Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling"

Transcriptie

1 Samenvatting Biologie Thema 1 stofwisseling Samenvatting door M woorden 3 januari ,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou THEMA 1 STOFWISSELING Bs.1 Wat is stofwisseling Stofwisseling: het totaal val alle chemische processen in organismen. Organische stoffen: zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen. Bevatten altijd één of meer atomen van de elementen C, H en O. Anorganische stoffen: kunnen zowel van organismen als van de levenloze natuur afkomstig zijn. Autotrofe organismen: nemen anorganische stoffen op uit de natuur. Heterotrofe organismen: nemen zowel organische stoffen als anorganische stoffen op uit het milieu. (CO 2, H 2 O) Wat is het doel? Welke reactie vindt plaats? Wat gebeurt er met energie? Assimilatie Het vormen van organische stoffen waaruit een organisme bestaat. Moleculen van organische stoffen worden opgebouwd. Energie wordt vastgelegd in de moleculen van de gevormde organische stoffen. Er is energie nodig voor het proces. Dissimilatie Het vrijmaken van energie. Moleculen van organische stoffen worden afgebroken. Energie wordt vrijgemaakt. (de energie die bij assimilatie is vastgelegd in chemische energie. Assimilatie: de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen. Chemische energie: de energie die is vastgelegd in moleculen van de gevormde organische stoffen. Dissimilatie: de afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen. Pagina 1 van 14

2 Energie kan vrijkomen als kinetische energie, als warmte, als elektrische energie en als licht. De vrijgekomen energie kan weer worden vastgelegd als chemische energie. ATP: de functie is het tijdelijk vastleggen van energie in een cel. Wordt gevormd uit ADP en een fosfaatgroep. à omzetten kost energie. ADP: ZIE BLZ 8!! Bs.2 Enzymen Enzymen: (biokatalysatoren/eiwitten) versnellen de chemische reacties van stofwisselingsprocessen, zonder daarbij zelf te worden verbruikt. Naamgeving enzym: substraat met het achtervoegsel ase. Een enzym is substraatspecifiek, een bepaald enzym kan slechts één bepaalde reactie versnellen. Er is weinig van een bepaald soort enzym nodig doordat het niet wordt verbruikt tijdens een reactie. Bij een te hoge temperatuur kunnen enzymen gemakkelijk hun specifieke ruimtelijke structuur verliezen, waardoor ze onwerkzaam worden. Zorgen ervoor dat reacties ook verlopen bij een lage temperatuur. Substraat: stoffen waarop een enzym inwerkt. Product van de reactie: een stof die bij een reactie ontstaat. Enzymactiviteit: een substraatmolecuul gebonden aan het enzymmolecuul. Door dit complex kunnen bindingen tussen bepaalde atomen gemakkelijk worden verbroken en de binding tussen bepaalde atomen gemakkelijk tot stand komen. Enzymactiviteit Enzymactiviteit: de snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt. Enzymactiviteit wordt uitgedrukt in de hoeveelheid substraat die er per tijdseenheid wordt omgezet of in de hoeveelheid reactieproducten die er per tijdseenheid ontstaan. Enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur. Optimumkromme: het verband tussen de temperatuur en de enzymactiviteit wordt weergegeven in een optimumkromme. Minimumtemperatuur: hier is er geen enzymactiviteit, doordat de beweging van de moleculen te traag is voorde Pagina 2 van 14

3 vorming van enzym-substraatcomplexen. Optimumtemperatuur: de maximale temperatuur waar geen enzym-substraatcomplexen meer gevormd kunnen worden. Enzymmoleculen: zijn kwetsbaar door hun specifieke ruimtelijke vorm. Door de verhoging van de temperatuur worden de botsingen tussen moleculen steeds krachtiger waardoor kan de ruimtelijk vorm veranderen bij sommige enzymmoleculen. Bij een stijgende temperatuur neemt dus het aantal intacte, werkzame enzymmoleculen af. De enzymmoleculen kunnen na afkoeling niet meer hun oorspronkelijke vorm aannemen. Zuurgraad Zuur: PH <7 Neutraal: PH = 7 Basisch: PH >7 De enzymactiviteit is afhankelijk van de zuurgraad van de oplossing waarin de enzymatische omzetting plaatsvindt. Rond iedere zuurgraad vorm (zuur/neutraal/base) is een optimum. Bs.3 Koolstofassimilatie Koolstofassimilatie: de vorming van glucose en zuurstof uit koolstofdioxide en water. Hiervoor is energie nodig en komt alleen voor bij autotrofe organismen. Koolstofdioxide + water + energie à glucose + zuurstof 6 CO H 2 O + energie à C 6 H 12 O O 2 Fotosynthese Fotosynthese: lichtenergie wordt omgezet in chemische energie en koolstofdioxide en water worden verbruikt en glucose en zuurstof worden gevormd. Koolstofdioxide + water à glucose + zuurstof De glucose die gevormd wordt, wordt vrijwel meteen omgezet in zetmeel. Joodoplossing: hiermee kun je zetmeel aantonen doordat het blauw kleurt. Fotosynthese komt voor bij planten en cyanobacteriën. Chlorofyl: bladgroen bij cyanobacteriën. Pagina 3 van 14

