Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie
|
|
- Karel Visser
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Dakloos in Zwolle Onderzoek naar omvang en profiel van de daklozenpopulatie Judith Vocks Vivian Meertens Judith Wolf
2 Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier: Projectleiding: Projectuitvoering: Adviseur: Dakloos in Zwolle Omvang en profiel van de daklozenpopulatie Gemeente Zwolle Gemeente Zwolle Judith Wolf Judith Vocks Vivian Meertens Peter van der Heijden 2007 UMC St Radboud Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UMC St Radboud. 2
3 Inhoudsopgave Resumé... 5 Omvang... 5 Profiel van feitelijk daklozen (N=109)... 5 Aansluiting van vraag en aanbod... 5 Woonwensen... 6 Verbeterpunten op basis van het onderzoek: Opzet van het onderzoek Doelen en onderzoeksgroep Omvangschatting en telling Interviews met feitelijk daklozen Omvang van de daklozenpopulatie in Zwolle Schatting en telling Schatting van de totale daklozenpopulatie Vergelijking van omvangschattingen Profiel van feitelijk daklozen in Zwolle Inleiding Geslacht, leeftijd en etnische herkomst Burgerlijke staat en inkomstenbronnen Slaaplocaties Duur van dakloosheid Gezondheid en middelengebruik Inleiding Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Druggebruik Alcoholgebruik Sociale relaties en veiligheid Inleiding Relaties Veiligheid Kwaliteit van leven en zorgbehoeften Inleiding Kwaliteit van leven in het algemeen
4 6.3 Objectieve kwaliteit van leven Subjectieve kwaliteit van leven Zorgbehoeften Aansluiting vraag en aanbod Inleiding Hulp gekregen Vraag - aanbod configuraties Bestaansvoorwaarden Relaties Veiligheid Zelfverzorging Contacten met Zwolse opvangvoorzieningen Woonwensen en begeleiding Inleiding Woonwensen Gewenste woonsituatie Gewenste begeleiding Beschouwing Inleiding Omvang en profiel van daklozen in de gemeente Zwolle Aansluiting vraag en aanbod Woonwensen Uitdagingen voor Zwolle en verbeterpunten Verbeterpunten op basis van dit onderzoek zijn: Bijlage Lijst van deelnemende opvangvoorzieningen in Zwolle in onderzoek Bijlage Informatie over de vangst-hervangst methode Bijlage De uitgevoerde schattingsmethode Bijlage De benadering en selectie van personen voor de interviews in een stroomdiagram Literatuur
5 Resumé Omvang Het meest waarschijnlijke aantal daklozen in de gemeente Zwolle is 243, gerekend over een periode van twee weken in het najaar van Minimaal gaat het om 213 en maximaal om 273 dakloze mensen. Op de totale bevolking van Zwolle ( inwoners in 2005) gaat het om twee (2,2) dakloze mensen per duizend inwoners. Profiel van feitelijk daklozen (N=109) Een meerderheid (86%) is man, alleenstaand en gemiddeld 38 jaar oud. Iets minder dan een derde is allochtoon. Driekwart krijgt inkomen uit een uitkering, bijna een vijfde deel ontvangt loon (uit arbeid met vast contract). Bijna driekwart (71%) heeft schulden. Het opleidingsniveau is laag; twee vijfde deel heeft geen of alleen lager onderwijs gehad. De gemiddelde duur van de dakloosheid is bijna zes jaar. Het merendeel is chronisch dakloos; bijna 45% is minstens vijf jaar dakloos. Ruim een kwart is recent, dat wil zeggen korter dan één jaar, dakloos. Voor 60% is de nachtopvang de voornaamste slaaplocatie, 16% slaapt voornamelijk buiten en 16% doet voor een slaapplek vooral een beroep op familie of vrienden. De ervaren lichamelijke gezondheid is redelijk. De helft van de daklozen zegt één of meer lichamelijke klachten te hebben. Bijna 40% is onder behandeling van een arts of specialist. De ervaren psychische gezondheid is redelijk. Meer dan de helft van de daklozen heeft één of meer depressieve symptomen en ruim een derde rapporteert één of meer psychotische verschijnselen. Een derde had in het afgelopen jaar contact met een psychiater of sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Het alcoholgebruik is fors, een derde drinkt dagelijks minstens zes glazen alcohol. Een relatief klein deel gebruikt dagelijks harddrugs (heroïne 16% en cocaïne 13%). Vaker dagelijks gebruikt worden cannabis (32%) en methadon (30%). De algemene ervaren kwaliteit van leven is niet goed-niet slecht. Bijna de helft (44%) is in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van een misdrijf. Er is weinig contact met familie, vrienden of kennissen. De ondersteuning is vanuit het netwerk minimaal. Aansluiting van vraag en aanbod Feitelijk daklozen hebben vooral behoefte aan hulp bij: Bestaansvoorwaarden (huisvesting, financiën en het vinden van dagbesteding of werk) en bij: Gezondheid (lichamelijke en psychische gezondheid en gebitsverzorging). Op genoemde leefgebieden doen zich ook de meeste onvervulde zorgbehoeften voor. 5
6 Gezien de bestaande problemen van de feitelijk dakloze mensen, hun beperkte maatschappelijke hulpbronnen en hun sociaal isolement, is de gevonden verhouding tussen de zorgbehoeften en gekregen hulp zorgwekkend. Het laat zich aanzien dat veel van wat er nodig is in het midden blijft liggen ; de daklozen komen niet (meer) met hun vragen en de hulpverlening biedt uit zichzelf geen hulp (meer). Woonwensen De voorkeur van feitelijk dakloze mensen gaat uit naar zelfstandig wonen in een eigen woning of appartement. Het merendeel wil bij het wonen vooral privacy, een eigen sleutel van de woonruimte, rust, veiligheid in de woonruimte, gelegenheid voor persoonlijk verzorging en een eigen woonkamer. Driekwart heeft bij het wonen behoefte aan een vorm van begeleiding. De helft hiervan wil begeleiding op afroep en de andere helft wil hulp op basis van vaste afspraken. Verbeterpunten op basis van het onderzoek: Realiseer een eerste opvangfunctie voor recent daklozen om chronische dakloosheid te voorkomen. Ontwikkel passende vormen van bemoeizorg voor chronisch daklozen en alcoholverslaafden. Geef een impuls aan individuele en op maat gesneden, ook gestructureerde begeleiding in de opvangvoorzieningen. Draag zorg voor meer praktische hulp voor het realiseren van de bestaansvoorwaarden van daklozen en gespecialiseerde hulp met het oog op de stabilisatie of verbetering van hun gezondheidstoestand. Investeer in de tandartszorg aan daklozen. Geef meer aandacht aan alcohol- en medicijnenverslaving bijvoorbeeld door te werken aan bewustwording bij daklozen van de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Werk aan verbindingen tussen de laagdrempelige opvang en gespecialiseerde hulpverlening. Draag zorg voor laagdrempelige en toegankelijke maatschappelijke instanties en gespecialiseerde zorg. Stimuleer de doorstroom naar meer zelfstandiger en beter aansluitende woonvormen. Creëer een gedifferentieerd aanbod van passende woonmogelijkheden met daaraan geschakelde ambulante begeleiding voor daklozen. 6
7 1 Opzet van het onderzoek 1.1 Doelen en onderzoeksgroep De gemeente Zwolle heeft het UMC St Radboud in Nijmegen benaderd met de vraag om onderzoek te doen naar de populatie daklozen in de gemeente Zwolle. Doelen van het onderzoek waren: Het maken van een schatting van de omvang van het aantal daklozen in Zwolle. Het krijgen van inzicht in de groep feitelijk dakloze mensen in Zwolle. Er is in dit onderzoek onderscheid gemaakt tussen feitelijk dakloze en residentieel dakloze mensen (zie Wolf et al., 2002). Deze twee groepen zijn als volgt gedefinieerd: Feitelijk daklozen Dit zijn mensen die in de maand voorafgaand aan de dataverzameling niet beschikten over eigen woonruimte en voor een slaapplek gedurende de nacht ten minste één nacht waren aangewezen op: buiten slapen, ofwel overnachten in de open lucht en in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto; binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang; binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzicht op een slaapplek voor de daaropvolgende nacht. Residentieel daklozen Dit zijn mensen die de maand voorafgaand aan de dataverzameling als bewoner ingeschreven stonden bij instellingen voor maatschappelijke opvang. Het gaat hierbij om internaten, sociale pensions en dergelijke Omvangschatting en telling De bepaling van de omvang van de populatie in Zwolle is gebeurd door: Een omvangschatting van het aantal feitelijk daklozen met de zogenaamde vangsthervangstmethode. Een telling van de groep residentieel daklozen in de Zwolse woonvoorzieningen. Inventarisatie en selectie van vindplaatsen Bij de start van het onderzoek maakten wij, in overleg met de opdrachtgever, eerst een overzicht van de voorzieningen voor daklozen in de gemeente Zwolle (zie bijlage 1). In een belronde werd bij de voorzieningen informatie verzameld over doelgroep, eventuele uitsluiting van bepaalde subgroepen, het werkgebied, het gemiddelde aantal bezoekers per dag, registratiewijze en openingstijden. 1 Deze methode is ook gebruikt bij het doen van omvangschattingen van de daklozenpopulaties in Utrecht (Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2005), Leiden (Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2005), Den Haag (Wolf, Reinking et al., 2001) en Alkmaar (Hulsbosch et al., 2003). 7
