Tussentijdse evaluatie Duurzaamheidsprogramma

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussentijdse evaluatie Duurzaamheidsprogramma"

Transcriptie

1 Tussentijdse evaluatie Duurzaamheidsprogramma gemeente Ermelo Eindrapport Ir. Freek Kuipéri Anne Marit Popma, MSc. Ir. Maarten Noordink 0

2 Samenvatting Aanleiding De ambitie van de gemeenteraad van Ermelo is om in 2030 energieneutraal en in 2035 klimaatneutraal te zijn. Om een stap te zetten in de richting van deze ambitie is in 2016 het programmaplan duurzaamheid vastgesteld, met de tussentijdse doelstellingen om in 2020 een energiebesparing van 10% en een duurzame opwek van 10% ten opzichte van het energieverbruik in 2010 te realiseren. Bij het vrijgeven van het budget voor 2016 en 2017 heeft de gemeenteraad gevraagd om een tussenevaluatie begin 2018 op basis waarvan de raad beslist over het budget De hoofdvraag bij de tussenevaluatie is: In hoeverre ligt het programma duurzaamheid op koers om de doelstellingen op korte termijn (10% opwek, 10% besparing in 2020) en op de lange termijn (energieneutraal in 2030 en klimaatneutraal in 2035) te behalen? Aanpak Er zijn vele factoren die de voortgang op de ambities beïnvloeden. Daarbij loopt het programma relatief kort en komen cijfers veelal vertraagd beschikbaar, waardoor het effect van het programma op de voortgang lastig inzichtelijk is te maken. Het is complex om een causale relatie vast te stellen tussen inspanningen enerzijds en de voortgang op de ambities anderzijds. We hebben daarom geanalyseerd wat de voortgang op de ambities in de gemeente Ermelo is en of hierop versnelling (extra inspanning) nodig is om de ambities te behalen. Vervolgens hebben we geanalyseerd of het aannemelijk is dat met de werkwijze en inspanningen in het programma de gewenste versnelling wordt behaald. In het onderzoek hebben we documenten en data bestudeerd, interviews gehouden met betrokkenen binnen en buiten de gemeente en een cocreatiesessie georganiseerd met het programmateam duurzaamheid van de gemeente Ermelo, welke was gericht op de toekomst van het programma. Voortgang ambities Uit ons onderzoek blijkt dat het percentage duurzaam opgewekte energie beperkt is (0,41% in 2016, dus bij aanvang van het programma). Wel valt de komende jaren een substantiële versnelling te verwachten als wordt gekeken naar het aantal aangekondigde projecten (SDE+, duurzaamheidsleningen en subsidies, et cetera). De tussendoelstelling van 10% duurzaam opgewekte energie in 2020 lijkt dan ook niet onhaalbaar bij realisatie van grootschalige opwek, bijvoorbeeld in de vorm van windenergie. Het is niet aannemelijk dat de gemeente Ermelo de doelstellingen in energiebesparing voor 2020 behaalt (tussen de 1% en 2% besparing behaald). De gemeente Ermelo loopt bovendien achter bij de regio en de provincie. Om in 2030 energieneutraal te kunnen zijn is een trendbreuk nodig. De grootste opgave ligt op het gebied van gas (75% van het energieverbruik). Programma Met de uitvoering van het programma zijn eerste stappen in de goede richting gezet. Het programma heeft er mede toe bijgedragen dat de bewustwording voor energiebesparing is vergroot en de warmtetransitie als onderwerp is opgepakt in de gemeente. Dit zijn eerste stappen die nodig zijn om een trendbreuk in energiebesparing te realiseren. Ook heeft het programma ertoe bijgedragen dat drempels voor grootschalige opwek zijn weggenomen. Binnen het programma is aandacht voor de samenwerking die essentieel is in de klimaat en energietransitie. Toch creëert de gemeente soms teleurstelling in deze samenwerking. Kansen liggen daarom in het vasthouden van energie in de samenleving, waarvoor een nieuwe rol van de overheid wordt gevraagd (ruimte bieden, drempels wegnemen en netwerken). Deze rol vraagt om ruimte voor ambtenaren en bestuurlijk lef. 1

3 Aanbevelingen Wij bevelen aan om focus in het programma aan te brengen, zodat capaciteit en middelen gericht kunnen worden ingezet op die onderwerpen waar, gegeven de maatschappelijke perceptie en de technologische ontwikkeling, de grootste stappen kunnen worden gezet. Daarbij is het van belang adaptief te zijn in het oppakken van onderwerpen die aandacht verdiepen, maar ook in het stoppen met onderwerpen die niet langer kansrijk zijn. In het vervullen van haar nieuwe rol is het van belang dat de gemeente altijd het goede voorbeeld geeft en op een begrijpelijke en duidelijke manier weet te communiceren waar gemeente, bewoner, maatschappelijke organisatie of bedrijf staan en wat er van hen wordt verwacht. 2

4 Inhoud Samenvatting 1 1. Inleiding Achtergrond Onderzoeksvragen Aanpak Leeswijzer 6 2. Ambities Voortgang Vergelijking provincie en regio Vooruitblik ambities Werkwijze & inspanningen Resultaten inspanningen Type inspanningen Meten en delen Middelen en capaciteit Conclusies & aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen duurzaamheidsprogramma vanaf

5 Bijlage I. Overzicht inspanningen 21 Inwonersparticipatie 21 Samenwerken met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties 23 De gemeente als voorbeeld 25 Communicatie staat centraal 28 Meten en monitoren is begrijpen 29 Grootschalige duurzame energie opwek, onderzoek, afwegingskader & besluit 30 Duurzame mobiliteit 31 Bijlage II. Overzicht gesprekspartners 33 4

