen de cirkel) Figuur 8 Overzicht te slopen boerderij en stallen en te behouden bebouwing Het wandelpad kan beter tot z n recht komen door er bij de herinrichting extra aandacht voor te hebben en het verloop anders vorm te geven. 1 woonhuis (213 m2) 2 bijgebouw (57 m2) 3 bijgebouw (66 m2) 4 bijgebouw (158 m2) Totaal 281 m2 Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 4

122 1.5 HISTORISCHE SITUATIE Figuur 10 Kaartbeeld 1851 Figuur 12 Topografische kaart 1954 Rondom Schrapveen: Begin 19e eeuw wordt Schrapveen omgeven door een groot ontgonnen gebied met de naam Paardenlanden. Dit was vrijwel allemaal heide en hoogveen. Midden 20e eeuw is er van dat grote hoogveengebied vrijwel niets meer over. Grote delen van het Schrapveen worden dan als hooiland beheerd, maar doordat het land zo nat was lukte dit maar matig. Pas later kan door ontwatering en bemesting de productie worden verhoogd. De natste delen van het gebied werden nooit ontgonnen. Figuur 11 Kaartbeeld 1929 Opvallend zijn de steilranden rondom de momenteel bebouwde situatie. De bebouwing is gesitueerd op de hoger gelegen zandkop. Deze zandkop heeft een langwerpige vorm, haaks gesitueerd op de weg Schrapveen en de Reest. Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 5

123 Opvallend is dat juist de es zich meer parallel aan de weg Schrapveen bevond (zie kaart aardkundige waarden provincie Drenthe). Deze steilranden zijn nog steeds aanwezig al zijn ze als gevolg van bebouwing en beplanting minder duidelijk herkenbaar. Daarnaast is de es in de loop der tijd uitgevlakt. De historische waarde is daarmee aanzienlijk gereduceerd. Figuur 13 Steilrand rond Schrapveen Van landschappelijke en recreatieve waarde is het wandel-/fietspad dat momenteel over het bestaande erf loopt en een belangrijke verbinding vormt in het recreatieve netwerk. Figuur 14 Het wandel-/fietspad richting Reest Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 6

124 2 V I G E R E N D B E L E I D 2.1 LANDSCHAPPELIJK ONTWIKKELINGSKADER DE WOLDEN werd gevoed door het hoogveengebied bij Dedemsvaart. Door verstuivingen van het Drents Plateau zijn in het beekdal van de Reest kleine zandkoppen ontstaan. Uit de gemeentelijke structuurvisie blijkt dat het landschap een van de belangrijkste kwaliteiten vormt van de gemeente De Wolden. Vanuit de structuurvisie is het Landschappelijk Ontwikkelingskader uitgewerkt. Met dit ontwikkelingskader (LOK) kan de gemeente ontwikkelingen in het buitengebied begeleiden. De veranderingen op het platteland zijn niet meer zo voorspelbaar als voorheen. Agrariërs vergroten hun bedrijf of ze kiezen juist voor schaalverbreding. Daarnaast stoppen ook meer en meer agrarische bedrijven en vindt er een functieverandering plaats naar wonen of kleine bedrijvigheid. De insteek van dit landschappelijk ontwikkelingskader (LOK) is kort maar krachtig: een plan is een kans. Elk plan is een mogelijkheid om het landschap binnen de landschappelijke karakteristiek te versterken. Het LOK biedt vanuit het landschap richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen. Daarmee kan het LOK de gemeente houvast bieden bij het beoordelen van de verschillende plannen in het buitengebied en kan het de initiatiefnemer handreikingen geven en enthousiasmeren om met zijn plannen ook een bijdrage te leveren aan de landschappelijke karakteristiek. Daarnaast geeft het LOK ook voorwaarden aan de wijze waarop dorpen op een landschappelijk verantwoorde wijze kunnen uitbreiden Het landschap van De Wolden Om vanuit het landschap richtlijnen te kunnen geven voor de inpassing van nieuwe ontwikkelingen, is eerst een beeld gegeven van de kenmerken van het hedendaagse landschap. De gemeente De Wolden ligt op de rand van het Drents Plateau. Het plangebied is gelegen aan de Reest. De Reest loopt langs de rand van het Drents Plateau en vormt eigenlijk het restant van het oerstroomdal van de Vecht. De Reest is een laaglandbeek, die oorspronkelijk Figuur 15 De Reest als grensbeek tussen Drenthe en Overijssel In het Reestdal werd gewoond en gewerkt volgens het landbouwsysteem van het essenlandschap. Omdat hier de zandkopjes veel kleiner zijn, is een landschap ontstaan van esgehuchten, waarbij een of enkele boerderijen bij elkaar liggen met elk hun eigen eenmanses. Het landschap heeft hierdoor een meer kleinschalig en fijnmazige opzet dan rond de esdorpen. Figuur 16 Esgehuchtenlandschap langs de Reest en locatie plangebied Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 7

125 2.1.2 Kenmerken esgehuchtenlandschap Het LOK geeft op basis van de landschappelijke eigenheid richting aan ontwikkelingen in het landelijk gebied. Het esgehuchtenlandschap van het Reestdal is een bijzonder landschap en voor Drentse begrippen uniek. Doordat het gebied maar weinig is veranderd in de loop van de eeuwen kent het Reestdal een belangrijke mate van authenticiteit. De laaglandbeek de Reest heeft nog zijn oorspronkelijke sterk meanderende loop. Het beekdal wordt geflankeerd door esgehuchten. Deze esgehuchten bestaan uit één of enkele boerderijen en zijn gesticht op kleine zandopduikingen langs de Reest. De erven liggen ingeklemd tussen essen en de akkers en liggen bij de boerderijen. Het gebied kent veel microreliëf door de wat boller liggende essen en de aanwezige steilranden. Doordat de erven en de essen sterk beplant zijn, vormen ze samen met diverse bosjes een duidelijke begrenzing van het weidse en open beekdal. Langs de beek liggen oorspronkelijk de weilanden voor het vee. Tegenwoordig heeft het beekdal een meer natuurlijk karakter. Landschappelijke onderlegger Ondergrond Beekdal met laaglandbeek Rivierduinen, dekzandkoppen Microreliëf, steilranden Veengronden Landschap Water, wegen en dijken De Reest als natuurlijk meanderende beek Bebouwing Dorpen en gehuchten op flanken beekdal Boerderijen verspreid met eenmanses In benedenloop beekdal grotere rijkdom aan bebouwing: Beplanting Verkaveling Erf statige boerderijen, havezaten en landhuizen (Havixhorst, Dickninge) Ontbreken van beplanting in beekdal; kenmerkende openheid Erfbeplantingen, kleine boselementen, singels en langs wegen parallel aan de beek Onregelmatige blokverkaveling Eenmansesjes bij boerderijen Erven verspreid langs randen beekdal Oude erven gekoppeld aan eenmanses Boomgroepen en singelbeplanting markeren erf in landschap (rafelig silhouet) Oriëntatie bebouwing varieert Veel erven historische waarde; sommige erven nog eikengaard aanwezig Van oost naar west variëren de erven van sobere besloten erven met nutstuin naar rijke boerderijen met statige voorhuizen en siertuin in Engelse landschapsstijl Naar een inrichtingsplan Bij het opstellen van het erfinrichtingsplan zijn de kenmerken van het landschap en van het erf leidend. De belangrijkste uitgangspunten bij aanpassingen aan erven in het essenlandschap zijn: het zicht op de essen, steilranden en andere hoogteverschillen zoveel mogelijk vrij houden; rood gaat gepaard met groen; het silhouet van het erf waarbij bebouwing en beplanting elkaar afwisselen blijft behouden; vasthouden aan een onderscheid tussen een voorerf waar gewoond wordt en een achtererf waar wordt gewerkt en de bijgebouwen staan. Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 8

126 Om een goed erfinrichtingsplan op te kunnen stellen is gewerkt van groot naar klein. De bestaande situatie is in beeld gebracht, net als aanwezige landschappelijke bijzonderheden en er is een beeld geschetst van de voorwaarden voor de vormgeving van de gebouwen. wegen staan laan(boom)beplantingen voornamelijk van zomereik. Langs paden en erf- en kavelgrenzen staan houtwallen met en zonder boomvormers, vooral met berk, zomereik, zwarte els, hazelaar, hulst en meidoorn. Op de erven staan solitaire bomen als beuk, paardekastanje en linde. Hagen bestaan uit beuk, meidoorn of hulst. Het inrichtingsplan is opgesteld aan de hand van de stappen zoals benoemd in het LOK: 1 Uitbreidingsrichting 2 Inrichting erf 3 Inpassing erf 4 Vormgeving bebouwing Zie hiervoor hoofdstuk 3 Inrichtingsplan Figuur 17 Landschappelijke structuur omgeving Beplantingen in de omgeving zijn over het algemeen streekeigen en karakteristiek, het zijn soorten welke van oorsprong veel in het gebied werden toegepast. Over het algemeen zijn de soorten inheems, met name op de erven worden ook cultuurvariëteiten en exoten toegepast. Opvallend is dat op enkele bosjes na alleen lijnvormige landschapselementen voorkomen. Langs de Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 9

127 2.2 GEGEVENS PROVINCIE DRENTHE Ecologische hoofdstructuur Aardkundige waarden Figuur 19 Kaart Ecologische hoofdstructuur provincie Drenthe Figuur 18 Kaart aardkundige waarden provincie Drenthe De overgang van het Drents Plateau naar het laagveengebied is relatief steil en valt samen met het voorkomen van keileem. Op dekzandkopjes in het Reestdal zijn zogenaamde huiskampen(essen) gevormd. Dit gebied bestaat voornamelijk uit dekzand met daarop laagveen en wordt doorkruist door de veenbeek de Reest (grens Drenthe-Overijssel). De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een samenhangende structuur van gebieden met een speciale natuurkwaliteit (doelen). De Ecologische Hoofdstructuur moet biodiversiteit en duurzame natuurkwaliteit waarborgen. Bestuurlijke reservering: Voor deze gebieden zijn hectaren gereserveerd om de EHS te realiseren. In landinrichting is afgesproken om te proberen de gronden daarvoor vrij te maken. Deze zogenaamde stergebieden zijn te beschouwen als zoekgebied en worden onderdeel van de EHS zo gauw ze toebedeeld zijn aan een natuurbeheerder of BBL. De stergebieden staan vermeld in het Natuurbeheerplan Drenthe. Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 10

128 2.2.3 Natuurdoeltypen laat gemaaid worden. Eventueel aanvullende nabeweiding. Bemesting met ruige stalmest vindt niet of nauwelijks plaats. Beheer van de omgeving: handhaven van een hoog waterpeil in winter en voorjaar, daarbij zorgdragen voor toestroming van zowel schoon beekwater als (min of meer) basenrijk, niet-eutroof kwelwater; in de zomer het waterpeil laten zakken tot 20 à 80 cm onder maaiveld. Tevens voorkómen en tegengaan van stikstofdepositie, met name als er sprake is van verdroging. Figuur 20 Kaart Natuurdoeltypen provincie Drenthe Dotterbloemgrasland van beekdalen Kruidenrijk en deels ook zeggerijk grasland op natte tot matig natte, matig zure tot neutrale, vooral zwak eutrofe, humeuze tot venige zand- en leemgrond en veengrond. Figuur 21 Dotterbloemgrasland Beheer Instandhoudingsbeheer: jaarlijks zomermaaien, vanaf eind juli of begin augustus (in principe eens per jaar, eventueel een tweede keer in de herfst als zeggesoorten teveel gaan domineren). Maaien kan het best uitgevoerd worden met licht materieel. Daarbij geldt dat het voor met name insecten belangrijk is dat jaarlijks (op wisselende plaatsen) ook terreindelen niet of extra Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 11

