Esoterische kennis in een praktische vorm

Transcriptie

1 Esoterische kennis in een praktische vorm Het Plan van Geestelijke Evolutie Esoterische School de Groep Emmanuël

2 Esoterische kennis in een praktische vorm Het Plan van Geestelijke Evolutie Een uitgave van: Esoterische School de groep Emmanuël Oktober

3 Voorwoord Zoals er een blauwdruk is van ieders individuele leven, zo is er ook een blauwdruk van waar het naar toe zou kunnen gaan met onze Aarde wanneer het aangegeven spoor wordt gevolgd. Net zoals ieder individu wordt geleid door de ziel, wordt de hele mensheid begeleid door iemand die bij gebrek aan een betere naam dan maar God wordt genoemd. Met dit boekje wordt getracht meer duidelijkheid te geven over deze blauwdruk die het Plan van Geestelijke Evolutie in feite is. Voor veel mensen blijft het meestal grotendeels onduidelijk waarom in het eigen persoonlijke leven de gebeurtenissen zich zo aaneenrijgen zoals het feitelijk gaat, laat staan dat iemand enig zicht zou hebben op de dieperliggende achtergronden van de interacties die zich afspelen tussen andere mensen en volken onderling of tussen mensen en andere bewoners van onze Aarde. Toch kan het zinvol zijn om een poging te doen om hier iets meer van te begrijpen omdat er veel overeenkomsten zijn in de werkwijze van het evolutieproces zoals dat op een individu wordt toegepast en de werkwijze voor het grotere geheel. Met andere woorden wanneer er meer duidelijkheid komt over het Grote Plan voor de hele Aarde dan komt er hoogstwaarschijnlijk ook meer begrip voor iemands eigen individuele weg. Deze mogelijkheid voor het ontwikkelen van een eigen visie is van zodanig groot belang dat alleen al daarom het ruimschoots de moeite waard is om te proberen iets meer te begrijpen van het Plan voor het geheel. Bovendien zal iemand tijdens deze studie de aandacht van het persoonlijke leven gewoonlijk meer verplaatsen naar het grotere geheel en ook een dergelijke verandering van gerichtheid kan heilzaam zijn. Vanuit deze achtergrond wagen wij ons dus aan een beschrijving van enkele elementen die te maken hebben met het Grote Plan van Geestelijke Evolutie, hoewel wij niet in staat zijn om dit volledig te beschrijven. Hoe zou iemand dit ooit in zijn geheel kunnen bevatten of beschrijven? Zoals een mier die mogelijk in de kamer aanwezig is van waaruit de schrijvers werken, geen flauw benul heeft van het werk dat de schrijvers proberen te verrichten, zo heeft ook een mens vaak weinig besef van het Grote Werk dat de Goden verwezenlijken op onze Aarde. Toch staat een mier in het schema van Geestelijke Evolutie aanzienlijk dichter bij de mens, dan de mens bij de Goden. Het is daarom voor een mens eenvoudig niet mogelijk om het Grote Plan in zijn geheel te kunnen begrijpen, zelfs niet wanneer iemand veel kennis heeft verzameld of bijzonder intelligent is. Alles wat er mogelijk is, is slechts het schetsen van enige vage contouren die verband houden met het Plan zodat dit mogelijk enige reactie kan oproepen vanuit de dieptes van het hart van degene die bereid zijn dit zorgvuldig te bestuderen met gebruik van de intuïtie. Voor deze kleine groep mensen is dit boekje geschreven. Wanneer dit kan bijdragen aan het stimuleren van opbouwende gedachten over het proces van Geestelijke Evolutie zoals dat sinds lange tijd met succes op onze Arde wordt toegepast dan is daarmee de bedoeling van de schrijvers geslaagd. Het proces van Evolutie wordt begeleid vanuit de Witte Broederschap. Het kan daarom zinvol zijn om ook iets te weten over deze groep geestelijke werkers die al sinds miljoenen jaren actief zijn op onze Aarde. Het gelijknamige boekje over dit thema uit deze zelfde serie geeft hiervoor waardevolle mogelijkheden. Het bestuderen van het evolutieproces in combinatie met esoterische astrologie geeft prachtige mogelijkheden om de eigen visie verder te ontwikkelen. Iedere inspanning om het Plan beter te leren begrijpen zal immers gewoonlijk een reactie oproepen vanuit de kant van de ziel en de Leraren, die elke poging om te leren herkennen en te leren begrijpen zoveel mogelijk zullen benutten om vanuit hun kant toe te voegen wat er mogelijk is. 2

4 Inhoudsopgave Inleiding 4 De zeven natuurrijken 8 De zeven rassen 10 Het nieuwe type mens 12 Het doel voor deze periode 15 Vrijheid 17 Gelijkheid 20 Broederschap 21 Esoterische scholen 22 De vierde afdeling 23 Voorbereidende scholen 24 Gevorderde scholen 28 De Arcane School 29 Esoterische School de groep Emmanuël 30 De prijs die betaald wordt 32 Wat als het Licht aangaat? 35 De Wederkomst van de Christus 37 Het etherische lichaam 40 De rol van Nederland 43 De rol van de christelijke kerken 44 Schema van geestelijke evolutie 47 Samenvatting 50 Over de schrijvers 51 Over het logo 53 3

5 Inleiding Onze Aarde wordt bestuurd door een groot geestelijke wezen dat door sommigen God wordt genoemd terwijl andere spreken over onze Planeetlogos of over de Heer der Wereld (Sanat Kumara). Zo wordt iedere zichtbare planeet in ons zonnestelsel bestuurd door een Godheid. Mercurius, Venus en Mars bijvoorbeeld zijn in wezen Goden die ieder Hun eigen bijdrage leveren aan het evolutieproces zoals dat zich in ons zonnestelsel afspeelt. Er zijn dus vele Goden werkzaam in ons zonnestelsel en het is denkbaar dat er slechts een handjevol namen bekend is geworden terwijl van velen zelfs het bestaan ervan nog niet door de mensheid is opgemerkt. Naast de zichtbare planeten in ons zonnestelsel zijn er ook nog enkele tientallen planeten die onzichtbaar zijn voor het gewone menselijke waarnemingsvermogen. Zowel de zichtbare als de onzichtbare planeten hebben hun eigen functie in het evolutieproces zoals zich dat in ons zonnestelsel afspeelt. Wanneer er pogingen worden gedaan om dit enigszins te bevatten dan wordt al snel duidelijk dat het aannemelijk is dat er zich binnen ons zonnestelsel heel veel afspeelt wat volkomen voor het menselijk waarnemingsvermogen verborgen blijft. Het ontbreekt ons als mensen eenvoudig aan mogelijkheden om dit volledig te kunnen overzien. Het is zelfs denkbaar dat ook de Leraren van de mensheid het hele evolutieproces zoals dat gaande is in ons zonnestelsel niet volledig kunnen overzien. Toch kunnen zij vanuit hun Wijsheid en hun Kennis meer dan genoeg informatie geven aan hun directe groepen leerlingen zodat er in ieder geval meer Licht wordt geworpen op het hele thema dan voorheen. Bij het bestuderen van zoiets als het Plan van Geestelijke Evolutie is dus een groot relativeringsvermogen nodig. Misschien dat het lager denkvermogen goed kan dienen om feiten over het Plan te verzamelen maar het is onmogelijk om langs deze weg het Plan werkelijk te leren begrijpen. Daarvoor is eenvoudig meer nodig. Wanneer het abstracte denkvermogen tot ontwikkeling is gebracht kan dit dienst doen om het Plan beter te kunnen aanvoelen in de dieptes van het hart. Een belangrijk uitgangspunt is het leren denken langs de lijnen van overeenkomsten. Veel principes herhalen zich wanneer men van klein naar groot of van groot naar klein het Plan probeert te doorgronden. Deze manier van denken kan veel houvast bieden voor de ware onderzoeker die zo intuïtief het spoor kan blijven volgen, zelfs wanneer er geen concrete aanwijzingen meer beschikbaar zijn om de weg zichtbaar te maken. Iedere planeet functioneert als een centrum in ons zonnestelsel op ongeveer dezelfde manier als een chakra in een menselijke aura. Een centrum is zowel een ontvanger als een doorgever van energie terwijl met de aanwezige energie het één of ander proces in het centrum zelf in werking kan worden gezet. Vanwege de energie uitwisseling zijn alle centra met elkaar verbonden. Dit geldt zowel voor de planeten in hun onderlinge betrekkingen in het stelsel als de chakra s in een menselijke aura. Hoewel alles met elkaar is verbonden bestaan er toch op zichzelf staande eenheden. Zo kan er onderscheid worden gemaakt tussen de centra in de ene mens en die in een andere. Zo kan er ook onderscheid worden gemaakt tussen de planeten in het ene stelsel en die in het andere. Toch kan een verzameling van mensen tegelijkertijd ook als één groep worden gezien waarin het minder belangrijk is welke eigenschappen exact aan welke persoon zijn verbonden zolang ze maar onderdeel zijn van zo n groep. 4

