Glijbaan. FC* Beschrijving - Commentaar. Vragen over de huidige toestand OK Niet OK. 1. Conform de EN-norm Permanente markering

Transcriptie

1 1. Conform de EN-norm 1176 Is op het speeltoestel een markering aangebracht dat het in overeenstemming met de NBN/EN-norm 1176 is of kan de fabrikant een geschreven attest afleveren dat het toestel in overeenstemming met deze norm of een ontwerp van deze norm werd gebouwd? Als het antwoord op die vraag positief is, is er geen verplichting om een risicoanalyse uit te voeren in de zin van het KB, maar er moet wel een regelmatige inspectie gebeuren, bijvoorbeeld van onderstaande punten. 2. Permanente markering De uniform grijs gemaakte lijnen wijzen op de noodzaak van slechts één controle, vóór 01/01/2002 of bij het terug in dienst stellen van een nieuw toestel na die datum 2.1 Uniek identificatienummer aangebracht? 2.2 Naam en adres van de constructeur aangebracht als het toestel werd aangekocht na 19/05/01? 2.3 Bouwjaar aangeduid als het toestel werd aangekocht na 19/05/01? 3. Veiligheidswaarschuwingen / -opschriften 3.1 Aangebracht en leesbaar? 3.2 Is de leeftijd van de kinderen (waarvoor het toestel bestemd is);aangeduid? 4. Risico's op blessures als gevolg van de gebruikte materialen 4.1 Houten delen behandeld om houtrot te voorkomen? 4.2 Is er geen houtrot aanwezig? 1

2 4.3 Geen extreme slijtage op één of meerdere delen? 4.4 Geen beschadigingen, scheuren of breuken? 4.5 Geen splinters of slecht afgebraamde lasverbindingen? 4.6 Geen blijvende vervorming? 4.7 Geen inwendige of uitwendige corrosie? 4.8 Verflaag in goede staat? 5. Gevaren als gevolg van uitstekende delen 5.1 Geen uitstekende nagels? 5.2 Geen schroefdraden of moeren die eruit steken? 5.3 Zijn de schroefkoppen, moeren, vrij van bramen? 6. Gevaren die te maken hebben met de ondergrond (speeloppervlak) 6.1 Is het grondoppervlak effen zonder gevaar voor struikelen? 6.2 Zijn er geen scherpe voorwerpen of scherpe hoeken? 6.3 Heeft het bodemmateriaal geen giftige bestanddelen? 7. Gevaren voor beknelling 7.1 Geen openingen die een gevaar vormen dat het hoofd en de nek bekneld raken? 2

3 7.2 Geen openingen die een gevaar vormen voor het bekneld raken van de kleren? (V-vormige opening)? 7.3 Geen openingen of ruimtes die een gevaar vormen dat de vingers bekneld raken bij een gedwongen beweging? 7.5 Zijn de uiteinden van de buizen afgedicht? 8. Risques liés aux dispositifs d accès 8.1 Ladders Sporten geblokkeerd in rotatie en stevig bevestigd? Horizontale sporten? Voldoende ruimte om de voet te plaatsen? Voldoende vrije ruimte boven de ladder? 8.2 Trappen Constante hellingshoek? Horizontale treden? Treden voldoende diep? Voldoende vrije ruimte boven de trap? 9. Gevaren die verband houden met het glijen (=glijgoot) 9.1 Glijgoot in één stuk vervaardigd? 9.2 Lengte van de beginsectie voldoende lang? 3

4 9.3 Is de zijdelingse wering in de beginsectie en in de glijsectie zelf continu? 9.4 Is de zijdelingse wering in de beginsectie en in de glijsectie voldoende hoog? 9.5 Breedte beginsectie = breedte glijsectie? 9.6 Is de lengte van de uitloop voldoende (in functie van het type uitloop)? 9.7 In geval van een tunnelglijbaan (cilindertunnel) : Binnenafmetingen van het tunnelgedeelte 75 cm? Continue tunnelsectie zonder overtunneling van de uitloopsectie? Bevindt het einde van de beginsectie zich in de tunnelsectie? 10. Gevaren die verband houden met het vallen of met schokken 10.1 Is de valzone ruim genoeg (zie hieronder)? 10.2 Is er schokabsorberend materiaal aanwezig (verplicht als de vrije valhoogte 0,6 m)? 10.3 Is het valoppervlak in goede staat (voldoende dikte, zie tabel met uittreksel norm 1177) en vrij van obstakels? 10.4 Betonnen sokkels volledig afgedekt? Valoppervlakte : minimum 1 meter vanaf de buitenafmetingen van het toestel (behalve rond de toegangszone en beginsectie en aan het einde van de uitlooopsectie); De valruimtes mogen elkaar niet overlappen. 4

5 Voor zover het nuttig is, vermelden wij hieronder de structurele afmetingen die gelden krachtens de EN 1176-norm voor een identiek nieuw speeltoestel (aan te kopen na het van kracht worden van het KB van 28/03/2001), in geval men de analyse volledig conform de norm in kwestie wil voortzetten. Structurele referentie-elementen Glijgoot Beginsectie : Lengte 0,35 m Hellingshoek 5 Als vrije valhoogte > 1 m zijdelingse weringen (hoogte 0,7 m) in verlengde van de zijdelingse weringen van de glijsectie In geval van gecombineerde glijbaan (vastgehecht aan een ander toestel) : Hoogte zijdelingse weringen 0,5 m Als de vrije valhoogte > 1 m verplichte aanwezigheid van een stang dwars op de glijrichting Glijsectie : Maximale hellingshoek : 60 Gemiddelde hellingshoek : 40 Indien hellingshoekverandering > 15 afgeronde hoek Als de zone > 1,5 m 0,7 m > breedte > 0,95 (behalve gebogen of spiraalvormige glijbaan breedte < 0,7 m) Hoek van de zijdelingse weringen ten opzichte van de verticale 30 Hoogte van de zijdelingse weringen : in functie van de vrije valhoogte Uitloopsectie : Adequate hellingshoek (in functie van het type uitloopsectie) Voldoende lang (in functie van de lengte van de glijsectie en het type uitloop) 5

6 Ladders Open ruimte achter de ladder 90 mm Altijd dezelfde ruimte tussen de sporten Hellingshoek van de ladder : 60 Hoek 90 Ofwel sporten of treden < 60 mm, ofwel is er een leuning met tussen 16 mm en 45 mm Als de ladder praktisch verticaal is : sporten en stijlen tussen 16 mm en 45 mm Trappen : Hellingshoek: 15 Hoek 60 Als de hoogte van het trapdeel tussen twee trapportalen > 1 m en de hellingshoek > 45 aanwezigheid van leuningen Als de hellingshoek > 60 leuningen aan beide kanten Diepte van de treden 0,14 m 0,10 m stootbord 0,23 m Als de trap hoger > 2,5 m, tussenoverlopen overlopen verplicht om een val van meer dan 2 m te vermijden Niet continue trapdelen (verschoven met minstens de breedte van 1 trede of een richtingsverandering inhouden 90 ) Breedte van de trappen de treden Lengte van de overloop 1 m 6