4 Chloroplasten: bladgroenkorrels in planten. Ze bevatten enzymen en pigmenten die een rol spelen bij fotosynthese. Bij fotosynthese wordt licht als energiebron gebruikt voor de vorming van glucose. Bij fotosynthese wordt lichtenergie vastgelegd als chemische energie in glucosemoleculen. Kleurenvorming De kleuren van licht is zichtbaar te maken door een smalle, witte lichtbundel door een prisma te laten vallen. Op een scherm achter het prisma verschijnen dan alle kleuren van de regenboog (het spectrum). Doordat de lichtstralen verschillen in golflengte ontstaan er verschillende kleuren. De kleur die wij zien, is de kleur die wordt teruggekaatst ons oog in. Bij de kleur groen bij planten worden alle andere kleuren geabsorbeerd door het bladgroen. De energie van dit geabsorbeerde licht wordt tijdelijke vastgelegd in ATP-moleculen. Daarna kan deze energie worden gebruikt bij de vorming van glucosemoleculen. Bij fotosynthese wordt van verschillende kleuren licht een verschillend percentage lichtenergie geabsorbeerd en benut. Absorptiespectrum: geeft aan in welke mate verschillende kleuren licht door een bepaalde stof wordt geabsorbeerd. Bs.4 Voortgezette assimilatie Voortgezette assimilatie: de vorming van andere organische stoffen uit glucose. Organismen verkrijgen de energie die nodig is voor de voortgezette assimilatie meestal uit dissimilatie. Glucose die bij de koolstofassimilatie is gevormd dient als grondstof voor de meeste andere organische stoffen die in planten voorkomen. Bij de voortgezette assimilatie in autotrofe organismen kunnen uit glucose onder ander koolhydraten, vetten en eiwitten worden gevormd. Bij de voortgezette assimilatie in heterotrofe organismen kunnen uit glucose alleen koolhydraten en vetten worden gevormd. Monosacharide: (enkelvoudige suikers) de kleinste koolhydraatmoleculen. (glucose, fructose) Disacharide: twee moleculen van monosachariden verbonden. (melksuiker, bietsuiker) Polysachariden: (meervoudige suikers) grote aantallen monosachariden gekoppeld tot lange ketens. In plantaardige cellen kunnen op deze manier zetmeelmoleculen worden gevormd. Pagina 4 van 14

5 Glycogeen: een polysacharide die uit glucose kan worden gevormd in een dierlijke cel. Wordt bij dieren als reservestof opgeslagen. Cellulose: een polysacharide die uit glucose kan worden gevormd in plantaardige cellen. Celwanden bestaan voor het grootste deel uit cellulose. Zetmeelmolecuul: onvertakte, spiraalvormige keten van aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen. Glycogeenmolecuul: een vertakte keten van aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen. Koolhydraatmoleculen: hierin komen de elementen koolstof, waterstof en zuurstof voor. Vetten Lipiden: vetten Glycerolmolecuul + 3 vetzuurmoleculen à vetmolecuul Vetmoleculen: bevatten atomen met dezelfde elementen als glucosemoleculen (C, H, O 2 ). Alle organismen kunnen glucose omzetten in vetten. Bij mensen en dieren wordt vet opgeslagen in het onderhuisbindweefsel en worden ze gebruikt als reservestof en hebben een isolerende werking. Eiwitten Proteïnen: eiwitten Eiwitmolecuul: groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren(a/t/g/c). (C,H,O,N,S) Aminozuur: bestaat uit koolstof-, waterstof-, zuurstof- en een of meer stikstofatomen. Sommigen bevatten ook zwavelatomen ze kunnen dus niet uit glucose worden gevormd. Planten kunnen aminozuren opbouwen uit glucose en stikstofhoudende ionen (NO 3 ). Glucose + nitraat + energie à aminozuur Planten nemen NO 3 op uit de bodem voor de vorming van zwavelhoudende aminozuren worden ook sulfaationen (SO 4 2- ) uit de bodem opgenomen. Dieren kunnen geen aminozuren opbouwen uit glucose. Wel kunnen ze uit bepaalde aminozuren andere aminozuren vormen. Alle organismen zijn in staat om eiwitmoleculen op te bouwen door aminozuren aan elkaar te koppelen. Bij de vorming neemt het eiwitmolecuul direct een ingewikkelde, specifieke structuur aan. Deze vorm hangt af welke aminozuren er in welke volgorde aan elkaar worden gekoppeld. Door deze specifieke structuur kunnen verschillende eiwitten heel verschillende functies hebben. Pagina 5 van 14

6 Bs.5 Dissimilatie Voor alle levensprocessen is energie nodig. Deze energie wordt vrijgemaakt door dissimilatie van organische stoffen. Zonder dissimilatie gaat een cel dood. Als er meer energie wordt gebruikt, vindt er meer dissimilatie plaats. Dissimilatie: chemische energie wordt uit organische stoffen vrijgemaakt. Aërobe dissimilatie: dissimilatie met zuurstof. Komt voor bij hetero- en autotrofe organismen Anaëerobe dissimilatie: dissimilatie zonder zuurstof. Aërobe dissimilatie van glucose Aërobe dissimilatie: glucosemoleculen worden volledig afgebroken. Hierbij worden koolstofdioxide- en watermoleculen gevormd. Alle chemische energie die tijdens de fotosynthese in een glucosemolecuul is vastgelegd, komt nu weer vrij en wordt tijdelijk vastgelegd in ATP-moleculen. Daarna kan de energie weer worden gebruikt. Aërobe dissimilatie van glucose C 6 H 12 O O 2 à 6 CO H 2 O + energie De aërobe dissimilatie van glucose vindt voor het grootste deel plaats in mitochondriën. Die zuurstof die nodig is wordt door het organisme uit het milieu opgenomen. Zolang zuurstof aanwezig is, is de dissimilatie steeds aëroob. De koolstofdioxide die bij aërobe dissimilatie ontstaat, wordt aan het milieu afgegeven. Anaëerobe dissimilatie Anaëerobe dissimilatie: de glucosemoleculen worden niet volledig afgebroken. De eindproducten bevatten nog meer chemische energie. Bij anaëerobe dissimilatie komt dan ook minder energie vrij per glucosemolecuul. De vrijgekomen energie wordt vastgelegd in ATP-moleculen. Gistcellen: hebben weinig energie nodig om in leven te blijven. Dus kunnen in veel omstandigheden het gistproces op gang brengen. Voor gistcellen is ethanol giftig. Alcoholgisting: als eindproducten ontstaan alcohol(ethanol) en koolstofdioxide. C 6 H 12 O 6 à 2 C 2 H 6 O(ethanol) + CO 2 + energie Pagina 6 van 14

