IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1"

Transcriptie

1 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1 RVB Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Program manum mer en naam : Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 : RVB Afdeling : Ruimtelijke Ontwikkeling, : 22 november 2011 Handhaving : Mevr. mr. C.G. Jacobs : C.G.Jacobs@bergenopzoom.nl : (0164) : 2. Openbare orde en veiligheid Voorstel: 1. Vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening De Brandbeveiligingsverordening 2010, zoals op 25 november 2010 is vastgesteld, in te trekken op het moment dat de onder punt 1 genoemde verordening in werking treedt. Type voorstel: ~ D KadersteIlend Controlerend Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen en/of effecten beschreven Financiële consequenties Inspraakverordening van toepassing Ja ~ D D Nee Communicatieparagraaf: De Brandbeveiligingverordening 2012 zal na vaststelling worden bekendgemaakt, ter inzage worden gelegd en opgenomen worden in het verordeningenbestand. Brandweer Midden- en West-Brabant, cluster Bergen op Zoom en Roosendaal is betrokken bij de totstandkoming van dit voorstel. De verordening zal worden opgenomen in het verordeningenbestand en is te vinden via nieuwe aanvraagformulieren zullen op de gemeentelijke website beschikbaar worden gesteld (digitaalloket). Samenvatting: Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's in werking getreden. Op grond van deze wet dient een brandbeveiligingsverordening te worden vastgesteld. Daarnaast kondigt de wetgever in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan

2 - Gemedzgev op Zoom I II IHI I I Y Il Ill llll Il1 over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken. Het is uiteindelijk de bedoeling dat plaatselijke brandbeveiligingsverordening plaatsmaakt voor een landelijk geldende algemene maatregel van bestuur (amvb). Deze amvb neemt als het ware de plaats in van de verordening die hier voorligt. Tot die tijd zal op de grond van de Wet veiligheidsregio's in elke gemeente een brandbeveiligingsverordening van kracht moeten zijn. In het voorstel wordt de vergunningplicht aangepast en kan geen bij te late beslissiqg geen vergunning meer van rechtswege ontstaan. Dit is bij vergunningen die zien op de veiligheid van personen en goederen ook niet wenselijk. Bijlagen: (geef aan of een bijlage is bijgevoegd of ter inzage is gelegd; benoern en nummer deze bijlagen)

3 ~ {Ç Gemeente --:> III Datum raadsvergadering Nummer 26 januari 2012 : RVB Onderwerp : Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. Vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening De Brandbeveiligingsverordening 2010, zoals op 25 november 2010 is vastgesteld, in te trekken op het moment dat de onder punt 1 genoemde verordening in werking treedt. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio's in werking getreden (Stb. 145, 1 aprii2010). Hierdoor is de Brandweerwet 1985 vervallen. Door het vervallen van de Brandweerwet 1985 was het noodzakelijk om de Brandbeveiligingsverordening aan te passen. Alle gemeenten hebben op grond van de Wet veiligheidsregio's namelijk de verplichting om een Brandbeveiligingsverordening (verder: BBV) vast te stellen. In november 2010 heeft u de BBV vastgesteld. Bij de vaststelling is gebruik gemaakt van het model dat door de VNG ter beschikking is gesteld. Gewijzigde inzichten nopen tot aanpassing van de huidige BBV. Het betreft dan met name de aanpassing van artikel 2 en 3 inzake de vergunningplicht. De toelichting bij de BBV is hierdoor eveneens aangepast. Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling Het borgen van de brandveiligheid van voor mensen toegankelijke ruimten die niet onder de Woningwet of het Gebruiksbesluit vallen. Dit gebeurt door het regelen en onder vergunningplicht brengen van het gebruik van inrichtingen (een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is). Doel hiervan is de risico's op brand te verkleinen en de beheersbaarheid te vergroten om te voorkomen dat er slachtoffers vallen. Uitwerking voorstel De Wet veiligheidsregio's heeft als centraal doel de rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren. Deze wet vervangt de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). In de wet zijn onder meer de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de organisatie van de hulpverleningsdiensten opgenomen, welke taken het bestuur van een veiligheidsregio heeft en wat de minimumeisen zijn voor hulpverleners als de regionale brandweer en geneeskundige diensten en het materieel dat ze gebruiken. De bestuurlijke en de operationele slagkracht van partijen betrokken bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing moet en kan volgens het kabinet beter. Hoewel veiligheid bij uitstek een lokale verantwoordelijkheid is, zijn veel gemeenten te klein om een ramp of crisis te bestrijden. Door de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de26

4 rampenbestrijding en crisisbeheersing en de politie op regionaal niveau bijeen te brengen wordt niet alleen de slagkracht vergroot, maar wordt ook eenheid, eenduidigheid en eenvoud in de aanpak bereikt. De Wet veiligheidsregio's verplicht gemeenten om een BBV vast te stellen. De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop, een algemene maatregel van bestuur aan over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken. Het is uiteindelijk de bedoeling dat de plaatselijke BBV plaatsrnaakt voor een landelijk geldende algemene maatregel van bestuur (amvb). Deze amvb neemt als het ware de plaats in van de verordening die hier voorligt (Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 8, p.7). Het is nog niet zeker wanneer deze amvb in werking treedt, nu er nog discussie plaatsvindt over de onderwerpen die tot de amvb gaan behoren. Tot die tijd zal op de grond van de Wet veiligheidsregio's in elke gemeente een brandbeveiligingsverordening van kracht moeten zijn. Parkeergarages De BBV is niet van toepassing op parkeergarages omdat het hier om bouwwerken gaat waarop de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing zijn. De bouwverordening kent een regeling als het gaat om de brandveiligheid van open erven en terreinen, zodat de brandveiligheid van parkeerplaatsen langs deze weg gewaarborgd kan worden. Wijzigingen Bij dit voorstel is gebruik gemaakt van de modelverordening van de Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG). Er wordt van de modelverordening afgeweken omdat dit model op bepaalde punten tekort schiet. Lex silencio positievo niet meer van toepassing In de BBV is opgenomen dat paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een vergunning van rechtswege wordt verkregen op het moment dat er niet op tijd is beslist, ook wei lex silencio positievo (LSP) genoemd. Het is echter om de navolgende reden onwenselijk om dit in stand te laten. Een vergunning die ziet op brandveilig gebruik leent zich niet voor toepassing van de LSP. Indien er niet tijdig op een aanvraag zou worden beslist zou dit betekenen dat er van rechtswege een vergunning is, zonder dat hierbij vooraf getoetst is aan de brandveiligheid. Dat de VNG dit in het modelopgenomen heeft mag dan ook ongelukkig genoemd worden. Het uitgangspunt blijft echter dat er tijdig op aanvragen beslist wordt Beslistermijn Daarnaast zijn er in de huidige BBV 2010 geen beslistermijnen opgenomen waarbinnen beslist moet worden. Doorgaans geldt dan de redelijke termijn van 8 weken. Deze beslistermijn zou in bepaalde gevallen te kort kunnen zijn. Bij bijvoorbeeld een vergunning voor het brandveilig gebruik van kampeerterreinen kan een beslistermijn van 8 weken onvoldoende zijn en is het onwenselijk dat een vergunning van rechtswege ontstaat. Ook dit onderdeel is aangepast, er zijn nu expliciete beslistermijnen genoemd. In het vierde lid van artikel2 is de mogelijkheid opgenomen om een vergunning onder voorwaarden te verlenen. Dit speelt met name bij kampeerterreinen. Kampeerterreinen die niet alle voorzieningen ineens kunnen treffen omdat er hoge investeringen mee gemoeid zijn, kunnen middels gelijkwaardigheid wel een adequaat niveau van brandveiligheid waarborgen. De inrichtinghouder kan dan een gebruiksvergunning onder voorwaarden krijgen. Hieraan werd reeds onder de huidige verordening toepassing gegeven, maar was nergens verankerd. Met deze herziening heeft de voorwaardelijke vergunning wel een grondslag gekregen. Hieraan wordt wel de voorwaarde gesteld dat de gelijkwaardigheidoplossing van tijdelijk aard is. 2

