Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam
|
|
- Leopold Mertens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging student Bijzonder instelling voor ho Burgerlijke rechter (instellings-)collegegeld Finale geschillenbeslechting Kosteloos onderwijs Onderwijskosten Wederprestatie Zelf voorzien Artikelen : WHW artikel 7.45a WHW artikel 7.46 lid 1 WHW artikel 7.46 lid 5 WHW artikel 7.66 lid 5 Awb artikel 8:71 Awb artikel 8:72 lid 3 aanhef en onderdeel b 1 ste Protocol artikel 2 Regeling aanmelding en inschrijving VUA Uitspraak Hoofdoverwegingen : Ongegrond : 2.3. Het College stelt voorop dat het, zoals het reeds heeft overwogen in de uitspraak van 23 mei 2014, bevoegd is kennis te nemen van en te oordelen in dit geschil. Nu het College ingevolge de WHW de aan haar voorgelegde geschillen dient te toetsen aan geschreven bestuursrechtelijke normen en geschreven en ongeschreven rechtsbeginselen, wordt voorbij gegaan aan hetgeen appellante ten aanzien van verschillende privaatrechtelijke leerstukken en rechtsbeginselen naar voren heeft gebracht. Ten aanzien van het verzoek van appellante om toepassing te geven aan artikel 8:71 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), overweegt het College dat, nu het bevoegd is kennis te nemen van en te oordelen in dit geschil, zich niet de situatie voordoet dat uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld. Voor toepassing van artikel 8:71 van de Awb bestaat dan ook geen aanleiding. ( ) In het verweerschrift en ter zitting heeft verweerder uitgebreid toegelicht op welke wijze de door hem gemaakte berekening van de Rijksbijdrage tot stand is gekomen en waarom de berekening die appellante daar tegenover heeft gesteld en de uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd niet juist zijn. Gelet op die toelichting, biedt de door appellante overgelegde berekening onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder de door hem gemaakte berekening niet mocht volgen. Wat betreft de omstandigheid dat appellante gedurende 1,5 jaar van de 3 jaar durende master coschappen loopt, heeft verweerder in het verweerschrift toegelicht dat de Rijksbijdrage voor onderwijs en onderzoek en de Rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie twee gescheiden geldstromen zijn. Voorts heeft hij erop gewezen dat de beëindiging van de bekostiging van volgtijdige inschrijvingen heeft geleid tot inkomstenderving via de werkplaatsfunctie. Met dat gegeven is volgens verweerder nog geen rekening gehouden bij de berekening van de studentgebonden financiering per bekostigde masterstudent Geneeskunde. Zou daar wel rekening mee worden gehouden, dan zou het berekende bedrag hoger uitvallen, aldus verweerder. Gelet op deze toelichting, ziet het College onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder vanwege de coschappen gehouden was het instellingscollegegeldtarief met 50% te verminderen. Ten aanzien van het rapport "De kosten van verruimen of loslaten van de numerus fixus" van SEO Economisch Onderzoek, heeft
2 verweerder ter zitting toegelicht dat de in dat rapport vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijsniveau van het jaar 2009 en niet zijn gebaseerd op de huidige bekostigingssystematiek, maar op de voorloper daarvan. Gelet op deze toelichting, biedt het rapport van SEO Economisch Onderzoek onvoldoende grond voor de conclusie dat de door verweerder gemaakte berekening niet toelaatbaar is. Wat betreft het rapport "Advies nieuwe bekostiging Wetenschappelijk Onderwijs" van Deloitte Consulting B.V. van 19 januari 2010, heeft verweerder er ter zitting op gewezen dat dit een advies omtrent de invoering van een nieuwe bekostigingssystematiek is en niet een beschrijving van de feitelijk gehanteerde systematiek. Verweerder heeft toegelicht dat bij de uiteindelijke uitwerking van de bekostigingssystematiek op diverse onderdelen is afgeweken van dit advies. Gelet hierop, biedt ook dit rapport onvoldoende grond voor de conclusie dat de door verweerder gemaakte berekening niet gevolgd kon worden. Ten aanzien van de "Toelichting instellingscollegegeldtarieven bachelor medisch Universiteit Utrecht " heeft verweerder zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de daarin vermelde tarieven zijn gebaseerd op de tarieven uit 2008 en niet op de tarieven volgens de bekostigingssystematiek uit Ook heeft het erop gewezen dat er in die toelichting ten onrechte van uit wordt gegaan dat de tarieven voor een bachelor gelijk zijn aan die van een master. Appellante heeft geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van het standpunt van het college naar voren gebracht. De "Toelichting instellingscollegegeldtarieven bachelor medisch Universiteit Utrecht " biedt derhalve evenmin grond voor het oordeel dat de door verweerder gemaakte berekening niet kon worden gehanteerd. Ook in hetgeen appellante voor het overige heeft aangevoerd, bestaat onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder zijn beslissing niet heeft mogen baseren op de door hem gemaakte berekening van de Rijksbijdrage. Zelfs als die berekening niet op alle punten geheel juist zou zijn, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat die berekening zodanige gebreken kent, dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de hoogte van het instellingscollegegeldtarief verband houdt met de onderwijskosten. Voorts ziet het College geen grond voor het oordeel dat het door verweerder vastgestelde instellingscollegegeldtarief zodanig hoog is, dat zich strijd voordoet met artikel 2 van het Eerste Protocol. Daarbij neemt het College in aanmerking dat het hier niet een eerste, maar een tweede studie in het hoger onderwijs betreft en de hoogte van het instellingscollegegeldtarief verband houdt met de onderwijskosten. Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [naam woonplaats], appellante, en het college van bestuur van de Vrije Universiteit Amsterdam, verweerder. 1. Procesverloop Bij beslissing van 12 april 2013 heeft verweerder appellante meegedeeld dat zij voor de masteropleiding Geneeskunde in het studiejaar ,00 verschuldigd is. Bij beslissing van 7 oktober 2013 heeft verweerder het door appellante daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
3 Bij uitspraak van 23 mei 2014 in zaak nr. CBHO 2013/229 ( heeft het College het door appellante daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en de beslissing van 7 oktober 2013 vernietigd. Bij beslissing van 4 juli 2014 heeft verweerder het door appellante tegen de beslissing van 12 april 2013 gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft appellante beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het College heeft het beroep gevoegd met dat in zaak nr. 2014/162 ter zitting behandeld op 6 november 2014, waar appellante, bijgestaan door mr. M. Kalkwiek, advocaat te Utrecht, en verweerder, vertegenwoordigd door A.M. van Donk en D.J. Slagter, zijn verschenen. Na de zitting zijn de zaken gesplitst. 2. Overwegingen 2.1. Bij de uitspraak van 23 mei 2014 heeft het College het door appellante tegen de beslissing van 7 oktober 2013 ingestelde beroep gegrond verklaard, omdat verweerder in het verweerschrift niet heeft gereageerd op het betoog van appellante dat het instellingscollegegeldtarief van ,00 per jaar hoger is dan de onderwijskosten en de grenzen van een als redelijk aan te merken wederprestatie voor genoten onderwijs te buiten gaat en ook ter zitting bij het College desgevraagd geen motivering heeft gegeven aangaande de wijze waarop het tarief van het instellingscollegegeld voor de masteropleiding Geneeskunde tot stand is gekomen. De beslissing van 7 oktober 2013 was naar het oordeel van het College op dit punt onvoldoende deugdelijk gemotiveerd. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft verweerder de beslissing van 4 juli 2014 genomen. Bij die beslissing heeft verweerder zich aan de hand van een berekening op het standpunt gesteld dat hij per bekostigde masterstudent Geneeskunde in het begrotingsjaar 2012 exclusief de opslag voor onderzoek ,00 ontvangt. Verweerder heeft voor de bepaling van de hoogte van het instellingscollegegeldtarief aansluiting gezocht bij dat bedrag. Verweerder heeft ervoor gekozen om de onderzoeksopslag niet in rekening te brengen bij studenten die een tweede opleiding volgen en heeft het instellingscollegegeldtarief naar beneden afgerond tot ,00 per jaar Ingevolge artikel 7.45a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: de WHW) is een student het wettelijk collegegeld verschuldigd voor één bachelor- of één masteropleiding indien hij of zij niet eerder een bachelor- of mastergraad heeft behaald. Deze voorwaarde geldt niet voor een student die voor de eerste maal een opleiding op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg volgt. Ingevolge artikel 7.46, eerste lid, van de WHW is een student die niet voldoet aan de voorwaarden, als bedoeld in artikel 7.45a, het instellingscollegegeld verschuldigd. Ingevolge artikel 7.46, vijfde lid, stelt het instellingsbestuur regels vast met betrekking tot de toepassing van dit artikel. Het college van bestuur heeft ingevolge artikel 7.46, vijfde lid, van de WHW de Regeling Aanmelding en Inschrijving vastgesteld Het College stelt voorop dat het, zoals het reeds heeft overwogen in de uitspraak van 23 mei 2014, bevoegd is kennis te nemen van en te oordelen in dit geschil. Nu het College ingevolge de WHW de aan haar voorgelegde geschillen dient te toetsen aan geschreven bestuursrechtelijke normen en geschreven en ongeschreven rechtsbeginselen, wordt voorbij gegaan aan hetgeen appellante ten aanzien van verschillende privaatrechtelijke leerstukken en rechtsbeginselen naar voren heeft gebracht. Ten aanzien van het verzoek van appellante om toepassing te geven aan artikel 8:71 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), overweegt het College dat, nu het bevoegd is kennis te nemen van en te oordelen in dit geschil, zich niet de situatie voordoet dat uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingesteld. Voor toepassing van artikel 8:71 van de Awb bestaat dan ook geen aanleiding Appellante betoogt dat het instellingscollegegeldtarief niet hoger mag zijn dan de onderwijskosten.
4 Uit de beslissing op bezwaar van 4 juli 2014 en de door verweerder daarop ter zitting gegeven toelichting blijkt dat verweerder bij de bepaling van de hoogte van het instellingscollegegeldtarief aansluiting heeft gezocht bij het bedrag dat hij voor een bekostigde masterstudent Geneeskunde van het Rijk ontvangt. Die bekostiging houdt verband met de onderwijskosten. Verweerder heeft aldus, daargelaten of hij daartoe verplicht was, de hoogte van het instellingscollegegeldtarief gerelateerd aan de onderwijskosten. Gelet hierop, behoeft het betoog van appellante geen verdere bespreking Appellante betoogt voorts onder verwijzing naar een door haar gemaakte berekening dat verweerder de Rijksbijdrage op onjuiste wijze heeft berekend. Volgens appellante heeft verweerder ook miskend dat zij gedurende 1,5 jaar van de 3 jaar durende master coschappen loopt en derhalve 50% van de nominale duur van de master geen gebruik maakt van de onderwijsvoorzieningen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook uit het rapport "De kosten van verruimen of loslaten van de numerus fixus" van SEO Economisch Onderzoek, het rapport "Advies nieuwe bekostiging Wetenschappelijk Onderwijs" van Deloitte Consulting B.V. van 19 januari 2010 en de "Toelichting instellingscollegegeldtarieven bachelor medisch Universiteit Utrecht " blijkt dat de door verweer gemaakte berekening niet juist is, aldus appellante. Verder betoogt zij dat het instellingscollegegeldtarief zodanig hoog is, dat zich strijd voordoet met artikel 2 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het Eerste Protocol) Ingevolge artikel 2 van het Eerste Protocol mag niemand het recht op onderwijs worden ontzegd. Bij de uitoefening van alle functies die de Staat in verband met de opvoeding en het onderwijs op zich neemt, eerbiedigt de Staat het recht van ouders om zich van die opvoeding en van dat onderwijs te verzekeren, die overeenstemmen met hun eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen In het verweerschrift en ter zitting heeft verweerder uitgebreid toegelicht op welke wijze de door hem gemaakte berekening van de Rijksbijdrage tot stand is gekomen en waarom de berekening die appellante daar tegenover heeft gesteld en de uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd niet juist zijn. Gelet op die toelichting, biedt