veilig & vlot ei 8e druk b aa l n t v a p h o f ou

Transcriptie

1 Kern 10, dag 7 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp,

2 Veilig leren lezen veilig & vlot kern 10 Auteursteam Veilig leren lezen Annemie Benoit, Astrid Geudens, Rosemarie Irausquin, Ed Koekebacker, Susan van der Linden, Ingrid van Loosbroek, Huub Lucas, Wilma Stegeman, Ludo Verhoeven, Josée Warnaar Projectteam Veilig leren lezen Annemieke Smits: uitgever Angela Schelfhout en Marjon Verstappen: eindredactie Froukje Dijkstra, Nancy van Gestel, Jacqueline List, Joke Nawara, Wanda Nawara, Niek Rooijakkers, Josanna van Werkum Tekst Annemarie Jongbloed: p. 6-7, 10-11, 14-15, 18-19, 22-23, 26-27, Beeld Willeke de Boer: illustraties Leo Timmers: illustraties omslag en p Coen de Kort: pictogrammen i ei 8e druk oo Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Voor België: Uitgeverij Zwijsen.be, Antwerpen D/2014/1919/129 g z s oe vll_vv_zon_k10_os.indd 1-3 uu l n a p s e w t v ij eu b aa ui j Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. m 10 veilig & vlot ee au h o f ou :32:02

3 nog een keer: alle woorden van kern 10 tot nu toe Gaat het morgen regenen en hagelen? Wil je nu eindelijk voorzichtig zijn? Is dat broodbeleg ongezond? Vind jij regenwormen vies? stapelen fluisteren rekenen snuffelen anderen aardbeving langharig duidelijk opluchting nadelig onbewust uitverkoop opgeruimd broodbeleg voorgerecht koffiebonen afwaskwast suikerpotje tekenvellen keukentafel 16

4 zee vos uil diep nu grond lucht scherpst wringt strak meeuwenei gangetje jezelf gevaar molletjes Molletjes leven onder de grond. Ze graven gangetjes diep onder de grond. Onder de grond vangen ze pieren. Maar boven de grond lopen molletjes gevaar. piloot vliegend besproeien tweeling huwelijk vleugeltje hou refrein Judith varend Simon flauwvallen spijtig pinkje stuurman Simon en Siebe zijn een tweeling. De tweeling lijkt op elkaar. Maar Simon wil piloot worden. Hij ziet zichzelf al vliegend in de lucht. En Siebe wil stuurman worden, varend op de zee. 17

5 ie r l g werkboekje m van: k ou ij au h f u 16517_vll_wb_zon_k10_os.indd 2 i 10 ui s ei :23:27

6 16 Seizoenen Lente Het zonnetje schijnt. De jonge dieren huppelen in de wei. Vogels bouwen hun nestje. Het duurt niet lang of de eitjes komen uit. Moeder merel wordt al ongeduldig. Zomer De zon is warm. Mensen zoeken de koelte van het water. Of ze zoeken de schaduw van de bomen. De jonge vogels zijn al uitgevlogen! Ze zoeken naar wormpjes en vliegen. Herfst Het wordt kouder. Vaak regent en waait het flink. De blaadjes van de bomen verkleuren. De eekhoorn zoekt snel nog wat nootjes. Er groeien prachtige paddenstoelen. Winter Het wordt koud, soms vriest het. Bijna alle bomen zijn kaal. Dieren zoeken hun warme nestje op. Sommige dieren houden een winterslaap. Ze wachten tot de lente weer begint. Waarvan houd jij het meest? lente zomer herfst winter geen kopieermateriaal Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

7 17 Bij welk seizoen past dit? lente zomer herfst winter De appelboom staat in bloei. Er staan paddenstoelen in het bos. De blaadjes vallen van de bomen. Er is een hittegolf. De bloembollen komen uit. Er zitten knoppen aan de takken. Er valt sneeuw. Het gaat vriezen. De vogels leggen eitjes in hun nest. De eekhoorns gaan slapen. Je loopt zonder jas naar buiten. Jonge en oude dieren. Wat hoort bij elkaar? veulentje kalfje biggetje lammetje kuikentje huilertje koe paard kip zeehond varken schaap geen kopieermateriaal Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

8 18 Welke woorden kunnen in de zin staan? Ik zag een door het gras rennen. lammetje vogeltje wagentje egeltje veulentje jongetje appeltje mannetje biggetje belletje spinnetje kevertje De bloeien! sloten spinnetjes fruitbomen bloembollen koeien klaprozen zandpaden margrieten tulpen huisdieren appelmoes bloemvazen De kinderen wandelen. op het strand in de bomen door het oerwoud op de golven door de heide tussen de bloemen in de bergen in de bossen tussen de schapen geen kopieermateriaal Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg

9 j aa m veilig gespeld 10 oo e k d r uu h oe t n p j b m ij z aa o w i

10 draaideur vla grasspriet Mam zet de strijkplank neer. Dit is mijn broertje Rik. Pap maakt een filmpje