5 Stroomlijnen vergunningverlening Daarnaast zijn de artikelen 2 en 3 van de BBV aangepast om eventuele vergunningverlening te stroomlijnen. In veel gevallen wordt bij een evenement gebruik gemaakt van een feesttent waarbij zowel een evenementenvergunning als een BBV-vergunning benodigd is. Om tegelijkertijd de vergunningen te kunnen beoordelen en verlenen zijn nu termijnen opgenomen en is een aanvraagformulier opgesteld. Er is op deze wijze voldoende tijd om over de aanvraag te kunnen beoordelen. Nu komt het veel voor dat aanvragen niet compleet worden ingediend en dat de vergunningverlening kort voor datum van de gebeurtenis plaatsvindt. Dit is onwenselijk, nu er advies vanuit de brandweer nodig is en dit de nodige tijd kost. Daarnaast doet het afbreuk aan de rechtsbescherming van derden, nu de verlening niet tijdig gepubliceerd kan worden. Afstemming Het voorstel is eveneens afgestemd met en akkoord bevonden door de regionale brandweer Midden en West- Brabant, cluster Bergen op Zoom, Roosendaal en Woensdrecht. Consequenties van het voorstel De inwerkingtreding van deze verordening heeft door het overgangsrecht geen gevolgen voor de bestaande vergunningen. Omdat het gaat om de vervanging van een reeds bestaande verordening, zonder dat het toepassingsbereik verandert, zijn er verder geen consequenties aan het voorstel verbonden. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, 3

6 II De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 22 november 2011, nr. RVB ; gelet op de Gemeentewet en gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010,145 en 146); overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; BESLUIT: 1. Vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening De Brandbeveiligingsverordening 2010, zoals op 25 november 2010 is vastgesteld, in te trekken op het moment dat de onder punt 1 genoemde verordening in werking treedt. Brandbeveiligingsverordening 2012 Arlikel1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is; b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. c. gebruiksvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening; d. Algemene Plaatselijke Verordening: De thans geldende verordening die van toepassing is op het grondgebied van Bergen op Zoom. 2. Deze verordening is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in de Woningwet en de bouwverordening. Arlikel2 Verbodsbepaling 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin: a. meer dari 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of, b. aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of, c. aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft. 4

7 III 2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 6 en Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning. 4. Indien de brandveiligheid middels een gelijkwaardigheidsoplossing gewaarborgd kan worden kan een voorwaardelijke vergunning worden verleend. De voorwaardelijke vergunning geldt voor maximaal 3 jaar. 5. De termijn op het beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt 8 weken na ontvangst van de aanvraag. 6. De in lid 6 van dit artikelopgenomen termijn kan hoogstens met 8 weken worden verlengd. 7. Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Artikel3 Indieningvereisten 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid wordt aangevraagd middels het vastgestelde aanvraagformulier. 2. Indien de aanvraag betrekking heeft op een tent of ander tijdelijk object ten behoeve van een activiteit waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een toestemming of vergunning benodigd is, dient de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2 lid 1, onder a 8 weken voorafgaand aan het plaatsen te worden ingediend. Artikel 4 Weigeringgronden 1. Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt. 2. Indien niet voldaan wordt aan de hetgeen is opgenomen in artikel 3, tweede lid kan de gebruiksvergunning worden geweigerd. Artikel 5 Intrekking Een onder artikel 2 eerste lid bedoelde vergunning kan worden ingetrokken indien de brandveiligheid van goederen en personen niet langer kan worden gewaarborgd. Artikel 6 Gebruikseisen De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen. Artikel 7 Brandveiligheidsvoorzieningen De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.3, 2.4, , en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen. Artikel 8 Melden van brand en broei leder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden. 5

8 II Artikel 9 Bossen, heidevelden, venen De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand. Artikel10 Bestuurlijke boete Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel34, vierde lid, onder 10. Artikel11 Overgangsrecht 1. Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening. 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast. 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de Brandbeveiligingsverordening 2010 van 25 november 2010 wordt beslist met toepassing van deze verordening. Artikel12 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening Artikel13 Inwerkingtreding Deze verordening treedt ingevolge artikel142 van de Gemeentewet 8 dagen na bekendmaking in werking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier, De voorzitter, F.P. de Vos 6

9 Gemeente ---::>-- ~, Il.; Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2012 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken. Deze amvb neemt als het ware de plaats in van de brandbeveiligingsverordening (TK, vergaderjaar ,31 968, nr. 8, p.?). Het is niet duidelijk wanneer de amvb in werking treedt. Tot die tijd zal op de grond van de Wet veiligheidsregio's in elke gemeente een brandbeveiligingsverordening van kracht moeten zijn. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's, het niet beschikbaar zijn van de hiervoor bedoelde amvb en het ontbreken van relevant overgangsrecht in de Wet veiligheidsregio's zal de raad een nieuwe brandbeveiligingsverordening moeten vaststellen. De bestaande brandbeveiligingsverordening vervalt namelijk van rechtswege bij de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's. De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard. De regeling is aangepast aan de Wet veiligheidsregio's en de Dienstenrichtlijn. Toegevoegd zijn regels voor de bestuurlijke boete. Brandbeveiligingsverordening is vangnet De brandbeveiligingsverordening mag niet regelen voor zover daarin bij of krachtens enig ander (hoger) wettelijk voorschrift is voorzien. Hierop moet bij het stellen van regels nauwlettend worden toegezien. Feitelijk moet de gemeente zich telkens weer afvragen in hoeverre een wettelijk voorschrift al voorziet of mede (indirect) voorziet in de brandveiligheid die in de Wet veiligheidsregio's als opdacht aan het college is gegeven. In zo'n geval gaat dat wettelijk voorschrift voor op de brandbeveiligingsverordening. Met andere woorden: de brandbeveiligingsverordening is een vangnet voor brandveiligheidvoorzieningen die noodzakelijk zijn maar waarvoor geen wettelijke basis voorhanden is. Voordat een gemeente op basis van de brandbeveiligingsverordening eisen kan stellen moet er onderzoek plaatsvinden naar wettelijke voorschriften die mogelijk van toepassing zouden kunnen zijn en van rechtswege voorrang hebben. In de dagelijkse praktijk zijn er natuurlijk een aantal standaard gevallen waarbij van tevoren duidelijk is hoe zaken liggen. Onderwerp van de regeling: objecten die geen bouwwerk zijn De brandbeveiligingsverordening is een vangnet, een restregelgeving, zij regelt de brandveiligheid die niet op een andere manier wettelijk is geregeld. Dit is weliswaar een beperking, maar wel van een onbepaald onderwerp. Bij het gebruiksvergunningensysteem van de brandbeveiligingsverordening gaat het namelijk om objecten die geen bouwwerken zijn: 'niet-bouwwerken'. Het kan gaan om bijvoorbeeld een los met de wal verbonden drijvend hotel, een drijvende discotheek of een tijdelijke tent. Het onderwerp is vooraf niet te bepalen. De omschrijving in de Wet veiligheidsregio's zelf kent een beperking van doel, n.1.brandveiligheid, maar (behalve door andere wettelijke voorschriften) geen beperking van object. De omschrijving is van toepassing op de gehele omgeving. Voor een dergelijk object is het vanwege het feit dat niet van tevoren duidelijk is waarom het gaat, moeilijk concrete regels te maken. Veelobjecten lijken echter op bekende bouwwerken. Overeenkomstig daaraan kunnen eisen worden gesteld, afhankelijk van de specifieke situatie. 7