6 1. Inleiding 1.1. Achtergrond De ambitie van de gemeenteraad van Ermelo is om in 2030 energieneutraal en in 2035 klimaatneutraal te zijn. Om een eerste stap te zetten in de richting van deze ambitie is in 2016 het programmaplan duurzaamheid 1 vastgesteld door de gemeenteraad. In dit programmaplan zijn de tussentijdse doelstellingen voor 2020 geformuleerd: 10% energiebesparing ten opzichte van referentiejaar % duurzame opwek ten opzichte van het energieverbruik in referentiejaar Bij het vaststellen van het programmaplan heeft de gemeenteraad het budget voor 2016 en 2017 vrijgegeven en gevraagd om een tussenevaluatie begin Op basis van de tussenevaluatie beslist de raad over het budget Tussen december 2017 en februari 2018 voerde KWINK groep deze tussenevaluatie uit. Dit rapport beschrijft de resultaten van de tussenevaluatie Onderzoeksvragen De hoofdvraag bij de tussenevaluatie is: In hoeverre ligt het programma duurzaamheid op koers om de doelstellingen op korte termijn (10% opwek, 10% besparing in 2020) en op de lange termijn (energieneutraal in 2030 en klimaatneutraal in 2035) te behalen? Daarbij constateren we dat het niet in alle gevallen mogelijk is om de bijdrage van inspanningen aan de ambities (in termen van energiebesparing en duurzame opwek) inzichtelijk te maken. Dit heeft drie redenen: Het programma is relatief kort gelden gestart waardoor (nog) niet alle inspanningen volledig in werking zijn. Bovendien zit er vaak tijd tussen het moment waarop de inspanning wordt uitgevoerd en het daadwerkelijke effect in termen van CO2-reductie. De gegevens over energieverbruik en duurzame opwek komen vertraagd beschikbaar waardoor een verandering sinds 2016 nog moeilijk is waar te nemen. Een deel van de inspanning draagt op indirecte wijze bij aan het behalen van de ambities (bijvoorbeeld omdat het gaat om het informeren van bedrijven of burgers). Het is binnen de kaders van dit onderzoek niet mogelijk het effect van deze inspanningen op de ambities inzichtelijk te maken. Causaliteit tussen de inspanningen binnen het programma en de voortgang op de ambities is dus niet aan te tonen. Om die reden analyseren we ten eerste hoever de gemeente Ermelo is met betrekking tot het behalen van de doelstellingen (om te kunnen constateren of versnelling nodig is). Ten tweede analyseren we de 1 Voor het programmaplan, zie: &attachment=0&c=

7 resultaten van de inspanningen binnen het programma en de werkwijze van de gemeente Ermelo. Op basis hiervan maken we een inschatting of het aannemelijk is dat hiermee de gewenste versnelling zal worden behaald of dat aanvullende inspanningen nodig zijn. Met versnelling bedoelen we dat er op een hoger tempo duurzame energie wordt opgewekt en/of energie wordt bespaard. In bijlage I hebben we een overzicht van de behaalde resultaten per inspanning opgenomen. Tot slot is in bijlage II een overzicht met gesprekspartners opgenomen Aanpak In het onderzoek hebben we de volgende stappen ondernomen: Data- en documentstudie. We hebben gegevens en documenten verzameld met betrekking tot de uitvoering van het programma in Ermelo. Gesprekken. We hebben gesprekken gevoerd met verschillende betrokkenen bij het programma: o Samenwerkingspartners. o Groepsgesprek ambtelijke organisatie. o Gesprek wethouder duurzaamheid. Voor een volledig overzicht van de gesprekspartners, zie bijlage II. Co-creatiesessie met het programmateam duurzaamheid van de gemeente Ermelo om aanbevelingsrichtingen aan te scherpen Leeswijzer In het vervolg van dit rapport beschrijven we in hoofdstuk 2 de voortgang op de ambities in de gemeente Ermelo. We analyseren het energieverbruik en de duurzame opwek in de gemeente Ermelo en vergelijken Ermelo met de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. Tevens analyseren we de verwachte besparing en duurzame opwek. In hoofdstuk 3 analyseren we de inspanningen en werkwijze binnen het programma. Dit leidt tot conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 4. 6

8 Energieverbruik in TJ 2. Ambities In dit hoofdstuk beschrijven we de voortgang van de gemeente Ermelo met betrekking tot de ambities. We maken inzichtelijk waar de gemeente staat op basis van beschikbare cijfers tussen 2010 en Vervolgens maken we een inschatting van de toekomstige ontwikkeling op basis van de cijfers en beschikbare gegevens over nog te nemen maatregelen Voortgang Bevinding 1. Ten opzichte van het referentiejaar 2010 is er een beperkte energiebesparing gerealiseerd (1% tot 2%). De grootste opgave is de vermindering en uiteindelijke stop van het gasverbruik. Particulieren hebben tussen 2010 en 2016 bijna 8% bespaard in gasverbruik. Bij bedrijven is het gasverbruik juist toegenomen, dit komt voornamelijk door het gasverbruik in een specifiek postcodegebied. Als we dit buiten beschouwing laten is een energiebesparing van 7,3% gerealiseerd. De gemeente Ermelo heeft de ambitie om in 2030 de helft van de energie te gebruiken ten opzichte van Als tussentijdse ambitie is voor 2020 een besparing van 10% ten opzichte van 2010 vastgesteld. Voor het vaststellen van deze ambities zijn de cijfers uit Energie in Beeld gebruikt (verbruik van Terra Joule (TJ) in 2010). 2 De cijfers in de Klimaatmonitor zijn gecorrigeerd voor temperatuurschommelingen (deze hebben een aanzienlijke invloed op het gasverbruik in de winter). 3 Daarom komt het energieverbruik in de Klimaatmonitor iets lager uit (2.069 TJ). Voor de analyse gebruiken we de cijfers uit de Klimaatmonitor en die vullen we aan met de geprognotiseerde gegevens uit Energie in Beeld uit In figuur 1 geven we de ontwikkeling in het energieverbruik in de gemeente Ermelo weer. We maken onderscheid tussen energieverbruik van bedrijven en van huishoudens en tussen gas en elektra (omgerekend naar TJ 4 ). Om in 2030 energieneutraal te zijn zal het gasverbruik tot nul moeten zijn gereduceerd. Momenteel is ruim 75% van het energieverbruik in de gemeente Ermelo toe te schrijven aan gasverbruik * Gasverbruik particulier Verbruik elektra particulier Gasverbruik zakelijk Verbruik elektra zakelijk Totaal energieverbruik Figuur 1. Ontwikkeling in het energieverbruik in TJ in de gemeente Ermelo tussen 2010 en 2017 (Klimaatmonitor, 2018). *Het energieverbruik in 2017 is een prognose van Energie in Beeld. 2 Zie 3 Zie: 4 Waarbij voor gas geldt: 1 m 3 = 31,65 MJ; en voor elektra: 1 kwh = 3,6 MJ. 7

