Gids Voor nieuwe leden Algemene info en vervolgopleidingen

Transcriptie

1 Gids Voor nieuwe leden Algemene info en vervolgopleidingen DEEL 1 oktober 2018 versie 1.0 R.C.. 1

2 Inhoudsopgave 0. INLEIDING 3 DEEL 1 ALGEMEEN 1.1. Veiligheid Bootgebruik Dolbeschermers Het uit de stelling halen/terug leggen De boot in het water leggen/uit het water halen Materiaal/slijtage Sturen Hoe werkt het roer Wat gebeurt er bij het sturen Wind en stroming Kiezen tussen halen en strijken Roertje van de kant af richten Boei ronden Vrachtschip in de Hoogeveense Vaart Roei mogelijkheden 12 2

3 Inleiding Om je verder wegwijs te maken en te informeren is deze Gids voor nieuwe leden samengesteld. De Gids heeft 2 delen, een algemeen deel, deel 1, waarin belangrijke onderwerpen als veiligheid, bootgebruik, het sturen en de roei-mogelijkheden aan de orde komen. Lees dit deel goed door! Veiligheid, Bootgebruik en Sturen maken deel uit van het Scull-1T/S examen. Deel 2 behandelt de roeitechniek en de vervolg opleidingen. Bij de Hoogeveense Roeivereniging De Compagnie worden roei- en stuurvaardigheden op verschillende niveaus vastgelegd met certificaten. Als nieuw (aspirant)lid start je, om met het roeien kennis te maken, met de Basis Roei- Stuurinstructie. Voor het vervolg traject is dit certificaat verplicht. Nieuwe jeugdleden starten doorgaans in een skiff of C1. Zij volgen een eigen opleidingstraject. Vervolgens zijn er drie opleidingstrajecten, afgestemd op boottype. Roeien in... met -> Scullen Skiffen Boordroeien Sturen van de 8 C-boten Scull-1 Skiff-1 Boord-1 Gladde boten Scull-2 Skiff-2 Boord-2 bijzondere verrichtingen Skiff-3 Certificaat sturen 8 Tabel 1: Opleidingstrajecten en certificaten HRV De Compagnie, na Basis Roei- en Stuur-examen. Deze certificaten hebben diverse functies: ze zijn een bewijs van vertrouwen dat de vereniging in de roeier stelt om in aangewezen boottypen veilig en zelfstandig te kunnen roeien en sturen ze structureren de opleidingstrajecten van beginner tot volleerd roeier. Ook naar buiten toe zijn het in beperkte mate (in Nederland bestaat geen algemeen opleidingsdocument of centraal roeiexamen dat voor alle verenigingen en roeiers geldig is) bewijzen van kunde en ervaring. Op niveau 1 is het doel: technisch verzorgd roeien en sturen in een stabiele C-boot en zoveel extra vaardigheden verwerven als nodig is om met een ploeg gelijk geschoolden, zelfstandig niet alleen op het eigen roeiwater te roeien, maar ook te kunnen deelnemen aan toertochten bij verenigingen elders. Op niveau 2 is het doel: Het verder verbeteren / verfijnen van de roeitechniek in een gladde boot, zodanig dat de roei(st)er met een ploeg gelijk geschoolden, zelfstandig mag roeien op het eigen roeiwater. De roei(st)er is nu zo ver dat er verder getraind kan worden (liefst o.l.v. een coach) voor deelname aan wedstrijden indien gewenst. Het derde niveau is eigenlijk alleen zinvol voor skiffeurs. Het certificaat Skiff-3, omvat een reeks bijzondere verrichtingen met een skiff, waarmee de roeier een buitengewone beheersing van het roeien in de skiff kan aantonen. Dit 'all-in' opleidingsdocument omvat voor elke deelopleiding de noodzakelijke en nuttige informatie. De cursist kan de relevante teksten doorlezen en al doende vertrouwd raken met de kennis die voor het certificaat nodig is. Aan het eind van elk hoofdstuk staan de eisen die aan de kandidaat gesteld worden voor dat certificaat. Voor de permissies per certificaat zie het