10 Als voorbeeld dient een bouwwerk dat op de grond staat. Hiervoor is in elk geval het Bouwbesluit, het Gebruiksbesluit en de bouwverordening ex de Woningwet van toepassing. Door de definitie van het begrip bouwwerk in de bouwverordening en de toepassing ervan in het Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit is een constructie die drijft op het water meestal geen bouwwerk in de zin van de Woningwet en afgeleide regelgeving. Voor een met de grond verbonden object is de Woningwet het juridisch kader. Voor hetzelfde object dat drijft is de brandbeveiligingsverordening het juridisch kader (voor de brandveiligheid). Een ander voorbeeld: een tent die langdurig op dezelfde plaats staat kan een bouwwerk zijn (Woningwet van toepassing), terwijl diezelfde tent tijdens een kortdurende periode een 'niet-bouwwerk' is, waarvoor op grond van de brandbeveiligingsverordening eisen moeten worden gesteld. Over de lastige vraag: wanneer is een object een bouwwerk volgt hieronder, mede aan de hand van staande jurisprudentie, een toelichting Bouwwerk of geen bouwwerk, open erf en terrein De Woningwet heeft een grote invloed op de reikwijdte van de brandbeveiligingsverordening, deze wet bevat de wettelijke grondslag voor voorschriften betreffende het bouwen, de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen en het gebruik van bouwwerken en het gebruik van open erven en terreinen en de staat, waarin deze zich moeteen bevinden. De beperking die de Woningwet oplegt, als hogere regeling, zit in de begrippen bouwwerk, open erf en terrein. Bouwwerk Een definitie van het begrip bouwwerk geeft de Woningwet niet, de VNG houdt in de modelbouwverordening een in de jurisprudentie aanvaarde definitie aan: - bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Aan de hand van de vier elementen van de definitie van het begrip bouwwerk 1) constructie, 2) van enige omvang, 3) met de grond verbonden, 4) bedoeld om ter plaatse te functioneren wordt bepaald of een object een bouwwerk is of niet. Over het begrip bouwwerk bestaat een uitgebreide jurisprudentie, het is niet zonder meer duidelijk wanneer aan de vier voorwaarden wordt voldaan om tot de conclusie te komen dat een object een bouwwerk is. De jurisprudentie is te omvangrijk en te casuïstisch om hier weer te geven. Een uitgebreide opsomming van jurisprudentie kunt u vinden in de toelichting op de modelbouwverordening van de 'Standaardregelingen in de bouw' (Sdu uitgevers bv, Den Haag). Open erf en terrein Bouwwerken vallen niet onder de werking van de brandbeveiligingsverordening, ook sommige open erven en terreinen vallen niet onder de werking van de verordening. Op grond van artikel8, tweede lid, onder b, van de Woningwet zijn namelijk in de bouwverordening voorschriften opgenomen over de staat en het in gebruik nemen en gebruiken van open erven en terreinen. Hiervoor kunnen dus geen eisen worden gesteld op grond van de brandbeveiligingsverordening. De begripsomschrijving van erf is overgenomen uit het Besluit omgevingsrecht (Bor) dat op 1juli 2010 in werking is getreden. Die omschrijving is afgeleid uit de jurisprudentie (zie ABRvS 15 september 1997, LJN: AA3601, AB 1998, 5). 8

11 ~ (ti Gemeente --:> Uitgangspunt is dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt. Echter uit de systematiek van een bestemmingsplan of beheersverordening kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw af gelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden. Dit zal in beginsel uitsluitend het geval kunnen zijn bij percelen van een aanzienlijke omvang, veelal gelegen buiten de bebouwde kom. Bij dergelijke omvangrijke percelen geven bestemmingsplannen of beheersverordeningen soms regels die het perceelonderverdeelt in een bouwblok of bestemming, waarbinnen het hoofdgebouw met bijbehorende aanen uitbouwen en bijgebouwen gebouwd kunnen worden en waar een verdere inrichting kan plaatsvinden als buitenruimte behorende bij het hoofdgebouw. Onder een terrein wordt verstaan een bij een bouwwerk behorend onbebouwd perceel, of gedeelte daarvan, niet zijnde een erf. Om als terrein in de zin van de bouwverordening te kunnen worden aangemerkt, moet dus aan vier voorwaarden zijn voldaan: 1) het is een perceel grond, 2) dat onbebouwd is, 3) dat bij een bouwwerk hoort en 4) dat geen erf is. Gebruiksvergunning voor een inrichting De brandbeveiligingsverordening kent een gebruiksvergunningenstelsel voor die situaties die uit een oogpunt van brandveiligheid meer dan gebruikelijke aandacht nodig hebben. Gezien de onbepaaldheid van de situaties is niet gekozen voor een meldingsplicht in plaats van vergunningsplicht, omdat tussen die situaties dan bij voorbaat onderscheid gemaakt moet worden. Daarnaast staan in de brandbeveiligingsverordening gebruiksvoorwaarden waaraan altijd moet worden voldaan. Voor het stellen van eisen via een vergunning of via de directe werking van de verordening is het nodig dat de situatie waarop de vergunning of eisen van toepassing is, is afgebakend: een ruimtelijk begrensde plaats, voor zover die geen bouwwerk is. Kortheidshalve is gekozen voor één begrip: inrichting. Het is duidelijk dat voor een zo grote verscheidenheid aan situaties het niet goed mogelijk is concrete eisen te stellen. Het Gebruiksbesluit geeft richtlijnen voor de te stellen voorwaarden. Aan een los aangemeerde drijvende hotel boot bijvoorbeeld kunt u dezelfde brandveiligheidseisen stellen als aan een vast met de wal verbonden drijvende hotelboot (bouwwerk in de zin van de bouwverordening en de Woningwet). Gebruiksvergunning kampeerterrein De brandveiligheid van kampeerterreinen valt onder de reikwijdte van de brandbeveiligingsverordening. Een kampeerterrein kan worden aangemerkt als een inrichting zoals in de verordening is bedoeld als aan meer dan 10 personen nachtverblijf wordt verschaft. Evenwel kan een kampeerterrein ook worden aangemerkt als een open erf en terrein. Hoewel de eisen uit de bouwverordening ten aanzien van het brandveilig gebruik minimaal zijn werkt de brandbeveiligingsverordening aanvullend. De bouwverordening noch de woningwet kent immers een gebruiksvergunningsplicht ten aanzien van het gebruik van open erven en terreinen. Er zijn twee expliciete weigeringgronden in de verordening opgenomen. De eerste weigeringgrond, de brandveiligheid kan niet worden gegarandeerd, spreekt voor zich. De tweede weigeringgrond heeft te maken met de samenloop tussen een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en de BBV-vergunning. Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel2 lid 1, onder a minder dan 8 weken voorafgaand aan het plaatsen wordt ingediend kan deze worden geweigerd. 9