8 De uitgangspunten voor de selectie van voorzieningen voor het onderzoek waren: 1) Voldoen aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de vangst- hervangst methode (zie bijlage 2 voor uitleg) 2. 2) Zowel dag- als nachtopvang includeren. Op basis van de inventarisatie zijn voor de omvangschatting van feitelijk daklozen de volgende drie voorzieningen geselecteerd: Dagopvang Bonjour Gebruikersruimte Pannekoekendijk Nachtopvang de Herberg (inclusief passantenverblijf het Voorportaal). Nachtopvang Nel Bannink van het Leger des Heils is niet meegenomen in de schatting omdat er sprake was van een zekere mate van afhankelijkheid tussen Nel Bannink en Bonjour (beiden zijn locaties van het Leger des Heils) waardoor de schatting minder zuiver zou zijn. Voor de telling van residentieel daklozen zijn alle voor deze doelgroep bestemde voorzieningen meegenomen. Registratieformulier Zowel voor de registratie bij de laagdrempelige opvangvoorzieningen (feitelijk daklozen) als voor de telling bij de woonvoorzieningen (residentieel daklozen) ontwikkelden wij een registratieformulier. Met behulp van dit formulier zijn alle mensen die voldeden aan de opgestelde definities geteld. De verzamelde gegevens maakten het mogelijk unieke personen te identificeren, zonder dat de anonimiteit van die persoon in gevaar kwam. Er werd gevraagd naar de volgende zaken: initialen (eerste letter van de voornaam en de eerste letter van de achternaam), geboortedatum en sekse 3. Daarnaast werd genoteerd op welke dag(en) iemand in de betreffende voorziening aanwezig was Uitvoering Bij de gebruikersruimte Pannekoekendijk en bij de nachtopvang de Herberg/Voorportaal registreerden de medewerkers van de voorziening alle hier binnenkomende feitelijk dakloze mensen. Bij dagopvang Bonjour zijn tellers 4 ingezet die dagelijks de bezoekers van de voorziening registreerden. Vanwege de drukke en wisselende in- en uitloop bij Bonjour konden de medewerkers, mede vanwege tijdgebrek, hier niet zelf registreren. Bij de residentiele voorzieningen is door de medewerkers geregistreerd. Zij leverden een registratielijst aan met daarop de namen, geslacht en geboortedata van de aanwezige bewoners. Meetperiode De meetperiode bestond uit twee weken in oktober, namelijk 2 tot en met 15 oktober Interviews met feitelijk daklozen 2 Deze methode is ook gebruikt bij het doen van omvangschattingen van de daklozenpopulaties in Utrecht (Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2005), Leiden (Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2005), Den Haag (Wolf, Reinking et al., 2001) en Alkmaar (Hulsbosch et al., 2003). 3 Alleen bij 100% overeenkomst van deze gegevens werd geconcludeerd dat het om dezelfde persoon ging. 4 Dit waren dezelfde personen die de interviews deden met daklozen in Zwolle. 5 Dit waren dezelfde personen die de interviews deden met daklozen in Zwolle. 6 In het eerste weekend (7 en 8 oktober) is er niet geteld bij de locaties voor feitelijk daklozen. De tellingen van 7 en 8 oktober zijn daarom ook bij de residentiele locaties weggelaten. De totale meetperiode komt hiermee op twaalf dagen. 8
9 Bij alle laagdrempelige opvangvoorzieningen in Zwolle zijn interviews met feitelijk dakloze mensen gedaan. Voor het doen van de interviews zijn in totaal vijf interviewers van het UMC St Radboud ingezet. De interviewers kregen instructies en een korte training, ook in het gebruik van de vragenlijst (zie hierna). Screening De interviewers benaderden de mensen, stelden zichzelf voor als medewerkers van het UMC St Radboud, gaven daarna kort uitleg over het onderzoek en vroegen om medewerking hieraan. Iemand die niet wilde meewerken, werd gevraagd naar de reden van weigering. Personen die wilden meewerken aan het interview werd gevraagd of: 1. Zij al eerder aan het onderzoek hadden meegewerkt. 2. Zij feitelijk dakloos waren. Was een bezoeker feitelijk dakloos en was hij of zij niet al eerder geïnterviewd, dan volgde, na ondertekening van een schriftelijke toestemmingsverklaring, het interview. Op het formulier van de screener werden de volgende gegevens genoteerd: Non-respons Initialen (eerste letter voor- en achternaam) Geboortedatum (dag, maand en jaar) Sekse Overnachtingsplekken van de afgelopen 30 dagen Controle op feitelijke dakloosheid Controle of iemand al eerder had meegewerkt De vragenlijst Het interview werd gehouden aan de hand van een gestructureerde vragenlijst met vragen over: Sociaaldemografische achtergrond Geschiedenis van dakloosheid Middelengebruik Lichamelijke en psychische gezondheid Kwaliteit van leven Familie en sociale relaties Zorgbehoeften Zorgcontacten Woonwensen De vragenlijst bevat gestandaardiseerde meetinstrumenten. Het gaat om: 1. Een screener voor het meten van psychische problemen, middelengebruik en verslaving (Van de Mheen et al., in voorbereiding); 2. De korte versie van het gestandaardiseerde kwaliteit-van-leven-interview van Lehman (1995; zie ook Wolf et al., 2002). Benadering, non-response en uitval Alle bezoekers in de opvangvoorzieningen, en dus niet een selectie, werden bij de laagdrempelige opvangvoorzieningen voor een interview benaderd. In totaal zijn 123 bezoekers in de onderzoeksperiode benaderd. Hiervan voldeden 109 mensen aan de selectiecriteria van feitelijke dakloosheid. In bijlage 4 is de interviewprocedure in een 9
10 stroomschema samengevat. Veertien personen konden of wilden niet meewerken aan het onderzoek door: onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, het onder invloed zijn van drugs of geen interesse. Een deel van de bezoekers van de opvangvoorzieningen is niet met de lijst gescreend omdat zij zelf al aangaven niet in aanmerking te komen voor het interview omdat zij eigen huisvesting hadden. Door mond tot mond reclame en de posters van het UMC St Radboud wisten zij dat alleen feitelijk daklozen zouden worden geïnterviewd. Het animo om geïnterviewd te worden was bij de Herberg, de dagopvang van het CAD en Nel Bannink minder groot dan bij Bonjour en het CMO. Er zijn bijvoorbeeld bij Nel Bannink nauwelijks mensen geïnterviewd omdat, zoals zij zelf aangaven, te moe waren en niet wilden meewerken. Omdat een groot deel van hen overdag bij Bonjour komt (beide voorzieningen zijn van het Leger des Heils) konden de meesten hier alsnog worden geïnterviewd. Respondenten kregen een vergoeding van tien euro voor het interview. De gemiddelde afnametijd voor het interview was drie kwartier. Dubbeltellingen De interviewers namen na afloop van een werkdag steeds via de contact op met elkaar en de interviewcoördinator. De interviewer gaf via de de unieke registratiecode van de op die dag geïnterviewde respondenten door. De interviewcoördinator voegde deze code met de datum van het interview toe aan een databestand met daarin alle geïnterviewde mensen. Deze lijst werd vervolgens naar de interviewers g d zodat zij een actueel overzicht hadden van wie reeds was geïnterviewd. Op die manier is voorkomen dat mensen dubbel werden geïnterviewd. De interviews zijn voornamelijk afgenomen bij: Dagopvang Bonjour, Gebruikersruimte Pannenkoekendijk, Crisisopvang CMO, de Herberg Nachtopvang en het Passantenverblijf het Voorportaal. Daarnaast zijn nog enkele interviews gedaan op straatlocaties waar maaltijden worden verstrekt (Soepbus en de sporthal bij de Herberg). Tabel 1 Benutte capaciteit van de laagdrempelige opvangvoorzieningen in Zwolle en de aantallen gerealiseerde interviews met feitelijk daklozen. Instelling Voorziening Capaciteit Gerealiseerde interviews Leger des Heils Dagopvang Bonjour bezoekers 59 Leger des Heils Nachtopvang Nel Bannink 20 bezoekers 0 (grote overlap met Bonjour) Leger des Heils CMO 35 bezoekers 14 (diverse groep) Crisisopvang CAD Gebruikersruimte bezoekers 6 Pannenkoekendijk De Herberg Nachtopvang & Voorportaal 24 bezoekers 18 bezoekers 22 2 Straatplekken Sporthal bij de Herberg en Soepbus Nvt 6 Totaal