129 3 INR I C H T I N G S P L A N Inrichting bestaande locatie 3.1 UITGANGSPUNTEN EN VISIE Op basis van voorgestelde plannen wordt het mogelijk het plangebied en de directe omgeving een ruimtelijke kwaliteit te geven waarmee een nieuwe impuls ontstaat en het geformuleerde beleid grotendeels kan worden doorgevoerd. 3.2 GEWENSTE ONTWIKKELING Slooplocatie omvormen (verschraling) Extra wandelpad met landhek aan weg Zitje in achterland richting Reest Figuur 22 Uitbreidingsrichting Infobord over cultuurhistorie en natuur Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 12

130 Figuur 23 Voorstel terreininrichting De slooplocatie is voorzien om te worden omgevormd tot natuurgebied overeenkomstig de natuurdoeltypenkaart provincie Drenthe (fig. 20) tot Dotterbloemgrasland. In ieder geval dient de slooplocatie open te worden gehouden zodat de zichtlijn vanaf de weg richting Reest beleefbaar blijft. Vanaf de slooplocatie is door het ontbreken van beekbegeleidende beplanting hier een geweldige plaats met uitzicht over het beekdal ontstaan, tot over de beek. De huidige ontsluiting richting de brug (wandel- en fietspad) loopt nu dicht langs de te behouden veehouder. Deze wordt verlegd in zuidelijke richting waarbij de toegang wordt benadrukt met een openstaand Drents landhek. Hierdoor zal de toegankelijkheid gevoelsmatig worden vergroot (men loopt minder direct langs de te behouden bebouwing van de veehouderij. Centraal op de sloopkavel (aan de westzijde) wordt een zitje in de natuur gecreëerd om recreanten te laten genieten van het geweldige uitzicht. Een informatiebord geeft recreanten uitleg over het bijzondere cultuurhistorische karakter van het gebied. Zicht op aanliggende bebouwing (te behouden veehouderij en nieuwe bebouwing) wordt beperkt door een kavelbeplanting in de vorm van een bomenrij toe te passen (aan noord- en zuidzijde). Inpassing erf Het nieuwe is erf is gesitueerd direct aan de zuidzijde van de slooplocatie, in een compacte setting, bestaande uit een woonhuis en één kleinere bijgebouw. Het leefgedeelte is omkaderd met een lage haag. De noordzijde kent een ruimtelijke begrenzing in de vorm van een bestaande bomenrij waardoor een scheiding ontstaat tussen openbaar en particulier terrein. De situering volgt de kleinschaligheid van het esgehuchtenlandschap. Het woongebouw is met de nokrichting naar de straat gesitueerd. Het woonhuis presenteert zich naar de straat waardoor de suggestie van oorspronkelijkheid wordt gewekt, wonen voor werken achter. Het bijgebouw kent een gedraaide nokrichting (t.o.v. het woonhuis) waardoor de karakteristiek van het esgehuchtenlandschap wordt benadrukt. Het voorerf kent een intensievere inrichting, de ontsluiting is er voorzien en rondom zijn fruitbomen voorzien met oude Drentse hoogstamfruitbomen als de Boerma-appel, de Drentse Bellefleur en de Judine. Het achtererf vormt hier de (meer moderne) sier-/gebruikstuin binnen de haag. Rust wordt gecreëerd door de beschikbare ruimte en het zicht over het beekdal. Het is gewenst om ruimtelijk de inbreidingslocatie aan te laten sluiten bij de cultuurhistorisch ontstane hoogteligging van de eenmanses. Hiervoor wordt het grondniveau rondom de woning verhoogd met in achtneming van het feit dat bestaande boombeplantingen aan de noordzijde hiervan geen hinder mogen ondervinden. Ten behoeve van de realisatie en het visueel versterken van de beleving van het hoogteverschil zal een laagte aan de zuidzijde worden gerealiseerd. Hier kan de benodigde grond worden gewonnen waardoor een ecologisch interessante overgang kan ontstaan. De laagte kan worden benut als wadi, een waterinfiltratiegebied waar het dakwater op kan afwateren. Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 13

131 Vormgeving bebouwing De nieuwe bebouwing moet passen binnen het esgehuchtenlandschap. Bouwvormen zijn eenvoudig van vorm, en hebben een agrarisch karakter (boerderij). Nokrichtingen zijn ten opzichte van elkaar gedraaid. Bouwvolumes kennen natuurlijke (zwart, donker of onbehandeld hout), dakbedekking keramisch antraciet, metselwerk donkerrood of bruin). Gootlijnen zijn laag. Goten en hemelwaterafvoer zijn uitgevoerd in zink, naturel. Deuren en kozijnen zijn van hout en donkergroen. Figuur 25Ontwerp bijgebouw Figuur 24 Ontwerp nieuwbouw woonhuis Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 14

132 B I J L A G E 1 Inrichtingsvoorstel Erfinrichting.nl - LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHRAPVEEN 24 LINDE pagina 15

133 zitje met infobord bomenrij (eik) wandel-/fietspad erfbosje landhek 2x bijgebouw 150 m2 woonhuis 213 m2 fruitbomen haag (beuk) laagte dotterbloemgrasland erfinrichting.nl advies en inrichting landschap en openbare ruimte meppel - info@erfinrichting.nl tel Opdrachtgever Dhr. Kroon Formaat A4 Getekend WH Projectno 047-wh Projectnaam Schrapveen Linde Schaal 1 : 1000 Datum Onderdeel Voorstel terreininrichting Bestand 047-wh-02.dwg Tek. no 1 (1) Schrapvee

134 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 8 Besluitnummer : 1104 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Afronding visie Dorpshart Ruinerwold: aanpassing ontmoetingscentrum Buddingehof. Samenvatting: In een eerder stadium heeft de gemeenteraad ingestemd met een voorstel om in beginsel middelen beschikbaar te stellen voor het aanpassen van het ontmoetingscentrum Buddingehof in Ruinerwold als onderdeel van de visie Dorpshart Ruinerwold. In het voorliggende voorstel wordt een schets gegeven van de ontwikkelingen sinds dat eerdere raadsbesluit en wordt een voorstel gedaan om tot definitieve afronding van de visie te komen. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Voorgesteld besluit: 1. Voor de verbouw van de Buddingehof in Ruinerwold een krediet van ,- beschikbaar te stellen; 2. Voor de dekking een bedrag van ,- ten laste te brengen van de gereserveerde ,- en het voor dit doel verstrekte subsidiebedrag van ,- uit de middelen Sociale Alliantie in te zetten. Inleiding en aanleiding: Inleiding: In de raadsvergadering van 8 april 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel om voor de aanpassing van het ontmoetingscentrum Buddingehof in Ruinerwold als onderdeel van de totaal visie Dorpshart Ruinerwold een bijdrage van maximaal ,- beschikbaar te stellen. De gemeenteraad heeft toen ook besloten akkoord te gaan met het voorstel om na de aanbesteding zonder gunning een voorstel te behandelen om de gemeentelijke bijdrage definitief vast te stellen. Aanleiding: De aanbesteding heeft plaatsgevonden. Overeenkomstig het eerder genomen raadsbesluit wordt dit voorstel gedaan om daarmee de destijds vastgestelde totaal visie Dorpshart Ruinerwold af te ronden. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: De visie Dorpshart Ruinerwold kent 2 hoofdthema s: het realiseren van een brede school en het vergroten van de multifunctionaliteit van het ontmoetingscentrum Buddingehof. De brede school is als eerste hoofdthema gerealiseerd en sinds medio 2010 in gebruik. Het tweede hoofdthema voorziet met name in het realiseren van huisvesting van de Stichting Historie Ruinerwold en de samenwerking tussen die stichting en de bibliotheek. Pagina 1 van 4

135 Beoogd effect: De met dit voorstel beoogde effecten zijn het: - Vergroten multifunctionaliteit Buddingehof ; - Realiseren van definitieve huisvesting voor de Stichting Historie Ruinerwold; - Realiseren van een cultureel (erfgoed)punt waarin de samenwerking tussen de Stichting Historie en de bibliotheek gestalte krijgt. Na de uitvoering van dit voorstel is er in Ruinerwold een prachtig samenhangend geheel van accommodaties en activiteiten op het gebied van ontmoeting, onderwijs, cultuur, welzijn, sport, recreatie en educatie gerealiseerd. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: 1. Voorgeschiedenis In het voorstel waarop de gemeenteraad op 8 april 2010 conform heeft besloten, wordt uitvoerig ingegaan op de voorgeschiedenis. Om die reden is dat raadsvoorstel bij de stukken gevoegd. Hierna wordt vooral ingegaan op de ontwikkelingen sinds het raadsbesluit van 8 april Algemeen Het komen tot een definitief voorstel en afronding van het project heeft meer tijd gekost dan was voorzien. De belangrijkste reden daarvoor is de planontwikkeling. In eerste instantie was voorzien in een aanpassing annex uitbreiding van de Buddingehof. Door uitvoering te geven aan bezuinigingsopdrachten en een ontwikkeling met betrekking tot de inhoudelijke kant van het bibliotheekwerk zijn plannen diverse keren bijgesteld. 3. Planontwikkeling De plannen hebben zich gaandeweg het project ontwikkeld van aanpassing/uitbreiding naar aanpassing/verbouw. Voor de invulling van het bouwkundige plan dat aan dit voorstel ten grondslag ligt, wordt gebruik gemaakt van bestaande ruimten. Om de huisvesting van de Stichting Historie mogelijk te maken en aan de samenwerking met de bibliotheek invulling te kunnen geven moeten de bestaande ruimten aan de voorzijde van de Buddingehof behoorlijk worden verbouwd. Zo worden onder andere een aantal nieuwe, gezamenlijke voorzieningen gecreëerd zoals entree, toilet en pantry, en expositieruimte/leeszaal. Vanaf het begin van de planvorming is het traject begeleid door het bureau B+O te Meppel. 4. Positie participanten De belangrijkste participanten zijn Stichting Buddingehof, Stichting Bibliotheek, Stichting Historie en de gemeente. In het eerdere raadsvoorstel is aangegeven dat de gemeente procesmatig een regisserende en faciliterende rol heeft en inhoudelijk meedoet op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarbij is destijds gedacht aan een (informatief) Wmo-loket als uitingsvorm van de Wmo-functie informatie en advies. Sinds 2010 is de Wmo-dienstverlening als onderdeel van het gemeentelijk dienstverleningsconcept doorontwikkeld. Zo wordt binnen de Wmo veel minder ingezet op fysieke loketten, onder andere door de introductie van de zogeheten keukentafelgesprekken. In het kader van de brede Wmo-informatievoorziening wordt in Ruinerwold vooral ingezet op de (digitale) samenwerking met de bibliotheek en de ontsluiting van informatie via de bibliotheek daar. 5. Aanbesteding Met begeleiding van B+O is er in opdracht van Stichting Buddingehof een aanbesteding gehouden. Hiervoor zijn 3 bouwbedrijven uit de gemeente De Wolden uitgenodigd. Bouwbedrijf Elpenhof uit de Wijk is als laagste inschrijver uit de bus gekomen. Pagina 2 van 4