12 ~ [D Gemeente --:> III De brandbeveiligingsverordening komt dan ook aanvullende werking toe ten aanzien van kampeerterreinen. Wat betreft voorwaarden voor brandveilig gebruik wordt verwezen naar het op 12 juli 2011 vastgestelde beleidsregels brandveiligheid kampeerterreinen. Dit beleid is een voortzetting van hetgeen in de richtlijn Brandveiligheid Kampeerterreinen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR-richtlijn) als minimaal niveau van brandveiligheid wordt aangehouden. De beleidsregels vormen zowel het toetskader voor de vergunningverlening als voor eventuele handhaving. Deze richtlijn is met de vaststelling van het beleid dan ook formeelomgezet zodat ook over de toepassing zijnde eisen geen discussie meer kan plaatsvinden. Het beleid brandveiligheid is als bijlage bij het voorstel gevoegd. De vergunning brandveilig gebruik zoals bedoeld in de brandbeveiligingsverordening wordt middels het vastgestelde aanvraagformulier aangevraagd. Ten aanzien van kampeerterreinen was al een formulier vastgesteld. Het vastgestelde formulier geldt nu voor alle aanvragen. In het aanvraagformulier is opgenomen welke stukken bij de aanvraag gevoegd moeten worden. Hiermee wordt voorkomen dat het onduidelijk is welke stukken ingediend moeten worden. De vergunningverlener controleert of de aanvraag compleet is. Een incomplete aanvraag dient binnen een redelijke termijn te worden aangevuld anders kan deze buiten behandeling worden gesteld. Wabo De zo grote verscheidenheid aan situaties die kunnen voorkomen is de reden dat er voor gekozen is de modelbrandbeveiligingsverordening niet aan te haken aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dienstenrichtlijn De modelbrandbeveiligingsverordening 2010 is aangepast aan de Dienstenrichtlijn. De Lex silencio positivo (van rechtswege verkregen vergunning na te late besluitvorming) is niet van toepassing verklaard omdat onderwerpen van openbare orde en (brand)veiligheid zich niet lenen voor de toepassing ervan. Toezicht op de naleving Het toezicht op de naleving van de brandbeveiligingsverordening berust krachtens artikel61 van de Wet veiligheidsregio's bij door burgemeester en wethouders opgedragen ambtenaren. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst op grond van artikel 65 van de Wet veiligheidsregio's de ambtenaren aan belast met de opsporing van strafbare feiten. Bestuurlijke boete De Wet veiligheidsregio's geeft de raad van een gemeente de bevoegdheid om, indien de raad dat wenst, bij verordening te bepalen dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd voor overtreding van regels gesteld krachtens artikel3, tweede lid (brandbeveiligingsverordening) en derde lid (algemene maartregel van bestuur, deze is nog niet opgesteld) van de wet. Het maximum bedrag van de boete mag niet hoger zijn dan het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel34, vierde lid onder 10. Het bedrag dat daar is genoemd, bedraagt in De Wet veiligheidsregio's geeft geen verdere beschrijving van de uitvoering van deze sanctie, zodat de gemeente alleen met de Awb rekening hoeft te houden. Strafbepaling Overtreding van de regels van deze verordening wordt op grond van artikel 64 eerste lid van de Wet veiligheidsregio's gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. De 10

13 ~r; [D Gemeente --:> wetgever heeft hier een sluitende regeling beoogd, zodat er geen ruimte is voor een regeling op dit gebied in de verordening zelf. Aanwijzen toezichthouders Het aanwijzen van toezichthouders voor de controle op de naleving van de BBV is geregeld in artikel61, derde lid van de Wet veiligheidsregio's. Het is dan ook niet nodig om in de verordening zelf de bevoegdheid op te nemen om ambtenaren als toezichthouder aan te wijzen. Overgangsrecht Is opgenomen ten aanzien van de Brandbeveiligingsverordening Bekendmaking Geschiedt door publicatie in de Bergen op Zoomse Bode. Intrekken vergunning De modelbrandbeveiligingsverordening kent geen bepaling om een vergunning in te trekken. De reden hiervoor is dat een intrekkingbepaling de gemeente onnodig beperkt, immers in een bepaling liggen de gronden vooraf vast. De aard van de verordening brengt met zich mee dat van te voren niet duidelijk is welke gronden voldoende zullen zijn. Bij een verordening die geen intrekkinggrond kent is er sprake van een geïmpliceerde bevoegdheid: de bevoegdheid om de beschikking te geven brengt ook de bevoegdheid mee om deze weer in te trekken of te wijzigen mits daarvoor valide redenen bestaan. Dit hangt af van de omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan onjuistheid van de beschikking. Om aan bovenstaande discussie de bevoegdheidsgrondslag een einde te maken is in het voorstel wel een expliciete bevoegdheid opgenomen om een vergunning in te trekken op het moment dat de het brandveiligheidsbelang dit vordert. 11

14 Bijlage 1

15 Wet veiligheidsregio's (Tekst geldend op: ) Wet van 11 februari 2010, houdende bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio's) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening, met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding, en daartoe veiligheidsregio's in te stellen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 1. Algemene bepalingen Artikel1 In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder: Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; veiligheidsregio: een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 9; ramp: een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken; rampenbestrijding: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp; crisis: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast; crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen; geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing door daartoe aangesteld personeel, als onderdeel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines, door tussenkomst van een meldkamer; GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied; Ambulancevervoerder: degene aan wie op grond van de Wet ambulancevervoer een vergunning tot het verrichten van ambulancevervoer is verleend; Veiligheidsberaad: de voorzitters van de veiligheidsregio's gezamenlijk. 2. De gemeente Artikel2 Het college van burgemeester en wethouders is belast met de organisatie van: a. de brandweerzorg; b. de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; c. de geneeskundige hulpverlening. Artikel3 1. Tot de brandweerzorg behoort: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van