7 Melkzuurgisting: het afbreken van glucose tot melkzuur in een zuurstofarme omgeving door melkzuurbacteriën. Eindproduct is melkzuur. Als er in korte tijd veel energie moet worden vrijgemaakt kan er melkzuur ontstaan door anaëerobe dissimilatie. Vooral in de spieren wordt dan glucose afgebroken tot melkzuur. Per glucosemolecuul wordt weinig energie vrijgemaakt, dus moet er in een korte tijd veel glucose dissimileren. In spieren ontstaat een ophoping van melkzuur dat een vermoeid gevoel veroorzaakt. Na afloop van de inspanning wordt het melkzuur afgevoerd naar de lever. Daar wordt met behulp van zuurstof en ATP weer omgezet in glucose. Melkzuurgisting C 6 H 12 O 6 à 2 C 3 H 6 O 3 (melkzuur) + energie Aërobe dissimilatie van glucose Anaërobe dissimilatie van glucose Dit proces heet ook wel Verbranding Gisting Dit proces vindt plaats Met zuurstof Zonder zuurstof De afbraak is Volledig Onvolledig Dit proces levert Veel energie Weinig energie De eindproducten bevatten Weinig energie Veel energie Per glucosemolecuul komen vrij 6 koolstofdioxide moleculen 2 of geen koolstofdioxide moleculen Dissimilatie van vetten en eiwitten Vetten: worden bij dissimilatie als eerst gesplitst in glycerol en vetzuren. Beide producten kunnen verder dissimileren. Bij aërobe dissimilatie van vetten komt meer energie vrij dan bij de aërobe dissimilatie van koolhydraten of eiwitten. (in vetten kan meer energie worden opgeslagen.) Eiwitten: worden bij dissimilatie als eerst gesplitst in aminozuren. Deze aminozuren kunnen verder dissimileren, waarbij ammoniak (afbraakproduct), dat stikstof bevat, ontstaat. Deze ammoniak wordt omgezet in ureum (mens) of urinezuur (dier). Ammoniak, ureum en urinezuur zijn schadelijke stoffen. Basale stofwisseling Basale stofwisseling: de stofwisseling van een organisme in rust. Intensiteit van de basale stofwisseling: de snelheid waarmee stofwisselingsprocessen plaatsvinden. Bij de mens is bij gelijke leeftijd de intensiteit bij de man groter dan bij de vrouw, dit komt doordat de vrouw gemiddeld meer onderhuidvetweefsel heeft. Pagina 7 van 14

8 Intensiteit is afhankelijk van: De hoeveelheid zuurstof die verbruikt worden door het organisme. Het geslacht De leeftijd Het lichaamsgewicht De lichaamstemperatuur Tijdstip van de dag Jaargetijde (winterslaap) Warmbloedig: dieren met een min of meer constante lichaamstemperatuur. Koudbloedig: dieren met een wisselende lichaamstemperatuur, meestal ongeveer gelijk aan de temperatuur van de omgeving. Bs.6 Stofwisseling in planten Fotosynthese in planten vindt plaats in de bladeren, hierbij wordt koolstofdioxide uit de lucht opgenomen en zuurstof aan de lucht afgegeven. Ook vindt er aërobe dissimilatie van glucose plaats, waarbij zuurstof uit de lucht wordt opgenomen en koolstofdioxide aan de lucht wordt afgegeven. Luchtholten: weg van O 2 en CO 2 van buiten naar de bladeren en andersom. Huidmondjes: vervoer weg van O 2 en CO 2 van buiten naar de bladeren en andersom. Zitten meestal aan de onderkant van de bladeren omgeven door twee sluitcellen. Sluitcellen: kunnen huidmondjes sluiten en openen. Fotosynthese kan alleen plaatsvinden in plantendelen die in het licht staan. De producten van de fotosynthese (en van de voortgezette assimilatie) moeten ook terechtkomen in andere plantendelen door diffusie, osmose en actief transport. Deze drie transport manieren zijn alleen voor kleine afstanden, voor de grote afstanden vindt er transport plaats d.m.v. stroming door de vaten. Bij sommige planten liggen deze vaten bij de stengels in vaatbundels en in bladeren in de nerven. In de nerven van bladeren vertakken houdvaten zich, ze eindigen tussen de bladcellen. Vaatbundel: bestaat uit houtvaten en bastvaten. Houtvaten: via deze vaten worden vooral water en ionen van de wortels, via de stengels naar de bladeren vervoerd. à Anorganische sapstroom. Bastvaten: vervoeren water en assimilatieproducten van de bladeren naar alle delen van de plant. à Organische sapstroom. Anorganische sapstroom Pagina 8 van 14

