ISBN werkboek taal B _OM.indd :45

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ISBN werkboek taal B _OM.indd :45"

Transcriptie

1 werkboek taal B

2 thema 7 week 1 spreken en luisteren les 3 1 Verkennen a Luister en kijk naar de discussie van Bas, Laura, Josi en Michael. De stelling luidt: Een boek is alleen maar goed als het verhaal echt gebeurd kan zijn. Wie is het met de stelling eens, wie niet en wie twijfelt? Omcirkel het goede woord. Michael: eens / niet eens / twijfel Josi: eens / niet eens / twijfel Laura: eens / niet eens / twijfel Bas: eens / niet eens / twijfel b Wat is jullie standpunt? Zeg het in één zin. Wij vinden dat Dit ga je leren Je leert hoe je een discussie voert. Je leert wat je moet doen als je het samen niet eens bent. Dit moet je weten In een discussie probeer je elkaar te overtuigen van je standpunt. Als je het eens wordt, heb je een gezamenlijk standpunt. Het lukt niet altijd om het met elkaar eens te worden. gezamenlijk standpunt Een standpunt waar je het met elkaar over eens bent. Hebben jullie een gezamenlijk standpunt? 2 Voorbereiden a Jullie gaan een discussie houden. Kies een stelling: a Als je niet veel leest, blijf je dom. a Over tien jaar worden er geen boeken meer gemaakt. a Denk eerst na over de stelling. b Bereid de discussie voor. Lees de stappen in de praathulp en bedenk wat jij straks gaat zeggen. 3 Spreken en luisteren Kies een voorzitter. De voorzitter: zorgt ervoor dat alle stappen uit de praathulp aan bod komen; geeft beurten; vraagt naar argumenten; zorgt voor extra overleg als er geen gezamenlijk standpunt is. Voer de discussie met elkaar. Gebruik de praathulp. Tips Luister goed naar de argumenten van anderen. Vind je andere argumenten sterk? Dan mag je je standpunt veranderen. Vind je je eigen argumenten sterker? Dan mag je bij je standpunt blijven. 40

3 4 Napraten a Vul de luisterhulp in. b Geef feedback aan de voorzitter. Geef elkaar twee tops en één tip. Top: Tip: praathulp Inleiding 1 Lees de stelling. Snapt iedereen de stelling? 2 Bepaal jouw standpunt. Geef je mening. Ben je het wel of niet eens met de stelling? Kern 3 Verzamel de argumenten. Waarom ben je het wel of niet eens met de stelling? 4 Bepaal samen het standpunt. Is de groep het wel of niet eens met de stelling? 5 Overleg als je het samen niet eens kunt worden. Slot 6 Conclusie Hebben we als groep een gezamenlijk standpunt? Zo ja, vat het standpunt van de groep samen en noem kort en krachtig de argumenten. Zo nee, vat de argumenten voor en tegen samen. luisterhulp De voorzitter zorgde ervoor dat: ja een beetje nee iedereen aan het woord kwam; a a a we alle stappen uit de praathulp gedaan hebben; a a a er goede argumenten gegeven werden. a a a Kruis aan wat bij jou past. Ik was het wel / niet eens met de stelling. Ik kon wel / geen goede argumenten inbrengen. Ik ben wel /niet van mening veranderd tijdens de discussie. Ik ben het wel / niet eens met ons standpunt. 41

4 thema 7 week 2 schrijven les 8 1 Verkennen a Lees de boekrecensie. ensie. Dit ga je leren Je leert een recensie schrijven over een boek. Titel: Matilda Auteur: Roald Dahl Beschrijving: Matilda is een superslim meisje. Al vóór ze vijf was, las ze boeken van wereldberoemde schrijvers. Haar ouders vinden haar maar lastig en behandelen haar slecht. Op school maakt juffrouw Bulstronk het haar moeilijk. Maar Matilda is hen allemaal te slim af! Een geweldig boek! Matilda krijgt van mij vier sterren! Mijn juf heeft het voorgelezen en zelf heb ik het boek meteen daarna gekocht. Ik vind het zo leuk dat Matilda slimmer is dan haar ouders en juf. Het is zeker een aanrader en de film is ook geweldig. Alleen de tekeningen vind ik minder. Ik adviseer iedereen om het boek te kopen! Lisa (11 jaar) b Wat vindt Lisa van het boek? a Lisa is alleen maar positief over het boek. a Lisa is heel positief, maar noemt één klein minpuntje. a Lisa is negatief over het boek. Dit moet je weten In een recensie geef je je mening over een boek of een film. Soms kun je ook sterren geven: Hoe meer sterren, hoe beter je het boek vindt. je mening onderbouwen Als je je mening onderbouwt, geef je argumenten. Zo kun je anderen gemakkelijker overtuigen. 2 Voorbereiden a Ik ga een recensie schrijven over dit boek. b Vul de schrijfhulp in. Tip: schrijf alleen losse woorden op. 3 Schrijven Pak je schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op. Schrijf je recensie. Gebruik de schrijfhulp. 46

5 4 Nakijken Lees je tekst na. Vul de nakijkhulp in. Zie je nog een fout of wil je nog iets veranderen? Doe dat. 5 Presenteren Lees je recensie voor. Vraag de anderen of het duidelijk was. Geef elkaar een top en een tip. Top: Tip: schrijfhulp idee! Titel van het boek: Auteur: Korte beschrijving: een informatieboek Beoordeling (aantal sterren) Recensie (onderbouw je mening met één of meer argumenten): een grappig boek een gedichtenbundel nakijkhulp ja nee Staan de titel van het boek en de naam van de auteur erin? a a Heb je een korte beschrijving gegeven van het boek? a a Heb je je mening gegeven? a a Heb je één of meer argumenten gebruikt? a a Heb je de leestekens goed gebruikt? a a een spannend boek Argumenten bedenken om mijn mening te onderbouwen, vind ik: a helemaal niet moeilijk. a een beetje moeilijk. a erg moeilijk. 47

