Docentenhandleiding bij Basisboek Windows Vista deel 2

Transcriptie

1 Docentenhandleiding bij Basisboek Windows Vista deel 2 ISBN

2 2 1. Introductie De cursushandleiding gaat uit van een lessenschema dat bestaat uit negen punten. Deze punten zijn in drie groepen verdeeld. In principe ziet een cursusbijeenkomst er als volgt uit: A Inleiding B Instructie C Afsluiting 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. 1. De informatie (leerstof) aanbieden. 2. De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten gevraagde handelingen laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Het schema wordt van begin tot eind stap voor stap doorlopen. De stappen B1 tot B4 worden steeds herhaald, dat wil zeggen dat de leerstof steeds in kleine delen wordt aangeboden (B1). Er zullen dus vele momenten zijn waarop de cursist hulp nodig kan hebben (B2). Daaruit volgt ook dat tijdens een cursusbijeenkomst cursisten meerdere handelingen aanleren die ze kunnen demonstreren (B3), waarop de cursusleider kan reageren met goedkeuring of eventueel noodzakelijke corrigerende opmerkingen (B4). Op de volgende pagina vindt u nogmaals het schema aangevuld met extra informatie om de inhoud en het waarom van elke stap te verduidelijken. De uitwerking van de acht cursusbijeenkomsten wordt namelijk binnen dit schema gegeven. Reserveer voor: de Inleiding 10-15% de Instructie 60-70% de Afsluiting 20-25% van de beschikbare tijd.

3 3 Lesschema A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. De cursusleider kan om stilte verzoeken, de deur dichtdoen, een aankondiging op het bord schrijven of op een andere manier de aandacht op zijn persoon en de komende les richten. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Voor cursist en leraar is het van belang precies te weten wat de gewenste resultaten voor een les zijn. De werkhouding van de cursist tijdens de les is er van afhankelijk of bijvoorbeeld de behandelende stof herkend moet worden, uit het hoofd geleerd moet worden, of toegepast moet kunnen worden. Alleen maar noemen van onderwerpen die behandeld gaan worden is onvoldoende. De docent moet dit in begrijpelijke termen doen. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. De docent moet in het begin van de les zorgen dat de nieuwe informatie aansluit op en voortbouwt op eerder verworven begrippen en regels. De betreffende kennis van de cursisten moet dan eerst opgehaald (geactiveerd) worden. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. De kern van het onderwijsleerproces is het aanbieden van de informatie door de docent of door het studieboek. 2. De cursisten helpen bij het leren. De docent blijft tijdens het leerproces niet op zijn plaats maar is bezig de verrichtingen van de cursisten te observeren en waar nodig te ondersteunen. De toegepaste didactische opvatting kan worden gekenschetst als begeleid ontdekkend leren. 3. Cursisten de gevraagde handeling laten tonen. Het gaat hier niet om het controleren of de cursisten hun huiswerk hebben gedaan, maar om een oefenmogelijkheid voor het uitvoeren van de gewenste (eind)handeling. Een gerichte vraag geeft de cursist de mogelijkheid om zichzelf en de docent te tonen dat hij of zij het weet of kan. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. Het geven van informatie over de getoonde prestaties aan cursisten is informatief en versterkend. Terugkoppeling van informatie over de uitvoering van de handeling van de lerende gaat in vele gevallen vanzelf: het werkt of het werkt niet. Terugkoppeling moet in ieder geval informatie geven over de correctheid van het uitvoeren van de handelingen die tijdens het leren zichtbaar zijn.

4 4 C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). De bedoeling van deze gebeurtenis is vast te stellen of de cursist het leerdoel heeft bereikt en of hij of zij met zekerheid de gewenste eindhandelingen kan uitvoeren. Voor dit doel zijn verschillende toetsingsvormen mogelijk: bijvoorbeeld een opdracht uitvoeren of een opgave maken. Ze hoeven niet allemaal op hetzelfde tijdstip te worden afgenomen. Uiteraard behoort de toets afgestemd te zijn op de gestelde leerdoelen. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Deze laatste stap is gericht op het bevorderen van het beklijven op de wat langere termijn. Daarom dienen deze aanwijzingen lesoverstijgend te zijn en gericht op het zichtbaar maken van cursusverbanden. 2. Voorkennis Voor deze cursus wordt verondersteld dat de cursisten beschikken over een basiskennis computervaardigheid. Dit niveau bereiken de cursisten na doorwerken van het Basisboek Windows Vista deel Algemeen Technische zaken als het op de juiste wijze geïnstalleerd zijn van Windows Vista, Bureau-accessoires en Internet Explorer 7 zijn essentieel voor het geven van deze cursus. Daarnaast hebben de cursisten een lege USB-stick, dvd-rewritable of cd-writable en een werkende printer nodig. 4. Referenties E. Warries en J.M. Pieters Inleiding Instructietheorie Swets en Zeitlinger B.V. Amsterdam/Lisse 1992 J. Molter en A. Borg Onderwijs en leerpsychologie Intro Nijkerk 1990

