EVANGELISCHE BROEDERGEMEENTE UTRECHT Liturgie voor de dienst van zondag 03 februari 2019 Laatste Zondag na EPIFANË

Transcriptie

1 EVANGELISCHE BROEDERGEMEENTE UTRECHT Liturgie voor de dienst van zondag 03 februari 2019 Laatste Zondag na EPIFANË Kom en zie Gods daden; ontzagwekkend is Zijn doen voor de mensenkinderen Psalm 66:5 Voorzang [aria 67] Aleluya! Prèise Masra! Yu mi sili prèise En! Prèise En èn taki tangi na yu eri libiten. Libisuma no kan yepi, den no yere, den no si; ma mi Masra si èn yere, A de kon fu yepi mi. Te mi de na sondunowtu, mi de suku yepi tu; nowansuma man fu yepi: Masra yepi mi fu tru. Mi bun Masra mi sa prèise, mi sa gi En bigi nen: aleluya mi sa singi noyaso en alaten. Orgelspel - Aansteken van de Paaskaars

2 wijze 624] [w. 83 a.] Grote God, U loven wij, Heer, wij prijzen uwe sterkte. D aard aanbidt uw heerschappij / om de wondren, die Gij werkte. Vóór de wording van de tijd / waart Gij, die Gij eeuwig zijt. Wereldschepper, eindloos groot! Heilig Heer der legerscharen! Sterke helper in de nood! Hemel, aarde, lucht en baren / prijzen uwe macht alom: alles is uw eigendom. Heer, wees Gij ons zondaars goed! Schenk uw bijstand ons, uw zegen! Leid ons, als een Vader doet, aan uw hand langs al uw wegen! Zie ons d ogen op U slaan! Laat ons niet verloren gaan! Switi evangelium, santa tori fu wi Masra. Alamal mu yere Èn. No wan musu tan na baka. A no libisuma no, Gado srefi kali yu. Yere fa wi kari Èn. Na wi Masra Yesus Kristus. Yere so wan switi nen, ala santa Gadobuku. Kari Èn na Helpiman; disi de fu ibriwan. Begroeting en dagteksten [w. 130/ jhdh 132] Heer, ik hoor van rijke zegen, Die Gij uitstort keer op keer. Laat ook van die milde regen, Dropplen vallen op mij neer! Ook op mij, ook op mij! Dropplen vallen ook op mij! Liefde Gods, zo rein, zo krachtig, bloed van Jezus, rijk en vrij, Gods genade, sterk en machtig, o, verheerlijk u in mij! Ook in mij, ook in mij! O, verheerlijk U in mij! Ga mij niet voorbij, o Herder, maak mij gans van zonden vrij! Vloeit de stroom van zegen verder; zegen andren, maar ook mij! Ja, ook mij, ja, ook mij! Zegen andren, maar ook mij! [De gemeente staat op]

3 Votum en groet Introductie dienst [De gemeente gaat zitten] Woord voor de kinderen [De kinderen gaan naar de kinderkerk] Mededelingen [JHDH 62] Jezus, mijn Heiland, groot is Uwe liefde; Gij kwaamt op aarde tot redding der mensen, om haar van zonden eeuwig te bevrijden, Dank, Here Jezus. Jezus, mijn Heiland, groot is Uwe liefde; Gij gaaaft uw leven ten prijs onzer zielen: Dies is geen vijand nu ooit meer te vrezen, voor Uw verlosten. Jezus, mijn Heiland, leer ons U te kennen, Leer ons te leven, te lijden, te wachten, om U voor eeuwig lof en eer te geven, U en de Vader Eerste Schriftlezing:EXODUS 3: verzen 1-13 En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van God, de Horeb. En de engel van de Heer verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd.

4 Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkend verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. Toen de Heer zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! En Hij zei: Kom hier niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond. Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken. De Heer zei: Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en ik heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed. Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing. Nu dan, zie, het geschreeuw om hulp van de Israëlieten is tot Mij gekomen. En Ik heb ook de onderdrukking gezien waarmee de Egyptenaren hen onderdrukken. Nu dan, ga op weg. Ik zal u naar de farao zenden, en u zult mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden. Mozes zei echter tegen God: Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? En Hij zei: Voorzeker, Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn dat Ik u gezonden heb: Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg. En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen? En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. Amen

5 [JHDH 140] Wan opo doro de fu tru en na hem ini leti Wan krin dey star fu sori tru, wi Gado tranga lobi. Refr.: So bigi gnade a kan de; a doro opo tu gi mi? Fu mi, gi mi, a opo tru gi mi! Kon esi dan, no lasi ten; di gnade doro opo. Teki dan yepi kon na Èn. Èn wi mu lobi tẻgo. Na grebi wi sa beri tu, den kruis fu di grontapu. Wawan a krown den teki tru, di lobi Èn te doro. Tweede SCHRIFTLEZING: Mattheus. 17 verzen 1-9 En na zes dagen nam Jezus Petrus en Jakobus en Johannes, zijn broer, met Zich mee en bracht hen op een hoge berg, alleen met hen. En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd; zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. En zie, aan hen verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. Petrus antwoordde en zei tegen Jezus: Here, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken, voor U een, voor Mozes een, en een voor Elia. Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem. Amen.

6 [opw. 407] O Heer, mijn God, wanneer ik stil bewonder, het groots heelal, door uwe Hand gemaakt. De sterren zie en hoor de donder rollen, uw macht aanschouw, die straalt door alles heen: Dan zingt mijn ziel tot U, mijn Heer, mijn heil: hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij (2x) O Gado Masra, te mi luku lontu, mi si a wroko san Yu han ben du. Mi si den star, mi yere dondru bari, mi si a son di leti Yu wroko: Dan mi e singi, singi dan gi Yu! Fu Yu grani, fu Yu grani! Dan mi e singi, singi dan gi Yu! Fu Yu grani, fu Yu grani! Te ai e si, te ala yesi yere, Den bigi wroko san wi Gado du Te loktu krin,te dondru srefi bari, Wi fir Yu glori nanga krakti tu Dan singi nomo ati gi fu du, Mi Gado fa Yu bun fu tru Dan singi nomo ati gi fu du, Mi Gado fa mi lobi Yu Gebed Overdenking orgelspel Felicitaties en lied voor de jarigen Memre a bun di Gado ben du yu[2x]. Memre a bun di Gado [2x]. Memre a bun di Gado ben du yu. Sabi a bun di Gado ben du yu [2x]. Sabi a bun di Gado [2x]. Sabi a bun di Gado ben du yu A ben gi yu furu genade[2x]. A ben gi yu furu[2x] A ben gi yu furu genade (Aankondiging offerande) Offerande

7 Give me oil in my lamp, keep me burning. Give me oil in my lamp I pray. Give me oil in my lamp, keep me burning, keep me burning till the break of day. Refr.:Sing Hosanna [3x] to the King of kings. Sing Hosanna [3x] to the King. Give me love in my heart, keep me serving. Give me love in my heart I pray. Give me love in my heart, keep me serving, keep me serving till the break of day. Give me peace in my heart keep me resting. Give me peace in my heart I pray. Give me peace in my heart keep me resting. Keep me resting till the break of day. Dankgebed en voorbede, gezamenlijk Onze Vader Kinderen komen terug uit de zondagsschool [ARIA 81] Mi Yesus, mi bun Masra, A kari wi so krin, A kari wi so switi: we, kon tok' mi pikin. We, di wi yere dati, wi opo go na En, A brasa wi, A bosi, A gi wi switi nen. Fu tru, na wan bun Masra, wan lobi Yepiman Na En mi gi mi abra, na En mi wani tan. Zegen

8 [w.302] G: De genade van onze Here Jezus Christus en de liefde des Vaders en de gemeenschap des Heilgen Geestes. L: Zij met u allen. G: Met ons allen, Amen [w.230] Ga in vrede, ga in vrede. Wij dragen u in den gebede steeds op tot Gods genadetroon. Blijve s Vaders gunst u leiden, en zij, wat lot u moog verbeiden, uw trouwe gids zijn eenge Zoon. Wij zien u straks niet meer. Maar Jezus, onze Heer, ziet van boven steeds op u neer met vriendlijk oog, als trouwe vriend die nooit bedroog. Ga in vrede, ga in vrede. En draag het woord des kruises mede. Het woord van God, de grootste kracht. Help dat heilig woord vertolken, temidden van de heidenvolken, die zuchten in hun donkre nacht. Zie, hoe die nacht daar zwicht voor t evangelielicht, t licht des kruises. De satan wijkt. Der zonde band wordt nu verbroken door Gods hand. Wij wensen elkaar een gezegende week toe onder de hoede van Onze Heer.