natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw handboek havo-vwo deel 2a

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw handboek havo-vwo deel 2a"

Transcriptie

1 natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw handboek havo-vwo deel 2a

2 SENSOR NATUUR-, SCHEIKUNDE EN TECHNIEK VOOR DE ONDERBOUW HANDBOEK HAVO-VWO DEEL 2A AUTEURS: FONS ALKEMADE BORIS BERENTS MET MEDEWERKING VAN: PETER COX WIM VAN DEN MUNCKHOF TWEEDE DRUK MALMBERG S-HERTOGENBOSCH

3 Inhoudsopgave Werken met Sensor 4 1 De waterzuivering Startopdracht 8 1 Water 9 2 Scheidingsmethoden 17 3 Drinkwaterzuivering 25 4 Rioolwaterzuivering 33 Samenvatting 40 2 De auto Startopdracht 46 1 Motoren voor auto s 47 2 Beweging van auto s 54 3 Krachten op auto s 61 4 Zuinig en schoon vervoer 70 Samenvatting 75 3 De digitale camera Startopdracht 80 1 Licht 81 2 Lenzen 89 3 Kleur 98 4 De digitale camera 106 Samenvatting 114 Gereedschappen 118 Practicummaterialen 120 Register 122 3

4 Op de foto zie je een band met kettingen er om. Dat zijn sneeuwkettingen, die zorgen er voor dat de banden op een dikke sneeuwlaag toch voldoende grip hebben om veilig te kunnen rijden. Zo'n sneeuwketting is een technisch product waar mensen een lastig probleem mee hebben opgelost: hoe kun je veilig autorijden op een dikke laag sneeuw? De materiaalkennis die nodig is om dit soort producten te maken, komt uit de scheikunde. De natuurkunde geeft duidelijkheid over de grip die banden op het wegdek hebben en de techniek zorgt voor de juiste toepassing van die kennis. In dit geval voor de sneeuwkettingen die het rijden in de winter een stuk veiliger maken. 6 7 HOOFDSTUK 1 Kennismaken met techniek en natuurwetenschappen 8 HOOFDSTUK 1 Kennismaken met techniek en natuurwetenschappen afbeelding 5 Zonder natuurkunde geen disco. 12 HOOFDSTUK 3 De kermis afbeelding 38 In deze attractie ben je even gewichtsloos. afbeelding 1 Scherpe stenen pijlpunten om te jagen. afbeelding 6 Zonder biologie geen kennis van de levende wezens. afbeelding 7 Een wetenschapper aan het werk. Een constructie: is een bouwwerk dat bestaat uit onderdelen die met elkaar verbonden zijn; moet meestal stevig zijn, dus niet vervormen; Stevigheid heeft te maken met veiligheid. De veiligheid van een constructie wordt ook beter als hij sterker en stabieler is. Er zijn enkele constructies die opmerkelijk stevig zijn door hun vorm, namelijk de driehoeksconstructie en de boog constructie. De driehoeksconstructie is een constructie waarbij drie stangen een driehoek vormen. Je kunt een driehoeksconstructie vrijwel niet indrukken of uitrekken. De boogconstructie is een constructie waarbij een gebogen element is ingeklemd tussen twee vaste punten (bijvoorbeeld een brug). Een constructie zoals de achtbaan is opgebouwd uit stangen en balken: Deze balken zijn meestal niet massief. Niet massief betekent: ze zijn niet helemaal opgevuld met materiaal. Door materiaal uit een massieve balk weg te halen ontstaat een profielbalk. Het weghalen van materiaal hoeft niet altijd tot een verzwakking te leiden. Profielbalken kunnen verschillende profielvormen (doorsnedes) hebben. Een plaat: is een element waarvan de dikte veel kleiner is dan de lengte en breedte; kun je stevig maken door hem op een bepaalde manier te vervormen. HOOFDSTUK 1 Kennismaken met techniek en natuurwetenschappen HOOFDSTUK 1 Kennismaken met techniek en natuurwetenschappen HOOFDSTUK 3 De kermis Constructies kun je beschermen tegen de gevolgen van trillingen door ervoor te zorgen dat de plekken waar de onder delen van de constructie verbonden zijn, soepel zijn. Hierdoor gaat de constructie niet meetrillen en gaat dus niet kapot. Hierbij spreekt men van slimme constructies. Een achtbaan en andere attracties moeten veilig zijn voor gebruikers en omstanders: Men moet kunnen zien of alle beugels bij de inzittenden gesloten zijn. Dat kan met sensoren. Sensoren zijn apparaatjes ( voelers ) die een grootheid omzetten in een elektrisch signaal. De treintjes van de achtbaan mogen niet op elkaar botsen. Daarom zijn er remzones waarin een treintje veilig kan stoppen. Bij hoge constructies (zoals het reuzenrad) speelt de stabiliteit een belangrijke rol: Een constructie is stabiel als hij vrijwel niet omvalt als er tegen geduwd wordt. Je kunt de stabiliteit vergroten door het grondvlak van de constructie te vergroten. Het grondvlak is het gebied op de grond tussen de poten van de constructie. Bij het veiliger maken van constructies moeten altijd verschillende factoren tegen elkaar worden afgewogen: Veiligheid mag bijvoorbeeld niet heel veel geld kosten. Veiligheid moet niet te veel ten koste gaan van: het plezier van de gebruikers; de arbeid die de exploitant moet verrichten bij transport en opbouwen. Werken met Sensor Elk hoofdstuk van Sensor is op dezelfde manier opgebouwd. Handboek Elk hoofdstuk begint met een openingspagina. Je vindt hier een overzicht van de paragrafen, werkstukken en proeven bij het hoofdstuk. Bij een paragraaf kan een computersymbool staan. Dit betekent dat er een computerles is voor deze paragraaf. Je vindt de computerles op de methodesite. Startopdracht Gereedschappen thuis 8 Paragraaf 1 Het ontstaan van producten 9 Extra Natuurwetenschappen 12 2 Een idee uitwerken 14 Extra Tekenen met de computer 21 3 Materiaal kiezen 24 Extra Nieuwe materialen 31 4 Veiligheid 33 Extra Het vervoer van gevaarlijke stoffen 38 Samenvatting 40 Werkstukken 1 Een kandelaar van messing en hout 2 Een woonwijk tekenen Proeven 1 De invloed van een hoge temperatuur op water 2 Hoe sterk is een verbinding van klittenband? 3 Het volume van voorwerpen bepalen 4 Welke stoffen geleiden geen elektriciteit? 5 De buigbaarheid van hout 6 Open onderzoek (1): Klittenband 7 De brandbaarheid van een aantal vloeistoffen 8 Open onderzoek (2): Veiligheidsmaatregelen 1 Kennismaken met techniek en natuurwetenschappen Aan het begin van elk hoofdstuk staat een startopdracht. Dit is een klassikale opdracht. De opdracht laat je alvast kennismaken met de leerstof uit het hoofdstuk. Soms hoort er bij de startopdracht een filmpje, dat te vinden is op de methodesite. In dat geval staat er een computersymbool achter de titel van de startopdracht. Startopdracht Gereedschappen thuis Het is heel gezond om elke dag een stuk fruit te eten. Bijvoorbeeld een appel. Veel mensen schillen een appel voordat ze hem eten. Daarvoor gebruiken ze een mes. Daarmee kun je de schil er goed afhalen en de appel in kleine stukjes snijden. Lang geleden hadden de mensen geen messen zoals wij die kennen. Zij gebruikten schrapers. Dat waren stenen met scherpe randen. Daarmee konden ze de huid van dieren af halen. Die stenen schrapers waren handige gereedschappen. Jij gebruikt ook gereedschappen. Bijvoorbeeld bij het tanden poetsen, maar ook op school. Noem vijf gereedschappen die jij thuis dagelijks gebruikt. Je docent schrijft alle gereedschappen op het bord. Zorg dat je gereedschappen noemt die anderen niet genoemd hebben. 1 Het ontstaan van producten Thuis kom je technische producten tegen, zoals de televisie, de telefoon of een magnetron. Deuren zijn voorzien van sloten en er is verwarming en licht. Deze producten zijn voor ons inmiddels vanzelfsprekend, maar hoe ontstaan technische producten eigenlijk? De eerste producten Lang geleden was het leven s winters zwaar. Er waren nog geen huizen zoals nu. Mensen leefden in grotten of ondergrondse holen. Daar hadden ze minder last van de kou. Het eten werd rauw gegeten, ook vlees of vis. Dit duurde totdat ze leerden om vuur te maken. Vuur gaf licht en warmte en als ze een stuk vlees een tijd boven het vuur hielden, was het gemakkelijker te eten. De mensen maakten schalen om het voedsel in te verwarmen, maar ook gereedschappen. Gereedschappen zijn werktuigen waardoor je sneller of beter kunt werken. Voorbeelden van gereedschappen zijn hakbijlen om brandhout te hakken of pijlen met scherpe punten om te kunnen jagen (afbeelding 1). Gereedschappen worden technische producten genoemd, omdat ze door mensen zijn gemaakt. Er zijn ook producten waar bijna geen mensenhanden voor nodig zijn, bijvoorbeeld melk, vlees of graan. Een koe hoeft niet speciaal iets te doen om melk te maken en graan groeit vanzelf uit het zaad. Deze producten waar mensen vrijwel niets voor hoeven te doen, noemen we natuurlijke producten. Het ontstaan van nieuwe producten Oermensen hielden zich warm met kleding die van dierenhuiden was gemaakt. Ze ontdekten dat je gaatjes in die vellen kon maken. Door die gaatjes kon je houtvezels of reepjes huid vlechten en zo meerdere vellen aan elkaar vastmaken. Toen ze die vellen in passende stukken verdeelden, waren ze aardig op weg om kleding te maken. Nieuwe producten ontstaan vaak als mensen iets nodig hebben. Je zegt dan dat mensen een behoefte hebben. Een van de belangrijkste behoeften van mensen is voedsel. Deze behoefte stelt mensen voor het probleem hoe kom ik aan voedsel? Door de jaren heen zijn er allerlei producten gemaakt om dit probleem op te lossen, bijvoorbeeld: gereedschappen om akkers te bewerken zodat planten beter kunnen groeien; wapens om dieren te doden; gereedschappen om dieren te villen en in stukken te verdelen. Nieuwe producten ontstaan niet zomaar. Je hebt er een idee voor nodig. Mensen worden vaak door toevallige gebeurtenissen op een idee gebracht. Elk hoofdstuk bestaat uit vier paragrafen met basisstof. Elke paragraaf sluit af met extra stof. Je kunt deze stof doorwerken als je tijd over hebt. In zowel de basisstof als de extra stof hebben belangrijke begrippen een kleur gekregen. Je moet deze begrippen kennen voor de eindtoets. In de tekst kom je soms een verwijzing tegen naar een computerles. In een computerles worden moeilijke begrippen en onderwerpen op een aantrekkelijke manier uitgelegd. Je vindt de computerlessen op de methodesite. Na de basisstof en extra stof staan verwijzingen naar de werkstukken, proeven en theorievragen die horen bij de lesstof. Je vindt werkstukken, proeven en theorievragen in het opdrachtenboek. De antwoorden vind je in het uitwerkingenboek. Proef 2 Hoe sterk is een verbinding van klittenband? Als je de veters van je schoenen goed strikt, zitten je schoenen goed dicht. Als je een klittenbandsluiting hebt, hangt het van de sterkte van het klittenband af hoe goed je schoenen dicht zitten. In deze proef ga je onderzoeken hoe sterk een verbinding van klittenband is. Ga naar bladzijde 15 in het opdrachtenboek voor de instructies. Theorievragen Paragraaf 1 Maak op bladzijde 28 in het opdrachtenboek de theorievragen die horen bij paragraaf 1. Extra Natuurwetenschappen Veel problemen lijken op het eerste gezicht niet op elkaar. Bekijk de ppvolgende problemen maar eens. Probleem 1: Hoe naai je twee huiden aan elkaar? Probleem 2: Hoe kun je een kind zo pijnloos mogelijk een prikje geven? Probleem 3: Hoe krijg je een paal het gemakkelijkst in de grond? Een belangrijke stap in de oplossing van al deze problemen is voorwerpen te maken met een scherpe punt: Met scherpe naalden kun je gaatjes maken in dierenvellen. Met een scherpe naald kun je bijna pijnloos door de huid prikken. Een paal met een scherpe punt kun je gemakkelijk in de grond slaan. Natuurwetenschappen Uit het zoeken naar antwoorden op dit soort vragen, zijn de natuur wetenschappen ontstaan. Dat zijn de wetenschappen die verschijnselen in de natuur bestuderen. Belangrijke natuurwetenschappen zijn natuurkunde, scheikunde en biologie. Natuurkunde In de natuurkunde bestudeert men verschijnselen die in de natuur, maar ook in de techniek optreden. Voorbeelden daarvan zijn lucht, geluid, straling, elektriciteit, beweging en krachten (afbeelding 5). Proef 2 Hoe sterk is een verbinding va Als je de veters van je schoenen goed str dicht. Als je een klittenbandsluiting hebt het klittenband af hoe goed je schoenen onderzoeken hoe sterk een verbinding va bladzijde 15 in het opdrachtenboek voor Theorievragen Paragraaf 1 Maak op bladzijde 28 in het opdrachtenb bij paragraaf 1. Een natuurkundige probeert antwoorden te vinden op allerlei vragen. Bijvoorbeeld de vraag, hoe je met veel minder energie een lamp toch dezelfde hoeveelheid licht kunt laten geven. Met zo n lamp kan veel energie bespaard worden en dat is goed voor het milieu. Een voorbeeld van een nieuw product dat vooral dankzij de natuurkunde is ontwikkeld is de led-lamp. Een led-lamp gebruikt bijna tien keer zo weinig energie als een gewone gloeilamp en drie keer zo weinig als een spaarlamp. Scheikunde Scheikunde gaat over de bouw van stoffen en hun eigenschappen. Wat gebeurt er met stoffen als je ze mengt of verhit? Hoe reageren ze daarop? Hoe kun je nieuwe stoffen maken? Dankzij de scheikunde zijn er een heleboel nieuwe Scheikunde stoffen ontstaan, die ons leven makkelijker, leuker of veiliger hebben gemaakt. Een voorbeeld van een nieuwe stof is teflon dat gebruikt wordt als anti-aanbaklaag in koekenpannen. De merknaam Tefal is zelfs afgeleid van de naam van deze stof. Biologie De biologie bestudeert alles wat leeft: bacteriën, schimmels, planten en dieren (afbeelding 6). Dankzij de biologie begrijpen we veel meer van ziekten en hoe je ze kunt voorkomen of genezen. Door biologisch onderzoek zijn onder andere schimmels en bacteriën ontdekt. Men heeft geleerd dat ze ziekten veroorzaakten, maar ook dat we niet zonder bacteriën kunnen leven. Ze vervullen een belangrijke rol bij de vertering van voedsel in de dikke darm. Ook zijn ze belangrijk voor het maken van voedsel zoals zuurkool. Onderzoek Natuurwetenschappers doen bij hun zoektocht naar antwoorden veel onderzoek (afbeelding 7). Vaak in een laboratorium, maar ook buiten in de natuur. Zonder natuurwetenschappen waren er geen computers, mobieltjes, medicijnen, kunststoffen of griepspuiten. van een nieuw product dat vooral dankzij d is de led-lamp. Een led-lamp gebruikt bijna als een gewone gloeilamp en drie keer zo w Scheikunde gaat over de bouw van stoffen gebeurt er met stoffen als je ze mengt of v daarop? Hoe kun je nieuwe stoffen maken? een heleboel nieuwe stoffen ontstaan, die of veiliger hebben gemaakt. Een voorbeeld dat gebruikt wordt als anti-aanbaklaag in Tefal is zelfs afgeleid van de naam van dez Biologie De biologie bestudeert alles wat leeft: bac di ( fb ldi 6) D k ij d bi l i Theorievragen Extra 1 Maak op bladzijde 30 in het opdrachtenboek de theorievragen die horen bij de extra van paragraaf 1. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting. In de samenvatting staat de belangrijkste leerstof uit het hoofdstuk. Je kunt de samenvatting gebruiken om je voor te bereiden op de eindtoets. 4 Extra Gewicht en g-krachten In een achtbaan rijd je het ene moment rechtdoor en even later lig je in een scherpe bocht. In zo n bocht word je met kracht tegen de stoel of de beugel geduwd. Je armen en benen lijken zwaarder dan normaal. We zeggen dan: de g-krachten zijn groter dan normaal. De g van g-krachten staat voor gravitatie. Dat is de officiële naam voor de kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt. De normale g-kracht is de zwaartekracht. Sta je gewoon op aarde, dan kun je zeggen: de kracht op mij is 1 g. Voor iemand van 50 kg is dat een kracht van (ongeveer) 500 N. In een scherpe bocht voel je al vlug een kracht van 2 g. Alles lijkt dan twee keer zo zwaar. Een arm kun je dan moeilijk optillen. Bij het over de kop gaan kun je krachten voelen van wel 4 of 5 g. Piloten in supersonische straaljagers ondervinden soms nog grotere g-krachten. Die krachten zijn zo heftig dat ze zonder allerlei speciale maatregelen bewusteloos zouden raken. Ook als g-krachten snel veranderen, raakt je lichaam van slag. Je kunt daar behoorlijk misselijk van worden. In een achtbaan maak je daarom bijna nooit een rondje rechtop én horizontaal. In die positie kun je maar weinig g-krachten verdragen. Soms is de g-kracht niet groter dan normaal maar nul. Dat is bijvoorbeeld het geval in de attractie van afbeelding 38. Je wordt in een soort lift naar een flinke hoogte getakeld. Van daaruit val je gedurende een korte tijd vrij naar beneden. Je bent dan gewichtsloos. Je voelt even helemaal geen g-krachten meer. Als je tijdens het vallen een steen in je hand zou hebben, zou je die niet voelen omdat de steen ook gewichtsloos is. Aan het einde van de val moet je natuurlijk tijdig en veilig afgeremd worden. Dan voel je ineens weer een hele grote g-kracht. Bij sommige mensen kan de maag daar niet zo goed tegen! Theorievragen Extra 4 Maak op bladzijde 119 in het opdrachtenboek de theorievragen die horen bij de extra van paragraaf 4. Samenvatting 1 Constructies Extra Slimme constructies Veiligheid en stabiliteit 2