6 Het punt van waaruit men probeert om een onderdeel van het geheel waar te nemen is dus van groot belang. Vanuit het ene standpunt beschouwd kan een bewering waar zijn terwijl vanuit een ander standpunt beschouwd dezelfde bewering misschien volkomen onjuist is. Er zijn dus vaak relatieve waarheden waarmee wordt gewerkt. Iets kan waar zijn en toch tegelijkertijd ook niet. Misschien dat een voorbeeld dit principe duidelijker kan maken. Wanneer een onderwijzer aan een klein kind iets wil leren over de Zon dan zou er kunnen worden gezegd dat de Zon s morgens opkomt in het Oosten dan in de loop van de ochtend klimt naar het hoogste punt en dan in de loop van de middag en avond weer ondergaat in het Westen. Zo krijgt het kind informatie over de beweging van de Zon in de loop van de dag en vanuit zeker standpunt zou men kunnen zeggen dat deze informatie feitelijk gezien juist is. Wanneer een leraar natuurkunde op een middelbare school iets aan zijn studenten probeert duidelijk te maken over de banen van de planeten dan zou er kunnen worden gezegd dat de Zon het centrum vormt en dat de planeten daar allemaal om heen bewegen. Met andere woorden de Zon staat stil en de planeten veranderen voortdurend van stand ten opzichte van hun centrum. Zo draagt de leraar informatie over aan de leerlingen die op zichzelf beschouwd volkomen juist is en waarmee een stukje van het geheel duidelijker kan worden gemaakt aan de leerlingen. Het merkwaardige aan beide voorbeelden is dat zowel het kind als de middelbare scholier beide informatie krijgen die feitelijk gezien juist is maar die onderling toch volkomen met elkaar in botsing is en onverenigbaar schijnt te zijn. De ene krijgt immers te horen dat de Zon altijd stilstaat en de andere krijgt te horen dat de Zon de hele dag beweegt. Hier wordt in een notendop de kern aangegeven van vele hevige conflicten binnen de menselijke samenleving. Wanneer het Plan van Geestelijke Evolutie wordt bestudeerd kan het dus gemakkelijk zo zijn dat een uitgangspunt juist is en nuttig en toch van uit een andere invalshoek beschouwd volkomen onjuist is. Zo kunnen er gemakkelijk rivaliserende scholen ontstaan die ieder in de veronderstelling zijn de waarheid te kennen. Binnen ons zonnestelsel is een groot omvormingsproces gaande met behulp van verschillende soorten Licht. Zo kunnen planeten worden omgevormd van niet heilige naar heilige planeten. Onze Aarde is één van de niet heilige planeten terwijl bijvoorbeeld Venus en Mercurius dat wel zijn. Uiteindelijk kan ook onze Aarde een heilige planeet worden door de inwerking van verschillende soorten Licht dat voor het overgrote deel afkomstig is uit de sterrenbeelden waaruit onze Dierenriem is opgebouwd, aangevuld met Licht afkomstig uit andere stelsels zoals Sirius, de Pleiaden en de Grote Beer. Ieder sterrenbeeld heeft een eigen type Licht dat wordt uitgestraald, met bepaalde mogelijkheden voor het evolutieproces dat op onze Aarde gaande is. Gezamenlijk belichten deze sterrenbeelden de Aarde in een vast omlijnd patroon waardoor er van tevoren bepaalde resultaten mogelijk worden zoals ook een filmrolletje door een deskundige kan worden ontwikkeld door het gebruik van de juiste soort licht, de juiste hoeveelheid en de juiste tijdsduur. Zo kan het lichtgevoelige materiaal (de mensheid) worden omgevormd tot iets wat prachtige resultaten op kan leveren. De uitkomst van dit proces staat dus van tevoren in grote lijnen vast. De bedenker van het Plan heeft een duidelijk doel voor ogen en werkt dit uit volgens een vaststaand schema. Het resultaat van dit meditatieve proces is dan dat naar alle waarschijnlijkheid het einddoel uiteindelijk ook wel zal worden bereikt. Er wordt gewerkt langs wetenschappelijke lijnen zoals een natuurkundige of een scheikundige dat zou doen. Dit is niet verwonderlijk wanneer men weet dat onze Planeetlogos afkomstig is van Venus, die de belangrijkste drager is van de energie van de vijfde straal in ons zonnestelsel. Dit is de energie van concrete kennis en wetenschap. 5

7 In alle redelijkheid kan worden verondersteld dat Degene die een dergelijk experiment uitvoert ook zelf iets hiervan zou kunnen leren. Met andere woorden ook de Goden onder Wiens leiding zich dit alles afspeelt groeien nog verder in Hun eigen proces van ontwikkeling. Zoals een mens kan groeien naar een volgende inwijding in samenwerking met de ziel zo kan ook een Godheid onderweg zijn naar een volgende kosmische inwijding. Sanat Kumara, de Heer der Wereld, maakt nu ervaringen mee die in verband staan met de vierde kosmische inwijding. Wanneer er enige overeenkomst zou zijn met de vierde inwijding in samenwerking met de ziel dan zou het hier gaan om een groot opofferend proces. Hij is afkomstig vanuit een hoog verheven plaats op Venus en kwam in de tijd van Lemurië samen met een groep vergevorderde zielen op onze Aarde om hier het Plan in een versnelling te brengen. Hij wordt beschouwd als de eerste die gekomen is en de laatste die weer weg zal gaan namelijk pas wanneer de laatste pelgrim de weg terug naar het vaderhuis heeft gevonden. Dit is het grote offer dat Hij brengt gedurende een onvoorstelbaar lange periode waarin het proces van geestelijke evolutie zich afspeelt op onze Aarde. De Maan wordt beschouwd als de Moeder van onze Aarde. Ooit was er een levendige samenleving op de Maan en had Zij een belangrijke plaats in ons zonnestelsel. Veel van wat er daarna gebeurd is was niet in overeenstemming met het Plan van Geestelijke Evolutie zoals dat wordt gezien vanuit het hart van de Zon. Uiteindelijk werd daarom het evolutieproces op de Maan afgebroken. De Maan is nu een dode planeet en in een toestand van ontbinding. Veel van wat hierop is gebeurd wordt nu op Aarde uitgewerkt. Met andere woorden het karma dat verbonden is aan de Maan wordt grotendeels hier op Aarde uitgewerkt met hulp van anderen die hier niet direct aan zijn verbonden zoals de Heer der Wereld met Zijn groep van helpers. Van bovenaf gezien is de Aarde al een heilige planeet vanwege het inwonende leven dat hier al aanwezig is zoals ook een mens al goddelijk is vanwege de verbinding met de inwonende goddelijkheid die meestal de ziel wordt genoemd. Toch heeft een mens gewoonlijk nog een hele lange weg te gaan voordat uiteindelijk het punt van bevrijding wordt bereikt bij de vierde inwijding. Dan kan iemand toetreden tot de groep van Leraren van de mensheid en staat iemand gewoonlijk vrij om het eigen stoffelijke lichaam te verlaten naar eigen inzicht in verband met werkzaamheden in het Plan. Met andere woorden ook al is een mens in de kern al vanaf het begin af aan goddelijk toch duurt het vaak nog heel lang voordat dit wordt gemanifesteerd in het gewone dagelijkse leven. Zo wordt ook de Heer der Wereld enerzijds beschouwd als een Godheid en anderzijds wordt Hij beschreven als de zestienjarige jongeling. Met andere woorden als iemand die onderweg is om verder te rijpen en zich verder te ontwikkelen. Hoewel dit alles vanzelfsprekend symbolisch is geeft dit toch de manier van denken aan. Venus is de oudere Broeder van onze Aarde en neemt de plaats in van het alter Ego. Ontwikkelingen die gaande zijn op Venus worden weerspiegeld in wat er op onze Aarde gebeurt. Dit geldt zowel voor de ontwikkeling van het geestelijke leven als voor de ontwikkeling op het stoffelijke oppervlak van de planeet zelf. Wanneer er een uitbarsting is op het oppervlak van Venus dan wordt dit even later gevolgd door een soortgelijke uitbarsting op onze Aarde, ook al heeft de wetenschap dit verband nog niet ontdekt. Vanuit de esoterische wetenschap is dit mechanisme al lang geleden opgetekend in de tijdloze wijsheid. Er wordt in het Plan tegelijkertijd langs verschillende lijnen gewerkt die niet allemaal even goed zichtbaar zijn. Zo wordt er al tienduizenden jaren onderwezen hoe mensen zouden kunnen leren samenwerken met de ziel. Ondertussen wordt er ook veel karma in evenwicht gebracht door mee te werken in het Plan of op andere manieren. De meest herkenbare manier is het brengen van allerlei vernieuwingen in de afgelopen eeuwen vanuit bijvoorbeeld de wetenschap, de kunst, de psychologie, het onderwijs en de gezondheidszorg. 6

