Hoge Raad , BJN , (Dibbets)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad 07-10-1994, BJN 101924, (Dibbets)"

Transcriptie

1 UJA-Nummer Instantie UJA_ Hoge Raad datum wetsartikelen Art. 1639g oud-bw; art. 1639o oud-bw; art. 1639r oud-bw (thans art. 7:669 BW, art. 7:677 BW en art. 7:680 BW) Hoge Raad , BJN , (Dibbets) Samenvatting Casus Dibbets werkt sinds 1976 bij Pinckers. Op 1 december 1989 wordt hem ontslag aangezegd vanwege een ernstige verstoring van de arbeidsverhouding. Het ontslag wordt op 4 december 1989 schriftelijk bevestigd. Dibbets wordt daarnaast direct geschorst. Op 6 december 1989 roept Dibbets schriftelijk de nietigheid van het ontslag in, op grond van het feit dat Pinckers de arbeidsverhouding heeft opgezegd zonder de ingevolge artikel 6 BBA vereiste toestemming. Dibbets die met ingang van 1 januari 1990 een nieuwe baan heeft aanvaard, trekt vervolgens in een brief van 21 december 1989 zijn beroep op nietigheid in, waardoor volgens hem de dienstbetrekking door uw opzegging eindigt op 31 december Voorts beroept hij zich op de onregelmatigheid van het ontslag, aangezien Pinckers zich niet heeft gehouden aan de overeengekomen opzegtermijn van zes maanden. Hij vordert op grond van artikel 7A:1639o lid 1 jo. artikel 7a:1639r lid 1 oud-bw het in geld vastgestelde loon voor de tijd dat de dienstbetrekking bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Kantongerecht Overweegt dat de brief van Dibbets van 21 december 1989 tot gevolg heeft dat de niet-regelmatige wijze van beëindiging zich heeft geconverteerd in een regelmatige beëindiging. De kantonrechter verwerpt de vordering van Dibbets. Rechtbank Bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter op een andere grond. Volgens de rechtbank heeft Dibbets door de toevoeging dat de arbeidsovereenkomst op 31 december is geëindigd ondubbelzinnig te kennen gegeven dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen. Cassatiemiddel Dibbets voert aan dat het feit dat hij afstand heeft gedaan van zijn beroep op nietigheid van een hem gegeven ontslag nog niet wil zeggen dat hij berust in de (eventuele) onregelmatigheid van dat ontslag. Daarvoor is vereist dat er eveneens sprake is van een ondubbelzinnige verklaring dat ook hiervan afstand gedaan wordt. Hoge Raad Oordeelt dat de rechtbank is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting nu zij heeft miskend dat Dibbets zich wel moest schikken in de hem door Pinckers aangezegde ontslagdatum van 31 december 1989, nadat hij afstand had gedaan van zijn beroep op nietigheid. Een onregelmatige opzegging tast immers niet de geldigheid van die opzegging aan. De brief van Dibbets van 21 december 1989 kan daarom niet opgevat worden als een ondubbelzinnige verklaring waarmee hij afstand doet van zijn recht om zich te beroepen op de onregelmatigheid van de opzegging. Nu het cassatiemiddel slaagt, kent de HR de vordering van Dibbets toe. Uitspraak Antonius Wilhelmus Theodorus Dibbets, te Malden, gemeente Heumen, eiser tot cassatie, adv. mr. R.A.A. Duk, tegen H. Pinckers, te Nijmegen, verweerder in cassatie, adv. mr. F.M. Wachter. Kantonrechter (tussenvonnis): 1 De vaststaande feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, danwel niet of onvoldoende weersproken alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de overgelegde produkties, staat ten processe tussen partijen thans vast:

2 Dibbets is vanaf 3 juli 1976 als notarieel medewerker werkzaam geweest bij Pinckers tegen een salaris van (laatstelijk) ƒ bruto per jaar (inclusief vakantietoeslag). Dibbets was hoofdzakelijk belast met het administratieve en financiële beheer van het notariskantoor en met de voorbereiding van de door Pinckers te verlijden akten. Op 25 april 1989 is Dibbets arbeidsongeschikt geworden; op 5 juli 1989 is hij weer voor 50% gaan werken; op 26 juli 1989 heeft hij zich opnieuw als geheel arbeidsongeschikt gemeld; op 1 december 1989 is hij weer geheel arbeidsgeschikt; Op 10 oktober 1989 heeft een gesprek tussen Dibbets en Pinckers plaatsgevonden, waarbij Dibbets te kennen is gegeven dat hij na hersteldverklaring ontheven zou worden van een aantal taken die hem tot op dat moment waren opgedragen en ook dat Pinckers onvoldoende vertrouwen in hem had, zodat Dibbets de sleutels van de kluis moest inleveren; Op 1 december 1989 heeft Pinckers aan Dibbets ontslag aangezegd per 1 januari 1990 en hem met onmiddellijke ingang geschorst; Bij brief van 4 december 1989 heeft Pinckers de schorsing en het ontslag bevestigd onder vermelding van de gronden; Nadat Dibbets bij brief van 6 december de nietigheid van het ontslag heeft ingeroepen, heeft hij bij brief van 21 december 1989 zijn beroep op de nietigheid weer ingetrokken; Per 31 december 1989 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen beëindigd. ( ) 4 Het oordeel van de kantonrechter 4.1 De vraag die allereerst beantwoording behoeft is die naar de wijze waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen is beëindigd. Daarbij dient te worden overwogen dat het einde van die arbeidsovereenkomst is ingezet door Pinckers, toen hij op 1 december dat mondeling en op 4 december schriftelijk aan Dibbets heeft laten weten. Hij heeft toen opgezegd tegen 1 januari Een bewering van Pinckers als zou dit een ontslagaankondiging zijn geweest onder het voorbehoud van het verkrijgen van de vereiste vergunning van de directeur GAB, moet worden verworpen. Het noemen van de datum van 1 januari 1990 is geheel in strijd met het beweerde voorwaardelijke karakter van de aankondiging van een ontslag. Immers, na het ontvangen van de ontslagvergunning moet ook (voor een regelmatige beëindiging tenminste) de opzeggingstermijn nog in acht worden genomen. Pinckers wist op dat moment ook dat die opzeggingstermijn 6 maanden bedroeg (brief aan directeur GAB van 21 december 1989). Een en ander houdt in dat door het niet in acht nemen van de geldende opzegtermijn het ontslag niet-regelmatig is gegeven, waardoor (in principe) schadeplichtigheid ontstaat, zoals artikel 1639o lid 1 BW voorschrijft. 4.2 Noch op 1 december, noch op 4 december heeft Dibbets doen blijken dat hij toestemde in die opzegging zonder inachtneming van de opzegtermijn: in zijn brief van 6 december roept hij uitdrukkelijk de nietigheid van het gegeven ontslag in. Hij betwist de gronden van het ontslag, protesteert tegen de non-actief-stelling en verklaart zich bereid de bedongen werkzaamheden op afroep te verrichten. Hij maakt aanspraak op doorbetaling van loon en stelt Pinckers aansprakelijk voor de schade die hij lijdt. 4.3 In zijn brief van 21 december 1989 schrijft Dibbets echter aan Pinckers dat hij heeft besloten mijn beroep op de nietigheid van uw ontslag in te trekken, hetgeen ik bij deze doe. Hij voegt daaraan dan nog toe: Als gevolg daarvan eindigt de met u gesloten arbeidsovereenkomst door uw opzegging op 31 december Met name door de toevoeging van de laatst geciteerde zin laat Dibbets aan Pinckers weten dat hij de opzegging van Pinckers accepteert. Immers, het eerste aangekondigde beroep op de nietigheid van het ontslag wordt ingetrokken en als gevolg daarvan eindigt de arbeidsovereenkomst op 31 december Een dergelijke formulering kan alleen inhouden dat Dibbets de opzegging van Pinckers (die de opzegtermijn niet in acht heeft genomen) toch nog voor lief neemt en zich daar niet langer tegen verzet. De aanvankelijk niet-regelmatige wijze van beëindiging is daarmee naar het oordeel van de kantonrechter geconverteerd in een regelmatige beëindiging, zodat er geen reden meer is om van schadeplichtigheid van de zijde van Pinckers op grond van een niet-regelmatige beëindiging te spreken. 4.5 Bovenstaand oordeel houdt niet alleen in dat er geen schadeplichtigheid van Pinckers tegenover Dibbets wordt vastgesteld op grond van artikel 1639o BW, doch tevens dat de grond voor een kennelijk onredelijke beëindiging van het contract voorzover die gelegen is in een zonder opgave van redenen of onder opgave van voorgewende c.q. valse reden opzeggen niet aan de orde komt. Voorzover er in de periode tussen 1 respectievelijk 4 december 1989 en 21 december 1989 bij Dibbets al dan niet terecht sprake is geweest van de mening dat Pinckers geen, onjuiste of vals voorgewende redenen had gebruikt als grond voor het ontslag, door zijn beroep op de nietigheid in te trekken en zich niet langer te verzetten tegen de op zichzelf door Pinckers onjuist gehanteerde beëindigingsdatum is er geen niet-regelmatige beëindiging meer. Wat ook de motieven van Dibbets zijn geweest om met die datum in te stemmen, hij heeft het verweer prijsgegeven dat de gronden voor het ontslag niet zouden deugen. 4.6 Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee nog niet gezegd, dat er bij deze wijze van beëindiging geen sprake kan zijn van een kennelijk

3 onredelijke beëindiging op grond van artikel 1639s lid 2 onder 2. Dibbets heeft aangevoerd dat het niet redelijk is dat Pinckers op deze wijze de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd nu hij geen enkele behoorlijke financiële voorziening heeft getroffen, mede gelet op de lange duur van de arbeidsovereenkomst. Naar het oordeel van de kantonrechter is die stelling terecht aangevoerd en een en ander is aanleiding om een comparitie van partijen te bevelen teneinde van partijen inlichtingen te vragen en een minnelijke regeling te beproeven. Rechtbank: 4.2 Dibbets stelt in zijn toelichting op de grieven dat hij impliciet noch expliciet heeft toegestemd met de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door in zijn brief van 21 december 1989 vast te stellen dat het gevolg van de (onregelmatige) opzegging van Pinckers was, dat de arbeidsovereenkomst eindigde op 31 december Dibbets voert aan dat hetgeen hij heeft geschreven rechtstreeks voortvloeit uit artikel 7A:1639o lid 1 BW. Hij stelt verder dat uit de context van het overige deel van genoemde brief slechts valt te begrijpen dat hij niet toestemde in een onregelmatige beëindiging, doch integendeel aanspraak maakte op wettelijke schadeloosstelling vanwege deze onregelmatigheid. 4.3 Pinckers voert hiertegen gemotiveerd verweer. 4.4 De tweede alinea van de brief van Dibbets van 21 december 1989 luidt: Na ampel beraad heb ik echter besloten mijn beroep op de nietigheid van Uw ontslag in te trekken, hetgeen ik bij deze doe. Als gevolg daarvan eindigt de met U gesloten arbeidsovereenkomst door Uw opzegging op 31 december Door de toevoeging dat de arbeidsovereenkomst op 31 december 1989 is geëindigd, heeft Dibbets, naar het oordeel van de rechtbank, ondubbelzinnig te kennen gegeven dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen. Dibbets heeft met de hiervoor weergegeven tekst van zijn brief immers niet alleen te kennen gegeven dat hij berust in het ontslag zelf maar ook in het feit dat de voor opzegging geldende bepalingen niet in acht waren genomen. Dibbets heeft voorts geen, althans onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld en ook anderszins is niet, althans onvoldoende gebleken dat hij de afstand van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen afhankelijk wenste te stellen van de voorwaarde dat Pinckers hem de wettelijke schadeloosstelling waarop Dibbets in het vervolg van zijn brief van 21 december 1989 aanspraak maakt zou voldoen, zodat de rechtbank niet hiervan zal uitgaan. De rechtbank heeft bij haar oordeel mede in aanmerking genomen dat Dibbets, zoals hij zelf stelt, over de door hem te volgen handelwijze resulterend in de brief van 21 december 1989 overleg met zijn rechtsgeleerde raadsman heeft gehad. Voor zover grief II opkomt tegen het oordeel van de kantonrechter, dat Dibbets door zijn brief van 21 december 1989 het verweer heeft prijsgegeven dat er sprake is van een kennelijk onredelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor zover die gelegen is in een opzegging zonder opgave van redenen of onder opgave van een voorgewende c.q. valse reden, behoeft deze grief geen bespreking aangezien Dibbets in deze instantie geen vordering daaraan heeft verbonden. Uit het vorengaande volgt dat de grieven I tot en met III en IV (deels) geen doel treffen. Grief IV voor het overige, betreffende de bestreden beslissing ten aanzien van de proceskosten, zal hierna nog aan de orde komen. In het incidenteel appèl Ten aanzien van de grieven I en II 4.5 Deze grieven betreffen beide het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag en lenen zich eveneens voor een gezamenlijke behandeling. 4.6 Pinckers stelt in de eerste plaats dat de kantonrechter ten onrechte niet heeft onderzocht hoe de onderlinge verhouding tussen partijen de afgelopen jaren was en verder dat Dibbets ernstig in zijn taken is tekortgeschoten. Pinckers voert vervolgens aan dat er bij een beëindiging van een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden geen enkele verplichting is om financiële voorzieningen te treffen. Bovendien veronderstelt het treffen van een financiële voorziening schade; Dibbets heeft echter geen schade geleden aangezien hij op 1 januari 1990 een andere baan had, zodat ook om die reden aan iedere vordering tot schadevergoeding de grondslag is komen te ontvallen, aldus Pinckers. 4.7 Dibbets heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. 4.8 Dibbets heeft afstand gedaan van zijn recht om zich op de nietigheid van het ontslag of de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen. Hierdoor is aan Dibbets echter niet het recht ontvallen zich op de kennelijke onredelijkheid van het ontslag te beroepen. Vervolgens is aan de orde de vraag of de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat in dit geval sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. Uit de stellingen van Pinckers is af te leiden dat voor hem de reden tot opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft bestaan uit kritiek op de taakuitoefening door Dibbets. Niet of onvoldoende is door Pinckers aannemelijk gemaakt, dat zodanige kritiek vóór de opzegging genoegzaam aan Dibbets is kenbaar gemaakt, terwijl evenmin voldoende is gebleken van verwijtbare schuld aan de zijde van Dibbets aan diens ontslag. Gelet hierop alsmede op de duur van het dienstverband (ruim 13 jaren) is de rechtbank van oordeel dat het ontbreken van voor Dibbets in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst getroffen financiële voorzieningen op zichzelf reeds moet leiden tot de conclusie dat het ontslag

4 kennelijk onredelijk is. Op grond hiervan acht de rechtbank Pinckers gehouden aan Dibbets een schadevergoeding te betalen. De rechtbank gaat voorbij aan Pinckers betoog dat Dibbets vanaf 1 januari 1990 met een nieuwe baan is aangevangen en dat hij derhalve geen schade heeft. In de eerste plaats was voor Pinckers ten tijde van de opzegging niet voorzienbaar dat Dibbets in een later stadium een nieuwe baan zou hebben, zodat een disculpatie voor het treffen van een financiële voorziening ten tijde van de opzegging door Pinckers niet op deze grond kan worden gestoeld. Verder heeft Dibbets voldoende aannemelijk gemaakt dat hij noodgedwongen deze nieuwe baan heeft aanvaard en dat zijn verdiensten uit deze nieuwe baan (aanmerkelijk) lager liggen dan voordien. Met inachtneming van deze factoren acht de rechtbank de door de kantonrechter vastgestelde netto-vergoeding van ƒ alleszins redelijk. De grieven I en II falen derhalve. Ten aanzien van grief III 4.9 Tussen de partijen staat vast dat Dibbets aanspraak had op 20 vakantiedagen en dat hij gedurende zijn vakantieperiode van 27 juli tot en met 19 augustus 1989 volledig arbeidsongeschikt was. Gezien artikel 7A:1638 ee BW mogen de dagen waarop Dibbets arbeidsongeschikt was en een uitkering genoot niet als vakantiedagen worden aangemerkt. Aan Dibbets komt derhalve uitbetaling van 20 vakantiedagen, vermeerderd met rente, toe. Ook grief III faalt derhalve. In het principaal en in het incidenteel appèl voorts 4.10 Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter naar het oordeel van de rechtbank op juiste wijze heeft beslist op het gevorderde. Omdat beide partijen daarmee deels in het gelijk en deels in het ongelijk waren gesteld, acht de rechtbank ook het oordeel van de kantonrechter ten aanzien van de proceskosten juist. Daarmee faalt ook grief IV (voor het overige) in het principaal appèl. De vonnissen van de kantonrechter zullen, voorzoveel nodig met aanvulling en verbetering van de gronden, worden bekrachtigd Gelet op het feit dat beide partijen ook in het hoger beroep gedeeltelijk in het gelijk en gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zal de rechtbank de kosten van de procedure in hoger beroep tussen de partijen compenseren. Cassatiemiddel Schending van het recht dan wel verzuim van vormen waarvan het niet in acht nemen grond voor vernietiging vormt; doordat de Rechtbank heeft overwogen als weergegeven in r.ov. en 4.4. en 4.8. van het vonnis waarvan beroep en (mede) op grond daarvan heeft beslist als in het dictum van dat vonnis verwoord; ten onrechte en in strijd met het recht in verband met het navolgende. Notaris Pinckers heeft aan Dibbets bij brief d.d. 4 december 1989 ontslag per 1 januari 1990 aangezegd. Het verweer dat die brief geen ontslagaanzegging inhield, is in eerste aanleg door de Kantonrechter te Nijmegen verworpen, tegen welke beslissing door notaris Pinckers in hoger beroep niet is opgekomen. Dibbets heeft eerst de nietigheid van dat ontslag ingeroepen (omdat daarvoor de ex art. 6 BBA 1945 vereiste ontslagvergunning ontbrak), maar vervolgens, bij brief d.d. 21 december 1989, in de procedure overgelegd, aan notaris Pinckers (voor zover hier van belang) het volgende bericht: Na ampel beraad heb ik echter besloten mijn beroep op de nietigheid van Uw ontslag in te trekken, hetgeen ik bij deze doe. Als gevolg daarvan eindigt de met U gesloten arbeidsovereenkomst door Uw opzegging op 31 december In Uw brief van 4 december jl. heeft U onze arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de voor opzegging geldende regels beëindigd. Op grond van de toepasselijke cao had U een opzegtermijn van hetzij 6 maanden in acht moeten nemen, met dien verstande dat opzegging slechts mocht geschieden tegen de eerste dag van een kalendermaand. Dat betekent dat U slechts rechtsgeldig had kunnen opzeggen tegen 1 juli 1990 en niet, zoals U heeft gedaan, tegen 1 januari Omdat U de voor opzegging geldende regels niet in acht heeft genomen bent U jegens mij schadeplichtig geworden. Ik maak aanspraak op de wettelijke schadeloosstelling die krachtens het bepaalde in artikel 1639o, lid 1 in verband met artikel 1639r, lid 1 boek IV BW gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgesteld loon voor de tijd dat de dienstbetrekking bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Concreet gezegd bedraagt de wettelijke schadeloosstelling in ieder geval 6 x ƒ 4850 = ƒ De Rechtbank heeft de vordering van Dibbets tot betaling van de in dit citaat bedoelde wettelijke schadeloosstelling afgewezen door, blijkens r.ov (juncto r.ov. 4.8.) van het vonnis waarvan beroep aan te nemen dat Dibbets afstand zou hebben gedaan van zijn recht daarop. De Rechtbank heeft dat als volgt gemotiveerd:

5 Door de toevoeging dat de arbeidsovereenkomst op 31 december 1989 is geëindigd, ( ) overleg met zijn rechtsgeleerde raadsman heeft gehad. Deze beslissing is rechtens onjuist, althans onvoldoende met redenen omkleed, want met de bewoordingen van de hierboven geciteerde brief d.d. 21 december 1989 niet, en zeker niet zonder nadere motivering, verenigbaar. Uit (het geciteerde deel van) die brief blijkt immers duidelijk dat Dibbets (slechts) het beroep op de nietigheid van het hem gegeven ontslag liet varen; het recht om dat te doen is in deze procedure ook niet betwist (vgl. HR 24 november 1961, NJ 1962, 54). Wie afstand doet van zijn beroep op de nietigheid van een hem gegeven ontslag, kan daarbij tegelijkertijd berusten in de (eventuele) onregelmatigheid van dat ontslag, maar behoeft dat niet te doen; daarvoor is vereist dat sprake is van een ondubbelzinnig óók op die afstand gerichte wilsverklaring (vgl. HR 17 januari 1986, NJ 1986, 731 en HR 25 maart 1988, NJ 1988, 582). Uit de geciteerde alinea's van de brief d.d. 21 december 1989 blijkt ondubbelzinnig dat Dibbets enerzijds het beroep op de nietigheid van het hem gegeven ontslag heeft laten varen, maar anderzijds de in dat geval aan hem toekomende vordering uit hoofde van de onregelmatigheid van dat ontslag uitdrukkelijk heeft gehandhaafd. In die omstandigheden getuigt het oordeel van de Rechtbank dat sprake is van afstand van het recht op die schadeloosstelling, van een onjuiste rechtsopvatting, immers een onjuiste opvatting over de omstandigheden waaronder van afstand van recht sprake kan zijn, nu uit wat de Rechtbank overweegt, niet blijkt dat zij heeft onderkend dat zij moest onderzoeken of notaris Pinckers de brief (en de daaruit blijkende verklaring) in redelijkheid zo mocht opvatten dat Dibbets daarmee bedoelde zijn recht op de schadeloosstelling prijs te geven, dan wel is sprake van een onbegrijpelijke, want met de bewoordingen van de betrokken brief niet, en zeker niet zonder meer, verenigbare uitleg van het door Dibbets in die brief ingenomen standpunt op het punt van de onregelmatigheid. Onbegrijpelijk is met name dat de Rechtbank uit de enkele toevoeging in de brief dat de arbeidsovereenkomst op 31 december 1989 is geëindigd afleidt dat aldus óók ondubbelzinnig te kennen (werd) gegeven dat (Dibbets) afstand heeft gedaan van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen. Anders dan de Rechtbank kennelijk aanneemt, heeft Dibbets met die tekst weliswaar enerzijds te kennen gegeven dat hij in het ontslag als zodanig berustte, maar niet (ook) dat hij aanvaardde dat de voor opzegging geldende bepalingen niet in acht waren genomen; hij heeft integendeel juist de hem in verband daarmee toekomende vordering met zoveel woorden genoemd en geldend gemaakt. Wie zich in een geval als dit alsnog (niet langer op de nietigheid, maar wel) op de onregelmatigheid van een ontslag wenst te beroepen, kan dat immers slechts doen door, zoals Dibbets heeft gedaan, (alsnog) te aanvaarden dat de arbeidsovereenkomst door de opzegging en, derhalve, met inachtneming van de daarbij aangegeven (te korte) termijn is geëindigd. Onbegrijpelijk is overigens (ook) wat de Rechtbank vervolgens overweegt, nu immers wie afstand doet van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van een opzegging te beroepen, (per definitie) de wettelijke schadeloosstelling niet wenst te ontvangen; anders wordt immers van het beroep op die onregelmatigheid geen afstand gedaan. Nu het oordeel van de Rechtbank in r.ov op grond van het bovenstaande rechtens onjuist, althans onvoldoende gemotiveerd, want onbegrijpelijk is, kan ook het in r.ov vervatte oordeel, dat daarop voortbouwt, niet in stand blijven. Hoge Raad 1. Het geding in feitelijke instanties Met een op 14 februari 1990 gedateerd verzoekschrift heeft thans eiser tot cassatie verder te noemen: Dibbets zich gewend tot de Kantonrechter te Nijmegen met verzoek thans verweerder in cassatie verder te noemen: Pinckers, die hem op 1 december 1989 had ontslagen tegen 1 januari 1990, te veroordelen om aan hem te voldoen: 1. de wettelijke schadeloosstelling van ƒ vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 januari 1990; 2. vergoeding van de door Dibbets geleden materiële schade wegens kennelijk onredelijk ontslag ad ƒ ,08 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 1990; 3. een vergoeding voor door Dibbets geleden immateriële schade wegens kennelijk onredelijk ontslag ad ƒ vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 1990; 4. een vergoeding in geld voor niet genoten vakantiedagen ad ƒ 5658,28, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 4 januari Nadat Pinckers tegen de vorderingen verweer had gevoerd, heeft de Kantonrechter bij tussenvonnis van 22 maart 1991 een comparitie van partijen gelast. Deze comparitie heeft plaatsgevonden op 14 mei Bij eindvonnis van 14 juni 1991 heeft de Kantonrechter Pinckers veroordeeld om aan Dibbets te betalen: (1) als schadevergoeding op grond van art. 1639s lid 2 onder 2, het bruto-equivalent van een bedrag van netto ƒ ; (2) als vergoeding voor bij het einde van de dienstbetrekking niet-opgenomen vakantiedagen een bedrag van ƒ 4619 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over het netto-equivalent van dit bedrag vanaf 4 januari 1990, en het meer of anders gevorderde afgewezen. Tegen beide vonnissen heeft Dibbets hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Arnhem, waarna Pinckers incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Bij vonnis van 13 mei 1993 heeft de Rechtbank in het principaal en in het incidenteel appel de bestreden vonnissen van de Kantonrechter te Nijmegen bekrachtigd en het meer of anders gevorderde afgewezen. ( ) 3 Beoordeling van het middel

