Bestnr Hyundai video pen VP 02 HD8

Transcriptie

1 Bestnr Hyundai video pen VP 02 HD8 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 2012 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Internet: of

2 Belangrijke aanwijzingen a. Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u vertrouwd te maken met de werking van het product. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor een eventuele latere raadpleging. b. Gebruik het product alleen voor het doel waarvoor het bestemd is. Een ander gebruik kan eventueel leiden tot beschadigingen aan het product of aan de aangesloten apparaten. c. Het ombouwen of veranderen van het product beperkt de productveiligheid. Let op, letselgevaar! d. Ga zorgvuldig om met het product, door stoten, slagen of een val uit minimale hoogte kan het beschadigd raken. e. Houdt het product uit de buurt van vochtigheid en extreme hitte. f. Dompel het product nooit onder water of andere vloeistoffen. 1 Verwijdering Elektrische en elektronische apparaten mogen niet als huishoudafval worden behandeld. Als het apparaat aan het eind van zijn levensduur is, dient u het te verwijderen volgens de geldende wettelijke voorschriften. Breng het naar een plaats waar elektrische en elektronische apparatuur worden gerecycled. Verwijdering via het huishoudafval is verboden! 2

3 2 Productoverzicht Nr Benaming Omschrijving 1 Functietoets Multifunctie- toets, bezetting afhankelijk van de toestand en de gekozen modus, bijv. aan/uitschakelen, videoopname starten of beëindigen, beeldopname, geluidsopname starten/beëindigen. 2 Cameralens Voor het registreren van beeldsignalen 3 Microfoon Voor het registreren van geluidssignalen 4 Controlelampjes Het apparaat beschikt over drie controlelampjes in de kleuren rood, groen en blauw, die in verschillende combinaties de verschillende bedrijfstoestanden weergeven. 5 Keuzeschakelaar (1) Reset (2) Video (3) Beelden, geluid 6 Standaard 4-pins USB Aansluitbus voor data- en laadkabel 3

4 3 Bediening 3.1 Aan- en uitschakelen Inschakelen en starten a. Zet de keuzeschakelaar op positie (2). Houdt de functietoets (1) ingedrukt en laat na 1 seconde los. b. Het apparaat schakelt zich in, de controlelampjes GROEN en ROOD lichten op en het apparaat gaat zich initialiseren. c. Na afsluiting van het initialiseren gaat het GROENE lampje uit. Het apparaat bevind zich nu in de stand-by voor de standaard- opnamewerking, het RODE lampje blijft branden. d. Het apparaat is gebruiksklaar. Opmerking: het inschakelen en opstarten van het apparaat kunt u vergelijken met het opstarten van een computer; onderbreek dit proces nooit door bepaalde functies op te roepen. De tijd voor het initialiseren is afhankelijk van de geheugencapaciteit. 3.2 Uitschakelen a. Houdt de FUNCTIETOETS (1) 4 seconden ingedrukt. b. Het controlelampje voor de statusaanduiding gaat uit, het apparaat is nu helemaal uitgeschakeld. Opmerking: als er tijdens het uitschakelen een opname actief is, wordt deze automatisch opgeslagen en het apparaat wordt pas daarna uitgeschakeld. 3.3 Video-opname a. Na het inschakelen en opstarten bevindt het apparaat zich standaard in de modus video-opname; alternatief stelt u de keuzeschakelaar op (2). b. Bij deze modus gaat in de stand-by-werking het RODE controlelampje permanent c. Druk kort op de FUNCTIETOETS, om een video-opname te starten, het RODE controlelampje begint regelmatig te knipperen. d. Druk opnieuw kort op de FUNCTIETOETS, om de video-opname te beëindigen. Opmerking: ter bescherming van uw video- en beeldbestanden worden de opnamen automatisch alle 30 minuten opgeslagen, actieve opnames worden daarbij niet onderbroken. Let er op, dat bij de opnames voldoende verlichting aanwezig is, houdt het apparaat rustig en recht; let op de correcte richting en een minimale afstand van 50 cm vanaf het op te nemen object voor natuurlijke kleuren, intensieve contrasten en scherpe beelden. Voor de optimale geluidsopname mag zich geen obstakel tussen het object en het microfoon bevinden. 3.4 Beeldopnames a. Zet de keuzeschakelaar op (3). b. Bij deze modus gaat in de stand-by-werking het GROENE controlelampje permanent c. Bij elke keer de FUNCTIETOETS indrukken wordt er een opname gemaakt, daarbij gaat elke keer het GROENE lampje knipperen. 4