136 6. Subsidieverlening In het kader van de Sociale Alliantie provincie Drenthe-gemeente De Wolden is in totaal ,- voor dit project beschikbaar. Randvoorwaarden zijn dat de gemeente uit eigen middelen een substantiële bijdrage levert en dat de subsidiegelden voor bestemd zijn. Dit betekent dat de subsidiegelden voor 1 januari 2014 aan het project moeten worden gekoppeld. Een raadsbesluit tot het verstrekken van een krediet, zoals thans voorligt, is voldoende. De verbouw van de Buddingehof hoeft in dit verband niet voor 1 januari 2014 zijn afgerond. Uiteraard is dat wel het streven. 7. Informatievoorziening gemeenteraad Sinds het raadsbesluit van 8 april 2010 is de gemeenteraad periodiek dat wil zeggen bij de onderdelen van de jaarplancyclus, geïnformeerd over de ontwikkelingen van dit onderwerp. De meest recente keer is dat gebeurd bij de Kadernota Argumenten ontwerpbesluit: Zie hiervoor onder Toelichting ontwerpbesluit. Kanttekeningen: Zie hiervoor onder Toelichting ontwerpbesluit. Alternatief beleid: Besloten kan worden om geen gemeentelijke bijdrage te verstrekken. Dit betekent onder andere dat er voor de Stichting Historie Ruinerwold die tijdelijk is gehuisvest in het voormalige gebouw van obs De Dissel, nog geen definitieve huisvesting kan worden gerealiseerd. Ook moeten de dan niet bestemde en bestede subsidiegelden worden terugbetaald. Financiële effecten: De totale kosten voor aanpassing van de Buddingehof bedragen afgerond ,-. Aan externe middelen is ,- beschikbaar, zodat vanuit de gemeentelijke middelen eenmalig ,- nodig is. De subsidiegelden ( ,-) staan op / (sociale alliantiegelden). Dit betreft overgehevelde middelen uit 2012, zie ook de Decemberrapportage Het bedrag van ,- wordt gedekt uit de gereserveerde ,- binnen de Reserve investeringsprojecten. Zie blz. 65 van de Kadernota Personele effecten: Geen. Juridische effecten: De betrokken organisaties Stichting Buddingehof, Stichting Historie Ruinerwold en de bibliotheek, gaan overeenkomsten aan van huur en verhuur. Ze willen daarmee onder andere aangeven dat de intentie is om langdurig met elkaar samen te werken. In de huidige tijd met ook de nodige toekomstige onzekerheden is het echter niet te zeggen of die intentie ook daadwerkelijk kan worden waargemaakt. Aan de invulling van de eerder in dit voorstel genoemde Wmo-informatievoorziening liggen afspraken tussen bibliotheek en gemeente ten grondslag. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Gedurende het gehele traject is intensief en vanuit een constructieve houding samengewerkt tussen de betrokken organisaties. Als direct belanghebbenden hebben vooral zij invulling aan de plannen gegeven. De rol van de gemeente is regisserend en faciliterend (geweest). Fatale termijnen: Het traject heeft al een behoorlijke doorlooptijd. Daarnaast moeten de middelen die de Pagina 3 van 4

137 gemeente in het kader van de Sociale Alliantie van de provincie heeft ontvangen, in 2013 worden verantwoord. Verder is het goed dat aan de huisvestingsproblematiek van de Stichting Historie definitieve invulling wordt gegeven. Aanpak en uitvoering: Als de gemeenteraad een krediet beschikbaar stelt, wordt zo spoedig met de bouw begonnen. De oplevering is zo n weken na de start van de bouwwerkzaamheden voorzien. Bijlagen (alleen digitaal): Geen Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

138 Ontwerp Nr. XIII / 8 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2013; Besluit: 1. Voor de verbouw van de Buddingehof in Ruinerwold een krediet van ,- beschikbaar te stellen; 2. Voor de dekking een bedrag van ,- ten laste te brengen van de gereserveerde ,- en het voor dit doel verstrekte subsidiebedrag van ,- uit de middelen Sociale Alliantie in te zetten. Zuidwolde, 26 september 2013 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

139 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 september 2013 Agendapuntnummer : XIII, punt 9 Besluitnummer : 1092 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Cultuurhistorische Inventarisatie-, Waarderings- en Advieskaart. Samenvatting: Vanaf 1 januari 2012 zijn gemeenten wettelijk verplicht om cultuurhistorische waarden mee te laten wegen in de totstandkoming van bestemmingsplannen. In de Culturele Alliantie hebben provincie en Drentse gemeenten afgesproken om middels cultuurhistorische waardenkaarten een goede verankering van cultuurhistorie in ruimtelijke plannen te bevorderen. In samenwerking met de historische verenigingen heeft in dat kader, een inventarisatie en waardering plaatsgevonden. In bijgaande kadernotitie, die opiniërend aan de raad wordt voorgelegd, worden beleidsvoorstellen aan de raad gedaan. De raad wordt verzocht om een keuze te maken uit de voorstellen en aan te geven welk voorstel het college kan gaan uitwerken om ten slotte met een raadsvoorstel te komen dat als doel heeft: vaststelling van een cultuurhistorische inventarisatie-, waarderings- en advieskaart. Fase van besluitvorming: Opiniërend. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Erfgoed is een steeds belangrijker uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen en een cruciale factor voor ruimtelijke kwaliteit. Maar erfgoed is ook bepalend voor onze identiteit: het versterkt ons welbevinden en is bovendien een economische én toeristische factor. Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en die een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. Aanleiding: Vanaf 1 januari 2012 zijn vanuit het Besluit Ruimtelijke Ordening gemeenten verplicht cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk mee te laten wegen in de totstandkoming van een bestemmingsplan. 1 Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden en die in een bestemmingsplan verankerd worden. De cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart laat zien waar zich de cultuurhistorisch waardevolle elementen bevinden en welke waarde hieraan is toegekend. Op deze wijze wordt voldaan aan de wettelijke verplichting en kan op basis van de kaarten een goede afweging worden gemaakt tussen cultuurhistorie en andere belangen. 1 Artikel tweede lid, onderdeel a van de Bro. Pagina 1 van 4

140 In de Culturele Alliantie - Uitvoeringsprogramma heeft de provincie Drenthe met de Drentse gemeenten afgesproken gezamenlijk in te zetten op een goede verankering van cultuurhistorie in ruimtelijke plannen. 2 Daartoe worden in dit kader cultuurhistorische waardenkaarten ontwikkeld. De provincie heeft hiervoor een cofinanciering ter waarde van maximaal euro beschikbaar gesteld. Uitdaging: Beschrijving uitdaging: De uitdaging is een evenwicht te vinden tussen enerzijds de wettelijke verplichting een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden moet worden omgegaan, en anderzijds het streven naar deregulering en meer verantwoordelijkheid bij de inwoners. Beoogde effecten: Cultuurhistorie in een zo vroeg mogelijk stadium een vaste afwegingsfactor te laten zijn bij ruimtelijke plannen en in overige werkvelden waar mogelijk te gebruiken als inspiratiebron. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De gemeente De Wolden is verplicht zich te houden aan artikel tweede lid, onderdeel a van het Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro), lid 1 en 4, waarin staat dat ten minste een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden wordt vastgelegd. Door cultuurhistorie als vaste wegingsfactor mee te laten tellen in het ruimtelijk beleid voldoet de gemeente De Wolden aan deze verplichting. Dit gebeurt op basis van de cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart. Vervolgens stellen we een cultuurhistorische advieskaart op. Hoe de gemeente De Wolden de cultuurhistorische advieskaart een plek in het gemeentelijk beleid geeft is afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden. Uw college adviseert te kiezen voor voorstel 1, namelijk: er wordt geen beleid vooraf vastgesteld. Bij ieder nieuw bestemmingsplan of nieuwe beheersverordening maakt de gemeenteraad op basis van de cultuurhistorische advieskaart een afweging tussen cultuurhistorie en andere belangen. Er wordt geen sturingsbeleid vooraf vastgelegd voor de omgang met de cultuurhistorische kaarten in bestemmingsplannen. De inventarisatie-, waarderings- en advieskaart worden wel vastgesteld door de raad, en zij worden bij ieder nieuw bestemmingsplan of elke nieuwe beheersverordening gebruikt voor de afweging van belangen. Hiermee wordt cultuurhistorie een volwaardige wegingsfactor ten opzichte van andere belangen, zoals economische of milieu belangen. De afweging van cultuurhistorische belangen tegenover andere belangen wordt bij vaststelling van ieder nieuw bestemmingsplan genomen op basis van de cultuurhistorische advieskaart. Deze advieskaart is gebaseerd op de vastgestelde cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart, en geldt als (niet bindend) hulpmiddel. Op de waarderingskaart staat de vakinhoudelijke, objectieve, waardering van cultuurhistorische waarden weergegeven. Bij de vaststelling van ieder nieuw bestemmingsplan of nieuwe beheersverordening is het dus aan uw raad een belangenafweging te maken. Argumenten ontwerpbesluit: De keuze voor voorstel 1 sluit aan bij de visie van de gemeenteraad: deregulering, maatwerk en de verantwoordelijkheid bij de inwoners te leggen op de momenten waarop een ruimtelijk beleidsinstrument met juridische gevolgen voor onze inwoners in werking treedt of wordt gewijzigd. 2 Getekend door het College van burgemeester en wethouders op 11 februari Pagina 2 van 4