9 Vooral in de bladeren van planten vindt fotosynthese plaats. Hiervoor is o.a. water nodig. Voor de voortgezette assimilatie in bladcellen zijn nitraationen nodig. Deze twee producten worden opgenomen uit de bodem. Celwanden van plantaardige cellen zijn volledig permeabel. De celwanden in de wortels zijn doordrenkt met vocht dat planten uit de bodem hebben opgenomen. Doordat de vertakkingen van houtvaten eindigen tussen de bladvellen raken ook de celwanden in de bladeren doordrenkt met vocht. Vanuit deze celwanden worden water en o.a. nitraationen door de bladcellen opgenomen. Het transport via houtvaten gebeurt tegen de zwaartekracht in en is voornamelijk het gevolg van verdamping van water uit bladeren en van capillaire werking. Capillaire verdamping: het verschijnsel dat de grond vlak boven de grondwaterstand ook nat is. Het transport via houtvaten: Uit de celwanden van de bladcellen verdampt water naar de intercellulaire ruimten tussen de cellen. Als de huidmondjes van de bladeren open staan zal deze waterdamp uit de bladeren weg diffunderen. Vanuit de celwanden kan dan weer water verdampen. Dit water wordt aangevuld vanuit de fijne vertakkingen van de houtvaten. Door de capillaire werking van de houtvaten wordt het water in de houtvaten als een soort draad omhooggetrokken. (dit is mogelijk door de nauwe houtvaten.) Cohesiekracht: hierdoor worden de watermoleculen bij elkaar gehouden. Adhesiekracht: hierdoor worden de watermoleculen aan de houtvatwand vastgehouden. Cohesiekracht + adhesiekracht > zwaartekracht. Organische sapstroom Overdag wordt er vaak meer glucose gevormd dan er bij dissimilatie wordt verbruikt. Het overschot aan glucose wordt gebruikt voor voortgezette assimilatie. Een groot deel van de gevormde glucose wordt omgezet in zetmeel en tijdelijk opgeslagen in bladcellen. Hierdoor wordt voorkomen dat de osmotische waarde van de cellen te veel gaat stijgen. Het tijdelijk opgeslagen zetmeel wordt (vooral s nachts) omgezet in sacharose, en wordt via bastvaten afgevoerd naar andere delen van de plant. In deze delen wordt actief sacharose opgenomen uit de organische sapstroom. Sacharose kan weer worden omgezet in glucose, wat gebruikt kan worden bij dissimilatie. Ook kan het omgezet worden in andere stoffen, waarvan een deel wordt opgeslagen als reservestof. Sacharose: disacharide waarvan elk molecuul bestaat uit een glucose- en een fructose-eenheid. Osmotische waarde: afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes. Osmose: regelt de opname van water. Actief transport: regelt de opname van ionen. Pagina 9 van 14

10 Opslag van assimilatieproducten Assimilatieproducten plantaardige cel: een kleine hoeveelheid wordt opgeslagen als reservestof. Verdikte delen: in de cellen van worden grote hoeveelheden reservestoffen opgeslagen. Deze bevinden zich vaak onder grond. In de winter overleven alleen deze delen. Tweejarige planten: levenscyclus van twee jaar. Hebben verdikte delen onder de grond. Zaden: hierin worden vaak veel reservestoffen opgeslagen. Zetmeel: wordt opgeslagen in zetmeelkorrels. Glucose: vooral in vacuolevocht van vruchten opgeslagen. Fructose: vooral in vacuolevocht van vruchten opgeslagen. Sacharose: in vacuolevocht opgeslagen. Vetten: zijn opgeslagen als druppels in het cytoplasma. Eiwitten: kunnen zijn opgelost in het vacuolevocht of als aleuronkorrels (reservevoedsel) in het cytoplasma voorkomen. Intensiteit van de fotosynthese De intensiteit van fotosynthese is afhankelijk van de hoeveelheid en de kleur van het licht de beschikbare hoeveelheden koolstofdioxide en water de temperatuur de hoeveelheid bladgroen de beperkende factor bepaalt de intensiteit van de fotosynthese. Als één van de factoren niet aanwezig is, kan de fotosynthese niet plaatsvinden. Als één van de factoren in beperkte mate aanwezig is, dan vindt de fotosynthese in beperkte mate plaats. Aërobe dissimilatie wordt beïnvloed door de temperatuur de hoeveelheid zuurstof (de invloed van het licht) Natgewicht van een plant: het totale gewicht van de plant. Drooggewicht van een plant: het gewicht van de droge stof die overblijft, wanneer al het water uit de plant wordt verwijderd. De intensiteit van fotosynthese is niet direct te bepalen, maar kan wel worden afgeleid. Pagina 10 van 14

11 Bepaling intensiteit fotosynthese De hoeveelheid opgenomen of afgegeven zuurstof in het licht vergelijken met de hoeveelheid opgenomen zuurstof in het donker. In het licht: In het donker: In het licht 500 ml/uur CO 2 opgenomen door de plant 50 ml/uur CO 2 afgegeven door de plant 550 ml/uur CO 2 verbruikt bij fotosynthese in de plant Fotosynthese: O 2 wordt afgegeven Dissimilatie: O 2 wordt opgenomen Bs.7 De koolstofkringloop Kringloop: cirkelvormige beweging Koolstofkringloop: in autotrofe en heterotrofe organismen. Koolstof komt voor in alle moleculen van organische stoffen. In lucht komt ongeveer 0,03 % koolstofdioxide voor. Autotrofe organismen: ondanks dat de concentratie koolstofdioxide erg laag is in lucht, zijn deze ze wel in staat om glucose te vormen. Worden ook wel producenten genoemd, omdat ze organische stoffen produceren uit anorganische stoffen. Als autotrofe organismen worden gegeten door heterotrofe organismen, komen deze stoffen in de heterotrofe organismen terecht. Ze worden ook wel consumenten genoemd, omdat ze leven van de organische stoffen van andere organismen. Schimmels en heterotrofe organismen: (reducenten heterotroof) verbruiken de restanten van organismen die niet worden gegeten bij dissimilatie, hierbij komt koolstofdioxide vrij, wat weer aan de lucht wordt afgegeven. Autotrofe organismen kunnen deze koolstofdioxide weer opnemen. Functie van reducenten in de kringloop is het omzetten van organische stoffen in de dode resten van organismen en in uitwerpselen van dieren in o.a. CO 2. Het CO 2 kan dan weer door autotrofe organismen worden gebruikt. Fossiele brandstoffen: bevatten koolstofverbindingen die miljoenen jaren geleden door producenten zijn gevormd. Bij Pagina 11 van 14