8 Het koninkrijk Gods bestaat al op de hogere gebieden. In de afgelopen tienduizenden jaren is dit gestadig verder opgebouwd en het is in wezen nog nooit zo krachtig geweest als nu. Dit is de grote bevestiging van het grote succes van het Plan van Geestelijke Evolutie zoals dat op onze Aarde wordt toegepast door de Groten. Vanuit dat standpunt beschouwd is de Aarde al te zien als een heilige planeet. Het is daarom slechts een kwestie van tijd voordat dit koninkrijk Gods ook in het gewone dagelijkse leven steeds duidelijker zal worden gemanifesteerd, ook al kan het misschien nog duizenden jaren duren voordat Broederschap op Aarde algemeen is aanvaard als een levenswijze. Uiteindelijk zal het uitgangspunt zo boven, zo beneden zegevieren. Met andere woorden wat er boven al is opgebouwd zal onvermijdelijk uiteindelijke op de lagere gebieden worden gemanifesteerd. Hierin ligt een geweldige zekerheid voor alle mensen die overtuigd zijn van de eindoverwinning van het Licht, ook al schijnt het soms heel lang te duren. Wanneer mensen dromen dan ervaren zij vaak een soort van symbolische werkelijkheid. Toch zou men met hetzelfde recht van spreken ook alles wat zich in het gewone dagelijkse leven afspeelt kunnen beschouwen als symbolisch. Wanneer iemand op die manier naar de gebeurtenissen uit het eigen leven en de levens van anderen kijkt dan kunnen er hele waardevolle vergezichten ontstaan. Zo is de vorm van het menselijke lichaam een wonderschone symboliek die de processen die zich geestelijk gezien afspelen prachtig uitbeelden. Het mannelijke lichaam staat symbool voor de ziel, die krachtig is en het vermogen heeft om iets nieuws te scheppen. Van de vele zaadjes die symbolisch door de ziel worden gepland vallen er maar betrekkelijk weinig in vruchtbare aarde. Het overgrote deel gaat schijnbaar verloren. Het vrouwelijke lichaam symboliseert de persoonlijkheid, met haar sterke vormgevende vermogens. Zij kan voeding geven die nodig is om nieuw leven te voeden en dit mechanisme wordt op een wonderschone manier door het vrouwelijke lichaam uitgebeeld. De vrouw kan vanuit haar natuurlijke eigenschappen zowel ontvangen als nieuw leven voortbrengen. Deze geestelijke vermogens worden in haar lichaam gesymboliseerd. Wanneer ziel en persoonlijkheid samenkomen gesymboliseerd door de man in gemeenschap met de vrouw, dan kan er nieuw leven ontstaan wanneer het juiste moment in de cyclus is gekomen. Zowel de vrouw als de man leveren ieder hun eigen bijdrage aan dit nieuwe leven dat zowel eigenschappen van de man heeft als eigenschappen van de vrouw. Zo is het geestelijke leven dat hier op Aarde vorm krijgt het resultaat van de samenwerking tussen de ziel en de persoonlijkheid. Deze symboliek is wonderschoon en levert vele vergezichten op in verband met het scheppende werk in het Plan. Het feit dat zowel de man als de vrouw nog zelden in staat zijn om de rol die hen in beginsel is toebedeeld naar behoren te vervullen doet hier niets aan af. Een belangrijk punt is ook het occulte uitgangspunt dat het Licht vaak uit het duister naar voren komt. Zo wordt ook een baby uit de donkere moederschoot geboren na een lange periode van duisternis. Met andere woorden eerst is het duister en pas daarna wordt er iets in werking gezet waardoor er groei komt en het uiteindelijk lichter wordt. Dit geldt zowel voor een individu onderweg naar verdere samenwerking met de ziel als voor een groep onderweg naar verder samenwerking met een Meester als voor een planeet onderweg naar een positie bij de heilige planeten, etc. Het duister wordt vaak gevormd door oud karma dat eerst moet worden opgelost voor het lichter kan worden. Dit geldt zowel voor een mens die in incarnatie is op onze Aarde als voor een planeet in ons zonnestelsel. Bovendien is Licht een relatief begrip. Wat vanuit één invalshoek als Licht kan worden beschouwd is vanuit een ander uitgangspunt misschien hoogstens schemerachtig of zelfs betrekkelijk duister. Zo kan een Meester van Wijsheid worden beschouwd als een verlicht iemand terwijl hij toch slechts een leerling in de allerlaagste graad is van de Witte Loge van Sirius. 7

9 De zeven natuurrijken Op onze Aarde zijn zeven verschillende groepen bewoners aanwezig die samen één geheel vormen. Via deze toonladder kan de Heer der Wereld Zijn specifieke muziek kenbaar maken in ons zonnestelsel. Vier van deze groepen natuurlijke bewoners zijn zichtbaar met de stoffelijke ogen terwijl drie onzichtbaar zijn voor het gewone menselijke waarnemingsvermogen. De eerste (of de zevende) van deze natuurrijken is de wereld van de mineralen en de delfstoffen. Deze groep heeft niet het bewustzijn zoals wij dat als mensen kennen maar vormt toch een op zichzelf staande groep van levens die ervaring opdoet en zo iets toevoegt aan het inwonende geestelijke leven ook al schijnt dit vreemd te zijn voor het menselijke waarnemingsvermogen. Ooit zijn vele menselijke wezens die op onze Aarde het punt van individueel bewustzijn hebben bereikt verbonden geweest aan dergelijke ervaringen door middel van dit natuurrijk ook al is dit vanzelfsprekend heel lang geleden en kan niemand zich hier iets meer van herinneren. Toch is dit de eerste trede van de ladder en ontwikkelt het leven zich via deze route. De tweede groep levens wordt gevormd door het plantenrijk. Ook deze groep heeft een eigen bewustzijn ook al verschilt dit aanzienlijk van dat van de tegenwoordige mensheid. Veel mensen die nu op Aarde in incarnatie zijn hebben ooit dergelijke ervaringen meegemaakt waarin men was verbonden aan het groepsbewustzijn van een dergelijke fase van ontwikkeling van geestelijk leven. De derde groep levens bestaat uit het dierenrijk in al haar geledingen. Zoals het geestelijke leven zich kan ontwikkelen via het plantenrijk zo verschuift het na hele lange tijd vanzelf naar het dierenrijk om daar allerlei families en soorten te doorlopen net zoals het eerder de vele soorten in het plantenrijk heeft doorlopen. Een dergelijke periode van ervaringen beslaan vele miljoenen jaren voordat een volgende fase van ontwikkeling mogelijk wordt in het eerstvolgende hoger liggende natuurrijk. Ook binnen het dierenrijk zijn er hogere en lager diersoorten waarin het geestelijke leven zich geleidelijk ontwikkelt. Zo zijn bijvoorbeeld olifanten, paarden, katten en honden betrekkelijk ver gevorderde leden van het dierenrijk. Een speciale categorie dieren is de groep huisdieren, de groep dieren die nauw in aanraking is met de bewoners uit het eerstvolgende natuurrijk, het mensenrijk. Zo kan deze groep dieren als het ware al vast wennen aan het denkvermogen. Sommige dieren vertonen neigingen die veel overeenkomst hebben met wat wij gewoonlijk beschouwen als het denkvermogen. In de hele evolutieketen kan de groep huisdieren worden beschouwd als een verbindende schakel tussen het dierenrijk en het mensenrijk. Zo kan het geestelijke leven zich dan uiteindelijk nestelen in het menselijke wezen dat de vierde groep bewoners vormt van onze Aarde. Het grootste verschil tussen het mensenrijk en het voorgaande stadium van het dierenrijk is het individuele bewustzijn dat mogelijk wordt gemaakt door middel van het denkvermogen. Zonder dit denkvermogen zou het niet mogelijk zijn om zelfstandig ervaringen op te doen en hier bewust mee om te gaan. Er zou dan niets anders zijn dan het instinctief reageren zoals dat in het dierenrijk gebruikelijk is. Het menselijke wezen is de koning der dieren en heeft naast de dierlijke eigenschappen nog iets extra s wat haar de superioriteit geeft die ze inmiddels heeft verworven. Juist door middel van het denkvermogen heeft dit rijk zich kunnen ontwikkelen tot de koning die ze nu inmiddels is geworden. Via dit denkvermogen is er verbinding mogelijk met de individuele ziel, dit in tegenstelling tot het dierenrijk die werkt via een groepsziel en zich hier niet als zodanig van bewust kan zijn. 8