5 Opdrachtenboek In het opdrachtenboek staan drie soorten opdrachten: werkstukken, proeven en theorievragen. De werkstukken maak je in het technieklokaal, de proeven in het praktijklokaal en de theorievragen in het theorielokaal. In het opdrachtenboek mag je niet schrijven. Soms moet je bij een opdracht een knipblad gebruiken. De knipbladen kun je printen van de methodesite. Soms moet je bij een opdracht specifieke vaardigheden toepassen. Voor dergelijke vaardigheden zijn vaardigheidskaarten gemaakt. Je vindt deze vaardigheidskaarten ook op de methodesite. 2 De fiets Werkstukken 1 [paragraaftitel] De strandzeiler [paragraaftitel] Een kaarthouder ontwerpen Proeven 1 [paragraaftitel] De fietskeuring [paragraaftitel] Weerstand [paragraaftitel] Frontaal oppervlak [paragraaftitel] De tandwielen op je fiets [paragraaftitel] Het verzet [paragraaftitel] Lagers [paragraaftitel] Materiaal kiezen [paragraaftitel] Roesten: Wat zijn de oorzaken? [paragraaftitel] Roesten: Hoe kun je het voorkomen? Verzinken [paragraaftitel] Theorievragen Paragraaf 1 [paragraaftitel] Verschillende fietsen Extra 1 Supersnelle fietsen Paragraaf 2 [paragraaftitel] Kracht en beweging overbrengen Extra 2 Versnellingen Paragraaf 3 [paragraaftitel] Materialen van de fiets Extra 3 Rubber Paragraaf 4 [paragraaftitel] Materialen beschermen Extra 4 Gritstralen Methodesite Voor de methodesite van Sensor ga je naar: Je vindt hier verschillende lesmaterialen: computerlessen, vaardigheidskaarten, knipbladen, adviestoetsen, plusopdrachten, extra opdrachten en herhalingsopdrachten. De verschillende lesmaterialen zijn geplaatst in leerroutes. Een leerroute is een stapsgewijze planner van een hoofdstuk. Bij elk hoofdstuk hoort een basisroute en een vervolgroute. In de basisroute staat voor iedere paragraaf uit het hoofdstuk een blokje. Wanneer je op het blokje klikt, wordt zichtbaar welke lessen er bij die paragraaf horen. Als je een les hebt gedaan, kun je hem afvinken en de volgende les doen. Je sluit de basissroute af met een adviestoets. Dit is een digitale toets over de leerstof uit de basisroute. De toets meet hoe goed je deze leerstof begrepen hebt. Op basis van jouw antwoorden zet de computer een vervolgroute klaar met leerstof die aansluit bij jouw niveau. Dit kunnen plusopdrachten (leerstof op hoog niveau), extra opdrachten (leerstof op gemiddeld niveau) of herhalingsopdrachten (herhaling van leerstof uit de basissroute) zijn. Plus Plus les Plus les Samenvatting Basis Extra Paragraaf 1 Paragraaf 2 Paragraaf 3 Paragraaf 4 Extra les Extra les Startopdracht Samenvatting Adviestoets Eindtoets Boek Boek en computerles Herhaling Computerles PDF Herhalingsles Herhalingsles Samenvatting 5