9 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Uit figuur 1 blijkt dat met name het gasverbruik door particulieren is afgenomen tussen 2010 en 2016 (8%). Het verbruik van elektra in woningen is min of meer gelijk gebleven, terwijl het gas- en elektragebruik door bedrijven is toegenomen (respectievelijk 1,6% en 4%). Uit een nadere analyse van de cijfers in Energie in Beeld blijkt dat de toename in gasverbruik met name wordt veroorzaakt door een toename in zakelijk gasverbruik in een specifiek postcodegebied in het buurtschap Tonsel. Figuur 2 toont de besparing in het totale energieverbruik. Na een sterkere afname in 2011 is de energiebesparing sinds 2012 redelijk constant. Als we het postcodegebied met de stijging in zakelijk gasverbruik buiten beschouwing laten dan heeft dit een aanzienlijk effect op het besparingspercentage (7,3% besparing in 2016). 5,6% 4,3% 1,9% 4,9% 6,2% 7,3% 1,5% 0,7% 2,0% 1,8% 0,8% 0,0% 0,1% Bevinding 2. Het percentage duurzaam opgewekte energie in Ermelo is gegroeid. In 2016 werd 0,41% van het energieverbruik in het referentiejaar duurzaam opgewerkt. De ambitie van de gemeente Ermelo is om in 2030 alle energie die verbruikt wordt duurzaam binnen de eigen gemeente op te wekken. In 2020 moet 10% van de energie die in 2010 werd gebruikt duurzaam worden opgewekt. Concreet betekent dit dat in TJ energie duurzame moet worden opgewekt en in TJ. Voor de opwek zijn geen geprognotiseerde gegevens beschikbaar dus hier kijken we uitsluitend naar de periode Figuur 3 toont de hoeveelheid duurzaam opgewerkte energie in de gemeente Ermelo. 5 We drukken dit tevens uit als percentage van het energieverbruik in referentiejaar 2010 (secundaire as aan de rechterkant van de grafiek). Figuur 3 laat zien dat in ,23 TJ duurzame energie werd opgewekt in de gemeente Ermelo (0,41% ten opzichte van het energieverbruik in 2010) ,05 0,07 0,71 2, ,59 5,89 8,23 0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0% Besparing totaal Ermelo excl. zakelijk gasverbruik Tonsel Duurzame opwek (TJ) Percentage t.o.v. referentiejaar 2010 Figuur 2. Energiebesparing in Ermelo. De energiebesparing is berekend ten opzichte van het energieverbruik in referentiejaar 2010 (Klimaatmonitor en Energie in Beel, 2018). Figuur 3. Duurzame opwek in de gemeente Ermelo tussen 2010 en 2016 (Energie in Beeld, 2017). 5 De duurzame opwek is gebaseerd op de cijfers in Energie in Beeld die gebaseerd zijn op het gemelde opgestelde vermogen en het gemiddeld aantal zonuren in Nederland. 6 In werkelijkheid zal dit iets hoger liggen, omdat er enkele buurten zijn waarvan de gegevens zijn afgeschermd om privacy redenen. 8

10 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2.2. Vergelijking provincie en regio Bevinding 3. De energiebesparing in de gemeente Ermelo blijft achter bij de energiebesparing die is gerealiseerd in de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. De figuur hierna vergelijkt het percentage energiebesparing in Ermelo met de energiebesparing in de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. 7 Hieruit blijkt dat de energiebesparing in Ermelo achterblijft bij die in de regio en de provincie (ook als we de toename in zakelijk gasverbruik in buurtschap Tonsel buiten beschouwing laten). De energiebesparing is in 2012 afgenomen voor de provincie Gelderland en de gemeente Ermelo en in 2013 voor de regio Noord- Veluwe. Een mogelijke verklaring hiervoor is de economische recessie waardoor bedrijven in 2011 (en voor de regio Noord-Veluwe ook in 2012) minder energie verbruikten. Met name na 2013 blijft de gemeente Ermelo sterk achter bij de provincie en de regio. 11,8% 11,0% 11,1% 9,1% 9,3% 6,7% 7,8% 7,3% 5,6% 6,3% 6,2% 4,3% 4,9% 3,6% 4,0% 4,4% 1,9% 2,6% 1,5% 0,7% 2,0% 1,8% 0,1% 0,8% Ermelo Ermelo excl. zakelijk gasverbruik Tonsel Gelderland Regio Noord-Veluwe Figuur 4. Energiebesparing in de gemeente Ermelo vergeleken met de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. De energiebesparing is uitgedrukt in percentage afname ten opzichte van het referentiejaar 2010 (Klimaatmonitor, 2018). Bevinding 4. Het percentage duurzame opwek in de gemeente Ermelo houdt gelijke tred met het percentage duurzame opwek in de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. De figuur hierna vergelijkt het percentage duurzaam opgewekte energie in de gemeente Ermelo met het percentage opgewekte duurzame energie in de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. De percentages zijn berekend ten opzichte van het totale energieverbruik in het referentiejaar ,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1% 0,1% 0,0% Figuur 5. Duurzame energie opwek in de gemeente Ermelo vergeleken met de provincie Gelderland en de regio Noord-Veluwe. Het percentage is berekend ten opzichte van het energieverbruik in het referentiejaar 2010 (Energie in Beeld, 2017). 0,1% 0,2% 0,2% 0,2% 0,3% 0,2% 0,3% 0,4% 0,3% 0,4% 0,4% 0,4% Ermelo Gelderland Regio Noord-Veluwe 7 De regio Noord-Veluwe bestaat uit de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten. 9

11 Energieverbruik in TJ 2.3. Vooruitblik ambities Om een inschatting te maken van hoe aannemelijk het is dat ambities worden behaald, extrapoleren we de ontwikkeling tussen 2010 en 2016 naar de toekomst. Bij extrapoleren van de ontwikkeling maken we gebruik van de least square methode. 8 Bevinding 5. De energiebesparing fluctueert sterk, wat een voorspelling voor de toekomstige energiebesparing zeker maakt. Het is daardoor niet mogelijk om een betrouwbare uitspraak te doen over de mate waarin de ambitie met betrekking tot energiebesparing zal worden behaald. Figuur 6 toont de extrapolatie van het energieverbruik. Met name 2011 zorgt voor een sterke schommeling die mogelijk toe te schrijven is aan de recessie laten we daarom buiten beschouwing in de extrapolatie. Ondanks het niet meenemen van de outlier in 2011 is de extrapolatie nog steeds onzeker (R 2 = 0,272). Uit de analyse volgt een energieverbruik in 2020 van TJ, een besparing van 51 TJ ten opzichte van Ruim onder de doelstelling van 210 TJ Figuur 6. Extrapolatie van de energiebesparing in de gemeente Ermelo op basis van het energieverbruik tussen 2010 en y = -3,5396x ,8 R² = 0,2723 Energiebesparing (TJ) Outlier Extrapolatie energieverbruik 8 In de least square methode wordt een trendlijn geconstrueerd die het best past bij de ontwikkeling. Daarbij wordt een R 2 bepaald die iets zegt over de mate waarin de trendlijn overeenkomt met de ontwikkeling. Een R 2 van 1 wil zeggen dat de trendlijn precies de daadwerkelijke ontwikkeling volgt. De least square methode wil zeggen dat we de R 2 waarde hanteren die het dichtst bij 1 ligt. 10