5 5 5. Overzicht van de cursusbijeenkomsten De cursusopzet bestaat uit negen bijeenkomsten, waarbij gebruik wordt gemaakt van hoofdstuk 1 tot en met 9 uit het Basisboek Windows Vista deel 2. Les 1 Hoofdstuk 1 Aanpassen van uw werkomgeving Les 2 Hoofdstuk 2 Instellen van Windows Les 3 Hoofdstuk 3 Uw computer Les 4 Hoofdstuk 4 Bestanden comprimeren Les 5 Hoofdstuk 5 Gebruikersaccounts Les 6 Hoofdstuk 6 Back-up en systeemherstel Les 7 Hoofdstuk 7 Bestanden op cd of dvd branden Les 8 Hoofdstuk 8 Geavanceerde functies van het mapvenster Les 9 Hoofdstuk 9 Systeembeheer en computeronderhoud

6 6 Les 1 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In Windows Vista kunt u allerlei standaardinstellingen van het besturingssysteem zelf wijzigen. In het Basisboek Windows Vista deel 1 heeft u bijvoorbeeld geleerd hoe u een andere achtergrond voor het bureaublad of een nieuwe schermbeveiliging kunt kiezen. Maar er is meer mogelijk. Windows Vista zit vol met allerlei handigheidjes die het werken met de computer kunnen versnellen. U kunt bijvoorbeeld snelkoppelingen naar programma s die u vaak gebruikt, op uw bureaublad plaatsen. Dan hoeft u alleen maar te dubbelklikken op zo n pictogram om het programma te starten. U kunt zo n snelkoppeling ook in een speciaal deel van de taakbalk plaatsen: de werkbalk Snel starten. Daar hoeft u slechts één keer te klikken om het programma te starten. Ook kunt u zelf bepalen of u de taakbalk altijd wilt zien, of juist wilt verbergen als u met een programma bezig bent. En u kunt kiezen of u Windows Sidebar laat verdwijnen achter programmavensters of liever altijd op de voorgrond wilt zien. De laatste optie wordt bijvoorbeeld veel gebruikt door bezitters van een breedbeeldscherm. In deze les leert u meer over het aanpassen van uw eigen werkomgeving. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) snelkoppelingen op het bureaublad plaatsen; pictogrammen op het bureaublad ordenen, verplaatsen en verwijderen; pictogrammen in de werkbalk Snel starten opnemen of verwijderen; de taakbalk altijd op de voorgrond laten weergeven; het systeemvak op de taakbalk aanpassen; programma s aan het menu Start vastmaken; Windows Sidebar zichtbaar houden.

7 7 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Omdat dit de eerste bijeenkomst is, kunt u niet terugwijzen naar de vorige bijeenkomst. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Snelkoppelingen op pagina 38 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 39 t/m 41. lesstof:

8 8 Les 2 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In Windows Vista kunt u veel instellingen van programma's en apparatuur zelf opgeven. Dit doet u grotendeels met de gereedschappen in het Configuratiescherm. Hierin kunt u bijvoorbeeld instellingen voor muis en toetsenbord opgeven, maar ook de datum en tijd op uw computer. Een handige optie in Windows Vista is het opgeven van standaardprogramma's. Dit zijn programma's die u koppelt aan alle bestanden van een bepaald type. Zo kunt u bijvoorbeeld alle bestanden die met foto's te maken hebben aan Windows Fotogalerie koppelen. Ook één bepaald bestandstype koppelen aan een vast programma is mogelijk. Op die manier kunt u bijvoorbeeld direct het tekstverwerkingsprogramma Word op laten starten via het openen van een tekstdocument. Ook voor de media die u op uw computer gebruikt, kunt u verschillende standaardinstellingen opgeven. De afspeelopties voor een cd of dvd zijn hier een voorbeeld van. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) het Configuratiescherm gebruiken; de datum en tijd aanpassen; uw standaardprogramma s instellen; bestandstypen aan programma s koppelen; afspeelopties van cd s, dvd s en andere media instellen.