6 Ons drinkwater wordt gemaakt van water uit de bodem en uit rivieren en beken. Het wordt speciaal schoongemaakt. We gebruiken dit water niet alleen om te drinken. We wassen er ook ons lichaam en onze kleding mee. We gebruiken het om schoon te maken. Ook bereiden we er ons voedsel mee. Gemiddeld gebruiken we meer dan tien grote emmers drinkwater per persoon per dag. Nadat het drinkwater is gebruikt, heet het afvalwater. Afvalwater bevat allerlei stoffen, zoals zeepresten, olie, toiletpapier en zand. Die stoffen moeten eruit gehaald worden. Daarom wordt al het afvalwater verzameld en schoongemaakt. Startopdracht Durf jij dit water te drinken? 8 1 Paragrafen 1 Water 9 Extra Oplosbaarheid en temperatuur 15 2 Scheidingsmethoden 17 Extra Filters 23 3 Drinkwaterzuivering 25 Extra Water ontharden 31 4 Rioolwaterzuivering 33 Extra Het stankslot 39 Samenvatting 40 Werkstukken 1 Een ontzilter maken 2 Een waterspuit maken Proeven 1 Vaste stoffen en vloeistoffen mengen 2 Suspensie en emulsie 3 Oplosbaarheid (open onderzoek) 4 Stoffen scheiden: bezinken en afschenken 5 Stoffen scheiden: filtreren 1 6 Stoffen scheiden: filtreren 2 7 Stoffen scheiden: indampen 8 Stoffen scheiden: extraheren 9 Stoffen scheiden: adsorberen 10 Water uit de kraan 6

7 De waterzuivering 7

8 Startopdracht Durf jij dit water te drinken? Drinkwater wordt gemaakt van grondwater en rivierwater. Als het water wordt opgepompt, is het vuil. Het is dan niet geschikt om te drinken en moet eerst worden gezuiverd. Je gaat dit zelf proberen. Je krijgt vuil water dat je gaat zuiveren. Met verschillende technieken haal je de vervuiling eruit. Durf je het water daarna te drinken? Voor het uitvoeren van deze opdracht, krijg je informatie van je docent. 8

9 1 Water Bekijk de computerles voor meer uitleg. Overal op aarde is water. Het komt voor in alle fasen. Water zit als waterdamp in de lucht die we inademen en weer uitademen. Als vloeistof stroomt het in zeeën, oceanen en rivieren. Als vaste stof schuift het van hoge bergen af in de vorm van gletsjers, en drijft het in zee als ijsschotsen. Water zit ook op plekken waar je het niet kunt zien. Bijvoorbeeld in planten en dieren. Sinds enkele jaren weten we dat het in de vorm van ijs zelfs op andere planeten in ons zonnestelsel voorkomt. Waterkringloop De fase waarin water voorkomt, kan veranderen. Je hebt dat geleerd in hoofdstuk 6 van deel 1. Het vloeibare water in zeeën, meren en rivieren verdampt. Het verdwijnt dan als waterdamp in de lucht. Maar zodra die lucht afkoelt, condenseert de waterdamp tot kleine druppeltjes. Zo ontstaan wolken. De wind drijft de wolken tot boven land. Hierdoor worden de wolken omhoog geduwd, met als gevolg dat ze verder afkoelen. Door deze afkoeling condenseert er nog meer waterdamp en worden de druppels in de wolk groter en zwaarder. Dit gaat net zolang door totdat de druppels zo groot en zwaar zijn, dat ze als neerslag uit de lucht vallen. Via de bodem en via beken en rivieren stroomt het water dan weer terug naar de zee. Water maakt dus een kringloop door (afbeelding 1). Deze kringloop heet de waterkringloop. Al het water op aarde doet hieraan mee. afbeelding 1 De waterkringloop. condenseren regen opstijgende lucht luchtstroom naar land verdamping in de oceaan waterafvoer naar zee 9

10 Zout of zoet? Zeewater is zout. Je hebt dat vast wel eens geproefd. Het water in rivieren en beken is niet zout. Dit verschil ontstaat in de waterkringloop. Als zeewater verdampt, verdampt alleen het water. Het zout blijft achter in de zee. In de neerslag die uiteindelijk uit de lucht valt, zit dus geen zout. Daarom noemen we dit water zoet water. Het water dat via de waterkringloop op het land terechtkomt, is dus zoet water. Dit water stroomt uiteindelijk weer terug naar de zee. Dat kan langs twee routes: over het oppervlak van de aarde; via de grond. Het water dat de route via de oppervlakte kiest, heet oppervlaktewater. Oppervlaktewater is water dat op het land aan de oppervlakte zichtbaar is. Bijvoorbeeld in rivieren en meren. Het water dat via de grond terugstroomt, heet grondwater. Grondwater zie je meestal niet. Het stroomt heel langzaam door de bodem. Oppervlaktewater en grondwater zijn twee vormen van zoet water (afbeelding 2). Ons drinkwater wordt gemaakt van dit zoete oppervlakte- en grondwater. Maar voordat dit water hiervoor geschikt is, moet er heel wat gebeuren. afbeelding 2 Zoet water. wolk regen bergen verdamping oceaan land rivier grondwater 10

11 Water is een mengsel Zeewater bevat zout en water. Maar er zitten ook allerlei andere stoffen in, zoals zand en kalk. Daarom noemen we zeewater een mengsel. In een mengsel zitten altijd meer stoffen door elkaar. Het zand in het zeewater kun je zien. Het zorgt ervoor dat het mengsel een beetje troebel is. Als je zeewater lang laat staan, zakt het zand langzaam naar de bodem. Daardoor wordt de vloeistof een beetje helderder. Het zout in zeewater zie je niet, maar je proeft het wel. Het zout is opgelost in het water. Oppervlaktewater en grondwater zijn ook mengsels van water, zand en andere stoffen. Voor een deel komen deze stoffen in het water terecht als er neerslag ontstaat. Het water in regendruppels is daardoor een mengsel van water en stoffen die in de lucht zweven. Zodra het water op de grond terechtkomt en via sloten en beken naar rivieren stroomt, mengt het zich met zand en allerlei andere stoffen uit de bodem. Dit gebeurt ook bij het water dat door de grond naar beneden zakt. Dit water mengt zich met allerlei stoffen in de bodem, zoals ijzer, fosfor, magnesium en natrium. Soorten mengsels Zeewater, oppervlaktewater en grondwater zijn mengsels van water met allerlei andere stoffen. In tabel 1 zie je enkele voorbeelden van verschillende mengsels. tabel 1 Homogene en heterogene mengsels. Homogeen mengsel Heterogeen mengsel vaste stof + vaste stof brons beton messing vloeistof + vaste stof Oplossingen: suikerwater Overige: zeewater vruchtensap met vruchtvlees verf zoutoplossing koffie thee vloeistof + vloeistof azijn (azijnzuur + water) stoom koolzuurhoudende frisdranken vloeistof + gas zuurstof in zuiver water gas + gas zuivere lucht Er bestaan twee soorten mengsels: homogene mengsels en heterogene mengsels. In afbeelding 3 zie je twee deeltjesmodellen. Een deeltjesmodel is een schematische weergave van de manier waarop de deeltjes in een stof zich gedragen. Je hebt dit geleerd in deel 1. Met dit deeltjesmodel kun je het verschil tussen homogene en heterogene mengsels uitleggen. Een homogeen mengsel is een mengsel tussen twee of meer stoffen waarin je de deeltjes van de verschillende stoffen niet meer herkent. Ze zijn zo goed gemengd dat je ze soms zelfs niet meer kunt zien. Suikerwater is een voorbeeld van een homogeen mengsel. De suikerdeeltjes zijn zo goed 11