16 ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. 2. De gemeenteraad stelt in een brandbeveiligingsverordening regels over de in het eerste lid, onder a, bedoelde taak. 3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het brandveilig gebruik van voor mensen toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken, en worden regels gesteld over de basishulpverlening in die ruimten. Artikel4 1. De burgemeester heeft het gezag bij brand alsmede bij ongevallen anders dan bij brand voor zover de brandweer daarbij een taak heeft. 2. De burgemeester is bevoegd bij brand en ongevallen, bedoeld in het eerste lid, de bevelen te geven die met het oog op het voorkomen, beperken en bestrijden van gevaar nodig zijn. ArtikelS De burgemeester heeft het opperbevel in geval van een ramp of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. Artikel6 De burgemeester kan de ambulancevervoerders in de regio waarvan zijn gemeente deel uitmaakt, aanwijzingen geven indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde. Artikel7 1. De burgemeester draagt er zorg voor dat de bevolking informatie wordt verschaft over de oorsprong, de omvang en de gevolgen van een ramp of crisis die de gemeente bedreigt of treft, alsmede over de daarbij te volgen gedragslijn. 2. De burgemeester draagt er zorg voor dat aan de personen die in zijn gemeente zijn betrokken bij de rampenbestrijding of de crisisbeheersing, informatie wordt verschaft over die ramp of crisis, de risico's die hun inzet daarbij heeft voor hun gezondheid en de voorzorgsmaatregelen die in verband daarmee zijn of zullen worden getroffen. 3. De burgemeester stemt zijn informatievoorziening, bedoeld in het eerste en tweede lid, af met de informatievoorziening door of onder verantwoordelijkheid van Onze bij rampen en crises betrokken Ministers. 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de informatievoorziening, bedoeld in het eerste en tweede lid. 3. De veiligheidsregio ArtikelS Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio's, overeenkomstig de bij deze wet behorende bijlage, die kan worden gewijzigd bij algemene maatregel van bestuur. Artikel9 De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio. Artikel10 Bij de regeling, bedoeld in artikel 9, worden aan het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en bevoegdheden overgedragen: a. het inventariseren van risico's van branden, rampen en crises; b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico's van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; c. het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid; d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; e. het instellen en in stand houden van een brandweer; f. het instellen en in stand houden van een GHOR; g. het voorzien in de meldkamerfunctie; h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken. Artikelll

17 1. Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio bestaat, in afwijking van artikel 13, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. 2. De voorzitter van het bestuur is, in afwijking van artikel 13, negende lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de burgemeester die ingevolge de Politiewet 1993 is benoemd als korpsbeheerder. De voorzitter kan geschorst en ontslagen worden met toepassing van artikel 23 van de Politiewet Het bestuur wijst een van zijn leden aan die de voorzitter bij afwezigheid vervangt. 4. De voorzitter vertegenwoordigt de veiligheidsregio in en buiten rechte. S. Het bestuur van de veiligheidsregio beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Artikel De hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993, en de voorzitter van het waterschap binnen welks grondgebied de veiligheidsregio is gelegen, worden uitgenodigd deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio. Indien het grondgebied van een veiligheidsregio in meer dan één waterschap is gelegen, bepalen de betrokken voorzitters van de waterschappen wie van hen deelneemt aan de vergaderingen. 2. De voorzitter van de veiligheidsregio nodigt andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, uit deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio. Artikel 13 De commissaris van de Koning wordt uitgenodigd om bij de vergaderingen van het bestuur van de veiligheidsregio aanwezig te zijn. De commissaris kan zich laten vertegenwoordigen. Artikel14 1. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast, waarin het beleid is vastgelegd ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio. 2. Het beleidsplan omvat in ieder geval: a. een beschrijving van de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, en van de politie, alsmede van de gemeenten in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; b. een uitwerking, met inachtneming van de omstandigheden in de betrokken veiligheidsregio, van door Onze Minister vastgestelde landelijke doelstellingen als bedoeld in artikel 37; c. een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen de onder a bedoelde diensten en organisaties; d. een oefenbeleidsplan; e. een beschrijving van de niet-wettelijke adviesfunctie, bedoeld in artikel LO, onder b; f. de voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen. 3. Het bestuur stemt het beleidsplan af met de beleidsplannen van de aangrenzende veiligheidsregio's en van de betrokken waterschappen, en met het beleidsplan, bedoeld in artikel 31 van de Politiewet 1993, van het regionale politiekorps. Artikel Het beleidsplan, bedoeld in artikel 14, is mede gebaseerd op een door het bestuur van de veiligheidsregio vastgesteld risicoprofiel. 2. Het risicoprofiel bestaat uit: a. een overzicht van de risicovolle situaties binnen de veiligheidsregio die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden, b. een overzicht van de soorten branden, rampen en crises die zich in de veiligheidsregio kunnen voordoen, en c. een analyse waarin de weging en inschatting van de gevolgen van de soorten branden, rampen en crises zijn opgenomen. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt het risicoprofiel vast na overleg met de raden van de deelnemende gemeenten, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt voor de vaststelling van het risicoprofiel in ieder geval het regionale college, bedoeld in artikel 22 van de Politiewet 1993, de besturen van de betrokken waterschappen en door Onze andere Ministers daartoe aangewezen functionarissen uit hun zienswijze ter zake kenbaar te maken. S. Het bestuur van de veiligheidsregio nodigt ten minste eenmaal per jaar de bij mogelijke rampen en crises in de regio betrokken partijen uit voor een gezamenlijk overleg over de risico's in de regio.

18 Artikel16 1. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een crisisplan vast, waarin in ieder geval de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing worden beschreven. 2. Het crisisplan omvat een beschrijving van de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en de bevoegdheden met betrekking tot de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen inzake de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, alsmede van de afspraken die zijn gemaakt met andere bij mogelijke rampen en crises betrokken partijen. 3. Het crisisplan is in ieder geval afgestemd met crisisplannen, vastgesteld voor het gebied van aangrenzende veiligheidsregio's en van aangrenzende staten. 4. Het bestuur van de veiligheidsregio zendt het vastgestelde crisisplan aan de commissaris van de Koning. Artikel17 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen, categorieën rampen en luchtvaartterreinen worden aangewezen waarvoor het bestuur van de veiligheidsregio een rampbestrijdingsplan vaststelt. In dat plan worden de maatregelen opgenomen die bij een ramp in die categorieën dan wel op die luchtvaartterreinen moeten worden genomen. 2. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden regels gesteld over: a. de inhoud van het plan; b. het raadplegen van de bevolking bij het opstellen van het plan en van belangrijke wijzigingen van dat plan; c. het periodiek beproeven en actualiseren van het plan; d. de bekendmaking van een besluit als bedoeld in het derde lid. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio kan op grond van de ingevolge artikel 48 verschafte informatie besluiten dat voor een krachtens het eerste lid aangewezen inrichting geen rampbestrijdingsplan behoeft te worden vastgesteld. Artikel18 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over: a. de brandweer en de voor de brandweer vast te stellen opkomsttijden, de GHOR en de meldkamer; b. de organisatie van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening; c. de gemeentelijke bevolkingszorg in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het personeel van de brandweer regels worden gesteld over: a. de functies en rangen; b. de etsen van aanstelling en bevordering; c. de eisen met betrekking tot de keuring en de controle op lichamelijke en geestelijke geschiktheid; d. de kleding en de uitrusting. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor het personeel van de brandweer regels gesteld over opleiden, examineren, bijscholen en oefenen. Met in ieder geval de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheidspersoneel wordt over de bij of krachtens deze maatregel te geven regels overleg gepleegd. 4. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke brandweeropleidingen worden afgesloten met een rijksexamen. Onze Minister geeft het diploma af. 5. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop met in ieder geval de daarvoor in aanmerking komende vakorganisaties van overheidspersoneeloverleg wordt gepleegd over het ontwerp van de maatregel, Artikel 19 bedoeld in het tweede lid. 1. Het bestuur van de veiligheidsregio, het regionale college, bedoeld in artikel 22 van de Politiewet 1993, en Onze Minister in zijn hoedanigheid van beheerder van het Korps landelijke politiediensten sluiten een convenant met het oog op de samenwerking bij branden, rampen en crises. Een convenant dat betrekking heeft op de door de Koninklijke marechaussee uitgeoefende politietaak, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c, van de Politiewet 1993, wordt gesloten met Onze Minister van Defensie. 2. Het convenant heeft in ieder geval betrekking op de meldkamerfunctie, de informatievoorziening en informatieuitwisseling, het multidisciplinair oefenen en de operationele prestaties van de politie bij rampen en crises. Artikel20