10 Het menselijke wezen neemt een bijzondere plaats in temidden van de andere bewoners op onze Aarde. In wezen is zij als aparte groep pas later ontstaan dan de anderen. De mens is in feite een samengesteld wezen dat bestaat uit een dierlijke component die verenigd is met een geestelijke component die zich in de allereerste fase manifesteert door middel van het denkvermogen. Misschien zou het zo kunnen worden gezegd dat de mens een kruising is tussen het dierenrijk, het derde natuurrijk, en het rijk van de zielen, het vijfde. Als zelfstandige groep ontstond het mensenrijk pas toen de eerste drie rijken al miljoenen jaren ervaringen hadden opgedaan. Het vijfde natuurrijk wordt gevormd door het rijk van de zielen dat door sommigen het koninkrijk Gods wordt genoemd. Dit is het laagste van de drie hogere rijken. Het is onzichtbaar voor het gewone menselijke oog. Dit rijk van de zielen bevindt zich niet op het stoffelijk gebied maar op de hogere gebieden van het mentale gebied. Toch kunnen de zielen via het mensenrijk ervaringen opdoen en zichzelf manifesteren in ons gewone dagelijkse leven. Er zijn sterk verschillende categorieën zielen voor zover dat zo zou kunnen worden genoemd omdat de zielen in wezen één geheel vormen. Toch zijn er zielen die al een sterke ontwikkeling hadden meegemaakt voordat ze uiteindelijk op onze Aarde gingen deelnemen aan de cyclus van incarneren. Het grootste deel van de zielen die hier in incarnatie zijn heeft de eerste ontwikkelingsfase op de Maan meegemaakt hoewel niemand hier vanzelfsprekend nog bewuste herinneringen aan heeft. Sommige groepen zielen komen van andere plaatsen uit ons zonnestelsel zoals van Venus en weer andere groepen zielen hebben hier op Aarde hun eerste fase van ontwikkeling meegemaakt. In totaal zijn er ongeveer zestig miljard zielen die deelnemen aan de incarnatiecyclus terwijl er nu ongeveer zes miljard plaatsen zijn om te incarneren in het mensenrijk. Niet alle zielen kunnen dus tegelijkertijd een plekje vinden om te incarneren. Het aantal zielen dat deelneemt aan de cyclus van incarneren verandert nu niet meer in de eerstkomende tienduizenden jaren. Toch konden ooit zielen die deelnamen aan incarnaties via de lagere natuurrijken overgaan naar het stadium van evolutie via het mensenrijk. Sinds ongeveer halverwege Atlantis is deze grote deur gesloten en komen er geen zielen meer bij. Wanneer het evolutieproces uiteindelijk succesvol is doorlopen kunnen sommige zielen worden uitgezonden naar andere delen van ons zonnestelsel. Dit is pas mogelijk vanaf de vijfde inwijding. Het zesde natuurrijk is het rijk van de Nirmanakaya s die soms werkzaam zijn onder een andere naam. De hogere geledingen uit het rijk der zielen kunnen soms onderdeel zijn van deze groep zeer vergevorderde geestelijke wezens. Zij onderhouden contacten met bronnen van buiten onze Aarde en maken dingen mogelijk die wij gewoonlijk beschouwen als wonderen. Over deze groep zwijgzame werkers in het Plan is tot nog toe weinig informatie vrijgegeven. Het is niet waarschijnlijk dat de lezers van dit boekje hiermee in direct contact zullen komen. De Mahatma s, de Meesters die de zesde inwijding hebben ondergaan, kunnen onderdeel zijn van deze groep. Het zevende natuurrijk zijn die levens die aanwezig zijn in Shamballa, het hoge centrum waar Gods Wil gekend wordt. Hierbij valt te denken aan Sanat Kumara en de andere Kumara s die ooit met Hem mee zijn gekomen vanaf Venus. Soms worden Zij de Boeddha s van werkzaamheid genoemd. Deze groep van levens staat zodanig ver bij het menszijn vandaan dat het onmogelijk is om hiermee in direct contact te komen anders dan via de ziel. Contact met een dergelijke hoge trilling zoals deze levens dat hebben bereikt zou voor ons als mensen onmiddellijk fatale gevolgen met zich meebrengen. Zij kunnen mede daardoor niet incarneren in een menselijk lichaam. Zij kunnen worden beschouwd als Goden die ieder ver genoeg zijn ontwikkeld om de dagelijkse leiding over een planeet op zich te kunnen nemen, iets wat Zij ooit al eens hebben gedaan. Zij zijn in wezen verder gevorderd dan Sanat Kumara en dit is één van de redenen dat Hij soms de zestienjarige jongeling wordt genoemd. 9

11 De zeven rassen Het mensenrijk neemt een middenpositie in temidden van de andere zes natuurrijken. Zij kan kostbare energie ontvangen vanuit de bovenliggende rijken en deze voeding doorgeven aan de lager liggende rijken zoals het dierenrijk en het plantenrijk. Dit proces verloopt grotendeels onbewust en toch kan er op deze manier veel energie naar beneden worden getransformeerd via de verschillende natuurrijken op ongeveer dezelfde manier als elektriciteit vanuit de energiecentrales via verschillende transformatorstations uiteindelijk de huiskamers voorzien van bruikbare voeding waar de gebruiker allerlei ervaringen mee kan opdoen. Het mensenrijk is dus te beschouwen als een geweldige transformator die energie kan ontvangen, kan verwerken en kan doorgeven. Dit is haar voornaamste bijdrage aan het proces van evolutie op onze Aarde. Dit is haar dienst in het Plan van Geestelijke Evolutie en naarmate er vorderingen worden gemaakt in de directe en bewuste samenwerking met de ziel kan de hoeveelheid energie waarmee bewust kan worden gewerkt aanzienlijk toenemen. Het mensenrijk zoals wij dat nu kennen is pas ontstaan in de laatste fase van het Lemurische tijdperk. Toen vond de scheiding van de geslachten plaats. Daarvoor was er een menssoort die zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken had. Dit Lemurische ras wordt in de esoterische literatuur beschouwd als het derde grote ras en was het eerste stoffelijke ras. De twee voorgaande rassen waren fijnstoffelijk van aard. Dit is één van de redenen dat hier niets van terug te vinden is door onze tegenwoordige wetenschappers. We spreken dan over een tijdsperiode van vele miljoenen jaren geleden. In de loop van het evolutieproces van de mensheid verschijnt er af en toe een nieuw type mens. Dit is niet uitzonderlijk want in de loop van het bestaan van onze Aarde komen en gaan er tientallen kleinere en grotere rastypes. Er zijn zeven hoofdtypes mens die in de esoterische literatuur wortelrassen worden genoemd en die uiteindelijk allemaal één voor één geleidelijk zullen verschijnen in deze cyclus van dit aardse bestaan. Zo n volledige cyclus waarin zeven wortelrassen één voor één geleidelijk tot ontwikkeling komen en ook geleidelijk weer verdwijnen wordt een ronde genoemd. Zo n periode beslaat vele miljoenen jaren. In totaal zullen er zeven van dergelijke rondes zijn waarin het grotere doel van onze Aarde wordt uitgewerkt. We bevinden ons nu in de vierde ronde. De evolutie op Venus bevindt zich nu al in de vijfde ronde en dit had op onze Aarde ook zo kunnen zijn wanneer er geen ernstige moeilijkheden op de Maan zouden zijn ontstaan. Nu worden deze moeilijkheden voor een groot deel op onze Aarde uitgewerkt en dit brengt veel vertraging met zich mee. Dit is één van de redenen dat het proces van geestelijke evolutie bewust is versneld door de komst van Sanat Kumara met Zijn groep helpers vanuit Venus. Vanuit de zeer sterke verbinding tussen Venus en de Aarde werd het mogelijk om het denkvermogen tot ontwikkeling te brengen in de eerste stoffelijke mensenrassen ongeveer halverwege het Lemurische tijdperk. De grote bijdrage van Venus aan het proces van Geestelijke Evolutie op onze Aarde heeft onder andere te maken met de ontwikkeling van dit denkvermogen, dat in de esoterische literatuur bekend staat onder de naam manas. Juist door de ontwikkeling van dit denkvermogen werd het voor gevorderde zielen mogelijk om deel te nemen aan de incarnatiereeks en daardoor de hele evolutie op onze Aarde in een versnelling te brengen. De aanwezigheid van deze gevorderde zielen bracht de noodzakelijke voorbeelden met zich mee (goed of slecht) waar de anderen hun voordeel mee konden doen. Bovendien kwam er zo een aanzienlijk sterkere energie uitwisseling op gang dan anders mogelijk zou zijn. 10