12 afbeelding 3 Deeltjesmodellen van vloeibare mengsels. a In een homogeen mengsel zijn de deeltjes van de verschillende stoffen gelijkmatig verdeeld. b In een heterogeen mengsel klonteren de deeltjes van de verschillende stoffen een beetje samen. Daardoor blijven de gemengde stoffen herkenbaar. gemengd met de waterdeeltjes dat je ze niet meer ziet. We zeggen dan: de suiker is opgelost in water. In afbeelding 3a zie je het deeltjesmodel van een homogeen mengsel van twee stoffen. De deeltjes van dit mengsel zijn heel goed gemengd. Ze zitten overal door elkaar heen. Een zoutoplossing is een voorbeeld van een homogeen mengsel, net als thee, koffie en cola (afbeelding 4). Bij deze mengsels is water gebruikt als oplosmiddel. Een homogeen mengsel waarbij een vloeistof is gebruikt als oplosmiddel, heet een oplossing. Oplossingen hebben een bijzonder kenmerk: ze zijn altijd helder en doorzichtig. Dit geldt ook als ze een kleur hebben. In afbeelding 3b zie je het deeltjesmodel van een heterogeen mengsel van twee stoffen. Bij een heterogeen mengsel kun je de verschillende deeltjes in het mengsel nog goed herkennen. Dit komt doordat de deeltjes van dezelfde stof een beetje samenklonteren. Een voorbeeld van een heterogeen mengsel is modderwater. Modderwater is een mengsel van zand en water. Wanneer je zand mengt met water, blijf je de zanddeeltjes zien. Als je het mengsel een poosje laat staan, zinkt het zand heel langzaam naar de bodem. Andere voorbeelden van heterogene mengsels zijn stoom, verf, vruchtensap met vruchtvlees en beton (afbeelding 4). Stoom bestaat uit een mengsel van lucht en fijne waterdruppeltjes. Beton bestaat uit een mengsel van zand, cement, water en kiezels. afbeelding 4 Thee is een homogeen mengsel. Sinaasappelsap is een heterogeen mengsel. Oplossingen Een homogeen mengsel met een vloeistof als oplosmiddel heet een oplossing. Thee is een voorbeeld van een oplossing. Thee bestaat uit kleur- en smaakstoffen die in water zijn opgelost. Oplossingen zijn heldere mengsels. Dit betekent dat je er doorheen kunt kijken. Sommige mensen drinken thee met suiker. Hoe meer suiker, hoe zoeter de thee smaakt. De concentratie van de oplossing bepaalt de smaak van de 12

13 thee met suiker. De concentratie van een vloeistof is de hoeveelheid opgeloste stof (in gram) per hoeveelheid oplosmiddel (in liter). Om de concentratie van de oplossing uit te rekenen, moet je bepalen hoeveel van de opgeloste stof is opgelost in één liter vloeistof. Dat doe je zo. In een theekopje past ongeveer 200 ml thee. Op een afgestreken theelepel past ongeveer 1,5 g suiker. Als je één schepje suiker in een kopje thee doet, is de concentratie suiker (1,5 / 200) 1000 ml = 7,5 g/l. Bij twee schepjes is de concentratie: ((1,5 2) / 200 ) 1000 ml = 15 g/l. Hoe meer suiker je dus toevoegt, hoe hoger de concentratie wordt. De suiker lost goed op in hete thee. Als je even roert, verdwijnt de suiker snel. Maar dit gaat niet eindeloos door. Op een zeker moment lost de suiker niet meer op en zakt naar de bodem. Op dat moment is de maximale hoeveelheid van de stof opgelost in de vloeistof. De oplossing is verzadigd. Een verzadigde oplossing is een oplossing waarin de maximale hoeveelheid van een stof is opgelost (afbeelding 5b). Zolang het verzadigingspunt niet is bereikt, heet een oplossing onverzadigd (afbeelding 5a). De maximale hoeveelheid van een stof die je kunt oplossen in een liter van een oplosmiddel, heet oplosbaarheid. Elke oplosbare stof heeft een bepaalde oplosbaarheid voor een bepaald oplosmiddel (tabel 2). Keukenzout heeft een oplosbaarheid van 359 gram per liter water. Dit betekent dat je in één liter water (van 20 C) maximaal 359 gram zout kunt oplossen. Het zout dat je daarna toevoegt, slaat neer op de bodem. Zodra dat gebeurt, is sprake van een oververzadigde oplossing (afbeelding 5c). Bij een oververzadigde oplossing zie je neerslag op de bodem. afbeelding 5 Drie oplossingen van dezelfde stof. a Onverzadigd. b Verzadigd. c Oververzadigd. 13

14 tabel 2 Oplosbaarheid van enkele stoffen bij 2 C. Oplosbaarheid (g/l) koolstofdioxide (gas) 1,47 soda 259 suiker 2042 zout 359 zuurstof (gas) 0,04 bakpoeder 96 gips 2,6 Suspensie en emulsie Een oplossing is een helder mengsel waar je doorheen kunt kijken. Er bestaan ook mengsels die niet helder zijn, maar troebel. Bijvoorbeeld verf en vruchtensappen met vruchtvlees. Verf en vruchtensappen met vruchtvlees zijn allebei heterogene mengsels. Ze bestaan uit een mengsel van vaste stoffen en een vloeistof. De vaste stoffen in een heterogeen mengsel zweven in de vloeistof. Hierdoor ziet het mengsel er troebel uit en kun je er niet doorheen kijken. Een mengsel waarbij een vaste stof zweeft in een vloeistof heet een suspensie (afbeelding 6). Als je een suspensie lang laat staan, zakken de deeltjes van de vaste stof naar beneden. Dit is ook de reden waarom je sommige vruchtensappen moet schudden voordat je ze drinkt. afbeelding 6 Een suspensie. Als je olie en water probeert te mengen, merk je dat dit niet lukt. Deze vloeistoffen willen niet met elkaar mengen. Wanneer je de twee vloeistoffen bij elkaar doet en heel goed schudt, lijkt het er even op dat ze wel mengen. Maar als je een poosje wacht, zie je weer duidelijk twee verschillende vloeistoffen. 14

15 Met een speciale hulpstof kun je niet-mengbare vloeistoffen toch met elkaar mengen. Deze hulpstof heet een emulgator. Het heterogene mengsel dat dan ontstaat, noem je een emulsie. Een emulsie is dus een mengsel van niet-mengbare vloeistoffen die door toevoeging van een emulgator wel gemengd blijven. Mayonaise is een voorbeeld van een emulsie. Het bestaat uit water, azijn, olie en eigeel. Het eigeel is de emulgator: het zorgt ervoor dat de drie vloeistoffen met elkaar mengen. Margarine is een ander voorbeeld van een emulsie. Suspensies en emulsies kun je gemakkelijk onderscheiden van oplossingen. Suspensies en emulsies zijn altijd troebel, zodat je er niet doorheen kunt kijken. Oplossingen zijn helder en doorzichtig. Proef 1 Vaste stoffen en vloeistoffen mengen In deze proef ga je kijken wat er gebeurt als je vaste stoffen en vloeistoffen mengt. Ga naar bladzijde 19 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 2 Suspensie en emulsie Welke eigenschappen heeft een suspensie? En hoe maak je een emulsie? In deze proef onderzoek je de eigenschappen van deze bijzondere mengsels. Ga naar bladzijde 21 in het opdrachtenboek voor de instructies. Theorievragen Paragraaf 1 Ga naar bladzijde 37 in het opdrachtenboek voor de theorievragen die horen bij paragraaf 1. Extra Oplosbaarheid en temperatuur Elke oplosbare stof heeft een bepaalde oplosbaarheid voor een bepaald oplosmiddel. De oplosbaarheid is de maximale hoeveelheid van de stof die in het oplosmiddel kan oplossen. De oplosbaarheid van een stof verandert als de temperatuur van het oplosmiddel verandert. Bij 20 C kun je bijvoorbeeld maximaal 359 gram zout in één liter water oplossen. Is het water 100 C, dan kun je 392 gram zout in één liter water oplossen. De oplosbaarheid van veel vaste stoffen neemt toe als de temperatuur van het oplosmiddel stijgt. En als de temperatuur daalt, neemt de oplosbaarheid af. 15

16 Dit principe kun je gebruiken om kristallen van suiker of zout te maken (afbeelding 7). Dit werkt zo. Je maakt een verzadigde oplossing bij een hoge temperatuur. Als de oplossing daarna afkoelt, raakt hij oververzadigd. De opgeloste stof (suiker of zout) klontert dan samen en slaat neer. Zo krijg je suiker- of zoutkristallen. Hetzelfde gebeurt als je ervoor zorgt dat oplosmiddel in een verzadigde oplossing verdampt. Hierover leer je meer in paragraaf 2. afbeelding 7 Kristallen van suiker. Bij het oplossen van gassen werkt dit net andersom. Hoe hoger de temperatuur, hoe kleiner de oplosbaarheid van een gas wordt. Dit komt doordat deeltjes van een gas bij hogere temperaturen zo snel gaan bewegen dat ze uit het oplosmiddel ontsnappen. Hierdoor kunnen vissen in de zomer last krijgen van zuurstofgebrek. Door de hogere temperatuur van het water verdwijnt er veel zuurstof uit het water. Proef 3 Oplosbaarheid (open onderzoek) Sommige stoffen lossen gemakkelijk op in een oplosmiddel. Maar kun je oneindig veel van die stof oplossen in het oplosmiddel? En heeft de temperatuur invloed op de oplosbaarheid van een stof in een bepaald oplosmiddel? Ga naar bladzijde 23 in het opdrachtenboek voor de instructies. Theorievragen Extra 1 Ga naar bladzijde 39 in het opdrachtenboek voor de theorievragen die horen bij de extra van paragraaf 1. 16

