Advies. Werken met gezondheidsgegegevens in de integrale jeugdhulp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies. Werken met gezondheidsgegegevens in de integrale jeugdhulp"

Transcriptie

1 Advies Werken met gezondheidsgegegevens in de integrale jeugdhulp prof. dr. Johan Put Instituut voor Sociaal Recht K.U.Leuven 1 Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid Instituut voor Sociaal Recht 31 maart Met oprechte dank aan de collega s prof. Jos Dumortier en prof. Herman Nys voor de reflectie en discussie over een eerdere versie van deze tekst, en aan de medewerkers Eveline Ankaert, Marjan Rom, Kim Van Vlasselaer, Vanessa Verdeyen en Inge Verdonck, voor hun hulp bij de voorbereiding van deze tekst. De in deze tekst ingenomen stellingen binden uiteraard enkel de auteur zelf.

2 2 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Situering van de onderzoeksvraag 3 Opbouw van het advies 4 1. De Wet Verwerking Persoonsgegevens: het algemeen regime 6 2. De Wet Verwerking Persoonsgegevens: het regime van de gezondheidsgegevens Verwerking Toegangsrecht Sectoraal Comité voor de Gezondheidsgegevens Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid De Wet Patiëntenrechten Toepassingsgebied Het patiëntendossier Code Medische Plichtenleer Het Decreet Rechtspositie Minderjarigen Algemeen Het dossier Gegevensverwerking Het Decreet Gezondheidsinformatiesysteem Het individueel gezondheidsdossier De verantwoordelijkheid voor het dossier De toegang tot de gegevens De uitwisseling van gegevens Toezichtcommissie De begrippen gezondheidsgegevens en gezondheid Wet Verwerking Persoonsgegevens Wet Patiëntenrechten Decreet Rechtspositie Minderjarigen Decreet Gezondheidsinformatiesysteem Conclusie Het begrip beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg Wet Verwerking Persoonsgegevens Wet Patiëntenrechten Decreet Rechtspositie Minderjarigen Decreet Gezondheidsinformatiesysteem Confrontatie en mogelijke oplossingen Confrontatie Mogelijke oplossingen Implementatie van de mogelijke oplossingen voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling Algemeen Specifieke positie centra geestelijke gezondheidszorg Specifieke positie vertrouwenscentra kindermishandeling Implementatie van het onderscheid naar gegevens Implementatie van het onderscheid naar dossiers 64 Naschrift 67

3 3 Werken met gezondheidsgegegevens in de integrale jeugdhulp Inleiding Situering van de onderzoeksvraag De omschrijving voor de adviesvraag luidt als volgt: Onderzoek naar de definitie en nadere omschrijving van de term gezondheidsgegevens zoals bepaald in het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, met oog voor de consequenties ervan voor de toegang tot en de samenstelling van de dossiers van de Centra Geestelijke Gezondheidszorg en Vertrouwenscentra Kindermishandeling. De aanleiding van de vraagstelling is het op 1 juli 2006 in werking getreden Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp 2, een decreet dat van toepassing is in het brede domein van de jeugdzorg en dat een aantal rechten bepaalt die de minderjarige geniet en zelfstandig kan uitoefenen. Men zou dit decreet wat kunnen vergelijken met de Wet Patiëntenrechten 3, maar dan voor een ander domein en met een aantal andere keuzes (bv. toepasselijk op jeugdhulpaanbieders, zijnde voorzieningen, en niet op individuele hulpverleners; zelfstandige uitoefening van alle rechten door de minderjarige, behalve voor een drietal rechten waaronder toegang tot het dossier: daar pas zelfstandige uitoefening op voorwaarde dat de minderjarige tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, hetgeen wordt vermoed vanaf de leeftijd van 12 jaar). De artikelen 20 tot 23 betreffen het dossier. Bij het opstellen van het decreet is, wat dit betreft, als uitgangspunt genomen dat niet afgeweken zou worden van de regeling die op federaal vlak tot stand gekomen is betreffende het patiëntendossier. Daarom bepaalt artikel 21 dat gezondheidsgegevens apart worden bijgehouden en dat dat luik van het dossier verder valt onder de Wet Verwerking Persoonsgegevens 4 en de Wet Patiëntenrechten. 2 Decreet 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp, B.S. 4 oktober 2004 (Decreet Rechtspositie Minderjarigen). Dit decreet moet samen gelezen worden met het Decreet 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp, B.S. 11 oktober 2004 (Decreet Integrale Jeugdhulp). 3 Wet 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, B.S. 26 september 2002 (Wet Patiëntenrechten). 4 Wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, B.S. 18 maart 1993 (Wet Verwerking Persoonsgegevens).

4 4 Op zich vereist artikel 21 al dat duidelijk wordt aangegeven wat gezondheidsgegevens zijn, want daarop is het door het decreet ontworpen regime van verwerking en toegang niet van toepassing. Bijkomende complicatie is dat er in de door het decreet gevatte sectoren een aantal voorzieningen zijn die op de grens van welzijnszorg en gezondheidszorg actief zijn, en waar bijvoorbeeld artsen, psychiaters, kinesitherapeuten of verpleegkundigen een belangrijke bijdrage leveren. Voor een aantal voorzieningen behoort bovendien een multidisciplinaire samenwerking tot de essentie van hun hulp- en zorgaanbod. Voorbeelden hiervan zijn in elk geval de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG s) en de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK s). Er zijn evenwel nog tal van andere centra, diensten of voorzieningen die ook met deze vraagstelling worden geconfronteerd, bijvoorbeeld de centra voor leerlingenbegeleiding, de onthaal-, oriëntatieen observatiecentra, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de consultatiebureaus In deze sectoren worden ook vragen gesteld wat de invloed gaat zijn van de inwerkingtreding van het Decreet Gezondheidsinformatiesysteem 5, waar ook weer een regeling wordt ontworpen voor het opstellen van en de toegang tot dossiers en de gegevensuitwisseling. Het advies moet uitklaring bieden over de afbakening van gezondheidsgegevens, over de manier waarop de verwerking van en toegang tot dergelijke gegevens in de sectoren van de integrale jeugdhulp moet gebeuren, over de vraag of de dossiers in met name de CGG s en VK s al dan niet volledig bestaan uit gezondheidsgegevens, en zoniet hoe moet worden omgegaan met de parallelle toepassing van twee of meer regelingen. Het doel is te komen tot een werkbare oplossing, die zowel de wettelijke verplichtingen terzake respecteert, als realiseerbaar is voor de betreffende diensten en zorgverleners, als de maximale rechtsbescherming voor de cliënt garandeert. Opbouw van het advies In de vijf eerste delen wordt kort een schets gegeven van de toepasselijke regelingen: de Wet Verwerking Persoonsgegevens, met het algemene regime van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens (deel 1) en met de bijzondere bescherming voor persoonsgegevens die de gezondheid betreffen (deel 2); het regime van de Wet Patientenrechten (deel 3); het regime van het Decreet Rechtspositie Minderjarigen (deel 4); het regime van het Decreet Gezondheidsinformatiesysteem (deel 5). 5 Decreet 16 juni 2006 betreffende het gezondheidsinformatiesysteem, B.S. 7 september 2006, tweede uitgave (Decreet Gezondheidsinformatiesysteem).

5 5 Vervolgens wordt ingegaan op twee cruciale begrippen: gezondheid (deel 6) en beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg (deel 7). Deel 8 gaat dan de confrontatie aan van de diverse toepasselijke regimes en mogelijke definities, met de centrale vraag op welke manier(en) kan worden tegemoet gekomen aan schijnbare of potentiële onverenigbaarheden en overlappingen. Geëindigd wordt met een toepassing van de conclusies en aanbevelingen die uit deel 8 voortvloeien, op de CGG s en de VK s (deel 9).