12 verbranding komt er extra koolstof in de koolstofkringloop in koolstofmoleculen. Zolang deze brandstoffen in de aardkorst blijven liggen, maakt deze geen deel uit van de koolstofkringloop. Zodra de fossiele brandstoffen worden gewonnen en vervolgens verbrand, worden deze verbindingen in de koolstofkringloop opgenomen. Opdracht 32 chronologische volgorde koolstofkringloop Een plant neemt koolstofdioxide op uit de lucht. Bij de koolstofassimilatie wordt koolstofdioxide omgezet in glucose. Glucose wordt omgezet i allerlei plantaardige organische stoffen. Een plant wordt gegeten door een dier. Plantaardige organische stoffen worden omgezet in dierlijke organische stoffen. Een dier sterft. Dierlijke organische stoffen worden door schimmels en heterotrofe bacteriën opgenomen. Schimmels en heterotrofe bacteriën verbruiken organische stoffen bij de dissimilatie. Schimmels en heterotrofe bacteriën geven koolstofdioxide af aan de lucht. Bs.8 De stikstofkringloop Stikstof komt in organismen vooral voor in de vorm van eiwitten. In de lucht komt gasvormige stikstof voor (N 2 ). In de bodem komen ammoniakionen (NH 4 + ), nitrietionen (NO 2 - ) en nitraationen (NO 3 - ). In de lucht komt ongeveer 79% stikstof voor. Planten kunnen wel CO 2 uit de lucht halen bij een zeer lage concentratie, maar ze kunnen niet het N 2 uit de lucht benutten bij deze hoge concentratie. Planten halen wel N 2 uit de bodem. Stikstofassimilatie: uit NO 3 ionen worden o.a. aminozuren en eiwitten gevormd. Plantaardige eiwitten: worden in dierlijke eiwitten omgezet zodra het opgegeten wordt door een dier. Hierbij komt ammoniak vrij. Waterdieren: scheiden de ammoniak, die vrijkomt bij het omzetten van plantaardige naar dierlijke eiwitten, met hun urine uit in het water. Landdieren: zetten eerst ammoniak om in urinezuur of ureum en scheiden deze stoffen dan met hun urine uit. Pagina 12 van 14

13 De eiwitten van dode organismen en de afbraakproducten van eiwitten in urine worden door rottingsbacteriën opgenomen. Dissimilatie à ammoniak. Een deel van de ontstane ammoniak verdwijnt als ammoniakgas de lucht in. Het grootste deel van de vrijgekomen ammoniak wordt in het (bodem)water omgezet in ammoniumionen (NH 4 + ). Slechts een klein deel van de ammoniumionen worden opgenomen door planten. De meeste NH 4 + wordt eerst door nitrietbacteriën omgezet in nitrietionen. Nitrietionen worden door nitraatbacteriën omgezet in nitraationen. Die opgenomen kunnen worden door planten. Bij de vorming van nitraationen uit ammoniumionen hebben nitrificerende bacteriën zuurstof nodig. Nitrificerende bacteriën: (de nitriet- en nitraatbacteriën) zetten ammoniumionen om in nitraationen. Ze leven aëroob Dinitrificerende bacteriën: zetten nitraationen om in gasvormige stikstof, die in de lucht verdwijnt. Ze zijn actief in een zuurstofarme bodem. Leven anaëroob. Pagina 13 van 14

14 Doordat dinitrificerende bacteriën nitraationen, die in de bodem aanwezig zijn, omzet in gasvormige stikstof, wordt de bodem armer aan stikstofhoudende ionen. Er zijn bacteriën die de stikstof in de lucht wel kunnen benutten voor hun stofwisseling. Ze binden N 2 -moleculen aan waterstofatomen, waardoor ammoniak ontstaat (NH 3 ). Maar deze binding kan alleen plaatsvinden onder anaërobe omstandigheden. Met ammoniak kunnen aminozuren worden gesynthetiseerd. Vrij levende, stikstofbindende bacteriën: gebruiken gasvormige stikstof uit de lucht voor de vorming van organische stikstofverbindingen. Als de bacteriën doodgaan komen deze eiwitten in de stikstofkringloop terecht. knolletjesbacteriën Knolletjesbacteriën: stikstofbindende bacteriën die vooral voorkomen in wortelknolletjes van vlinderbloemige planten. Ze stellen de planten in staat op stikstofarme grond te groeien. Ze krijgen van de planten organische stoffen voor hun stofwisseling. Kunnen per jaar honderden kg aan stikstof per hectare vastleggen. Groenbemesting: het verbouwen van vlinderbloemige planten op grond die arm is aan nitraationen. Kunstmest: wordt in de landbouw gebruikt om de grond stikstofrijker te maken. Vleesetende planten: zijn te vinden in stikstofarme gebieden, omdat ze hun stikstofbindingen binnenkrijgen via de gevangen insecten en niet via de bodem. Gotochemische stikstofbinding: bij onweer wordt gasvormige stikstof gebonden. Stikstof reageert met ozon (O 3 ), waarbij stikstofoxiden (NO x ) ontstaan. Opdracht 35 chronologische volgorde stikstofkringloop Een plant neemt nitraationen op uit de bodem. Bij de stikstofassimilatie worden plantaardige eiwitten gevormd. Een plant wordt gegeten door een dier. Uit plantaardige eiwitten worden dierlijke eiwitten gevormd. Een dier sterft. Door dissimilatie van ureum, urinezuur en eiwitten komen ammoniumionen in de bodem. Ammoniumionen worden omgezet in nitrietionen. Nitrietionen worden omgezet in nitraationen. Pagina 14 van 14

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting Biologie Stofwisseling Samenvatting door een scholier 1466 woorden 13 juni 2006 5,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Thema 1 Stofwisseling Doelstelling

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf

Nadere informatie

-Dissimilatie gebeurd stapje voor stapje. De chemische energie uit de stapjes wordt eerst gebruikt voor de

-Dissimilatie gebeurd stapje voor stapje. De chemische energie uit de stapjes wordt eerst gebruikt voor de Samenvatting door een scholier 1966 woorden 4 oktober 2006 6,7 85 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou SAMENVATTING BIOLOGIE THEMA 1 STOFWISSELING Basisstof 1 -Voedingsstoffen, water

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Verzuring ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt de spiercellenenergie (uit glucose) omgezet in bewegingsenergie.