document: Overzicht Permissies op de website. De instructeur houdt in de gaten of de elementaire regels over bootgebruik nog bekend zijn en nageleefd worden. (Afschrijven, schade melden, tillen van de boten, dragen van riemen, in/uitstappen, controleren v/d boot voor vertrek...) Meer aandacht voor achtergronden van regels en gewenste handelwijzen in relatie met veiligheid en voorkomen van schade/slijtage. Het gaat niet alleen om technisch goed en veilig roeien en sturen, maar ook om verantwoord omgaan met het materiaal en verantwoord gedrag op het water! 3

4 1.1. Veiligheid In de BRS-gids is al het een en ander gezegd over veiligheid. Het is een hoofdstuk waar blijvend aandacht aan besteed dient te worden (zie ook BRS-gids hfdst 1 en reglement veilig roeien op de website). Er wordt niet geroeid: Bij (dreigend) onweer Vanaf windkracht 5 (grote golven en opwaaiend schuim) en voor beginners vanaf windkracht 4 Bij dichte mist (zicht minder dan 500 m; bocht niet zichtbaar) Voor zonsopgang en na zonsondergang Voor zichtbaarheid op het water dragen boeg en stuur/slag goed zichtbare, fluorescerende, eigen kleding of trekken even een hesje aan (hangen in de loods). Houdt stuurboord wal, haal in aan bakboord zijde. In de winterperiode gaat de temperatuur doorgaans flink omlaag en dat geldt ook voor de water temperatuur. IJsvorming in de vaart en temperaturen onder 0 graden zijn slecht voor de vloot. Boten kunnen beschadigen en kapot vriezen. Om dat te voorkomen gelden de volgende regels. Er wordt niet geroeid: Bij ijsgang in de vaart Als de temperatuur overdag en s nachts onder 0ºC blijft Als de temperatuur naar verwachting de komend nacht onder de -5ºC zakt (als de temp overdag boven de 0 gr is). Kans op onderkoeling in de winterperiode is groot. Niet alleen als je te water raakt, maar ook als je je niet warm kunt roeien (geldt m.n. voor beginnelingen!), door regen of gespetter nat wordt, of als je stuurt (je zit dan immers stil). De kans neemt toe bij wind (m.n. de koude wind uit het noorden-oosten) en een hoge luchtvochtigheid, die ervoor zorgen dat de gevoelstemperatuur flink wat lager kan zijn dan de werkelijke temperatuur, waardoor je sneller afkoelt! In Tabel 1 een overzicht van onderkoeld raken bij verschillende water temperaturen. Water temp wetsuit gekleed zwemkleding 0º C 15 min 9 min 2 min 5º C 3 uur 1 uur 0,5 uur 10º C 9 uur 3 uur 1 uur 15º C 12 uur 5 uur 2 uur 20º C 15 uur 9 uur 4 uur Het is duidelijk, raak je te water dan heb je bij lage water temperaturen weinig tijd om veilig in de boot of aan de kant te komen! Tabel 1: snelheid van onderkoeling bij verschillende water temperaturen en kleding Om de risico s zo klein mogelijk te houden kun je de volgende maatregelen treffen. Een aantal dunnen laagjes kleding (bv thermo of wollen kleding), is beter dan 1 dikke trui. Bij hevige kou; zorg dat hoofd, voeten en polsen (bv met afgeknipte sokken) goed beschermd zijn tegen de kou en draag een wind/waterdicht jack en broek. Zorg dat je snel uit je voetenboord kunt komen zonder je handen te hoeven gebruiken (je voeten dus niet vast snoeren!). Check het weerbericht. Blijf goed langs de kant (ook in de zwaaikom) en ga niet te ver van het vlot weg (geldt m.n. voor de kleine nummers). Ga nooit in je eentje op stap. Neem (eventueel) een telefoon mee (in waterdicht hoesje). De stuur, en roeiers in de kleine nummers worden, dringend aangeraden een zwemvest te dragen. Meer informatie over onderkoeling is te vinden op internet en op onze website, 4