12 Duurzaam opgewekte energie in TJ Bevinding 6. Als de hoeveelheid duurzame opgewekte energie blijft groeien zoals tussen 2010 en 2016, is het niet aannemelijk dat de gemeente Ermelo de ambitie met betrekking tot duurzame opwek zal halen. Figuur 7 toont een extrapolatie van de duurzame opwek van energie in de gemeente Ermelo. Als de duurzame opwek zich zo blijft ontwikkelen als de afgelopen jaren dan is de verwachting dat in TJ energie duurzaam zal worden opgewekt binnen de gemeente. Dit is bij lange na niet voldoende om de geambieerde doelstelling van 210 TJ te behalen. Ook als we de extrapolatie verder doortrekken richting 2030 komt de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie niet in de buurt van de geambieerde TJ in Kanttekening hierbij is dat de duurzame opwek tussen 2010 en 2016 volledig bestaat uit de kleinschalige opwek door zonnepanelen. Er zijn plannen om projecten voor grootschalige opwek te realiseren in Ermelo (bijvoorbeeld windmolens). Als een dergelijk project wordt gerealiseerd zou dit een substantiële bijdrage aan de duurzame opwek leveren y = 0,2354x 2-0,4886x + 0,207 R² = 0, Duurzame opwek (TJ) Extrapolatie duurzame opwek Figuur 7. Extrapolatie van de duurzame energie opwek in de gemeente Ermelo op basis van de opwek tussen 2010 en Bevinding 7. Lopende en geplande zonprojecten maken een substantiële versnelling in duurzame opwek aannemelijk. Met betrekking tot energiebesparing is een dergelijke versnelling niet te verwachten. Als we rekening houden met projecten die zijn aangekondigd leidt dit naar verwachting tot een duurzame opwek van 69,13 TJ en een energiebesparing van 0,94 TJ. Grootschalige opwek projecten zijn hierin nog niet verwerkt. Er is een aantal concrete plannen waarvan de verwachting is dat ze op korte termijn bijdragen aan de energiebesparing en / of duurzame opwek. Deze projecten zijn in 2016 of 2017 gestart en zijn (waarschijnlijk) nog niet zichtbaar in de cijfers van de Klimaatmonitor of Energie in Beeld. Het gaat onder meer om de volgende projecten: Grootschalige opwek. In december 2017 heeft de gemeenteraad van Ermelo de motie uit 2014, die de drempel vormde voor grootschalige windprojecten, ingetrokken. Daardoor is op korte termijn de realisatie van grootschalige opwek in de vorm van windenergie mogelijk. Hoeveel windprojecten zullen worden gerealiseerd is nog niet duidelijk. Zon op Ermelose scholen. Er is inmiddels ingetekend op 445 van de 879 zonaandelen van de energiecoöperatie. 9 Elk zonaandeel wekt minimaal 230 kwh per jaar op. Op basis van de huidige inschrijvingen voor de zonaandelen, zal dit 0,37 TJ opwek per jaar betekenen. Als alle zonaandelen worden verkocht, betekent dit 0,73 TJ duurzame opwek per jaar. In 2016 en 2017 is een aantal duurzaamheidsleningen, isolatiesubsidies en stimuleringsleningen verstrekt. Deze zijn mogelijk nog niet verwerkt in de cijfers van Energie in Beeld. De totale duurzame opwek van deze leningen en subsidies is 1,53 TJ per jaar en de totale energiebesparing is 0,94 TJ per jaar. Als de regelingen in de huidige vorm blijven bestaan is het aannemelijk dat ook de komende jaren een besparing en opwek in deze orde van grote zal worden gerealiseerd. 9 Zie: 11

13 Het Energieloket Veluwe Duurzaam heeft in adviesgesprekken gevoerd in de gemeente Ermelo. Zij hebben onderzocht dat 70% van de gesprekken ertoe leidt dat een maatregel wordt genomen. Welke maatregelen dit zijn en tot hoeveel besparing dit heeft geleid en zal leiden is niet bekend. SDE+ beschikkingen. Uit de SDE+ beschikkingen die in 2016 en 2017 zijn aangevraagd blijkt dat er een aantal plannen is om zonnepanelen te plaatsen bij bedrijven en maatschappelijke instellingen. In totaal gaat het om een duurzame opwek van 66,87 TJ per jaar (in totaal 19 aanvragen van onder meer zorginstellingen, bedrijven en sportverenigingen). Deze projecten moeten binnen vier jaar na aanvraag zijn gerealiseerd om aanspraak te maken op de beschikking. Van de 19 projecten waren 18 in oktober 2017 nog niet gerealiseerd. 10 Energiebesparing bedrijven. Er zijn vijf energiescans bij bedrijven uitgevoerd en nog eens 12 energiescans zijn aangevraagd. Als bedrijven maatregelen uit deze energiescans doorvoeren zal dit tot een verdere besparing leiden. Als al deze projecten worden gerealiseerd zou dit resulteren in een duurzame opwek van 77,36 TJ. Het is echter niet bekend of al deze projecten worden gerealiseerd en wanneer ze worden gerealiseerd (2018, 2019 of 2020). Wel is het aannemelijk dat de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie substantieel toeneemt. Dit lijkt echter nog niet voldoende om de ambitie van 210 TJ in 2020 te behalen. Een grootschalig windproject zou dit wel mogelijk kunnen maken. 10 Zie: 12

14 3. Werkwijze & inspanningen burgers of bedrijven). Het gaat hier bijvoorbeeld om stimuleringsregelingen. Cirkel van lobby en kennisontwikkeling: inspanningen die bijdragen aan kennis of motivatie van derden om maatregelen te nemen die bijdragen aan de reductie van CO2-emissies, energiebesparing of duurzame opwek. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een campagne. In dit hoofdstuk analyseren we de inspanningen en werkwijze binnen het programma. Zoals eerder aangegeven is het complex om een causaal verband te leggen tussen de inspanningen en de in het vorige hoofdstuk beschreven ontwikkelingen in ambities. We kijken daarom gericht naar de resultaten van de inspanningen zelf (zijn ze uitgevoerd en hebben ze het beoogde doel bereikt). Op basis hiervan kunnen we een inschatting maken of aanvullende inspanningen nodig zijn om de ambities te behalen. De analyse van inspanningen is gebaseerd op het overzicht van inspanningen dat is opgenomen in bijlage I. We analyseren de inspanningen aan de hand van de sturingsmogelijkheden van de gemeente. De mate waarin de gemeente door middel van de inspanning invloed heeft op de uiteindelijke bijdrage aan energiebesparing, opwek of CO2- reductie is daarbij leidend. We onderscheiden drie mogelijkheden: Cirkel van controle: de inspanningen die direct de CO2-emissies, het energieverbruik of de duurzame opwek in de gemeente Ermelo beïnvloeden, zonder dat de gemeente daarvoor afhankelijk is van derden (zoals burger, bedrijven of medeoverheden). Meestal betreft dit maatregelen die betrekking hebben op het handelen van de gemeente zelf (bijvoorbeeld eigen vastgoed). Cirkel van invloed: de inspanningen die bijdragen aan het reduceren van CO2-emissies, de duurzame opwek of het energieverbruik, maar waarbij de gemeente afhankelijk is van de inzet van andere partijen (bijvoorbeeld Figuur 8: Schematische weergave van inspanningen en sturingsmogelijkheden op basis van sturingscirkels (PBL, 2017). In figuur 8 zijn de inspanningen schematisch weergegeven binnen het model van sturingsmogelijkheden. De nummers staan voor de volgende sleutelprojecten: 1. Inwonersparticipatie; 2. Samenwerken met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties; 3. De gemeente als voorbeeld; 4. Communicatie staat centraal; 5. Meten en monitoren is begrijpen; 13