17 2 Scheidingsmethoden Bekijk de computerles voor meer uitleg. Ons drinkwater wordt gemaakt van oppervlaktewater en grondwater. Oppervlaktewater en grondwater zijn mengsels. Ze zijn ongeschikt om te drinken, want er zitten allerlei ongewenste stoffen in. Soms zelfs zeer ongezonde stoffen en ziekteverwekkers. Deels zweven die stoffen in het water, zoals in een suspensie, en deels zijn ze erin opgelost. Het drinkwaterbedrijf haalt de ongewenste stoffen uit het water. Dit heet water zuiveren. Het eindproduct is water dat geschikt is om te drinken: drinkwater. Om de verschillende stoffen in mengsels en oplossingen te scheiden (uit elkaar te halen), moet je scheidingsmethoden toepassen. Bij deze methoden gebruik je de verschillende stofeigenschappen van de stoffen in die mengsels en oplossingen. Er zijn allerlei scheidingsmethoden die je kunt gebruiken om stoffen van elkaar te scheiden, zoals: bezinken en afschenken zeven filtreren indampen destilleren extraheren adsorberen Bezinken en afschenken Bij een suspensie kun je de vaste stoffen uit de vloeistof halen door de suspensie rustig te laten staan. De vaste deeltjes zakken langzaam naar de bodem: ze bezinken. Deze deeltjes noem je het bezinksel. Vervolgens schenk je de vloeistof heel voorzichtig over. Dat heet afschenken. Zo scheid je de schone oplossing van het bezinksel. In afbeelding 8 zie je hoe dit werkt. Bezinken en afschenken is geen nauwkeurige scheidingsmethode. Er blijven altijd wel een paar vaste deeltjes in de vloeistof zitten. Maar het grootste deel haal je er op deze manier wel uit. afbeelding 8 Bezinken en afschenken. 17

18 De scheidingstechniek bezinken en afschenken kun je ook gebruiken om een heterogeen mengsel van vloeistoffen te scheiden, zoals een mengsel van olie en water. Olie en water mengen niet met elkaar. Als zo n mengsel een poosje staat, gaat de olie boven op het water drijven. Door de olie voorzichtig af te gieten, kun je de vloeistoffen van elkaar scheiden. Zeven Als je macaroni kookt, scheid je de macaroni van het hete water zodra die gaar is. Dit kan heel eenvoudig met een zeef of vergiet. Als je dit heterogene mengsel in de zeef giet, blijft de macaroni in de zeef, terwijl het water er doorheen loopt. Deze manier van scheiden heet zeven. Om te zeven, gebruik je een zeef. Dit is een hulpmiddel met gaatjes erin. Meestal is een zeef gemaakt van metaal of kunststof. Door te zeven, kun je allerlei stoffen in mengsels scheiden. Bijvoorbeeld een mengsel van zand en schelpen. Je maakt dan gebruik van de grootteverschillen van de deeltjes in het mengsel. De grotere deeltjes blijven in de zeef achter, terwijl de kleinere deeltjes door de zeef heen gaan. Bij banken gebruiken ze deze methode om muntgeld te sorteren. Een mengsel van allerlei munten gaat in een sorteermachine. In deze machine zitten verschillende zeven. Elke zeef houdt alleen deeltjes van een bepaalde grootte tegen, bijvoorbeeld de munten van 1,. Alle munten die kleiner zijn, vallen door de zeef heen. Een andere zeef haalt er dan de munten van twintig eurocent uit. residu Filtreren Filtreren is net zoiets als zeven. Hierbij maak je ook gebruik van het verschil in grootte van de deeltjes van stoffen. Filtreren is heel geschikt om suspensies te scheiden, bijvoorbeeld een mengsel van zand en water. Bij filtreren gebruik je een filter (afbeelding 9). De meeste filters zijn gemaakt van poreus materiaal, bijvoorbeeld papier of textiel. Een koffiefilter is hiervan een voorbeeld, een theezakje ook (afbeelding 10). Dankzij piepkleine gaatjes in de filter kunnen de vloeistoffen er doorheen, maar de vaste stoffen niet. De filter werkt dus als een soort zeef. afbeelding 9 Filtreren. filtraat afbeelding 10 Bij koffiezetten maak je ook gebruik van filtreren. oplosmiddel residu 18 filtraat

19 Als je een mengsel van zand en water filtreert, blijft het zand achter in de filter. Het water loopt er doorheen. De stoffen die achterblijven in de filter heten residu. De stoffen die door de filter heen lopen, heten filtraat. Zeven en filtreren zijn niet geschikt om opgeloste stoffen uit oplossingen te halen. Indampen Suiker lost op in water. Daardoor ontstaat een homogeen mengsel: een suikeroplossing. Hoe warmer het water, hoe meer suiker erin op kan lossen. De suiker verdwijnt in het water. Toch kun je de suiker weer uit het water halen. Je moet het water dan laten verdampen. Dit doe je door de oplossing te verwarmen. Hoe meer water er verdampt, hoe meer de oplossing verzadigd raakt. Op een zeker moment raakt die oververzadigd. In paragraaf 1 heb je geleerd wat er dan gebeurt: de suiker klontert samen en slaat neer. Neerslaan lijkt op bezinken, maar het is niet precies hetzelfde. Bij bezinken zakt een stof altijd naar de bodem. Bij neerslaan kan een stof ook op de zijwanden gaan zitten. afbeelding 11 Indampen van zout water. Als je de suikeroplossing blijft verwarmen, verdampt er steeds meer water. Er slaat dan ook steeds meer suiker neer. Deze scheidingsmethode heet indampen. Als al het water is verdampt, blijft er alleen suiker over. Je kunt allerlei opgeloste stoffen uit oplossingen halen door ervoor te zorgen dat het oplosmiddel (de vloeistof) verdampt (afbeelding 11). Het oplosmiddel verdwijnt dan in de lucht. Indampen is een belangrijke schakel in de productie van keukenzout en suiker. Destilleren Bij indampen verdampt de vloeistof doordat die wordt verhit. Alleen de opgeloste stof blijft dan over. Als je de opgeloste stoffen én de vloeistof wilt bewaren, kies je voor een andere scheidingstechniek: destilleren. 19

20 Bij destilleren gebruik je dezelfde techniek als bij indampen: je laat de vloeistof verdampen. Maar nu laat je die niet in de lucht verdwijnen, maar je vangt het ontstane gas (damp) op. Je laat het gas vervolgens condenseren tot een vloeistof. In afbeelding 12 zie je een opstelling waarmee je kunt destilleren. Bij destilleren blijven alle stoffen bewaard. De opgeloste stof die overblijft als al de vloeistof is verdampt, heet residu (net als bij filtreren). De gecondenseerde vloeistof heet destillaat. afbeelding 12 Bij destilleren vang je de verdampte vloeistof op en laat die condenseren. thermometer oplosmiddel toevoer koelwater zout water zuiver water Door destilleren kun je ook homogene mengsels van vloeistoffen uit elkaar halen, zoals wijn. Wijn is een homogeen mengsel van water, alcohol en geur-, kleur- en smaakstoffen. Bij het destilleren van wijn maak je gebruik van de verschillen tussen de kookpunten van alcohol en water. Alcohol heeft een kookpunt van 78 C, terwijl water pas kookt bij 100 C. Om de alcohol uit de wijn te destilleren, wordt de wijn verwarmd tot 80 C. Hierdoor verdampt de alcohol. Deze alcoholdamp wordt opgevangen en afgekoeld. Hierdoor condenseert de alcohol. Deze wordt vervolgens gebruikt om sterkedrank van te maken. Bij indampen en destilleren maak je gebruik van de verschillende kookpunten van de stoffen die je wilt scheiden. Extraheren Suiker wordt meestal gemaakt van suikerbieten. In de suikerbieten zit een zoete stof die eruit wordt gehaald. Dit gebeurt met behulp van water. De bieten worden in stukjes gesneden en gemengd met heet water. De zoete 20

21 stof lost op in het hete water. Daarna wordt de bietenpulp uit het mengsel gezeefd. De oplossing die overblijft, bestaat uit water en suiker. Met behulp van het water is de suiker uit de suikerbieten gehaald. Deze manier van werken heet extraheren. Door deze oplossing daarna in te dampen, blijft de suiker over. Bij extraheren maak je gebruik van de verschillen in oplosbaarheid van stoffen. Zelf gebruik jij deze techniek ook vaak. Als je thee zet, dompel je een theezakje in heet water (afbeelding 13). Het water extraheert de kleur-, geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes in het zakje. Koffiezetten werkt ook zo. Heet water extraheert kleur-, geur- en smaakstoffen uit de gemalen koffiebonen. Het wassen van vuile kleding is ook een vorm van extraheren. Zeepwater trekt het vuil uit de kleding. Zeepwater is hierbij het extractiemiddel. Een extractiemiddel is een vloeistof waarin bepaalde stoffen gemakkelijk oplossen. afbeelding 13 Thee zetten: het hete water extraheert de geur-, kleur- en smaakstoffen uit de thee in het zakje. Adsorberen Met een geurvreter in je schoenen kun je de lucht van zweetvoeten laten verdwijnen. De geurstoffen hechten zich aan een speciale stof in de geurvreter. Een ander woord voor hechten aan is adsorberen. Bij adsorberen maak je gebruik van de eigenschap dat sommige stoffen graag hechten aan een adsorptiemiddel. Dit is een stof waar bepaalde stoffen graag aan vastplakken. Actieve kool is hiervan een voorbeeld. Actieve kool bestaat uit zuivere koolstof. Het medicijn Norit is hiervan een voorbeeld (afbeelding 14). Dit medicijn gebruik je bij hevige diarree. Het kan gifstoffen in voedsel binden. Actieve kool wordt ook gebruikt om geur-, kleur- en smaakstoffen en giftige stoffen uit drinkwater te halen. afbeelding 14 Norit slik je soms bij diarree. Norit adsorbeert schadelijke of ongewenste stoffen in je maag en darmen. 21