19 1. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de samenwerking tussen veiligheidsregio's en tussen veiligheidsregio's en de regionale politiekorpsen, het Korps landelijke politiediensten en de Koninklijke marechaussee indien het betreft de uitoefening van de politietaak, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c, van de Politiewet De regeling, bedoeld in het eerste lid, wordt in overeenstemming met Onze Minister van Defensie gegeven indien zij voorschriften bevat die mede de Koninklijke marechaussee betreffen, en door Onze Minister en Onze Minister van Justitie gezamenlijk indien zij voorschriften bevat ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de reehtsorde dan wel de vervulling Artikel21 van taken ten dienste van de justitie. 1. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de informatie- en communicatievoorzieningen van en het gebruik daarvan door de veiligheidsregio, alsmede over de informatiebeveiliging. 2. Bij ministeriële regeling kunnen aan de veiligheidsrisico's frequenties worden toegewezen voor de overdracht van gegevens door middel van daartoe aangewezen informatie- en communicatievoorzieningen. Artikel22 1. De besturen van de veiligheidsregio's dragen gemeenschappelijk zorg voor in ieder geval de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening, daaronder begrepen het vaststellen van de informatiebehoefte en het vaststellen van kaders, standaarden en kwaliteitseisen met het oog op de informatie-uitwisseling binnen en tussen de in artikel 10, onder i, bedoelde organisaties, en zo veel mogelijk voor het personeelsbeleid, de aanschaf van materieel en de ontwikkeling van handboeken en leidraden. 2. De besturen kunnen ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde taken een gemeenschappelijke regeling treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld. De Wet gemeenschappelijke regelingen is van overeenkomstige toepassing. 3. Aan de gemeenschappelijke regeling, bedoeld in het tweede lid, kunnen tevens deelnemen het Rijk, vertegenwoordigd door Onze Minister wie het aangaat ten behoeve van de onder hem ressorterende diensten, of andere rechtspersonen voor zover hun deelname van belang is voor de samenwerking. 4. Het Veiligheidsberaad bevordert de uitvoering van het eerste lid. Artikel23 Het bestuur van de veiligheidsregio hanteert een kwaliteitszorgsysteem. Artikel24 1. De voorzitter van de veiligheidsregio verstrekt Onze Minister op diens verzoek informatie over de wijze waarop de veiligheidsregio' haar taken uitvoert. 2. De voorzitter van de veiligheidsregio zendt, indien Onze Minister landelijke doelstellingen als bedoeld in artikel 37 heeft vastgesteld, hem jaarlijks een rapportage over de uitvoering van de landelijke doelstellingen door de veiligheidsregio. 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de rapportage, bedoeld in het tweede lid, wordt verstrekt. 4. De brandweer Artikel25 1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; c. het waarschuwen van de bevolking; d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. 2. De regionale brandweer voert tevens taken uit bij rampen en crises in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. 3. De regionale brandweer staat onder leiding van een commandant. Artikel26 1. Elk college van burgemeester en wethouders kan bij het treffen van een regeling als bedoeld in artikel 9 besluiten tot het hebben van een gemeentelijke brandweer, die in de eigen gemeente, in afwijking van artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a en b, de volgende taken uitvoert:

20 a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. 2. Indien een college van burgemeesters en wethouders besluit tot het hebben van een gemeentelijke brandweer, hanteert het daarvoor een kwaliteitszorgsysteem. 3. Indien alle gemeenten in een regio besluiten een gemeentelijke brandweer te hebben, blijft artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a en b, buiten toepassing. 4. Indien een college besluit de gemeentelijke brandweer op te heffen, voert de regionale brandweer ook in die gemeente de taken, genoemd in het eerste lid, onder a en b, uit. 5. Na een besluit als bedoeld in het vierde lid wijzigen de deelnemers de regeling, bedoeld in artikel 9, en treffen het college en het bestuur van de veiligheidsregio overigens de nodige voorzieningen. Artikel27 1. Het college van burgemeester en wethouders benoemt geen personeel van de gemeentelijke brandweer in functies die door het bestuur van de veiligheidsregio, gelet op zijn verantwoordelijkheid, zijn aangemerkt als functies die bij uitsluiting vervuld kunnen worden door personeel in dienst van de veiligheidsregio. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen functies worden aangemerkt die bij uitsluiting vervuld kunnen worden door brandweerpersoneel in dienst van de veiligheidsregio. 3. De regelingen, bedoeld in artikel 21, zijn voor de gemeentelijke brandweer van overeenkomstige toepassing op de colleges van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 26, eerste lid. Artikel28 1. De burgemeester van een gemeente met een gemeentelijke brandweer richt, indien hij in geval van een brand ondersteuning dan wel bijstand behoeft, een verzoek daartoe aan de voorzitter van de veiligheidsregio. 2. Tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten, voldoet de voorzitter aan het verzoek, of richt hij zich ter zake tot de burgemeester van een andere gemeente in zijn regio, dan wel zo nodig tot de voorzitter van een aangrenzende veiligheidsregio, die de nodige voorzieningen treffen, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten. 3. De regeling, bedoeld in artikel 9, bevat bepalingen omtrent het verlenen van ondersteuning, met inbegrip van de bekostiging daarvan. 4. In de kosten die voor een gemeente voortvloeien uit het verlenen van bijstand als bedoeld in het tweede lid, kan Onze Minister een bijdrage verlenen. 5. In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester die ondersteuning behoeft, een verzoek daartoe rechtstreeks richten tot de burgemeester van een binnen de regio gelegen aangrenzende gemeente met een gemeentelijke brandweer. De burgemeester stelt van zijn verzoek de voorzitter van de veiligheidsregio in kennis. 6. In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester die bijstand behoeft, een verzoek daartoe rechtstreeks richten tot de burgemeester van een buiten de regio gelegen aangrenzende gemeente met een gemeentelijke brandweer. De burgemeesters stellen van dit verzoek de voorzitter van de eigen veiligheidsregio in kennis. Artikel29 1. Onze Minister kan het college van burgemeester en wethouders van een gemeente met een gemeentelijke brandweer een aanwijzing geven indien de taakuitvoering van die brandweer tekortschiet. 2. Tot het geven van een aanwijzing gaat Onze Minister niet over dan nadat hij over de voorgenomen aanwijzing het college heeft gehoord. 3. Indien de taakuitvoering van de gemeentelijke brandweer blijvend tekortschiet, kan Onze Minister het college opdragen te besluiten de gemeentelijke brandweer op te heffen. Artikel 26, vierde en vijfde lid, zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. Artikel30 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de veiligheid, deugdelijkheid, normalisatie en standaardisatie van het brandweer- en reddingsmaterieel dat met het oog op gebruik hier te lande wordt vervaardigd, ingevoerd of in de handel gebracht. 2. Voor keuringen die krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid worden verricht, kunnen overeenkomstig daarbij te stellen regels vergoedingen in rekening worden gebracht. Deze vergoedingen worden niet in rekening gebracht aan publiekrechtelijke lichamen. Artikel31

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2013 Nr., Afdeling De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat: Op grond van het gestelde in artikel 3, tweede lid Wet veiligheidsregio's de gemeenteraad van Tiel een brandbeveiligingsverordening dient vast

Nadere informatie

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard.