6 6 1. De Wet Verwerking Persoonsgegevens: het algemeen regime De Wet Verwerking Persoonsgegevens is de basiswet indien het gaat om de verwerking van persoonsgegevens. Zij organiseert de wijze waarop natuurlijke personen bij de verwerking van persoonsgegevens genieten van het recht op bescherming van hun fundamentele rechten en vrijheden, in het bijzonder op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art. 2). Ze is van toepassing indien een specifieke regeling ontbreekt of niet van toepassing is, of indien een bepaald punt in een specifieke regeling niet geregeld is 6. Dit blijkt ook uit de parlementaire voorbereiding 7. Bovendien geldt deze wet als minimumregeling. Overeenkomstig artikel 22, eerste lid Grondwet kan enkel de federale wetgever bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden het recht op eerbiediging van het privé-leven en het gezinsleven kan worden beperkt. De gemeenschappen en gewesten hebben de bevoegdheid regelgevend op te treden in de hen toegewezen aangelegenheden, maar zij zijn daarbij gehouden door de algemene federale regelgeving die als minimumregeling geldt in welke aangelegenheid ook. Concreet betekent dit dat de decreetgever gehouden is door de Wet Verwerking Persoonsgegevens 8 en dus geen regeling mag uitwerken die minder waarborgen zou omvatten dan deze wet. In elk geval zijn de gegevens die hulp- en zorgverleners en voorzieningen verwerken over hun cliënten, persoonsgegevens waarop de Wet Verwerking Persoonsgegevens van toepassing is, of het nu administratieve gegevens zijn, dan wel gegevens over de gezinssituatie, de medische toestand, de relationele problemen De enige vraag is dus wat de extra bescherming is die geldt voor gezondheidsgegevens, hoe deze in de welzijnssector moet worden gerespecteerd en hieraan voorafgaand wat gezondheidsgegevens zijn De basisvoorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens zijn bepaald in artikel 4. Persoonsgegevens moeten: - eerlijk en rechtmatig worden verwerkt; - voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verkregen en niet verder worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren (met name met de redelijke verwachtingen van de be- 6 F. BALLEGEER, Mag een ziekenhuisfonds de gezondheidsgegevens die het verwerkt zomaar gebruiken voor gerichte informatieve ledencommunicatie?, T. Gez , Wetsontwerp tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, Parl. St. Kamer (B.Z.), nr. 413/12, 6 en Arbitragehof nr. 16/2005, 19 januari 2005, B.S. 31 januari 2005, overweging B.5.2 (m.b.t. Vlaams Decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening).

7 7 trokkenen en met de toepasselijke, wettelijke of reglementaire bepalingen) onverenigbaar is met die doeleinden; - toereikend, terzake dienend en niet overmatig zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt; - nauwkeurig zijn en, zo nodig, worden bijgewerkt; alle redelijke maatregelen moeten worden getroffen om de gegevens die onnauwkeurig of onvolledig zijn, uit te wissen of te verbeteren; - in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of verder worden verwerkt, noodzakelijk is. De plicht om voor de naleving van deze basisvoorwaarden zorg te dragen, rust op de verantwoordelijke voor de verwerking. Artikel 5 bepaalt de toelaatbare gevallen van verwerking. Enkele relevante gevallen zijn: - wanneer de betrokkene daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend; - wanneer de verwerking noodzakelijk is om een verplichting na te komen waaraan de verantwoordelijke voor de verwerking is onderworpen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie; - wanneer de verwerking noodzakelijk is ter vrijwaring van een vitaal belang van de betrokkene; - wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking of aan de derde aan wie de gegevens worden verstrekt. De Wet Verwerking Persoonsgegevens bevat verder een aantal rechten voor de betrokkenen, dit zijn de personen van wie persoonsgegevens zijn verwerkt. Deze betreffen bijvoorbeeld het recht op informatie, verbetering en in een aantal gevallen verzet of schrapping (art. 9-11). De betrokkene moet daarbij in beginsel worden geïnformeerd over het bestaan van een recht op toegang en op verbetering van de persoonsgegevens die op hem betrekking hebben. Hij heeft het recht om, vanwege de verantwoordelijke voor de verwerking, de verstrekking te verkrijgen van (een afschrift van) de gegevens zelf die worden verwerkt, alsmede alle beschikbare informatie over de oorsprong van die gegevens. Deze mededeling moet gebeuren in begrijpelijke vorm, binnen een periode van 45 dagen na ontvangst van het verzoek. De wijze waarop de toegang tot of mededeling van gegevens moet worden gegeven, wordt niet nader uitgewerkt in de Wet Verwerking Persoonsgegevens. Uit de gebruikte bewoordingen (recht op toegang; verstrekking in begrijpelijke vorm van de gege-

8 8 vens; het recht om kennis krijgen van de gegevens ) kan men niet dwingend afleiden op welke wijze de verantwoordelijke toegang tot het dossier moet verlenen: door daadwerkelijke inzage, mondelinge mededeling (of kennisgeving), rapportage Essentieel is dat het recht op mededeling de betrokkene in staat stelt om controle uit te oefenen op de verwerkte gegevens en op het naleven van de wettelijke verplichtingen door de verwerker. 9 9 D. DE BOT, Verwerking van persoonsgegevens, Antwerpen, Kluwer, 2001, 222, nr Zie bv. nog Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, advies nr. 22/2006 m.b.t. het ontwerp van wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, 12 juli 2006, punt 16.

9 9 2. De Wet Verwerking Persoonsgegevens: het regime van de gezondheidsgegevens In de Wet Verwerking Persoongegevens wordt een aantal bijzondere categorieën van persoonsgegevens een bijzondere bescherming gegeven. Het betreft ten eerste de gevoelige gegevens (art. 6). Dit zijn gegevens waaruit bijvoorbeeld de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuigingen of de seksuele voorkeur van een persoon blijken. Daarnaast gelden nog bijzondere regels voor gerechtelijke gegevens (art. 8) en voor persoonsgegevens die de gezondheid betreffen (art. 7). Voor gezondheidsgegevens worden strengere regels bepaald inzake de toelaatbare verwerking en wordt een bijzondere toegangsregeling uitgewerkt Verwerking Het uitgangspunt van artikel 7 Wet Verwerking Persoonsgegevens is dat verwerking van gezondheidsgegevens verboden is, behoudens de in 2 van dat artikel bepaalde uitzonderingsgevallen situaties die beperkender zijn geformuleerd dan de algemene toelaatbaarheidsgronden die eerder al werden aangegeven (zie deel 1). Enkele van deze gevallen zijn: - wanneer de betrokkene schriftelijk heeft toegestemd (een toestemming die te allen tijde kan worden ingetrokken); - wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de bevordering en de bescherming van de volksgezondheid met inbegrip van bevolkingsonderzoek; - wanneer de verwerking om redenen van zwaarwegend algemeen belang verplicht wordt door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie; - wanneer de verwerking noodzakelijk is ter verdediging van vitale belangen van de betrokkene of van een andere persoon indien de betrokkene fysiek of juridisch niet in staat is om zijn toestemming te geven; - wanneer de verwerking noodzakelijk is voor doeleinden van preventieve geneeskunde of medische diagnose, het verstrekken van zorg of behandelingen aan de betrokkene of een verwant, of het beheer van de gezondheidsdiensten handelend in het belang van de betrokkene en de gegevens worden verwerkt onder het toezicht van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Artikel 7, 4 bepaalt daarenboven dat gezondheidsgegevens enkel mogen worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, behoudens schriftelijke toestemming van de betrokkene of wanneer de verwerking noodzakelijk is voor het voorkomen van een dringend gevaar of voor de beteugeling van een bepaalde strafrechtelijke inbreuk. Bij koninklijk besluit kan wor-

10 10 den bepaald welke categorieën van personen als beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg worden beschouwd. Verder wordt nog een geheimhoudingsplicht opgelegd aan de beroepsbeoefenaar, zijn aangestelden of gemachtigden Toegangsrecht Wat de toegang tot gezondheidsgegevens betreft, bevat artikel 10 Wet Verwerking Persoonsgegevens een algemene regeling, waarvan uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze geen afbreuk doet aan de regeling vervat in artikel 9, 2 Wet Patiëntenrechten (zie deel 3). Waar voor andere gegevens in beginsel een regeling van rechtstreekse toegang is uitgewerkt, geldt hier dat elke persoon het recht heeft om hetzij op rechtstreekse wijze, hetzij met behulp van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg, kennis te krijgen van de verwerkte gezondheidsgegevens. Op verzoek van de verantwoordelijke van de verwerking of op verzoek van de betrokkene, kan de mededeling gebeuren door tussenkomst van een door de betrokkene gekozen beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Op de vraag om toegang moet gevolg worden gegeven binnen een redelijke termijn (voor de andere gegevens geldt een termijn van 45 dagen) Sectoraal Comité voor de Gezondheidsgegevens 10 Zeer onlangs werd de wettelijke basis gelegd voor de oprichting, binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, van een Sectoraal Comité voor gezondheidsgegevens. De nogal vreemde totstandkoming 11, de vreemde plaats in het wetgevend arsenaal 12 en het summiere karakter van de regeling daargelaten, is de beperkte bevoegdheid van dit Sectoraal Comité opvallend: 1 het verlenen van een principiële machtiging om persoonsgegevens, bedoeld in artikel 86 van de Ziekenhuiswet van 7 augustus 1986, aan derden mee te delen; Vgl. met de Toezichtcommissie ingesteld door het Decreet Gezondheidsinformatiesysteem: zie In het oorspronkelijke ontwerp van de regering was dit onderdeel opgenomen, in het ingediende ontwerp was het weggelaten en bij wege van amendement zonder een woord toelichting van een aantal parlementsleden is het opnieuw opgenomen. 12 Zelfstandige bepalingen (art ) in de Wet 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid (B.S. 22 december 2006), en dus niet ingevoegd in de Wet Verwerking Persoonsgegevens ondanks een opmerking in die zin van de Raad van State n.a.v. het oorspronkelijke ontwerp. 13 Art. 86 bepaalt dat de ziekenhuisbeheerder aan de minister van Volksgezondheid mededeling moet doen van de financiële toestand, de bedrijfsuitkomsten, het verslag van de bedrijfsrevisor, de statistische gegevens die verband houden met zijn inrichting en de medische activiteiten, en de identiteit van de directeur en/of de persoon bevoegd voor deze mededelingen.