141 Kanttekeningen: Er wordt geen bindend beleid vooraf vastgesteld hoe om te gaan met lastige ontwikkelingen die botsen met aanwezige cultuurhistorische waarden. Alternatief beleid: In de kadernotitie zijn alternatieve voorstellen geformuleerd, namelijk: Voorstel 2a: De cultuurhistorische advieskaart geldt ter inspiratie voor de gehele gemeente, alleen in de ensembles moeten nieuwe ontwikkelingen specifieker worden ingepast. Net als in voorstel 1 geldt de advieskaart inspirerend voor de gehele gemeente en is het aan de raad om cultuurhistorie af te wegen tegenover andere belangen. Alleen voor de 19 ensembles wordt vooraf een sturingsbeleid vastgesteld, waardoor nieuwe ontwikkelingen aldaar moeten voldoen aan voorwaarden, nl. dat zij ingepast worden in de bestaande cultuurhistorische structuur. Voor deze gebieden wordt de advieskaart dus specifiek in de voorschriften van het bestemmingsplan/de beheersverordening doorvertaald. De aangewezen gebieden zouden in de volgende structuurvisie kunnen worden benoemd en opgenomen. Hiermee wordt het meest waardevolle erfgoed van De Wolden opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Voorstel 2b: De cultuurhistorische advieskaart geldt ter inspiratie voor de gehele gemeente, alleen in de ensembles én gebieden met de hoogste cultuurhistorische waardering (de rode gebieden op de kaart) moeten nieuwe ontwikkelingen specifieker worden ingepast. Dit voorstel is bijna gelijk aan 2a, voor de hele gemeente geldt de advieskaart inspirerend maar nu wordt in de ensembles én de gebieden met de hoogste cultuurhistorische waardering vooraf een sturingsbeleid vastgesteld, waardoor nieuwe ontwikkelingen aldaar moeten voldoen aan voorwaarden, nl. dat zij ingepast worden in de bestaande cultuurhistorische structuur. Voor deze gebieden wordt de advieskaart dus specifiek in de voorschriften van het bestemmingsplan/de beheersverordening doorvertaald. Voorstel 3: De cultuurhistorische advieskaart wordt voor de hele gemeente specifiek doorvertaald in de voorschriften van het bestemmingsplan/beheersverordening. De cultuurhistorische advieskaart wordt in zijn geheel vastgesteld als beleidskaart voor de hele gemeente en de cultuurhistorische waarden daarop worden doorvertaald in de regels die worden opgenomen in de bestemmingsplanvoorschriften. De cultuurhistorische advieskaart wordt hiermee bindend. Het meest in het oog springende gevolg hiervan is dat gebieden met cultuurhistorische waarde in het bestemmingsplan/beheersverordening een dubbelbestemming krijgen. Hierin staat aangegeven hoe om te gaan met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Uiteraard bestaan er verschillende gradaties in de waardering van gebieden of objecten, dus het beleid is niet voor ieder gebied of object even zwaar. Voorstel 3 houdt concreet in dat op het moment van vaststelling van dit voorstel door de raad alle bestemmingsplannen/beheersverordeningen zullen worden aangepast en dat de cultuurhistorische advieskaart daarmee bindend wordt voor de burger. Daarmee is de gemeente minder flexibel en kan er niet op eventuele actualiteiten worden ingespeeld. Gelet op de wens van uw gemeenteraad om deregulering en de verantwoordelijkheid bij de inwoners te leggen, adviseert het college uw raad dit voorstel niet. Voorstel 2b gaat minder ver dan voorstel 3 en geniet ambtelijk de voorkeur. De uit cultuurhistorisch oogpunt meest waardevolle gebieden worden beschermd tegen ongewenste ontwikkelingen en wordt vooraf een helder beleid vastgesteld. Pagina 3 van 4

142 Echter, ook dit voorstel past niet in het ingezette beleid van uw raad om deregulering en meer verantwoordelijkheid bij de inwoners neer te leggen. Daarom adviseert het college uw raad dit voorstel niet. Financiële effecten: Het opstellen van de inventarisatie-, waarderings- en advieskaart heeft geen financiële effecten. Het uitvoeren van een deel van de beoogde aanbevelingen uit de kadernotitie kost wel geld, hiervoor is momenteel nog geen budget beschikbaar. Personele effecten: Het opstellen van de inventarisatie-, waarderings- en advieskaart heeft geen personele effecten. Het uitvoeren van de beoogde effecten kost wel extra uren die momenteel niet beschikbaar zijn. Juridische effecten: Het invoeren van de cultuurhistorische kaarten heeft geen directe juridische gevolgen voor de inwoners bij voorstel 1. Participatie- en communicatieparagraaf: Tijdens het inventarisatietraject en de bustour hebben we samengewerkt met de vier historische verenigingen in onze gemeente. Zo hebben zij ons voorzien van veel informatie. Voor behandeling in de besluitvormende raadsvergadering zullen de stukken, overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening, zes weken ter inzage worden gelegd. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Na goedkeuring van uw raad zijn keuzes gemaakt en kan het beleidsonderdeel van de kaart worden geschreven, vervolgens ter visie worden gelegd en daarna in de besluitvormende raadsvergadering (eerste kwartaal 2014) worden vastgesteld. Bijlagen: - Kadernotitie cultuurhistorische waardenkaart; - Concept Inventarisatiekaart; concept Waarderingskaart; concept Kaart met een uitvergroting van de kommen. (Digitaal; klik op de link voor de bijlagen) Zuidwolde, 13 september 2013 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 4 van 4

143 Cultuurhistorische Inventarisatie-, Waarderingsen Advieskaart Kadernotitie Opstellers: Jouke Schat en Suzan Beute Datum : actief en betrokken dewolden.nl

144 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Aanleiding Doel kaderstellende notitie en proces Inhoud en opbouw notitie 3 2. Product 2.1 Historische geografie Historische bouwkunst Ensembles 6 3. Uitgangspunten 3.1 Culturele Alliantie en Cultuurhistorisch Kompas Overige juridische instrumenten en gevolgen 7 4. Het belang van cultureel erfgoed voor het economische leefklimaat 4.1 Ruimtelijke omgeving Recreatie en toerisme en de rol van de gemeente 9 5. Voorstellen aan de gemeenteraad 5.1 Keuze voorstellen Uitvoering Tijdpad 12 Bijlagen Bijlage 1 Artikel tweede lid, onderdeel a van het Bro, lid 1 en lid 4 Bijlage 2 De 19 voorlopige ensembles historische geografie en -bouwkunst Bijlage 3 Werkversie Concept Rapport Waar veen en zand elkaar ontmoeten Bijlage 4 Concept Inventarisatiekaart Bijlage 5 Concept Waarderingskaart Bijlage 6 Concept Kaart met een uitvergroting van de kommen Bijlage 7 Raadsmemo 23 april

145 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Erfgoed is een steeds belangrijker uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen en, zoals de deelnemers van de bustour op 17 mei jl. met eigen ogen hebben gezien, een cruciale factor voor ruimtelijke kwaliteit. Maar erfgoed is ook bepalend voor onze identiteit: het versterkt ons welbevinden en is bovendien een belangrijke economische én toeristische factor. Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. In veel gevallen bepalen deze waarden de identiteit van een plek of gebied en bieden ze aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Het landschap bestaat immers uit verschillende lagen. Deze gelaagdheid voegt een historisch perspectief aan het landschap toe: het heden wordt herkend als het resultaat van een eeuwenlang proces, maar ook als het vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen. Doordat (bouw)plannen in de huidige praktijk pas aan het einde van het planproces worden getoetst aan de regelgeving van monumentenzorg, wordt de monumentenzorg dikwijls ervaren als een hindermacht. Met de totstandkoming van de cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart worden de cultuurhistorische waarden in beeld gebracht en gewaardeerd. Met de cultuurhistorische advieskaart wordt cultuurhistorie een vaste afwegingsfactor bij ruimtelijke plannen in het begin van het planproces. Cultuurhistorisch waardevolle boerderij 2

146 1.2 Aanleiding Vanaf 1 januari 2012 zijn gemeenten vanuit het Besluit Ruimtelijke Ordening verplicht cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk mee te laten wegen in de totstandkoming van een bestemmingsplan. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden die in het bestemmingsplan verankerd worden. Dit is vastgelegd in artikel tweede lid, onderdeel a van het Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro), lid 1 en 4 (zie bijlage 1). Hierin staat dat in de toelichting van ieder bestemmingsplan tenminste wordt vastgelegd een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden. Met behulp van de inventarisatie kaart wordt in beeld gebracht waar zich de cultuurhistorisch waardevolle elementen bevinden en op de waarderingskaart staat weergegeven welke waarde hieraan is toegekend. Met behulp van de cultuurhistorische advieskaart wordt cultuurhistorie een vaste afwegingsfactor in het ruimtelijk beleid en wordt voldaan aan de wettelijke verplichting. Met de wijziging van het Bro wordt dus bereikt dat de cultuurhistorische belangen vooraan in het planvormingsproces worden meegewogen en actueel blijven. 1.3 Doel kaderstellende notitie en proces Deze kadernotitie heeft als doel de kaders te bepalen in hoeverre cultuurhistorie een plek krijgt binnen het gemeentelijk beleid. Deze notitie biedt de uitgangspunten voor de uitwerking van de cultuurhistorische inventarisatie- en waardenkaart en biedt aanknopingspunten voor het opstellen van een toekomstig erfgoedbeleid van de gemeente. Daarom zijn er drie voorstellen opgesteld en kan de raad uitspreken welk voorstel verder uitgewerkt moet worden. Sinds februari 2013 is een ambtelijke projectgroep samen met bureau RAAP en onze adviseur Libau (voorheen Drents Plateau), gestart met het opstellen van een cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart. Het project bestaat uit drie fasen: 1. inventariseren, 2. waarderen en 3. het schrijven van handreikingen voor het beleid. Op 23 april 2013 heeft u een raadsmemo over de cultuurhistorische waardenkaart ontvangen en aansluitend heeft een aantal college- en raadsleden deelgenomen aan de bustour door de gemeente. Inmiddels zijn fase 1 en 2 grotendeels afgerond en horen wij graag uw mening over de invulling van het vervolgtraject. Ook eventuele andere suggesties zijn van harte welkom. 1.4 Inhoud en opbouw notitie In deze kadernotitie wordt in het tweede hoofdstuk toegelicht dat cultuurhistorie uit twee onderdelen bestaat: historische geografie en historische bouwkunst. Vervolgens komen de uitgangspunten van dit project aan de orde in het derde hoofdstuk. Dit betreft de afspraken die in de Culturele Alliantie zijn vastgelegd en de hoofdlijnen uit het Cultuurhistorisch Kompas van de Provincie Drenthe. Vervolgens komen de beleidsregels aan de orde die van toepassing zijn op dit onderwerp en worden de relevante juridische instrumenten op een rijtje gezet. Het vierde hoofdstuk biedt een overzicht van het belang van cultureel erfgoed voor het economische leefklimaat van de gemeente De Wolden. Dit wordt toegelicht aan de hand van de meerwaarde die cultuurhistorie kan leveren aan de ruimtelijke ordening en aan recreatie en toerisme. 3

147 De voorstellen waaruit een keuze gemaakt kan worden, worden besproken in het vijfde hoofdstuk. Daarbij is het eerste voorstel het meest flexibel, in het tweede voorstel wordt aan cultuurhistorie iets meer gewicht toegekend en het derde voorstel omvat de meest bindende regelgeving. Tot slot volgt het tijdpad en is er een aantal bijlagen bijgevoegd. Het betreft onder meer het concept rapport met de beschrijving van het gebied van de gemeente De Wolden, de concept inventarisatiekaart en de concept waarderingskaart. 2. Product Het landschap en de dorpen van De Wolden kennen een lange ontstaansgeschiedenis. Daarbij heeft iedere ontwikkelingsfase haar kenmerken aan het landschap toegevoegd, zonder het voorgaande geheel uit te wissen. Het resultaat is een gelaagd landschap, samengesteld uit elementen, patronen en structuren uit het verschillende tijdlagen. Hierdoor laat het landschap en de bebouwing zich lezen als een geschiedenisboek. Deze gelaagdheid voegt een historisch perspectief aan het landschap toe: het heden wordt herkend als het resultaat van een eeuwenlang proces, maar ook als het vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen. Verleden, heden en toekomst zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Waar mogelijk moeten nieuwe ontwikkelingen in de toekomst worden aangewend om historisch gegroeide patronen en structuren een hernieuwde betekenis te verschaffen. Cultuurhistorie bestaat uit twee onderdelen: historische geografie en historische bouwkunst. Waardevast erfgoed, zoals rijksmonumenten, worden reeds via de Monumentenwet 1988 beschermd. Voor dit product gaat het om waardevol erfgoed. Voor waardevol erfgoed is het bestemmingsplan een belangrijk instrument. Bij het toetsen van vergunningsaanvragen wordt immers gekeken naar dat wat in de regels van het bestemmingsplan is geregeld, niet naar wat er over een bepaald object in de toelichting staat genoemd. Als een gemeente een waardevol element wil behouden verdient het daarom aanbeveling om hiervoor een regeling op te nemen in het bestemmingsplan. Oude vaarweg naast de Braambergerweg 4