15 6. Grootschalige duurzame energie opwek, onderzoek, afwegingskader & besluit; 7. Duurzame mobiliteit. De kleur van de inspanning geeft weer in hoeverre een inspanning heeft geleid tot het beoogde resultaat. Groen staat voor het behalen van het resultaat, rood zijn die inspanningen die zijn gecanceld of waaraan geen navolging is gegeven. Geel zijn inspanningen waar wel actie is ondernomen, maar waar het beoogde resultaat nog niet behaald is. De kleuren van de inspanningen in het figuur corresponderen met de kleuren die in bijlage I bij de inspanningen zijn opgenomen Resultaten inspanningen Bevinding 1. In de afgelopen jaren is een aantal belangrijke stappen gezet op het gebied van inspanningen binnen het programma. Dit heeft er mede toe geleid dat er 0,94 TJ per jaar wordt bespaard en 1,53 TJ duurzaam wordt opgewekt. 11 Tevens heeft het programma eraan bijgedragen dat de bewustwording op het gebied van duurzaamheid is toegenomen in de gemeente Ermelo. De gemeente heeft binnen de sleutelprojecten variërende stappen gezet die essentieel zijn in het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen. Dit blijkt uit onderstaande voorbeelden: De gemeenteraad heeft de motie tegen windmolens van tafel geschoven. Verschillende gesprekspartners geven aan dat hieruit blijkt dat het draagvlak voor duurzame energie in de gemeente is toegenomen. Het programmateam heeft zich ingezet dit te bereiken door bijeenkomsten te organiseren en een verkenning op te stellen waar de noodzaak voor windenergie uit bleek. De gemeente heeft lokale inzet en lokaal eigenaarschap van groene energie gestimuleerd door het investeren in de energiecoöperatie. Er zijn 115 duurzaamheidsleningen, 1 stimuleringslening en 439 isolatiesubsidies verstrekt. De totale duurzame opwek van deze leningen en subsidies is 1,53 TJ per jaar en de totale energiebesparing is 0,94 TJ per jaar. Tot slot zijn meerdere partnerships gesloten en bijeenkomsten georganiseerd met maatschappelijke organisaties, zoals met kerken, sportclubs en het onderwijs. Binnen partnerships heeft de gemeente bijvoorbeeld bijgedragen aan het uitvoeren van onderzoeken in het kader van deze samenwerking en heeft daarmee partners op weg geholpen naar verduurzaming. Voor een volledig overzicht van de resultaten van het duurzaamheidsprogramma verwijzen wij naar bijlage I. Alle gesprekspartners geven aan het beeld te hebben dat er steeds meer draagvlak voor, en bewustwording van, de noodzaak van de energietransitie is ontstaan in de gemeente. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit bovenstaande genoemde motie tegen windenergie, die dankzij draagvlak in de samenleving, volgens verschillende gesprekspartners, van tafel is geschoven. Verschillende factoren dragen bij aan het ontstaan van bewustwording, daarom is het niet mogelijk een causale relatie te trekken tussen het duurzaamheidsprogramma van de gemeente en de toegenomen bewustwording. Wel zijn er indicaties dat de gemeente aan deze bewustwording heeft bijgedragen. Dit blijkt uit de samenwerkingen die de gemeente heeft ontwikkeld, bijvoorbeeld met kerken en sportverenigingen. 11 Zie voor een uitwerking van deze getallen, bijlage I. 14

16 Bevinding 2. Het beoogde resultaat van een aantal inspanningen is (nog) niet behaald. Een groot deel van de gesprekspartners is van mening dat het programma ambitieus is, niet alleen op het gebied van de gestelde ambities, maar ook in de omvang van de inspanningen die verricht worden. Met een aantal inspanningen is de gemeente gestopt, vanuit het gezichtspunt dat deze inspanningen geen prioriteit of nut hadden. Van een aantal andere inspanningen is nog geen resultaat zichtbaar, bijvoorbeeld van de thermometer van voortgang op de doelstellingen, en de beoogde fietssnelroutes. Genoemde verklaringen voor het ontbreken van resultaat zijn: Het ontbreken van kennis en know-how op specifieke onderwerpen; De afhankelijkheid van andere partijen (zoals de gemeenteraad, inwoners, bedrijven, scholen of anderen binnen de gemeente) voor het behalen van resultaten; De grote tijdsinvestering die nodig was voor het creëren van bewustwording en draagvlak; Het prioriteren van andere inspanningen. Bevinding 3. Het programma kenmerkt zich door een adaptieve aanpak. Een aantal inspanningen zijn stop gezet, bijvoorbeeld omdat draagvlak ontbrak. Ook zijn er een aantal inspanningen opgepakt die buiten het initiële programmaplan lagen. Het ontwerpen van effectief beleid voor de lange termijn wordt gekenmerkt door vele onzekerheden en ontwikkelingen. Dat geldt in het bijzonder voor het beleid op het gebied van duurzaamheid, waar veel ontwikkelingen gaande zijn. Het beleid van de gemeente Ermelo speelt hierop in, door niet vast te leggen welke stappen er moeten worden genomen. In plaats daarvan reageert de gemeente op transities en ontwikkelingen die in de samenleving spelen. Een voorbeeld hiervan is het plan voor de warmtetransitie, dat is gericht op de transitie van gas naar alternatieven voor gas. Dit vormde geen onderdeel van het oorspronkelijke plan, en is wel onderdeel geworden van het programma naarmate het een actueel onderwerp werd op het gebied van duurzaamheid. Ook is de gemeente Ermelo in de afgelopen twee jaar met een aantal inspanningen expliciet gestopt omdat hier geen draagvlak of interesse voor was. Een voorbeeld hiervan is het G100-overleg Type inspanningen Bevinding 4. Het aantal inspanningen in de cirkel van controle is beperkt. De gemeente Ermelo kan meer doen om het goede voorbeeld te geven. Het aantal inspanningen in de cirkel van controle is beperkt. Ook constateren we dat de gemeente niet altijd het goede voorbeeld geeft. Een genoemde verklaring hiervoor is dat er nog geen sprake is van een volledig integrale aanpak binnen de gemeente waarbij de hele organisatie duurzaamheid voorop heeft staan. Hier wordt volgens de gemeente wel aan gewerkt. Een voorbeeld hiervan is dat nieuwe woonwijken nog steeds met gasaansluiting worden gebouwd, terwijl dat niet strookt met het warmtetransitieplan van het programma. Daarnaast zijn er belemmeringen in wet- en regelgeving die maken dat niet altijd kan worden gekozen voor een duurzame oplossing. Bevinding 5. Vrijwel alle inspanningen bevinden zich in de cirkel van invloed en de cirkel van lobby- en kennisontwikkeling. Dat betekent dat de gemeente afhankelijk is van anderen voor het bereiken van resultaten. We constateren dat het voor de gemeente soms nog onwennig is om de nieuwe rol die hiervoor nodig is op te pakken. De gemeente kan haar doelen op het gebied van duurzaamheid alleen bereiken als ze samenwerkt binnen formele en informele netwerken, en responsief is voor initiatieven uit de samenleving. Het belang van samenwerking met andere partijen (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, et cetera) blijkt ook uit de analyse van de inspanningen van de gemeente Ermelo (zie figuur 7). Bij 15