11 2 Omvang van de daklozenpopulatie in Zwolle 2.1 Schatting en telling Er zijn gedurende de meetperiode in totaal 110 feitelijk daklozen geregistreerd bij de drie geselecteerde laagdrempelige opvangvoorzieningen. Drie personen van de Herberg/Voorportaal zijn uit het bestand verwijderd omdat de geboortedata onbekend waren, waardoor dubbeltelling niet uitgesloten kon worden. Figuur 2.1 geeft de resultaten van de registraties weer. Figuur 2.1 Registraties van feitelijk daklozen bij drie Zwolse laagdrempelige opvangvoorzieningen: Bonjour, Pannekoekendijk en de Herberg, inclusief overlap. Bonjour dagopvang Leger des Heils Pannenkoekendijk Gebruikersruimte CAD De Herberg/ Voorportaal Nachtopvang/passantenverblijf De figuur laat zien dat mensen geregeld van meerdere voorzieningen gebruik maakten (zie de overlap bij de voorzieningen ). Wij schatten met de Fienberg-schatter. Deze schatter heeft als voordeel dat er niet aangenomen hoeft te worden dat de kansen om in elk van deze locaties voor te komen onafhankelijk zijn (toelichting in bijlage 2). Er zijn verschillende modellen onderzocht, en de uitkomsten hiervan zijn (gewogen) gemiddeld (zie bijlage 3 voor een toelichting). Dit leverde een schatting op van 149 feitelijk dakloze mensen, met een ondergrens van 119 en een bovengrens van 179 personen. In dezelfde meetperiode zijn in totaal 94 personen geteld bij de vijf woonvoorzieningen voor residentieel daklozen. Van deze 94 personen is het merendeel man (75,5%). De gemiddelde leeftijd is 39 jaar, de minimumleeftijd is 19 jaar en de maximumleeftijd 70 jaar. 2.2 Schatting van de totale daklozenpopulatie Op basis van de gegevens van de schatting van de feitelijk daklozen en de tellingen van de residentieel daklozen ontstaat een schatting van het totaal. 11
12 Tabel 2.2 Schatting van feitelijk daklozen en telling van residentieel daklozen in de gemeente Zwolle Ondergrens Het geschatte aantal feitelijk daklozen Bovengrens Fienberg- schatting (feitelijk daklozen) Telling (residentieel daklozen) Totaal Als we de cijfers van de schatting van de feitelijk daklozen en de telling van de residentieel daklozen bij elkaar optellen, dan blijkt de totale daklozenpopulatie van Zwolle in de eerste twee weken van oktober uit ongeveer 243 mensen te bestaan. Hierbij moeten we rekening houden met een ondergrens van 213 en een bovengrens van 273 mensen. Als deze aantallen daklozen vervolgens afgezet worden tegen de totale bevolking van Zwolle 7 dan komt dit neer op twee (2,2) dakloze mensen per duizend inwoners. 2.3 Vergelijking van omvangschattingen Zwolle heeft, in vergelijking met Leiden, een andere middelgrote stad in Nederland met inwoners, minder daklozen per duizend inwoners. Leiden telt met vijf daklozen per duizend inwoners echter veel daklozen, ook in vergelijking met andere gemeenten waar met dezelfde methode een omvangschatting van de daklozenpopulatie is gedaan (zie ook Jansen et al., 2007). Tabel 2.3 laat zien dat Alkmaar en Den Haag, in verhouding tot Zwolle, vergelijkbare aantallen daklozen hebben per duizend inwoners. Tabel 2.3 Schattingen van het totaal aantal daklozen per duizend inwoners en absolute schattingsresultaten in diverse gemeenten in Nederland Ondergrens Geschatte aantal per duizend inwoners Bovengrens Zwolle (2006) 2 (213) 2 (243) 2 (273) Utrecht (2005) 8 3 (805) 5 (1128) 6 (1650) Leiden (2005) 9 4 (508) 5 (535) 5 (567) Den Haag (2001) 10 2 (725) 3 (1000) 3 (1200) Alkmaar (2003) 11 1 (115) 2 (150) 3 (250) 7 Zwolle telde in 2005 een aantal van inwoners 8 Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2006 (registratieperiode van twee weken). 9 Hulsbosch, Nicolas & Wolf, 2005 (registratieperiode van twee weken). 10 Reinking et al., 2001 (registratieperiode van een week). 11 Hulsbosch et al., 2003 (registratieperiode van een week). 12
13 3 Profiel van feitelijk daklozen in Zwolle 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk schetst op basis van de 109 uitgevoerde interviews een profiel van feitelijk dakloze mensen in Zwolle. Aan de orde komen sociaaldemografische kenmerken, zoals geslacht, leeftijd en etnische herkomst, maar ook de maatschappelijke positie, recente slaaplocaties en de totale duur van de dakloosheid. 32 Geslacht, leeftijd en etnische herkomst De populatie feitelijk daklozen in Zwolle bestaat voor het merendeel uit mannen (86%). De gemiddelde leeftijd is 38 jaar, waarbij de jongst geïnterviewde persoon 18 jaar is en de oudste 72. Een oververtegenwoordiging van mannen en een gemiddelde leeftijd van 37 à 38 jaar vinden we ook bij andere onderzochte daklozenpopulaties in Nederland (Hulsbosch et al., 2005). Van de geïnterviewde mensen zijn 15 personen jonger dan 25 jaar, dit zijn de zogenoemde zwerfjongeren. Dit aantal van 15 kan niet worden beschouwd als een aanwijzing voor de omvang van deze specifieke groep in Zwolle. Daarvoor is een aparte omvangschatting nodig. Bijna alle daklozen hebben de Nederlandse nationaliteit en het merendeel (70%) is autochtoon. Van de bevolking van Zwolle is 85% autochtoon. De groep allochtonen bestaat voor driekwart uit eerste generatie allochtonen, voor een kwart uit tweede generatie allochtonen. Vertegenwoordigd zijn mensen van uiteenlopende herkomst onder andere: Marokkaans, Turks, Antilliaans / Arubaans, Surinaams, Indonesisch. Tabel 3.1 Geslacht, leeftijd en etnische herkomst van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Geslacht Aantal % Man Vrouw Leeftijd in jaren Gemiddeld (SD) 38 (11,2) Spreiding Etnische herkomst* N=107 Autochtoon Allochtoon * Etnische herkomst volgens de 'brede' VNG-definitie: allochtoon= geboorteland respondent (R) niet NL of geboorteland van zijn/haar moeder en/of vader niet NL. Zes personen hadden geen verblijfsvergunning ten tijde van het interview (6% naar boven afgerond). 12 Gemeente Zwolle (cijfers over 2005) 13
14 3.3 Burgerlijke staat en inkomstenbronnen Het merendeel van de daklozenpopulatie in Zwolle is nooit getrouwd geweest of is gescheiden. Dit beeld is ook conform het profiel van andere groepen feitelijk daklozen (Hulsbosch et al., 2005). De helft van de mensen heeft kinderen. Slechts één persoon woont bij zijn of haar kinderen. Tabel 3.2 Burgerlijke staat van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Gehuwd 2 2 Geregistreerd partnerschap 1 1 Gescheiden Nooit gehuwd Het merendeel van de mensen had in het jaar voorafgaand aan het interview een uitkering. Bijna de helft heeft in diezelfde periode loon ontvangen, 15% verkreeg geld uit illegale activiteiten en bijna een vijfde deel had inkomen uit overige bronnen. Het opleidingsniveau van de Zwolse daklozenpopulatie is laag: twee vijfde deel heeft geen of alleen lager onderwijs gehad en ruim de helft heeft alleen lager of middelbaar beroepsonderwijs genoten. Tabel 3.3 Inkomstenbronnen in de afgelopen 12 maanden en opleidingsniveau van feitelijk daklozen in Zwolle (n=108) Aantal % Inkomstenbronnen* Uitkering Loon zonder vast arbeidscontract Loon met vast arbeidscontract Illegale activiteiten Anders Hoogst voltooide opleiding Geen/ BuO/LO/LVO LBO/MVO/MBO HVO/VWO/HBO/WO 10 9 * Respondenten konden kon meerdere inkomstenbronnen noemen. 3.4 Slaaplocaties Het grootste deel van de feitelijk daklozen overnachtte de maand voorafgaand aan het interview uitsluitend in Zwolle. Een klein deel verbleef in diezelfde periode zowel binnen als buiten Zwolle. Slechts twee personen overnachtten in een andere stad. De feitelijk daklozen in Zwolle zijn dus in meerderheid aan de stad gebonden. In Leiden, een stad van vergelijkbare grootte, was het deel van de feitelijk daklozen dat van buiten de stad kwam aanzienlijk groter (zie tabel 3.4). 14
