c-{g L-Uë o c C--* \à Kortom: wij vinden dot je door best wot hulp bij kan gebruiken InleidÍn9

Transcriptie

1 InleidÍn9 Dit boekj e hebben we gemaokt om je te helpen bij het moken von je spreekbeurt. Wont dot is best lostig, zeker ols je dit voor het eerst goot doen. Je moet door heel wot voor kunnen:. je moet goed kunnen lezen o?rr ook goed kunnen begrijpen wot je leest. je moet goed kunnen opzoeken o?a goed kunnen kiezen wot je wel en niet nodig hebt. je moet je verhool goed in stukjes kunnen verdelen o èngoedezinnen kunnen moken?n goed kunnen inschotten wot je klosgenoten leuk vinden om te horen o c?a don ook nog olles in je eigen woorden proberente zeggen Kortom: wij vinden dot je door best wot hulp bij kan gebruiken En dot doen we in dit boekje. Wehebben olles wot je moet doen bij het moken von die spreekbeurt in een oontol stoppen gezet. En net ols bij een lange wondelíng: ols je olle stoppen gezet hebt, ben je oon het eind von de tocht en is je spreekbeurt kloor. Hopelijk met een goed resultoot. Wsnneer je een stop kloor hebt, don kleur je de voetofdruk die erbij stoot. Je kunt don goed zien hoever je bent en hoeveel tijd je nodig hebt voor de rest. Vul olvost het volgende in: TK GA MÏJN 5PREEKBEURT HOUDEN OP TK GA BEGINNEN MEÏ DE VOORBEREIDING OP (neem er zeker 3 weken de tijd voor) Wij wensen jeveel succes en ook veel plezier met deze opdrocht.,/-"'----é c-{g,/--"---.é. L-Uë,/'----\% C--* \à \-,/ - 3

2 5TAPPENPLAN VOOR HET A,IAKEN VAN EEN 5PREEKBEURT e**t t*.*:. Bij het kiezen van een onderwerp moet je oon de volgende dingen denken: vroog eerst oon je juf of meester of je zelf een onderwerp mog kiezen of dot je een opdrocht kríjgt kies íets woor je al veel von weet (je hobby, je huisdier, je sport e.d.) of kies een onderwe?p woor je juist niets von weet en mee? von wilt weten kies oltijd een interessont onderwerp: dot is leuk om oon tewerken en leuk om noor te luisteren kies een onderwerp woorvon je weet dot er genoeg inf ormatíe over te vinden is. ÏWIJFEL JE NO6 OVER JE ONDERWERP VRAA6 DAN NU HULP AAN JE JUF OF MEESTER OF THUTS AAN JE OUDERS, ZUS, BROER. Weet je een goed onderwerp? Schrijf het don hier op en kleur de eerste voetstop IK DOE MIJN 5PREEKBEURT OVER 4

3 Zoek eerst een leeg schrift op of een schrijfblok en go dan de volgende opdrochten doen; het is ook hondig devolgende stoppen op een computer uít te werken. stofu. Bedenk wot je zelf ol weet over het onderwerp en schrijf dit kort sffi 2.2. Zoek eenkennis op die veel von het onderwe?p af weet- 'ffi (een fomilielid, een buurmon of buurvrouw, een politieagent,,.,,;!!; eenbrondweer_mon,...) Je kunt vqn te voren een oontol vrogen bedenken over ie onderwerp en go met die vrogen een interview houden met die persoon. Schrijf wot je gehoord hebt kort op of, nog hondiger,neemeen cossetterecorder mee om het gesprekje op tenemen. stop 2.3. stop 2.4. stop 2.5..,,i:t,.,, st,z.6. stop 2.7. Je kunt over veel onderwerpen informotie oonvragen Pq brief. Of bel op noor eenbedrijf, kontoor, orgonisqtie, verkeersbureou, sportvereniging, ombossod e, enz. Heelveel informotie kun jezoeken op internet. Als je thuis geen oonsluiting hebt, kun je misschien op school terecht of in de bibliotheek. Mook don gebruik von een ' zoekmochine'. Als je.t niet weet hoe dot werkt, zoek ie eenkennis op die je kon helpen of vroog hulp op school. deze uit. Pos Als je een geschikte 'site' gevonden hebt don print ie op dot je niet teveel uitprint; er is vook zoveel te vinden op internet -dot je ol snel teveel inf ormotie hebt. 6o informotie-boeken opzoeken in de bibliotheek. Ook ols ie geen lid bent mog je door informotie goonve?zomelen. wil je boeken lenen, don moet ie eerst lid worden. Vroog oon de juf of meeste? of er in school informotie is over jouw onderwerp en of je dit mog gebruiken. Vroog don noor informotieboeken moor ook noor tijdschriften, posters, videobonden, of dioseries. Er is op school voqk meer don je denkt! 5

4 Schrijf nu hierond er op wot je oon informotie ollemool gevond en of gekregen hebt:,i^ijn INFORI ATIE BESTAAT UIT: Denk je dot je genoeg informotie hebt nu? jo? Kleur don de voetstop op deze blodzijde en ga don verder met stop 3. nee? Don nog even 6