17 veruit de meeste activiteiten is de gemeente afhankelijk van andere partijen voor het bereiken van resultaten. Voor de gemeente betekent dit een andere rol en een andere manier van werken dan ze gewend is van traditionele overheidstaken zoals het innen van belastingen, het uitgeven van paspoorten en het ophalen van huisvuil. De gemeente moet op zoek naar partijen om mee samen te werken of kan zelf ook worden benaderd om samen op te trekken. Die partijen hebben ieder hun eigen belangen en ambities, en kunnen ook andere resultaten nastreven dan de resultaten die de gemeente nastreeft. Dat betekent dat de gemeente de gewenste resultaten van andere partijen moet kunnen verbinden met haar eigen gewenste resultaten, dat ze ontwikkelingen in de lokale gemeenschap moet kunnen koppelen aan haar eigen doelen en dat ze de voortgang van processen met verschillende partijen moet kunnen overzien en bewaken. 12 Volgens een groot gedeelte van de gesprekspartners, zowel buiten als binnen de gemeente, is in dat verband essentieel dat de relatie en energie tussen de gemeente enerzijds en de betrokken partijen anderzijds wordt aangewakkerd en behouden. De afgelopen periode hebben de inspanningen van de gemeente Ermelo zich vooral gericht op het creëren van bewustwording en draagvlak in de samenleving en het initiëren van samenwerking (het aanwakkeren van energie). Nu is de tijd aangebroken om afspraken om te zetten in concrete acties en resultaten zodat de energie behouden blijft. Een paar gesprekspartners geven aan op dat de gemeente op dit punt regelmatig teleurstelt. De gemeente heeft volgens hen vaak veel tijd nodig om opvolging te geven aan acties, waardoor de uitvoering vertraagt of niet van de grond komt en de samenwerking verslapt. Om dit te voorkomen is het van belang dat ambtenaren toereikende speelruimte krijgen, zodat zij de ruimte voelen om de energie uit de samenleving te belonen en (snel) te benutten (zonder juridische procedures of bureaucratische processen af te hoeven wachten). Tot slot kan de effectiviteit van de inspanningen binnen lobby en kennisontwikkeling vergroot worden, als de gemeente blijft inspelen op wat er regionaal en nationaal beschikbaar is. Dit doet de gemeente ook al, bijvoorbeeld in het aanprijzen van de SDE+ regeling, het stimuleren van postcoderoosprojecten en de aansluiting bij het Gelders Energieakkoord Meten en delen Bevinding 6. Het blijkt niet eenvoudig de resultaten en inspanningen van het duurzaamheidsprogramma te delen en de resultaten meetbaar te maken. De samenleving heeft wel behoefte aan dit inzicht. Het is voor betrokkenen niet duidelijk waar de gemeente staat wat betreft de doelstellingen en inspanningen. Een groot deel van de gesprekspartners geeft aan behoefte te hebben aan een monitoringssysteem dat de resultaten van het programma inzichtelijk maakt. Een genoemd voorbeeld van een dergelijk systeem is een publieksthermometer of een factsheet 13 die de resultaten van inspanningen op de ambities voor een breed publiek inzichtelijk maakt. Het inzichtelijk maken van deze meetbare resultaten blijkt echter niet eenvoudig. Ten eerste omdat de effecten van inspanningen vaak met vertraging gepaard gaan, en de monitoring daarom niet up-to-date kan zijn. Ten tweede omdat bij inspanningen veelal wordt beïnvloed of gelobbyd, en de resultaten daarom niet direct zijn te herleiden naar het duurzaamheidsprogramma. Ten derde kan de gemeente niet alle informatie beschikbaar maken, omdat niet alle gegevens over inspanningen bij de gemeente beschikbaar zijn. Zo is een individueel huishouden 12 Zie van der Steen et al. (2015). Sedimentatie in sturing. Via: 13 Zie bijvoorbeeld gemeente Utrecht: Factsheet-resultaten-energie-en-duurzaamheid.pdf. 16

18 er niet toe verplicht het bij de gemeente te melden wanneer er een zonnepaneel wordt geïnstalleerd. Daarnaast kan de gemeente volgens gesprekspartners van buiten de gemeente met weinig moeite de communicatie verbeteren, door actieve communicatie (bij burgers aanbellen en op straat zichtbaarheid vergroten), in plaats van passieve communicatie (zoals websiteberichten en video s waar weinig naar wordt gekeken). Volgens deze gesprekspartners is het voornamelijk van belang dat aan inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in voor hen begrijpelijke taal wordt gecommuniceerd wat doelstellingen voor hen betekenen. Het gaat dan niet om abstracte doelstellingen in TJ, maar welke maatregel er van hen verwacht wordt om het doel te behalen. Deze maatregelen zijn vervolgens te monitoren door op straat-, buurt- of gemeenteniveau inzichtelijk te maken hoeveel van de benodigde maatregelen zijn doorgevoerd Begroot Gerealiseerd Verschil begroot/gerealiseerd Aantal FTE 2,8 3,65 Tabel 1: Overzicht uitgaven begroting en uitgaven 2016 en Middelen en capaciteit Bevinding 7. Er is in 2016 en 2017 minder aan het programma uitgegeven dan oorspronkelijk was begroot. In onderstaande tabel zijn de uitgaven in 2016 en 2017 weergeven. Daaruit blijkt dat de gerealiseerde uitgaven in 2016 ca. 30% was van het begrote bedrag. In 2017 is ongeveer 46% van het begrote bedrag gerealiseerd. Een tekort in het budget is dus geen reden geweest waarom inspanningen niet zijn uitgevoerd. Dat er minder is uitgegeven dan beoogd, verklaren een aantal gesprekspartners doordat een aantal projecten nog moest worden opgestart aan de start van het programma. Daarnaast is volgens een paar gesprekspartners de omvang van het aantal beoogde inspanningen zo ambitieus, dat met de huidige inzet in FTE de uitvoering van het totale programma niet mogelijk was tot uiting te brengen Door de gemeente wordt geschat dat in 2016 ca. 2,8 FTE werd ingezet, in 2017 was dit 3,65. 17