148 2.1 Historische geografie Samen met de historische verenigingen uit onze gemeente, bureau RAAP en onze adviseur Libau hebben wij de afgelopen maanden de historisch-geografische kenmerken geïnventariseerd en grotendeels vakinhoudelijk gewaardeerd. Op de voorlopige inventarisatiekaart (zie bijlage) kunt u de geïnventariseerde historische geografie aflezen en op de waarderingskaart zijn de verschillende landschapstypen door een historisch geograaf gewaardeerd, op onder meer gaafheid, ouderdom en uniciteit. In bijgevoegd concept rapport kunt u de toelichting op het onderzoek lezen. De waarderingskaart gaat uit van hetzelfde principe als de gemeentelijke structuurvisie: het landschap is de drager van ontwikkelingen. Het dynamische landschap is de onderlegger voor alle activiteiten in De Wolden en is bepalend voor de identiteit van de deelgebieden. Vervolgens is van groot naar klein gekeken: van gemeente, naar streek, tot individueel element. Het gaat hierbij om een vakinhoudelijke, objectieve waardering van de historisch geograaf van bureau Raap en de architectuur- en stedenbouwhistoricus van Libau. 2.2 Historische bouwkunst Ook de historische bouwkunst is geïnventariseerd en grotendeels gewaardeerd. De historische bouwkunst bestaat enerzijds uit gebouwde ensembles (bijv. een buurtje of een stuk lintbebouwing) en uit losse gebouwen die vanwege hun cultuurhistorische waarde bijdragen aan de identiteit van de gemeente De Wolden. Naast voor de hand liggende monumentale gebouwen, kunnen ook onopvallende typologieën het verhaal van de ontwikkeling van de gemeente vertellen zoals oude boerderijen, sluiswoningen, tolhuisjes of oude transformatorhuisjes. Op basis van de mate van cultuurhistorisch belang, als ook hun score op architectuur- of stedenbouwkundige waarde, gaafheid en zeldzaamheid worden ze voorgedragen voor de waardenkaart. De verwerking van deze gegevens op de inventarisatie- en waarderingskaarten kaart is ten tijde van dit schrijven nog in volle gang. Wederopbouwboerderij in het Reestdal 5

149 2.3 Ensembles Naast een afzonderlijke inventarisatie en waardering van èn het landschap èn de historische stedenbouw, zijn gebieden geselecteerd waar een overduidelijke samenhang aanwezig is tussen beiden. Dit zijn gebieden waar de cultuurhistorische waarde wordt verhoogd door de aanwezigheid van verschillende landschappelijke en (steden)bouwkundige waarden. Hierbij is te denken aan een herkenbare samenhang tussen esdorp, es, beekdal en aanwezige historische bebouwing. Of een gaaf ontginningslint waarin alle elementen zoals historische bebouwing, stedenbouwkundige opzet en de verkaveling nog aanwezig zijn. Deze ensembles hebben een extra hoge waardering gekregen omdat er op deze plekken een heel duidelijke samenhang bestaat tussen het landschap en de gebouwde omgeving. Een voorbeeld van zo n gebiedje is Steenbergen. Er zijn voorlopig 19 ensembles aangewezen waar landschap en bouwkunst bijzondere samenhang vertonen (zie bijlage). Deze gebieden hebben dus zowel een hoge waarde qua historische geografie als historische bouwkunst en zijn daarmee extra interessant omdat alle cultuurhistorische elementen hier samenkomen. Mocht blijken dat deze gebieden ook vanuit recreatief en toeristisch oogpunt interessant zijn, zouden deze locaties door extra stimulering/aandacht een extra economische/toeristische impuls voor de gemeente kunnen opleveren. Het fraaie ensemble Steenbergen 6

150 3. Uitgangspunten 3.1 Culturele alliantie en het Cultuurhistorisch Kompas In de Culturele Alliantie - Uitvoeringsprogramma heeft de provincie Drenthe met de Drentse gemeenten afgesproken gezamenlijk in te zetten op een goede verankering van cultuurhistorie in ruimtelijke plannen. 1 Daartoe worden in dit kader een cultuurhistorische inventarisatie-, waarderings- en advieskaart ontwikkeld. De provincie heeft hiervoor een cofinanciering van maximaal euro beschikbaar gesteld. In de Culturele Alliantie hebben de Provincie Drenthe en de gemeente De Wolden op het gebied van cultuurhistorie afgesproken rekening te houden met de gebieden met een toegekend provinciaal belang. Deze gebieden staan omschreven in het Cultuurhistorisch Kompas (Assen 2009). In het Cultuurhistorisch Kompas staat de cultuurhistorische hoofdstructuur en beleidsvisie van Drenthe vastgelegd. De gebieden die de provincie heeft aangewezen als waardevol zijn de ontginningsstructuur van Ruinerwold en Koekange (inclusief de bebouwingslinten), het Reestdal en de esdorpen Ruinen, Anholt, Ansen, Eursinge en Kraloo. Deze gebieden zijn terug te vinden op de waarderingskaart en de kaart met de ensembles. De provincie heeft haar doelen in het Cultuurhistorisch Kompas als volgt geformuleerd: o Het herkenbaar houden van de cultuurhistorie zoals neergelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (onderdeel van de Kernkwaliteitenkaart); o De ruimtelijke identiteit versterken door vanuit samenhangende cultuurhistorische kwaliteiten met respect en durf ruimtelijke ontwikkelingen te sturen, met daarin ruimte voor inspiratie en eigen afwegingen van onze partners; o Prioriteit in gebieden waar verschillende kernkwaliteiten samenkomen. Voor De Wolden is dit het Reestgebied en het nabij gelegen Dwingelerveld. 3.2 Overige juridische instrumenten en gevolgen Instrument Bestemmingsplan/ beheersverordening In hoeverre wordt het instrument beïnvloed door invoering Cultuurhistorische Waardenkaart? Afhankelijk van de keuze die de gemeenteraad maakt wordt cultuurhistorie òf als handreiking òf als bestemmingsplanregel in het bestemmingsplan of de beheersverordening toegevoegd. Monumentenwet 1988 Niet. Welstandstoezicht Niet. Geen. Structuurvisie Levert bouwstenen voor de Geen nieuwe structuurvisie. LOK Niet, het kan wel als aanvulling Geen. dienen. Gevolgen gemeentelijk beleid/besluitvorming Indien er gekozen wordt voor het opstellen van bestemmingsplanregels zullen aanvragen voor een omgevingsvergunning door een vergunningverlener moeten worden gecontroleerd. Voor elk bestemmingsplan of iedere beheersverordening moet de regelgeving en de toelichting dan worden aangepast. Geen. 1 Getekend door het College van burgemeester en wethouders op 11 februari

151 4. Het belang van cultureel erfgoed voor het economische leefklimaat 4.1 Ruimtelijke omgeving Dat erfgoed een economische betekenis kan hebben, is door verschillende onderzoeken reeds aangetoond. 2 In veel onderzoeken komt telkens weer naar voren dat een prettige leefomgeving, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van groen of historische bebouwing, economische baten genereert. Zo zijn mensen bereid meer te betalen voor een historisch mooie woning. Hierbij gaat het niet zozeer om baten die zijn te herleiden tot een losstaand monument, maar tot een volledig cultuurhistorisch ensemble, ofwel een cultuurhistorische infrastructuur. Als we investeren in de infrastructuur om de regionale economie te verbeteren, dan denken we aan wegen, kanalen en spoorlijnen. Slechts weinig mensen zullen denken aan een waardevol cultuurlandschap en/of een historische dorpskern als onderdeel van de economische infrastructuur. Dat is onterecht. Studies hebben aangetoond dat winkels in historische dorpen of steden meer omzetten dan winkels in niet historische gebieden. Voor kleine kernen is zelfs vastgesteld dat een fraaie historische kern leidt tot meer bezoekers en daarmee tot een hoger voorzieningenniveau dan kernen met hetzelfde aantal inwoners maar dan zonder historisch centrum. Beheer en onderhoud van cultuurlandschap en erfgoed is dus niet alleen te zien als een kostenpost, maar ook als een investering in een krachtige regionale en lokale economie. Kortom, het implementeren van cultuurhistorie in de gemeente De Wolden levert een grote kwalitatieve bijdrage aan de leefomgeving en creëert een aantrekkelijker vestigingsklimaat. Ook biedt de cultuurhistorische inventarisatie-, waarderings- en advieskaart uitkomst bij soms lastige situaties waarbij in een gebied nieuwe ontwikkelingen staan te gebeuren, terwijl niet bekend is hoe om te gaan met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Met het opstellen van een cultuurhistorische inventarisatie- waarderings- en advieskaart is precies omschreven wat er nu zo waardevol is aan dit gebied of object, hoeveel dat vanuit cultuurhistorisch oogpunt waard is en hoe je dit kunt inpassen bij nieuwe ontwikkelingen. Dit biedt duidelijkheid vooraf en daarmee is dit product een grote aanwinst. Het bespaart immers veel tijd en moeite. De Reest 2 Onderzoek Triple E, Erfgoed in Winterswijk, een andere weg (november 2011). 8

152 Het opstellen van een cultuurhistorische advieskaart vermindert tevens de noodzaak tot het aanwijzen van nieuwe monumenten en beschermde dorpsgezichten. De waarde is immers via het proces van de ruimtelijke ordening al aan de plek of het object toegekend. Burgers en belangengroepen kunnen in inspraakprocedures reeds in een vroeg stadium bij de voorbereiding van een bestemmingsplan hun visie geven over het cultureel erfgoed. In plaats van toetsing achteraf wordt nu via het bestemmingsplan of de beheersverordening helderheid vooraf gegeven. Het voordeel is daarbij dat burgers, ontwikkelaars en gemeenten weten waar ze aan toe zijn. Er treden immers geen tussentijdse wijzigingen van het toetsingskader op. Ook de actualiteit en dynamiek zijn gewaarborgd. Een bestemmingsplan moet na tien jaar worden geactualiseerd en er kan door middel van nader onderzoek c.q. nieuwe inzichten nieuwe kennis worden vergaard. Tot slot levert dit product een mooie bijdrage bij het herbestemmen van panden. Bij het herbestemmen van monumenten of karakteristieke panden wordt veel waarde gehecht aan de cultuurhistorische waarde. Omdat ieder waardevol object nu een beschrijving bezit van de waardevolle kenmerken kun je daar rekening mee houden bij het herbestemmen van een pand. Voormalige sluiswachterwoning 4.2 Recreatie en toerisme en de rol van de gemeente De belangstelling voor cultuurhistorie is de afgelopen decennia gestegen. Het verleden geeft een extra belevingswaarde aan dorpen en landschappen. De aanwezigheid van bepaalde cultuurhistorische kwaliteiten en het soort landschap is een belangrijke overweging bij de keuze voor een vakantie of daguitje in het landelijk gebied. Cultureel erfgoed kan daarom een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de toeristischrecreatieve sector. En andersom kan de sector bijdragen aan de versterking van de cultuurhistorische identiteit door toeristisch-recreatieve initiatieven rondom erfgoed. De cultuurhistorische waardenkaart van De Wolden is geen kant-en-klaar toeristisch product. Daarvoor moet een vertaalslag worden gemaakt met behulp van productontwikkeling. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van spannende verhalen, thematische routes etcetera. Om optimaal te profiteren van productontwikkeling rondom erfgoed moet dit vraaggericht (en niet aanbod-gestuurd) tot stand komen. Dit betekent dat de behoeften van de doelgroepen die we willen aantrekken, centraal moeten staan. Het is van belang hierbij rekening te houden met het volgende: Er is een doelgroep die sterk geïnteresseerd is in erfgoed en die behoefte heeft aan veel informatie over de historie van een gebied. Deze doelgroep is echter beperkt qua omvang. Er is een veel grotere groep bezoekers die graag verblijft in gebieden zoals De Wolden vanwege de aanwezigheid van historische landschappen en dorpen. Deze 9