22 Adsorberen is niet hetzelfde als absorberen. Bij absorberen wordt een stof opgenomen in een andere, zonder binding. Een spons kan bijvoorbeeld water absorberen. Maar je knijpt het water er zo weer uit. Werkstuk 1 Een ontzilter maken In dit werkstuk maak je een ontzilter. Met een ontzilter maak je zoet water van zout water. Ga naar bladzijde 6 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 4 Stoffen scheiden: bezinken en afschenken Modderwater bestaat uit een mengsel van zand en water. In deze proef onderzoek je hoe je twee stoffen uit elkaar haalt zonder extra hulpmiddelen. Ga naar bladzijde 24 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 5 Stoffen scheiden: fi ltreren 1 Bij sommige mengsels kun je de gemengde stoffen van elkaar scheiden met behulp van een filter. In deze proef onderzoek je hoe filtreren werkt. Ga naar bladzijde 25 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 6 Stoffen scheiden: fi ltreren 2 Heterogene mengsels van vaste stoffen en vloeistoffen zijn troebel. Vaak kun je de vaste stoffen weer uit de vloeistof halen. Maar lukt het altijd? Dat onderzoek je met deze proef. Ga naar bladzijde 27 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 7 Stoffen scheiden: indampen De in een oplossing opgeloste stoffen zie je niet meer. Ze zijn opgelost. Toch kun je deze stoffen weer uit de oplossing halen. In deze proef onderzoek je hoe dat werkt. Ga naar bladzijde 29 in het opdrachtenboek voor de instructies. Proef 8 Stoffen scheiden: extraheren Hoe haal je een mengsel van twee vaste stoffen uit elkaar? Doe je dat met een vergrootglas en een pincet? Of kan het ook anders? In deze proef onderzoek je hoe dat kan met behulp van een vloeibaar oplosmiddel. Ga naar bladzijde 31 in het opdrachtenboek voor de instructies. 22

23 Proef 9 Stoffen scheiden: adsorberen In sommige mengsels zitten stoffen die je er graag uithaalt. Bijvoorbeeld omdat ze schadelijk zijn. Alle andere stoffen mogen in het mengsel blijven zitten. Hoe haal je die ene schadelijke stof er dan uit? Dit onderzoek je in deze proef. Ga naar bladzijde 33 in het opdrachtenboek voor de instructies. Theorievragen Paragraaf 2 Ga naar bladzijde 40 in het opdrachtenboek voor de theorievragen die horen bij paragraaf 2. Extra Filters Door zeven en filtreren kun je bepaalde stoffen uit mengsels halen. Hiervoor gebruik je een filter of een zeef. Dankzij gaatjes in de filter of de zeef kunnen bepaalde stoffen door de filter of zeef heen, terwijl andere stoffen erin achterblijven. Hoe kleiner de gaatjes, hoe meer stoffen door de zeef of de filter worden tegengehouden. afbeelding 15 Filters in een stofzuiger. Een zeef gebruik je om vaste stoffen uit vloeistoffen te halen. Of om grotere voorwerpen van kleinere te sorteren. Zeven zijn vaak gemaakt van metaal of kunststof. Filters zijn gemaakt van allerlei poreuze materialen. In sommige stofzuigers zitten bijvoorbeeld filters van papier en van kunststof (afbeelding 15). filter filter stofzak 23

24 De filter van papier (de stofzuigerzak) filtert stofdeeltjes en ander vuil uit de lucht die door de stofzuiger wordt gezogen. Bij de luchtuitlaat van de stofzuiger zit een filter van kunststof. Deze filter vangt de stofdeeltjes op die door de stofzuigerzak heen gaan. Soms bevatten stofzuigers ook speciale microfilters. De gaatjes in die filters zijn zo klein dat ze zelfs micro-organismen tegenhouden. Dit soort filters voorkomt in ziekenhuizen dat er ziektekiemen in couveuses en operatiekamers terechtkomen. Het materiaal dat voor filters wordt gebruikt, is afhankelijk van het doel van de filter. Door bijvoorbeeld filters te maken met actieve kool erin, kun je giftige stoffen en geur- en kleurstoffen uitfilteren. Gasmaskers werken bijvoorbeeld met een filter die actieve kool bevat (afbeelding 16). afbeelding 16 In een gasmasker zitten enkele filters. Een filter dat fijne stofdeeltjes uit de lucht tegenhoudt en een filter met actieve kool dat giftige gassen uit de lucht adsorbeert. Om lucht te zuiveren, gebruiken we luchtfilters. Een luchtfilter is een filter waar lucht doorheen wordt geblazen of gezogen. Aan een automotor zit bijvoorbeeld een luchtfilter. Die filtert allerlei stoffen uit de lucht voordat die lucht de motor ingaat. Dit voorkomt dat de motor stukgaat doordat er vaste deeltjes inkomen. Dieselauto s hebben vaak een roetfilter. Deze filter haalt roet uit de verbrandingsgassen. Zo komt het roet niet in het milieu. Ook in veel fabriekss choorstenen zitten filters die allerlei schadelijke stoffen uit de afvalgassen halen voordat die worden geloosd. Er bestaan ook zandfilters. Een zandfilter is een soort zandbak waar een vloeistofmengsel doorheen wordt geperst. De vloeistof stroomt dan heel langzaam door het zand heen en wordt zo gefilterd. Allerlei ongewenste stoffen blijven in het zand achter. Ons drinkwater wordt gemaakt behulp van zandfilters. Theorievragen Extra 2 Ga naar bladzijde 43 in het opdrachtenboek voor de theorievragen die horen bij de extra van paragraaf 2. 24

25 3 Drinkwaterzuivering Het meeste drinkwater in Nederland wordt gemaakt uit zoet grondwater. Op plekken waar te weinig zoet grondwater beschikbaar is, wordt oppervlaktewater gebruikt. Voordat grondwater en oppervlaktewater geschikt zijn als drinkwater, moet er heel wat gebeuren. Drinkwaterbesluit Ons drinkwater moet voldoen aan strenge eisen. De overheid heeft die eisen vastgelegd in het Drinkwaterbesluit. In dit besluit staat precies welke stoffen wel en niet in drinkwater mogen zitten, en hoeveel van die stoffen. Drinkwater mag bijvoorbeeld geen bacteriën en virussen bevatten. In tabel 3 zie je welke maximale concentraties van bepaalde chemische stoffen in drinkwater mogen zitten. Het Drinkwaterbesluit bevat ook eisen op het gebied van de kleur en de smaak van drinkwater. tabel 3 Maximaal toegestane concentraties chemische stoffen. Chemische stof Maximumwaarde (mg/l) arseen 0,01 benzeen 0,001 chroom 0,05 fluoride 1,0 ijzer 0,2 koper 2,0 kwik 0,001 lood 0,01 natrium 120 nitraat 50 nitriet 0,10 pesticiden (bij elkaar) 0, mg/l = 1 milligram per liter = 0,001 gram per liter. 25

26 Drinkwater uit grondwater Het grondwater waaruit drinkwater wordt gemaakt, wordt opgepompt in waterwingebieden. Die gebieden herken je aan het bord in afbeelding 17. Grondwater bestaat uit regenwater dat heel langzaam diep in de bodem is gezakt. Als het water door de bodem zakt, wordt het gefilterd door verschillende lagen zand en gesteente in de bodem. In de bodem leven ook bacteriën die allerlei verontreinigingen uit het water halen. De bodem werkt dus als een filter dat het water op een natuurlijke manier zuivert. afbeelding 17 Waterwingebieden herken je aan dit bord. In waterwingebieden gelden strenge regels om bodemvervuiling te voorkomen. Om drinkwater te maken, wordt grondwater van grote diepte opgepompt. Sommige waterbronnen zijn meer dan honderd meter diep. Dit grondwater bevat bijna geen schadelijke stoffen. Toch moet er nog van alles gebeuren voordat dit water als drinkwater uit de kraan mag komen. Want als het water door de bodem zakt, lossen er allerlei chemische stoffen in op, zoals kalk, zouten en ijzer. Die stoffen heten mineralen. Mineralen zorgen ervoor dat het grondwater een speciale smaak krijgt. Dit water mag nog niet als drinkwater worden gebruikt. Om er drinkwater van te maken, moet een groot deel van die mineralen er weer uit. Als het opgepompte water heel zuiver is, mag er wel bronwater van worden gemaakt dat in flessen wordt verkocht, bijvoorbeeld Spa of Bar-le-Duc (afbeelding 18). Bronwater is water dat direct afkomstig is uit waterbronnen. Soms worden aan het bronwater bubbels toegevoegd. Die bestaan uit extra koolstofdioxide. Net als drinkwater moet flessenwater voldoen aan strenge eisen. afbeelding 18 Bronwater moet voldoen aan de Warenwet. In het Warenwetbesluit Verpakte waters staat precies in welke concentraties bepaalde stoffen in het bronwater mogen zitten. 26

Theorievragen. Oplosbaarheid en temperatuur. Drinkwaterzuivering

Theorievragen. Oplosbaarheid en temperatuur. Drinkwaterzuivering 1 De waterzuivering Theorievragen Paragraaf 1 Etra 1 Paragraaf 2 Etra 2 Paragraaf 3 Etra 3 Paragraaf 4 Etra 4 514062_01.indd 5 Water Oplosbaarheid en temperatuur Scheidingsmethoden Etraheren Drinkwaterzuivering

Nadere informatie

natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw handboek vmbo-kgt deel 2a

natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw handboek vmbo-kgt deel 2a natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw 05 01 02 03 04 24 18 13 09 11 25 06 15 21 12 17 19 16 07 08 10 14 20 22 23 handboek vmbo-kgt deel 2a SENSOR NATUUR-, SCHEIKUNDE EN TECHNIEK VOOR DE ONDERBOUW

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden Paragrafen 2.1 Soorten mengsels 2.2 Scheiden van mengsels 2.3 Indampen en destilleren 2.4 Rekenen aan oplossingen Practica

Nadere informatie

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door S. 1928 woorden 26 oktober 2009 5.7 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1: 1.1 OUDE MATERIALEN: Natuurlijke materialen: materialen die je in de omgeving/ in de natuur

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1. Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1. Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door C. 1158 woorden 24 juni 2016 8,1 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1 Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen Oude materialen