5 Voor de skiffeur een aantal aanvullende opmerkingen. Je bent alleen, de boot is onstabieler (grotere kans op omslaan) en daardoor ben je als skiffeur veel kwetsbaarder (geldt ook voor 2x en 2-). Zonder certificaat mag er niet zonder instructeur worden geskifft Blijf, bij een watertemperatuur van 12 C en lager, dicht bij het vlot, vooral als je een minder ervaren roeier bent. Het wordt afgeraden om te skiffen in de maanden november t/m maart (gevaar van onderkoeling bij omslaan) als je niet in staat bent om snel weer in de boot te klimmen nadat je omgeslagen bent. Als je in de wintermaanden gaat skiffen, ga dan bij voorkeur niet alleen het water op en trek een zwemvest aan. Deze zwemvesten, speciaal voor roeiers, hangen in de loods. Wat betreft zwemmen: omdat door de beweging in koud water de afkoeling versneld wordt en dus de bloedtoevoer naar arm- en beenspieren vermindert, neemt het vermogen om te zwemmen snel af: goede zwemmers komen in koud water meestal niet verder dan 25 meter. Hoe kouder het is, hoe dichter men bij de wal moet blijven (zie tabel 1). Eventueel dient men van een tocht met risico's af te zien. Het dragen van een zwemvest is, m.n. voor de kleine nummers, als skiff, 2x of 2-, sterk aan te bevelen. Het wordt dringend aanbevolen om als skiffeur deel te nemen aan de Skiffshow, die jaarlijks wordt verzorgd. Voor de jeugd/junioren gelden nog enkele aanvullende veiligheidsvoorschriften. Is de watertemperatuur 12ºC of lager, dan draagt, in glad materiaal, iedereen een zwemvest, in C-materiaal alleen de stuur. Ben je 16 jaar of ouder en heb je je skiff-3 gehaald, dan mag je zonder begeleiding skiffen (of in de 2x). Voorwaarden zijn, dat je niet alleen het water op gaat en je ouders een verklaring hebben ondertekend waarin zij hiervoor toestemming geven. In onderstaand schema staan de bepalingen voor de kleine nummers nog eens op een rijtje. Skiff 1 en 2x Skiff 2 en 2x Skiff 3 en 2x Zomer Jeugd < 15 jr. Junior jr. Senior > 18 jr Niet zonder Niet zonder begeleiding Zelfstandig begeleiding Niet zonder Niet zonder begeleiding Zelfstandig begeleiding Niet zonder Niet alleen Zelfstandig begeleiding Met verklaring van ouders Skiff 1 en 2x Skiff 2 en 2x Winter (water temp 12 º C of lager) Jeugd < 15 jr. Junior jr. Senior > 18 jr Niet skiffen Niet zonder begeleiding Niet alleen Met zwemvest Dragen zwemvest aanbevolen Niet skiffen Niet zonder begeleiding Bij voorkeur niet alleen Met zwemvest Dragen zwemvest aanbevolen Skiff 3 en 2x Niet skiffen Niet alleen Met verklaring van ouders Met zwemvest Bij voorkeur niet alleen Dragen zwemvest aanbevolen 5

6 Tenslotte Vermijd risico s. Overschat je capaciteiten niet. Laat je niet overhalen flink te doen. Houdt altijd in het oog wat je zelf wel en niet wil/kan. Volg de regels van de vereniging. Zie verder: Reglement veilig roeien op de website ( De verenigingsapp. Speciaal voor het al dan niet mogen roeien i.v.m. weersomstandigheden is er een groepsapp aangemaakt. Deze app wordt beheerd door de roeicommissaris, en alleen hij kan daar berichten (wel / niet roeien) op plaatsen. Handig, want dan kan je thuis al zien of er geroeid mag worden die dag. Je kunt je hiervoor aanmelden bij de roeicommissaris. Vrachtschip in de Hoogeveense Vaart. Het kan gebeuren dat je tijdens het roeien een vrachtschip in de vaart tegenkomt (o.a. de Vectura). - Het vrachtschip zal (ongeveer) in het midden van de vaart varen (het is aan de kanten te ondiep). - Blijf rustig!!! Informeer de roeiers dat er een vrachtschip aankomt. - Vaar zo dicht mogelijk langs stuurboord wal - Roei in halve kracht rustig door. Het is wel belangrijk dat je vaart houdt!! Zonder vaart ben je immers stuurloos! 6