15 Tabel 3.4 Zwolle en Leiden als overnachtingplaats voor feitelijk daklozen Slaapplek Zwolle (n=109) Zwolle % Leiden (n=111) Leiden % Binnen de stad Buiten de stad Zowel binnen als buiten de stad Bijna 40% van de geïnterviewde mensen sliep in de maand voorafgaand aan het interview minstens één nacht buiten. Dit deel buitenslapers is opvallend kleiner dan dat in andere onderzochte steden. Voor 16% van de Zwolse daklozen was de straat de voornaamste slaapplek 13. De nachtopvang is door een meerderheid minimaal één keer in de maand voorafgaand aan het interview als overnachtingsplek gebruikt. Voor meer dan de helft van de feitelijk daklozen was de nachtopvang de voornaamste overnachtingplaats. Een derde van de personen verbleef minstens één nacht bij familie, vrienden en of kennissen; voor 16% was dit de voornaamste slaapplek. Bijna 5% verbleef het grootste deel van de maand in een huis van bewaring 14. Tabel 3.5 Slaaplocaties in de laatste maand van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Slaaplocaties > 1 nacht Buiten Nachtopvang Familie/ vrienden Anders* Voornaamste slaaplocatie** Buiten Nachtopvang Familie/ vrienden Anders* 10 9 * Anders: caravan, zomerhuisje, kraak- of slooppand of een gesloten omgeving (huis van Bewaring, politiecel, psychiatrisch ziekenhuis, crisiscentrum, verslavingskliniek). ** Voornaamste slaaplocatie waar personen in de maand voorafgaand aan het interview meer dan veertien nachten gebruik van maakten. De nachtopvang in Zwolle wordt door ruim de helft van de daklozen frequent gebruikt als overnachtingsplek. Dit verklaart waarschijnlijk ook het beperkte aantal mensen dat daadwerkelijk op straat slaapt. 3.5 Duur van dakloosheid Driekwart van de geïnterviewde feitelijk daklozen is minimaal één jaar dakloos en ruim een kwart is minder dan één jaar dakloos. In totaal is bijna 45% minstens vijf jaar dakloos en ruim een vijfde deel al tien jaar of langer. Het merendeel is dus chronisch dakloos te noemen. De Zwolse daklozen zijn gemiddeld zes jaar dakloos. De gemiddelde duur van dakloosheid ligt daarmee wat hoger dan in daklozenpopulaties in andere steden (Hulsbosch et al., 2005). 13 Dit is de locatie waar personen in de maand voorafgaand aan het interview meer dan veertien nachten sliepen. 14 Valt in de tabel onder de categorie anders. 15
16 Tabel 3.6 Duur van dakloosheid van feitelijk daklozen in Zwolle (n=107) Duur feitelijke dakloosheid Aantal % < 1 jaar tot 5 jaar tot 10 jaar jaar of langer Dakloosheid in jaren Gemiddelde (SD) 5,8 (7) Spreiding
17 4 Gezondheid en middelengebruik 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een beeld van de gezondheidstoestand en het middelengebruik van de geïnterviewde feitelijk dakloze mensen in Zwolle. Onder de gezondheidstoestand verstaan we zowel de lichamelijke als de psychische gezondheid. We hanteerden standaard meetinstrumenten om de gezondheid te peilen. 4.2 Lichamelijke gezondheid De daklozen in Zwolle vinden hun lichamelijke gezondheid over het algemeen redelijk. Ruim de helft van de daklozen zegt geen lichamelijke klachten te hebben. De andere helft heeft één of meer klachten: 1 klacht: 22% 2 of 3 klachten: 14% 4 of meer klachten: 9% Bijna 40% is onder behandeling van een arts of specialist en een kwart gebruikt medicatie voor lichamelijke klachten. De meest voorkomende klachten zijn: klachten gerelateerd aan spieren, skelet en bindweefsel, infecties en ontstekingen, maag- en darmklachten, aandoeningen aan hart en vaten, en aandoeningen aan lever, bloed en bloedorganen. In de dertig dagen voorafgaand aan het interview had een derde last van zijn of haar gebit. Het gemis van gebitsverzorging is een bekend probleem onder daklozen (Laere, van I., 2003; Wolf et al., 2002). Van de ondervraagde daklozen geeft bijna de helft aan een basisziektekostenverzekering te hebben. Ruim een derde heeft een basisverzekering met aanvullende zorg (zie tabel 4.1). Tabel 4.1 Ziektekostenverzekering van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Geen ziektekostenverzekering Basisverzekering Basisverzekering en aanvullende zorg Psychische gezondheid De Zwolse daklozen vinden hun psychische gezondheid redelijk tot goed. Ruim een derde had in het jaar voorafgaand aan het interview contact met een psychiater of sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Bijna dertig procent gebruikte in die periode medicatie voor psychische klachten, voorgeschreven door een arts of psychiater. 17
18 Tabel 4.2 Depressieve klachten en psychotische verschijnselen bij feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Problemen met concentreren en/of aandacht erbij houden Geen plezier in dagelijkse dingen Wel eens het gevoel dat het leven zinloos is? Wel eens de gedachte om liever dood te willen zijn en weg van alles? Gedachten worden beïnvloed door iemand anders, zonder dat u controle erover heeft? Wel eens de gedachte dat anderen u iets willen aandoen? Stemmen in uw hoofd? Op basis van de screener heeft meer dan de helft van de geïnterviewde daklozen twee of meer depressieve klachten. Ruim een derde rapporteert een of meer psychotische verschijnselen. 4.4 Druggebruik Cannabis en methadon zijn de meest gebruikte middelen onder de daklozen in Zwolle: dagelijks gebruikt een derde cannabis en een derde methadon. Verder werd heroïne door 16%, cocaïne door 13% en amfetamine door 7% van de daklozen gebruikt. Een vijfde deel nam in het afgelopen jaar dagelijks medicijnen voor de roes. Tabel 4.3 Dagelijks druggebruik van feitelijk daklozen in Zwolle (n=107/108) Aantal % Cannabis Methadon Medicijnen voor roes Heroïne Cocaïne Amfetamines 7 7 De Zwolse daklozen zijn in vergelijking met groepen daklozen in andere steden geen grote gebruikers van harddrugs. Wel blijkt het alcoholgebruik erg fors. Meer hierover in de volgende paragraaf. 4.5 Alcoholgebruik Een derde deel van de feitelijk daklozen in Zwolle drinkt dagelijks minstens zes glazen (vrouwen minimaal vier glazen) alcohol en een kwart minstens acht glazen (vrouwen minimaal zes glazen). Ter vergelijking: in Leiden dronk de helft van de daklozen minstens één keer per maand meer dan vijf glazen alcohol, in Zwolle is dat bijna de gehele populatie (96%). Er is een aantal aanvullende vragen gesteld over het alcoholgebruik. Uit de antwoorden blijkt dat Zwolle een groep zware drinkers onder de daklozen kent. Een derde heeft s ochtends wel 18
19 eens alcohol gedronken om rustiger te worden of om minder last te hebben van trillende handen of van misselijkheid. Net zoveel mensen hebben, als ze eenmaal begonnen zijn met drinken, vaak moeite om weer te stoppen. Tabel 4.4 Alcoholgebruik van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Drinkt bijna dagelijks 6 glazen (vrouwen 4) of meer per dag Drinkt bijna dagelijks 8 glazen (vrouwen 6) of meer per dag Hebt u s ochtends wel eens alcohol gedronken om rustiger te worden of om minder last te hebben van trillende handen of misselijkheid? Hebt u, als u eenmaal begonnen bent met drinken, vaak moeite om weer te stoppen met drinken? De intensiteit van het alcoholgebruik van de daklozen in Zwolle is ook aanzienlijk hoger dan dat bij de daklozen in Leiden. In Zwolle werd door feitelijk daklozen gemiddeld 16 van de 30 dagen meer dan vijf glazen alcohol gedronken; in Leiden was dat bij feitelijk daklozen gemiddeld 11 dagen in de maand. 19
20 5 Sociale relaties en veiligheid 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk schetsen we de mate waarin daklozen in Zwolle contact hebben met familie en met vrienden of kennissen en de steun die zij van hen zeggen te ervaren. Daarna gaan we in op de eigen veiligheid van de daklozen en de door hen gepleegde strafbare feiten. 5.2 Relaties Sociaal isolement en het ontbreken van een ondersteunend sociaal netwerk zijn belangrijke risico s voor marginalisering. Ook daklozen zelf ervaren het ontbreken van ondersteunende sociale contacten en vooral van nabije relaties (familie of partner) als een enorme handicap (Wolf et al., 2002). Het SCP hanteert sociaal isolement als een indicator voor sociale uitsluiting (Vrooman et. al., 2005). Isolement leidt uiteindelijk tot een spiraal van afnemende competentie en autonomie. Kenmerkend voor isolement is de afwezigheid van persoonlijke cq intieme relaties, weinig tot geen sociale contacten en geen beroep op iemand kunnen doen in crisissituaties. Om na te gaan in hoeverre er bij de feitelijk dakloze mensen in Zwolle sprake is van sociaal isolement onderzochten we zowel de mate van contact met familie en met vrienden of kennissen als de ervaren steun hiervan. Frequentie van contacten met familie en met vrienden of kennissen De contactfrequentie is gescoord op een vijfpuntsschaal die loopt van 1 (helemaal niet) tot 5 (minstens één keer per dag). Hoe hoger het getal, hoe meer contact er is geweest. De daklozen hebben gemiddeld soms of zelden, contact met familie en met vrienden of kennissen. In tabel 5.1 staan de resultaten weergegeven. Tabel 5.1 Contacten van feitelijk daklozen in Zwolle met familie en vrienden of kennissen (n=105/109) Gemiddelde * sd* Contacten met familie Hoe vaak praatte u met een familielid aan de telefoon in het afgelopen jaar? 2,5 1,4 Hoe vaak ontmoette u een familielid in het afgelopen jaar? 2,4 1,3 Contacten met vrienden of kennissen Hoe vaak bezoekt u een vriend of kennis met wie u niet woont? 2,8 1,5 Hoe vaak telefoneert u met een vriend of kennis met wie u niet woont? 2,4 1,5 Hoe vaak onderneemt u iets met een vriend of kennis, wat u van te voren afspreekt? 2,5 1,4 Hoe vaak brengt u tijd door met iemand die u als meer dan een vriend beschouwt, zoals een echtgenoot, partner, of vaste vriend of vriendin? 2,4 1,7 Mate van contact totaal Familiecontacten 2,2 1,2 Sociale contacten 2,7 1,1 * vijfpuntschaal 1=nooit 2=zelden 3=soms 4=vaak 5=altijd **sd= standaarddeviatie 20
21 Steun van familie en vrienden of kennissen Behalve naar de contactfrequentie is ook gekeken naar de kwaliteit en concrete vormen van steun. Gebruik gemaakt is hierbij van een vijfpuntschaal die loopt van 1 = nooit tot 5 = altijd. Feitelijk daklozen in Zwolle krijgen zelden tot soms steun van familie. Als er steun wordt geboden is die vooral emotioneel van aard. Praktische ondersteuning door familieleden is er amper, zoals: meegaan naar een afspraak of het aanbieden van voeding of een slaapplaats. Daklozen ervaren iets meer steun van vrienden of kennissen dan van hun familie. Het gaat hierbij vooral ook om emotionele steun. De daklozen krijgen over het algemeen dus weinig ondersteuning. Dit kan een teken zijn van uitputting van het sociale netwerk. Tabel 5.2 Steun van familie en vrienden of kennissen aan feitelijk daklozen in Zwolle (n=105) Gemiddelde sd Hoe vaak staat minstens één familielid voor u klaar om: een leuke tijd mee te hebben 2,2 1,5 voeding of een slaapplaats aan te bieden 1,9 1,4 naar u te luisteren als u over uzelf of uw problemen praat 2,3 1,6 mee te gaan naar een afspraak voor morele steun 1,7 1,3 u te tonen dat hij of zij om u geeft of van u houdt 2,6 1,6 Hoe vaak staat minstens één vriend(in) of kennis voor u klaar om: een leuke tijd mee te hebben 2,9 1,3 voeding of een slaapplaats aan te bieden 2,3 1,4 naar u te luisteren als u over uzelf of uw problemen praat 2,9 1,4 mee te gaan naar een afspraak voor morele steun 2,2 1,4 u te tonen dat hij of zij om u geeft of van u houdt 2,9 1,4 Mate ondersteuning totaal Familiecontacten 2,2 1,2 Sociale contacten 2,7 1,1 * vijfpuntschaal 1=nooit 2=zelden 3=soms 4=vaak 5=altijd Ondanks de relatief lage contactfrequentie en de minimale steun van familie en vrienden of kennissen zijn de feitelijk dakloze mensen in Zwolle toch redelijk positief over hun sociale contacten. Het contact met familie ervaren zij als, niet slecht/niet goed, het contact met vrienden of kennissen ervaren zij positiever, namelijk als redelijk. Tabel 5.3 Ervaring van de relatie met familie en sociale contacten door feitelijk daklozen in Zwolle (n=104/108) Gemiddelde* sd Ervaringen relatie met familie Wat vindt u van de manier waarop u en uw familie met elkaar omgaan? 4,0 2,0 Wat vindt u van de manier waarop dingen over het algemeen verlopen tussen u en uw 3,8 2,0 familie? Ervaringen relatie met sociale contacten Wat vindt u van de dingen die u met anderen, exclusief familie, doet? 5,1 1,7 Wat vindt u van de hoeveelheid tijd die u met anderen, exclusief familie, doorbrengt? 4,9 1,6 Wat vindt u van de vrienden en kennissen die u voor de gezelligheid ziet? 4,4 1,8 * zevenpuntschaal 1=vreselijk 2=slecht 3=matig 4=niet slecht/niet goed 5=redelijk 6=goed 7=prima 21
22 5.3 Veiligheid Onder veiligheid verstaan we enerzijds slachtofferschap van een al dan niet gewelddadig misdrijf en anderzijds de contacten met politie en justitie. Het gaat steeds om het afgelopen jaar. Slachtoffers van misdrijven Van de ondervraagde daklozen was bijna de helft in het afgelopen jaar slachtoffer van een misdrijf. Daarvan was 18% slachtoffer van een gewelddadig misdrijf en bijna 40% van een niet- gewelddadig misdrijf, zoals inbraak of diefstal. Dit beeld is niet afwijkend van de daklozenpopulaties in andere steden. Tabel 5.4 Feitelijk daklozen van Zwolle die het slachtoffer van een misdrijf zijn geweest (n=109) Aantal % Gewelddadige misdrijven Niet-gewelddadige misdrijven Enig misdrijf: gewelddadig en/of niet gewelddadig Arrestaties en strafbare feiten De helft van de feitelijk dakloze mensen in Zwolle is in het jaar voorafgaand aan het interview gearresteerd of opgepakt geweest vanwege een mogelijk misdrijf. Bijna 15% heeft in die periode een strafbaar feit gepleegd om zodoende (via de tussenkomst van de politie) hulp of onderdak te krijgen. Dit is vergelijkbaar met feitelijk daklozenpopulaties in andere steden, zoals Leiden of Den Haag. Tabel 5.5 Arrestaties en strafbare feiten van feitelijk daklozen verblijvend in Zwolle (n=82) Aantal % Arrestaties Pleging van strafbare feiten met oog op verkrijgen hulp of onderdak
23 6 Kwaliteit van leven en zorgbehoeften 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de kwaliteit van leven en de zorgbehoeften, zoals ingeschat door de geïnterviewde daklozen zelf. Om de kwaliteit van leven te inventariseren gaan we uit van de ervaren kwaliteit van leven in het algemeen, enkele objectieve indicatoren van kwaliteit van leven alsmede van de subjectieve waardering van de stand van zaken op verschillende leefgebieden. Daarna worden de zorgbehoeften van de mensen op achttien leefgebieden besproken. 6.2 Kwaliteit van leven in het algemeen Voor het meten van de kwaliteit van leven is gebruik gemaakt van de korte versie van het gestandaardiseerde kwaliteit-van-leven-interview van Lehman (1995). De ervaren algemene levenskwaliteit van de feitelijk dakloze mensen in Zwolle is met een gemiddelde score van 4 niet goed-niet slecht. Hiermee wijkt de groep feitelijk dakloze populatie in Zwolle niet veel af van die in andere steden. Bij feitelijk daklozen in Utrecht en Zeeland werd een gemiddelde waarde gevonden van 3,9, in Den Haag was er sprake een lagere algemeen ervaren levenskwaliteit, namelijk 3,5 (Wolf et al., 2002, Reinking e.a., 1998). De gebruikte zevenpuntschaal loopt van 1 (vreselijk) tot 7 (prima). Bij een score van 4 of minder wordt uitgegaan van een lage algemene levenskwaliteit. 6.3 Objectieve kwaliteit van leven In tabel 6.1 staan de objectieve indicatoren van kwaliteit van leven genoemd. Deze indicatoren vormen een samenvatting van enkele eerder beschreven kenmerken van de onderzochte groep feitelijk daklozen. De indicatoren voor familie- en sociale contacten geven een relatief objectief beeld van het sociale netwerk van de onderzochte groep. De frequente van de contacten ligt tussen de één keer per week en één keer per maand, en dat is vergelijkbaar met de gevonden contactfrequentie van feitelijk daklozen in andere steden. Minder dan de helft van de Zwolse feitelijk daklozen heeft een daginvulling en iets meer als vijftien procent heeft werk. Een groot deel heeft geen noemenswaardige daginvulling wat een indicatie is voor de lage objectieve kwaliteit van leven van deze mensen. Het jaar voorafgaand aan het onderzoek is de helft van de feitelijk daklozen minstens één keer gearresteerd of opgepakt vanwege een mogelijk misdrijf. Bijna de helft is in dat zelfde jaar slachtoffer geweest van een misdrijf. In zijn geheel genomen is de objectieve kwaliteit van leven van de feitelijk daklozen in Zwolle laag te noemen maar niet afwijkend ten opzichte van feitelijk daklozen in andere steden. 23
24 Tabel 6.1 Objectieve kwaliteit van leven indicatoren bij feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Gemiddelde* % Familiecontacten * 2,2 - Sociale contacten * 2,7 - Daginvulling - 38 Werk nu - 17 Arrestaties laatste jaar - 52 Slachtoffer van misdrijf afgelopen jaar - 44 * Vijfpuntschaal van 1= minstens 1 keer per dag tot 5= helemaal niet 6.4 Subjectieve kwaliteit van leven De kwaliteit van leven op diverse leefgebieden, zoals de dakloze mensen die zelf ervaren, is op dezelfde wijze gemeten als de algemene levenskwaliteit, namelijk met behulp van een zevenpuntschaal die gaat van 1 (vreselijk) tot 7 (prima). Zoals al eerder in de inleiding werd gemeld is de gemeten algemene levenskwaliteit niet goed-niet slecht. De leefgebieden zijn geclusterd naar vier domeinen, namelijk: bestaansvoorwaarden, gezondheid, relaties en veiligheid. De scores op de verschillende leefgebieden staan in tabel 6.2. Naar verhouding het minst te spreken zijn de feitelijk daklozen over hun bestaansvoorwaarden. Over hun huisvestingssituatie en in het bijzonder over hun financiele situatie zijn zij uitgesproken negatief. De ervaren daginvulling is niet goed-niet slecht. De daklozen ervaren hun psychische en lichamelijk gezondheid over het algemeen als heel redelijk, en dit geldt ook voor de sociale contacten die zij hebben. Ze zijn minder positief over de relatie met hun familie, die bestempelen zij als niet goed-niet slecht. Tabel 6.2 Subjectieve kwaliteit van leven indicatoren bij feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Gemiddelde (sd*) Algemeen Het leven in het algemeen 4,0 (1,6) Bestaansvoorwaarden Woonsituatie 3,1 (1,3) Financiële situatie 2,9 (1,7) Daginvulling 4,0 (1,8) Gezondheid Lichamelijke gezondheid 4,8 (1,8) Psychische gezondheid 4,8 (1,8) Relaties Sociale contacten 4,8 (1,4) Familie 3,9 (1,9) * sd = Standaarddeviatie 24