11 11 2 het verlenen van een aantal machtigingen in het raam van de door dezelfde Gezondheidswet nieuw opgerichte Stichting Kankerregister. 14 Het Sectoraal Comité zou bestaan uit drie leden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en drie externe leden, waaronder twee artsen. Het Vlaams Parlement en het Parlement van de Franse Gemeenschap zouden een vertegenwoordiger kunnen aanwijzen die de werkzaamheden van het Comité kunnen bijwonen als observator. Tot slot krijgt de Koning de bevoegdheid te bepalen wat onder gezondheidsgegevens wordt verstaan Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid 15 De inkt van de Gezondheidswet van 13 december 2006 was nog niet droog, laat staan dat er aan de oprichting van een sectoraal comité gezondheid al een begin van uitvoering was gegeven, of de Wet van 1 maart bewandelde al een andere piste. Nu wordt in Hoofdstuk VI (art. 37 e.v.) van de Wet Kruispuntbank Sociale Zekerheid van 15 januari , het bestaande sectoraal comité van de sociale zekerheid vervangen door een sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, bestaande uit een afdeling sociale zekerheid en een afdeling gezondheid. De afdeling gezondheid op haar beurt bestaat uit twee leden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en drie externe leden met de hoedanigheid van geneesheer, deskundige op het vlak van het beheer van gezondheidsgegevens. Van waarnemers aangewezen door de gemeenschappen is geen sprake meer; in een aantal gevallen kunnen wel de leidende ambtenaren van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg of van de Stichting Kankerregister de vergaderingen met raadgevende stem bijwonen. De afdeling gezondheid is bevoegd voor de behandeling van aangelegenheden betreffende de verwerking van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen (met uitzondering van de verwerking van deze gegevens door socialezekerheidsinstellingen of personen die in het netwerk van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid zijn opgenomen). 18 De afdeling is belast met het verlenen van wettelijk voorgeschreven machtigingen voor de mededelingen van dergelijke gegevens, en met het toezicht op de na- 14 Ingevoegd als art. 45quinquies K.B. nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. 15 Vgl. met de Toezichtcommissie ingesteld door het Decreet Gezondheidsinformatiesysteem: zie Wet van 1 maart 2007 houdende diverse bepalingen (III), B.S. 14 maart Wet van 15 januari 1990 houdende de oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, B.S. 22 februari 1990 (Wet Kruispuntbank Sociale Zekerheid). 18 Nieuw art. 43bis, derde lid Wet Kruispuntbank Sociale Zekerheid.

12 12 leving van het wettelijk beschermingsregime toepasselijk op deze gegevens. 19 Wat de machtigingen betreft, worden de twee (beperkte) bevoegdheden zoals geformuleerd in artikl 42 Gezondheidswet 13 december 2006 behouden (art. 86 Ziekenhuiswet en Stichting Kankerregister), en wordt een derde, uitgebreidere bevoegdheid toegevoegd: het verlenen van een principiële machtiging met betrekking tot elke mededeling van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, behalve in de volgende gevallen: - indien de mededeling gebeurt tussen beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg die door het beroepsgeheim gebonden zijn en persoonlijk betrokken zijn bij de uitvoering van diagnostische, preventieve of zorgverlenende handelingen ten opzichte van de patiënt; - indien de mededeling is toegestaan door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; - in de gevallen waarin de machtiging kadert binnen de regeling van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid, en zij gegeven wordt door hetzij de afdeling sociale zekerheid, hetzij de afdeling sociale zekerheid en de afdeling gezondheid samen van het sectoraal comité; - in bij koninklijk besluit te bepalen gevallen. Tot slot wordt de bevoegdheid die de Koning net had gekregen om te bepalen wat onder gezondheidsgegevens wordt verstaan, opgeheven. Dat is enigszins te betreuren: in de Wet Verwerking Persoonsgegevens is niet expliciet bepaald dat de Koning de bevoegdheid heeft om het begrip gezondheid te omschrijven. Op zich zou dit begrepen kunnen worden onder de algemene verordeningsbevoegdheid die de uitvoerende macht heeft op grond van artikel 108 Grondwet 20, maar echt duidelijk is dat niet Nieuw art. 46, 2 Wet Kruispuntbank Sociale Zekerheid. 20 De Koning maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen. 21 Het feit dat de Koning wél de bevoegdheid heeft gekregen om het begrip beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg te omschrijven (art. 7, 4 Wet Verwerking Persoonsgegevens), zou zelfs als een contra-indicatie kunnen worden beschouwd, al mag ook dat niet zonder meer worden aangenomen

13 13 3. De Wet Patiëntenrechten 3.1. Toepassingsgebied De Wet Patiëntenrechten is van toepassing op de (contractuele en buitencontractuele, privaat- en publiekrechtelijke) rechtsverhoudingen inzake gezondheidszorg verstrekt door een beroepsbeoefenaar aan een patiënt (art. 3, 1). 22 De Wet Patiëntenrechten zal dus enkel toepassing vinden indien er een relatie bestaande uit het verstrekken van gezondheidszorg tot stand komt tussen de patiënt en de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg (bv. een arts of verpleegkundige). Onder gezondheidszorg wordt verstaan: diensten verstrekt door een beroepsbeoefenaar met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een patiënt of om de patiënt bij het sterven te begeleiden (art. 2, 2 ). Een beroepsbeoefenaar is de beoefenaar bedoeld in K.B. nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, alsmede de beroepsbeoefenaar van een niet-conventionele praktijk bedoeld in de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen (art. 2, 3 ). Het gaat hier bijgevolg zowel om preventieve en curatieve zorg als nazorg (thuisverpleging ) en revalidatie. In de voorbereidende werken 23 wordt opgemerkt dat de gezondheidszorg kan gebeuren op eigen verzoek of op verzoek van een derde (werkgever, verzekeringsmaatschappij, ziekenfonds), zodat de Wet Patiëntenrechten ook van toepassing is op medische onderzoeken in het kader van de verzekeringsgeneeskunde, gerechtelijke geneeskunde, onderzoek door de adviserend arts van een ziekenfonds of een arbeidsgeneesheer, schoolgeneeskunde Omdat deze interpretatie niet duidelijk uit de bewoordingen van de wet bleek en in de rechtsleer betwisting ontstond over de toepasselijkheid van de Wet Patiëntenrechten op bijvoorbeeld een geneesheer die in opdracht van een werkgever een controle-onderzoek uitvoert bij een van diens werknemers 24, werd artikel 3, 1 Wet Patiëntenrechten recent aangevuld 25 met de woorden contractuele en buitencontractuele (rechtsverhoudingen). 22 De Wet Patiëntenrechten voegde ook een bepaling in de Ziekenhuiswet van 7 augustus 1987 in (art. 17novies), op basis waarvan het ziekenhuis de verplichting krijgt opgelegd, binnen zijn wettelijke mogelijkheden, de bepalingen van de Wet Patiëntenrecht na te leven wat betreft de medische, verpleegkundige en andere gezondheidszorgberoepsmatige aspecten in zijn rechtsverhoudingen ten opzichte van de patiënt. Bovendien waakt ieder ziekenhuis erover dat ook de beroepsbeoefenaars die er niet op basis van een arbeidsovereenkomst of een statutaire benoeming werkzaam zijn, de patiëntenrechten eerbiedigen. 23 M.v.T., Parl. St. Kamer , nr. 1642/1, Zie M.v.T., Parl. St. Kamer , nr. 2594/1, 78.