7 1.2. Bootgebruik (zie ook BRS-gids hfdst 3 en 5) Tijdens de BRS-opleiding heb je al veel geleerd over bootgebruik en kwetsbaarheid van het materiaal Ogen en oren open houden bij het rondlopen op de vereniging, kijken en soms helpen bij andere ploegen bij het uit- en inbrengen van boten, is de beste manier om al doende nog meer te weten te komen over de kwetsbaarheden en juiste behandeling van de boten Dol beschermers Boten gelegen op de 2 de en 3 de stelling in de loods hebben dolbeschermers (tennisbal met elastiek) om beschadiging bij het uit/in halen/leggen te voorkomen. Laat de tennisballen op de dollen van je boot zitten bij het uit de stelling halen! En omgekeerd: voor je de boot weer terug legt doe je eerst de tennisballen weer om de dollen! De tennisballen van je boot kan je aan de stelling hangen Het uit de stelling halen van de boten. De C-boten liggen doorgaans op een kar en kunnen naar het vlot gereden worden (Zie BRS-gids) De boten (de 4-en) op de eerste stelling worden er als volgt uit getild: - Zet twee bokjes, ter hoogte van de steunen, klaar in het gangpad - De boot met voldoende mensen ompakken en voorzichtig uitschuiven en op de bokjes leggen - Mensen verdelen over beide boorden en de boot in de handen naar het vlot dragen - Als je dat prettig vindt kan de boot buiten de loods ook boven de hoofden en op de linker/rechter schouder naar het vlot gedragen worden. De boten op de 2 de en 3 de stelling worden op schouderhoogte of hoger uit de stelling gehaald en daarna op de linker/rechter schouder naar het vlot gedragen. Voor je gaat lopen haalt de stuur de tennisballen van de dollen en hangt ze aan de stelling. Pas op bij het uithalen van de boot, dat de dollen van de boot niet de boot eronder raken en de boot ook niet de dollen van de boot erboven raken! De boot in het water leggen / uit het water halen. De C-boten gaan over de kiel het water in/uit. Let op dat je de boot niet laat kantelen! Glad materiaal wordt of boven de hoofden, of in de handen naar het vlot/de loods gedragen. Boven de hoofden: tenen aan de rand van het vlot, draaien en de boot met beleid ver weg van de rand van het vlot in het water laten zakken. Handen aan het binnenwerk (spanten!), boven de hoofden en op de linker/rechter schouder naar boven dragen. Op de bokjes leggen: boven de hoofden en uitzakken (om en om) naar je boord. In de handen: draaien voor de buiken, de roeiers aan de waterkant lopen om naar de andere kant, tenen aan het vlot en de boot met beleid ver weg van de rand van het vlot in het water laten zakken. Uit het water tillen (aan de spanten!), roeiers verdelen over beide boorden, draaien voor de buiken en in de handen naar boven dragen en op de bokjes leggen Het is en blijft belangrijk om boten na gebruik altijd goed schoon te maken en af te drogen. Achterblijvend water (m.n. in kieren, of barstjes in de lak) kan op de langere duur rotting veroorzaken en in de winter bevriezen, wat kan leiden tot vermindering van de stijfheid van de constructie en tot lekkage. Dit geldt ook voorkunststof boten, ook die hebben nog genoeg plaatsen waar water in kieren kan achterblijven. Vergeet niet de dolkleppen dicht te doen en de luchtkamers open te maken! Voor het naar binnen dragen de dolbeschermers weer op de dollen doen (voor boten op de 2 de en 3 de stelling. 7

8 Boten op de 1 ste stelling: bokjes in het gangpad zetten, boot naar binnen dragen en op de bokjes leggen. Allemaal aan een kant, de boot voorzichtig in de stelling leggen Materiaalschade / slijtage In een boot met schade mag niet geroeid worden. Slijtage en schades direct melden aan de materiaalcommissie (via formulier of materiaal@hrvdecompagnie.nl Kleine schades, als dat mogelijk is, graag zelf even verhelpen. Hang gebruikt gereedschap direct weer terug op het gereedschap bord. Leen geen bankjes, roertjes enz uit andere boten. Gebruik geen riemen van andere boten, tenzij dit is aangegeven op de lijst (bij afschrijfboek). 8

9 1.3. STUREN Het slagen van een training, wedstrijd of recreatieve tocht is voor een groot deel afhankelijk van degene die de boot stuurt. De stuurman of -vrouw moet de boot veilig over het water, door bruggen en langs andere scheepvaart leiden en de juiste commando s op een duidelijke manier aan een ploeg overbrengen. Daarnaast zijn er nog talloze facetten die het sturen uitdagend en complex maken; weersomstandigheden, coaching, motivatie van roeiers, wedstrijdhectiek en zo meer. Een stuur kan ervoor zorgen dat roeiers net dat beetje extra geven, waarvan een roeier niet dacht dat hij het in zich had. Een stuur kan de binnenbocht zo strak sturen dat er weer enkele secondes worden ingehaald, of juist de rust bewaren en net dat ene technische puntje geven waardoor de boot weer loopt. Een stuur heeft veel verantwoordelijkheid! Houdt de commando s zo kort mogelijk. Laat geen twijfel in je stem doorklinken want de roeiers gaan dan vaak ook twijfelen of soms erger: ze gaan op eigen houtje initiatieven ondernemen. Je kunt veel doen met de intonatie van je stem. Kom je bijvoorbeeld bijna tegen de kant aan en je wilt dat de roeiers direct reageren, dan kun je je stem verheffen en zeer resoluut het commando geven Hoe werkt het roer De stuurman stuurt de boot door het roer te verdraaien. Het roer werkt alleen als er water langs stroomt dus als de boot snelheid ten opzichte van het water heeft. Zo gauw het roer een hoek maakt met de vaarrichting ontstaat er een drukverschil tussen de beide zijden van het roer. Dat druk-verschil veroorzaakt een kracht dwars op het roervlak. Deze kracht kunnen we ontbinden in een kracht dwars op de boot en een kracht in de lengte richting die de boot remt. De kracht dwars op de boot is de stuurkracht die we willen oproepen; de remkracht is een ongewenst neveneffect. Hoe meer roer we geven hoe groter het drukverschil en dus ook de kracht dwars op het roerblad wordt. Maar tegelijkertijd wordt de verhouding tussen stuur- en remkracht ongunstiger. Als het roer dwars staat remmen we alleen nog maar Wat gebeurt er bij het sturen Door het sturen wordt er op de plaats van het roertje kracht op de boot uitgeoefend. Anders dan bij een auto of fiets gebeurt dat ergens aan de achterkant. Je stuurt dus vooral de achtersteven naar de buitenkant van de bocht en in veel mindere mate de voorsteven naar de binnenkant. Het is buitengewoon belangrijk om voor iedere boot die je stuurt een goed gevoel te krijgen voor de verhouding van de twee verplaatsingen. Wil je bijvoorbeeld een acht door een smalle brug sturen dan moet je als het ware eerst de voorsteven op de goede lijn brengen en dan de rest van de boot op die koerslijn sturen. Het is dus anders dan bij de auto waar de rest vanzelf de voorkant volgt. Het betekent ook dat als je dicht langs de oever vaart het heel moeilijk is om van die oever weg te sturen. Net als een auto die je achteruit van de stoeprand weg moet rijden. Bij een wherry valt dat nog mee omdat de riemen dicht bij elkaar in het midden zitten en het roertje nog veel ruimte heeft ook als de riemen dicht langs de kant gaan. Bij een acht zitten de riemen over zo n grote lengte dat de stuurmogelijkheid in zo n geval veel beperkter is. De stuurman van een vier of acht moet er dus steeds voor waken dat hij voldoende manoeuvreerruimte overhoudt; komt hij te dicht bij de wal dan kan hij daar alleen onder een heel flauwe hoek van weg varen. Vaak zal hij dan ook weg moeten strijken. Soms zullen dan alleen de boegroeiers nog kunnen roeien Wind en stroming Wind en stroming kunnen een grote invloed op de boot hebben. Bij alle handelingen op het water moet je dus rekening houden met deze factoren. Ook moet je weten wat lagerwal is en hoge wal. 9

10 Vaar niet te dicht langs de wal als stuurboord wal lagerwal is! Lig je even stil (bv bij uitleg coach/instructeur), laat je puntje iets uit de wal wijzen, zodat de boeg zo nodig de boot uit de wal kan houden. Bedenk dat je onder de hoge wal beschut ligt; wanneer je weer terug gaat, ga daar draaien. Aanleggen ALTIJD tegen de wind in. Bekijk voor je het water opgaat waar de wind vandaan komt!! Kiezen tussen halen of strijken Kijk altijd eerst waar je naar toe wil en hoeveel ruimte je hebt om te manoeuvreren. Als je met de punt dicht bij de kant zit, kies voor strijken. Ligt de achterkant (roertje) dicht bij de wal, dan eerst halen Indien de boot aan alle kanten vrij is, maakt het niet uit of je voor of achteruit gaat, kies voor strijken, want strijken is voor draaien meestal effectiever dan halen. Wil je de bocht scherper maken, dan kan je dit op twee manieren doen: 1. In het geval van halen zou je alleen de slag kunnen laten halen, of 2. Rondmaken Roertje van de kant af richten In Figuur 1 is de achterkant van de boot vlak bij de wal. Het pijltje laat zien aan welke kant van het stuurtouw getrokken wordt om het roer van de kant af te draaien. Figuur 1: 1. Bij het strijken moet je het roertje van de kant af gericht houden als de boot te dicht bij de wal komt. 2. Richt je het roertje de andere kant op, dan komt het knel te zitten tussen de kant en de boot. Het roertje kan kapot gaan Strijkend aanleggen Houdt rekening met de wind! Ook voor strijkend aanleggen geldt: altijd tegen de wind in aanleggen. Figuur 2 laat het achteruit aanleggen of wel strijkend aanleggen zien. Kijk of het water vrij is voor het aanleggen. Ruim voordat je wilt gaan aanleggen informeer je de roeiers dat je strijkend wilt gaan aanleggen. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte tussen de boot en de kant is, zodat je genoeg ruimte hebt om tijdens het aanleggen nog te corrigeren. Geef het commando laat... lopen... bedankt. Laat de boot draaien door het commando houden bakboord te geven. Breng de boot in een hoek van 45 graden met de kant. Geef het commando houden beide boorden om de boot stil te leggen. De roeiers draaien het blad, waardoor de roeiers klaar zitten om te gaan strijken. Kijk nog een keer of het veilig is om strijkend aan te leggen. Pak de stuurtouwtjes achter je met één hand vast zodat je het roertje recht kan houden. Daardoor kom je een beetje dwarsgedraaid in de boot te zitten; doe het dan zo dat je met je gezicht naar de kant zit waar je wilt aanleggen. Geef het commando strijken beide boorden.. nu. Tijdens het strijkend aanleggen heb je in principe niets aan je roertje. Je zult met stuurboord best en bakboord best de boot moeten sturen. Het kan zijn dat je roer omklapt. Meestal kun je dit negeren en kan je gewoon doorvaren. Draait de boot te veel door het omgeklapte roer, kan je de boot stilleggen en de roeiers laten halen totdat het roer weer recht is. 10

11 Geef tijdig het commando laat... lopen... bedankt. De boot zal nu nog verder afremmen. Indien je niet genoeg vaart hebt, kan je ook het commando bedankt achterwegen laten omdat je met bedankt nog verder afremt. Het moment waarop je dit zegt hangt af van de vaart van de boot, de stroming en de windrichting. Laat de roeiers ruim voordat je bij de kant bent de riemen hoog brengen riemen hoog. (Bij een hoge wal riemen laten slippen) Voor de kant laat je de boot draaien door het commando houden bakboord te geven. Het is de bedoeling dat je door het houden draait. Zorg er dan voor dat het roertje van de kant af draait om te voorkomen dat het roertje tussen de wal en het schip klem raakt (zie fig onder ). Kom je bijna tegen de wal aan breek dan het aanleggen af. Heeft de boot na het houden bakboord nog een beetje vaart dan moet je door strijken bakboord de boot verder stilleggen. Je geeft het commando bedankt als de boot stilligt. De roeiers leggen nu de bakboordriem plat op het water. De boot moet zo dicht bij de kant zijn dat de stuurman de kant kan vastpakken Boei ronden zonder aanraken De bedoeling is om strak om de boei heen te roeien zonder deze te raken. Er zijn verschillende methoden om rond de boei te varen. Het maakt niet zo veel uit hoe je het doet als je maar zo dicht mogelijk bij de boei blijft. Een voorbeeld is hieronder beschreven. 1. Vaar zo veel mogelijk aan stuurboordwal light paddle richting de boei. 2. Geef het commando laat lopen om vaart te minderen. Probeer nu al een beetje om de boei heen te sturen. 3. Geef iets voor de boei het commando houden bakboord, waardoor de boot om de boei begint te draaien. 4. Geef vlak bij de boei het commando slippen bakboord en laat direct daarna de roeiers halen aan stuurboord. De boot draait nu om de boei. 5. Geef nu het commando halen stuurboord om om de boei heen te draaien. 6. Als je voor bij de boei bent laat je beide riemen uitbrengen. Vervolgens laat je strijken aan bakboord om de boot te laten draaien en af te remmen. 7. Keer de boot door afwisselend te laten halen en strijken. 8. De boot is nu gedraaid. Maak het jezelf zo gemakkelijk mogelijk door de boot langzaam te laten varen en niet te lang te wachten met het geven van de commando s. Als je te dicht bij de kant bent gekomen en je hebt geen ruimte om te roeien kun je het beste met peddelend (zonder oprijden) strijken de ruimte vergroten Vrachtschip in de Hoogeveense Vaart. Het kan gebeuren dat je tijdens het roeien een vrachtschip in de vaart tegenkomt (o.a. de Vectura). - Het vrachtschip zal (ongeveer) in het midden van de vaart varen (het is aan de kanten te ondiep). - Blijf rustig!!! Informeer de roeiers dat er een vrachtschip aankomt. - Vaar zo dicht mogelijk langs stuurboord wal - Roei in halve kracht rustig door. Het is wel belangrijk dat je vaart houdt!! Zonder vaart ben je immers stuurloos. 11

12 1.4. Roeimogelijkheden Roeien Omschrijving Certificaten Contact persoon Vrij roeien 1 Vrij roeien 2 Toer roeien Marathon roeien Als wedstrijd of als toertocht. Wedstrijd roeien Instructie 1 Instructie 2 De vereniging kent een aantal inloop momenten, waarop je kunt komen roeien. Elk moment heeft z n eigen contact persoon. Deze persoon deelt de aanwezigen in ploegjes in. De momenten zijn: ma.mo, do.mo en zo.mo om uur en wo.mi uur, In de zomer (april t/m sept.) ook wo av uur. Je kunt zo komen, afspraak maken is niet nodig. Je vormt met 1 of meer personen een ploegje en kiest een vast roeimoment. De boot kan op je vaste roeimoment gereserveerd worden, zodat je zeker weet dat je kunt roeien. De reservering vervalt een kwartier NA de opgegeven tijd. De boot is dan ook voor anderen beschikbaar. Verenigingen organiseren toertochten, waar de toercommissie een aantal tochten per jaar voor ons uit zoekt. Lengte: meestal rond de 30 km. Zelf organiseren zij de Troost-tocht, ong. 20 km. Ben je wat meer ervaren, dan kan je ook met een ploegje bij een andere vereniging een boot huren om daar te gaan roeien. Friesland bv heeft mooi en afwisselend roeiwater. Wil je meer, dan is Marathon-roeien misschien iets voor jou. Je roeit in C-materiaal (C4x+ of C2x+) een afstand van ong. 55 km. Trainen is in beide gevallen een vereiste! Ook aan de techniek zal gewerkt moeten worden (met een instructeur, die aantal keren (niet elke training) aanwezig is). Richtlijn: 2x per week, in de boot of op de ergometer een trainingsprogramma volgen. Krachttraining is een aanbeveling (i.o.m. de ploeg). Wedstrijdroeien kan ook. Bedenk wel dat er dan het een en ander van je verwacht wordt en je er in principe altijd bent! De ploeg wordt begeleid door een coach. Richtlijn: 2, liefst 3x per week trainen, in de boot, of op de ergometer. Krachttraining is een aanbeveling (i.o.m. de coach). Voor het behalen van een certificaat wordt je in een ploegje ingedeeld (of alleen, als je gaat skiffen) en krijg je een instructeur toegewezen. Ook voor het sturen van de 8 kan je een certificaat behalen. Om je techniek bij te houden/verder te verbeteren/foutjes eruit te halen kun je je aanmelden voor de Opfris instructie. Belangrijk, want een goede roeitechniek verkleint de kans op blessures en vergroot het roeiplezier! Voor C-materiaal: minimaal BRS; Scull-1 aanbevolen. Voor Skiffen: Skiff-1 Voor glad materiaal: Scull-2 (ongestuurd: boeg skiff-2) Voor skiffen: Skiff-2 Zie boven BRS en Scull-1 (Voor onze Troost-tocht is BRS voldoende) Volgen stuur-praktijkdag is een aanbeveling!! BRS en Scull-1 Voldoende techniek om ong 10km/uur te kunnen roeien. Volgen stuur-praktijkdag is een aanbeveling!! Minimaal BRS en Scull-1/Boord-1 Certificaten, waar je na je BRS voor kunt gaan zijn: Scull-1 en 2, Skiff-1, 2 en 3(jeugd), Boord-1 en 2. Stuur 8 Ma mo: Albert / Gerry Wo mi: Gerry Do mo:. Zo mo: Marius Wo av: Pouwlien Roeicommissie Toercommissaris Toercommissaris Of: Pouwlien (Cont pers) Wedstrijdcommissaris Roeicommissie / commissaris opleidingen Zie de website voor meer uitgebreide informatie. Aanmelden kan door mailtje te sturen naar: jeanetteoosterveld@gmail.com 2x per jaar (mrt. en sept.) wordt er een middag/avond georganiseerd, de ploegenmarkt. Leden kunnen hier hun roei wensen (wat, waar, wanneer en met wie) kenbaar maken. De RoeiCie verzorgt de indeling en toewijzing van de boten en zal daarbij zoveel mogelijk rekening houden met de wensen en mogelijkheden van de roei(st)ers. Zo kunnen we iedereen een passend roeimoment geven en val je niet buiten de boot. Het is dus belangrijk hierbij aanwezig te zijn!! 12

13 13