153 groep is echter minder geïnteresseerd in uitgebreide achtergrondinformatie over de cultuurhistorie. Bepaalde landschappen in De Wolden hebben een grote cultuurhistorische waarde. Deze landschappen zijn echter niet per definitie zeer waardevol voor de toeristischrecreatieve sector. De meeste toeristen en recreanten geven de voorkeur aan een kleinschalige, groene/bosrijke, (half) open omgeving, terwijl het open platteland met uitgestrekte weilanden en meer grootschalige gewasvelden bij een veel kleiner aantal groepen in trek is. Deze twee constateringen spelen ook een rol in de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkelmogelijkheden van erfgoed voor de vrijetijdssector. In het Beleidsplan Recreatie en Toerisme is vastgelegd dat het initiatief voor productontwikkeling vooral ligt bij (groepen) ondernemers en toeristische en maatschappelijke organisaties. De gemeente heeft hierbij vooral een stimulerende en waar nodig een meer actieve, aanjagende rol. Met Tourist Info De Wolden maakt de gemeente afspraken over de coördinatie van productontwikkeling en de promotie van deze producten. 5. Voorstellen aan de gemeenteraad 5.1 Keuze voorstellen Bij het vaststellen van een bestemmingsplan heeft de gemeente de wettelijke plicht om cultuurhistorie mee te laten wegen. Het hebben van een cultuurhistorische advieskaart voorkomt dat bij het vaststellen cq herzien van een bestemmingsplan elke keer opnieuw cultuurhistorisch onderzoek moet worden verricht. Het is aan de raad om de afweging te maken. Daarvoor kan uit de volgende drie voorstellen een keuze worden gemaakt. Voorstel 1: Er wordt geen beleid vooraf vastgesteld. Bij ieder nieuw bestemmingsplan of nieuwe beheersverordening maakt de gemeenteraad op basis van de cultuurhistorische advieskaart een afweging tussen cultuurhistorie en andere belangen. Er wordt geen beleid vooraf vastgelegd voor de omgang met de cultuurhistorische kaarten in bestemmingsplannen. De inventarisatie-, waarderings- en advieskaart worden wel vastgesteld door de raad, en zij worden bij ieder nieuw bestemmingsplan of elke nieuwe beheersverordening gebruikt voor de afweging van belangen. Hiermee wordt cultuurhistorie een volwaardige wegingsfactor ten opzichte van andere belangen, zoals economische of milieu belangen. De afweging van cultuurhistorische belangen tegenover andere belangen wordt bij vaststelling van ieder nieuw bestemmingsplan genomen op basis van de cultuurhistorische advieskaart. Deze advieskaart is gebaseerd op de vastgestelde cultuurhistorische inventarisatie- en waarderingskaart, en geldt als (niet bindend) hulpmiddel. Op de waarderingskaart staat de vakinhoudelijke, objectieve, waardering van cultuurhistorische waarden weergegeven. Bij de vaststelling van ieder nieuw bestemmingsplan of nieuwe beheersverordening is het dus aan de raad een belangenafweging te maken. Voorstel 2a: De cultuurhistorische advieskaart geldt ter inspiratie voor de gehele gemeente, alleen in de ensembles moeten nieuwe ontwikkelingen specifieker worden ingepast. Net als in voorstel 1 geldt de advieskaart inspirerend voor de gehele gemeente en is het aan de raad om cultuurhistorie af te wegen tegenover andere belangen. Alleen voor de 19 ensembles wordt vooraf een beleid vastgesteld, waardoor nieuwe ontwikkelingen aldaar moeten voldoen aan voorwaarden, nl. dat zij ingepast worden in de bestaande cultuurhistorische structuur. Voor deze gebieden wordt de advieskaart dus specifiek in de voorschriften van het 10

154 bestemmingsplan/de beheersverordening doorvertaald. De aangewezen gebieden zouden in de volgende structuurvisie kunnen worden benoemd en opgenomen. Hiermee wordt het meest waardevolle erfgoed van De Wolden opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Voorstel 2b: De cultuurhistorische advieskaart geldt ter inspiratie voor de gehele gemeente, alleen in de ensembles én gebieden met de hoogste cultuurhistorische waardering (de rode gebieden op de kaart) moeten nieuwe ontwikkelingen specifieker worden ingepast. Dit voorstel is bijna gelijk aan 2a, voor de hele gemeente geldt de advieskaart inspirerend maar nu wordt in de ensembles én de gebieden met de hoogste cultuurhistorische waardering vooraf een beleid vastgesteld, waardoor nieuwe ontwikkelingen aldaar moeten voldoen aan voorwaarden, nl. dat zij ingepast worden in de bestaande cultuurhistorische structuur. Voor deze gebieden wordt de advieskaart dus specifiek in de voorschriften van het bestemmingsplan/de beheersverordening doorvertaald. Voorstel 3: De cultuurhistorische advieskaart wordt voor de hele gemeente specifiek doorvertaald in de voorschriften van het bestemmingsplan/beheersverordening. De cultuurhistorische advieskaart wordt in zijn geheel vastgesteld als beleidskaart voor de hele gemeente en de cultuurhistorische waarden daarop worden doorvertaald in de regels die worden opgenomen in de bestemmingsplanvoorschriften. De cultuurhistorische advieskaart wordt hiermee bindend. Het meest in het oog springende gevolg hiervan is dat gebieden met cultuurhistorische waarde in het bestemmingsplan/beheersverordening een dubbelbestemming krijgen. Hierin staat aangegeven hoe om te gaan met de aanwezige cultuurhistorische waarden. Uiteraard bestaan er verschillende gradaties in de waardering van gebieden of objecten, dus het beleid is niet voor ieder gebied of object even zwaar. 5.2 Uitvoering De beleidsnota die op 13 december 2013 besluitvormend in de raad verschijnt zal tevens een reeks aanbevelingen bevatten. Deze zijn inspirerend en stimulerend van aard en kunnen worden uitgewerkt in uitvoeringsprogramma s. Hiervoor zal dan nog budget en uren beschikbaar moeten worden gesteld. Bij de aanbevelingen valt te denken aan: o Het actualiseren van de lijst met karakteristieke panden; o Het schrijven van handreikingen ter stimulatie van het toeristisch- en recreatief beleid; o De cultuurhistorische waardenkaart onder de aandacht brengen in de organisatie (aan iedereen die een bijdrage levert aan de inrichting van de openbare ruimte); o Het opstellen van historische routes (smartphone-routes); o Het ontwikkelen van educatief materiaal (ontwikkelen lesbrieven); o Gebruiken voor Open Monumentendag; o Zelf actief voorlichten en publiceren; o Het stimuleren/uitgeven van drukwerk op het gebied van erfgoed, bijvoorbeeld in samenwerking met historische verenigingen (vb. Westerveld); o Faciliteren in bouwhistorisch onderzoek; o Het gebruiken als inspiratiebron voor nieuwe straatnamen. Graag horen wij of, en zo ja, aan welke aanbevelingen prioriteit moet worden gegeven. Uiteraard staan wij open voor andere suggesties. 11

155 6. Tijdpad De eerste en tweede fase, de inventarisatie en waardering, zijn afgerond. Na afloop van deze opiniërende raadsvergadering breekt de derde fase aan: het uitwerken van de gekozen keuze op de advieskaart en het schrijven van de handreikingen of beleidsadviezen. Vervolgens kan eind november de inventarisatiekaart, waarderingskaart en advieskaart met bijbehorend rapport 6 weken ter visie worden gelegd waarna in het eerste kwartaal van 2014 de raad het beleidsstuk kan vaststellen. 12

156 Vergadering : 26 september 2013 Nummer : XIII, punt 10 Onderwerp : Ingekomen stukken INGEKOMEN STUKKEN RAAD 26 september 2013 a College van B&W Mei-circulaire 2013 V.k.a. b Koninklijke Horeca Nederland, regio Drenthe Brandbrief Jeugd & alcohol en paracommercie V.k.a. c College van B&W Reactie op beslissing op bezwaar subsidie t.b.v. de Brede School Het Groene Hart V.k.a. Zuidwolde, 13 september 2013 griffier, drs. Josee Gehrke burgemeester, Roger de Groot

Notitie: Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg

Notitie: Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg Notitie: Evaluatie bruggenbeheersplan fase 1 en varianten brug Ommerweg Inleiding De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de verkeersveiligheid en toegankelijkheid van haar openbare wegen

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 mei 2016 Agendapuntnummer : VI, punt 10 Besluitnummer : 2022 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Fietspad Linderweg.

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2015-I. actief en betrokken. dewolden.nl

Bestuursrapportage 2015-I. actief en betrokken. dewolden.nl actief en betrokken dewolden.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Financiële uitkomsten op hoofdlijnen... 2 3. Uiteenzetting financiële positie... 4 3.1 Begrotingssaldo... 4 3.2 Reserve investeringsprojecten...

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012 Griffie Postbus 20 7920 AA Zuidwolde tel. 0528-378376 Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door 2011 9 juni

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/14830 Datum : 3 september 2013 Programma : Mobiliteit Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder : dhr. T.

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 mei 2016 Agendapuntnummer : VI, punt 8 Besluitnummer : 1969 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Fietspad Meppelerweg.

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1530 AA Wormer Telefoon 075 651 2100 Fax 075 651 2244 E-mail antwoord@over-gemeenten.nl

Nadere informatie

Oostzaan Buiten gewoon

Oostzaan Buiten gewoon GESCAND OP Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan 1 8 NOV. 215 Gemeente Oostzaan Gemeentehuis ;adres Kerkbuurt 4, 1 5H BD Oostzaan Pöi adres Postbus 2, 1 53 AA Wormer Telefoon

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: 2e Bestuursrapportage 2015 DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM:

Raadsvoorstel. Onderwerp: 2e Bestuursrapportage 2015 DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: Raadsvoorstel Zaakkenmerk: 1570977 Raad 10 november 2015 Documentkenmerk: 1570979 B. en W. 29 september 2015 Behandeld door: mw. G.J. Jansonius E-mail: Gedda.Jansonius@ommen-hardenberg.nl Onderwerp: 2e

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 27 juni 2013 Agendapuntnummer : XI, punt 5 Besluitnummer : 999 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Kaderstellende

Nadere informatie

*Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062

*Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062 *Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062 Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststelling jaarstukken 2014 gemeente Mill en Sint Hubert Datum college : 26 mei 2015 Portefeuillehouder : H.P.W.M.

Nadere informatie

Advies: In te stemmen met de Bestuursrapportage 2014 en deze ter vaststelling aan de raad aan te bieden.