de door appellante overgelegde berekening onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder de door hem gemaakte berekening niet mocht volgen. Wat betreft de omstandigheid dat appellante gedurende 1,5 jaar van de 3 jaar durende master coschappen loopt, heeft verweerder in het verweerschrift toegelicht dat de Rijksbijdrage voor onderwijs en onderzoek en de Rijksbijdrage voor de werkplaatsfunctie twee gescheiden geldstromen zijn. Voorts heeft hij erop gewezen dat de beëindiging van de bekostiging van volgtijdige inschrijvingen heeft geleid tot inkomstenderving via de werkplaatsfunctie. Met dat gegeven is volgens verweerder nog geen rekening gehouden bij de berekening van de studentgebonden financiering per bekostigde masterstudent Geneeskunde. Zou daar wel rekening mee worden gehouden, dan zou het berekende bedrag hoger uitvallen, aldus verweerder. Gelet op deze toelichting, ziet het College onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder vanwege de coschappen gehouden was het instellingscollegegeldtarief met 50% te verminderen. Ten aanzien van het rapport "De kosten van verruimen of loslaten van de numerus fixus" van SEO Economisch Onderzoek, heeft verweerder ter zitting toegelicht dat de in dat rapport vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijsniveau van het jaar 2009 en niet zijn gebaseerd op de huidige bekostigingssystematiek, maar op de voorloper daarvan. Gelet op deze toelichting, biedt het rapport van SEO Economisch Onderzoek onvoldoende grond voor de conclusie dat de door verweerder gemaakte berekening niet toelaatbaar is. Wat betreft het rapport "Advies nieuwe bekostiging Wetenschappelijk Onderwijs" van Deloitte Consulting B.V. van 19 januari 2010, heeft verweerder er ter zitting op gewezen dat dit een advies omtrent de invoering van een nieuwe bekostigingssystematiek is en niet een beschrijving van de feitelijk gehanteerde systematiek. Verweerder heeft toegelicht dat bij de uiteindelijke uitwerking van de bekostigingssystematiek op diverse onderdelen is afgeweken van dit advies. Gelet hierop, biedt ook dit rapport onvoldoende grond voor de conclusie dat de door verweerder gemaakte berekening niet gevolgd kon worden. Ten aanzien van de "Toelichting instellingscollegegeldtarieven bachelor medisch Universiteit Utrecht " heeft verweerder zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de daarin vermelde tarieven zijn gebaseerd op de tarieven uit 2008 en niet op de tarieven volgens de bekostigingssystematiek uit Ook heeft het erop gewezen dat er in die toelichting ten onrechte van uit wordt gegaan dat de tarieven voor een bachelor gelijk zijn aan die van een master. Appellante heeft geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van het standpunt van het college naar voren gebracht. De "Toelichting instellingscollegegeldtarieven bachelor medisch Universiteit Utrecht " biedt derhalve evenmin grond voor het oordeel
5 dat de door verweerder gemaakte berekening niet kon worden gehanteerd. Ook in hetgeen appellante voor het overige heeft aangevoerd, bestaat onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat verweerder zijn beslissing niet heeft mogen baseren op de door hem gemaakte berekening van de Rijksbijdrage. Zelfs als die berekening niet op alle punten geheel juist zou zijn, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat die berekening zodanige gebreken kent, dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de hoogte van het instellingscollegegeldtarief verband houdt met de onderwijskosten. Voorts ziet het College geen grond voor het oordeel dat het door verweerder vastgestelde instellingscollegegeldtarief zodanig hoog is, dat zich strijd voordoet met artikel 2 van het Eerste Protocol. Daarbij neemt het College in aanmerking dat het hier niet een eerste, maar een tweede studie in het hoger onderwijs betreft en de hoogte van het instellingscollegegeldtarief verband houdt met de onderwijskosten. Het betoog faalt Het beroep is ongegrond. Reeds hierom bestaat geen aanleiding om, zoals appellante heeft verzocht, met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing Het College Rechtdoende: verklaart het beroep ongegrond.
Voor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding
Zaaknummer : 2013/216 Rechter[s] : mrs. Loeb, Nijenhof, Van der Spoel Datum uitspraak : 20 maart 2014 Partijen : Naam en Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : BaMa-structuur, [instellings-] collegegeld,
Nadere informatie3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.
Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/020 en 020.1
Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 23 april 2013 Partijen : Verzoekster tegen Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, [instellings]collegegeld,
Nadere informatieBij beslissing van 14 april 2013 heeft het college van bestuur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2013/091 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 9 oktober 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bestuursakkoord collegegeld tweede
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.
Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/136
Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, verweerder.
Zaaknummer : 2013/010 Rechter(s) : mrs. Loeb, Olivier, Van der Spoel, Datum uitspraak : 25 juni 2013 Partijen : Appellant tegen Vrije Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : [instellings-]collegegeld,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en
Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en
Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : EU/EER nationaliteit gelijkheidsbeginsel
Nadere informatieZaaknummers : 2011/019 en 019.1
Zaaknummers : 2011/019 en 019.1 Rechter : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 14 februari 2011 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : CRIHO, differentiatie instellingscollegegeld,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant,
Zaaknummer : 2014/005 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Lubberdink en Van der Spoel Datum uitspraak : 11 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Beoordeling tentamen, deskundigheid,
Nadere informatieBij beslissing van 9 juli 2014 heeft het CBE het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2014/125.5 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Kleijn Datum uitspraak : 8 oktober 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend studieadvies, BNSA,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/204 en 204.1
Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/129
Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid
Nadere informatieBij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.
Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend
Nadere informatieZaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten
Zaaknummer : 2014/159 en 159.1 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Trefwoorden : Beoordeling, kennen en kunnen, onverwijlde
Nadere informatieZaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : Assessment, kennen en kunnen, stage Artikelen
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam
Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling
Nadere informatiehet college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.
Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing
Nadere informatieZaaknummer : 2013/261
Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.
Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bewijsmiddelen bindend negatief studieadvies BNSA
Nadere informatieZaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale
Nadere informatieZaaknummer : 2014/153
Zaaknummer : 2014/153 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleiding, (tussentijdse) beoordeling, evenredigheidsbeginsel,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam
Zaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Afstuderen, beëindiging inschrijving, bericht
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van
Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : aanmelden bekostiging belangenafweging
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/145
Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool
Zaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : beroepspraktijk bijzondere omstandigheden
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,
Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.