6 thema 7 week 3 schrijven les 13 1 Verkennen a Lees de limerick. Geef de woorden die rijmen dezelfde kleur. 1 Er was eens een vrouw uit Abcoude 2 Die heel graag op kattenvoer kauwde 3 Maar o wat een lol 4 Na zes blikken vol 5 Toen praatte ze niet meer, ze mauwde Dit ga je leren Je leert hoe je een limerick schrijft. Dit moet je weten Een limerick is een gedicht van vijf regels. De eerste regel eindigt meestal op een plaatsnaam. Een limerick is vaak grappig. b Regel 1, 2 en 5 hebben elk Regel 3 en 4 hebben elk klankgroepen. klankgroepen. 2 Voorbereiden a Bedenk een plaatsnaam waar veel woorden op rijmen. Plaatsnaam: Rijmwoorden: b Bekijk de schrijfhulp. Je hoeft hem deze keer niet in te vullen. de clou Het grappige einde van een limerick, een mop of een verhaal. 3 Eerste versie schrijven a Pak een kladblaadje. Schrijf samen een limerick. Schrijf om de beurt een regel op. Gebruik de schrijfhulp. b Lees de limerick na. Vul de nakijkhulp in. Verbeter de limerick. Je mag krassen in de eerste versie! 4 Eindversie schrijven Pak allebei een eigen schrijfblad. Schrijf je naam en de datum op. Schrijf de limerick in het net. Dit is de eindversie. Klaar? Maak nog een limerick. 5 Presenteren Lees de limerick voor aan je groepje. Geef elkaar een top en een tip. Top: Tip: ja een beetje nee Vonden de anderen je limerick grappig? a a a 52

7 idee! schrijfhulp 1 Deze regel eindigt op een plaatsnaam. 2 Deze regel rijmt op de plaatsnaam. 3 Dit is een korte regel. 4 Dit is een korte regel die rijmt op regel 3. 5 Deze regel geeft de clou en rijmt ook weer op de plaatsnaam. nakijkhulp ja nee Heeft de limerick vijf regels? a a Rijmen regel 1, 2 en 5? a a Rijmen regel 3 en 4? a a Zijn regel 3 en 4 korter dan regel 1, 2 en 5? a a Is het gedicht grappig? a a Wat vond je lastig? a een plaatsnaam bedenken a het bedenken van rijmwoorden a een clou bedenken die grappig is 53

8 thema 7 week 4 spreken en luisteren les 18 1 Verkennen a De stelling luidt: Van lezen word je slim! Hieronder staan vier argumenten. Welke zijn tegenargumenten? a A Door te lezen wordt je woordenschat groter. a B Je kunt van tv-kijken ook veel leren! a C Mijn vader leest nooit en die is toch heel slim. a D Mijn broer leest bijna nooit en die haalde de Cito-toets niet. b Luister naar het betoog van Josi. De stelling luidt: Boeken lezen is leuk en leerzaam! Ze noemt vijf argumenten. Welke zijn tegenargumenten? a A In een boek gebeuren veel nieuwe dingen waar je van kunt leren. a B Je kunt het als excuus gebruiken om geen klusje te hoeven doen! a C Je leert door de ogen van iemand anders kijken. a D Je leert toch niets van fantasieboeken, want dat is allemaal niet waar. a E Lezen is saai; je kunt beter een film kijken. Dit ga je leren Je leert hoe je in een betoog tegenargumenten kunt gebruiken. Dit moet je weten In een betoog geef je argumenten voor je standpunt. Als iemand het niet met je eens is, komt hij met tegenargumenten. Daarom is het handig als je zelf tegenargumenten bedenkt. Die kun je dan in je betoog ontkrachten. het tegenargument Een argument dat iemand tegen het standpunt inbrengt. een argument ontkrachten Een argument van een ander minder sterk maken. 2 Voorbereiden a Je gaat zelf een betoog houden. Kies een stelling of bedenk er zelf een. a Taal is belangrijker dan rekenen. a Er moeten meer schoolvakanties komen. a Anders, namelijk: b Bereid het betoog voor. Lees de stappen in de praathulp. Bedenk wat jij straks gaat zeggen. 3 Spreken en luisteren Houd om de beurt je betoog. Gebruik de praathulp. Luister je, vul dan voor één spreker de luisterhulp in. 4 Napraten Geef elkaar om de beurt feedback. Geef elkaar twee tops en een tip. Top: Tip: 56

9 praathulp Inleiding 1 Introduceer het onderwerp. Ik ga het hebben over 2 Geef het belang aan. Ik vind dit een belangrijk onderwerp, omdat Kern 3 Benoem het standpunt. Mijn standpunt is 4 Geef de argumenten.* Dit zijn mijn argumenten 5 Geef de tegenargumenten.* Wat zouden tegenargumenten kunnen zijn? Ontkracht ze. Slot 6 Trek een conclusie. En dus 7 Sluit af. Ik wil tot slot nog zeggen dat luisterhulp Ingevuld voor spreker ja enigszins nee De spreker vertelt het standpunt duidelijk. a a a De spreker had sterke argumenten. a a a De spreker ontkrachtte de tegenargumenten. a a a Ik vond het een goed betoog. a a a ja een beetje nee Is het gelukt om tegenargumenten te bedenken? a a a Is het gelukt om de tegenargumenten te ontkrachten? a a a 57

10 ISBN