19 4. Conclusies & aanbevelingen 4.1. Conclusies Duurzame opwek Op het gebied van duurzame opwek valt in Ermelo de komende jaren een substantiële versnelling te verwachten als wordt gekeken naar het aantal aangekondigde projecten (SDE+, duurzaamheidsleningen en subsidies, et cetera). De tussendoelstelling van 10% duurzaam opgewekte energie in 2020 lijkt dan ook niet onhaalbaar, zeker bij realisatie van grootschalige opwek, bijvoorbeeld in de vorm van windenergie. Het programma heeft er mede toe bijgedragen dat drempels voor grootschalige opwek zijn weggenomen. Energiebesparing Het is niet aannemelijk dat de gemeente Ermelo de doelstellingen in energiebesparing voor 2020 behaalt. De gemeente Ermelo loopt tot en met 2016 bovendien achter bij de regio en de provincie. Om in 2030 energieneutraal te kunnen zijn is een trendbreuk nodig. De grootste opgave ligt op het gebied van gas (75% van het energieverbruik), waarbij de gemeente in grote mate afhankelijk is van individuele (zakelijke) verbruikers. Met de uitvoering van het programma is een eerste stap gezet die nodig is voor een trendbreuk. Het vergroten van de bewustwording voor energiebesparing en het oppakken van de warmtetransitie als inspanning, zijn eerste stappen die nodig zijn voor een trendbreuk. Programma Met de uitvoering van het programma zijn eerste stappen in de goede richting gezet. Ongeveer de helft van de inspanningen die binnen het programma zijn uitgevoerd, is (deels) met succes gerealiseerd. Dit heeft er onder meer toe bijgedragen dat 0,94 TJ per jaar aan energie is bespaard en 1,53 TJ energie per jaar duurzaam is opgewekt. Tevens dragen inspanningen eraan bij dat bewustwording is gecreëerd bij maatschappelijke organisaties, bedrijven en bewoners. Deze bewustwording heeft mede geleid tot een aantal SDE+ aanvragen (goed voor in totaal ruim 66 TJ aan aangekondigde projecten). Adaptief beleid In de uitvoering van het programma is ruimte voor adaptief beleid. Dit blijkt uit het adaptief oppakken van ontwikkelingen uit de samenleving binnen het programma (bijvoorbeeld warmtetransitie). Daarnaast stopt de gemeente met inspanningen die minder succesvol of kansrijk blijken (bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten voor de G100). Samenwerking Het is kenmerkend voor de klimaat- en energietransitie dat de gemeente in grote mate afhankelijk is van andere partijen (bedrijven, burgers, maatschappelijke organisaties, et cetera) voor het behalen van resultaten. Dat betekent dat samenwerking van essentieel belang is. Binnen het programma van de gemeente Ermelo is hier aandacht voor. Zo zijn veel inspanningen gericht op kennisontwikkeling (bijvoorbeeld overleg, bijeenkomsten en partnerships/convenanten met zorginstellingen, kerken en sportverenigingen). Toch zien we dat de gemeente soms teleurstelling creëert in deze samenwerking: navolging van acties laat soms lang op zich wachten en de gemeente geeft niet altijd op alle vlakken het goede voorbeeld. 18

20 Communicatie Tot slot constateren we dat de communicatie richting burgers vaak nog passief is. De bewustwording kan worden vergroot door burgers direct te benaderen en begrijpelijk te communiceren over wat de klimaat- en energietransitie voor hen zal betekenen Aanbevelingen duurzaamheidsprogramma vanaf 2018 Op basis van het onderzoek doen we een aantal aanbevelingen voor het duurzaamheidsprogramma vanaf 2018: 1. Breng focus aan in het programma door te kiezen voor een beperkt aantal topprioriteiten in plaats van een breed pallet aan inspanningen. Bepaal periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) samen met partners wat de topprioriteiten zijn en zet daar maximaal op in. Kijk daarbij naar waar de grootste opgaven liggen, waarop je als gemeente met partners het verschil kan maken en hoe je slim kan aansluiten bij en gebruik kan maken van nationale en regionale initiatieven. Vanwege de huidige maatschappelijke perceptie en de opgave mogen warmtetransitie en grootschalige opwek zeker niet ontbreken als topprioriteit komende jaren. Daarnaast dient het signaleren en aanwakkeren van energie in de samenleving constante aandacht te hebben. 2. De klimaat- en energietransitie is omgeven met onzekerheid op verschillende vlakken (bijvoorbeeld hoe nationaal beleid en technologie zich ontwikkelen). Ingezette sporen kunnen doodlopen en nieuwe kansen en uitdagingen kunnen zich gaandeweg voordoen. Versterk het adaptieve karakter van het programma door een proces in te richten waarmee nieuwe ontwikkelingen snel in beeld komen en zo nodig kan worden bijgestuurd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door expliciet capaciteit vrij te maken om met partners in gesprek te treden en signalen op te vangen en aan te moedigen. 3. Zorg dat in elk project dat door de gemeente wordt uitgevoerd het goede voorbeeld wordt gegeven op het gebied van duurzaamheid en dat wordt gestopt met hetgeen zeker niet duurzaam is. Hiermee kan worden voorkomen dat maatschappelijke organisaties, inwoners of bedrijven naar de gemeente kunnen wijzen omdat zij ook niet alles duurzaam doen. 4. Zorg voor een afwegingskader op basis waarvan de gemeente kan afwegen wat ze wel en niet oppakt. Bij de co-creatiesessie die georganiseerd in dit onderzoek met het programmateam zijn verschillende criteria genoemd die de gemeente kan hanteren voor een dergelijk afwegingskader: Leidt de inspanning tot bewezen resultaat op het gebied van energiebesparing of duurzame opwek? Creëert de inspanning betrokkenheid van burgers? Is de inspanning breed toepasbaar? Is er draagvlak voor de inspanning? Hoeveel tijd, capaciteit en geld kost het de gemeente om de inspanning uit te voeren? Eventueel kan de gemeente partners betrekking bij het maken van deze afweging. Dit gremium zou dan tevens de voortgang van het programma reflexief kunnen monitoren (bijvoorbeeld in een borgingscommissie met afgevaardigde uit de samenleving). De gemeente kan ook overwegen dit op regionaal niveau te organiseren. 5. Om samen tot resultaten te komen is het van belang dat de gemeente energie uit de samenleving benut. Op het moment dat de energie is 19