Advies: In te stemmen met de Bestuursrapportage 2014 en deze ter vaststelling aan de raad aan te bieden. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van: R.C. Ouwerkerk Tel.nr.: 8856 Nummer: 14A.00661 Datum: 5 september 2014 Team: Concernzaken Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/43 Agendapunt nummer: 14

Raadsvoorstel. Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/43 Agendapunt nummer: 14 Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 31 mei 2011 Registratienummer: 2011/43 Agendapunt nummer: 14 Onderwerp Aanvullende akoestische voorzieningen Sporthal de

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 RAADSVOORSTEL Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 Portefeuillehouder: College datum: 6 mei 2009 Samengevat voorstel 1. Het jaarverslag 2008

Nadere informatie

Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen

Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Vaststelling jaarstukken 2013 Datum voorstel 29 april 2014 Datum raadsvergadering 10 juni 2014 Bijlagen -Bijlage 1 -Jaarstukken 2013 -Verslag van bevindingen Ter inzage

Nadere informatie

V VA LKEN SWAARD. Agendapunt commissie:

V VA LKEN SWAARD. Agendapunt commissie: V G E M E E N T E VA LKEN SWAARD Agendapunt commissie: telefoonnummer Jaap Maas 040-2083474 jaap.maas@valkenswaard.nl datum raadsvergadering 13raad00346 10 juni 2013 l e Bestuursrapportage 2013. aan de

Nadere informatie

T.J. Kolsteren raad oktober 2012

T.J. Kolsteren raad oktober 2012 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email T.J. Kolsteren 040-2083563 tko@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp Bestuursrapportage 2012 (begrotingswijziging) 12raad00592

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-068 Houten, 1 oktober 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Tweede bestuursrapportage 2013 Beslispunten: 1. De begroting 2013 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële effecten

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie Aan de raad. Inleiding Op 5 juli heeft een eerste bespreking

Nadere informatie

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar Harry Schaaphok, 0595 447721 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Harry Schaaphok)

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar Harry Schaaphok, 0595 447721 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Harry Schaaphok) Vergadering: 7 februari 2012 Agendanummer: 3 Status: Informerend Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar Harry Schaaphok, 0595 447721 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Harry Schaaphok)

Nadere informatie

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI

IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI Raadsvoorstel IIIIIIIIIIIIIIIIIIII INI Onderwerp Najaarsnota 2017 Registratienumm er R17.000080 Raadsvergadering 07/11/2017 Portefeuillehouder J. Hordijk Behandelend ambtenaar L. Evers Datum Bijlagen Openbaar

Nadere informatie

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Bijlagen 1 Voorjaarsnota Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Voorjaarsnota 2012 Datum voorstel 10 april 2012 Datum raadsvergadering 15 mei 2012 Bijlagen 1 Voorjaarsnota Ter inzage Aan de gemeenteraad, 0. Samenvatting De voorjaarsnota

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 18 augustus 2015 Raadsvergadering : 29 september 2015 Agendapunt : Bijlage(n) : 8 Kenmerk : Portefeuille : wethouder H.J.C. Vreeswijk Behandeld door:

Nadere informatie

Argumenten 1.1 Binnen de randvoorwaarde van soberheid en doelmatigheid is de voorgestelde variant (3B) de best haalbare.

Argumenten 1.1 Binnen de randvoorwaarde van soberheid en doelmatigheid is de voorgestelde variant (3B) de best haalbare. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 26 januari 2012 Datum voorstel 23 december 2011 Agendapunt Onderwerp Spoorwegovergang in Leijenseweg te Bilthoven De raad wordt voorgesteld te

Nadere informatie

Raadsvergadering. 6 november

Raadsvergadering. 6 november RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 6 november 2014 14-105 Onderwerp Resultaten bezuinigingsproject 'Bunnikse Kwaliteit' Aan de raad, Onderwerp Resultaten bezuinigingsproject 'Bunnikse Kwaliteit' Gevraagde

Nadere informatie

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp Programma : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties : Financiën Voorstelnummer : 18.32 Info bij afdelingshoofd : J.W.A. van der Heijden

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR: mei Onderwerp: Rioolvervanging en herinrichting Engboogerd. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR: mei Onderwerp: Rioolvervanging en herinrichting Engboogerd. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR: 19-62 Raadsvergadering Zaaknummer 9 mei 2019 654788 Onderwerp: Rioolvervanging en herinrichting Engboogerd Aan de raad, Onderwerp Rioolvervanging en herinrichting Engboogerd Gevraagde

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Procedureblad Nota B en W

Procedureblad Nota B en W Procedureblad Nota B en W Reg.nr. DIV : 14INT00542 Vergaderdatum: Agendapuntnummer : Datum : 22-01-14 Weth. Weth. Ontwerp Burg. Weth. Coes : Dick Schipper Ten Have Beintema van Cluster: Grondgebied Portefeuillehou

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Herstellen Buitenrustbruggen BBV nummer: 2013/ Inleiding

Raadsstuk. Onderwerp: Herstellen Buitenrustbruggen BBV nummer: 2013/ Inleiding Raadsstuk Onderwerp: Herstellen Buitenrustbruggen BBV nummer: 2013/375078 1. Inleiding De Buitenrustbruggen zijn in 1935 en 1964 aangelegd. De bruggen zijn volgens het Haarlems Verkeer en Vervoerplan (HVVP)

Nadere informatie

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar:

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar: Advies aan burgemeester en wethouders gemeente Simpelveld Datum advies: 6 mei 2015 Financiële consequenties: Afdeling: Bedrijfsvoering Zaakkenmerk: 47584 Openbare besluitenlijst: ja Behandelend ambtenaar:

Nadere informatie

Gemeente f Bergen op Zoom

Gemeente f Bergen op Zoom m Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : 2e Concernbericht 2017 : : 26

Nadere informatie

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Nummer : R2017.037 Onderwerp : Vaststellen perspectiefnota 2017 Bladel Casteren Hapert Hoogeloon Netersel

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE Meijer, Jacco FIN S3 RAD: RAD150701 woensdag 1 juli 2015 BW: BW150526 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 1 juli 2015 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar : Jacco

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorstel Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 168639 datum voorstel: 7 september 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Begraafcapaciteit begraafplaatsen. Gevraagde Beslissing:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Begraafcapaciteit begraafplaatsen. Gevraagde Beslissing: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Begraafcapaciteit begraafplaatsen Gevraagde Beslissing: Aan de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel Te besluiten om: 1. Over te gaan tot

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1

Raadsvoorstel. Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1 Raadsvoorstel Onderwerp Vaststellen vervolgtraject project herinrichting Loswal fase 1 Raadsvergadering 17 december 2009 Agendapunt Portefeuillehouder G.J. Bos Afdeling Ambtenaar Ruimte en Wonen C. Rijnen

Nadere informatie

*16.0004079* Onderwerp Rapport kunstgrasvelden VV Woudrichem en VV Sparta '30. Welzijn, Onderwijs, Cultuur. Datum voorstel 17 mei 2016

*16.0004079* Onderwerp Rapport kunstgrasvelden VV Woudrichem en VV Sparta '30. Welzijn, Onderwijs, Cultuur. Datum voorstel 17 mei 2016 Onderwerp Rapport kunstgrasvelden VV Woudrichem en VV Sparta '30 Corsa kenmerk Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling 16.0004079 / 2015Z00147 *16.0004079* wethouder R. Bergsma de raad G. Vonk Datum voorstel

Nadere informatie

Ambtelijke bijstand: Ing. R.H. Gaveel 1

Ambtelijke bijstand: Ing. R.H. Gaveel 1 Raadsvoorstel Agendapunt: 13 Onderwerp Beschikbaar stellen kredieten Turnhoutsebaan Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 6 mei 2014 8 juli 2014 Overzichtstekening werkzaamheden Aan

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 09.0097 Rv. nr.: 09.0097 B&W-besluit d.d.: 6-10-2009 B&W-besluit nr.: 09.1079 Naam programma +onderdeel: Onderwerp: Rapportage 2009 als onderdeel van de planning en controlcyclus Aanleiding:

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : drs. J.F.N. Cornelisse : Financiën : F. Ooyevaar Voorstel aan de raad Onderwerp : Jaarrekening 2012 (concept),

Nadere informatie

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 22 juni 2017 17-049 Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Aan de raad, Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Voorstel 1. Het Transformatieplan

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5 2018MME22 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 19 december 2017 NUMMER PS AFDELING Domein Mobiliteit COMMISSIE MME STELLER Pauline Bredt DOORKIESNUMMER 06-22161118 DOCUMENTUMNUMMER 81C592AA

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad, Vergadering: 21 november Agendanummer: 14

Aan de gemeenteraad, Vergadering: 21 november Agendanummer: 14 Vergadering: 21 november 2006 Agendanummer: 14 Status: bespreekstuk Behandelend ambtenaar J.Samplonius, 0595-447745 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J.Samplonius) Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Dekking

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control Datum: 26 november 2012.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control Datum: 26 november 2012. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control 2012 Datum: 26 november 2012 Portefeuillehouder: dhr. E. Goldsteen Decosnummer: 124 Informant: Jan van der

Nadere informatie

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S004/z

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S004/z Datum Agendapunt Documentnummer 8 november R12S004/z160047580 Onderwerp 2e MARAP en 2e (meerjaren)begrotingswijziging Sociale Dienst Veluwerand (SDV) Raadsvoorstel Zeewolde Beoogd effect De Participatiewet

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Jaarrekening 2013 GGD Zaanstreek Waterland. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie M. Boutsma T. Schaafsma

Raadsvoorstel. Jaarrekening 2013 GGD Zaanstreek Waterland. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie M. Boutsma T. Schaafsma Titel Nummer 14/47 Jaarrekening 2013 GGD Zaanstreek Waterland Datum 22 mei 2014 Programma Fase Onderwerp Maatschappelijke participatie Zienswijze over de jaarrekening 2013 van de GGD Zaanstreek Waterland

Nadere informatie

Nr Houten, 12 april 2011

Nr Houten, 12 april 2011 Raadsvoorstel BARCODE STICKER Nr. 2011-021 Houten, 12 april 2011 Onderwerp: Jaarstukken 2010 - resultaatbestemming Beslispunten: 1. In te stemmen met het opheffen van de voorziening Straatmeubilair per

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Raadsvergadering. Bovendien wijzen wij u er op dat in deze kadernota nog geen rekening is gehouden met de implementatie van de strategische agenda.