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard. Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2012 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening

Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening Tekstuitgave van de Brandbeveiligingsverordening De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2010; gelet op artikel 3 van de Wet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college no van 22 juni 2010;

gelezen het voorstel van het college no van 22 juni 2010; De raad van de gemeente Hattem, gelezen het voorstel van het college no. 201004929 van 22 juni 2010; gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146); overwegende

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken gemeente Aalten. Verordening

Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken gemeente Aalten. Verordening Brandbeveiligingsverordening niet- bouwwerken. gemeente Aalten Verordening Functie Vergunningverlener Brandveiligheid Datum 21-03- Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Begripsbepaling 3 3. Verbodsbepaling 3

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Boxtel 2015

Brandbeveiligingsverordening Boxtel 2015 De raad van de gemeente Boxtel Gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en het Bouwbesluit 2012 Besluit vast te stellen de volgende verordening met bijbehorende toelichting. Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012

Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12RB000125 Nr. 13 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 14 augustus

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676),

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676), VERORDENING BRANDBEVEILIGING 2012 De raad van de gemeente Lingewaal; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 2012 gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR47498_1. Brandbeveiligingsverordening 2010

CVDR. Nr. CVDR47498_1. Brandbeveiligingsverordening 2010 CVDR Officiële uitgave van Hulst. Nr. CVDR47498_1 15 maart 2016 Brandbeveiligingsverordening 2010 De raad van de gemeente Hulst; - gelezen het voorstel van het college van 17 augustus 2010, nr. AV/10.0724;

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146); Raadsbesluit De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel; overwegende dat: - het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar,

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2010;

Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR47380_3 22 mei 2018 Brandbeveiligingsverordening Nieuwegein 2010 De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Montfoort 2012-I

Brandbeveiligingsverordening Montfoort 2012-I De raad van de gemeente Montfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012; gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk ECGR/U201200218, d.d.

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2012, nr ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2012, nr ; Nr. 9 De raad van de gemeente Marum; gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk Lbr. 12/025, d.d. 16 februari 2012; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 maart 2012 (kenmerk:bjz/2012/4442)

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 27 maart 2012 (kenmerk:bjz/2012/4442) CVDR Officiële uitgave van Nuth. Nr. CVDR185210_1 4 oktober 2016 Brandbeveiligingsverordening Nuth 2012 De raad der gemeente Nuth, Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB ; Nr. 247 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nr. 21/7, reg.nr. INTB-12-00149; gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's

Nadere informatie

Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012

Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012 Jaar: 2012 Nummer: 80 Besluit: Gemeenteraad 6 november 2012 Gemeenteblad BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING HELMOND 2012 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012

Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Brandbeveiligingsverordening Eijsden-Margraten 2012 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. een ingerichte locatie: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats

Nadere informatie

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en De raad van de gemeente Valkenswaard; gelezen bet voorstel van het college van (datum en eventueel nummer) gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

Nadere informatie

GEMEENTERAAD. Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening Registratienummer: De raad van de gemeente Borger-Odoorn;

GEMEENTERAAD. Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening Registratienummer: De raad van de gemeente Borger-Odoorn; GEMEENTERAAD Onderwerp: Vaststellen gewijzigde Brandbeveiligingsverordening 2010 Registratienummer: 12.04261 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR192433_1

CVDR. Nr. CVDR192433_1 CVDR Officiële uitgave van Hellevoetsluis. Nr. CVDR192433_1 7 november 2017 Brandbeveiligingsverordening Hellevoetsluis 2012 Nummer: 07-06-12/10 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010

Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010 regeling nummer 6.2.2. Brandbeveiligingsverordening Gouda 2010 vastgesteld 22 september 2010 bekendgemaakt 2010 inwerkingtreding 1 oktober 2010 laatste wijziging pagina 2 nr. 6.2.2 De raad van de gemeente

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Brandbeveiligingverordening september

RAADSBESLUIT. Brandbeveiligingverordening september RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Brandbeveiligingverordening 2010 28 september 2010.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening Lingewaal

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening Lingewaal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lingewaal Nr. 186199 25 oktober 2017 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaal houdende regels omtrent brandpreventiemiddelen Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Concept Raadsvoorstel

Concept Raadsvoorstel Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 22 juni 2010 Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening 2010 Voorgesteld besluit: De Brandbeveiligingsverordening 2010

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 651036 Datum: Behandeld door: 14 maart 2012 mw CC. Agtersloot Afdeling/Team: Vergunningen, Toezicht en Handhaving / Vergunningen Onderwerp: Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

in artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676);

in artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146), en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676); DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2012, raadsvoorstelnummer 2012/058/1; gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 11 juni

Nadere informatie

Onderwerp Brandbeveiligingsverordening, aanpassing in verband met het Bouwbesluit 2012.

Onderwerp Brandbeveiligingsverordening, aanpassing in verband met het Bouwbesluit 2012. Raadsvoorstel Vergadering : 24 april 2012 Voorstelnummer : 04.10 Registratienummer : 12.004228 Portefeuillehouder : dr. M.W.M. de Vries Afdeling : Brandweer Bijlage(n) : 1 B&W-datum/nummer : 6 maart 2012,

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe

Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe pagina 1 van 8 Zoek regelingen op overheid.nl Olst-Wijhe Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Brandbeveiligingsverordening gemeente Olst-Wijhe 2012 Wetstechnische

Nadere informatie

Voorgesteld besluit 1. De Brandbeveiligingsverordening 2010 in te trekken. 2. De Brandbeveiligingsverordening 2012 vast te stellen.

Voorgesteld besluit 1. De Brandbeveiligingsverordening 2010 in te trekken. 2. De Brandbeveiligingsverordening 2012 vast te stellen. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0037 A 10 12/346 Onderwerp: Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 Portefeuillehouder: C. Bijl Brandweer N.M. Poorthuis,

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Brandbeveilingsverordening. Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer)

GEMEENTE HOOGEVEEN. Brandbeveilingsverordening. Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer) GEMEENTE HOOGEVEEN Onderwerp: Brandbeveilingsverordening De raad van de gemeente Hoogeveen; Gelezen het voorstel van het college van.(datum en eventueel nummer) gelet op artikel 12 van de Brandweerwet

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 HET VOORKOMEN VAN BRAND EN HET BEPERKEN VAN BRAND EN BRANDGEVAAR

PARAGRAAF 3 HET VOORKOMEN VAN BRAND EN HET BEPERKEN VAN BRAND EN BRANDGEVAAR CVDR Officiële uitgave van Amstelveen. Nr. CVDR62676_1 8 mei 2018 Brandbeveiligingsverordening PARAGRAAF 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. een inrichting:

Nadere informatie

tvt* Raadsvoorstel stuknr. B. en W RA A 11 10/755 jaar stuknr. categorie/agendanr. Portefeuillehouder: C. Bijl

tvt* Raadsvoorstel stuknr. B. en W RA A 11 10/755 jaar stuknr. categorie/agendanr. Portefeuillehouder: C. Bijl ,rt\ tvt* c0 Raadsvoorstel jaar stuknr. categorie/agendanr. stuknr. Raad B. en W. 2010 RA10.0081 A 11 10/755 Onderwerp: Vaststelling Brandbeveiligingsverordening 2010 Portefeuillehouder: C. Bijl ( ) Dienst