14 14 Wanneer een beroepsbeoefenaar een andere taak vervult dan gezondheidszorg (in ruime zin) is de Wet Patiëntenrechten niet van toepassing. Te denken valt, volgens de voorbereidende werken, aan het wegnemen van organen bij een levende (of a fortiori een overleden) donor of aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Het patiëntendossier Wat gegevensverwerking en dossier betreft, zijn vooral de artikelen 7 en 9 van belang. Artikel 7 bevat een algemeen recht op informatie, vanwege de patiënt tegenover de beroepsbeoefenaar, waarbij de patiënt zich kan laten bijstaan of vervangen door een vertrouwenspersoon en waarbij de patiënt erom kan verzoeken dat de informatie hem schriftelijk wordt bevestigd. Uitzonderingen op het recht op informatie bestaan in de gevallen waarin de patiënt verzoekt om de informatie niet te krijgen of in geval van therapeutische exceptie (d.i. in geval de beroepsbeoefenaar oordeelt dat het meedelen van de informatie klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt zou meebrengen. De beroepsbeoefenaar moet hiertoe ook een collegaberoepsbeoefenaar hebben geraadpleegd.) Het feit dat men zich heeft laten bijstaan of vervangen door een vertrouwenspersoon, het feit dat een uitzondering werd toegepast, of op verzoek van de patiënt de verstrekte informatie, worden toegevoegd aan het patiëntendossier. Artikel 9 betreft dan het eigenlijke patiëntendossier. In de eerste plaats wordt het recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier geponeerd. Als de patiënt daarom verzoekt, voegt de beroepsbeoefenaar de door de patiënt verstrekte documenten toe aan het dossier. Artikel 9, 2 regelt het inzagerecht. Aan het verzoek tot inzage wordt ten laatste binnen 15 dagen gevolg gegeven. Zijn uitgesloten van inzage: de persoonlijke notities van de beroepsbeoefenaar en gegevens die betrekking hebben op derden. De patiënt kan zich laten bijstaan of vervangen door een zelf aangewezen vertrouwenspersoon; indien deze een beroepsbeoefenaar is, heeft hij ook inzage in de persoonlijke notities. Het verzoek van de patiënt is schriftelijk geformuleerd en wordt, samen met de identiteit van de vertrouwenspersoon, opgetekend in of toegevoegd aan het patiëntendossier. 25 Door art. 61 Wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid, B.S. 22 december M.v.T., Parl. St. Kamer , nr. 1642/1, 16.

15 15 Het inzagerecht met betrekking tot de informatie gedekt door de therapeutische exceptie, kan enkel worden uitgeoefend via een door de patiënt aangewezen beroepsbeoefenaar. Verder heeft de patiënt recht op afschrift van de gegevens uit het patiëntendossier waarvoor hij een inzagerecht heeft. Ieder afschrift vermeldt het strikt persoonlijke en vertrouwelijke karakter ervan. De beroepsbeoefenaar weigert dit afschrift indien hij over duidelijke aanwijzingen beschikt dat de patiënt onder druk wordt gezet om een afschrift van zijn dossier aan derden mee te delen (art. 9, 3) Code Medische Plichtenleer Voor geneesheren gelden, naast de regels vastgelegd in de Wet Verwerking Persoonsgegevens en Wet Patiëntenrechten, ook nog enkele aanvullingen vanuit de Code Medische Plichtenleer en de adviezen van de Nationale Raad van de Orde van Geneesheren. De Code Medische Plichtenleer (art. 39) bepaalt dat de geneesheer die persoonlijk het medisch dossier van een patiënt heeft samengesteld en aangevuld, verantwoordelijk is voor de bewaring ervan. 27 Hij beslist tevens, met inachtneming van het beroepsgeheim, over de overdracht van het geheel of een gedeelte van het medisch dossier. De bewaringstermijn van het medisch dossier bedraagt dertig jaar na het laatste contact met de patiënt. 28 In zijn advies over de Patiëntenrechtenwet 29 stelt de Nationale Raad dat alle gegevens die belangrijk zijn voor de diagnostiek, de kwaliteit en de continuïteit van de zorg in het medisch dossier moeten terug te vinden zijn. Om die reden zouden de persoonlijke notities van de beroepsbeoefenaars geen deel uitmaken van het patiëntendossier. De Raad heeft zich vruchteloos verzet tegen elke inzage van die persoonlijke notities. De vraag van een patiënt tot inzage van zijn dossier dient te worden gericht tot de beroepsbeoefenaar die het dossier heeft aangelegd. De Raad acht het aangewezen dat een uniforme regeling betreffende inzage en afschrift van de dossiers en de daarmee verband houdende modaliteiten als o.m. de kostprijs voor het afschrift wordt uitgewerkt (met de directie van ziekenhuizen en de andere beroepsbeoefenaars). Indien een 27 Vgl. art. 2 K.B. 3 mei 1999 betreffende het Algemeen Medisch Dossier, B.S. 17 juli 1999: het algemeen medisch dossier wordt beheerd door een huisarts. 28 Vgl. art. 1, 3 K.B. 3 mei 1999 houdende bepaling van de algemene minimumvoorwaarden waaraan het medisch dossier, bedoeld in artikel 15 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, moet voldoen, B.S. 30 juli 1999, err. B.S. 5 november 1999: het medisch dossier dient gedurende minstens 30 jaar in het ziekenhuis bewaard te worden. 29 Advies Nationale Raad Orde van Geneesheren 26 juli 2003 ( Patiëntenrechtenwet ).

16 16 vertrouwenspersoon een afschrift wenst, meent de Raad dat daartoe de schriftelijke toestemming van de patiënt vereist is.

17 17 4. Het Decreet Rechtspositie Minderjarigen 4.1. Algemeen Het Decreet Rechtspositie Minderjarigen regelt de rechtspositie van de minderjarige ten aanzien van de voorzieningen en hulpverleners die onder het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp 30 vallen (de jeugdhulpaanbieders ) en ten aanzien van de eigen, specifieke organen van de integrale jeugdhulp, zijnde de toegangspoort en de trajectbegeleiding. In principe is het decreet van toepassing op alle jeugdhulpaanbieders binnen de integrale jeugdhulp, dus zowel de voorzieningen als de personen die jeugdhulp aanbieden (bv. de pleeggezinnen). Verder in het decreet worden evenwel bepaalde rechten enkel geformuleerd ten aanzien van de jeugdhulpvoorzieningen, en niet van alle jeugdhulpaanbieders. Het gevolg is dat enkel de voorzieningen, en niet de personen die jeugdhulp aanbieden, verplicht zijn deze (meestal wat zwaardere) rechten te verlenen; de rechten betreffende het dossier behoren tot deze categorie. Van belang is ook nog de regeling vervat in het Decreet Rechtspositie Minderjarige inzake de bekwaamheid van de minderjarige: de minderjarige kan de rechten die hem worden toegekend, zelfstandig uitoefenen, dus zonder vertegenwoordiging of bijstand van anderen. 31 Anders dan andere regelgeving die aandacht besteedt aan de rechtspositie van de minderjarige (bv. de Wet Patiëntenrechten of de CLB-reglementering 32 ), hanteert het Decreet Rechtspositie Minderjarige (althans in art. 4, 1) geen leeftijdsgrens als uitgangspunt, noch maakt het gebruik van een criterium dat peilt naar de maturiteit van de betrokken minderjarige. Hieruit vloeit voort dat in principe elke minderjarige, ongeacht zijn leeftijd, zelfstandig zijn rechten kan uitoefenen. Nochtans wordt de uitoefening van een aantal rechten toch afhankelijk gesteld van de aanwezigheid van een zeker beoordelingsvermogen ( een redelijke beoordeling van de eigen belangen, waarbij zowel de leeftijd als de maturiteit richtinggevende criteria zijn). Het betreft onder meer het recht op inzage in het dossier (art. 22). Als een minderjarige onvoldoende beoordelingsvermogen heeft, dan vindt de algemene regel toe- 30 Voor de precieze afbakening van de integrale jeugdhulp, zie art. 4 Decreet Integrale Jeugdhulp en art. 2-8 B. Vl. Reg. 11 juni 2004 tot afbakening van het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp en van de regio s integrale jeugdhulp en tot regeling van de beleidsafstemming integrale jeugdhulp, B.S. 6 oktober De zelfstandige uitoefening gebeurt onverminderd de rechten van de ouders. Deze laatsten behouden als titularissen van het ouderlijk gezag hun ouderlijke rechten: het feit dat de minderjarige zijn eigen rechten nu zelf kan uitoefenen, doet bijvoorbeeld geen afbreuk aan het feit dat de ouders op grond van hun ouderlijk gezag in zekere mate kunnen (mee)beslissen over de fundamentele opties inzake de opvoeding van het kind. 32 B. Vl. Reg. 8 juni 2001 betreffende het multidisciplinair dossier, B.S. 11 september 2001.