Verzuring ontstaat als spiercellen te weinig zuurstof krijgen. Bij inspanning wordt de spiercellenenergie (uit glucose) omgezet in bewegingsenergie. Samenvatting door een scholier 3020 woorden 16 november 2016 7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 1 Stofwisseling 1 Verzuurde spieren Verzuring ontstaat als spiercellen te

Nadere informatie

Samenvatting Biologie stofwisseling. Begrippen 5,8. Samenvatting door S woorden 2 jaar geleden. 4 keer beoordeeld.

Samenvatting Biologie stofwisseling. Begrippen 5,8. Samenvatting door S woorden 2 jaar geleden. 4 keer beoordeeld. Samenvatting Biologie stofwisseling Samenvatting door S. 1156 woorden 2 jaar geleden 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Bio stofwisseling[1] Begrippen Absorptie is het fysisch

Nadere informatie

1 Stofwisseling. JasperOut.nl

1 Stofwisseling. JasperOut.nl 1 Introfilmpje: 1 1.1 Verzuurde spieren 1 Verzuring van je spieren Je spieren verbruiken energie komt vrij tijdens de verbranding (dissimilatie) in je cellen. Bij deze verbranding zetten je spiercellen

Nadere informatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie

1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Samenvatting door A. 1427 woorden 12 april 2013 6,5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H3 - Energie 1. Stofwisseling, assimilatie en dissimilatie Stofwisseling (metabolisme):

Nadere informatie

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen: Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,

Nadere informatie

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW 5 HAVO biologie voor jou uitwerkingenboek BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW havo auteurs ARTEUNIS BOS MARIANNE GOMMERS ARTHUR JANSEN ONNO KALVERDA THEO DE ROUW GERARD SMITS BEN WAAS RENÉ WESTRA VIJFDE EDITIE

Nadere informatie

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen. THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken

Nadere informatie

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie.

4,5. Samenvatting door L woorden 17 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. 1. Vrije en gebonden energie. Samenvatting door L. 1850 woorden 17 december 2012 4,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Vrije en gebonden energie. Vrije energie (kinetische energie) komt voor als warmte en

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Stofwisseling

Examen Voorbereiding Stofwisseling Examen Voorbereiding Stofwisseling Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 1 Stofwisseling Begrippenlijst: Begrip Organische stoffen Anorganische stoffen Enzymen Assimilatie Chemische energie Koolstofassimilatie

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO BIOLOGIE Energie & Stofwisseling VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1

Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Energie wordt gehaald uit: vetten in plantaardige oliën, boter en spek reservestof rond organen, onder de huid en in holle beenderen koolhydraten suikers en meelsoorten

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

13 Energietransport in cellen

13 Energietransport in cellen Heterotrofe organismen (bv de meeste bacteriën, schimmels en dieren) kunnen geen organische stoffen vormen uit alleen anorganische stoffen; zij zijn niet in staat tot koolstofassimilatie. Zij moeten organische

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Energie

Samenvatting Biologie Energie Samenvatting Biologie Energie Samenvatting door een scholier 3111 woorden 20 januari 2008 6,9 197 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting biologie Thema 3, Energie Basisstof

Nadere informatie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart) Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1018 woorden 18 januari 2017 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting H3 3.1 Ecosysteem: afgebakend gebied met

Nadere informatie

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling

Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Biologie Hoofdstuk 2 Stofwisseling Wat is stofwisseling? Wat is stofwisseling? Stofwisseling of metabolisme is het geheel van chemische processen in een levend organisme of in levende cellen Een organisme

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen

Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen Hoofdstuk 1 Doelstelling 1: Stofwisseling (metabolisme): het geheel aan chemische processen in een cel. Via passief en actief transport nemen cellen stoffen op uit hun milieu. Enzymen maken de omzettingsprocessen

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.

Examentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst. Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

In dieet: Koolhydraten Vetten Eiwitten Brandstof (o.a. in celmembraan en grondstof hormonen)

In dieet: Koolhydraten Vetten Eiwitten Brandstof (o.a. in celmembraan en grondstof hormonen) Boekverslag door Jacomijn 1646 woorden 30 maart 2017 7.4 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie hoofdstuk 5 Voeding en energie 5.1 Diëten Voedingsmiddelen = alles wat we doorgaans

Nadere informatie

energiebehoefte. eet je wel energierijke stoffen, maar gebruik je die niet, dan sla je ze op als vetten; je komt aan.

energiebehoefte. eet je wel energierijke stoffen, maar gebruik je die niet, dan sla je ze op als vetten; je komt aan. Boekverslag door Daphne 1878 woorden 15 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Voeding moet voldoende energie bevatten. Energie haal je uit: De 3 groepen organische stoffen: Vetten Koolhydraten

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Examencursus

Voorbereidende opgaven Examencursus Voorbereidende opgaven Examencursus Tips: Maak de volgende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en

Nadere informatie

2. Organisch of anorganisch. a) eigenschap anorganische stof organische stof Eenvoudig

2. Organisch of anorganisch. a) eigenschap anorganische stof organische stof Eenvoudig Vragen bij paragraaf 8.1 en 8.2 producenten Organismen zorgen voor de productie van organische stoffen en zo aan de basis van een voedselketen staan biomassa De totale hoeveelheid organische stof van een

Nadere informatie

anorganische stoffen = stoffen die voorkomen in organismen en in de levenloze natuur verschillende atomen

anorganische stoffen = stoffen die voorkomen in organismen en in de levenloze natuur verschillende atomen Samenvatting door een scholier 15024 woorden 11 mei 2005 5,7 88 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling = totaal van alle chemische processen in een organisme Stofwisselingsprocessen

Nadere informatie

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN

LEVENSGEMEEN SCHAPPEN LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel

Nadere informatie

Bij voedingsgewassen kan de productie zo optimaal mogelijk gemaakt worden door bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen.

Bij voedingsgewassen kan de productie zo optimaal mogelijk gemaakt worden door bemesting, bodembewerking en bescherming tegen ziekten en plagen. Samenvatting door Xx 1814 woorden 22 januari 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie- Thema. 3 Mens en Milieu Basisstof 1. De relatie mens en milieu Ecosysteemdiensten: diensten die een ecosysteem

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Leuk dat je een cursus biologie komt volgen! Maak deze opgaven als voorbereiding. Zoals je weet moet je veel stof bestuderen voor het eindexamen biologie. Tijdens

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT 2.1 Namen 1 Hoe zoek je de naam van een organisme op? De naam van een plant of een dier kan: * uit een andere taal komen * een eigenschap weergeven

Nadere informatie

1. De invloed van de lichtintensiteit op de zuurstofproduktie bij waterpest (assimilatie)

1. De invloed van de lichtintensiteit op de zuurstofproduktie bij waterpest (assimilatie) Proef door een scholier 1798 woorden 9 augustus 2011 5,4 24 keer beoordeeld Vak Biologie Op school kregen wij een practicumdag, waarbij wij een van de onderstaande proefjes konden krijgen. Daarom had ik

Nadere informatie

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.

In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting door een scholier 1412 woorden 29 juni 2007 6,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Fast Food Island!

Nadere informatie

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai Biologie VWO thema: Planten Tweede deel Docent: A. Sewsahai opname, afgifte, transport en opslag van stoffen, stevigheid en bescherming Doelstellingen: De student moet de processen van ontkieming en groei

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie

Kerstvakantiecursus. biologie. Voorbereidende opgaven HAVO. Voordat je begint. De cel. Transport. Assimilatie & dissimilatie Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus biologie Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

vwo celprocessen 2010

vwo celprocessen 2010 vwo celprocessen 2010 Stofwisseling Een proefpersoon gaat na het nuttigen van een maaltijd twee dagen vasten. Tijdens die 48 uur worden de concentraties van verschillende stoffen in de lever en in het

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan uit tot

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE41, 2017-2018 Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans Weende-analyse: DS-gehalte Droge stof (DS): Het materiaal dat overblijft als, door verwarming

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3

Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3 Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3 Samenvatting door P. 1299 woorden 7 januari 2013 6,4 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 3 Ecologie Basisstof 1 Invloeden uit het milieu:

Nadere informatie

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving) Ecologie Thema1 Invloeden uit milieu In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving) Levende natuur Levenloze natuur = biotische factoren = abiotische factoren Niveau

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde

Nadere informatie

Thema 3 Mens en milieu boek 5a Basisstof 1 De relatie mens en milieu

Thema 3 Mens en milieu boek 5a Basisstof 1 De relatie mens en milieu Thema 3 Mens en milieu boek 5a Basisstof 1 De relatie mens en milieu Ecosysteemdiensten = diensten die een ecosysteem aan mensen levert: verstrekken van een product door een ecosysteem, bv drinkwater of

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie

Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie Samenvatting door H. 1342 woorden 24 januari 2014 4 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 3 Ecologie Basisstof 1 In de ecologie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie T4 planten: 1 t/m 4

Samenvatting Biologie T4 planten: 1 t/m 4 Samenvatting Biologie T4 planten: 1 t/m 4 Samenvatting door J. 2405 woorden 5 jaar geleden 3,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Geslachtelijke voortplanting Bij geslachtelijke

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 4 Planten

Samenvatting Biologie Thema 4 Planten Samenvatting Biologie Thema 4 Planten Samenvatting door een scholier 2013 woorden 11 maart 2010 6,6 93 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 4 Planten Basisstof 1 Voortplanting bij planten: geslachtelijk

Nadere informatie

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Inleiding voor de docent: Onverwachte gaten in het curriculum en in BINAS In deze opdracht gaat de aandacht naar de samenhang tussen de processen die een

Nadere informatie

Stofwisseling. Chantal Wilens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Stofwisseling. Chantal Wilens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Chantal Wilens Laatst gewijzigd 29 August 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/64486 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:

E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie: E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed

Nadere informatie

Samenvatting Biologie h 5-8

Samenvatting Biologie h 5-8 Samenvatting Biologie h 5-8 Samenvatting door Esmee 2847 woorden 15 januari 2018 5,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie H5 (2/3/4/5) 2. Plantaardig en dierlijk voedsel Vitaminen A/B/C/D/K

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari keer beoordeeld. Biologie

5,5. Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari keer beoordeeld. Biologie Samenvatting door een scholier 2060 woorden 22 februari 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie 5.1 drie organische stoffen waar je energie uit kan halen: vetten, koolhydraten en eiwitten. - Vetten:

Nadere informatie

Scheikundige begrippen

Scheikundige begrippen Scheikundige begrippen Door: Ruby Vreedenburgh, Jesse Bosman, Colana van Klink en Fleur Jansen Scheikunde begrippen 1 Chemische reactie Ruby Vreedenburgh Overal om ons heen vinden er chemische reacties

Nadere informatie

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten

Nadere informatie

Oefen SE Havo Biologie (21 vragen)

Oefen SE Havo Biologie (21 vragen) Oefen SE Havo Biologie (21 vragen) Experimenten Leerlingen kregen als onderdeel van het examendossier de opdracht om zelf een experiment over osmose te ontwikkelen. Hieronder staan twee van die experimenten.

Nadere informatie

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen.