25 6.5 Zorgbehoeften Er is in de interviews met de feitelijk daklozen op achttien leefgebieden nagevraagd of zij behoefte hebben aan hulp 15. De Zwolse feitelijk daklozen hebben op gemiddeld 5,7 leefgebieden behoefte aan hulp. Hulp bij het organiseren van huisvesting en financiën worden door driekwart genoemd. De helft van de mensen wil graag zijn of haar gebitsproblemen laten behandelen. Twee vijfde heeft behoefte aan ondersteuning bij het vinden van werk en bij de lichamelijke en psychische gezondheid. Bij feitelijk daklozen in andere steden komen vrijwel dezelfde zorgbehoeften, ook in vrijwel dezelfde mate, voor. Weinig zorgbehoeften hebben daklozen in Zwolle bij de zelfverzorging, vervoer en het verkrijgen van basisvaardigheden. Tabel 6.3 Zorgbehoeften van feitelijk daklozen in Zwolle (n=109) Aantal % Bestaansvoorwaarden Huisvesting Financiën Het vinden van werk Dagbesteding Basisvaardigheden (Lezen, schrijven, rekenen, taal) Huishoudelijke taken Vervoer Relaties Sociale relaties Relatie met familie Veiligheid Bescherming van de eigen veiligheid Bescherming tegen dreigend of lastig gedrag van uzelf Gezondheid Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Alcohol Drugs Zelfverzorging/ persoonlijke verzorging 9 8 Het gebit Voeding Gevraagd werd of er in de huidige situatie (ten tijde van het interview) behoefte aan hulp is, met de antwoordmogelijkheden ja of nee. 25
26 7 Aansluiting vraag en aanbod 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de aansluiting van vraag en aanbod bezien vanuit het perspectief van de dakloze mensen zelf. Eerst bespreken we de hulp die daadwerkelijk is ontvangen op de verschillende leefgebieden. Vervolgens gaan we na welke zogenaamde vraag en aanbodconfiguraties er zijn. 7.2 Hulp gekregen Er is aan de respondenten gevraagd in hoeverre zij hulp krijgen op de eerder genoemde leefgebieden. Tijdens de interviewperiode kregen de feitelijk daklozen in Zwolle op gemiddeld 2,8 van de achttien leefgebieden hulp. De leefgebieden waarop een substantieel deel van beide groepen aangeeft hulp te hebben ontvangen, zijn: Financiën Huisvesting Drugs Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid. Er werd slecht minimale ondersteuning geboden bij: basisvaardigheden, huishoudelijke taken, bescherming tegen eigen dreigend of lastig gedrag en vervoer. In tabel 6.3 zagen we dat een beperkt aantal daklozen zorgbehoeften had op deze laatstgenoemde leefgebieden, maar toch is hier de zorgbehoefte nog steeds groter dan het aanbod. Tabel 7.1 Door feitelijk daklozen in Zwolle ontvangen hulp op leefgebieden (n=109) Aantal % Bestaansvoorwaarden Huisvesting Financiën Het vinden van werk Dagbesteding Basisvaardigheden (Lezen, schrijven, rekenen, taal) 3 3 Huishoudelijke taken 5 5 Vervoer 6 6 Relaties Sociale relaties 9 8 Relatie met familie 8 7 Veiligheid Bescherming van de eigen veiligheid Bescherming tegen dreigend of lastig gedrag van uzelf
27 Tabel 7.1 Door feitelijk daklozen in Zwolle ontvangen hulp op leefgebieden (n=109) Gezondheid Aantal % Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Alcohol Drugs Zelfverzorging/ persoonlijke verzorging 6 6 Het gebit Voeding Vraag - aanbod configuraties De schakeling van vraag en aanbod kan verder worden onderzocht door te kijken naar minstens vier mogelijkheden die zich in de (hulpverlenings-)situatie van dakloze mensen kunnen voordoen, namelijk 1) hulp gewenst én gekregen, 2) hulp gewenst en niet gekregen, 3) geen hulp gewenst, wel hulp gekregen en 4) geen hulp gewenst en geen hulp gekregen. Bij de eerst en laatstgenoemde optie staan vraag en aanbod in verhouding tot elkaar: er is een match. Bij de tweede en derde hiervoor genoemde varianten zijn er fricties tussen gewenste en gekregen hulp. Let wel, het gaat hier om zelfrapportage. Het kan goed zijn dat een professional of bijvoorbeeld een naaste tot een ander oordeel komt over de gewenste en verleende hulp. Bij de tweede variant hulp gewenst, niet gekregen is er sprake van onvervulde zorgbehoeften. Het kan zijn dat de behoeften zich bij de mensen pas zeer recent manifesteerden, er in het half jaar voorafgaand aan het interview geen hulp nodig was, en het te kort dag was om hulp te krijgen. Aannemelijker is echter, dat de behoeften al langer bestonden, zeker gezien de langdurige dakloosheid van de meeste mensen, maar dat er desondanks geen hulp is geboden. Bij de derde variant geen hulp gewenst, wel gekregen kan er sprake zijn van ongevraagde bemoeienis, daar waar de geïnterviewde daklozen al langer van mening zijn dat er geen hulp nodig is, maar hij/zij al wel hulp krijgt. Het kan echter ook zijn, dat juist vanwege het feit dat hij/zij hulp krijgt en er wordt voorzien in datgene wat hij/zij zegt nodig te hebben, er geen duidelijke zorgbehoefte (meer) bestaat. In de tabel hieronder (tabel 7.2) wordt aangegeven wat het gemiddelde aantal leefgebieden is voor elk van de vier varianten. 27
28 Tabel 7.2 Vraag - aanbod configuraties bij feitelijk daklozen in Zwolle Hulp gekregen Ja Hulp gewenst Ja Match Nee Ongevraagde bemoeienis 2,4 leefgebieden (sd= 2,1)* 0,4 leefgebieden (sd= 0,9)* Nee Onvervulde zorgbehoeften Match 3,3 leefgebieden (sd= 3,3)* 11,9 leefgebieden (sd= 3,7)* * sd=standaarddeviatie; afstand tot het gemiddelde (geeft de spreiding van de scores in de groep aan). Hulp gewenst én gekregen Voor een relatief klein deel (bij gemiddeld 2,4 van de 18 leefgebieden) is er sprake van een positieve match, is er hulp gewenst én is die ook verleend. Ongevraagde bemoeienis Ongevraagde bemoeienis komt, vanuit het perspectief van de dakloze mensen, relatief weinig voor, bij gemiddeld minder dan één leefgebied. Onvervulde zorgbehoeften Bij gemiddeld drie leefgebieden is er sprake van onvervulde zorgbehoeften: hulp is gewenst maar niet ontvangen. Geen hulp gewenst én geen hulp ontvangen Het meest voorkomend is de configuratie geen hulp gewenst én geen hulp ontvangen. Dit is op bijna twaalf leefgebieden van toepassing. Gezien de bestaande problemen van de feitelijk dakloze mensen, hun geringe hulpbronnen en hun sociaal isolement, is de gevonden verhouding tussen de zorgbehoeften en gekregen hulp zorgwekkend. Het laat zich aanzien dat veel van wat er nodig is in het midden blijft liggen ; de daklozen komen niet (meer) met hun vragen en de hulpverlening biedt geen hulp (meer). Per cluster bezien wij hierna de zorgaansluiting in meer detail Bestaansvoorwaarden Dit cluster omvat de leefgebieden: het vinden van betaald werk, dagbesteding, vervoer, huishoudelijke taken, basisvaardigheden (rekenen, lezen, taal), financiën en huisvesting. 28
Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, Katwijk en Alphen aan de Rijn
Profiel van sociaal kwetsbare mensen in Leiden, en Alphen aan de Rijn Beschrijving van gezondheid, welzijn, sociale steun, kwaliteit van leven en woonwensen. Connie Mensink Judith Vocks Judith Wolf Onderzoekscentrum
Nadere informatieProfiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf
Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der
Nadere informatieBewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen
Hoofdstuk uit: Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC St Radboud Nijmegen Februari 2010 Astrid Altena
Nadere informatieZwerfjongeren in Utrecht
Zwerfjongeren in Utrecht Omvang en profiel van de zwerfjongerenpopulatie Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Mariëlle Beijersbergen Carinda Jansen Judith Wolf 1 Colofon Onderzoek: Opdrachtgever: Financier:
Nadere informatieGooische daklozen. S. Biesma. R. van der Stoep. R. Nijkamp. B. Bieleman. Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek
Gooische daklozen Aard en omvang daklozen Gooi en Vechtstreek S. Biesma R. van der Stoep R. Nijkamp B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieOnderzoek naar meiden en moeders in de residentiële opvang
Onderzoek naar meiden en in de residentiële opvang Houvast: De ontwikkeling van een bij dakloze jongeren passende interventie Astrid Altena Irene Jonker Judith Wolf Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE
ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio
Nadere informatieOmvang van de daklozenpopulatie in Zeeland
Omvang van de daklozenpopulatie in Zeeland Resultaten van een omvangschatting in 2006 Auteur Drs. C. Jansen Prof. Dr. J. Wolf Prof. dr. P.G.M van der Heijden Datum UMC St Radboud, April 2007 Inhoudsopgave
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf
FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieDakloos in Leiden 2013
Dakloos in Leiden 2013 Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Leiden Uitvoering: GGD Hollands Midden Onderzoekers: M. van Veldhuizen, onderzoeker H. Tielen, epidemioloog Omvangschatting: Prof. Dr. PGM van der
Nadere informatieMonitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen
Monitor daklozen en harddrugsverslaafden Apeldoorn 2008 metingen 2004-2007 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieMETINGEN 2014 EN Monitor opvang Enschede. A. Kruize. B. Bieleman
METINGEN 2014 EN 2015 Monitor opvang Enschede A. Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ingegaan. In deze wet wordt gesproken over twee ondersteuningsvormen
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE
ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio
Nadere informatieOnderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen
Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen T 024 361 43 65 E werkplaatsoxo@elg.umcn.nl I www.werkplaatsoxo.nl ISBN 978-94-90626-10-5 Stabiel worden, stabiel zijn,
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieDakloos in Leiden. Telling en omvangschatting van de volwassen populatie
Dakloos in Leiden Telling en omvangschatting van de volwassen populatie 2011 Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Leiden Uitvoering: GGD Hollands Midden Onderzoeker/ Auteur: dr. JM Rijkelijkhuizen, drs. JT
Nadere informatieDaklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Amsterdam en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen
Nadere informatieOverijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010
Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 4 Overijsselse dak- en thuislozenmonitor 2010 2.1 Dreigend daklozen Inhoudsopgave De groep mensen die dreigen dakloos
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner
FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieBezoekers van de Kommarin te Assen Wie zijn het, van welke diensten maken ze gebruik en wat is hun mening over de dienstverlening?
Bezoekers van de Kommarin te Assen Wie zijn het, van welke diensten maken ze gebruik en wat is hun mening over de dienstverlening? Connie Mensink Judith Vocks Judith Wolf UMC St Radboud Onderzoekscentrum
Nadere informatie4. SLOTBESCHOUWING. 4.1 Omvang
Doel gr oepenanal yse dak-ent hui sl ozenen har ddr ugsver sl aaf den st edendr i ehoek 4. SLOTBESCHOUWING Vanaf 1999 heeft onderzoeksbureau INTRAVAL doelgroepenanalyses uitgevoerd in Apeldoorn (1999/2000),
Nadere informatieVoorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen
Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Onderzoeksteam: Marieke Holl, Dorieke Wewerinke, Sara Al Shamma, Linda van den Dries en Judith Wolf 29 oktober 2013 Studie naar huisuitzetting (Omz ZonMw)
Nadere informatieGebruik van kinderopvang
Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek. Enschede A. Kruize. S. Biesma. B. Bieleman METINGEN 2004 TOT EN MET 2010
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Enschede 2011 METINGEN 2004 TOT EN MET 2010 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding Hoe de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieWinterkoudeonderzoek 2011/2012 Rapportage Den Haag
Winterkoudeonderzoek 2011/2012 Rapportage Den Haag GGD Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Epidemiologie e-mail: renske.gilissen@denhaag.nl Den Haag, april 2012 2 INLEIDING 5 METHODE
Nadere informatieDakloos in Leiden. telling en omvangschatting van de volwassen populatie
Dakloos in Leiden telling en omvangschatting van de volwassen populatie 2009 Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Leiden Uitvoering: GGD Hollands Midden Onderzoeker/ Auteur: Hanneke Tielen, epidemioloog GGD
Nadere informatieImpuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg
Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan
Nadere informatieTherapie, Counselling en Coaching
Informed Consent Therapie, Counselling en Coaching Wij werken volgens de beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Informatie hierover kunt u vinden op de website van het NIP: www.psynip.nl
Nadere informatieNotitie winterkoudeonderzoek 2008/2009.
Notitie winterkoudeonderzoek 2008/2009. Sanne van Gaalen, Marcel Buster, Matty de Wit GGD Amsterdam, cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering april 2009 INLEIDING In het kader van
Nadere informatieMonitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen
Monitor daklozen en harddrugsverslaafden Apeldoorn 2008 metingen 2004-2007 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman MONITOR DAKLOZEN EN HARDDRUGSVERSLAAFDEN APELDOORN 2008 METINGEN 2004-2007 November 2008
Nadere informatieAmbulant werken met kwetsbare mensen
Ambulant werken met kwetsbare mensen UMC St Radboud Judith Wolf & Dorieke Wewerinke Van asiel & beschermen naar herstel & participeren Zelfstandig wonen Transmuraal wonen Nachtopvang Inloop Flexibele ondersteuning
Nadere informatieAARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM. Harddrugsgebruikers geregistreerd. S. Biesma. J. Snippe. B.
AARD, OMVANG EN MOBILITEIT VAN PROBLEMATISCHE HARDDRUGSGEBRUIKERS IN ROTTERDAM Harddrugsgebruikers geregistreerd S. Biesma J. Snippe B. Bieleman SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Rotterdam is de
Nadere informatieAchternaam. Meisjesnaam. Roepnaam. Initialen. Geboortedatum. man / vrouw / anders, namelijk.. Straat en huisnr. Postcode. Woonplaats. Telefoonnr.
INSCHRIJFFORMULIER Met dit formulier kunt u zich inschrijven in onze praktijk. Achternaam Meisjesnaam Roepnaam Initialen Geboortedatum Geslacht Straat en huisnr. Postcode Woonplaats Telefoonnr. Evt 2 e
Nadere informatieKoudweeronderzoek 2014-2015. Rapportage Utrecht
Koudweeronderzoek 2014-2015 Rapportage Utrecht Analyse registratiegegevens en interviews in de Utrechtse nachtopvang in de winterperiode 2014-2015 Inhoud Samenvatting en conclusie... 1 Inleiding... 2 1.
Nadere informatieZwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie
Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie Deze brochure is bedoeld voor iedereen die beroeps- en beleidsmatig met zwerfjongeren werkt. Zwerfjongeren
Nadere informatieBijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting
Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,
Nadere informatieTabel 1: Plek waar de dak- en thuislozen onderdak vinden Onderdak Breda N=40 (%) Bergen op Zoom Totaal (N=81)
Vanaf juli 2015 biedt de GGD in West-Brabant sociaal-medische verpleegkundigenzorg aan dak- en thuislozen aan vanuit de twee centrumgemeenten Breda en Bergen op Zoom. In acht maanden tijd, van juli 2015
Nadere informatieDaklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Den Haag en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen
Nadere informatieHoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011
Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start
Nadere informatie5. CONCLUSIES ONDERZOEK
5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2008
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2008 metingen 2001 tot en met 2007 A. Kruize M. Hofman B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl
Nadere informatieinformatie voor cliënten FACT-team
informatie voor cliënten FACT-team FACT-team Voor een grote groep mensen is het leven moeilijk. Zij hebben niet alleen last van psychiatrische klachten, zoals bijvoorbeeld somberheid of het horen van stemmen,
Nadere informatieMonitor verslaafden en daklozen Enschede 2006
Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 METINGEN 2001, 2002, 2003, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize M. van Zwieten COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl
Nadere informatieDaklozenenquête Rotterdam
Daklozenenquête Rotterdam 2016-2017 INHOUD Inleiding... 2 Het beeld van alle daklozen... 3 Voorgeschiedenis... 4 Verblijfplaats s avond en overdag... 4 Demografische kenmerken... 5 Problematiek en gezondheid...
Nadere informatieAdvies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting
Nadere informatieV O LW A S S E N E N
GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke
Nadere informatieJ. Wolf M. Zwikker S. Nicholas H. van Bakel D. Reinking I. van Leiden. Op achterstand. Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag
J. Wolf M. Zwikker S. Nicholas H. van Bakel D. Reinking I. van Leiden Op achterstand Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag Trimbos-instituut, Utrecht 2002 Colofon Opdrachtgever Ministerie
Nadere informatieMonitor dak- en thuislozen en verslaafden Apeldoorn 2006
Monitor dak- en thuislozen en verslaafden Apeldoorn 2006 METINGEN 2000, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize H. Naayer COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieKlanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013
Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave
Nadere informatieDaklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Resultaten uit de tweede meting van Coda-G4
Daklozenprofielen in Utrecht en veranderingen in wonen, kwaliteit van leven en hulpbehoeften Sara Al Shamma Jorien van der Laan Barbara van Straaten Sandra Boersma Carola Schrijvers Dike van de Mheen Judith
Nadere informatieThuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen
Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen
Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,
Nadere informatieDakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar
Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Sara Al Shamma, Barbara van Straaten, Sandra Boersma, Gerda Rodenburg, Jorien van der Laan, Dike van de Mheen, Judith
Nadere informatieAlvast bedankt voor het invullen!
Deze vragenlijst gaat over jongeren die steun of hulp geven aan een familielid. Wij zijn erg benieuwd hoeveel jongeren er binnen onze school steun of hulp geven en hoe zij dit ervaren. De vragenlijst is
Nadere informatieProfiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4)
Profiel van daklozen in Den Haag Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Den Haag (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein
Nadere informatieProfiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4)
Profiel van daklozen in Amsterdam Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in Amsterdam (Coda-G4) Barbara van Straaten Jorien van der Laan Carola Schrijvers Sandra Boersma Marjolein
Nadere informatieWorkshop CANSAS. Voor het ROM Doorbraakproject. Petra Tamis en Annet Nugter GGZ Noord-Holland-Noord
Workshop CANSAS Voor het ROM Doorbraakproject 2015 Petra Tamis en Annet Nugter GGZ Noord-Holland-Noord Inhoud workshop Kennismaking Introductie CANSAS: Wat is dit voor instrumenten en hoe neem je ze af
Nadere informatieDakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Den Haag
Dakloze mensen in Den Haag: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieVRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting
VRAGENLIJST pagina 2 Uw ervaringen als zorgvrager zijn waardevol U ontvangt zorg. In deze lijst staan vragen over wat die zorg betekent voor u als zorgvrager. Uw antwoorden worden gebruikt in onderzoek
Nadere informatieWijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie
Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieCQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep
CQ-Index Opvang Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten Levantogroep ARGO BV 2014 www.argo-rug.nl november 2014 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 3 1.1 Inleiding...
Nadere informatieJongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid
Jongeren en alcohol Ouders aan het woord Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014 Utrecht.nl/volksgezondheid 2 Inleiding Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het in bezit hebben van alcohol
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieGHB hulpvraag in Nederland
GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor GHB problematiek in de verslavingszorg 2007-2012 Houten, mei 2013 Stichting IVZ GHB hulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen
Nadere informatieMonitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe
meting 2008 Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe M. van Zwieten B. Bieleman Monitor Regionaal Kompas Oost-Veluwe November 2009 I NTRAVAL Groningen-Rotterdam COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781
Nadere informatieSociaal kwetsbare burgers in Eersel. Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris
Sociaal kwetsbare burgers in Eersel Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris Prestatievelden Wmo 1. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid dorpen 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen
Nadere informatieScootmobielhouders in s-hertogenbosch
Scootmobielhouders in s-hertogenbosch O&S September 2011 2 Samenvatting Achtergrond In s-hertogenbosch hebben ruim 750 inwoners een scootmobiel. Deze is hen door de gemeente op grond van de Wmo toegekend.
Nadere informatieAan de raad van de gemeente. Resultaten Flevomonitor 2014. Geachte raad,
Dienst Sociaal Domein D. Schulp Telefoon (036) 548 4847 Fax (036) E-mail dschulp@almere.nl Aan de raad van de gemeente Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon: 14 036 info@almere.nl www.almere.nl
Nadere informatieMonitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek
Monitor dakloosheid en chronische verslavingsproblematiek Twente 2012 metingen 2006-2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten en Enschede, de maatschappelijke
Nadere informatieASSESSMENT MIDDELENGEBRUIK. Achternaam. Cliëntnummer. Naam interviewer
ASSESSMENT MIDDELENGEBRUIK Achternaam bij vrouwelijke cliënten meisjesnaam Geboortedatum Cliëntnummer Datum interview d d m m d d m m 1. Naam interviewer 2. 3. Interview is niet volledig afgenomen want:
Nadere informatieBIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos
Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...
Nadere informatieUitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016
Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp
Nadere informatieBekendheid met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de Commissie Gelijke Behandeling
Bekendheid met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de Commissie Gelijke Behandeling Onderzoek onder mensen met een chronische ziekte of beperking die deel uitmaken
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieMeldingsformulier Begeleiding Ambulant of Dagbesteding
Meldingsformulier Begeleiding Ambulant of Dagbesteding 1 Uw gegevens Voornaam Dit formulier kunt u samen met uw hulpverlener digitaal invullen en opslaan voor uw administratie. Daarna verstuurt uw hulpverlener
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen
Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende
Nadere informatieDemografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan
Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.
Nadere informatieOnderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf
Eigen woonruimte voor klanten van De Veste Onderzoek naar de impact van ambulantisering Sara Al Shamma Judith Wolf Linda van den Dries, Dorieke Wewerinke en Judith Wolf Eigen woonruimte voor klanten van
Nadere informatieMelding Beschut of Beschermd wonen
Melding Beschut of Beschermd wonen 1 Uw gegevens Voornaam Dit formulier kunt u samen met uw hulpverlener digitaal invullen en opslaan voor uw administratie. Daarna verstuurt uw hulpverlener de melding
Nadere informatieNee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Algemene Gegevens Gegevens klant Naam Geboortedatum BSN Klantnummer Zijn er kinderen aanwezig? Gegevens aanbieder Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam ondersteuner Contactgegevens
Nadere informatie18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde
Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers
Nadere informatieGBA: prima bron voor statistiek, maar. Microdatamiddag Centrum voor Beleidsstatistiek, 6 november 2014
GBA: prima bron voor statistiek, maar. Microdatamiddag Centrum voor Beleidsstatistiek, 6 november 2014 Regelgeving inschrijving in de GBA Administratieve en feitelijke werkelijkheid Bruikbaarheid GBA voor
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatie(Over)belasting van mantelzorgers
(Over)belasting van mantelzorgers Rapport met een overzicht van de resultaten voor de deelnemende mantelzorgers en organisaties Martje Folkertsma Inhoud Het doel van het onderzoek... 3 De dataverzameling...
Nadere informatieHoofdstuk 14. Mantelzorg
Hoofdstuk 14. Mantelzorg Samenvatting Mantelzorg is zorg aan een bekende uit de eigen omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is en kan bestaan uit het huishouden doen, wassen
Nadere informatieDakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Rotterdam
Dakloze mensen in Rotterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieDakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Resultaten uit de eindmeting van Coda-G4 in Amsterdam
Dakloze mensen in Amsterdam: veranderingen in 2,5 jaar Sara Al Shamma Barbara van Straaten Sandra Boersma Gerda Rodenburg Jorien van der Laan Dike van de Mheen Judith Wolf September 2015 Colofon Dakloze
Nadere informatieBijlage. Daklozenenquête Rotterdam
Bijlage Daklozenenquête Rotterdam 2016-2017 INHOUD Tabellen alle daklozen... 3 1.1 Duur en reden dakloosheid alle daklozen... 3 1.2 Slaapplaats afgelopen 30 nachten alle daklozen... 4 1.3 Verblijfplaats
Nadere informatieOGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam
OGGZ monitor, ZRM, en hoeveel daklozen zijn er nu? Marcel Buster, GGD Amsterdam G4-USER OGGZ monitor matrix Inhoud Zelfredzaamheid-Matrix Hoeveel daklozen zijn er? 4/15/2015 2 G4-USER Urban Social Exclusion
Nadere informatieBuurtenquête hostel Leidsche Maan
Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding
Nadere informatieMelding Beschermd wonen en begeleiding
Melding Beschermd wonen en begeleiding Uw gegevens Voornaam Dit formulier kunt u samen met uw hulpverlener digitaal invullen en opslaan voor uw administratie. Daarna verstuurt uw hulpverlener de melding
Nadere informatieOnderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol
1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatieSamenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef
Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR
Nadere informatieHoofdstuk 2. Profiel Leidenaar
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal
Nadere informatieGezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.
Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren
Nadere informatie