Zaaknummer : 2014/232A en 232B Rechter[s] : mrs. Nijenhof, Van der Spoel, Hoogvliet Datum uitspraak : 25 maart 2015 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool Zeeland Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies
Nadere informatieZaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1
Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden
Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en
Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Juridische Hogeschool Avans - Fontys Trefwoorden : beoordeling
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Hogeschool Utrecht, verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/131 Rechter(s) : mrs. Scholten Hinloopen, Van der Spoel en Hoogvliet. Datum uitspraak : 21 december 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : advies studentendecaan
Nadere informatieCollege van Beroep voor het Hoger Onderwijs
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen
Zaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanwezigheidsverplichtingen buitenland combinatietabel
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie
Nadere informatieZaaknummer : 2013/235
Zaaknummer : 2013/235 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 13 mei 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleidingscontract, BNSA, [melden] bijzondere
Nadere informatieZaaknummer : 2012/220 en 220.1
Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/268 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 17 april 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van De Haagse Hogeschool Trefwoorden : NBSA, negatief bindend studieadvies, Osiris,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit Maastricht, gevestigd te Maastricht, verweerder.
Zaaknummer : 2010/071 Rechter(s) : mrs. Mollee, Borman, Kleijn Datum uitspraak : 8 augustus 2011 Partijen : Appellant tegen Universiteit Maastricht Trefwoorden : Algemeen verbindend voorschrift, [instellings]collegegeld,
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:1194
ECLI:NL:RBDHA:2016:1194 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 21-04-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7854 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellante,
Zaaknummer : CBHO 2015/262 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 19 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma advies bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2014/272 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 juli 2015 Partijen : Appellante en CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : afwijzing bezwaarprocedure bindend negatief
Nadere informatieUitspraak 201405096/1/A2
Uitspraak 201405096/1/A2 Datum van uitspraak: Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201405096/1/A2. Datum uitspraak: 21 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK woensdag 21 januari 2015 Uitspraak op het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2004:AR4275
ECLI:NL:RVS:2004:AR4275 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-10-2004 Datum publicatie 20-10-2004 Zaaknummer 200407821/1 en 200407821/2 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het College van Beroep voor de Examens van Hogeschool Inholland, verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/098 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 19 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies causaal verband
Nadere informatieVerweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.
Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:2567
ECLI:NL:RBNNE:2016:2567 Instantie Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 25-07-2016 Zaaknummer LEE 15/3982 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956
ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het CBE van de Hanzehogeschool Groningen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2014/047 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 2 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CBE van de Hanzehogeschool Trefwoorden : Besluit van gelijke strekking, bindend negatief studieadvies,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:3038
ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580
ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BO4829
ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ7733
ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 4 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BW3893
ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-04-2012 Datum publicatie 25-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109104/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY1711
ECLI:NL:RVS:2012:BY1711 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-10-2012 Datum publicatie 31-10-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201986/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieTegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.
Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,
Nadere informatieVerweerder heeft op 20 september 1995 desverzocht nog een stuk in het geding gebracht.
Zaaknummer: 1995/122 Rechter(s): mrs. Olivier, Nijenhof, Hingst Datum uitspraak: 15 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen Trefwoorden: Motiveringsbeginselen,
Nadere informatieVertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.
Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieX wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,
Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1169
ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:CA3671
ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 19-06-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201939/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2861
ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:CRVB:2017:73 Instantie Datum uitspraak 04-01-2017 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1380 WSF Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bindend negatief studieadvies causaal verband deeltijdstudent
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE
Zaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : actuele kennis geldigheidsduur
Nadere informatiewel kunnen volgen, maar alleen de tentamens worden dan nog aangeboden. Tijdens dat overleg is verder de optie aan bod gekomen om te bezien welke
Zaaknummer : CBHO 2016/141 Rechter(s) : mrs. Borman, Drop en Van Diepenbeek Datum uitspraak : 16 februari 2017 Partijen : appellante en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Arbeidsmarkt bindend negatief
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2006:AV7682
ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4-3 0 5
U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/165 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 14 januari 2015 Partijen : appellant en CBE
Zaaknummer : CBHO 2014/165 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 14 januari 2015 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : aanvullend tentamen accreditatie
Nadere informatiehet college van gedeputeerde staten van Zeeland.
. Datum uitspraak: 5 augustus 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [appellant A], [appellant B], wonend te [woonplaats], [appellant C], wonend te [woonplaats], [appellant
Nadere informatie