6 3.1 Het gaat in dit geding, voor zover in cassatie nog van belang, om het volgende. Op 1 december 1989 heeft notaris Pinckers aan Dibbets, die sedert 1976 als notarieel medewerker te zijnen kantore werkzaam was, ontslag aangezegd zonder inachtneming van de ter zake geldende opzegtermijn van zes maanden, immers tegen 1 januari Voor dit ontslag dat hij bij schrijven van 4 december 1989 aan Dibbets heeft bevestigd had Pinckers niet de daartoe ingevolge art. 6 BBA vereiste toestemming verkregen. Dibbets heeft noch op 1 december, noch op 4 december 1989 in beëindiging van de dienstbetrekking toegestemd. Integendeel: aanvankelijk heeft hij aanleiding gezien bij aan Pinckers gericht schrijven van 6 december 1989 op grond van art. 9 BBA de nietigheid van het ontslag in te roepen. Nadat hij per 1 januari 1990 een nieuwe werkkring had gevonden, heeft Dibbets evenwel bij aangetekend verzonden schrijven van 21 december 1989 aan Pinckers onder meer het volgende geschreven: Bij mijn brief van 6 december jl. heb ik gereageerd op Uw brief van 4 december jl. Daarbij heb ik de nietigheid ingeroepen van het door U aangezegde ontslag tegen 1 januari Na ampel beraad heb ik echter besloten mijn beroep op de nietigheid van Uw ontslag in te trekken, hetgeen ik bij deze doe. Als gevolg daarvan eindigt de met U gesloten arbeidsovereenkomst door Uw opzegging op 31 december In Uw brief van 4 december jl. heeft U onze arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de voor opzegging geldende regels beëindigd. Op grond van de toepasselijke CAO had U een opzegtermijn van 6 maanden in acht moeten nemen, met dien verstande dat opzegging slechts mocht geschieden tegen de eerste dag van een kalendermaand. Dat betekent dat U slechts rechtsgeldig had kunnen opzeggen tegen 1 juli 1990 en niet, zoals U heeft gedaan, tegen 1 januari Omdat U de voor opzegging geldende regels niet in acht heeft genomen bent U jegens mij schadeplichtig geworden. Ik maak aanspraak op de wettelijke schadeloosstelling die krachtens het bepaalde in artikel 1639o, lid 1 in verband met artikel 1639r, lid 1 Boek IV BW gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon voor de tijd dat de dienstbetrekking bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Concreet gezegd bedraagt de wettelijke schadeloosstelling in ieder geval 6 x ƒ 4850 = ƒ (zegge: negenentwintigduizend eenhonderd gulden). Ik ben voorts van oordeel dat U de arbeidsovereenkomst met mij op kennelijk onredelijke wijze heeft beëindigd ( ). Ik verzoek U het totaalbedrag van de wettelijke schadeloosstelling ( ) binnen 14 dagen aan mij te voldoen ( ). Bij niet of niet tijdige betaling stel ik U nu reeds voor alsdan ingebreke. Ik maak aanspraak op de wettelijke rente met ingang van de datum waartegen betaling is verzocht. Zich baserend op zijn in dit schrijven ingenomen standpunt vordert Dibbets in dit geding van Pinckers, behalve een schadevergoeding als bedoeld in art. 7A:1639s BW, de in het eerste lid van art. 7A:1639r bedoelde wettelijke schadeloosstelling. Zowel Kantonrechter als Rechtbank heeft laatstgenoemde vordering ontzegd. Daartegen keert zich het middel. 3.2 De Rechtbank heeft geoordeeld dat Dibbets door de toevoeging (in de tweede alinea van zijn hiervoor geciteerd schrijven van 21 december 1989) dat de arbeidsovereenkomst op 31 december 1989 is geëindigd, ondubbelzinnig te kennen heeft gegeven dat hij afstand heeft gedaan van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen. Met bedoelde alinea heeft Dibbets, aldus de Rechtbank, immers niet alleen te kennen gegeven dat hij berust in het ontslag zelf, maar ook in het feit dat de voor opzegging geldende bepalingen niet in acht waren genomen (cursiveringen door de Hoge Raad). De Rechtbank voegde aan een en ander nog toe dat niet was gebleken dat Dibbets de afstand van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van de opzegging te beroepen afhankelijk wenste te stellen van de voorwaarde dat Pinckers hem de wettelijke schadeloosstelling waarop Dibbets in het vervolg van zijn brief van 21 december 1989 aanspraak maakt zou voldoen. De Rechtbank tekende nog aan dat zij bij een en ander in aanmerking had genomen dat Dibbets over de door hem te volgen handelwijze resulterend in de brief van 21 december 1989 overleg met zijn rechtsgeleerde raadsman had gehad. 3.3 Blijkens het onder 3.1 overwogene was het Dibbets op 1 december 1989 niet op staande voet, immers eerst: per 1 januari 1990 gegeven ontslag zowel in strijd met de voor opzegging geldende bepalingen als in strijd met een wettelijk opzegverbod. In zulk een geval kan de werknemer die niet reeds aanstonds ondubbelzinnig in beëindiging van de dienstbetrekking toestemt, al dan niet de nietigheid van het ontslag inroepen. Indien de werknemer tijdig en op de juiste wijze de nietigheid van het ontslag inroept, duurt de dienstbetrekking voort; doet hij dat niet, dan beëindigt het onregelmatig ontslag de dienstbetrekking per de aangezegde ontslagdatum, doch wordt de werkgever schadeplichtig (artt. 7A:1639q in verbinding met 1639o BW). Heeft de werknemer de nietigheid van het ontslag ingeroepen, dan kan hij behoudens bijzondere omstandigheden, waarvan te dezen niet is gebleken van die keuze terugkomen door jegens de werkgever ondubbelzinnig van zijn beroep op nietigheid afstand te doen. Alsdan beëindigt het onregelmatig ontslag de dienstbetrekking alsnog per de aangezegde ontslagdatum en wordt de werkgever ingevolge art. 7A:1639o schadeplichtig. Ook van zijn aanspraak dáárop kan de werknemer afstand doen, maar daartoe is een duidelijke en ondubbelzinnige, op déze afstand gerichte verklaring van de werknemer vereist. 3.4 Tegen deze achtergrond klaagt het middel terecht dat het onder 3.2 weergegeven oordeel van de Rechtbank blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting dan wel onbegrijpelijk is. De door de Rechtbank aan haar oordeel ten grondslag gelegde tweede alinea van het onder 3.1 geciteerde schrijven van Dibbets laat geen andere