12 Bij het bestuderen van dit hele onderwerp is het voor een goed begrip noodzakelijk om onderscheid te maken tussen de zielen die actief werkzaam zijn en de verschillende types voertuigen, de wortelrassen, waarmee zij zich kunnen manifesteren. Dezelfde zielen kunnen in de loop van de tijd in alle wortelrassen ervaringen opdoen zoals een chauffeur met een rijbewijs in verschillende auto s kan rijden. In deze symboliek zijn er dus ongeveer zestig miljard chauffeurs en zes miljard beschikbare auto s. Een nieuw ras kan tot ontwikkeling worden gebracht door gevorderde zielen hierin te laten incarneren. Zo wordt de evolutie in een versnelling gebracht. Op deze manier zijn ongeveer halverwege het Atlantische tijdperk gevorderde zielen in incarnatie gekomen om zo het toen geleidelijk opkomende vijfde wortelras op te starten en hiermee de eerste ervaringen op te doen. Dit is te vergelijken met ervaren chauffeurs die met een nieuw type auto gaan proefrijden zodat de voor en nadelen proefondervindelijk worden vastgesteld. Van de zeven wortelrassen zijn er inmiddels al vijf verschenen terwijl de zesde nu in ontwikkeling is in haar allereerste stadia. Het zal nog miljoenen jaren duren voordat ooit het zevende wortelras geleidelijk tot ontwikkeling zal worden gebracht. Een hoofdtype mens (een wortelras) is miljoenen jaren in ontwikkeling en sterft dan geleidelijk weer uit zoals dat ook bij andere diersoorten het geval is. Ieder hoofdtype mens heeft zijn eigen onderverdelingen in kleinere rassen en families. Elk hoofdtype mens heeft zeven onderrassen en iedere ras heeft weer zeven families. Al deze verschillende types mens kennen hun eigen cyclus van opkomen, blinken en verzinken. Er zijn dus vele verschillende types mensen tegelijkertijd in incarnatie. Zo zijn er nu mensen die behoren tot het vijfde hoofdtype dat tot ontwikkeling is gekomen ongeveer halverwege het Atlantische tijdperk. Tegelijkertijd zijn er ook mensen op Aarde die behoren tot het vierde grote type mens dat daarvoor al een aanzienlijke bloeiperiode heeft gekend en dat nu heel geleidelijk vermindert in aantal en in kracht. Van deze hoofdtypes mens zijn er vanzelfsprekend weer allerlei onderrassen in incarnaties en zo ontstaat dan de gemengde bevolking zoals we die op dit moment kennen op onze Aarde. Onze wereldbevolking van ongeveer 6 miljard mensen bestaat voor het grootste deel uit mensen die behoren tot het vierde wortelras, het Atlantische ras. Dit oude type mens met haar verschillende onderrassen wordt vooral gevonden in de Aziatische landen. De Tibetanen bijvoorbeeld behoren bij het zevende onderras van het vierde wortelras. Hoewel het vijfde wortelras al vele duizenden jaren in opkomst is, vertegenwoordigt dit nog steeds geen meerderheid in de tegenwoordige mensheid. Dit voorbeeld kan misschien duidelijker maken hoe langzaam dergelijke processen verlopen vanuit menselijk standpunt beschouwd. Binnen het vijfde hoofdras komt er nu een onderras tot ontwikkeling dat het zesde onderras wordt genoemd. Het is een verre voorloper van het zesde hoofdtype mens, dat nu nog maar heel zeldzaam is in onze wereldbevolking. Het allereerste begin van het nieuwe zesde wortelras is pas tweeduizend jaar geleden gemaakt met de komst van de Christus. Zelfs nu is hier nog betrekkelijk weinig van te zien in onze samenleving. Het voorbereidende werk voor het verschijnen van dit nieuwe zesde wortelras wordt gedaan door een groep gevorderde zielen die nu in incarnatie komt in een ander type mens namelijk het zesde onderras van het vijfde wortelras. Hiervan komen er nu steeds meer in incarnatie ook in een land als Nederland. Het is vooral voor deze groep dat dit boekje wordt geschreven. Dit zijn de pioniers die nu ervaringen opdoen met dit betrekkelijk nieuwe type voertuig. Vanuit deze ervaringen kunnen er geschikte methodes van onderwijs worden vastgesteld die later voor grotere groepen mensen nodig zullen zijn. 11

13 Het nieuwe type mens Het is vooral het zesde onderras van het vijfde hoofdras dat nu in een versnelling van ontwikkeling komt. Zij reageert het sterkst op allerlei nieuwe impulsen die er nu gaande zijn en die het mogelijk maken om de energie vanuit het teken van de Waterman te benutten voor dienst in een groep. Ieder type mens heeft haar eigen mogelijkheden en uitgangspunten. Het kan daarom zinvol zijn te inventariseren wat er al bekend is aan mogelijkheden en eigenschappen van dit nieuwe type mens met andere woorden wat zijn voor deze groep de uitgangspunten? De uiterlijke vorm van deze mensen is niet anders dan die van andere mensen. Aan de buitenkant is dus niet goed te zien met welk type mens iemand van doen heeft. Er zijn nog steeds twee types verschijningsvorm om het zo maar eens te zeggen namelijk mannen en vrouwen en zo op het eerste gezicht verschillen zij in niets van de bestaande bevolking die behoort tot één van de andere onderrassen. Toch zijn er specifieke kenmerken die van toepassing zijn op dit zesde onderras, het nieuwe type mens. Deze mensen zijn zonder uitzondering meer groepsbewust dan hun medemensen van andere onderrassen. Zij hebben als het ware een natuurlijke neiging om dit tot ontwikkeling te brengen via de verschillende stadia van massabewustzijn en individueel bewustzijn. Dit type mens heeft hiervoor nu eenmaal betere mogelijkheden dan andere onderrassen. Bij het zesde wortelras, dat later verschijnt, zullen deze eigenschappen nog veel sterker naar voren komen. Het zesde onderras geeft als het ware de richting aan waarlangs deze ontwikkeling zal gaan verlopen. Dit zesde onderras heeft ook als eigenschap, dat het intuïtiever is dan de andere onderrassen. In deze periode komt dat al volop tot ontwikkeling, hoewel velen intuïtieve ontwikkeling nog steeds verwarren met paranormale ontwikkeling, iets wat volkomen anders is. De ontwikkeling van paranormale vermogens is vaak verbonden met de zonnevlecht en daarmee met het emotionele gebied. De ontwikkeling van intuïtieve vermogens is gekoppeld aan verbinding met de ziel, iets wat veel moeilijker is te bereiken. Vanuit de verbinding met de ziel kunnen dan allerlei vermogens worden toegevoegd zoals helderhorendheid, helderziendheid, etc. Het uitgangspunt is dan eerst het opbouwen van de verbinding met de ziel en een zinvol doel in je dagelijkse leven en dan pas de ontwikkeling van allerlei buiten zintuiglijke waarnemingsvermogens. Indien er in een andere volgorde wordt gewerkt ontstaan er gewoonlijk veel moeilijkheden en komt de verbinding met de ziel soms niet meer op gang omdat mensen dan gemakkelijk verstrikt raken in het buitengewone en het bijzondere van zichzelf, waardoor de in alle eenvoud instromende ziel niet meer wordt herkend. Het zoeken naar eenvoud brengt mensen gewoonlijk verder in aanraking met de ziel terwijl het zoeken naar het spectaculaire mensen vaak in grote moeilijkheden brengt. Er bestaat een geheimzinnig verband tussen dit zesde ras en het zesde natuurrijk, de Nirmanakaya s, die soms worden uitgebeeld door middel van de Zon. Voor dit zesde onderras is het belangrijk dat er begrip is voor dat wat zij zelf mee maken evenals begrip voor het grotere geheel waar dit alles een onderdeel van is. Dit type mens functioneert het beste wanneer men intuïtief kan aanvoelen wat er gaande is en wat er nodig is. Er is veel behoefte aan uitleg bij deze nieuwe groep van werkers om een beter begrip mogelijk te maken en daardoor goed gemotiveerd verder te kunnen werken langs de lijnen van het Plan. Vanuit deze achtergrond zijn deze boekjes geschreven. Er wordt zo geprobeerd om meer duidelijkheid te bieden over de grote lijnen van het Plan, de concrete mogelijkheden voor een land als Nederland in deze periode, etc. Deze groep kan over het algemeen goed werken met het abstract denkvermogen terwijl het voorgaande type vooral werkte met het concrete denkvermogen. 12