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen. 7,9 Samenvatting door F. 1034 woorden 23 keer beoordeeld 18 juni 2013 Vak Scheikunde Methode Nova Scheikunde hoofdstuk 7. 7.1. Energie haalt je lichaam uit brandstoffen: - Koolhydraten bestaan uit koolstof,

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur Biologie Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni 13.30 16.30 uur 19 99 Boekje met informatie 900011 18B Begin informatie 1 Deling onder invloed van colchicine profase

Nadere informatie

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48

BASISSTOF. 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese Functionele bouw van een chloroplast Fotosynthesereacties 48 3 1 De cel 3 Autotrofe voeding 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 1 Omstandigheden van de zetmeelsynthese 44 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 3 Verband cel - weefsel - orgaan - stelsel

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

ANORGANISCHE STOFKLASSEN

ANORGANISCHE STOFKLASSEN ANORGANISCHE STOFKLASSEN 1. ATOMEN... 3 1.1. STRUCTUUR VAN HET ATOOM...3 1.2. DE ELEKTRONCONFIGURATIE...4 2. STOFFEN EN MENGSELS...5 2.1. ZUIVERE STOFFEN... 5 2.1.1. Soorten zuiveren stoffen...5 2.1.2.

Nadere informatie

Ecosysteem in een fles

Ecosysteem in een fles Ecosysteem in een fles Door: Femke Hoeksma 1 Voorwoord: De keuze van een onderwerp voor mijn profielwerkstuk was best moeilijk. Na een uitgebreide oriëntatie ben ik tot de keuze van een gesloten ecosysteem

Nadere informatie

3,3. Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1.

3,3. Samenvatting door D woorden 28 november keer beoordeeld. Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1. Samenvatting door D. 1431 woorden 28 november 2016 3,3 4 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 3: Chemische samenstelling van organismen 1. Inleiding Scheikundige samenstelling persoon 70kg Scheikundige samenstelling

Nadere informatie

Eindexamen biologie pilot havo I

Eindexamen biologie pilot havo I Bromelia s Van haar oma werd gezegd, dat ze groene vingers had. Ook haar moeder is dagelijks in de weer om planten te verzorgen. De nieuwste rage bij haar thuis zijn Bromelia s (zie afbeelding 1 en 2).

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin

Meerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de

Nadere informatie

Week / data 47 18/ /11

Week / data 47 18/ /11 Tweede planner voor 5 vwo Thema 3 BVJ deel 5 Energie Dit is stof voor je eerste schoolexamentoets in april. Er gebeurt in de natuur (dus ook in jouw lichaam) niets vanzelf, omdat het nodig zou zijn. Voor

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)

Nadere informatie

Celademhaling & gisting

Celademhaling & gisting Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).

Nadere informatie

4. Glycogeen is een koolhydraat. Je cellen maken het door glucosemoleculen aan elkaar te koppelen. Je gebruikt het als brandstof voor je lichaam.

4. Glycogeen is een koolhydraat. Je cellen maken het door glucosemoleculen aan elkaar te koppelen. Je gebruikt het als brandstof voor je lichaam. Samenvatting door M. 2658 woorden 20 mei 2015 6,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Leerdoelen H5&6 2. BMI= gewicht/lengte 2. Hoe lager de BMI, hoe minder vet je hebt. 3. 1. Monosachariden

Nadere informatie

Ecosysteem in een fles

Ecosysteem in een fles Ecosysteem in een fles Door: Femke Hoeksma 1 Voorwoord: De keuze van een onderwerp voor mijn profielwerkstuk was een ingewikkeld proces. Na een uitgebreide oriëntatie ben ik tot de keuze van een gesloten

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Waar leven is, zijn ook Enzymen

Waar leven is, zijn ook Enzymen Waar leven is, zijn ook Enzymen De verschillende functies van de Enzymen zijn ontelbaar veelzijdig, net zo als bij Microorganismen, maar Enzymen zijn geen Micro organismen. Het betreft hier dus geen levende

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.

Nadere informatie

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62437

Fotosynthese vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62437 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 05 juli 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62437 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 6,8 Samenvatting door Syb 669 woorden 3 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H3 Samenvatting PARAGRAAF 1 - Wortel Functies van de wortel: Het opnemen van

Nadere informatie

Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een

Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een (brandende) pinda? Inleiding De pinda (Arachis hypogaea), is een peulvrucht. Het bijzondere van de pinda is dat de peul,

Nadere informatie

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer

Bemesting actueel en uitdagingen toekomst. Piet Riemersma Specialist ruwvoer Bemesting actueel en uitdagingen toekomst Piet Riemersma Specialist ruwvoer 1 Stikstof in de lucht (N 2 ) Verliezen Denitrificerende bacteriën Rhizobium bacterie Assimilatie Stikstof fixatie door bacteriën

Nadere informatie

Aan de slag met Fotosynthese

Aan de slag met Fotosynthese Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres E i Kiwijs 27 september 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/32977 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie

Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie Antwoorden Biologie Thema 3: Ecologie Antwoorden door H. 1501 woorden 3 december 2013 5,5 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 2. 3. 4. 5. De relatie tussen organisme en

Nadere informatie

Inleiding Indeling van het plantenrijk Indeling van het dierenrijk Andere manieren van ordenen Ecologie...

Inleiding Indeling van het plantenrijk Indeling van het dierenrijk Andere manieren van ordenen Ecologie... ECOLOGIE Inhoudsopgave Inleiding... 3 Indeling van het plantenrijk... 4 Indeling van het dierenrijk... 5 Andere manieren van ordenen... 6 Ecologie... 6 Biotische- en a-biotische factoren... 9 Producenten,

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jasmijn 2123 woorden 22 juni keer beoordeeld. Biologie samenvatting Hoofdstuk 8 Ecosystemen en evenwicht.

6,2. Samenvatting door Jasmijn 2123 woorden 22 juni keer beoordeeld. Biologie samenvatting Hoofdstuk 8 Ecosystemen en evenwicht. Samenvatting door Jasmijn 2123 woorden 22 juni 2017 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting Hoofdstuk 8 Ecosystemen en evenwicht Nectar Havo 4 Paragraaf 8.1 Energiestromen

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie