HALLUX VALGUS OPERATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HALLUX VALGUS OPERATIE"

Transcriptie

1 DR J DE VOS HALLUX VALGUS OPERATIE Praktische informatiegids

2 2 Deze informatiefolder is een leidraad bij de operatie voor hallux valgus en bevat alle informatie over de voorbereiding, het verloop en de herstelperiode na de operatie. Het doel hiervan is u zo goed mogelijk te informeren, zodat de opname en de revalidatie zo vlot mogelijk verloopt. Zo u toch nog vragen heeft, kan u ze steeds stellen aan de artsen of verpleegkundigen die u te zien krijgt tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

3 3 1. De periode voor de operatie Als u deze folder ontvangen heeft, bent u al bij de arts op consultatie geweest en werd er eventueel reeds een afspraak gemaakt voor uw opname en ingreep. De papieren hiervoor krijgt u van de secretaresse. Op dat papier staat datum en een voorlopig uur van opname. Met het opnameformulier kan u nog langs de preoperatieve consultatie gaan. Hier krijgt u nog uitleg van de verpleegkundige en vult u reeds een preoperatieve vragenlijst in. Ook de verdoving wordt hier besproken. Voor de opname dienen er nog, afhankelijk van uw leeftijd en gezondheidstoestand, onderzoeken te gebeuren (hartonderzoek en bloedonderzoek). Dit kan meestal via de huisarts gebeuren. De huisarts wordt op voorhand verwittigd van de operatie en weet welke onderzoeken er dienen te gebeuren. Het maakt niet zo veel uit wanneer deze onderzoeken gebeuren, maar ze mogen liefst niet ouder zijn dan 6 maand; Indien u na de operatie de wonde zal laten verzorgen door een thuisverpleegkundige, kan u misschien reeds een afspraak maken hiervoor. 2. De opname U wordt de dag van de ingreep zelf opgenomen op zorgeenheid 420 (2 e verdiep, route 420). U dient steeds nuchter te zijn. Zo u medicatie tegen hoge bloeddruk, tegen epilepsie of voor de schildklier neemt, mag u deze wel nog nemen de ochtend van de opname. Bij uw opname brengt u zeker 2 krukken mee. Deze kan u o.a. verkrijgen bij de thuiszorgwinkel via uw ziekenfonds. Het uur van opname wordt op het blad vermeld dat u krijgt bij de consultatie. U meldt zich aan bij de dienst opname op het gelijkvloers van het ziekenhuis. Hiervoor hebt u uw SIS-kaart nodig.

4 4 3. De ingreep De ingreep kan onder een volledige verdoving gebeuren, alsook onder een ruggeprik (rachi-verdoving) of een prik in de kniekuil (popliteaalblok) zodat enkel het onderbeen verdoofd is. Dit wordt op voorhand besproken op de preoperatieve consultatie en met de anesthesist, die u ziet vlak voor de operatie. In de voorbereidingskamer naast de operatiezaal wordt er door de verpleging een infuus geplaatst en een knelband rondom het te opereren been gelegd. Deze dient om tijdens de operatie ervoor te zorgen dat er geen bloed in de voet komt. Bij de ingreep wordt een insnede gemaakt aan de binnenzijde van de grote teen over de knobbel. Na verwijderen van de knobbel wordt het bot van de grote teen kunstmatig gebroken en verschoven tot de teen recht staat. Vervolgens wordt deze breuk vastgezet met schroefjes of een plaatje met schroeven zodat het bot in deze nieuwe stand aan elkaar kan vastgroeien. Er wordt ook een spier die de grote teen scheeftrekt via een tweede insnede tussen grote teen en 2 e teen, losgemaakt. Op dat moment oordeelt de chirurg of de correctie voldoende is. Zo er nog bijkomende correctie nodig is, wordt er nog een wigje bot verwijderd in het grondkootje van de grote teen. Dit gebeurt via dezelfde insnede. Tenslotte worden de wonden gesloten en een (gips)verband aangelegd rondom de voet. Voor u ontwaakt wordt er bij een algemene verdoving nog een pijnstillend middel ingespoten in de voet dat verschillende uren werkt, zodat de pijn bij het wakker worden zo minimaal mogelijk is. Op de ontwaakzaal krijgt u indien nodig een zogenaamde pijnpomp, dat is een apparaat dat ervoor zorgt dat u een constante pijnstilling krijgt in het infuus. Indien er dan nog pijn is, kan u zelf op een knopje duwen, zodat er nog extra pijnstilling gegeven wordt. Dezelfde dag nog van de ingreep krijgt u na een aantal uren een (lichte) maaltijd. Het geopereerde been blijft het beste in hoogstand liggen. Zodra u kan mag u de enkel en knie bewegen. Dit is goed ter voorkoming van flebitis.

5 5 4. De eerste dag na de ingreep In de loop van de voormiddag komt de kinesist langs om met u te oefenen bij het stappen. U krijgt hiervoor een speciale schoen mee, die u gedurende 4 weken moet dragen (enkel bij het stappen). Deze schoen dient om de geopereerde voet te beschermen. In principe mag u dus vanaf de eerste dag na de operatie reeds met behulp van de speciale schoen stappen op de geopereerde voet. Door de zwelling en pijn is het echter de eerste week moeilijk hierop volledig te belasten. Het is beter in het begin te stappen met 2 krukken. Houdt hiermee rekening. U wordt naar de dienst radiologie gebracht voor een controle radiografie van de geopereerde voet. Eens het infuus verwijderd wordt, is het belangrijk dat u zelf voldoende pijnstilling neemt, vooral ook thuis. Deze zal door de arts voorgeschreven worden. Het verband wordt dicht gelaten tot de volgende controle na een aantal dagen. Zodoende kan de voet niet te veel zwellen. Van de verpleegkundige krijgt u de voorschriften voor medicatie en een volgende afpraak. Nadien mag u, zo de pijn onder controle is, het ziekenhuis verlaten. 5. De volgende dagen na de ingreep Om pijn en zwelling te vermijden is het nodig dat u de voet bij het neerzitten zoveel mogelijk omhoog legt. Ook s nachts plaatst u best een kussen onder de voet. Bij ontslag wordt er een combinatie van verschillende pijnstillende en ontstekingswerende medicamenten voorgeschreven. Het is best deze medicatie zowieso de eerste week te nemen. Het is belangrijk de pijn voor te zijn en dus de medicatie te nemen alvorens de pijn optreedt. De dosering is hierbij de volgende : 1. Paracetamol (bvb dafalgan, algo-stase, perdolan, ) : 1g elke 6u 2. Een ontstekingswerend medicijn (bvb Ibuprofen, Biofenac, ) : 2 tot 3x per dag bij het eten 3. Indien nodig : een extra pijnstillend middel (vb. Tramadol,..), dit enkel op aanwijzing van de arts.

6 6 Indien u echter een verminderde werking heeft van de nieren of lijdt aan suikerziekte kan het zijn dat deze dosering dient aangepast te worden. Dit kan u dan met de arts bespreken. 6. De eerste postoperatieve controle Binnen de week na de operatie komt u op controle bij de arts voor verwijderen van het eerste verband en nazicht van de wonde. Vanaf dan gebeurt de verzorging van de wonde best dagelijks of om de 2 dagen, door uzelf of door de thuisverpleegkundige. De tenen worden best appart ingewonden (beter voor de oefeningen, zie verder). Belangrijk is dat de grote teen in de juiste richting wordt getrokken door het verband (zie tekenening).

7 7 Na 2 weken verzorging mag de wonde onbedekt gelaten worden. Van dat moment mag u tevens een douche nemen en de wonde wassen. De hechtingen zijn resorbeerbaar en de knoopjes zullen bij het wassen afvallen. Wanneer er echter pinnetjes in de kleinere tenen geplaatst zijn, dienen deze nog ontsmet en afgedekt te worden. Ook het witte steunverband rondom de tenen mag nog verder gedragen worden. Kinesitherapie is in de meeste gevallen niet nodig. Wel is het zeer belangrijk dat uzelf verschillende keren per dag oefeningen doet. De arts zal u uitleggen bij de eerste verbandwissel hoe dit te doen : De grote teen verschillende keren naar boven (naar de neus toe) bewegen. De kleine tenen dienen verschillende keren per dag naar beneden (naar de voetzool) geduwd te worden. De voet naar boven en beneden trekken door de enkel te bewegen. Tenslotte de voet in zijn geheel ronddraaien in het enkelgewricht.

8 8 7. De 2 e en 3 e controle consultatie In principe komt u na 4 weken op controle bij de arts. Op dat moment worden de pinnetjes verwijderd in de kleinere tenen (in het geval van hamerteenoperatie). Net voor de consultatie laat u met het aanvraagformulier dat u de laatste controle meekreeg, een controle Rx van de voet nemen op de dienst radiologie (gelijkvloers). De wonden worden nagekeken, evenals de beweeglijkheid van de tenen. Zo deze onvoldoende is, wordt een voorschrift gegeven voor kinesitherapie. Na 4 weken mag de postoperatieve schoen afgelaten worden. Best voorziet u vanaf dan een wat wijdere schoen (vb. sportschoen) gezien de voet nog verschillende weken zwelling zal vertonen. Het is ook niet aangewezen dat de voet dan al in een te smalle schoen gestoken wordt. Van dat moment wordt er dus terug druk gezet bij het stappen op de geopereerde teen. Belangrijk hierbij is ook effectief te steunen op de teen en niet de voet naar buiten te kantelen. In het begin kan dit soms het gevoel geven dat de grote teen in de weg zit. Na 2 maand komt u (indien nodig) voor de 3 e maal op controle. Meestal bent u reeds in staat om normaal schoeisel aan te doen. Ook worden eventuele problemen met het stappen verder besproken. De littekens worden nagekeken en eventueel worden speciale pleisters hiervoor voorgeschreven.