18 18 passing dat de rechten van de minderjarige worden uitgeoefend door zijn ouders of wettelijke vertegenwoordiger. In artikel 4, 2 werd tot slot ingeschreven dat een minderjarige van 12 jaar of ouder in staat wordt geacht tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. Het gaat om een weerlegbaar vermoeden. 33 Artikel 11, 1 bepaalt dat de minderjarige recht heeft op duidelijke, toereikende en voor hem begrijpelijke informatie over de jeugdhulp en over alle zaken die daarmee verband houden, inzonderheid leefregels en afspraken. Naar analogie van de (therapeutische) exceptie opgenomen in de Wet Patiëntenrechten, kan ook in deze context worden beslist om de minderjarige bepaalde informatie niet te verschaffen, op voorwaarde dat dit in zijn belang is. Deze gemotiveerde beslissing moet worden toegevoegd aan het dossier. De door de minderjarige aangeduide vertrouwenspersoon heeft wel het recht om kennis te nemen van de informatie die de minderjarige onthouden is (art. 11, 2). De weigering om de minderjarige over bepaalde zaken te informeren, wordt op die manier toch aan enige controle onderworpen Het dossier Algemeen De artikelen aangaande het dossier uit afdeling 7 kunnen worden opgesplitst in de bepalingen omtrent het bijhouden van het dossier en deze inzake de toegang tot het dossier. De minderjarige heeft zowel ten aanzien van de jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort als de trajectbegeleiding recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard dossier. De aanleg, de bewaring en het gebruik van deze dossiers worden beheerst door de Wet Verwerking Persoonsgegevens, de desbetreffende bepalingen uit de sectorale regelgeving en door de specifieke bepalingen uit het Decreet Rechtspositie zelf. In geval deze bepalingen onderlinge tegenstrijdigheden bevatten, moet voorrang worden gegeven aan die dossierverplichtingen die het gunstigst zijn voor de minderjarige (art. 20). Deze bepaling stelt dus expliciet de rechtsbeschermende interpretatie voorop van alle toepasselijke bepalingen. Hiermee moet worden voorkomen dat bij gelijktijdige toepasselijkheid van diverse, onderling verschillende wetgevingen, de gewone voorrangsregels die in het rechtsverkeer gelden (zie 8.2.1), tot gevolg zouden hebben dat minder gunstige regelingen toepasselijk worden geacht Gegevens die de gezondheid betreffen Ten aanzien van de persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, geldt de verplich- 33 M.v.T., Parl. St. Vl. Parl , nr. 2063/1, 13.

19 19 ting om deze in het dossier apart bij te houden (art. 21). Deze afzonderlijke identificatie werd noodzakelijk geacht omdat op deze gegevens de bijzondere eisen van de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de Wet Patiëntenrechten van toepassing zijn, onder meer de verwerking onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. 34 Het apart bijhouden van deze gegevens houdt in dat deze gegevens op één of andere manier apart moeten kunnen worden geïdentificeerd (bijvoorbeeld door het aanbrengen van een teken of het klasseren in aparte mapjes); uit deze bepaling volgt niet noodzakelijkerwijze dat er een apart medisch dossier moet worden aangelegd. Artikel 21 eist dus van de voorzieningen of diensten met een multidisciplinaire werking niet dat het multidisciplinair dossier wordt opgesplitst. Precies deze bepaling en de verhouding tot andere bepalingen maken het voorwerp uit van onderhavig advies; hierop wordt bijgevolg uitgebreider ingegaan in de delen 6 tot Toegang tot het dossier Artikel 22, dat het toegangsrecht van de minderjarige tot zijn dossiergegevens regelt, is opgebouwd rond volgende punten: het principieel recht op toegang ( 2), de modaliteiten volgens de welke de toegang kan worden verstrekt ( 3), de toepassing van het toegangsrecht in de verhouding met andere personen van het cliëntsysteem ( 4), de uitoefening van het toegangsrecht van de minderjarige door de ouders ( 5) en het recht op aanvulling van het dossier en op een afschrift ervan ( 6 en 7). Artikel 22 is zonder twijfel de meest complexe bepaling van het Decreet, maar het betreft dan ook een uiterst complexe én gevoelige materie, met vaak conflicterende belangen tussen de rechtstreeks betrokkenen. Het is een illusie dat een eenvoudige regeling hier een oplossing zou bieden voor de toenemende praktijkproblemen die rijzen. Deze problemen hebben te maken met het bestaan van ingewikkelde, tegenstrijdige en/of onaangepaste rechtsregels, maar ook wordt een deel van de cliënten steeds mondiger en eisender. In een aantal gevallen al dan niet met de bijstand van een advocaat hanteren zij de toepasselijke reglementering inzake verwerking van persoonsgegevens en openbaarheid van bestuur als argument om een onbeperkt inzagerecht te krijgen in het volledig dossier (ook van gegevens die niet henzelf betreffen). Zulks zou natuurlijk een eenvoudige oplossing zijn, maar betekent een inbreuk op de privacy van de andere personen over wie dossiergegevens handelen en brengt het beroepsgeheim waaraan de hulpverleners gebonden zijn, in diskrediet. Artikel 22 is een poging om een evenwichtig antwoord te bieden op de meest voorkomende probleempunten, en moet hulpverleners aanzetten tot een bewuste en kwaliteitsvolle omgang met gegevens, met de nodige aandacht voor een correcte verwerking en het doorvoe- 34 M.v.T., Parl. St. Vl. Parl , nr. 2063/1, 19.

20 20 ren van een aantal noodzakelijke onderscheidingen daarbinnen. Het recht op toegang tot het dossier is het recht om kennis te nemen van de inhoud van het dossier dat jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort of de trajectbegeleiding van de minderjarige bijhoudt, alsook op toelichting bij deze inhoud. Toegang en toelichting moeten worden verstrekt binnen de 15 dagen na ontvangst van het verzoek. Het toegangsrecht geldt ten aanzien van alle gegevens die de minderjarige betreffen, ook al hebben die gegevens tegelijkertijd ook nog betrekking op een andere persoon. Door deze ruime omschrijving valt zowat het hele dossier dat naar aanleiding van de hulpverlening aan de minderjarige wordt aangelegd, onder het toegangsrecht. Wat op geen enkele manier met de minderjarige te maken heeft, zal waarschijnlijk niet in zijn dossier staan. Op het principieel toegangsrecht geldt een aantal uitzonderingen, dit wil zeggen dat sommige gegevens op geen enkele manier toegankelijk zijn, niet door inzage en evenmin door middel van rapportage of een gesprek (zie verder). Zo heeft de minderjarige geen toegang tot gegevens die door derden zijn verstrekt en als vertrouwelijk zijn bestempeld. Deze derden kunnen andere hulp- of zorgverleners zijn, maar ook personen die deel uitmaken van het cliëntsysteem (bv. de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken, zie verder). Het moet hierbij wel om gegevens gaan die vrijwillig door derden zijn verstrekt. Zo zal bijvoorbeeld de toegang tot een evaluatieverslag dat overeenkomstig de sectorreglementering door een voorziening verplicht moet worden overgemaakt aan het comité voor bijzondere jeugdzorg, niet kunnen worden ontzegd, zelfs al zou het als vertrouwelijk zijn bestempeld. Informatie die initieel als vertrouwelijk werd aangemerkt, kan alsnog toegankelijk worden gemaakt als de derde hiermee instemt. Dit laat toe procesmatig met die derde (die een medecliënt kan zijn) om te gaan, waarbij in een eerste fase de vertrouwelijkheid absoluut wordt gegarandeerd, en in een latere fase de communicatie tussen de diverse cliënten en de bespreekbaarheid van alle gegevens wordt bevorderd. De vertrouwelijkheidsuitzondering moet beperkt worden geïnterpreteerd, en kan dus ook bijvoorbeeld enkel betrekking hebben op de identiteit van de gegevensverstrekker. 35 Als tweede en derde uitzondering op het toegangsrecht vermeldt het decreet de gegevens die werden opgesteld ten behoeve van gerechtelijke overheden en gegevens waarover de minderjarige niet werd geïnformeerd omdat de informatieverstrekking niet in zijn belang werd geacht. De uitzondering met betrekking tot gegevens opgesteld ten behoeve van gerechtelijke overheden, ontzegt enkel de toegang tot die documenten via het dossier van de jeugdhulpvoorziening. Dit sluit niet uit dat de min- 35 M.v.T., Parl. St. Vl. Parl , nr. 2063/1, 20.