5 3.5 Geluidsopname a. Zet de keuzeschakelaar op (3) b. Bij deze modus gaat in de stand-by-werking het BLAUWE controlelampje permanent c. Houdt de FUNCTIETOETS 2 seconden ingedrukt, om een geluidsopname te starten, het BLAUWE controlelampje begint regelmatig te knipperen. d. Druk opnieuw kort op de FUNCTIETOETS, om de geluidsopname te beëindigen; de gegevens worden opgeslagen, het BLAUWE controlelampje gaat weer permanent Opmerking: ter bescherming van uw beeldbestanden worden de opnames automatisch alle 60 minuten opgeslagen, actieve geluidsopnames worden daarbij niet onderbroken. Voor optimale geluidsopnames mag zich geen obstakel tussen het object en het microfoon bevinden. 3.6 PC-camera a. Zet de keuzeschakelaar op positie (2) en start het apparaat. b. Kies de modus pc-camera. Open DEZE COMPUTER op uw computer. Nu verschijnt het symbool voor webcam op het beeldscherm, dit betekent dat de webcam- functie van uw apparaat correct ingesteld is. Opmerking: eventueel kan het gebeuren dat de computer vanwege zijn configuratie of systeeminstellingen de webcam niet herkent. Indien het apparaat niet als webcam maar als verwisselbare schijf herkent wordt, koppelt u het apparaat af en sluit u deze na opnieuw inschakelen en opstarten opnieuw aan. Wanneer u de webcam- functie voor het eerst op uw computer gebruikt, moet u de bijbehorende driver van de meegeleverde datadrager installeren. Om een beschadiging van het apparaat te voorkomen, verbindt u eerst de datakabel met het apparaat en vervolgens met uw computer. De webcam- functie loopt uitsluitend onder het besturingssysteem WINDOWS. 3.7 Laadprocedure Het opladen van het apparaat gebeurt of via de laadkabel voor het stopcontact of via de computer. Het RODE lampje gaat knipperen, zolang het apparaat opgeladen wordt en blijft vervolgens continu branden zodra de accu volledig opgeladen is. Lithium polymeer accu's reageren gevoelig op extreme temperaturen. Stel de accu niet bloot aan hoge temperaturen. Als de accu tijdens gebruik erg opgewarmd is laat u hem eerst afkoelen voordat u hem gaat opladen. Het laadproces mag alleen door een volwassen persoon uitgevoerd en onder toezicht gehouden worden. Blijf tijden het opladen van de accu er bij en controleer regelmatig de temperatuur van de accu. Een beschadigde accu kan erg heet worden. Bij oververhitting breekt u de laadprocedure onmiddellijk af en vervangt u de defecte accu, nadat deze afgekoeld is. In tegenstelling tot de traditionele Ni-Cd-accu's, mogen lithiumpolymeer- accu's nooit volledig ontladen worden. Een volledige of diep- ontlading kan de accu vernielen. 5

6 Als de accu langere tijd zonder tussentijds te gebruiken bewaard wordt, is een resterende capaciteit van 30% van de oplading aan te bevelen. Vermijdt op de opbergplek directe zoninstraling. De ideale temperatuur bedraagt C. 3.8 Oplossingen voor eventuele problemen tijdens aansluiten van USB- apparaten AANWIJZING: Bij het aansluiten van USB-apparaten op een USB-hub of een switch kan het probleem door beide apparaten ontstaan. Daarom moet u de volgende tips voor de oplossing zowel bij het apparaat alsook bij een eventueel verbindingsapparaat toepassen. Het USB- apparaat wordt niet herkent Controleer of uw computer aan de systeemvoorwaarden voor het apparaat voldoet. Als zich bij het aansluiten van een USB- datadrager (zoals bijv. een USB-stick of MP3- speler) het venster voor de verwisselbare schijf niet automatisch opent, open dan "Mijn Computer" (XP) of "Computer" (Vista). Controleer daar of onder de optie "Apparaten met verwisselbare schijf) een nieuwe verwisselbare schijf weergegeven wordt. Koppel het apparaat af van uw computer. Start het besturingssysteem opnieuw op en sluit het apparaat opnieuw aan. Als u het apparaat via een USB-hub gebruikt, sluit dan het apparaat direct op de computer aan. Koppel het apparaat a en sluit het op een USB poort op de achterzijde van uw computer aan. Als u een PCI-insteekkaart met meerdere USB-poorten gebruikt, sluit u het apparaat aan op een USB-poort van het moederbord. Controleer, of de USB-poort van uw computer functioneert. Controleer, of de USB-poorten in de BIOS-instellingen geactiveerd zijn. Als de BIOS-instelling de Legacy- USB- functie heeft, dan deactiveert u deze. Windows schakelt aangesloten USB-apparaten na een langere inactiviteit op energiespaarmodus. Sluit het apparaat opnieuw aan of schakel de energiespaarmodus uit. Klik hiertoe met rechts op Mijn computer en selecteer "Beheren". Klik dan op de "Apparaatmanager" "USB-controller" "USB-Root-Hub". Selecteer energiebeheer en verwijder het haakje. Meer informatie vindt u onder www-hyundai.de. 6