7 uitleg toe dan dat Dibbets, die eerder de nietigheid van het hem gegeven ontslag had ingeroepen, daarbij afstand deed van dat beroep op nietigheid en in overeenstemming met het hiervoor onder 3.3 overwogene constateerde dat deze afstand ten gevolge had dat de dienstbetrekking door Uw opzegging werd beëindigd per 31 december De betrokken alinea moet bovendien worden begrepen in verband met hetgeen daarop volgt en de onmiddellijk volgende alinea maakt onmiskenbaar duidelijk dat het bij Uw opzegging in de visie van Dibbets ging om een onregelmatig ontslag, zodat Pinckers schadeplichtig werd, dat wil zeggen hem ten minste de wettelijke schadeloosstelling van art. 7A:1639r schuldig werd. Dat Dibbets in bedoeld schrijven óók afstand heeft gedaan van zijn recht om zich op de onregelmatigheid van het ontslag te beroepen en van zijn uit die onregelmatigheid voortvloeiende aanspraak op de wettelijke schadeloosstelling, kan uit bedoeld schrijven niet worden afgeleid, laat staan zoals is vereist dat hij zulks duidelijk en ondubbelzinnig heeft gedaan. De brief als geheel genomen maakt, integendeel, ondubbelzinnig duidelijk dat Dibbets zich op de onregelmatigheid van het ontslag beriep en daaraan een onmiddellijk opeisbare vordering tot betaling van de wettelijke schadeloosstelling ontleende. 3.5 Nu het middel slaagt moet het bestreden vonnis worden vernietigd voor zover de Rechtbank met verwerping van Dibbets daartegen gerichte grieven 's Kantonrechters ontzegging van zijn vordering om Pinckers te veroordelen tot betaling van de wettelijke schadeloosstelling heeft bekrachtigd, alsmede voor zover daarbij de kosten in hoger beroep zijn gecompenseerd. De Hoge Raad kan, nu Pinckers de hoogte van de gevorderde schadeloosstelling niet gemotiveerd heeft betwist, zelf de zaak afdoen. 4 Beslissing De Hoge Raad: vernietigt het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, doch uitsluitend voor zover daarbij zijn bekrachtigd de vonnissen van de Kantonrechter te Nijmegen van 22 maart 1991 en 14 juni 1991 voor zover betrekking hebbend op Dibbets vordering Pinckers te veroordelen tot betaling van de wettelijke schadeloosstelling, alsmede voor zover daarbij de kosten in hoger beroep zijn gecompenseerd; vernietigt de vonnissen van de Kantonrechter te Nijmegen van 22 maart 1991 en 14 juni 1991 voor zover betrekking hebbend op Dibbets vordering Pinckers te veroordelen tot betaling van de wettelijke schadeloosstelling en voor zover daarbij de kosten van het geding zijn gecompenseerd; veroordeelt Pinckers tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Dibbets te betalen een bedrag van ƒ , te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 januari 1990 tot de dag der algehele voldoening; veroordeelt Pinckers in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Dibbets begroot: in eerste aanleg op ƒ 2650; in hoger beroep op ƒ 3735; in cassatie op ƒ 834,88 aan verschotten en ƒ 3500 voor salaris.

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion)

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) UJA-Nummer Instantie UJA_101929 datum 27-10-1995 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) Samenvatting Casus Den Haan is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748

ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker)

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101936, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101936 Hoge Raad datum 12-02-1999 wetsartikelen Art. 1639o oud-bw; art. 1639p oud-bw; art. 1639s oud-bw (art.

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek)

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek) UJA-Nummer Instantie UJA_101944 datum 15-11-2002 wetsartikelen Art. 3:34 BW; art. 3:35 BW 15-11-2002, BJN 101944, (Sietses/Sneek) Samenvatting Casus Op 1 maart 1988 treedt Sneek voor onbepaalde tijd in

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 Instantie Datum uitspraak 31-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.002.315 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen)

Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen) UJA-Nummer Instantie UJA_101925 Hoge Raad datum 24-05-1996 wetsartikelen Art. 1639e (oud-bw), art. 1639w (oud-bw) en art. 1639 aa(oud-bw) t/m art. 1639dd oud-bw (thans art. 7:685 BW, art. 7:667 BW en art.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 Instantie Datum uitspraak 16-09-2016 Datum publicatie 08-11-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5223266 \ AO VERZ 16-222 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem. IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR

ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C BR ECLI:NL:GHSHE:2004:AR2497 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 13-07-2004 Datum publicatie 22-09-2004 Zaaknummer C0301109-BR Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101923, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101923 datum 17-06-1994 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw (thans art. 7:610 BW) 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229

ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 ECLI:NL:RBHAA:2003:AO1229 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-12-2003 Datum publicatie 05-01-2004 Zaaknummer 207961 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN.

IN NAAM DER KONINGIN. IN NAAM DER KONINGIN. Uitspraak: 24 april 2007 Rolnummer: 04/1518 Rolnr. rechtbank: 52161 / HA ZA 03-2869 HET GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE, vierde civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306

ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2004:AQ8119 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-08-2004 Datum publicatie 30-08-2004 Zaaknummer Rolnummer 0300145 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

» Samenvatting. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr.

» Samenvatting. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr. JAR 2012/183 Gerechtshof 's-gravenhage 5 juni 2012, 200.076.582/01. ( mr. Mellema mr. Van Coeverden mr. Van Rijkom ) Leenderd Eduardus Blom te Rotterdam, appellant in principaal appel, geïntimeerde in

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:OGEAC:2017:86 ECLI:NL:OGEAC:2017:86 Instantie Datum uitspraak 04-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer KG 82882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Civiel

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF3057

ECLI:NL:HR:2003:AF3057 ECLI:NL:HR:2003:AF3057 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2003:af3057 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 03 2003 Datum publicatie 21 03 2003 Zaaknummer C01/201HR

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:528 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.183.591/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:7513

ECLI:NL:RBOBR:2016:7513 ECLI:NL:RBOBR:2016:7513 Instantie Datum uitspraak 13-12-2016 Datum publicatie 27-06-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 5455146 EJ VERZ 16/705 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703

ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703 ECLI:NL:RBALK:2006:AY4703 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 06-03-2006 Datum publicatie 20-07-2006 Zaaknummer 197257 CV EXPL 05-3435 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema)

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema) UJA-Nummer Instantie UJA_101915 Hoge Raad datum 24-10-1986 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) Hoge Raad 24-10-1986, BJN 101915, (Slijkoord/Hekkema) Samenvatting Casus

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 09-10-2007 Zaaknummer 215830 /\CV EXPL 07-474 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-04-2006 Datum publicatie 09-05-2006 Zaaknummer 17636 \ VV EXPL 06-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6765

ECLI:NL:GHARL:2014:6765 ECLI:NL:GHARL:2014:6765 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 03-09-2014 Zaaknummer 200.103.442-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:1696

ECLI:NL:RBNNE:2014:1696 ECLI:NL:RBNNE:2014:1696 Instantie Datum uitspraak 04-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland KL-2614621 - CV EXPL 13-11403

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467

ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:715

ECLI:NL:GHARL:2015:715 ECLI:NL:GHARL:2015:715 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 05-02-2015 Zaaknummer 200.136.842 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999 ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 10-07-2012 Datum publicatie 30-07-2012 Zaaknummer 337492 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:3870

ECLI:NL:RBLIM:2016:3870 ECLI:NL:RBLIM:2016:3870 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04-05-2016 Datum publicatie 09-05-2016 Zaaknummer 4899094 AZ VERZ 16-71 en 4906295 AZ VERZ 16-73 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535 ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535 Instantie Datum uitspraak 19-02-2013 Datum publicatie 19-02-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 134677 KG ZA 13-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2018:1617 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14092018 Datum publicatie 14092018 Zaaknummer 17/02712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008

ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008 ECLI:NL:RBZWO:2003:AN9008 Instantie Rechtbank Zwolle Datum uitspraak 25-11-2003 Datum publicatie 27-11-2003 Zaaknummer 208151 CV 03-2942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4031 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 05-06-2008 Datum publicatie 16-06-2008 Zaaknummer 383212 VV EXPL 08-102 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11-06-2010 Datum publicatie 05-11-2010 Zaaknummer 1088000 CV EXPL 09-33692 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:1766

ECLI:NL:GHSHE:2016:1766 ECLI:NL:GHSHE:2016:1766 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:ghshe:2016:1766 Instantie Gerechtshof 'shertogenbosch Datum uitspraak 03052016 Datum publicatie 09052016 Zaaknummer

Nadere informatie