Nadere informatie

(070) Gewijzigd model ECGR/U februari 2012 brandbeveiligingsverordening Lbr 12/025

(070) Gewijzigd model ECGR/U februari 2012 brandbeveiligingsverordening Lbr 12/025 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk bljlage(n) 2 betreft ons kenmerk datum Gewijzigd model ECGR/U201200218 16 februari 2012 brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : Burg Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: 2010006330 Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de Brandbeveiligingsverordening 2010 Programma : 4. Integrale veiligheid

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009

Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 49 Besluit: Gemeenteraad 12 mei 2009 Gemeenteblad BRANDVEILIGHEIDSVERORDENING HELMOND 2009 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 21 juni 2010 Raadsvergadering : 7 oktober 2010 Agendapunt : 10-X-10 Bijlage(n) : Kenmerk : BMO/RW Commissie : Samenleving en bestuur Portefeuille :

Nadere informatie

Brandbeveiligingsverordening gemeente Leeuwarden 2014

Brandbeveiligingsverordening gemeente Leeuwarden 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leeuwarden. Nr. 975 10 januari 2014 Brandbeveiligingsverordening gemeente Leeuwarden 2014 Paragraaf 1 Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening

Nadere informatie

Raadd.dS/'z/ Aan de gemeenteraad. Agendapunt: 5.3/ Documentnr: RV Roden,26 november 2014

Raadd.dS/'z/ Aan de gemeenteraad. Agendapunt: 5.3/ Documentnr: RV Roden,26 november 2014 G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Raadd.dS/'z/ Bestuit Aan de gemeenteraad Î Agendapunt: 5.3/03122014 Documentnr: RV14.0804 Roden,26 november 2014 Onderwerp Aanpassing Brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

leder die brand of broei ontdekt of deze verrnoedt, is verplicht dit onrniddellijk aan de brandweer te melden.

leder die brand of broei ontdekt of deze verrnoedt, is verplicht dit onrniddellijk aan de brandweer te melden. In deze verordening wordt verstaan onder: a. een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is; b. bouwwerk: eike constructie van enige omvang van

Nadere informatie

Raadsvoorstel Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 en intrekken Brandbeveiligingsverordening 201 0

Raadsvoorstel Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 en intrekken Brandbeveiligingsverordening 201 0 gemeente Haarlemmermeer Onderwerp Raadsvoorstel2012.0016383 Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2012 en intrekken Brandbeveiligingsverordening 201 0 Portefeuillehouder drs. Th.L.N. Weterings steiler

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga) Vergadering: 8 september 2009 Agendanummer: 7 Status: opiniërend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, 0595-447753 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer: RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer: Onderwerp: Wijziging Brandbeveiligingsverordening Voorstel 1. Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2.

Nadere informatie

RAADSVERGADERING. d.d. l 6 JAN z~ömng:-----:7"j-/----

RAADSVERGADERING. d.d. l 6 JAN z~ömng:-----:7j-/---- ,, ~'\' (!) G. emeente Bergen 0 ~ ~ RAADSVERGADERING d.d. l 6 JAN. 2012.z~ömng:-----:7"J-/---- 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 RVB11-0090 Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel aanpassing brandbeveiligingsverordening

Raadsvoorstel aanpassing brandbeveiligingsverordening gemeente Eindhoven Vergunningen, Toezicht 5 Handhaving, Vergunningen Raadsnummer Io. Rg88y. ooz Inboeknummer robstor64r Beslisdatum BSP ty augustus aoro Dossiernummer obb asr Raadsvoorstel aanpassing brandbeveiligingsverordening

Nadere informatie

Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Brandbeveiligingsverordening (2012) Besluitronde 4 april

Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Brandbeveiligingsverordening (2012) Besluitronde 4 april Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Brandbeveiligingsverordening (2012) Besluitronde 4 april Van: Het college van B&W van 20 maart 2012 Doel: Toelichting: Besluiten Voorliggende

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008)

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Wet veiligheidsregio s

Wet veiligheidsregio s Wet veiligheidsregio s Tekst van de wet 1 In deze tekst zijn de wijzigingen verwerkt die voortvloeien uit artikel XI van de Aanpassingswet veiligheidsregio s 2 In de bijlage bij de wet zijn de relevante

Nadere informatie

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Brandbeveiligingsverordening (2011) BW-nummer

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Brandbeveiligingsverordening (2011) BW-nummer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Brandbeveiligingsverordening (2011) Programma / Programmanummer Veiligheid / 1012 BW-nummer Portefeuillehouder Th. de Graaf Samenvatting Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 26-02-2015) Wet van 11 februari 2010, houdende bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Stuknummer: Registratiedatum: 28/05/2010. ECGR/U Lbr. 10/055

Stuknummer: Registratiedatum: 28/05/2010. ECGR/U Lbr. 10/055 Stuknummer: 365551 Registratiedatum: 28/05/2010 Vereniging van Nederlandse Gesneenten Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft toezending nieuw model

Nadere informatie

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats.

Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats. Verordening brandbeveiliging gemeente Gulpen-Wittem 2007. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsomschrijving Onder inrichting wordt verstaan een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr.

Nadere informatie

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Deze samenvatting is een verkorte en bewerkte versie van de conceptversie van de Wet op de Veiligheidsregio s (werktitel). Het betreft geen interpretatie of

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid gemeente Eindhoven Dienst Brandweer en Rampenbestrijding Raadsbijlage nummer xa Inboeknummer oxroox64r Beslisdatum Blkw 22 januari 2002 Dossiernummer 204.104 Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen Raadsbesluit Jaar./../.. Zaaknummer:Z18-006564 Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Brandbeueiligingsuerordening

Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Brandbeueiligingsuerordening gemeente Eindhouen Vergunningen, Toezicht en Handhaving Raadsnummer 09.R/257.00I Inboeknummer o8bstoaaps Beslisdatum B%W as augustus 2009 Dossiernummer 935 352 Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 Standplaatsverordening 2001 (raadsbesluit van 31 mei 2001) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 mei 2001 Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 123 Wet van 26 februari 2011 tot wijziging van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 254 Besluit van 24 juni 2010, houdende wijziging van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen (Tekst geldend op: 23-02-2007) Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7337_4 11 december 2018 Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het

Nadere informatie

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen. Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 11b 3869 / 2006016316 Afdeling: Brandweer VERORDENING Datum: 10 mei 2007 Onderwerp: Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 841 Wijziging van de Wet veiligheidsregio s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 436 Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand houdende herijking van de verlening van rechtsbijstand door de raden voor rechtsbijstand en de

Nadere informatie

De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 1993, nr. 4955;

De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november 1993, nr. 4955; CVDR Officiële uitgave van Alblasserdam. Nr. CVDR102152_1 17 april 2018 Brandbeveiligingsverordening De raad van de gemeente Alblasserdam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 november

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 798 Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen Citeertitel: Landsverordening brandweer Vindplaats : AB 1991 no. 64 Wijzigingen: AB 1993 no. 68; AB 1997 no. 34 1. Algemene

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 2 3 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN DE DIENSTENRICHTLIJN

Nadere informatie