14 Er is ook grote behoefte aan duidelijkheid over wat zich in het eigen leven afspeelt. Er is nauwelijks een betere manier om de wetten van het zieleleven te leren kennen dan het eigen persoonlijke leven zorgvuldig te bestuderen. Waarom word ik geboren bij deze ouders? Waarom kom ik deze vrienden tegen? Waarom heb ik die en die hobby s en interesses? Al dit soort van neigingen en ervaringen hebben een dieperliggende achtergrond en een dieperliggende bedoeling waarom dat juist in dit leven wordt aangeraakt en wordt geactiveerd terwijl er evengoed tientallen andere dingen tot ontwikkeling hadden kunnen worden gebracht. Door dit zorgvuldig te onderzoeken leert iemand veel over zichzelf en daarmee ook over de groep waar iemand onderdeel van is. Zo leert iemand het Plan van Evolutie kennen vanuit het kleine persoonlijke leven naar steeds grotere reikwijdtes. Voordat er een diepgaand begrip mogelijk wordt zal het hart in kalmte met het hoofd moeten leren samenwerken. Voor velen is dit een lange weg. Gewoonlijk zegt het hoofd immers iets anders dan het hart en ontstaat er innerlijke onrust. Het is daarom een lange weg voordat er geleidelijk steeds beter wordt herkend (door veel training en hard werken) wat er leeft in de dieptes van het eigen hart. Dit proces van zelfkennis wordt gestimuleerd door een vastberaden dagelijks onderzoek met behulp van de eenvoudige vragen Hoe reageer ik? en Waarom reageer ik zo?. Wanneer iemand bereid is om aan het einde van iedere dag op deze manier de dag te evalueren en daarbij vooral eerlijk te zijn tegenover zichzelf, zal het resultaat onvermijdelijk zijn dat iemand zichzelf aanzienlijk beter leert kennen. Samen met een leven waarin iemand probeert werkelijk bij te dragen aan het geestelijke proces van anderen leidt dit tot een steeds sterkere verbinding tussen hoofd en hart, onder de bezielende leiding van het hogere zelf, de ziel. In eerste instantie leidt dit iemand tot begrip voor zichzelf. Dit geeft vaak al veel innerlijke rust. Vanuit deze rust en dit begrip ontstaat er langzaam maar zeker ook steeds meer begrip voor anderen. Zonder een gedegen zelfkennis is begrip voor anderen nauwelijks mogelijk. In het verlengde van begrip voor zichzelf ontwikkelt zich uiteindelijk ook begrip voor het Plan zoals dat in deze periode wordt verwezenlijkt in Nederland. Door een combinatie van dit begrip en een zorgvuldige bestudering van de esoterische literatuur (theosofie) kan dit begrip langzaam worden uitgebreid naar steeds grotere delen van het Plan. Het werk van Alice Bailey en mevrouw Blavatsky geven voldoende mogelijkheden voor een uitgebreide studie van de tijdloze wijsheid. De mensen van het nieuwe ras zijn sterk betrokken bij alles wat zij doen zowel voor zichzelf als voor hun medemensen. Er is een sterke toewijding in hun levens en dat wordt al aangegeven door het getal zes zoals dat tot uitdrukking komt in hun aanduiding het zesde onderras. Deze toewijding is verbonden aan de zede straal en juist daardoor is er ook de neiging om extreme standpunten in te nemen. De toewijding aan het eigen beeld van het ideaal kan er soms voor zorgen dat het ideaal niet helemaal goed wordt gezien en slechts gedeeltelijk wordt begrepen, terwijl de toewijding zo sterk is dat andere beelden hierover maar al te gauw worden verworpen. Er is dus een sterk verband tussen dit zesde onderras en de zesde straal van idealisme. Het kan waardevol zijn om de kenmerken van de zesde straal hieronder kort op te sommen. De waardevolle kanten van de zesde straal zijn: een grote toewijding, genegenheid, intuïtie, respect, idealisme, sterke betrokkenheid en een grote inzet voor het aangevoelde doel. De kanten van de zesde straal die vaak moeilijkheden veroorzaken zijn: fanatisme, vooroordelen, snel boos worden, onpraktisch idealisme en de verheerlijking van het eigen standpunt. Nodig voor deze groep zijn: verdraagzaamheid, evenwicht, gezond verstand, zuiverheid en kalmte. De zesde straal staat in nauw verband met religie en met de planeet Mars. Mensen die sterk op deze energie reageren zijn vatbaar voor een bekrompen visie en de illusie in contact te zijn met de Meesters van Wijsheid of met de Christus. 13

15 Onderstaand zijn verschillende kenmerken van dit nieuwe type mens op een rijtje gezet. Er is een sterk verband met de zesde straal, die van toewijding aan een ideaal. Er is een grote aanleg voor intuïtieve ontwikkeling hetgeen te danken is aan de grote mogelijkheden om verbinding met de ziel op te bouwen. Een grote toewijding aan het dienen van de mensheid hetgeen tot uitdrukking komt in idealen die men aanvoelt en die men volgt. In eerste instantie gewoonlijk zonder te begrijpen waarom dit zo is. Later kan men dit zien als onderdeel van een groter geheel. Een sterke neiging om in groepsverband iets te willen doen voor anderen nadat er ervaring is opgedaan met periodes van individuele ontwikkeling en opbouw van verbinding met de ziel. Er is begrip nodig om het idealisme in goede banen te leiden. Een grote gevoeligheid voor de samenwerking met de Leraren van de mensheid waarvan men zich vaak in eerste instantie niet bewust is maar die geleidelijk steeds beter wordt herkend als een leidraad in het gewone dagelijkse leven naast de instroom van de ziel. Een toenemende mate van vertrouwen op de innerlijke kracht van de ziel die langzaam maar zeker in het eigen leven steeds duidelijker wordt ervaren als de drijvende kracht achter nagenoeg alles wat iemand tegen komt hetzij aangenaam hetzij onaangenaam. Een manier van denken die uiteindelijk zicht op het geheel mogelijk maakt en die leidt naar eenheid waarbij allerlei verschillen eenvoudig onderdeel zijn van dit geheel. Het vermogen om te kunnen werken met het hartcentrum. Dit klinkt misschien logisch maar heeft waarschijnlijk toch enige toelichting nodig. Het vijfde hoofdras werkt vooral met het lager denkvermogen. Het is mentaal ingesteld en denkt veelvuldig over dingen na. Dit gaat vaak ten koste van het aanvoelen in het hart. Het voorgaande grote type, het vierde, (het Atlantische ras) was vooral emotioneel gepolariseerd en werkte vooral met de zonnevlecht. Het nieuwe type mens kan het beste van beide combineren en kan zichzelf zodanig ontwikkelen dat er zowel met het hoofd als met het hart kan worden gewerkt. Vanzelfsprekend heeft dit een lange fase van training nodig maar het is gemakkelijker voor dit nieuwe type mens om dit te bereiken dan voor de voorgaande types. Eén voor allen en allen voor één is geboren uit de Franse Revolutie. Dit is één van de kernpunten voor deze nieuwe groep mensen die zich enerzijds heel bewust is van de waarde van het individu maar anderzijds ook heel bewust is van het belang van de groep. Vaak zal er sprake zijn van een duidelijke manifestatie van goede wil en een leven waarin veel kan worden opgebouwd dat van waarde is voor het grotere geheel. Bij velen zijn er sterke scheppende vermogens die vaak het gevolg zijn van verworvenheden uit voorgaande levens. Er zal bij deze groep een natuurlijke geneigdheid zijn om noodzakelijke goederen zoals voedsel, grondstoffen, etc. eerlijk onder de mensheid te willen verdelen hetzij door vrije handel hetzij door mensen eenvoudig te schenken wat zij werkelijk nodig hebben. Er is een soort van natuurlijke geneigdheid om uit te willen delen. Het nieuwe type mens is beter geschikt om met energie te leren werken. Met name vrouwen hebben de mogelijkheid om via hun etherische lichaam voedende energie te kunnen ontvangen en door te geven aan hen die dat goed zouden kunnen benutten bij hun geestelijke werkzaamheden of hun eigen ontwikkelingsproces. Er is een sterk verband tussen het nieuwe type mens (het 6 e ) en het voorhoofdcentrum (de 6 e chakra). Wanneer iemand door veel training heeft geleerd zich hier te concentreren dan neemt iemand de plaats in van de koning op de troon. Het type yoga dat geschikt is voor deze groep is de Agni yoga, de yoga van het vuur. Dit type mens kan werken met zowel het lagere als met het abstracte denkvermogen. 14

16 Het doel voor deze periode In de afgelopen periode van tweeduizend jaar is er in het Plan van Geestelijke Evolutie vooral gewerkt aan de ontwikkeling van het mentale lichaam, het denkvermogen. Overal in onze samenleving heeft men geleidelijk steeds meer het gezonde verstand leren gebruiken. Wij vinden dat nu heel normaal maar aan het begin van die periode was dat volstrekt ongebruikelijk. Onderwijs was toen slechts voor enkelingen weggelegd. Tegenwoordig is dit in principe voor iedereen mogelijk. Een gevolg van de grote ontwikkeling van het denkvermogen is de opkomst van de wetenschap en daardoor een grote mate van luxe en comfort die we nu overal in onze samenleving tegenkomen. De strijd om het bestaan wordt hierdoor minder hevig dan voorheen. Nu begint er een nieuwe fase van tweeduizend jaar in het Plan. Er is nu, juist vanwege de succesvolle ontwikkeling van het denkvermogen, voor velen de mogelijkheid om de verbinding met de ziel op te bouwen tot een bewuste samenwerking in het gewone dagelijkse leven. Dit is nu op een grotere schaal mogelijk dan tot nog toe in de lange geschiedenis van de mensheid. Mensen die willen proberen om samen te werken met de ziel hebben vaak extra kracht nodig om door te kunnen gaan met de moeizame worsteling die gewoonlijk ontstaat wanneer men probeert om de innerlijke leiding van de ziel te leren aanvoelen in de dieptes van het hart. Vaak zijn in eerste instantie vooral moeilijkheden het gevolg van een dergelijke ingrijpende keuze en vraagt het veel extra energie om verder te kunnen gaan met een dergelijk proces van fusie tussen mens en ziel. Deze kernfusie vraagt heel veel energie maar kan uiteindelijk nog meer teruggeven, juist vanwege het synergetisch effect. Het principe = 3 is hier van toepassing. Er wordt als het ware iets samengesmolten en het geheel is dan meer dan de som van de delen. Wanneer zo n proces van opbouw van verbinding met de ziel op veel grotere schaal gaande zal zijn dan tot nog toe, dan is er dus heel veel extra energie nodig voor de mensheid als geheel. Deze extra energie kan met name worden toegevoegd via het rijk van de Vrouw. Zij is van nature beter in staat dan de man om voedende energie te leren ontvangen in het etherische lichaam en dit door te geven aan hen die dit nodig hebben als ondersteuning bij hun geestelijke worsteling. Voordat een vrouw hiervoor voldoende is voorbereid is het nodig dat er eerst wordt gewerkt aan het opbouwen van verbinding met de ziel. Vanuit deze verbinding kan het levengevende water van de ziel dan worden uitgegoten voor dorstige mensen. Dat wil zeggen dat vooral die mensen kunnen worden ondersteund die werkelijk op zoek zijn ( dorsten ) naar het innerlijke leven van de ziel. Het levengevende water uit de symboliek van de vrouw met de kruik wordt zowel benut om te voeden als om schoon te maken. Door vanuit genegenheid voor een medemens ondersteuning te willen geven wordt de verbinding met de ziel sterker voor de voedster zelf. Door te verbinden met de ziel wordt de universele Broederschap op Aarde opgebouwd. In het tijdperk van de Waterman worden de stallen van koning Augias uitgemest zoals dat wordt beschreven in de werken van Hercules. Dit betekent het schoonmaken van het eigen energieveld met de hulp van de instromende energie vanuit de ziel, hetgeen mogelijk wordt wanneer iemand de plaats heeft ingenomen van de koning op de troon, dat wil zeggen in het centrum tussen de wenkbrauwen. Dit is het Grote Werk dat er voor de komende tweeduizend jaar op het programma staat. In die periode zal de mensheid in toenemende mate het rijk van de zielen naderen. Tegelijkertijd zullen de Leraren vanuit de innerlijke Broederschap steeds duidelijker herkenbaar in stoffelijke vorm aanwezig zijn temidden van hun leerlingen waarmee zij sinds duizenden jaren zijn verbonden om gezamenlijk te werken aan de opbouw van de universele Broederschap op Aarde. 15