9 9 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering. snelkoppelingen op het bureaublad plaatsen; pictogrammen op het bureaublad ordenen, verplaatsen en verwijderen; pictogrammen in de werkbalk Snel starten opnemen of verwijderen; de taakbalk altijd op de voorgrond laten weergeven; het systeemvak op de taakbalk aanpassen; programma s aan het menu Start vastmaken; Windows Sidebar zichtbaar houden. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Bestandstype koppelen aan programma op pagina 55 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Programma als standaard instellen op pagina 55 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 56 t/m 57. lesstof:

10 10 Les 3 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In deze les gaat u de onderdelen van uw computer bekijken. Bijvoorbeeld de vaste schijf van uw computer en de apparaten met verwisselbare opslag. En u leert meer over de verschillende soorten bestanden die op de vaste schijf staan. Een bestand kan van alles zijn: een onderdeel van een computerprogramma of een gegevensbestand. Ook uw eigen werk dat u als tekstdocument of foto opslaat, wordt een bestand genoemd. Er bestaan tientallen typen bestanden, elk met een eigen bestandsindeling. Het is voor u nuttig om te weten welke bestandstypen er zijn en met welke programma s u die kunt openen. Uw pc is zo gemaakt dat deze uitbreidbaar is met allerlei apparaten en onderdelen zoals een printer, scanner, externe vaste schijf, extra geheugen enzovoort. Dit wordt allemaal hardware genoemd. Windows zorgt ervoor dat deze hardware goed functioneert. Bij het opstarten van uw computer controleert Windows of er nieuwe onderdelen zijn toegevoegd, bijvoorbeeld een printer of meer geheugen. Is dat het geval, dan zorgt Windows ervoor dat de benodigde stuurprogramma s om deze nieuwe onderdelen goed te laten werken, worden geïnstalleerd. In deze les krijgt u informatie over allerlei soorten apparaten en de wijze waarop u die op uw computer kunt aansluiten. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) zien welke vaste schijven er zijn; de eigenschappen van een schijf bekijken; uw dvd-station en verwisselbare schijf bekijken; de onderdelen en prestaties van uw computer bekijken; informatie over uw computer weergeven; de inhoud van een cd-rom bekijken; zien welke soorten bestanden er zijn; de eigenschappen van een bestand bekijken; een bestand openen; externe hardware toevoegen en verwijderen.

11 11 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering: het Configuratiescherm gebruiken; de datum en tijd aanpassen; uw standaardprogramma s instellen; bestandstypen aan programma s koppelen; afspeelopties van cd s, dvd s en andere media instellen. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s en De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Openen van bestanden op pagina 86 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen en toe te passen met behulp van de extra oefeningen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 75 t/m 80 en 88 t/m 89. lesstof:

12 12 Les 4 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Sommige bestanden nemen op uw vaste schijf veel ruimte in. Dat geldt bijvoorbeeld voor bepaalde typen fotobestanden, zoals BMP. Ook geluidsbestanden van het type WAV en grote geïllustreerde documenten nemen veel ruimte in beslag. In deze les leert u hoe u in Windows Vista met behulp van de optie Gecomprimeerde map bestanden kunt comprimeren. Comprimeren betekent samenpersen. Comprimeren wordt ook wel zippen genoemd. Die naam komt van de extensie.zip die een gecomprimeerde map altijd heeft. Wanneer u een Gecomprimeerde map gebruikt, wordt er een map gemaakt waarin u bestanden kunt zetten. Zo n bestand wordt als het ware ingepakt in de map en de bestandsomvang wordt verkleind. Een groot bestand bevat na het comprimeren veel minder kilobytes. Vooral bij tekstbestanden met plaatjes en geluidsbestanden kunt u hiermee veel ruimte winnen. Als u zo n bestand per via een inbelverbinding wilt versturen, kost dat minder telefoontikken. Een gecomprimeerde map moet altijd eerst uitgepakt worden voordat de bestanden die er in zitten, geopend kunnen worden. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) een gecomprimeerde map aanmaken; een bestand toevoegen door te slepen; een bestand verwijderen uit de gecomprimeerde map; een gecomprimeerd bestand uitpakken met de wizard Gecomprimeerde mappen uitpakken; sneller uitpakken door te slepen. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering: zien welke vaste schijven er zijn; de eigenschappen van een schijf bekijken;