Raadsvergadering. Bovendien wijzen wij u er op dat in deze kadernota nog geen rekening is gehouden met de implementatie van de strategische agenda. RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 30 juni 2016 16-049 Onderwerp Kadernota 2017-2020 Aan de raad, Onderwerp Kadernota 2017-2020. Gevraagde beslissing 1. De Kadernota 2017-2020 vast te stellen. Grondslag

Nadere informatie

Farid Chikar / juni 2017

Farid Chikar / juni 2017 Agendapunt commissie: 4.1 steller telefoonnummer email Farid Chikar 040-2083696 Farid.chikar@A2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 208981/269305 29 juni 2017 Portefeuillehouder Wethouder

Nadere informatie

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5 Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 549215 Programma : Wonen & Ruimte Commissie : Ruimte Portefeuillehouder: Wethouder mr. N.P.L.M. Doesburg

Nadere informatie

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Onderwerp: Tweede bestuursrapportage 2015 Beslispunten: 1. De begroting 2015 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële

Nadere informatie

15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink

15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 15 september 2014 8 2014/ n.v.t. wethouder H.G. Engberink Kenmerk 14.405692

Nadere informatie

15 maart Begrotingswijziging

15 maart Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 15 maart 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

*1288038* Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren:

*1288038* Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren: ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Herziening budget PS 2012 en volgende jaren Opinieronde /Besluitvormingsronde(o.v.) Statendag 28 maart 2012 Agendapunt 1. Beslispunten In de begroting 2012 en volgende

Nadere informatie

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries ( ) (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries ( ) (t.a.v. J. Koomans van den Dries) Vergadering: 10 januari 2012 Agendanummer: 7 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: J. Hoekzema Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries (0595-447784) E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. Koomans

Nadere informatie

Hellendoorn. Aan de raad. Noord. Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC

Hellendoorn. Aan de raad. Noord. Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC Punt 5 : Financiën Stationsomgeving LjCMlCClIlC Noord Hellendoorn Aan de raad Samenvatting: In september 2012 dient het NS-station verplaatst te zijn naar het centrum van Nijverdal. De stationsomgeving

Nadere informatie

voorstel aan de raad Kadernota 2015 Aan de raad van de gemeente Werkendam 1. Inleiding

voorstel aan de raad Kadernota 2015 Aan de raad van de gemeente Werkendam 1. Inleiding voorstel aan de raad onderwerp Kadernota 2015 samenvatting De Kadernota 2015 vormt de opzet voor het opstellen van de Begroting 2015 en de Meerjarenraming 2016-2018 en heeft vooral een globaal financieeltechnisch

Nadere informatie

Wat zijn de argumenten? De financiële rechtmatigheid is een belangrijk criterium bij de beoordeling van de jaarrekening door de accountant.

Wat zijn de argumenten? De financiële rechtmatigheid is een belangrijk criterium bij de beoordeling van de jaarrekening door de accountant. Raadsvoorstel Registratienummer: CONCEPT Onderwerp: 2e Managementrapportage 2017 Portefeuillehouder: wethouder W.A.R. Visser Te nemen besluit: - De begroting 2017 te wijzigen volgens de in de 2e managementrapportage

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 550663 Datum : 1 mei 2018 Programma : Regie Blad : 1 van 5 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg Informatie

Nadere informatie

1. Mutaties Themabegroting 2017

1. Mutaties Themabegroting 2017 1. Mutaties Themabegroting 2017 Totaal per thema Mutaties Omschrijving thema Bedrag afwijking 1 Financiën en Bedrijfsvoering 17.200 2 Sociaal Domein 0 3 Onderwijs en Sport (accommodaties) -92.000 4 Eigen

Nadere informatie

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel ~,,~ Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 40523] Onderwerp Instemmen met het doonoeren van een stelselwijziging voor de verantwoording- en dekkingswijze van investeringen met maatschappelijk

Nadere informatie

AAN DE AGENDACOMMISSIE

AAN DE AGENDACOMMISSIE AAN DE AGENDACOMMISSIE Agenda: 01-02-2018 Franeker, 10-1-2018 Onderwerp Herziene begroting 2018 Dienst SoZaWe Portefeuillehouder Wethouder B. Tol Steller T. Osinga-van der Zee, t.osinga@waadhoeke.nl Beoogd

Nadere informatie

geen bij het project duurzame renovatie stadhuis Woerden. Advies: Akkoord te gaan met 17R Besluit : Akkoord Nee

geen bij het project duurzame renovatie stadhuis Woerden. Advies: Akkoord te gaan met 17R Besluit : Akkoord Nee VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van: B. Atema Tel nr: 8480 Nummer: 17A.01159 Datum: 26 oktober 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: Geen Afschrift aan: geen N.a.v.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: Onderwerp: Besluitvorming Huisvestingsfinanciën herontwikkeling raadhuis.

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: Onderwerp: Besluitvorming Huisvestingsfinanciën herontwikkeling raadhuis. Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: Onderwerp: Besluitvorming Huisvestingsfinanciën herontwikkeling raadhuis. Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: De reserve raadhuis

Nadere informatie

14 Stiens, 30 mei 2017

14 Stiens, 30 mei 2017 14 Stiens, 30 mei 2017 Raadsvergadering: 7 september 2017 Voorstelnummer: 2017/22 Portefeuillehouder: G. Visser Behandelend ambtenaar: W. van der Meer E-mail: w.vandermeer@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr.

Nadere informatie

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 368891 Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5 Onderwerp: Beleidsbegroting 2013-2016 Verantwoordelijk portefeuillehouder: Drs. F.P. Fakkers SAMENVATTING Vanuit

Nadere informatie

8 februari Begrotingswijziging

8 februari Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 8 februari 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken?

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken? Raadsvoorstel Agendanr: CS5 Kenmerk: 15-0120932 Datum collegevergadering: 26 mei 2015 Onderwerp: jaarverslag en jaarrekening 2014 en de concept meerjarenbegroting 2016-2019 van Baanbrekers 0.Samenvatting:

Nadere informatie

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR*

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR* *ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 100 UUR* Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Programmarapportage 2011-1 team SBSBD raadsnummer 2011 54 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma

Nadere informatie

Registratienummer: Onderwerp: Voorstel Zienswijze Kadernota 2016 GGD Zaanstreek-Waterland

Registratienummer: Onderwerp: Voorstel Zienswijze Kadernota 2016 GGD Zaanstreek-Waterland Onderwerp: Voorstel Zienswijze kadernota 2016 GGD Zaanstreek-Waterland Samenvatting: Het dagelijks bestuur van de GGD ZW heeft haar kadernota 2016 ingediend en vraagt om een zienswijze van uw gemeenteraad.

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 30 juni 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 30 juni 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 30 juni 2015 in de raadzaal Voorzitter, M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: Gemeentebelangen: G. Kersaan,

Nadere informatie

Onderwerp: Raadsmededeling over: Voorlopig saldo Jaarrekening 2015 - Besluitvormend

Onderwerp: Raadsmededeling over: Voorlopig saldo Jaarrekening 2015 - Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 29 maart 2016 Besluit nummer: 2016_BW_00263 Onderwerp: Raadsmededeling over: Voorlopig saldo Jaarrekening 2015 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Vooruitlopend op

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7 Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van

Nadere informatie

5 0017/14 15 mei 2014 Commissie IS SL David Moolenburgh Bert de Jong 55 15 40

5 0017/14 15 mei 2014 Commissie IS SL David Moolenburgh Bert de Jong 55 15 40 de gemeenteraad 5 0017/14 15 mei 2014 Commissie IS SL David Moolenburgh Bert de Jong 55 15 40 14G0000032 Onderwerp Vervanging kunstgrasveld Hockeyvereniging Mijdrecht Voorstel 1. In te stemmen met de vervanging

Nadere informatie

Voorgesteld wordt de jaarrekening 2011 vast te stellen, inclusief de bestemming van het resultaat.

Voorgesteld wordt de jaarrekening 2011 vast te stellen, inclusief de bestemming van het resultaat. Raadsvoorstel Gemeente +1} IJsselstein agendapunt IA Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer Programma Cluster Portefeuillehouder: Informatie bij E-mail/tel.nr. 2012/11628 Datum : 14 juni

Nadere informatie

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken')

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken') Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/14240 Datum : 29 mei 2012 Programma : Diverse programma s Blad : 1 van 5 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr.

Nadere informatie

*Z000C47DC76* raadsvoorstel. voorstel. B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten: de jaarstukken 2013 vast te stellen waarbij:

*Z000C47DC76* raadsvoorstel. voorstel. B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten: de jaarstukken 2013 vast te stellen waarbij: raadsvoorstel zaak/onderwerp Z-14-01790 / jaarrekening 2013 gemeente Oegstgeest portefeuillehouder M. den Boer afdeling Bedrijfsondersteuning opgesteld door F. Boland datum/voorstel nr 20 mei 2014 / CB-14-345

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. H. Oude Hesselink PF Mu 11G / e wijziging Beleidsbegroting Middelen

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. H. Oude Hesselink PF Mu 11G / e wijziging Beleidsbegroting Middelen SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G200502 / 418739 ONDERWERP H. Oude Hesselink PF Mu AGENDANUMMER 5 e wijziging Beleidsbegroting 2011. BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN

Nadere informatie

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-009925 Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Datum voorstel Datum raadsvergadering 21 augustus 2018 9 oktober 2018 Aan de raad, Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Datum voorstel : 5 juni 2007 Raadsvergadering d.d. : 5 juli 2007 Volgnummer : 2007R0031, agendanummer 6 Taakveld : Financiën Portefeuillehouder

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 6 juli 2011 Agendapunt: 12 Onderwerp : kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl KORTE SAMENVATTING: De Wetsingerzijl, gelegen in het Wetsingermaar (gemeente

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp:

Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Pagina 1 van 5 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Leiderdorp, 14-11-2013 Onderwerp: Besteding uitvoeringsbudget wateroverlast Zijlkwartier. Aan de raad. Beslispunten 1. Akkoord te gaan met het toedelen van

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5 Agenda Gemeenteraad Om 19.30 uur begint de Openbare Raadsavond met een presentatie van de bibliotheekplannen door mevrouw De Haas, bibliotheekmanager Drenthe. Aansluitend vindt de Openbare Raadsvergadering

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Datum Raadsvergadering: Bestuurlijk hoofdthema: Programma F Middelen en Economie BBVnummer: 134653 Raadsvoorstel: 134948 Portefeuillehouder: Bert Euser Onderwerp 2e Tussenrapportage

Nadere informatie

: 9 mei 2011 : 23 mei : H.T.J. van Beers : J.C. Teeuwen

: 9 mei 2011 : 23 mei : H.T.J. van Beers : J.C. Teeuwen RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raad vergadering : 9 mei 2011 : 23 mei 2011 Documentnr. Zaaknummer : 593 : PR-09-10271 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid

Nadere informatie

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 29 april Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak. Afdeling: Beleid. Programma: Leven en welzijn koesteren \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 29 april 2009 Nummer: Portefeuillehouder: P. Verbraak Afdeling: Beleid Programma: Leven en welzijn koesteren Product: Onderwerp: Zuid-Limburg Aan de Raad. \ Voorstel De

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 15.07289 vergaderdatum raad 21 mei 2015 jaar/nummer 2015-041 G.A.H.

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 22 november 2011

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 22 november 2011 Raadsinformatiebrief B&W vergadering 22 november 2011 Steller : G.A. Beumer Telefoonnummer: (0343) 565600 E-mailadres : info@heuvelrug.nl Onderwerp : 2 e Bestuurlijk Financiële rapportage, peildatum 15

Nadere informatie

w w Raadsvoorstel (gewijzigd) accoord voor kennisgeving bespreken afwijzen eerst rapport int00978

w w Raadsvoorstel (gewijzigd) accoord voor kennisgeving bespreken afwijzen eerst rapport int00978 "l.u-iols C\. ^ tt-oc n.{ GEMEENTE accoord voor kennisgeving aann. w w m I Y \/t f P y s! fr Raadsvoorstel (gewijzigd) bespreken afwijzen eerst rapport raadsvergadering 14-4-2015 agendapunt nummer 15int00978

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie