Nader ecologisch onderzoek Wisselspoor 2 e Daalsedijk te Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nader ecologisch onderzoek Wisselspoor 2 e Daalsedijk te Utrecht"

Transcriptie

1 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht Opdrachtgever: Synchroon.V. Potbu oetermeer Verienummer:. Datum: uteur: Paraaf: mei mevrouw ir. L. Dremé

2 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van olofon Dremé&vanderValk Middenduinerweg L Santpoort- uid + () linda@dremevandervalk.nl Niet uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronich op geluidband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande chriftelijke toetemming van Dremé&vanderValk.

3 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van nhoudopgave nleiding.... anleiding.... Doel.... ndeling van de rapportage... Wettelijk Kader... Projectbechrijving.... Ligging.... echrijving van het project... Onderzoekmethode... Reultaten.... Planten.... Grondgebonden zoogdieren.... Vleermuizen.... roedvogel... Mitigerende en ompenerende maatregelen vleermuizen.... Maatregelen vooraf.... Maatregelen vlak voor/ tijden renovatie.... Toepaen vleermuivriendelijke verlichting.... Permanente compenatie gewone dwergvleermui... oncluie... bijlage :.V. mevrouw r. L. Dremé

4 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van NLEDNG n de periode oktober - augutu i een nader onderzoek ecologich uitgevoerd voor het project Wielpoor/ e Daaledijkgebied, eerte fae, te Utrecht.. anleiding De aanleiding van deze vraag i het voornemen om het projectgebied, betaande uit een voormalig rangeerterrein, te herontwikkelen. Daartoe i een grip op Locatie analye uitgevoerd (Witteveen en o, - - ). Uit de analye komt naar voren dat geen prake i van bechermde natuurgebieden in de omgeving, die een belemmerende werking kunnen hebben op de herontwikkeling. Op bai van (lucht)foto en globale verpreidinggegeven van oorten i ten tijde van de grip op Locatie analye ingechat dat prake kan zijn van bechermde plantenoorten, grondgebonden zoogdieren, vleermuizen en broedvogel. Ten behoeve van de ruimtelijke procedure i het van belang te onderzoeken of verblijfplaaten van bechermde flora en fauna aanwezig zijn en op welke wijze hiermee omgegaan kan worden.. Doel Het doel van het nader onderzoek flora en fauna i meerledig: Vattellen dan wel uitluiten van bechermde flora en fauna in het projectgebied. Vattellen wat de mogelijke effecten zijn op bechermde flora en fauna en bechermde gebieden al gevolg van de loop en nieuwbouw; ndien al gevolg van de loop en nieuwbouw negatieve effecten te verwachten zijn, dient te worden bepaald of een ontheffing in het kader van de Wet natuurbecherming i benodigd.. ndeling van de rapportage De natuurtoet flora en fauna betaat uit zeven hoofdtukken. Het wettelijk kader van natuurbecherming i te vinden in hoofdtuk. n hoofdtuk i het projectgebied en het voorgenomen initiatief bechreven. Hoofdtuk de methode van het uiteengezet en in hoofdtuk zijn de onderzoekreultaten bechreven. n hoofdtuk i de concluie bechreven.

5 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van WETTELK KDER De Wet natuurbecherming vervangt per - - de Flora- en faunawet, Natuurbechermingwet en owet. De wet heeft al doel het bechermen van flora en fauna, (natuur)gebieden en boen. De nieuwe Wet natuurbecherming bevat niet alleen regel ten aanzien van bechermde oorten flora en fauna en ruimtelijke ingrepen, maar ook andere onderwerpen zoal bezit en handel, gebiedbecherming, houtoptanden, beheer en chadebetrijding. Voor projecten die betrekking hebben op ruimtelijke ingrepen, zoal loop- en renovatiewerkzaamheden en nieuwbouwprojecten zijn de onderwerpen oortenbecherming, gebiedbecherming en om ook houtoptanden relevant. Hierna zijn deze onderwerpen op een rij gezet.. Gebiedbecherming Voor gebiedbecherming verandert er weinig ten opzichte van de Natuurbechermingwet. ij ruimtelijke ingrepen dient te worden nagegaan of initiatieven negatieve effecten kunnen hebben op aangewezen bechermde Natura - gebieden. Gedacht kan worden aan negatieve effecten die amengaan met activiteiten in of aan de randen van een Natura - gebied, zoal vertoring door licht of geluid. Een activiteit die op grotere aftand een negatief effect kan hebben op bechermde gebieden, i bijvoorbeeld de uittoot van vermetende toffen. Een wijd verpreid negatief effect i de depoitie van tiktof die wordt uitgetoten door het verkeer of verwarmingketel van gebouwen. Door de toename van tiktof verandert de vegetatie. Soorten al graen, bramen en brandnetel profiteren hiervan en verdringen plantenoorten die zich gepecialieerd hebben in chrale omtandigheden. Hierdoor neemt de biodiveriteit af. Een andere vorm van gebiedbecherming komt voort uit aanwijzing van een gebied al Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologiche Hoofdtructuur of EHS). Voort worden bijzondere provinciale natuurgebieden en bijzondere provinciale landchappen door de provincie aangewezen. Voor dergelijke gebieden geldt dat het natuurbelang prioriteit heeft en dat andere activiteiten niet mogen leiden tot aantating van de natuurdoelen of landchappelijke waarden. nder dan voorheen i de tatu al NNN verankerd in de Wet natuurbecherming.. echermde oorten De grootte verandering in de Wet natuurbecherming betreft de oortbecherming. Een aantal oorten zijn nu niet meer bechermd, terwijl andere oorten juit zijn toegevoegd aan de lijt van bechermde oorten. De wet maakt ondercheid in oorten die bechermd zijn op bai van de Europee Habitatrichtlijn en de Europee verdragen (artikel. t/m.) Europee Vogelrichtlijn (artikel. t/m.) en andere oorten (artikel. en.). Europee oorten (bijlage V Habitatrichtlijn, bijlage verdrag van onn en bijlage van verdrag van ern) nder dan de Flora- en faunawet zijn de oorten die bechermd zijn op bai van het verdrag van ern en onn gelijkgeteld aan de oorten die genoemd zijn in de Habitatrichtlijn. Deze (Europee) oorten zijn bechermd op bai van vergelijkbare verboden al de Flora- en faunawet, met het verchil dat individuen niet opzettelijk mogen worden bechadigd. Met opzet wordt bedoeld: het willen en weten met aanmerkelijke kan aanvaarden dat gedraging chadelijke gevolgen heeft voor bechermde oorten.

6 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Het i niet toegetaan deze oorten opzettelijk te vangen, te vertoren of te doden. Ook i het niet toegetaan eieren te vernietigen, te rapen of te vervoeren. echermde planten uit deze categorie mogen niet opzettelijk worden geplukt of van hun groeiplaat worden verwijderd. Let op! Voor de Europee bechermde oorten geldt dat het niet i toegetaan vate rut- of verblijfplaaten opzettelijk of niet, te vertoren. Daarmee i het direct noodzakelijk te onderzoeken of binnen een projectgebied prake i van vate verblijfplaaten, zoal die van vleermuizen. ndien vate verblijfplaaten aanwezig zijn i een ontheffing nodig. Ontheffing voor activiteiten waarmee de verbodbepalingen worden overtreden, kan alleen worden verleend op bai van de volgende voorwaarden:. Er betaat geen andere bevredigende oploing;. Er i prake van een groot algemeen belang;. Effecten op populatieniveau zijn uitgeloten. Het bevoegd gezag ten aanzien van het verlenen van ontheffingen i - ander dan de Flora- en faunawet- de provincie waarin de activiteit plaat vindt. n de ontheffing kunnen voorwaarden worden opgenomen ten aanzien van compenerende en mitigerende maatregelen. Momenteel i nog niet bekend op welke wijze deze worden voorgechreven. Vogel lle in het wild levende vogel, hun eieren en vate verblijfplaaten mogen niet opzettelijk worden gevangen, bechadigd of vertoord. Ook geldt een zorgplicht en dat houdt in dat vertoring tot een minimum wordt beperkt. De nuance tuen wat opzettelijk i en wanneer men kan worden aangeproken op de zorgplicht, zal uit juriprudentie moeten blijken. Let op! Een aantal vogeloorten zijn bechermd op bai van het verdrag van ern en onn. Voor deze oorten geldt dat neten - tijden het broeden of anderzijd al vate rutplaat in gebruik zijn- niet (met of zonder opzet) mogen worden vertoord. Hiervoor geldt du ook direct een onderzoekplicht. Voorbeelden van oorten die genoemd zijn in het verdrag van ern en die veel voorkomen nabij gebouwen zijn roodbort, pimpelmee en winterkoning. Deze oorten maken elk jaar een nieuw net, waarmee geen prake i van een jaarrond bechermd net. Het broedeizoen loopt globaal van maart t/m juli. roeden begint enige tijd voor het leggen van het ei en eindigt nadat het net niet meer wordt gebruikt. Sommige vogeloorten hebben een tweede of derde leg. Ook i de tart en einde van het broeden en gebruik van het net verchillend per vogeloort. Daarmee dient rekening gehouden te worden. Soorten zoal teenuil (bijlage verdrag van ern) gebruikt het net bijvoorbeeld het hele jaar al vate rutplaat en i daarmee het hele jaar bechermd. Ook kunnen foerageergebieden rondom neten onderdeel zijn van vate verblijfplaaten. ctiviteiten waarmee een van de verbodbepalingen voor vogel wordt overtreden kunnen - uiteraard onder voorwaarden- worden toegetaan op bai van een door de provincie verleende ontheffing. ndere oorten n bijlage en van de Wet natuurbecherming i een lijt opgenomen van bechermde fauna repectievelijk flora. Deze oorten mogen niet opzettelijk worden gevangen, bechadigd, vertoord of gedood repectievelijk opzettelijk van hun groeiplaat worden verwijderd.

7 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van nder dan voor de Europee oorten, geldt een milder bechermingregime: Vate rut- of verblijfplaaten van deze oorten mogen niet opzettelijk worden vertoord of vernietigd. ij wet zijn de bomui, de huipitmui en de veldmui die in en rondom gebouwen leven, vrijgeteld van de verboden. De provincie kunnen generieke vrijtelling verlenen door het aangeven van een lijt van vrijgetelde bechermde oorten voor ruimtelijke ingrepen en betendig beheer. Ook kan de provincie ontheffing verlenen voor: Het opzettelijk vertoren van individuen of vate rut- of verblijfplaaten van deze oorten, bijvoorbeeld in het kader van het voorkomen van chade aan gewaen. Het opzettelijk vertoren van individuen of vate rut- of verblijfplaaten van oorten die niet zijn vrijgeteld bij provinciale verordening. n de provincie Utrecht zijn alle zoogdieroorten vrijgeteld bij ruimtelijke ingrepen, behalve de oorten boommarter, damhert, da, edelhert, eekhoorn, eikelmui, grote bomui, molmui, teenmarter, veldpitmui, waterpitmui en wild zwijn.

8 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van PROETESHRVNG. Ligging Het e Daaledijkgebied i een gebied van circa hectare in het centrum van Utrecht (RD- oördinaten: - ). Het gebied heeft momenteel een functie al bedrijventerrein. Het gebied i eigendom van NS Station. n de huidige markt blijkt het gebied te groot en te complex om in zijn geheel te herontwikkelen. Daarom i het gebied verdeeld in twee faen. Het onderzochte gebied betreft fae, zie afbeelding. fbeelding. Ligging projectgebied (bon: GoogleMap.nl en Klumper).. echrijving van het project Het e Daaledijkgebied wordt herontwikkeld tot een mix van tadwoningen, appartementen, tudentenwoningen en delen met economiche functie die paen bij een gemengd tedelijk milieu. Ongeveer tot woningen worden gerealieerd. n fae worden gebouwen (het fietenhok en een deel van de fabriekhal) en verharding verwijderd, zie afbeelding. De betaande bebouwing betaat uit een drietal gebouwen die in deze rapportage al oplaglood, fietenhok en fabriekhal worden aangeduid. De gevel van de fabriekhal aan de noordzijde en de oplaglood blijven behouden en worden gerenoveerd. Daarnaat worden woningen gebouwd verdeeld over bouwvlakken, zie afbeelding. an de e Daaledijk i een tuin aanwezig met divere boomoorten. Tuen de oplaglood en de fabriekhal taan grote platanen en aan de poorzijde i een trook met bomen aanwezig. Open water i niet aanwezig binnen het projectgebied.

9 e Nader ecologich onderzoek Wielpoor Daaledijk te Utrecht mei Pagina van e fbeelding. De betaande gebouwen Daaledijkgebied Utrecht fae. oplaglood.. fietenhok tuin fabriekhal e b b b b b / / b b / D b b b D/ K E / G / b b b b ( ( ) ) b b b ST R T b b b T TR ERS ST / / b b NS SM b b T TR b b b b b b / b b T TR S HL D b b V-V maximum bouwhoogte (m) / b b ON OR D S TR T V-RV maatvoeringvlak b b RS TE S Maatvoeringaanduidingen T TR S HL D T TR b W ES TR T WE G / / N b b / H b b T / MS TE RD MS ( ) bouwvlak b verkeer uitgeloten ouwvlak / parkeerterrein uitgeloten (-v) ( / ) K D SE L D b e parkeergarage (-p) N R SS TR b b b b b b b b ) b b b KN OP ST R T ( / hotel (pg) b b b b b b (ho) ) (ho) b b b b b M MO S ST R T ( D D D b / D ) / P L M N T KN O PS TR / b ( ( ) / / b GD b (pg) b / G b / / / / / b b b Functieaanduidingen T b V-V b b b b b b b D W wetgevingzone - wijziginggebied PL NT GE b b b b b b / / / b (-p) vrijwaringzone - traalpad b b V-V (-v) WR- Gebiedaanduidingen b b b b b / N R SS TR P P VE RS TR T b b b b b b b b b b b K F G H / b T MS TR T D E K O RE N LOE MS TR T / b b ST R T / / / V-V Waarde - rcheologie / WR- / W Dubbelbetemmingen / R b E GO N S TR T SP OO RD K / T R ST EF T MO O LO GD Wonen W S P OO RD K T R ST NT S RY H Verkeer - Verblijfgebied V-V PL N T GE Verkeer - Railverkeer / T R ST NT S RY H V-RV ) / ( Gemengd GD ES TR T W EG / S ER NG S TR T b b / MS TE RD MS DEESTRT ORH b / b b b T R T S R E NT L GE E b etemmingen / D b b T STR DEE H OR / / / / / ON D EPU D DE b / Plangebiedgren / T STR DEE H OR R EM ST R T K ED LS D e T TR MS T EG EL N T ER ST R T Plangebied / / G b T TR MS T HO RT ENS / b PL N T G E b b T R ST EM LO N RE KO b b / NL.MRO..EDLSEWSSELSP-ON.dgn b b ON D EP - U D DE fbeelding. De toekomtige bebouwing Daaledijkgebied Utrecht fae (bron: Voorontwerp betemmingplan). T TR S M OE L S UD GO O N OR D ST R T e T TR S S EL D LS ED K V genummerd aan ieltraat D Stand van zaken d.d. -- dentificatie (D) van het plan (etandnaam) Ontwerpbetemmingplan NL.MRO..EDLSEWSSELSP-ON.dgn ordernummer wijk e Daaledijk Wielpoor LD Verbeelding _Noord-Wet projektnaam(dir) e Daaledijk Wielpoor ubdirectory NL.MRO... chaal : pentabel datum Hierbij horen de regel van e Daaledijk Wielpoor datum Plannaam Planfae kadernota / SPVE Datum Plannaam Planfae fae fae beroep voorontwerp fae onherroepelijk fae ontwerp fae beheer / archief fae vattelling fae Datum Gemeente Utrecht Gemeente Utrecht / Ruimtelijke en Economiche Ontwikkeling/ Stadplateau / / Potbu / RK / Utrecht / Tel. - NL.MRO..EDLSEWSSELSP-ON.dgn

10 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van ONDEROEKSMETHODE De concluie van de oriënterende bureautudie van (Klumper, ) al onderdeel van de grip op Locatie analye, i dat nader onderzoek benodigd i naar de oortengroepen flora, grondgebonden zoogdieren, vleermuizen en broedvogel. Door Klumper i geconcludeerd dat geen prake i van gebiedbecherming. Dit onderdeel i daarom in deze rapportage buiten bechouwing gelaten. Het nadere ecologiche onderzoek i al vervolg op de oriënterende bureautudie gericht op de oortengroepen flora, grondgebonden zoogdieren, vleermuizen en broedvogel en uitgevoerd door een ecoloog met kenni en ervaring op het gebied van vleermuizen en broedvogel in het tedelijke gebied, mevrouw ir L. Dremé, zie bijlage. Voor het archiefonderzoek i Gegevenautoriteit natuur/ NDFF, waarneming.nl en eerder uitgevoerde onderzoeken naar bechermde flora en fauna in de omgeving meegenomen. Op oktober i een eerte onderzoekronde naar vleermuizen uitgevoerd. n zijn nog drie vleermuironde uitgevoerd. Tijden de ochtendronde op mei zijn naat vleermuizen ook broedvogel onderzocht. Twee avondronde naar vleermuizen zijn uitgevoerd op juni en augutu. Ten behoeve van het broedvogelonderzoek i op juni een extra ronde naar gierzwaluw uitgevoerd. n tabel zijn de data en weeromtandigheden van de onderzoeken weergegeven. De weeromtandigheden vormden geen belemmering voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Tabel. ijzonderheden van de veldbezoeken datum Type vleermuionderzoek weeromtandigheden - -,. -. uur - -,. -. uur - -,. -. uur uur uur vondronde, onderzoeker, foerageergebied, zomerverblijfplaaten, foerageergebied en trekroute, flora en grondgebonden zoogdieren Ochtendronde, onderzoeker, foerageergebied, zomer- en kraamverblijfplaaten, trekroute en gierzwaluw/ huimu/ flora vondronde, onderzoeker, gierzwaluw/ huimu, flora en grondgebonden zoogdieren, onderzoeker vondronde, onderzoeker, foerageergebied, zomerverblijfplaaten, kraamverblijfplaat en trekroute vondronde, onderzoeker, foerageergebied, zomerverblijfplaaten, middernachtzwermen/ (maa)winterverblijfplaat en trekroute, geen neerlag, windkracht ft, geen neerlag, windkracht - ft, geen neerlag, windkracht - ft, geen neerlag, windkracht - ft, geen neerlag, windkracht - ft Hierna zijn de onderzoekmethode per oortengroep bechreven.

11 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Plantenoorten De meet optimale onderzoekperiode voor plantenoorten i in de periode mei- juli. Met daglicht i het gehele terrein geïnpecteerd op bechermde wilde plantenoorten en muurplanten. Muurvaren zijn in de nieuwe Wet natuurbecherming niet meer bechermd. echermde waterplanten en oeverplanten zijn ook buiten bechouwing gelaten, omdat geen open water aanwezig i in het projectgebied. Grondgebonden zoogdieren Op bai van archiefgegeven en een veldonderzoek i de gechiktheid al leefgebied van het terrein en de gebouwen beoordeeld en of verblijfplaaten kunnen worden uitgeloten. l verblijfplaaten niet konden worden uitgeloten zou een aanvullend onderzoek nodig zijn. Omdat de teenmarter of andere bechermde oorten niet worden verwacht, zie hoofdtuk, i geen aanvullend onderzoek naar grondgebonden zoogdieren uitgevoerd. Vleermuizen Het onderzoek i uitgevoerd conform het meet recente vleermuiprotocol (). Tijden de veldbezoeken i op bai van zicht en geluid de aanwezigheid van vleermuizen in en rond het projectgebied geïnventarieerd. Op bai van deze onderzoeken i het gebruik van vleermuizen in het gehele projectgebied in kaart gebracht. Met behulp van een batdetector (Petteron Dx)- een apparaat dat de ultraone geluiden van vleermuizen omzet in voor de men hoorbare frequentie- zijn de vleermuizen waargenomen. De geluiden zijn digitaal opgenomen met een Elekon atlogger en geanalyeerd met behulp van het analyeprogramma atound. Op bai van de frequentie van de geluiden, het biotoop en het vlieggedrag kan worden vatgeteld om welke vleermuioorten het gaat. Daarbij zijn boombewonende en gebouwbewonende vleermuizen te ondercheiden. oombewonende vleermuioorten kunnen worden uitgeloten, omdat de bomen in het projectgebied niet dik genoeg zijn om gechikte holte met verblijfplaaten te herbergen. roedvogel Daarnaat wordt aandacht beteed aan broedgevallen van vogel met jaarrond bechermde neten zoal huimu en gierzwaluw. Het onderzoek naar broedvogel betaat uit twee onderzoekronde, waarvan conform de oortentandaard van de gierzwaluw (tuen.. avond) en conform de oortentandaard van de huimu (tuen zonopkomt en uur na zonopkomt).

12 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van RESULTTEN. Planten rchiefonderzoek n het tedelijke gebied van Utrecht zijn waarnemingen bekend van twee bechermde plantenoorten, tijve wolfmelk (in een tuin in de wijk Witte vrouwen) en wolfker. Geen van deze oorten komen voor in de directe omgeving van het onderzochte gebied. ndere flora die op bai van de nieuwe Wet natuurbecherming bechermd zijn worden niet verwacht. bechermde plantenoorten van de Flora- en fauna zijn in de nieuwe Wet natuurbecherming komen te vervallen. Veldonderzoek echermde plantenoorten zijn niet aangetroffen tijden de twee veldonderzoeken op mei en juni. n het projectgebied zijn geen gechikte groeiplaaten voor bechermde plantenoorten aanwezig, omdat het projectgebied voor het grootte deel i verhard en de tuinen uit aangeplante oorten betaan.. Grondgebonden zoogdieren rchiefonderzoek Op bai van het archiefonderzoek worden geen bechermde grondgebonden zoogdieroorten verwacht ter plaate van het onderzochte gebied. De teenmarter kan op bai van verpreidinggegeven en het ontbreken van voldoende foerageergebied, betaande uit half- agrariche landchappen, worden uitgeloten. Veldonderzoek Op mei i tijden de ochtendronde een egel gezien onder de truiken die grenzen aan de achtertuinen van de hryanttraat. echermde grondgebonden zoogdieroorten kunnen op bai van het terk vertedelijkte karakter van het gebied worden uitgeloten. Vleermuizen rchiefonderzoek Op bai van verpreidinggegeven kunnen oorten vleermuizen worden verwacht in het tedelijke gebied van Utrecht te weten; gewone dwergvleermui, ruige dwergvleermui, laatvlieger, watervleermui, roe vleermui, meervleermui, gewone grootoorvleermui, franjetaart, tweekleurige vleermui en baardvleermui. Voor een project aan de Kaattraat in Utrecht, op een aftand van circa kilometer, i in een vleermuionderzoek uitgevoerd. Verblijfplaaten van vleermuizen zijn niet aangetroffen, wel zijn foeragerende gewone dwergvleermuizen en enkele foeragerende watervleermuizen boven de Vecht aangetroffen (S). Uit het archiefonderzoek komen geen aanvullende onderzoeken naar voren in de omgeving van het projectgebied aan de e Daaledijk te Utrecht.

13 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Veldonderzoek Op oktober i aan de noordzijde van de oplaglood een zomerverblijfplaat van de gewone dwergvleermui gezien in combinatie met een foerageergebied lang de achtertuinen van de woningen aan de noordzijde. Deze concluie i gebaeerd op de waarneming van minimaal gewone dwergvleermuizen die zwermgedrag vertoonden (aantikken van de gevel). Gezien het tijdtip in het jaar waar vleermuizen zwermen nabij winterverblijfplaaten, dient ervan te worden uitgegaan dat de oplaglood ook al winterverblijfplaat wordt gebruikt. Ook i aan de wegzijde ter plaate van de fabriekhal een paar- territorium waargenomen met mogelijk een verblijfplaat in de fabriekhal. - foeragerende en baltende gewone dwergvleermuizen zijn waargenomen ter plaate van de in de tuin aan de e Daaledijk. Op mei zijn tijden de ochtendronde geen verblijfplaaten vatgeteld. gewone dwergvleermuizen foerageerden in de tuin aan de e Daaledijk en lang de platanen tuen de oplaglood en de fabriekhal, zie afbeelding. Ruim voor zonopkomt waren de foeragerende vleermuizen verdwenen en dat duidt erop dat deze vleermuizen buiten het projectgebied een verblijfplaat hebben. n de avond van juni i een uitvliegende gewone dwergvleermui waargenomen aan de noordzijde van de fabriekhal, zie afbeelding. Deze waarneming duidt op een zomerverblijfplaat. n de avond van augutu zijn geen middernachtzwermen waargenomen. Wel zijn tot baltende gewone dwergvleermuizen boven de oplaglood waargenomen en een foeragerende gewone dwergvleermui lang de platanen en de tuin. Opvallend i dat aan de poorzijde van het projectgebied geen enkele vleermui i waargenomen. fbeelding. Locatie uitvliegende gewone dwergvleermui (boven het bord met nummer ) Effecten De gebouwen waar de twee verblijfplaaten van de gewone dwergvleermui zijn aangetroffen blijven behouden. De gevel van de gebouwen waar de verblijfplaaten van vleermuizen zijn aangetroffen worden gerenoveerd. Met de renovatie zal prake zijn van vertoring en maatregelen dienen te worden genomen om de verblijfplaaten te behouden. Geadvieerd wordt om in elk geval een deel van de pouw toegankelijk te houden voor vleermuizen. Voor het renoveren van de gevel i mogelijk een ontheffing van de Wet natuurbecherming vereit. Voor een vergelijkbaar project i door het bevoegde gezag i - met inachtneming van vergelijkbare maatregelen- belit dat geen ontheffing nodig wa, omdat geen wezenlijke invloed uitgaat op de aanwezige populatie vleermuizen.

14 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Het bevoegde gezag zal al voorwaarde tellen dat voorafgaande aan de renovatie mitigerende maatregelen worden genomen, zoal het rekening houden met de mint kwetbare periode voor vleermuizen (half augutu- half oktober). n hoofdtuk worden de mitigerende en compenerende maatregelen meer in detail bechreven. fbeelding. Waarnemingen gewone dwergvleermui (Gi) De betaande bomen en de voortuin zijn een eentieel foerageergebied en dienen te worden gezien al onderdeel van de vate verblijfplaaten. ndien bomen worden gekapt i het nodig te bezien welke maatregelen kunnen worden genomen om het foerageergebied te compeneren.. roedvogel rchiefonderzoek n de binnentad zijn verchillende locatie bekend van bezette neten van de gierzwaluw in. De meet nabijgelegen neten van de gierzwaluw zijn in de Pijnboomtraat, Everard oudenbalchtraat en de Marnixlaan (alle locatie zijn gelegen op een aftand van circa m). Veldonderzoek Op mei zijn tijden de ochtendronde (.-. uur) en de avondronde van juli geen broedterritoria van vogeloorten met jaarrond bechermde vogeloorten waargenomen. Wat betreft broedvogel zijn alleen broedterritoria van merel en koolmee waargenomen. Hoewel vroeg in de ochtend overvliegende gierzwaluwen zijn gezien, waren deze duidelijk niet afkomtig van neten binnen het projectgebied. Huimuen zijn niet waargenomen.

15 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van MTGERENDE EN OMPENSERENDE MTREGELEN VLEERMUEN Door mitigerende en compenerende maatregelen te nemen, blijft de functionaliteit van de twee zomerverblijfplaaten almede het eentiële foerageergebied van de gewone dwergvleermuizen behouden. Geadvieerd wordt om naat het nemen van de mitigerende en compenerende maatregelen een ontheffing aan te vragen voor het vertoren van vate verblijfplaaten van vleermuizen. Mogelijk wordt geen ontheffing verleend op voorwaarde dat afdoende mitigerende en compenerende maatregelen worden uitgevoerd. De volgende maatregelen worden voorgeteld en zijn een vertaling van de mitigerende en compenerende maatregelen genoemd in de Soortentandaard gewone dwergvleermui. n de Soortentandaard gewone dwergvleermui worden faen ondercheiden;. De maatregelen die vooraf worden genomen;. De maatregelen die tijden de loop worden genomen;. Permanente compenatie. Maatregelen vooraf Met de ontheffingaanvraag voor vleermuizen zal door het bevoegd gezag al voorwaarde worden geteld dat voor de ontheffing compenerende maatregelen vereit zijn, welke vooraf dienen te zijn uitgevoerd. Per verblijfplaaten dient de compenatie in viervoud te worden uitgevoerd. Dit betekent dat in totaal vleermuikaten dienen te worden opgehangen, nabij de vlieg- en foerageerroute van de waargenomen vleermuizen. n de eerte helft van worden de renovatiewerkzaamheden uitgevoerd. Voor het wegnemen van paarverblijfplaaten geldt een minimale gewenningperiode aan de tijdelijke vleermuikaten ter compenatie. Voor zomerverblijfplaaten van minder dan dieren geldt een gewenningperiode van maanden. Dat betekent dat de vleermuikaten in juni dienen te worden opgehangen. Deze vleermuikaten dienen binnen een traal van meter te worden opgehangen. Omdat meerdere bomen blijven behouden binnen de paarterritoria en vliegroute i het ophangen van katen aan bomen de meet ideale locatie. n ondertaande afbeelding i te zien welke bomen blijven behouden.

16 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van fbeelding. Te behouden bomen /intandhouding foerageergebied. Maatregelen vlak voor/ tijden renovatie Vooraf wordt onderzocht hoe de pouw bouwkundig gezien in elkaar teekt en waar de uitvliegopeningen zich bevinden. Om te voorkomen dat mogelijkerwij vleermuizen in de winterperiode zich in het gebouw bevinden, dienen voor november maatregelen te worden getroffen om ervoor te zorgen dat tijdelijk geen vleermuizen meer in het gebouw kunnen. Dit kan worden bewerktelligd door kieren en pleten dicht te maken met cement (of iet dergelijk) in combinatie met het aanbrengen van excluion flap, om ervoor te zorgen dat vleermuizen er wel uit kunnen, maar er niet meer in kunnen. Een andere manier i het creëren van veel tocht in de pouw, zodat de pouw ongechikt i voor vleermuizen. Deze maatregel moet voor de eerte vortperiode worden uitgevoerd. De loop en het renoveren wordt begeleid door een ter zake kundige op het gebied van vleermuizen. Dit betekent niet dat een ter zake kundige op locatie aanwezig moet zijn, maar wel dat deze te allen tijde oproepbaar i al er vleermuizen aangetroffen worden in de bebouwing. Mochten er tijden de werkzaamheden vleermuizen aangetroffen worden dan worden de werkzaamheden op die locatie per direct getopt en wordt contact opgenomen met de ter zake kundige. Deze bepaalt op locatie of de werkzaamheden door kunnen gaan of dat aanvullende maatregelen getroffen moeten worden.. Toepaen vleermuivriendelijke verlichting Vleermuizen zijn nachtdieren en daarmee grotendeel gevoelig voor verlichting. Het toepaen van verlichting leidt daarmee tot mogelijk aantating van (te compeneren) verblijfplaaten en foerageergebieden. Om die reden mag tijden de actieve periode van vleermuizen geen (hinderlijke zoal groene) verlichting toegepat worden van zonondergang tot en met zonopkomt.

17 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van De actieve periode loopt van globaal half maart tot medio oktober. Vanaf medio oktober tot medio maart zijn vleermuizen in winterlaap en niet actief. n ondertaande tabel i weergegeven wanneer géén nachtelijke verlichting toegepat mag worden. Vleermuizen zijn gevoelig voor tandaard wit licht en licht met een groene of blauwe kleur, deze kleuren werken erg torend voor vleermuizen. Uit onderzoek blijkt echter dat de dieren geen lat hebben van amberkleurig (oranje rood) licht. Dit onderzoek i uitgevoerd door de oogdiervereniging in opdracht van Rijkwatertaat. Dit betekent dat al het noodzakelijk i dat er verlichting gebruikt wordt in de actieve periode, alleen amberkleuringe (led)verlichting gechikt i. Het toepaen van tijdelijke bouwlampen (met wit licht of de groene bouwlampen van ouwatch) zijn niet toegetaan, ter plaate van de betaande foerageergebieden van vleermuizen. Dat betekent ook dat in de uiteindelijke ituatie aan de noordwetzijde van het projectgebied alleen vleermuivriendelijke traatverlichting mag worden toegepat. Tabel : periode waarin vleermuizen gevoelig zijn voor wit en groen licht jan feb mrt apr mei jun jul aug ep okt nov de c Vleermuizen Geen verlichting toepaen van zonondergang tot en met zonopkomt. Permanente compenatie gewone dwergvleermui Ter vervanging van de twee zomerverblijfplaaten worden acht inmetelkaten in beide looden gerealieerd, fbeelding laat een voorbeeld zien van een gechikte vleermuikat. Deze vleermuikaten worden ingemeteld in de gevel verpreid over alle windrichtingen waarbij de invliegopening op minimaal meter hoogte i gelegen. fbeelding : Voorbeeld van een gechikte inbouwkat voor permanente compenatie (bron: Limpen, oogdiervereniging)

18 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Een andere mogelijkheid i het gechikt maken/laten van een deel van de pouw. Hierbij gelden de volgende richtlijnen (bron: Soortentandaard gewone dwergveermui): De ruimte in de pouw i minimaal cm breed, afgewerkt met materialen die niet kunnen uitzakken; Het materiaal aan de binnenzijde van de pouw mag niet te glad zijn, vleermuizen moeten houvat kunnen hebben. Per gevel zijn minimaal invliegopeningen aanwezig op minimaal m hoogte van minimaal x cm, maar niet groter dan x cm in de vorm van open tootvoegen of vergelijkbaar; Er wordt gewerkt met toffen en materialen die geen penetrante geur hebben en die niet irriterend zijn voor huid en luchtwegen. anvullende voorwaarden: Oploingen in de vorm van vleermuikaten aan de buitenzijde van de muur zijn niet toegetaan. Het ontwerp wordt ter goedkeuring getoett en chriftelijk vatgelegd door een ecoloog.

19 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van ONLUSE Voor het project Wielpoor/ e Daaledijkgebied, eerte fae i een nader onderzoek uitgevoerd naar bechermde planten, grondgebonden zoogdieren, vleermuizen en broedvogel. ehalve twee vate verblijfplaaten van de gewone dwergvleermui worden bechermde oorten niet verwacht ter plaate van het onderzochte gebied. De gebouwen waar de twee verblijfplaaten van de gewone dwergvleermui zijn aangetroffen blijven behouden. ndien de gevel aan deze gebouwen worden gerenoveerd, kan prake zijn van vertoring en/of vernietiging van de verblijfplaaten. Dit gebeurt veelal al gevolg van het dichtmaken van cheuren in de voegen, het dichtmaken van open tootvoegen of het aanbrengen van iolatiemateriaal in de pouw of onder het dak. Door mitigerende en compenerende maatregelen te nemen, blijft de functionaliteit van de twee zomerverblijfplaaten almede het eentiële foerageergebied van de gewone dwergvleermuizen behouden. Geadvieerd wordt om naat het nemen van de mitigerende en compenerende maatregelen een ontheffing aan te vragen voor het vertoren van vate verblijfplaaten van vleermuizen. Mogelijk wordt geen ontheffing verleend omdat, met het nemen van afdoende mitigerende en compenerende maatregelen, geen wezenlijke invloed uitgaat op de populatie gewone dwergvleermuizen. n voorliggende rapportage zijn maatregelen bechreven die dienen te worden genomen voorafgaande aan de renovatie, vlak voor en tijden de renovatie en compenerende maatregelen voor de definitieve ituatie. Hierbij wordt uitgegaan van het behoud van de meete bomen in de voortuin. ndien deze alnog worden gerooid zijn aanvullende maatregelen nodig ter becherming van het eentiële foerageergebied. Er zijn geen neten aangetroffen van jaarrond bechermde vogel. Ten lotte kunnen neten van niet jaarrond bechermde vogeloorten zoal koolmee en merel worden verwacht in de truiken en bomen in het projectgebied. ndien buiten het broedeizoen bochage of bomen worden verwijderd, hoeft geen rekening gehouden te worden met algemene broedvogel.

20 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van Literatuurlijt Gegeven utoriteit Natuur Klumper, T.. Witteveen en o. Grip op Locatie analye e Daaledijkgebied, Utrecht, p. Miniterie van Economiche zaken, Landbouw en nnovatie, Dient Regelingen (). Soortentandaard gewone dwergvleermui Miniterie van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit (). uiten aan het werk? Houd tijdig rekening met bechermde dieren en planten! Miniterie van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit (). Uitleg aangepate beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen. p. Netwerk Groene ureau gedragcode (), zie aan- kwaliteit/gedragcode S.. Vleermuionderzoek Kaattraat Utrecht. waarneming.nl

21 Nader ecologich onderzoek Wielpoor e Daaledijk te Utrecht mei Pagina van ijlage urriculum Vitae Naam Nationaliteit ir. L. Dremé Nederlande Peroonlijk profiel Linda i een dekundig ecoloog en heeft zich gepecialieerd in het raakvlak tuen bouwprojecten en bechermde flora en fauna. Opleiding fgeronde doctoraal obouw en o- en natuurbeheer in Wageningen. Mater eleid, ommunicatie en Organiatie in de eindfae. uruen Tekenen in rcmap, en aiveiligheid V (geldig tot - - ). atound, het opnemen en analyeren van vleermuigeluiden. Werkervaring jaar werkervaring betaande uit: - heden, verantwoordelijk ecoloog voor het project Gaaperdammerweg - Havendreef - heden, enior ecoloog bij DremevanderValk -, bk ruimte & milieu bv al ecoloog., provincie uid- Holand (gedetacheerd) al juridich advieur groene wetgeving., Enviie V al projectleider natuurontwikkelingprojecten. lgemene kenni en vaardigheden Nederland en Engel vloeiend in woord en gechrift, Fran redelijk in woord, goed in gechrift. Soortenkenni Vleermuizen: ind jaar ca - vleermuionderzoeken in tedelijk gebied per jaar; kenni en ervaring opgedaan uit de praktijk en door kennioverdracht in het veld door lokale andere vleermuidekundigen. ij twijfel over de oort wordt altijd een econd opinion gedaan door een andere dekundige, waardoor kenni teed wordt vergroot. Soorten van Laag Nederland: diveren veldonderzoeken naar o.a. rugtreeppad, noorde woelmui, waterpitmui, kleine modderkruiper, bittervoorn en ringlang. Ontheffingen aangevraagd voor de Flora- en faunawet: FF///; FF///, FF///; FF///; FF///; FF///; FF///; FF///; FF///; FF///