21 21 derjarige toch kennis kan nemen van deze gegevens, omdat ze zijn opgenomen in het gerechtelijk dossier waartoe de minderjarige zelf of via zijn advocaat toegang heeft op grond van de regelgeving met betrekking tot het gerechtelijk dossier (zie onder meer art. 55 Jeugdbeschermingswet). De enige bedoeling van deze uitzondering is te beletten dat de in het Decreet geregelde toegangsregeling een omzeiling zou toelaten van de gerechtelijke inzageregeling. Ook deze uitzondering moet beperkend worden geïnterpreteerd. Zij heeft bijgevolg enkel betrekking op stukken die rechtstreeks op vraag van het parket of een rechter zijn opgesteld (bv. het onderzoeksverslag van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank, of een psychiatrische expertise op vraag van de jeugdrechter), en die (tegelijk of nadien) op één of andere manier in een dossier van een jeugdhulpvoorziening zou zijn terechtgekomen. Zij mag ook niet omgekeerd worden toegepast: de uitzondering geldt niet voor hulpverleningsstukken die (later) in een gerechtelijk dossier terechtgekomen zijn (bv. een evaluatieverslag van een voorziening aan de sociale dienst bij de jeugdrechtbank, waarvan de sociale dienst een kopie meestuurt naar de jeugdrechtbank). In die zin belet deze uitzondering niet dat de voorzieningen aan (zo) open (mogelijke) verslaggeving zouden doen en hun evaluatierapporten in samenspraak met de minderjarige en diens ouders opstellen. Wat de toegangsmodaliteit betreft, dit is de materiële manier waarop kennis kan worden genomen van de dossierinhoud, wordt de daadwerkelijke inzage als algemene regel voorop gesteld. Daadwerkelijke inzage betekent bijvoorbeeld voor een papieren dossier het fysiek inkijken van de stukken, en voor een elektronisch dossier het raadplegen van de gegevens op het scherm of in een volledige afdruk. Enkel als door de inzage in het dossier de privacy van derden dreigt geschonden te worden, kan er gekozen worden voor gedeeltelijke inzage (doorhalen van bepaalde passages), een gesprek (er wordt verteld wat in het dossier staat) of rapportage (bijvoorbeeld een samenvatting op papier). Voor de leden van het cliëntsysteem, dit zijn naast de minderjarige zelf, de ouders, de opvoedingsverantwoordelijken en de personen die met de minderjarige samenwonen op het ogenblik van de uitoefening van het recht op toegang (art. 22, 4, vierde lid), werd in een bijzondere regeling voorzien. Deze regeling komt erop neer dat de leden van het cliëntsysteem (1) wel als derden worden beschouwd wat betreft de vertrouwelijkheidsuitzondering, maar (2) niet wat betreft de privacy-uitzondering. (1) De leden van het cliëntsysteem kunnen dus nog steeds bepaalde informatie die zij meedelen in het raam van de hulpverlening aan de minderjarige als vertrouwelijk bestempelen, wat deze informatie ontoegankelijk maakt voor de minderjarige zelf (art. 22, 4, eerste lid, samengelezen met art. 22, 2, tweede lid, 1 ). (2) Bestempelen zij deze informatie niet als vertrouwelijk, dan kan de minderjarige kennis nemen van deze informatie door middel van inzage. Dat de inzage afbreuk

22 22 kan doen aan de privacy van diegene die de informatie heeft meegedeeld (ouder, opvoedingsverantwoordelijke of persoon die met minderjarige samenwoont), is hier geen argument om inzage te weigeren en op een andere manier toegang te verschaffen. Een in een verslag opgenomen passage waarin de affectieve relatie tussen de minderjarige en zijn moeder wordt beschreven, kan dus niet afgeschermd worden van de minderjarige wegens de mogelijke schending van de privacy van de moeder. Het moet hierbij wel om gegevens gaan die tegelijk de minderjarige en één of meer andere leden van het cliëntensysteem betreffen ( contextuele gegevens genaamd, zie art. 22, 4, derde lid). Gegevens die enkel betrekking hebben op bijvoorbeeld de relatie tussen de ouders onderling of tussen de ouders en de broers en/of zussen van de minderjarige, zijn niet toegankelijk voor de minderjarige, omdat ze niet hemzelf betreffen. Vermits het recht op toegang tot het dossier één van de rechten is waarvan de uitoefening verbonden is aan de aanwezigheid van een voldoende onderscheidingsvermogen (zie art. 4, 2), moest de toegangsregeling vervolledigd worden met een bepaling die aangeeft wie het recht op toegang uitoefent in geval de minderjarige niet in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. In dat geval kunnen, in beginsel, de ouders in de plaats van de minderjarige toegang krijgen tot de gegevens die de minderjarige betreffen. De bijzondere regeling met betrekking tot het cliëntsysteem geldt dan niet, wat maakt dat bij het bepalen van de toegangsmodaliteit (inzage, gedeeltelijke inzage ) rekening moet worden gehouden met de privacy van derden. Als bijvoorbeeld het toegangsrecht wordt uitgeoefend door één ouder die de exclusieve uitoefening van het ouderlijk gezag heeft, dan moet worden nagegaan of het verstrekken van volledige inzage geen afbreuk doet aan de privacy van de andere ouder en/of de opvoedingsverantwoordelijken In bevestigend geval wordt toegang verstrekt op een andere manier. Gelet op het recht van de minderjarige om zich te verzetten tegen de toegang door een lid van het cliëntensysteem tot bepaalde gegevens (art. 23), is het mogelijk dat de ouder die het toegangsrecht van de minderjarige uitoefent, geen toegang heeft tot welbepaalde, door de minderjarige aangeduide gegevens (art. 22, 5, derde lid). Ook een kind dat nog niet in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen en dus niet zelf zijn toegangsrecht kan uitoefenen, heeft immers overeenkomstig artikel 23 het recht om aan zijn ouders, opvoedingsverantwoordelijken of andere leden van het clientensysteem de toegang tot bepaalde dossiergegevens te ontzeggen. Wanneer er evenwel tegenstrijdige belangen zouden bestaan tussen de minderjarige en de ouders, of als deze laatsten het toegangsrecht niet uitoefenen, is het de vertrouwenspersoon van de minderjarige die het toegangsrecht van de minderjarige kan uitoefenen (art. 22, 5, vierde lid).

23 Afschrift Het recht op afschrift zoals bedoeld in artikel 22, 7 heeft enkel betrekking op de gegevens waarin de minderjarige inzage heeft. Wordt de toegang tot het dossier op een andere manier verstrekt, dan wordt in de plaats van een afschrift een rapport verstrekt (een soort samenvatting). Het afschrift of het rapport is vertrouwelijk en mag enkel worden gebruikt voor doeleinden van jeugdhulp. De ouder van een minderjarige kan een dergelijk afschrift bijvoorbeeld niet gebruiken tegen de andere ouder in het raam van een echtscheidingsprocedure. De modaliteiten van de aflevering van de afschriften of rapporten (in de eerste plaats: wie de kosten van het afschrift draagt) worden vastgelegd door de Vlaamse regering Gegevensverwerking Het Decreet Rechtspositie Minderjarigen omvat een regeling inzake het recht op en de toegang tot het dossier van jeugdhulpvoorzieningen. Deze regeling moet worden aangevuld met de regeling die in het Decreet Integrale Jeugdhulp is uitgewerkt (art. 30 tot 34) inzake het verwerken en uitwisselen van persoonsgegevens binnen de integrale jeugdhulp. Artikel 30 verplicht de toegangspoort, de trajectbegeleiding en de jeugdhulpaanbieders om persoonsgegevens te verwerken. Artikel 30 houdt ook een machtiging in om gegevens betreffende de gezondheid (art. 6 Wet Verwerking Persoonsgegevens) en gevoelige gegevens (art. 7 Wet Verwerking Persoonsgegevens) te verwerken. Gezondheidsgegevens moeten worden verwerkt onder toezicht van een beroepsbeoefenaar van de gezondheidszorg. Artikel 31 houdt een uitzondering in op de geheimhoudingsplicht waartoe alle personen die meewerken aan de toepassing van de integrale jeugdhulp gehouden zijn (art. 8): als meerdere personeelsleden van de toegangspoort belast zijn met de indicatiestelling resp. toewijzing, of als meerdere personen belast zijn met de trajectbegeleiding, wisselen zij onderling de persoonsgegevens uit die nuttig zijn voor het verrichten van de indicatiestelling, resp. het verrichten van de toewijzing of de uitvoering van de trajectbegeleiding. Het gaat hier om een vorm van gezamenlijk beroepsgeheim binnen eenzelfde team. De uitwisseling van persoonsgegevens over de teams heen, tussen de diverse actoren van integrale jeugdhulpverlening, wordt geregeld in artikel 32, in een vorm van gedeeld beroepsgeheim. Bovenop de eisen met betrekking tot rechtmatigheid, relevantie e.d.m. die in de Wet Verwerking Persoonsgegevens zijn opgenomen (en die onverkort gelden voor de verwerking van persoonsgegevens binnen de integrale jeugdhulp),

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier.

Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Dossier CKG s Vanaf het moment dat informatie over een bepaalde persoon systematisch wordt bijgehouden, spreekt men van een dossier. Bij de registratie van gegevens moet rekening worden gehouden met de

Nadere informatie

VERPLICHTINGEN VAN DE VERANTWOORDELIJKE VOOR DE GEGEVENSVERWERKING

VERPLICHTINGEN VAN DE VERANTWOORDELIJKE VOOR DE GEGEVENSVERWERKING Bijlage 1 Betreft: Informatie inzake de privacy-wetgeving INLEIDING De Privacywet is van toepassing op elke geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, alsmede op elke niet-geautomatiseerde

Nadere informatie

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens

08/12/1992 Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens verwerking van Art. 6 1. De verwerking van waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging

Nadere informatie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie

Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie Afstemming Decreet Bijzondere Jeugdbijstand Decreet Rechtspositie 1. Situering In het algemeen kan worden gesteld dat de reglementering in de sector van de bijzondere jeugdbijstand perfect is afgestemd

Nadere informatie

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp (B.S. 04.10.2004) HOOFDSTUK I. -Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 20 juni 2006;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 20 juni 2006; SCSZ/06/102 1 BERAADSLAGING NR. 06/051 VAN 18 JULI 2006 MET BETREKKING TOT DE BERAADSLAGING NR. 05/22 VAN 3 MEI 2005 MEDEDELING VAN DE IDENTITEIT VAN DE CONTACTPERSOON VAN DE VERZEKERINGSINSTELLING VAN

Nadere informatie

Centra voor Leerlingenbegeleiding

Centra voor Leerlingenbegeleiding Centra voor Leerlingenbegeleiding Regelgeving: 1. Decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding. 1/12/1998 B.S. 10/04/1999 2. Besluit van de Vlaamse regering betreffende het multidisciplinair

Nadere informatie

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002)

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002) 22 AUGUSTUS 2002. - Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002) HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/17/093 AANBEVELING NR. 17/01 VAN 16 MEI 2017 BETREFFENDE DE ONVERENIGBAARHEID TUSSEN DE ROL VAN ZORGVERLENER MET

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp

Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp Datum 07/05/2004 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. 1.