13 13 uw dvd-station en verwisselbare schijf bekijken; de onderdelen en prestaties van uw computer bekijken; informatie over uw computer weergeven; de inhoud van een cd-rom bekijken; zien welke soorten bestanden er zijn; de eigenschappen van een bestand bekijken; een bestand openen; externe hardware toevoegen en verwijderen. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening De gecomprimeerde map op pagina 102 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Een bestand toevoegen en weer verwijderen op pagina 102 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Een gecomprimeerde map uitpakken op pagina 102 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 103 t/m 104. lesstof:

14 14 Les 5 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Wanneer u met meerdere mensen van dezelfde computer gebruikmaakt, is het een goed idee om voor iedere gebruiker een eigen gebruikersaccount aan te maken. In een gebruikersaccount worden de persoonlijke instellingen en voorkeuren van een gebruiker opgeslagen. Hierbij kunt u denken aan het uiterlijk van het bureaublad en de schermbeveiliging, maar ook aan de manier waarop bijvoorbeeld mappen worden weergegeven. Daarbij heeft iedere gebruiker in Internet Explorer zijn eigen lijsten met Favorieten en met recentelijk bezochte websites. Het programma Windows Mail kan voor iedere gebruiker apart worden ingesteld. Ook heeft iedere gebruiker een eigen Persoonlijke map. Werken met de gebruikersaccounts is erg eenvoudig. In het beginscherm van Windows Vista klikt de gebruiker op zijn eigen gebruikersnaam. Vervolgens worden zijn persoonlijke instellingen opgehaald en toegepast. Veranderingen in die instellingen hebben geen invloed op de instellingen van de andere gebruikers. In Windows Vista kunt u ook snel overschakelen naar het account van een andere gebruiker. U hoeft dan niet al uw programma s af te sluiten en keert net zo makkelijk terug naar uw eigen account. Om te voorkomen dat anderen uw instellingen veranderen, kunt u uw eigen account beveiligen met een wachtwoord. Met behulp van Gebruikersaccountbeheer kunt u uw computer nog verder beveiligen. Hiermee zorgt u dat andere gebruikers geen ongeoorloofde wijzigingen op uw computer kunnen aanbrengen. Een andere handige optie in Windows Vista is het Ouderlijk toezicht. Hiermee kunt u bepalen hoe en wanneer uw kinderen de computer mogen gebruiken. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) naam en afbeelding van een gebruikersaccount wijzigen; een nieuwe gebruikersaccount aanmaken en verwijderen; een gebruikersaccount met een wachtwoord beveiligen; het wachtwoord wijzigen en verwijderen; een wachtwoordhersteldiskette maken en gebruiken; het gastaccount gebruiken;

15 15 snel wisselen tussen gebruikers; Gebruikersaccountbeheer gebruiken; Ouderlijk toezicht instellen. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering: een gecomprimeerde map aanmaken; een bestand toevoegen door te slepen; een bestand verwijderen uit de gecomprimeerde map; een gecomprimeerd bestand uitpakken met de wizard Gecomprimeerde mappen uitpakken; sneller uitpakken door te slepen. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Een nieuw gebruikersaccount op pagina 133 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Verander het gebruikersaccount op pagina 133 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Een account verwijderen op pagina 133 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 134 t/m 136. lesstof:

16 16 Les 6 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Het maken van een back-up (veiligheidskopie) van bestanden wordt steeds belangrijker voor computergebruikers. Steeds meer mensen bewaren onmisbare informatie op de computer. Daarbij moet u niet alleen denken aan bijvoorbeeld zakelijke of financiële informatie, maar ook aan foto s of video s. Dierbare herinneringen en onvergetelijke momenten worden tegenwoordig massaal vastgelegd met digitale foto- en videocamera s. Dringend advies: zorg ervoor dat u regelmatig back-ups van uw gegevens en bestanden maakt, want ooit zal uw computer het niet meer doen. Dat kan al binnen korte tijd zijn, bijvoorbeeld door kortsluiting in de computer of een agressieve virusaanval, of over vele jaren als de pc uitvalt door slijtage. Meestal gebeurt zoiets onverwacht en heeft u geen tijd meer om uw gegevens veilig te stellen. Microsoft beseft hoe belangrijk een goede back-up is en heeft Windows Vista daarom uitgerust met een aantal nieuwe mogelijkheden om op een eenvoudige manier een back-up te maken van grote hoeveelheden gegevens. In deze les maakt u kennis met verschillende mogelijkheden van Windows Vista om uw gegevens veilig te stellen. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) wat het Back-upcentrum is; wat een complete back-up of een recovery-cd is; een back-up van uw bestanden maken; naar welke stations u een back-up kunt maken; de gewenste bestanden selecteren; een automatische back-up instellen; wat een incrementele of aanvullende back-up is; een back-up terugzetten; hoe een automatisch ingestelde back-up werkt; een nieuwe volledige back-up maken; een herstelpunt maken en terugzetten.

17 17 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering. naam en afbeelding van een gebruikersaccount wijzigen; een nieuwe gebruikersaccount aanmaken en verwijderen; een gebruikersaccount met een wachtwoord beveiligen; het wachtwoord wijzigen en verwijderen; een wachtwoordhersteldiskette maken en gebruiken; het gastaccount gebruiken; snel wisselen tussen gebruikers; Gebruikersaccountbeheer gebruiken; Ouderlijk toezicht instellen. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Back-upinstellingen wijzigen op pagina 165 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Herstelpunt maken op pagina 165 maken. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 166 t/m 170. lesstof:

18 18 Les 7 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In Windows Vista is eenvoudige brandsoftware ingebouwd waarmee u zelf cd s en dvd s kunt branden. Hierbij kunt u kiezen uit twee indelingen: Live File System en Gemastered. In deze les wordt behandeld hoe u met Windows Vista bestanden van uw vaste schijf op een cd of dvd brandt en welke keuze voor een indeling u het beste kunt maken. Op die manier kunt u bijvoorbeeld snel veiligheidskopieën van uw belangrijke bestanden maken, bijvoorbeeld fotobestanden of tekstbestanden. En u kunt zo n cd of dvd gebruiken om bestanden naar een andere computer over te zetten of te delen met anderen. Andere reden kan zijn dat de vaste schijf van uw pc te vol wordt. Door omvangrijke bestanden zoals videobestanden op cd of dvd te zetten, maakt u weer ruimte. Denk er in dat geval wel aan dat u na het branden van bestanden op cd of dvd, de originele bestanden nog van de vaste schijf van uw computer moet verwijderen. Bestanden die u op cd of dvd brandt, worden namelijk altijd gekopieerd. De originele bestanden blijven dus altijd op de vaste schijf staan. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) welke indelingen er zijn voor cd s en dvd s; een schijf maken met het Live File System; data op een schijf branden en wissen; een schijf maken met de indeling Gemastered; data toevoegen aan een wachtrij of eruit verwijderen; instellen met welk programma een cd of dvd wordt gestart. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering. wat het Back-upcentrum is; wat een complete back-up of een recovery-cd is; een back-up van uw bestanden maken; naar welke stations u een back-up kunt maken;

19 19 de gewenste bestanden selecteren; een automatische back-up instellen; wat een incrementele of aanvullende back-up is; een back-up terugzetten; hoe een automatisch ingestelde back-up werkt; een nieuwe volledige back-up maken; een herstelpunt maken en terugzetten. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Live File System maken op pagina 193. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Gemastered maken op pagina 194. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 195 t/m 203. lesstof:

20 20 Les 8 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In Windows Vista zijn in de mapvensters een aantal handige functies opgenomen. Zo kunt u op verschillende manieren door uw bestanden en mappen navigeren. Bijvoorbeeld met behulp van de Mappenlijst in het Navigatievenster. In het Voorbeeldvenster kunt u voorbeelden van bestanden bekijken zonder deze te openen. In het Detailvenster kunt u de eigenschappen van bestanden snel bekijken en bewerken. Windows Vista beschikt ook over een uitstekende zoekfunctie. In dit hoofdstuk maakt u kennis met de geavanceerde mogelijkheden van het Zoekvak in een mapvenster. Om een bestand snel te kunnen vinden, kunt u de zoekresultaten op verschillende manieren filteren. Een zoekactie die u later nog eens nodig denkt te hebben, kunt u opslaan. In het Basisboek Windows Vista deel 1 heeft u al enige basiskennis opgedaan over het mapvenster en geleerd hoe u daarin mappen en bestanden verplaatst, kopieert en verwijdert. In deze les breidt u uw kennis over het mapvenster verder uit. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) uw Persoonlijke map openen; de mapweergave aanpassen; werken met het Navigatievenster; de menubalk tonen en weer verbergen; een bestand weergeven in het Voorbeeldvenster; de bestandseigenschappen aanpassen in het Detailvenster; het Zoekvak gebruiken; zoekresultaten filteren; de hele computer doorzoeken; een zoekactie opslaan; een opgeslagen zoekactie opzoeken en uitvoeren; werken met de veranderende knoppen op de werkbalk.