Nadere informatie

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen Samenvatting door een scholier 1368 woorden 3 november 2004 6 217 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen Natuurlijke materialen: Hout (bak)steen

Nadere informatie

Natuur en Techniek, Water

Natuur en Techniek, Water Auteur Wendy Arends Laatst gewijzigd 01 August 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82019 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart 2005 8.1 128 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2.1 AFVAL 1. a. metaal, papier, plastic, hout b. GFT en papierbak 2. bron 1 3. a. het

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

Scheidingsmethoden en mengsels

Scheidingsmethoden en mengsels Je speelt dit spel door het blokje met het opgavenummer te leggen op het vakje met het juiste antwoordnummer. Het blokje leg je met het opgavenummer naar boven zodat je dat blijft zien. 1 Hoe heet de scheidingsmethode

Nadere informatie

Verslag Scheikunde scheidingsmethoden

Verslag Scheikunde scheidingsmethoden Verslag Scheikunde scheidingsmethoden Verslag door Chocolaatje 1906 woorden 23 oktober 2017 7,9 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde EXP. 3,2. hoe kun je een suspensie van krijt in water scheiden? Bezinken

Nadere informatie

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Naam: WATER. pagina 1 van 8 Naam: WATER Geen leven zonder water Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden Vraag 1 Zet een kruisje in de tabel bij de juiste scheidingsmethode(n). Er kan meer dan één antwoord per stelling goed zijn. De component met de grootste

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1.1 t/m 1.4 Samenvatting door een scholier 1714 woorden 3 oktober 2010 6 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 1.1 Scheikunde Bron 1 scheikunde Door

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 580 woorden 27 januari 2014 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Rep Hfst. 2 Water is bijzonder, dat komt door

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon Water inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 3 2. Water, ijs en wolken 4 3. Een kring 6 4. Drinken 7 5. Water in de zee 9 6. Olie en water 10 7. Vuil water wordt schoon 11 8. Wassen 13 9. Filmpjes 14 Pluskaarten

Nadere informatie

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010 5,6 15 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 1 stoffen bij elkaar 1.1 waar gaat dit hoofdstuk over? Als je 2 stoffen bij elkaar doet

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan

Nadere informatie

Afdrukken pagina 2-23 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Afdrukken pagina 2-23 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Gebruiksaanwijzing leerdagboek Exempel Schoon water Afdrukken pagina 2-23 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Aanwijzingen Schrijf- en tekenruimte in leerdagboek

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 3

Antwoorden hoofdstuk 3 Antwoorden hoofdstuk 3 1. Drie voorbeelden van een verbinding zijn water, een zout en bijvoorbeeld ammoniak. 2. Kaliumbromide een zuivere stof omdat kalium en broom in een verbinding zitten. 3. Hier vind

Nadere informatie

Naamgeving en reactievergelijkingen

Naamgeving en reactievergelijkingen Je speelt dit spel door het blokje met het opgavenummer te leggen op het vakje met het juiste antwoordnummer. Het blokje leg je met het opgavenummer naar boven zodat je dat blijft zien. 1 Wat is de formule

Nadere informatie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie 1.2 Twee of meer atoomsoorten samen vormen een molecuul : bouwsteen die bestaat uit twee of meer atomen Atoom : bouwsteen van een molecuul Stoffen Zuivere stoffen Elementen: stoffen waarvan de bouwstenen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting door een scholier 1366 woorden 12 november 2012 6,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1.1 Bij scheikunde hou je

Nadere informatie

Water kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water.

Water kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water. Water Zonder water kun niet Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te plassen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Thema 2 Materiaal uit de natuur Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water

Nadere informatie

lesbrieven vervuild water avonturenpakket de uitvinders en het werkbladen Lesbrief 2:

lesbrieven vervuild water avonturenpakket de uitvinders en het werkbladen Lesbrief 2: lesbrieven werkbladen Lesbrief 2: vervuild water avonturenpakket de uitvinders en het VERBORGEN OOG Copyright De Uitvinders Uitgave 2014 Versie 3.0 vervuild water WAter zuiveren Proef 1 Bezinken Materialen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden. Stoffen scheiden Schrijf bij elke proef steeds je waarnemingen in je schrift. Bij het doen van experimenten is het belangrijk dat je goed opschrijft wat je hebt gedaan, zodat andere mensen jouw experiment

Nadere informatie

Brabantwater en uw kraanwater

Brabantwater en uw kraanwater Brabantwater en uw kraanwater Uw kraanwater wordt geleverd door Brabant Water. Wij winnen en zuiveren grondwater, wat u later als drinkwater van hoge kwaliteit uit de kraan haalt. In totaal maken 2,4 miljoen

Nadere informatie

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Scheidingsmethoden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 05 November 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/60571 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een heldere oplossing.

Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een heldere oplossing. Antwoorden door een scholier 1883 woorden 17 juni 2010 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2 Voor de spiegel Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste

Nadere informatie

Biologisch afbreekbaar: materialen die door de natuur afgebroken kunnen worden. Normaal plastic is niet biologisch afbreekbaar.

Biologisch afbreekbaar: materialen die door de natuur afgebroken kunnen worden. Normaal plastic is niet biologisch afbreekbaar. Samenvatting door een scholier 1450 woorden 14 januari 2019 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Natuurlijke materialen: materialen die in de omgeving worden aangetroffen (b.v.

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar. 2 Voor de spiegel Activiteiten 2A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een (heldere) oplossing. b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1

Nadere informatie

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering Inleiding Je poetst je tanden en spoelt je mond. Hup, doorspoelen! Vieze handen? Flink wat zeep en de kraan open: hup, ook maar doorspoelen! Elke dag spoel jij vele liters schoon drinkwater door de wastafel,

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter Water inhoud 1. Inleiding 3 2. Water is een wonder. 4 3. De kringloop van het water 5 4. Zoet, zout of brak 6 5. Drinkwater 7 6. Liter na liter 9 7. Water in de wereld 10 8. Zuinig met water 11 9. Water

Nadere informatie

natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw leerwerkboek vmbo-b(k)/lwoo deel 2a

natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw leerwerkboek vmbo-b(k)/lwoo deel 2a natuur-, scheikunde en techniek voor de onderbouw 01 02 03 04 07 07 20 06 08 09 16 15 17 18 19 24 21 05 12 11 10 14 22 23 25 leerwerkboek vmbo-b(k)/lwoo deel 2a SENSOR NATUUR-, SCHEIKUNDE EN TECHNIEK VOOR

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

WATER. station 1. com. N Werkblad

WATER. station 1. com. N Werkblad WATER station 1 Je hebt nodig: een emmer gevuld met water en de verschillende materialen uit de lijst. Leg de voorwerpen individueel in het water en controleer of ze aan het oppervlak drijven of onder

Nadere informatie

02 STOFEIGENSCHAPPEN PROCESTECHNIEK

02 STOFEIGENSCHAPPEN PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? minstens tien stofeigenschappen opnoemen waaraan je stoffen kunt herkennen; uitleggen hoe je stofeigenschappen kunt bepalen; vertellen hoe stofeigenschappen kunnen veranderen;

Nadere informatie

Bacteriën als hulpje. Yoghurt maken. Benodigdheden. Werkwijze

Bacteriën als hulpje. Yoghurt maken. Benodigdheden. Werkwijze Bacteriën als hulpje Yoghurt maken Je gaat in deze opdracht zelf yoghurt maken. Benodigdheden schone pan thermometer warmwaterbad eetlepel yoghurt 0,5l. melk klein flesje van 0,5l. aluminium en elastiekjes

Nadere informatie

Scheikunde samenvatting H1 t/m H4

Scheikunde samenvatting H1 t/m H4 samenvatting H1 t/m H4 Hoofdstuk 1 Als je stoffen bij elkaar doet, kunnen er verschillende dingen gebeuren: 1) De vaste stof waarbij een vloeistof wordt gedaan, lost op oplossing helder. 2) Wanneer we

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

C. Ris. vmbo gt / mavo. nask 2

C. Ris. vmbo gt / mavo. nask 2 2017 2018 C. Ris vmbo gt / mavo nask 2 Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 vmbo gt / mavo nask 2 Voorwoord Met deze examenbundel kun je je goed voorbereiden op het schoolexamen en het centraal

Nadere informatie

Wist je dat. Bitter Zuur Zout Zoet. ... de bobbeltjes op je tong je smaakpapillen zijn. Hiermee proef je of iets bitter, zuur, zout of zoet is.

Wist je dat. Bitter Zuur Zout Zoet. ... de bobbeltjes op je tong je smaakpapillen zijn. Hiermee proef je of iets bitter, zuur, zout of zoet is. Wist je dat... de bobbeltjes op je tong je smaakpapillen zijn. Hiermee proef je of iets bitter, zuur, zout of zoet is. Bitter Zuur Zout Zoet... mensen vroeger dachten dat suiker geluk bracht. En nog steeds

Nadere informatie

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen.

Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen. Module 5: Basisstof 1: Een dag met water Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen. Grondwater: water diep in de grond. Zoet: Oppervlakte water zoet. Zout: Oppervlakte

Nadere informatie

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken) Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken) Ik vertel jullie in mijn spreekbeurt meer over water en drinkwater. Eerst vertel ik wat water is, waarom water het allerbelangrijkste is voor leven, en

Nadere informatie

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5 Leren voor de biologietoets Groep 8 Hoofdstuk 5 Weer of geen weer 1 Het weerbericht Het weer kan in Nederland elke dag anders zijn. Daarom luisteren en kijken wij vaak naar weerberichten op de radio en

Nadere informatie

Thema 1 De wereld om je heen

Thema 1 De wereld om je heen Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 1 De wereld om je heen Samenvatting De wereld van hout Veel dingen om je heen zijn gemaakt van hout. Hout is een natuurlijk materiaal, het komt van bomen.