Nadere informatie

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/06/083. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 27 april 2006; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/06/083 1 BERAADSLAGING NR. 06/042 VAN 16 MEI 2006 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID VAN DE PROVINCIALE

Nadere informatie

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018; 1/6 Advies 81/2018 van 5 september 2018 Betreft: Wijziging van de wet van 22 betreffende de rechten van de patiënt - Hoofdstuk 10 - artikel 65 van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid SCSZ/09/149 BERAADSLAGING NR 09/081 VAN 15 DECEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE

Nadere informatie

Opleiding Integrale Jeugdhulp

Opleiding Integrale Jeugdhulp Opleiding Integrale Jeugdhulp Recht op informatie & Het dossier prof. Johan Put Instituut voor Sociaal Recht K.U.Leuven Opbouw Inleiding Recht op informatie & communicatie Dossier Recht op een dossier

Nadere informatie

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt (1)

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt (1) 22 AUGUSTUS 2002. - Wet betreffende de rechten van de patiënt (1) BS : 26-09-2002 in voege vanaf 06-10-2002 Gewijzigd door: Wet 24/11/2004 BS 17/10/2005 Wet (I) 13/12/2006 BS 22/12/2006 Wet 23/05/2013

Nadere informatie

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012

Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp. 7 december 2012 Bijstandspersoon in de integrale jeugdhulp 7 december 2012 Bijstandspersoon aangeduid door minderjarige Een studiedag in 2010 6 december 2012 www.steunpuntjeugdhulp.be 3 Het recht op bijstand in het decreet

Nadere informatie

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015

Omgaan met het dossier. Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015 Omgaan met het dossier Decreet Integrale Jeugdhulp Decreet rechtspositie minderjarige in de IJH - april 2015 Recht op dossier Tussen hamer en aambeeld? Doel van papierwinkel? Externe harde schijf hulpverlener

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/133 BERAADSLAGING NR. 08/039 VAN 1 JULI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS UIT

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna het Comité); 1/7 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 53/2016 van 27/07/2016 Betreft: Machtigingsaanvraag van de Kruispuntbank voor de Uitwisseling van Gegevens om toegang te krijgen tot diverse

Nadere informatie

Privacyreglement EVC Dienstencentrum

Privacyreglement EVC Dienstencentrum PRIVACYREGLEMENT Privacyreglement EVC Dienstencentrum De directie van het EVC Dienstencentrum: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 augustus 2006; A. JURIDISCHE CONTEXT EN ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 21 augustus 2006; A. JURIDISCHE CONTEXT EN ONDERWERP VAN DE AANVRAAG SCSZ/06/130 1 BERAADSLAGING NR 06/072 VAN 19 SEPTEMBER 2006 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE WERKNEMERS IN ARBEIDSONGESCHIKTHEID INGEVOLGE ZIEKTE, INVALIDITEIT OF ZWANGERSCHAP,

Nadere informatie

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen

Privacyreglement. 1. Begripsbepalingen Privacyreglement Inleiding en doel Iedereen heeft recht op de bescherming van zijn of haar persoonlijke gegevens. Dit privacyreglement is opgesteld op basis van de Wet Bescherming Persoonsgegevens en beschrijft

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/11/049 AANBEVELING NR 11/01 VAN 19 APRIL 2011 BETREFFENDE HET TOEGANGSRECHT VAN DE PATIËNT TOT DE BESTEMMELINGEN

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de patiënt

Wet betreffende de rechten van de patiënt Wet betreffende de rechten van de patiënt ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon FOD VOLKSGEZONDHEID, 23/06/2006 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN --- FEDERALE COMMISSIE RECHTEN VAN DE PATIËNT --- Ref. : FCRP/6

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 08/2015 van 21 januari 2015 Betreft: uitbreiding van beraadslaging RR nr. 21/2009 van 25 maart 2009 waarbij eenmalige machtiging aan de ziekenhuizen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/339 BERAADSLAGING NR. 12/112 VAN 4 DECEMBER 2012 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Privacyreglement Bureau Beckers

Privacyreglement Bureau Beckers Privacyreglement Bureau Beckers Bureau Beckers houdt zich aan het privacyreglement zoals dat door de Branchevereniging wordt aangegeven en in het vervolg van dit document is opgenomen. De nu volgende aandachtspunten

Nadere informatie

Privacy reglement. Birtick Zorg & Welzijn

Privacy reglement. Birtick Zorg & Welzijn Inhoud 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte 3. Doel 4. Categorieën van personen over wie gegevens in de registratie worden opgenomen 5. Vertegenwoordiging 6. Soorten van gegevens die in de registratie worden

Nadere informatie

Centra voor Integrale Gezinszorg

Centra voor Integrale Gezinszorg Centra voor Integrale Gezinszorg Regelgeving: 1. Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg (B.S.27.XI.1997)

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/133 BERAADSLAGING NR 10/078 VAN 9 NOVEMBER 2010 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid 1 Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid IVC/KSZG/18/222 BERAADSLAGING NR. 18/122 VAN 2 OKTOBER 2018 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER HET VERLOOP VAN DE VASTSTELLING

Nadere informatie

4. Toestemming in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar

4. Toestemming in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar Welke zijn de rechten van de patiënt? De wet betreffende de rechten van de patiënt voorziet in: 1. Kwaliteitsvolle dienstverstrekking 2. De vrije keuze van een beroepsbeoefenaar 3. Informatie over de persoonlijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid SCSZ/08/156 BERAADSLAGING NR. 08/048 VAN 2 SEPTEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DIE DE GEZONDHEID BETREFFEN

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het

Nadere informatie

Betreft: wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (CO-A )

Betreft: wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (CO-A ) 1/8 Advies nr. 17/2016 van 27 april 2016 Betreft: wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (CO-A-2016-012) De Commissie voor

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/054 AANBEVELING NR 09/01 VAN 16 JUNI 2009 MET BETREKKING TOT DE IMPLEMENTATIE VAN HET SYSTEEM VAN DE AUTOMATISCHE

Nadere informatie

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid

Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid Rubriek Onderwerp Nummer Datum document KWALITEIT - BELEID Privacybeleid 1.1.01 20160122 Artikel 1 1.1 Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

Nadere informatie

Privacy reglement. Inleiding

Privacy reglement. Inleiding Privacy reglement Inleiding De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) vervangt de Wet persoonsregistraties (WPR). Daarmee wordt voldaan aan de verplichting om de nationale privacywetgeving aan te passen

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 02/2017 van 18 januari 2017 Betreft: aanvraag van het Agentschap Jongerenwelzijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 37/2013 met het

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en de trajectbegeleiding en in de uitoefening van zijn rechten, opgesomd

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE

BIJGEWERKTE COÖRDINATIE BIJGEWERKTE COÖRDINATIE 10 JULI 1990 - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten(1)(2) HOOFDSTUK

Nadere informatie

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving

Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving Privacyreglement NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving De Directie van NICE opleiding & bestuurlijke raadgeving: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering verplicht is een regeling

Nadere informatie

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist

Privacyreglement. WerkPro privacyreglement pagina: 1 van 5 Versiedatum: Eigenaar: Bedrijfsjurist Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een herkenbaar persoon; verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

ADVIES Nr 25 / 2001 van 9 augustus 2001.