21 21 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering. welke indelingen er zijn voor cd s en dvd s; een schijf maken met het Live File System; data op een schijf branden en wissen; een schijf maken met de indeling Gemastered; data toevoegen aan een wachtrij of eruit verwijderen; instellen met welk programma een cd of dvd wordt gestart. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Mapvenster openen maken op pagina 225. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Zoeken maken op pagina 226. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 227 t/m 236. lesstof:

22 22 Les 9 A Inleiding 1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Net als uw huis heeft ook uw computer onderhoud nodig. Waarschijnlijk wilt u wel eens een nieuw programma aanschaffen of niet-gebruikte programma s van uw computer verwijderen. In deze les oefent u het verwijderen en installeren van software met het programma Adobe Reader. Dit programma kunt u gebruiken om PDF-bestanden te openen. Daarnaast installeert u een leuke extra gadget voor de Sidebar. De vaste schijf van uw computer is het centrale punt waar alles tijdelijk wordt opgeslagen. Het is af en toe tijd om daar grote schoonmaak te houden. Dat kunt u doen door middel van de Schijfopruiming en de Schijfdefragmentatie. Met behulp van de Schijfopruiming worden overbodige bestanden van uw vaste schijf verwijderd. De Schijfdefragmentatie verbetert de prestaties van uw computer. Na verloop van tijd zal de vaste schijf van uw computer steeds rommeliger worden en steeds meer losse fragmenten bevatten. U kunt dit zelf merken doordat uw vaste schijf trager wordt. Dan kunt u uw vaste schijf laten defragmenteren: alle bestanden en delen van bestanden worden weer netjes achter elkaar geplaatst zodat uw schijf ze snel kan terugvinden. Hierdoor kan de computer efficiënter werken. Aan het einde van dit hoofdstuk leest u wat u het beste kunt doen als er onverhoopt toch problemen met uw computer ontstaan. In deze les leert u het volgende: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer) programma s verwijderen; programma s installeren; uw vaste schijf opruimen; uw vaste schijf defragmenteren; veel voorkomende problemen oplossen.

23 23 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering. uw Persoonlijke map openen; de mapweergave aanpassen; werken met het Navigatievenster; de menubalk tonen en weer verbergen; een bestand weergeven in het Voorbeeldvenster; de bestandseigenschappen aanpassen in het Detailvenster; het Zoekvak gebruiken; zoekresultaten filtreren; de hele computer doorzoeken; een zoekactie opslaan; een opgeslagen zoekactie opzoeken en uitvoeren; werken met de veranderende knoppen op de werkbalk. B Instructie 1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina s De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. C Afsluiting 1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. Laat de cursisten de oefening Adobe Reader maken op pagina 263. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. Laat de cursisten de oefening Onderhoud maken op pagina 263. Ze mogen daarbij gebruik maken van Bijlage B "Hoe doe ik dat ook alweer?" op pagina 270 en verder. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen. Aanvullende Achtergrondinformatie en tips op pagina 264 t/m 266. lesstof:

24 24 6. De eindtoets Ter afsluiting zijn er verschillende Windows Vista-toetsen beschikbaar. Deze bestaan uit meerkeuzevragen. De toetsen kunnen online gemaakt worden op Na afloop ziet de cursist direct het behaalde resultaat. De cursist ontvangt gratis per een Computerbrevet met zijn/haar naam en het resultaat. Het brevet kan worden geprint. 7. Ander cursusmateriaal De populaire boeken van Visual Steps zijn uitstekend geschikt voor gebruik als cursusmateriaal. Bij de meeste boeken zijn docentenhandleidingen beschikbaar. Kijk voor meer informatie op