17 Het doel in de periode van de Franse Revolutie was het herstellen van de waardigheid van de mens. Dit eerherstel was voor vrouwen nog veel meer nodig dan voor mannen. Nu is er vooral synthese nodig. Met andere woorden het bouwen van bruggen tussen het rijk van de man en het rijk van de vrouw. Het is nu mogelijk op grotere schaal de verbindende schakels te vormen die er nodig zijn om de eenheid op te bouwen en te manifesteren die Broederschap is. De vrouw staat symbolisch voor de persoonlijkheid terwijl de man de ziel uitbeeldt. Tot nog toe is Licht vooral op het mentale gebied binnengedrongen in het leven van de mensen op Aarde. Dit werd verlichting genoemd en is gebracht door de Boeddha. Tweeduizend jaar geleden kwam de Christus. Hij bracht Licht op het emotionele gebied van onze Aarde. Dit werd Liefde genoemd en werd toegevoegd aan het gewone dagelijkse leven. Nu komt er meer Licht op het stoffelijk gebied. Het gevolg hiervan zal uiteindelijk het toenemen zijn van de diepe vreugde van het hart nadat er vorderingen zijn gemaakt in het schoonmaakwerk. Deze kalme vreugde is iets wat nu nog zeldzaam is. Het wordt verspreid via de Meesters en hun groepen leerlingen. Er is nu vooral vereenzelviging met de stoffelijke vorm waarin mensen zijn vastgeklonken. Dit leidt vaak tot isolement en eenzaamheid. Ook seksualiteit als verbindingsvorm op het stoffelijk gebied wordt gewoonlijk vooral beleefd vanuit de alleenheid en niet vanuit de innerlijke geestelijke verbondenheid als zielen. De vereenzelviging met de persoonlijkheid en met het stoffelijk lichaam is meestal zo sterk dat het een belemmering vormt voor het voelen van de ware geestelijke verbondenheid tussen mannen en vrouwen onderling tot op het stoffelijk gebied. Nu is het mogelijk om meer ervaringen op te doen met het bouwen van bruggen. Het elkaar aanvullen en versterken in plaats van een verborgen superioriteit van de man of van de vrouw. Uitstralen vanuit de samenwerking die er geleidelijk met de ziel is opgebouwd is daarbij al een eerste stap in de goede richting. Voedend en ondersteunend kunnen zijn ten opzichte van het geheel is vooral de kracht van een vrouw. Het voertuig van de vrouw is hiervoor geschikter dan het voertuig van de man. De voedende mogelijkheden van een vrouw worden gesymboliseerd in het vrouwelijk lichaam zelf door haar borsten, zodat het voor iedereen herkenbaar kan zijn. Door vanuit genegenheid te willen voeden komt de energiestroom op gang. Door de energie die dan kan gaan stromen, kan iemand steeds meer worden verbonden met de ziel. De waarde van de vrouw is inmiddels ruimschoots aangetoond door vele vrouwen en mannen in onze samenleving. De volgende fase is om werkelijk te leren verbinden en eenheid op te bouwen, de kracht van de man en de kracht van de vrouw in dienst te stellen van het geheel. Niet meer zozeer vooral zelfbewust maar nu vooral groepsbewust. Werken vanuit eenheid en vanuit verbinding met de ziel en niet vanuit de vereenzelviging met een enkel stukje van het geheel. In een periode waarin er op grotere schaal dan voorheen verbindingen met de ziel worden opgebouwd kunnen de moeilijkheden nauwelijks uitblijven. Grote onvrede is immers één van de eerste merkbare gevolgen van de toenadering van de ziel. Dit manifesteert zich zowel in het persoonlijke leven als in onze samenleving als geheel. Er zijn bovendien geen onmiddellijke oplossingen beschikbaar voor al deze aanpassingsprocessen. Toch kan begrip voor wat er gaande is al veel goeds toevoegen aan het geheel. Eén van de grote geschenken van deze periode is het feit dat er steeds meer mensen komen die vanuit hun innerlijke verbondenheid met de ziel hun bijdrage kunnen leveren aan de processen waar anderen mee worstelen. Vaak is het al bijzonder heilzaam wanneer er meer inzicht komt in de processen die gaande zijn, zelfs als er geen onmiddellijke oplossing beschikbaar is. In allerlei sectoren van onze samenleving zijn er nu mensen aanwezig die vanuit hun innerlijke verbondenheid deze helderheid brengen. Van daaruit kunnen anderen dan beter herkennen wat er in hun situaties het meeste nodig is. 16

18 Vrijheid Eén van de belangrijkste peilers waarop de nieuwe beschaving zal worden gebouwd is het begrip vrijheid. Maar wat is eigenlijk vrijheid? Met andere woorden zijn we er zeker van precies te weten wat vrijheid eigenlijk is vanuit het standpunt van de ziel beschouwd? Veel mensen gaan er van uit dat vrijheid betekent dat je dan precies kunt doen wat je zelf graag wil. Maar wat wil iemand eigenlijk zelf? Met andere woorden ben je er zeker van dat je zelf degene bent die bepaalt wat je wil en niet volkomen beïnvloed wordt door de mening van familie, werkomgeving of allerlei andere groepen? Veel mensen gaan er van uit zich zelf al redelijk goed te kennen. Pas veel later blijkt dit gewoonlijk niet het geval te zijn. Met name mensen die op het punt staan om te beginnen aan het bewust opbouwen van verbinding met de ziel hebben de neiging om zichzelf grandioos te overschatten. Veel lezers van dit boekje zullen dit stadium ongetwijfeld herkennen. Het ontwikkelen van een eigen mening begint pas goed op gang te komen nadat iemand er in is geslaagd om zich steeds meer los te maken van de grote massa. Dit is gewoonlijk pas mogelijk nadat er al enige verbinding met de ziel is opgebouwd. Daarvoor wordt men gewoonlijk volkomen doordrenkt met het gedachtegoed van de verschillende groepen waar men onderdeel van is, zonder dat bewust te beseffen. Men deint dan als het ware mee op de gedachtegolven van de mensen uit de directe omgeving zoals een bootje meedeint op de golven van het water. In dit stadium van evolutie doet men vooral veel ervaringen op. Later wordt men bewuster van de achterliggende drijfveren en wordt het duidelijker waarom juist deze ervaringen zijn opgedaan. In dit verband kan het waardevol zijn om te bedenken dat het evolutieproces vooral een proces is dat op de mensheid wordt toegepast. Met andere woorden men ondergaat dit proces, in allerlei verschillende stadia. In eerste instantie is men onwetend, onbekwaam en onbewust. In latere stadia wordt men steeds bewuster en ontwikkelt men een steeds grotere vaardigheid om te handelen in overeenstemming met het diepe innerlijke weten in het hart. In eerste instantie wordt men ergens in ondergedompeld zonder hier veel tegenover te kunnen stellen. Men gaat in een stroom mee en kan daar niet bovenuit komen. Dit valt niet te verwijten aan degene die in dit stadium terecht is gekomen want het is eenvoudig een onderdeel van het hele leerproces. In dergelijke situaties is er vanuit het standpunt van de ziel beschouwd nauwelijks sprake van een vrije wil, ook al klinkt dit voor veel mensen in eerste instantie vreemd. Vanuit esoterisch standpunt beschouwd is er pas sprake van een vrije wil wanneer iemand vanuit de verbinding met de ziel bewust een keuze kan maken uit het volgen van verschillende sporen. Gewoonlijk bestaat de keuzevrijheid dan uit hetzij het volgen van het spoor dat wordt ingegeven vanuit de persoonlijkheid hetzij het volgen van het spoor dat innerlijk wordt aangevoeld in de dieptes van het hart als het spoor van de ziel. In dergelijke situaties is er sprake van een vrije keuze. Juist door de verbinding met de ziel wordt het besef van dualiteit pijnlijk duidelijk terwijl dit gevoel daarvoor aanzienlijk minder schrijnend is. Wanneer er nog geen verbinding met de ziel is opgebouwd ontbreekt een dergelijke keuzevrijheid nog. In dat stadium kan iemand niets anders doen dan het volgen van de impulsen zoals die in het persoonlijkheidsleven aanwezig zijn. Dit wordt ingekleurd door de persoonlijkheidsstraal, de astrologische invloed vanuit het zonneteken en karma. In dergelijke situaties kan iemand zich nauwelijks los maken van deze overheersende invloeden hoewel men zich dat gewoonlijk volstrekt niet bewust is. 17