ADVIES Nr 25 / 2001 van 9 augustus 2001. ADVIES Nr 25 / 2001 van 9 augustus 2001. O. Ref. : 10 / A / 2001 / 022 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de v.z.w. «Blindenzorg Licht en Liefde» gemachtigd wordt toegang te hebben tot de

Nadere informatie

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming persoonsgegevens; persoonsgegeven: elk gegeven over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke

Nadere informatie

Aangifte bij de privacycommissie (CBPL) - WAT

Aangifte bij de privacycommissie (CBPL) - WAT (CBPL) - WAT > De aangifte is een handeling waarmee de verantwoordelijke voor de verwerking de CBPL op de hoogte stelt dat hij een verwerking van persoonsgegevens zal uitvoeren. > De aangifte bestaat vooral

Nadere informatie

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACYREGLEMENT 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect

Nadere informatie

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1 Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement Stichting de As Inleiding en doel Bij Stichting de As worden persoonsgegevens van zowel patiënten als van medewerkers verwerkt. Het gaat daarbij vaak om zeer privacygevoelige gegevens

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/8 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 98/2014 van 19 november 2014 Betreft: Aanvraag van de Nationale Bank van België (NBB) om toegang te krijgen tot het Rijksregister en het Rijksregisternummer

Nadere informatie

inleiding Door het dossier conform de principes van het decreet te gebruiken, ontstaan een aantal voordelen:

inleiding Door het dossier conform de principes van het decreet te gebruiken, ontstaan een aantal voordelen: Het dossier Een cruciaal hoofdstuk in het decreet rechtspositie zijn de bepalingen omtrent het dossier. Deze bepalingen geven op een juridisch sluitende manier aan welke gegevens in het dossier moeten

Nadere informatie

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp Privacyreglement ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp 1 Vastgesteld MT Altra 11 november 2016 INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte Rechtmatige verwerking persoonsgegevens 3. Doel

Nadere informatie

Privacyreglement. Voorwoord Privacybepalingen Begripsbepalingen Toepassingsgebied... 3

Privacyreglement. Voorwoord Privacybepalingen Begripsbepalingen Toepassingsgebied... 3 PRIVACYREGLEMENT Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Privacybepalingen... 3 1. Begripsbepalingen... 3 2. Toepassingsgebied... 3 3. Doel van de verwerking van persoonsgegevens... 4 4. Verwerking van Persoonsgegevens...

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/063 BERAADSLAGING NR 09/039 VAN 7 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/184 BERAADSLAGING NR 08/067 VAN 4 NOVEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid SCSZG/12/146 BERAADSLAGING NR 12/047 VAN 19 JUNI 2012 MET BETREKKING TOT DE GEÏNFORMEERDE TOESTEMMING VAN EEN BETROKKENE

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002 : art.9 Recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier

Wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002 : art.9 Recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier Wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002 : art.9 Recht op inzage/afschrift van het patiëntendossier Cathérine Beele Juridisch adviseur 7 februari 2009 1 Inhoud Inleiding Wat is inzage

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 8 augustus 2011 ADVIES 2011-299 over de weigering om toegang te verlenen tot bepaalde informatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3 HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE INHOUDSTAFEL Inleiding p.2 Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2 Artikel 1 Begripsomschrijving p.2 Artikel 2 Toepassingsgebied p.3 Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/035 BERAADSLAGING NR 11/026 VAN 5 APRIL 2011 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 09/2010 van 17 maart 2010 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 3, 5, 3 van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Nadere informatie

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018)

Privacyreglement Esma dienstverlening (februari 2018) Privacyreglement (februari 2018) Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct

Nadere informatie

Aanvragen van een machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid

Aanvragen van een machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid Aanvragen van een machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid A Algemeen luik Voor elke machtigingsaanvraag moeten delen A, B en C van dit formulier correct worden ingevuld. Indien de

Nadere informatie

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam

Privacyreglement. Stichting Rapucation Postbus NL Amsterdam Stichting Rapucation Postbus 15989 1001 NL Amsterdam www.rapucation.eu info@rapucation.eu 088-3777700 Privacyreglement 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: de Wet bescherming

Nadere informatie

REGLEMENT BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS. Wageningen University & Research. I Algemene bepalingen II Verwerking van persoonsgegevens...

REGLEMENT BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS. Wageningen University & Research. I Algemene bepalingen II Verwerking van persoonsgegevens... REGLEMENT BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wageningen University & Research Inhoud I Algemene bepalingen... 2 II Verwerking van persoonsgegevens... 2 III Beveiliging en bewaring van persoonsgegevens... 3 IV

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid SCSZ/12/212 BERAADSLAGING NR. 08/048 VAN 2 SEPTEMBER 2008, GEWIJZIGD OP 17 JULI 2012, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Privacyreglement PoortwachterDirect

Privacyreglement PoortwachterDirect Privacyreglement PoortwachterDirect De Directie van PoortwachterDirect B.V. overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling te treffen omtrent het verstrekken van

Nadere informatie

Privacy protocol Sociaal domein gemeente Waterland 2015

Privacy protocol Sociaal domein gemeente Waterland 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waterland. Nr. 6717 29 januari 2015 Privacy protocol Sociaal domein gemeente Waterland 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Waterland, overwegende

Nadere informatie

Privacy Reglement. Inhoud

Privacy Reglement. Inhoud Inhoud 1. Begripsbepalingen 1 2. Reikwijdte 1-2 3. Doel. 2 4. Categorieën van personen over wie gegevens in de registratie worden opgenomen 2 5. Vertegenwoordiging 2 6. Soorten van gegevens die in de registratie

Nadere informatie

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1. Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2. Gezondheidsgegevens Persoonsgegevens die direct of indirect betrekking

Nadere informatie

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

c) persoonsgegeven: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Privacyreglement ArboVitale ArboVitale vindt het belangrijk dat u uitleg krijgt over hoe ArboVitale persoonsgegevens beschermt en hoe onze medewerkers om gaan met privacygevoelige informatie. Paragraaf

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND VAN EEN VERTROUWENSPERSOON Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en het ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 16 maart 2006;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 16 maart 2006; SCSZ/06/058 1 BERAADSLAGING NR. 06/023 VAN 18 APRIL 2006 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK VAN DE SOCIALE ZEKERHEID AAN BUITENLANDSE INSPECTIEDIENSTEN, MET HET

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie Waterloola Kantoren : Regentsch Tel. : 02 Fax : 02 / COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 30 / 97 van 5 november

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 6 april 2006;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 6 april 2006; SCSZ/06/074 1 BERAADSLAGING NR. 06/029 VAN 20 JUNI 2006 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS IN HET KADER VAN DE VIERDE WEG DOOR DE RSZ, HET RSVZ EN DE SOCIALE VERZEKERINGSFONDSEN VOOR

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ADVIES Nr 29 / 2003 van 12 juni 2003 O. Ref. : 10 / A / 2003 / 019 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de pensioen- en solidariteitsinstellingen

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013; 1/8 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 81/2013 van 11 december 2013 Betreft: Machtigingsaanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om het identificatienummer

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011; 1/7 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 71/2011 van 14 december 2011 Betreft: machtigingsaanvraag van het Belgische Rode Kruis om het Rijksregisternummer te gebruiken zodat zij voor

Nadere informatie

kunstenaars (CO-A )

kunstenaars (CO-A ) 1/7 Advies nr. 17/2019 van 6 februari 2019 Betreft: Advies over een ontwerp koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 172bis van de programmawet (I) van 24 december 2002 en een ontwerp van ministerieel

Nadere informatie

1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:

1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: Privacyreglement Datum: 19 september 2018 Van: stichting Welzijn Capelle, 010 707 49 00 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Nadere informatie

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam;

De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Privacyreglement Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg De bestuurder van de Stichting Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg te Amsterdam; Overwegende Dat het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg tot

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/08/001 BERAADSLAGING NR. 08/001 VAN 15 JANUARI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN BEPAALDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/193 BERAADSLAGING NR. 08/072 VAN 2 DECEMBER 2008 MET BETREKKING TOT DE TOEGANG TOT DE KRUISPUNTBANKREGISTERS

Nadere informatie

Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy

Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy Privacyreglement EBC Taleninstituut en EBC Language Academy De Directie van EBC Taleninstituut en Language Academy: Overwegende dat het in verband met een goede bedrijfsvoering wenselijk is een regeling

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Privacyreglement. AM Advies & Begeleiding. Mei 2018

Privacyreglement. AM Advies & Begeleiding. Mei 2018 Privacyreglement AM Advies & Begeleiding Privacyreglement 2018 AM Advies & Begeleiding Pagina 1 van 10 Privacyreglement AM Advies & Begeleiding Inhoudsopgave Voorwoord...3 1. Kenmerken van de verwerking

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/024 BERAADSLAGING NR 09/019 VAN 7 APRIL 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS AAN

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Privacy Statement Sa4-zorg

Privacy Statement Sa4-zorg Privacy Statement Sa4-zorg Artikel 1 Begripsbepalingen 1.1 Algemene Verordening Gegevens Bescherming (AVG) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

Privacyreglement Raad & Daad Den Haag

Privacyreglement Raad & Daad Den Haag Privacyreglement Raad & Daad Den Haag 1. Begripsbepalingen persoonsgegevens: alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon; verwerking van persoonsgegevens:

Nadere informatie

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon.

Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare natuurlijke persoon. Privacyreglement Intermedica Kliniek Geldermalsen Versie 2, 4 juli 2012 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen Persoonsgegevens Alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over een identificeerbare

Nadere informatie

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement Privacyreglement Inhoudsopgave 1. Begripsbepaling... 1 1.1 Persoonsgegevens... 1 1.2 Persoonsregistratie... 1 1.4 Verwerking van persoonsgegevens... 1 1.5 Verstrekken van persoonsgegevens... 1 1.6 Bestand...

Nadere informatie