21 aangewakkerd lijkt de gemeente snel in de klassieke rol van sturend en risicomijdend gedrag te vallen. Om de energie in de samenleving op dat moment blijvend te benutten is een rol nodig die gericht is op ruimte bieden, drempels wegnemen en netwerken. Om deze rol te kunnen vervullen zullen medewerkers de ruimte moeten krijgen en nemen om energie te belonen en aan te wakkeren (bijvoorbeeld door middel van een pilot) en is bestuurlijk lef nodig om deze ruimte te bieden en te verdedigen (bestuurlijk en politiek). 6. Houd er bij het vaststellen van nieuwe tussentijdse doelen rekening mee dat de aandacht verschuift van energie naar klimaat (op landelijk niveau). Bijvoorbeeld door doelstellingen in termen van CO2- reductie te definiëren en daarmee ook expliciet ruimte te creëren voor ander type maatregelen (zoals afvalverwerking). 7. Neem burgers en bedrijven mee door begrijpelijk en actief te communiceren wat de doelstellingen voor hen betekenen (hoeveel levert isoleren vloer/dak op? Wat zijn de mogelijkheden van een warmtepomp? Wat wordt er van de betrokkene verwacht? Et cetera). Maak vervolgens zichtbaar waar de gemeente (en eventueel de wijk en het individu) staan in het behalen van de doelstellingen Blijf aansluiten bij en gebruik maken van regionale en landelijke beleid en regelingen (bijvoorbeeld de regionale klimaat- en energieagenda en het Gelders Energieakkoord). 14 Zie bijvoorbeeld de monitor van de gemeente Utrecht: 20

22 Bijlage I. Overzicht inspanningen Inwonersparticipatie Inspanningen Beoogd resultaat Planning (vanaf) Behaald? Sturingsmogelijkheid Effect op ambities Beschikbaar stellen duurzaamheidslening Duurzaamheidslening is beschikbaar 2016 Behaald. Er zijn in totaal 115 duurzaamheidsleningen verstrekt ter hoogte van ca Duurzame opwek is 1,53 TJ per jaar. 15 De energiebesparing is ca. 0,38 TJ per jaar. 16 Beschikbaar stellen stimuleringsleningen Stimuleringslening is beschikbaar 2016 Behaald. Er is één stimuleringslening beschikbaar gesteld voor De energiebesparing is 0,13 TJ per jaar. Beschikbaar stellen isolatiesubsidies Isolatiesubsidie is beschikbaar 2016 Behaald. Er zijn in totaal 439 isolatiesubsidies verstrekt in 2016 en 2017 ter hoogte van (in co-financiering met de provincie). De energiebesparing is 0,44 TJ. Organiseren van eerste G100 G100 bijeenkomst 2016 Deels behaald. Bijeenkomst georganiseerd maar beperkt aantal deelnemers. Continueren G100 G100 continueren 2016 Niet behaald. Vervallen vanwege gebrek aan voldoende animo. Lobby en kennisontwikkeling Lobby en kennisontwikkeling Indirect 15 Voor het omrekenen van kwp naar kwh is een standaard rekenvoet van 875 kwh per jaar per opgestelde kwp gehanteerd, zie: 16 Volgens gegevens van de gemeente betreft het afgerond kg CO2 vermeden uitstoot. We hanteren de conversiefactor van Handbook of Energy: Diagrams, Charts and Tables (2013) waar een conversiefactor van kg per TJ. 21

23 Zoeken naar juiste gemeentelijke rol Effectieve rolneming door de gemeente 2016 Zien geen uitvoering. Controle Indirect Bevorderen energiecoöperatie Energiecoöperatie in Ermelo 2017 Behaald. Energiecoöperatie is opgericht, daar is in aan uitgegeven (bron: monitoringsgegevens). Op vier scholen in Ermelo gaat energiecoöperatie Veluwe-Energie (bron: website veluwe-energie.nl) zonnepanelenprojecten starten. Geschat wordt dat dit totaal in opwek kwh p/j zal opleveren (bron: monitoringsgegevens). Ondersteunen en stimuleren van initiatieven Aantal van de grond gekomen duurzame initiatieven 2016 Deels behaald. Eerder is een inwonerschallenge onderzocht, maar er was toen niet voldoende draagvlak voor. Nu is er wel meer aandacht bij inwoners voor duurzaamheid. Inwonerschallenge is opnieuw initiatief per december Daarbij komt de opstart van plannen voor een warmtescan in wijken (gericht op besparing/duurzame alternatieven) en het plan voor warmtetransitie (gas naar 0/alternatieven voor gas). Beide initiatieven gestart in Collectieve Particuliere Opdrachtgeverschap bouwinitiatieven (CPO): er is één lokaal initiatief. 22

24 Samenwerken met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties Inspanningen Beoogd resultaat Planning (vanaf) Behaald? Sturingsmogelijkheid Effect op ambities Convenant opstellen met Uwoon Convenant met Uwoon Voorjaar 2016 Behaald. De afspraken zijn opgenomen in de jaarafspraken van 2018 en omvatten het verhogen van het energielabel van de woningvoorraad, het energieneutraal bouwen vanuit Uwoon en inzet subsidies, energiecoaches en beschikbaar stellen van gegevens door de gemeente. Wel is de vraag in hoeverre deze afspraken leiden tot het vermindering van CO 2-uitstoot. Nog geen concrete resultaten zichtbaar Partnership met onderwijs vormgeven Partnership/Convenant met primair onderwijs Voorjaar 2016 Deels behaald. Wel acties ondernomen: zonnepanelen op scholen (zie Bevorderen energiecoöperatie), opzet van een leerlijn en werkgroep duurzaamheid in onderwijs. Twee maal Dag van de Duurzaamheid voor basisonderwijs georganiseerd. Lobby en kennisontwikkeling Indirect. Partnership aangaan met andere sectoren Onderzoek naar potentiële partnerships 2016 / 2017 Deels behaald. Er zijn verschillende partnerships tot stand gekomen. Sommige partnerships zijn in de beginfase (LTO en zorg) terwijl anderen al in een vervolgfase zitten (zoals onderwijs en sportclubs): Detailhandel: bijeenkomst in 2018 LTO/Agrarisch: bijeenkomst in 2018 Zorg: bijeenkomst; betrokkenheid nieuwbouw, eigen opwek Kerken: duurzaamheidsbijeenkomst Recreatie: onderdeel vitale vakantieparken, Lobby en kennisontwikkeling Indirect. 23