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1 Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot zijn de smelt- en kookpunten van onderstaande stoffen (zoek op)? smeltpunt kookpunt (sublimatiepunt) a 195 K (-78 O C); 240 K (-33 O C) b 159 K (-114

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 2: Water 2.1 Watervoorziening Hoeveelheid water De totale hoeveelheid water op aarde wordt geschat op 1,4 miljard kubieke kilometer (14 met twintig nullen liter!).

Nadere informatie

Les 1 Ontstaan aardgas

Les 1 Ontstaan aardgas Les 1 Ontstaan aardgas In 1959 werd onder het land van boer Boon in de buurt van Slochteren gas ontdekt. Het bleek één van de grootste gasvelden van de wereld te zijn! Hoe is dat gas in de boden van Nederland

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

Water. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Water. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Water De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Water WEGWIJZER Deze module bestaat uit drie hoofdstukken.

Nadere informatie

VMBO-GT HANDBOEK. nask 2

VMBO-GT HANDBOEK. nask 2 3 VMBO-GT HANDBOEK nask 2 H8 Stoffen en hun eigenschappen Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Scheikunde, een wetenschap 6 1 Scheikunde 8 2 Fasen en faseveranderingen 12 3 Zuivere stoffen en mengsels 16 4 Mengsels

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een

Nadere informatie

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52481 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:. 1e klas BiNaSch slootwateronderzoek Deze reader is van: Klas:. Docent: Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas Waterkwaliteit In deze lessencyclus ga je naar de kwaliteit van het water van

Nadere informatie

Regen en het weer voorspellen

Regen en het weer voorspellen Uitdager van de maand Regen en het weer voorspellen Natuur en Techniek, Groep 7/8 Algemeen Titel Regen en het weer voorspellen Cognitieve doelen en vaardigheden voor excellente leerlingen Het maken van

Nadere informatie

Inhoud. Pagina. Water is leuk en belangrijk. Waar komt water vandaan? Spreekbeurt 1: Van drol tot drinkwater. Een proefje om in de klas te doen

Inhoud. Pagina. Water is leuk en belangrijk. Waar komt water vandaan? Spreekbeurt 1: Van drol tot drinkwater. Een proefje om in de klas te doen Spreekbeurt 1 Inhoud Pagina Water is leuk en belangrijk Waar komt water vandaan? Spreekbeurt 1: Van drol tot drinkwater Een proefje om in de klas te doen Spreekbeurt 2: Water: vaak een vriend, soms een

Nadere informatie

De snelheid van het geluid

De snelheid van het geluid De snelheid van het geluid Hoe snel gaat geluid eigenlijk? Uit ervaring weet je dat het heel snel gaat. Als je met andere mensen praat, dan hoor je meteen wat ze zeggen. Toch weet je ook dat geluid tijd

Nadere informatie

Waterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82660

Waterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82660 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82660 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door Maas 1255 woorden 26 mei 2017 6,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 2 Veiligheidsregels laboratorium : 1. 2. 3. 4.

Nadere informatie

werken met water - waterbladen

werken met water - waterbladen werken met water - waterbladen inhoud inhoud VVaterblad 1 Waterblad 2 Waterblad 3 Waterblad 4 Waterblad 5 Waterblad 6 Waterblad 7 Een boot laden De stevigheid van het wateroppervlak Een gat in de waterleiding

Nadere informatie

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof. OPDRACHT 9 Practicum Om je kennis van de scheidingsmethoden en oplosbaarheid te vergroten volgen hieronder een aantal proeven. Ook krijg je een proef over indicatoren / reagens. Met behulp daarvan kun

Nadere informatie

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar 2011-2012 Murmellius2014 www.compudo.nl/murmellius2014 Scheikunde H4: Reacties met zoutoplossingen Samenvatting

Nadere informatie

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Wat zijn voedingsstoffen Voedingsstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om te lopen, te denken enz. Er zijn 6 soorten voedingsstoffen. 1. eiwitten (vlees, peulvruchten.

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

Drinkwaters. De les ná G-kracht. In deze les gaat het over:

Drinkwaters. De les ná G-kracht. In deze les gaat het over: De les ná G-kracht Drinkwaters In deze les gaat het over: Welke rol water speelt voor onze gezondheid Welke soorten drinkwater er zijn Hoe je water het best kunt drinken en serveren Opdracht 1: Ben jij

Nadere informatie

Natuurschatten SPEELNATUUR

Natuurschatten SPEELNATUUR Naam: Natuurschatten SPEELNATUUR Groep: LES 10 - WERKBLAD 1 Bekijk het clipje: Speelnatuur a) Als je thuis buiten gaat spelen, waar speel je dan? b) Is er natuur waar jij buitenspeelt? Zo ja, waar speel

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen?

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen? Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen? Naam leerling: Klas: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Hoe stroomt warmte? 1. Wat gebeurt er met de temperatuur in een verwarmde kamer wanneer je het

Nadere informatie

Lespakket Water. Instructieblad groep 5-8. Inhoud pakket: Lessuggesties: Achtergrondinformatie Instructieblad groep 5-8

Lespakket Water. Instructieblad groep 5-8. Inhoud pakket: Lessuggesties: Achtergrondinformatie Instructieblad groep 5-8 Lespakket Water Instructieblad groep 5-8 Inhoud pakket: Achtergrondinformatie Instructieblad groep 5-8 Materialen van het pakket: * 2 plastic potten * 1 potje melk * 1 potje met thee * 1 potje met broodkorstjes/

Nadere informatie

CONCRETE DOELEN VAKOVERSCHRIJDENDE DOELEN

CONCRETE DOELEN VAKOVERSCHRIJDENDE DOELEN CONCRETE DOELEN De leerlingen kunnen: - vertellen waar zout en zoet water voorkomen. - vertellen dat zout water niet drinkbaar is en dat het moeilijk, en duur is om er drinkwater van te maken. - het begrip

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?

Nadere informatie

Lees de tekst en vul nadien de cijfergegevens juist in.

Lees de tekst en vul nadien de cijfergegevens juist in. naam: Lees de tekst en vul nadien de cijfergegevens juist in. Water is geen klatergoud Water vinden overal, maar we beseffen vaak zelf niet hoe belangrijk het ook voor ons eigen leven is. Ons lichaam bestaat

Nadere informatie

Overdaad Schaadt. Onderzoek naar vervuild water. Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07.

Overdaad Schaadt. Onderzoek naar vervuild water. Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07. Overdaad Schaadt Onderzoek naar vervuild water Naam:... Foto: creative commons; Flickr eddi07. 1 inleiding Inleiding: Vroeger was alles beter. Dus niet. Neem bijvoorbeeld drinkwater. Tot ver in de vorige

Nadere informatie

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl nask2 2011 - I

Eindexamen vmbo gl/tl nask2 2011 - I Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één scorepunt toegekend. Chemische geesten 1 B 2 maximumscore 1 zoutzuur Wanneer het antwoord 'waterstofchloride-oplossing' is gegeven,

Nadere informatie

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7 Braziliaanse regenwoud Jesse Klever Groep 7 Voorwoord Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik dit een heel interessant onderwerp vind. We hebben er al op school over gesproken en het leek mij wel een leuk

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 2: Water. 2.1 Watervoorziening

Samenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 2: Water. 2.1 Watervoorziening Samenvatting Chemie Overal 3 vwo Hoofdstuk 2: Water 2.1 Watervoorziening Hoeveelheid water De totale hoeveelheid water op aarde wordt geschat op 1,4 miljard kubieke kilometer (14 met twintig nullen liter!).

Nadere informatie

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas.

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas. NAO proefjes Antwoorden werkbladen en extra informatie 1. Munten in borrelglaasje munten Het glas is eigenlijk te vol met, maar het stroomt niet over. Het in het glas staat bol, het komt er boven uit.

Nadere informatie

LES VOOR G-KRACHT. Drinkwater Dit water is gebotteld leidingwater waar koolzuurgas al dan niet wordt aan toegevoegd en chloor wordt uitgefilterd.

LES VOOR G-KRACHT. Drinkwater Dit water is gebotteld leidingwater waar koolzuurgas al dan niet wordt aan toegevoegd en chloor wordt uitgefilterd. LES VOOR G-KRACHT DRINKWATERS Ons lichaam bestaat voor 70% uit water. Dagelijks scheiden we 2,5 liter uit langs de gekende wegen. We zouden ongeveer 1,5 l water moeten drinken per dag en daarbij nemen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

AQUAPAS. Mijn gids voor de watervoetafdruk

AQUAPAS.  Mijn gids voor de watervoetafdruk AQUAPAS www.aquapath-project.eu Mijn gids voor de watervoetafdruk Dit project is gefinancierd met steun van de Europese Commissie. Deze publicatie geeft alleen de visie van de auteur weer en de Commissie

Nadere informatie

Het deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum:

Het deeltjesmodel. Deeltjes en hun eigenschappen. Context 3 Zinken zweven drijven. Naam: Klas: Datum: Naam: Klas: Datum: Het deeltjesmodel Deeltjes en hun eigenschappen Als je een stukje ijzer, goud of eender welk stof tientallen keren kon vergroten, dan zou je ontdekken dat alle stoffen gemaakt zijn van

Nadere informatie

Waterproefjes. Drijvende punaise. Nodig schaal vloeipapier punaises met platte metalen kop afwaszeep

Waterproefjes. Drijvende punaise. Nodig schaal vloeipapier punaises met platte metalen kop afwaszeep Waterproefjes Zelf aan de slag met water? Hier staan een aantal waterproefjes die je thuis of in de klas kunt doen. Sommige natuur- en milieu-educatiecentra hebben ook kant en klare leskisten met waterproefjes.

Nadere informatie

Leg voorzichtig een vloeipapiertje op het water. wel of niet in het riool?

Leg voorzichtig een vloeipapiertje op het water. wel of niet in het riool? Waterproefjes Drijvende punaise Zelf aan de slag met water? Hier staan een aantal schaal waterproefjes die je thuis of in de klas kunt doen. vloeipapier Sommige natuur- en milieu-educatiecentra hebben

Nadere informatie