19 Iemand kan dan voor zichzelf het gevoel hebben vrij te zijn in het maken van de eigen keuzes terwijl dat vanuit het standpunt van de ziel beschouwd nauwelijks zo is. Slechts wanneer er verbinding met de ziel wordt opgebouwd kan iemand zich geleidelijk steeds meer vrij maken van de overheersende invloeden uit het persoonlijkheidsleven. Pas nadat bij de vierde inwijding in samenwerking met de ziel het punt van bevrijding is bereikt staat men theoretisch vrij van de overheersing door de eigen persoonlijkheid. In de fasen daarvoor is er een voortdurende worsteling om deze innerlijke en geestelijke vrijheid stapje voor stapje te bereiken. Voordat er een bewuste samenwerking met de ziel wordt opgebouwd ervaren mensen soms iets als een geweten. Dit kan zich manifesteren als normen en waarden waar men trouw aan wil blijven. Zo kan er dan een soort van keuze zijn om deze normen al dan niet te handhaven in situaties waarin de grenzen worden bereikt. Dit zou kunnen worden gezien als een voorstadium in het maken van bewuste keuzes zoals dat mogelijk wordt wanneer er eenmaal verbinding met de ziel tot stand is gekomen. Iedere werker in het Plan van Geestelijke Evolutie heeft een eigen weg te gaan die wordt bepaald door de invloed van de astrologische tekens (zowel het zonteken als het rijzend teken), de stralenstructuur en het karma. De eigen weg is daarom volkomen uniek hoewel er veel overeenkomsten kunnen zijn met het spoor dat anderen volgen. Het is daarom nauwelijks mogelijk dat andere mensen met succes zouden kunnen bepalen wat iemand zou moeten doen of juist zou moeten laten. Een goede Leraar is iemand die de student kan stimuleren om in zichzelf deze eigen weg te leren aanvoelen in de dieptes van het hart. De witte loge moedigt mensen aan maar laat de uiteindelijke keuzes over aan mensen zelf. Het Plan van Geestelijke Evolutie wordt niet aan de mensheid opgedrongen hoewel er wel wordt aangegeven hoe de nieuwe beschaving er uit zou kunnen zien. Iedereen kan dan zelf een keuze maken of men al dan niet wil meewerken aan het verwezenlijken van dit Plan. Zo kan ook iedere werker in het Plan voor zichzelf een eigen creatieve invulling zoeken bij het verwezenlijken van de idealen zoals die worden aangevoeld in de dieptes van het hart. De zwarte loge beïnvloedt mensen vaak op een subtiele manier en zonder dat dit bewust wordt herkend. Vaak gebeurt dit door mensen bewust of onbewust angst aan te jagen. Soms gebeurt dit door botweg met macht bepaalde uitkomsten af te dwingen. Deze verschillen tussen de werkwijze van de zwarte loge en de werkwijze van de witte loge zijn fundamenteel. Een Meester van Wijsheid zal nooit gehoorzaamheid opeisen van welke leerling dan ook, zelfs niet wanneer de situatie bijzonder kritiek is. Het is altijd aan de leerling zelf om aan te voelen welk spoor het juiste is en dan overeenkomstig te handelen. Zelfs indien er een bewuste samenwerking met de ziel is opgebouwd in de loop van de jaren en er dus een theoretische keuzevrijheid is waarin iemand zich van allerlei overheersende invloeden los zou kunnen maken met behulp van de ziel, zijn er nog steeds allerlei factoren waar iemand niets aan kan veranderen. Zo is er een blauwdruk voor ieders leven gemaakt waarin in grote lijnen is aangegeven wat iemand ongeveer aan ervaringen en mogelijkheden tegen zal komen. De keuze van de ouders bijvoorbeeld ligt al voor de geboorte vast. Dit is over het algemeen bepalend voor de ervaringen in de eerste levensjaren. Ook de lengte van een leven staat in grote lijnen vast ongeacht of iemand hier gelukkig mee is of niet. Ook de mogelijkheden om verbinding met de ziel op te bouwen staan in grote lijnen van tevoren vast. Als men in directe aanraking zal komen met één van de Leraren van de mensheid staat dat over het algemeen al voor de geboorte vast. 18

20 Uit al deze voorbeelden kan het misschien duidelijker worden dat wij als mensen over het algemeen graag willen geloven dat wij volkomen vrij zijn in het maken van allerlei keuzes maar dat deze ruimte in praktijk aanzienlijk kleiner is dan menigeen graag zou willen. Soms nemen mensen karmische verplichtingen op zich die botsen met de beleving van de eigen vrijheid. Zo krijgen ouders soms kinderen bij zich in het eigen gezin waar men vanuit voorgaande incarnaties eerder mee in aanraking is geweest maar waar destijds niet goed voor gezorgd is. Met andere woorden er zijn ooit stukken huiswerk blijven liggen die nu door middel van het ouderschap in balans kunnen worden gebracht. Deze karmische verplichtingen kennen vaak een soort van verjaringstermijn. Er kan dan een moment komen dat men innerlijk kan aanvoelen dat het genoeg is geweest. Dergelijke verbintenissen kunnen dan in een andere fase terecht komen. Wanneer men eenmaal in aanraking is met de Leraren kan iemand soms in onderling overleg bepaalde werkzaamheden op zich nemen. Dit is vaak afhankelijk van vele factoren zoals de plannen die zo n Leraar heeft in verband met een deel van het Plan waarvoor hij rechtstreeks de verantwoordelijkheid draagt. In dergelijke situaties kunnen er op een hoger niveau afspraken worden gemaakt waaraan een werker in het Plan zich zal gaan houden, ook al kan dit soms afwijken van de blauwdruk die er voor de incarnatie is gemaakt. Er zijn dus soms mogelijkheden om tussentijds van koers te veranderen terwijl dit toch volkomen in overeenstemming is met de ziel. Al dergelijke benaderingen van het thema vrijheid kunnen meer inzicht geven in het geheel. Naarmate een werker vordert op het pad wordt daarmee tegelijkertijd zijn verantwoordelijkheid groter om trouw te blijven aan wat innerlijk wordt aangevoeld als juist. Wanneer iemand dan toch handelt tegen beter weten in, kan er aanzienlijke schade ontstaan aan de verbinding met de ziel. Deze trouw van de occulte student om onder alle omstandigheden het spoor te blijven volgen dat innerlijk wordt aangevoeld als juist wordt occulte gehoorzaamheid genoemd. Het leren van deze les is gewoonlijk bijzonder moeilijk en wordt door de Leraren zwaar beproefd, met name wanneer iemand wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de hogere inwijdingen. Toch is deze les zo belangrijk dat dit eerst tot in de dieptes van het hart moet zijn begrepen voordat er grotere en blijvende vorderingen op het pad van samenwerking met de ziel mogelijk worden. Soms duurt het jaren voordat deze les is geleerd en vaak zijn de omstandigheden waarin dit thema naar voren komt schrijnend. Vanuit vele duizenden jaren ervaring weten de Leraren dat de meest waardevolle lessen gewoonlijk het beste worden geleerd onder moeilijke omstandigheden en door eigen ervaringen. Er zijn geen gemakkelijke manieren om vorderingen op het pad te maken. Toch is het tegelijkertijd ook zo dat wanneer de lessen uiteindelijk zijn begrepen de beloningen groot zijn in de vorm van een verdere samenwerking met de ziel, een verdere toenadering tot de Leraren en bovenal de vreugde van herkenning. Na verloop van tijd vervagen dan de herinneringen aan de voorgaande worsteling en blijken alle inspanningen ruimschoots de moeite waard te zijn. Er is vrijheid om al dan niet verbinding met de ziel op te bouwen. Het is niet verplicht om dat te doen. Die keuze blijft vrij. Vanuit de inschattingen van de Meesters zal ongeveer tweederde deel van de mensheid uiteindelijk verbinding met de ziel opbouwen. We spreken dan over het einde van deze wereldcyclus en dat punt is nog vele miljoenen jaren van ons verwijderd. Toch zal een deel van de mensheid ook dan deze verbinding niet hebben opgebouwd om wat voor reden dan ook. Deze groep zal uiteindelijk verder gaan naar een volgende ronde en krijgt dan een nieuwe kans aangeboden. De anderen zullen dan volgens Plan inmiddels elders verder gaan met hun geestelijke ontwikkeling. Het leren begrijpen van het thema vrijheid is misschien één van de moeilijkste lessen die er in de komende tweeduizend jaar te leren is. 19