5 Stop 3: oon het werk Bloder enlees ol je inforrnotie goed door. Je moet nog niet heel precies lezen, dot komt later wel. Sorteer wot je kunt gebruiken en wot je niet kunt gebruiken. De te moeilijke boeken leg je weg, heel kleine plootjes zijn ook niet zo geschikt. zorg dot je niet teveel informotie overhoudt, notuurlijk ook niet te weinig. lebedenkt nu een oontol hoofdstukken woorin ie je spreekbeurt goot verdelen. Meestol zijn 5 of 6 hoofdstukken voldoende. Hieronder zie 1e een voorbeeld van een jongen die een spreekbeurt hield over dinosourussen. hoofdstuk 1: wot zíjn dino's voor dieren hoofdstuk 2: wanneer leef den de dino's hoofdstuk 3: ollerlei soorten dino's hoofdstuk 4: vleesetets en plonteneters hoofdstuk 5: hoe werden Jonge dino's geboren hoofdstuk 6: woorom zijn de dino's uilgestorven hoofdstuk 7, opgrqvingen en {ossielen 3.4. Nu go ie j" spreekbeurt in je schrift of op de computer helemool,: opschríjven. Bij elk hoofdstuk schrijf je een stukje in je eigen ':.' woorden. Zoek nu in je boeken of andere informotie woa?je iets kunt vínden en nu go ie pos nouwkeurig lezen. Als je al voker een spreekbeurt hebt gehouden, kun je het onders doen: bij elk hoofdstuk schrijf je alleen de belangrijke woorden op. Dit lootste is moeilijker; ols je voor het eerst een spreekbeurt houdt, kun je het best olles opschrijven. stcp:3.5. Lees steeds elk hoofdstuk goed en hordop voor. Het moet je eigen toal :,:.r.,:.rr, zijn, geenboekentool. :,' fn: gebruik geen moeilijke woorden. Als je toch een moeilijk woord gebruikt, moet je wel uitleggen wot het betekent. stop 3.6. Mook je hoofdstukjes niet te lang. 7

6 ;i::.:- siqm.7. Zoek ook plootj es die je bij je hoofdstukken kunt loten zien (niet te ffi.. :;S klein) of mqok zelf tekeningen. Schrijf meteen in je tekst op welke blodzijde de plootjes stoon die je wilt loten zien. ;# t1 k8.8. Verzomel voorwerpen dieje bij het onderwerp kunt loten zien. ALS'$E ALLE HOOFD5TUKJES AF HEBÏ DAN HEB JE DE BELANGRIJKE 5TAP 3 KLAAR EN KLEUR JE DEZE VOEÏsTAP IN. 8

7 Stop 4z een poor dagen voor je spreekbeurt stop 4.1. Het is notuurlijk niet de bedoeling dot je je hoofdstukjes goot voorlezen. Het moet een spteekbeurt worden. Dus go j" i" tekst nu zo goed mogelijk uit je hoofd leren. Go eerst in elk hoofdstuk de belangrijke woorden onderstrepen. Die onderstreepte woorden vormen met elkoor je spiekbrief je. Hieronder zie 1e een voorbeeld von die spreekbeurt over dínosourussen. Dinosourussen leef den wel meer don 200 míljoen j aar geleden. Hel waren bíjno ollemool reptielen. Dot betekent dot ze in het water en op het lond kond en leven. Nu leven er ook nog reptielen, bíjvoo rbeeld de kikker. Dinosourussen kondenheel groot worden, mqor e? wa?en ookkletnere soorten. Er woren ook dínosourussen die in zeeleef den, bijvoorbeeld de mososourus. En er woren vlieoende dinosourussen. stop 4.2. Leg 1e blod met je spreekbeurt en die onderstreeple woorden voor je en probeer don zo weinig mogelijk keren op je blod te kijken. Oef en elk hoofdstuk hordop. Als je eenhoof dstuk goed uít je hoofd kent, don kleur je de voetstop. IK KEN HOOFDSTUK 1 rk KEN HOOFDSTUK 2 0. \fió IK KEN HOOFDSÏUK 3 IK KEN HOOFDSTUK 4 IK KEN HOOFDSTUK 5 IK KEN HOOFDSÏUK 6 IK KEN HOOFD5TUK 7 IK KEN HOOFDSTUK 8 (I, - * r (-À n t\ nu is je voorbereiding kloor. \dó s\,.l- rà {l- \) iffi A I 9

8 stop 5.1. stop 5.2. stop 5.3. Spreek met dejuf of meeste? oí hoe loot je oon de beurt bent. Leg ol je spullen von te voren kloor (je bloden met onderstteepte woorden, je boeken, je plootj es, ie voo?we?pen). Vroog of ie de posters oqn het bord mog hongen. Of mook eentekening op het bord. Zorg dot je door voldo ende tijd voor hebt, misschien kon het wel een dog eerder. Nogmools: pos op dot je niet goot voorlezen: het is geen leesbeurt! Denk er steeds oon dot ie de klqs in kiikt. stop 5.4. Geef geen spullen door onder de spreekbeurt, doe dot erno. stop:.5. Proot rustig en duídelijk, kijk gerust even op je spiekbrief je. stqp,,.5.ó. Loot ptootj es goed zien aan iedereen: wijs tekeningen oon op het bord. stop,:,à.7. Loot nà je spreekbeurt vragen stellen, niet ols je oon het vertellen '..,-', bent. No je spreekbeurt kun je voorwerpen doorgeyen of boeken rond lqten goon. Ook kun je de klos een Poor vrogen loten stellen over het onderwerp. Of je kunt ols verrossin g iets uitdelen dot goed post bij het onderwerp. (De jongen von die spreekbeurt over dino' s deelde een mooie kleurploot uit die híj van een museum hod gekregen). Je kunt nu je lootste stop kleuren. Je spreekbeurt is ofgelopen. Heb je nog een b eo or deling gekr egen?... Wehopen dot dit stoppenplon je goed geholpenheeft. Vergeet niet om no je spreekbeurt ol je spullen netjes op te ruimen en vergeet ie boeken niet noon de biblíotheek terug te brengen. 10