Hoge Raad , BJN , (Van Zijl/Koppen)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad 24-05-1996, BJN 101925, (Van Zijl/Koppen)"

Transcriptie

1 UJA-Nummer Instantie UJA_ Hoge Raad datum wetsartikelen Art. 1639e (oud-bw), art. 1639w (oud-bw) en art aa(oud-bw) t/m art. 1639dd oud-bw (thans art. 7:685 BW, art. 7:667 BW en art. 7:662 BW t/m art. 7:666 BW) Hoge Raad , BJN , (Van Zijl/Koppen) Samenvatting Casus Van Koppen is sinds 32 jaar in loondienst bij Van Zijl. Op 5 januari 1994 ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen Van Koppen en Van Zijl met ingang van 1 april 1994 wegens voorgenomen bedrijfsbeëindiging. Omdat de bedrijfsbeëindiging niet direct gerealiseerd kan worden blijft Van Koppen werkzaam bij Van Zijl in de functie van tuinbouwmedewerker. In oktober 1994 dient Van Zijl wederom een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in op grond van bedrijfsbeëindiging die op dat moment een feit is. De kantonrechter maakt aan de partijen het voornemen kenbaar om het verzoek toe te wijzen onder toekenning van een vergoeding aan Van Koppen ter hoogte van f bruto. Hierop trekt Van Zijl het ontbindingsverzoek in. De kantonrechter ontbindt vervolgens op verzoek van Van Koppen de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding van f bruto. Van Zijl stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter een niet meer bestaande arbeidsovereenkomst zou hebben ontbonden. Hij betoogt dat hij met Van Koppen was overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming zou eindigen op het moment van de daadwerkelijke verkoop van zijn bedrijf. Deze verkoop heeft in september 1994 plaatsgevonden zodat, aldus Van Zijl, op dat moment de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd. Rechtbank Laat de beschikking van de kantonrechter in stand en overweegt hiertoe dat de afspraak tussen Van Zijl en Van Koppen zich niet verdraagt met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Cassatiemiddel Van Zijl voert aan dat er sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst onder een ontbindende voorwaarde en dat een dergelijke voorwaarde niet noodzakelijkerwijs strijd oplevert met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Hoge Raad Stelt voorop dat niet uitgesloten is dat een arbeidsovereenkomst eindigt doordat een aan deze overeenkomst verbonden ontbindende voorwaarde in vervulling gaat. Echter, een voorwaarde die met (het gesloten stelsel van het ontslagrecht) niet te verenigen is, zal niet tot een beëindiging van rechtswege van de arbeidsovereenkomst kunnen leiden. Volgens de HR doet een dergelijk geval zich hier voor. Een ontbindende voorwaarde op grond waarvan een arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat een werkgever zijn bedrijfsactiviteiten eindigt, strookt niet met de ontslagbescherming zoals die tot uitdrukking komt in de verplichting van de werkgever om bij een voorgenomen bedrijfsbeëindiging toestemming te vragen aan de regionaal directeur van de arbeidsvoorziening voor het ontslag van zijn werknemers. Hetzelfde geldt voor de beëindiging van bedrijfsactiviteiten als gevolg van een overgang van onderneming als bedoelt in artikel 7a:1639aa oud-bw. Juist omdat deze bepalingen strekken ter bescherming van de werknemer in het geval van overgang van de onderneming waarin zij werken, kan de verkoop en overgang van de onderneming evenmin aangemerkt worden als een geldige ontbindende voorwaarde van de arbeidsovereenkomst. Uitspraak Adreanis Josephus Theodora van Zijl, te Poeldijk, gemeente Monster, verzoeker tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerder, adv. mr. K.M. van Holten, tegen Wilhelmus Hendrikus Maria van Koppen, te Kwintsheul, gemeente Wateringen, verweerder in cassatie, voorwaardelijk incidenteel verzoeker, adv. mr. D.J. Bosboom. Rechtbank Beoordeling

2 Allereerst dient onderzocht te worden of Van Zijl ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit is het geval, daar hij stelt dat de kantonrechter een niet meer bestaande arbeidsovereenkomst heeft ontbonden. Daarmee stelt hij impliciet dat de kantonrechter buiten het toepassingsgebied van art. 7A:1639w BW is getreden. Dienaangaande overweegt de rechtbank het volgende. Van Zijl stelt dat hij met Van Koppen was overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming zou eindigen op het moment van de daadwerkelijke verkoop van zijn bedrijf. Die verkoop heeft in september 1994 plaatsgevonden. Aldus stelt Van Zijl dat de arbeidsovereenkomst van Van Koppen met wederzijds goedvinden onder een tijdsbepaling is beëindigd. Daargelaten of Van Koppen zich de consequenties van een dergelijke afspraak die Van Koppen overigens heeft betwist wel voldoende zou hebben gerealiseerd, moet worden aangenomen dat zo'n afspraak zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende het ontslagrecht. Een dergelijke afspraak brengt immers een grote onzekerheid voor de werknemer mee, die niet weet wanneer de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk zal worden beëindigd. Op deze wijze zou voorts de in artikel 6 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening kunnen worden omzeild. Het voorgaande brengt mee dat, ook al zou de stelling van Van Zijl omtrent deze afspraak juist zijn, deze niet kan leiden tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op het moment van de bedoelde verkoop september 1994 met wederzijds goedvinden is geëindigd. Hieruit volgt dat de kantonrechter met haar beslissing op het verzoekschrift van Van Koppen niet buiten het toepassingsgebied van artikel 7A:1639w BW is getreden. Haar beslissing kan derhalve in hoger beroep niet worden getoetst. Het verzoek van Van Zijl moet daarom worden afgewezen. (enz.) Principaal cassatiemiddel Schending van het recht en/of verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, doordat de rechtbank heeft overwogen en beslist als is vervat in de ten deze bestreden beschikking, zulks ten onrechte om één of meer van de navolgende, zonodig in onderlinge samenhang te lezen, redenen: I In de tweede alinea van het tweede blad van de beschikking overweegt de rechtbank in het kader van de beantwoording van de vraag of de kantonrechter bij toewijzing van het verzoek van Van Koppen niet buiten het toepassingsgebied van artikel 7A:1639w BW is getreden nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen naar Van Zijl heeft gesteld met wederzijds goedvinden onder een tijdsbepaling is beëindigd: Daargelaten of Van Koppen zich de consequenties van een dergelijke afspraak die Van Koppen overigens heeft betwist wel voldoende zou hebben gerealiseerd, moet worden aangenomen dat zo'n afspraak zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende het ontslagrecht. Deze beslissing is rechtens onjuist, althans zonder nadere motivering onbegrijpelijk, nu de wet de vrijheid van partijen om in een arbeidsovereenkomst een ontbindende voorwaarde op te nemen die er toe strekt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zal zijn beëindigd indien aan die voorwaarde is voldaan, niet beperkt, althans niet anders dan door het bepaalde in artikel 7A:1639e, lid 3 en 4, BW, en zij op grond daarvan in onderling overleg de arbeidsovereenkomst te allen tijde kunnen beëindigen, althans dat voor het totstandkomen van een (beëindigings)overeenkomst terzake een arbeidsovereenkomst ( met wederzijds goedvinden ) en/of het totstandkomen van een overeenkomst onder ontbindende voorwaarde geen andere vereisten gelden dan voor het totstandkomen van een (beëindigings)overeenkomst in het algemeen (vgl. HR 23 december 1955, NJ 1966, 183) en/of het totstandkomen van een overeenkomst onder ontbindende voorwaarde, en aldus niet valt in te zien op welke grond de eventueel tussen Van Koppen en Van Zijl gesloten overeenkomst zich niet verdraagt met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Een dergelijke wijze van beëindiging maakt immers van dat stelsel van ontslagrecht onlosmakelijk deel uit. Ten onrechte, althans zonder nadere motivering op onbegrijpelijke wijze, beslist de rechtbank anders. IIa De overweging van de rechtbank dat de afspraak dat de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming zou eindigen op het moment van daadwerkelijke verkoop van het bedrijf van Van Zijl zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende het ontslagrecht is althans onjuist, nu een ontbindende voorwaarde weliswaar met dit stelsel onverenigbaar kan, maar niet noodzakelijkerwijs behoeft te zijn (HR 6 maart 1992, NJ 1992, 509) en door de rechtbank geen omstandigheden zijn vastgesteld die noodzakelijkerwijs meebrengen dat de (eventueel) overeengekomen ontbindende voorwaarde zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst althans door de rechtbank niet (in voldoende mate) wordt onderzocht in hoeverre de strekking van het gesloten stelsel van de regels betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot nietigheid van de overeengekomen ontbindende voorwaarde leidt. IIb Voorzover de rechtbank heeft beoogd te overwegen dat de omstandigheden (A) dat een afspraak als de door Van Zijl gestelde grote onzekerheid voor de werknemer meebrengt en (B) dat op deze wijze voorts de in artikel 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening zou kunnen worden omzeild, omstandigheden zijn die noodzakelijkerwijs meebrengen dat de overeengekomen ontbindende voorwaarde zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst, is zulks onbegrijpelijk. Ad A: Zonder verdere motivering is onbegrijpelijk dat de door Van Zijl gestelde afspraak grote onzekerheid voor de werknemer met zich meebrengt, nu Van Koppen zich bij het totstandkomen van de overeenkomst willens en wetens heeft verbonden in de zin dat de overeenkomst zal zijn beëindigd bij

3 verkoop van het bedrijf van Van Zijl en Van Koppen daarmee aldus de onzekerheid van eventuele bedrijfsverkoop heeft afgewogen en voor zijn risico heeft genomen; de verkoop van het bedrijf niet afhankelijk is van een enkele rechtshandeling van Van Zijl doch van een tweezijdige rechtshandeling tussen Van Zijl en een ander, Van Zijl aldus het intreden van de ontbindende voorwaarde niet in eigen hand heeft en door Van Koppen niet is gesteld noch door de rechtbank is vastgesteld dat Van Zijl zijn bedrijf slechts (of mede) heeft verkocht om aldus de ontbindende voorwaarde te (kunnen) laten intreden. waardoor het intreden van de gebeurtenis niet van de wil van één der partijen afhankelijk is en het intreden van de gebeurtenis objectief bepaalbaar is, onder welke omstandigheden (i) en (ii) in beginsel moet worden aangenomen dat het gesloten stelsel van de regels betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet meebrengen dat de in de arbeidsovereenkomst tussen partijen opgenomen ontbindende voorwaarde rechtskracht ontbeert, althans niet valt in te zien dat de hierboven onder A genoemde omstandigheid reeds meebrengt dat dit anders is. Ad B: Zulks geldt evenzeer voor de overweging dat de in artikel 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening zou kunnen worden omzeild. Zoals ook door de kantonrechter is vastgesteld in het vonnis van 16 maart 1995 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen door de kantonrechter te Delft bij beschikking d.d. 5 januari 1994 reeds ontbonden verklaard met ingang van 1 april 1994 op grond van de voorgenomen bedrijfsbeëindiging en wel zonder toekenning van enige vergoeding. Vgl. produktie 1 bij het appèlrequest. Als ontbinding wegens de voorgenomen bedrijfsbeëindiging aldus mogelijk is, valt niet in te zien dat voor de beantwoording van de vraag, of de thans onderhavige beëindiging (door het intreden van de ontbindende voorwaarde) in strijd komt met het gesloten stelsel van de regels betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst, het ontbreken van de in artikel 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening doorslaggevend is. Zulks spreekt eens te meer nu (i) het intreden van de gebeurtenis niet van de wil van één der partijen afhankelijk is en (ii) het intreden van de gebeurtenis objectief bepaalbaar is. IIc Ook overigens zijn de overwegingen van de rechtbank onbegrijpelijk. De rechtbank overweegt immers Blz. 2, 2e alinea dat door Van Zijl is gesteld dat de arbeidsovereenkomst met Van Koppen met wederzijds goedvinden onder een tijdsbepaling is beëindigd en Blz. 2, 3e alinea dat zo'n afspraak zich niet verdraagt met het gesloten stelsel betreffende het ontslagrecht. Dat valt zonder verdere motivering niet in te zien, nu het bepaalde in artikel 7A:1639e, eerste lid, BW, juist het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een bepaling dat deze van rechtswege eindigt wanneer de bij overeenkomst aangegeven tijd is verstreken mogelijk maakt en door de rechtbank niet, althans onvoldoende inzichtelijk, wordt overwogen dat wat zij noemt de tijdsbepaling niet is de in dat artikel genoemde tijd. IIIa Ook voorzover de rechtbank de hiervoor onder I geciteerde beslissing heeft kunnen motiveren door te overwegen: Een dergelijke afspraak brengt immers een grote onzekerheid voor de werknemer mee, die niet weet wanneer de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk zal worden beëindigd. Op deze wijze zou voorts de in artikel 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening kunnen worden omzeild. is dat onjuist, althans onbegrijpelijk. Ten onrechte laat de rechtbank in het midden, althans ten onrechte onderzoekt de rechtbank niet, of (ook) op of direct na het moment van daadwerkelijke beëindiging overeenstemming tussen partijen over die beëindiging bestaat, nu zulks essentieel is voor beantwoording van de vraag of Van Koppen ontvankelijk is in zijn vordering en door Van Zijl gemotiveerd is gesteld (vgl. verweerschrift in eerste instantie, blz. 3 en 4; appèlschrift 14 en aldus ook geïnterpreteerd door Van Koppen: vgl. verweerschrift in appèl sub VIII en sub 3) dat (uit de overgelegde produkties blijkt dat) Van Koppen instemde met beëindiging, ook op het moment van daadwerkelijke beëindiging, bij de gegrondbevinding van welke stelling de arbeidsovereenkomst moet worden geacht van rechtswege te zijn geëindigd met wederzijds goedvinden

4 (vgl. HR 5 februari 1982, NJ 1982, 316 en HR 25 mei 1979, NJ 1979, 506), althans in dat geval niet valt in te zien dat de gestelde afspraak nog een grote onzekerheid voor de werknemer met zich meebrengt en/of de in artikel 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening wordt omzeild. IIIb Zulks spreekt eens te meer nu de door Van Zijl gestelde beëindiging van rechtswege door de rechtbank door het gebruik van de woorden wederzijds goedvinden kennelijk wordt geïnterpreteerd als inhoudende een beroep op het bestaan van wederzijds goedvinden ten tijde van de daadwerkelijke beëindiging. IVa Voorzover de rechtbank aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd dat het Van Koppen, zelfs als juist is de stelling van Van Zijl dat tussen partijen is overeengekomen dat door de verkoop van het bedrijf aan Van Zijl een einde aan het dienstverband zou komen, in het onderhavige geval vrij stond terug te komen op diens overeengekomen verplichting in te stemmen met de beëindiging, is zulks onbegrijpelijk, nu uit de overwegingen van de rechtbank niet blijkt op welke gronden de rechtbank van mening is dat Van Zijl er niet op heeft mogen vertrouwen dat Van Koppen niet zou instemmen, althans instemde, met de beëindiging ook op het moment van de bedrijfsbeëindiging door Van Zijl. V. Ingeval moet worden aangenomen dat de rechtbank kennelijk heeft overwogen dat de gestelde afspraak onverenigbaar is met het gesloten stelsel van de regels betreffende beëindiging van de arbeidsovereenkomst omdat de gestelde afspraak zich niet verdraagt met het ter bescherming van de positie van werknemers als Van Koppen in artikel 7A:1639bb bepaalde is zulks eveneens onbegrijpelijk, nu beide partijen zich op het standpunt hebben gesteld dat van een bedrijfsovername als bedoeld in artikel 7A:1639aa e.v. BW geen sprake is Zie de van het procesdossier deel uitmakende brieven van mr. D.J. Bosboom d.d. 3 juli 1995 en mr. P.J.L.J. Duijsens d.d. 31 juli 1995 aan de rechtbank en de rechtbank in die bedrijfsovername kennelijk Zie de brieven van de rechtbank aan de advocaten van partijen d.d. 12 juli 1995, 22 juni 1995 en 18 juli 1995, alsmede de bestreden beschikking, 1e bladzijde, voorlaatste alinea geen aanleiding heeft gezien om Van Koppen alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in zijn tegen Van Zijl gerichte ontbindingsverzoek. VI. In ieder geval heeft de rechtbank niet zonder enige motivering het aanbod van Van Zijl om zijn stelling dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd door wederzijds goedvinden te bewijzen mogen passeren. Dit (herhaalde) aanbod Zie verweerschrift in eerste instantie blz. 4 onderaan, appèlrequest 14 en pleitaantekeningen mr Zwijnenberg, blz. 2 bovenaan is níet kennelijk niet ter zake doend (indien komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst door wederzijds goedvinden is beëindigd dient Van Koppen niet-ontvankelijk te worden verklaard) en níet kennelijk te vaag (nu Van Zijl onder het gelijktijdig noemen van getuigen die één en ander kunnen verklaren met zoveel woorden aanbiedt te bewijzen dat het dienstverband door wederzijds goedvinden is beëindigd) en dit bewijsaanbod ook overigens aansluit bij de in het onderhavige geval, gelet op het bepaalde in artikel 177 Rv., passende verdeling van bewijslast en bewijsrisico (vgl. HR 5 februari 1982, NJ 1982, 316; HR 25 mei 1979, NJ 1979, 506 en HR 21 december 1990, NJ 1991, 235). Voorwaardelijk incidenteel cassatiemiddel: Schending van het recht en/of verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, doordat de Rechtbank heeft overwogen en beslist als is vervat in de ten deze bestreden beschikking, zulks ten onrechte om de navolgende reden: I. Omtrent de beoordeling of Van Zijl ontvankelijk is in zijn hoger beroep overweegt de Rechtbank: (eerste alinea blad 2 beschikking d.d. 19 september 1995) Allereerst dient onderzocht te worden of Van Zijl ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Dit is het geval, daar hij stelt dat de kantonrechter een niet meer bestaande arbeidsovereenkomst heeft ontbonden. Daarmee stelt hij impliciet dat de kantonrechter buiten het toepassingsgebied van art. 7A:1639w BW is getreden. Deze beslissing is rechtens onjuist, althans zonder nadere motivering onbegrijpelijk, nu het immers Van Zijl zelve was die op een tijdstip gelegen na de door Van Zijl gestelde rechtsgeldige beëindiging verzocht heeft om een onvoorwaardelijke ontbinding. De kantonrechter heeft hierop ook een beschikking gegeven, waarna Van Zijl om voor hem moverende redenen zijn verzoek heeft ingetrokken. Van Zijl heeft evenwel tengevolge van zijn door hem in rechte ingenomen standpunt ten tijde van zijn verzoek tot ontbinding d.d. 7 oktober 1995 expliciet erkend dat er sprake was van een bestaande, van kracht zijnde, arbeidsovereenkomst. Het gaat alsdan niet aan om na intrekking van het verzoek de stelling in te nemen dat de arbeidsovereenkomst niet meer bestaat en dat hieraan reeds rechtsgeldig een einde is gekomen. De Rechtbank had zulks ook moeten inzien en had de stelling van Van Zijl dat de kantonrechter een niet meer bestaande arbeidsovereenkomst had ontbonden niet zonder meer en nader zonder nadere motivering mogen aannemen, zeker niet nu de Kantonrechter expliciet heeft gemotiveerd dat de arbeidsovereenkomst nog bestond en het verzoek tot ontbinding ex artikel 7A:1639w BW als door Van Koppen gedaan ontvankelijk was. De

5 Rechtbank had Van Zijl derhalve niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep moeten verklaren. Hoge Raad 1. Het geding in feitelijke instanties Met een op 20 december 1994 ter griffie van het Kantongerecht te Delft ingekomen verzoekschrift heeft verweerder in cassatie verder te noemen: Van Koppen zich gewend tot de Kantonrechter aldaar en verzocht de arbeidsovereenkomst tussen hem en verzoeker tot cassatie verder te noemen: Van Zijl te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding ten laste van Van Zijl ad ƒ bruto. Bij beschikking van 23 maart 1995 heeft de Kantonrechter de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 april 1995 ontbonden verklaard en aan Van Koppen ten laste van Van Zijl een vergoeding toegekend van ƒ bruto. Van Zijl is in hoger beroep gekomen bij de Rechtbank te 's Gravenhage. Bij beschikking van 19 september 1995 heeft de Rechtbank het hoger beroep verworpen. ( ) 3. Beoordeling van het middel in het principaal beroep 3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. Van Koppen is gedurende 32 jaar in loondienst bij Van Zijl werkzaam geweest, laatstelijk in de functie van tuinbouwmedewerker tegen een salaris van ƒ 2200 netto per maand. Nadat de Kantonrechter op 5 januari 1994, op verzoek van Van Zijl, de arbeidsovereenkomst ontbonden had verklaard met ingang van 1 april 1994 wegens de voorgenomen bedrijfsbeëindiging door Van Zijl, is Van Koppen bij Van Zijl blijven werken omdat deze op 1 april 1994 niet kon worden gerealiseerd. Van Zijl heeft in september 1994 zijn bedrijf verkocht en zijn bedrijfsactiviteiten gestaakt; daarmee zijn de werkzaamheden van Van Koppen komen te vervallen. In oktober 1994 heeft Van Zijl nogmaals een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Op grond van de bedrijfsbeëindiging die inmiddels een feit was, heeft de Kantonrechter het voornemen aan partijen kenbaar gemaakt om het verzoek toe te wijzen onder toekenning van een vergoeding aan Van Koppen van ƒ bruto. Hierop heeft Van Zijl het verzoek ingetrokken. 3.2 In de onderhavige zaak heeft Van Koppen zijnerzijds verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden op grond van verandering van omstandigheden hierin bestaande dat het bedrijf is verkocht, de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt en voor hem geen werkzaamheden meer zijn te verrichten. Hij heeft aanspraak gemaakt op een vergoeding van ƒ bruto. De Kantonrechter heeft, na bij tussenbeschikking partijen van haar voornemen daartoe in kennis te hebben gesteld, bij eindbeschikking de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 1 april 1995 en aan Van Koppen ten laste van Van Zijl een vergoeding toegekend van ƒ bruto. 3.3 Nadat de Kantonrechter het verzoek had toegewezen als hiervoor weergegeven, heeft de Rechtbank deze beslissing in hoger beroep in stand gelaten. Zij heeft zich, voor zover in cassatie nog van belang, daartoe begeven in een onderzoek van het in hoger beroep door Van Zijl naar voren gebrachte betoog dat de Kantonrechter een niet meer bestaande arbeidsovereenkomst zou hebben ontbonden. Dit verweer heeft Van Zijl, naar de vaststelling van de Rechtbank, gegrond op de stelling dat hij met Van Koppen was overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming zou eindigen op het moment van de daadwerkelijke verkoop van zijn bedrijf, welke verkoop in september 1994 heeft plaatsgevonden, zodat die overeenkomst toen volgens Van Zijl inderdaad met wederzijds goedvinden is geëindigd. De Rechtbank heeft daaraan toegevoegd dat die beëindiging dus volgens de stellingen van Van Zijl heeft plaatsgevonden onder een tijdsbepaling. De Rechtbank heeft dit betoog verworpen op grond van de overweging dat een zodanige afspraak zich niet verdraagt met het gesloten stelsel van het ontslagrecht, nu deze grote onzekerheid voor de werknemer meebrengt en op deze wijze de in art. 6 BBA voorgeschreven toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening zou kunnen worden omzeild. 3.4 Tegen deze overweging richt het middel een aantal klachten die, onder verwijzing naar HR 6 maart 1992, NJ 1992, 509, ervan uitgaan dat de volgens de Rechtbank door Van Zijl gestelde afspraak inhield dat het einde van de arbeidsovereenkomst afhing van een ontbindende voorwaarde. De Hoge Raad zal zulks eveneens tot uitgangspunt nemen, nu de kwalificatie door de Rechtbank als ging het om een tijdsbepaling hem inderdaad minder aannemelijk voorkomt. Bij de beoordeling van de werking van de onderhavige afspraak dient te worden vooropgesteld dat niet uitgesloten is dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wegens de vervulling van een daaraan verbonden ontbindende voorwaarde; zulks komt ook in het door het middel aangehaalde arrest tot uitdrukking. Bij de vraag of dit het geval is, komt echter grote betekenis toe aan het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Een voorwaarde die met dit stelsel redelijkerwijs niet te verenigen is, zal niet tot een beëindiging van rechtswege van de arbeidsovereenkomst kunnen leiden. Dit geval doet zich hier voor. Het voornemen zijn bedrijf te beëindigen ontslaat de werkgever niet van de verplichting voor het ontslag van zijn werknemers de toestemming van de regionaal directeur voor de arbeidsvoorziening te vragen. Met deze ontslagbescherming zou niet stroken om als geldig aan te merken een ontbindende voorwaarde die, zoals in het onderhavige geval, erop neerkomt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege een einde neemt wanneer de werkgever zijn bedrijf zal hebben beëindigd. Zulks sluit ook aan bij hetgeen geldt wanneer de werkgever zijn bedrijfsactiviteiten beëindigt doordat hij zijn onderneming doet overgaan, als bedoeld in art. 7A:1639aa e.v., nu de strekking van deze

6 zijn bedrijfsactiviteiten beëindigt doordat hij zijn onderneming doet overgaan, Uittreksels als bedoeld Jurisprudentie in art. 7A:1639aa rechtspraak e.v., nu UJA_101925, de strekking van PDF deze gemaakt voor bepalingen, te weten bescherming van de positie van werknemers in het geval van overgang van de onderneming waarin zij werken, zich ertegen verzet de verkoop en overgang van de onderneming aan te merken als een geldige ontbindende voorwaarde. Op een en ander stuiten alle voormelde klachten af. 3.5 Het middel behelst voorts de klacht dat de Rechtbank niet of onvoldoende heeft onderzocht of de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd, waarmee het middel doelt op wederzijds goedvinden op het tijdstip van daadwerkelijke beëindiging van de overeenkomst, en dat de Rechtbank ten onrechte is voorbijgegaan aan een desbetreffend bewijsaanbod van Van Zijl. Voor zover de klacht strekt ten betoge dat dit wederzijds goedvinden voortvloeit uit de, door de Rechtbank veronderstellenderwijs aangenomen, afspraak dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen op het tijdstip van de daadwerkelijke verkoop van het bedrijf van Van Zijl, stuit zij af op hetgeen hiervoor onder 3.4 is overwogen. Voor zover de klacht inhoudt dat de Rechtbank niet heeft onderzocht of ook los van deze afspraak sprake is geweest van wederzijds goedvinden ten tijde van de verkoop van het bedrijf in september 1994, faalt zij, aangezien de Rechtbank kennelijk en niet onbegrijpelijk in het door Van Zijl aangevoerde niet een daartoe strekkende stelling heeft gelezen. 3.6 Nu, blijkens het hiervoor overwogene, de voorwaarde waaronder het incidenteel beroep is ingesteld, niet is vervuld, komt dit niet aan de orde. 4. Beslissing De Hoge Raad: verwerpt het principaal beroep; veroordeelt Van Zijl in de kosten van het geding in cassatie, aan de zijde van Van Koppen begroot op ƒ 1080 aan verschotten en ƒ 2500 voor salaris.

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion)

Hoge Raad 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) UJA-Nummer Instantie UJA_101929 datum 27-10-1995 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) 27-10-1995, BJN 101929, (Den Haan/The Box Fashion) Samenvatting Casus Den Haan is

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker)

Hoge Raad 12-02-1999, BJN 101936, (Schoenmaker) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101936, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101936 Hoge Raad datum 12-02-1999 wetsartikelen Art. 1639o oud-bw; art. 1639p oud-bw; art. 1639s oud-bw (art.

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009.

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009. Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer o.g.v. bedrijfseconomische omstandigheden. Werknemer betoogt dat werkgever bij de reorganisatie het afspiegelingsbeginsel op onjuiste

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

een bad hair day? De Billijke vergoeding:

een bad hair day? De Billijke vergoeding: 1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek)

Hoge Raad , BJN , (Sietses/Sneek) UJA-Nummer Instantie UJA_101944 datum 15-11-2002 wetsartikelen Art. 3:34 BW; art. 3:35 BW 15-11-2002, BJN 101944, (Sietses/Sneek) Samenvatting Casus Op 1 maart 1988 treedt Sneek voor onbepaalde tijd in

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid. Jaargang 22 (2017) JANUARI nr. 279 Arbeidsrecht Actueel In deze uitgave: Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet WeRk en zekerheid Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting

Bewijslastverdeling bij gestelde uitputting Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150

ECLI:NL:GHDHA:2017:1150 ECLI:NL:GHDHA:2017:1150 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer 200.196.398/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14-07-2009 Datum publicatie 16-07-2009 Zaaknummer 979614 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2010/008-U.2010-003 27 mei 2012 Beëindiging arbeidsovereenkomst wegens stopzetten subsidie ID baan. Verweerster heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat zij zich heeft ingespannen de subsidie

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2000:AA4937

ECLI:NL:HR:2000:AA4937 ECLI:NL:HR:2000:AA4937 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-02-2000 Datum publicatie 25-07-2001 Zaaknummer R99/129HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2000:AA4937 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz

Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire

Nadere informatie

Hoge Raad 07-10-1994, BJN 101924, (Dibbets)

Hoge Raad 07-10-1994, BJN 101924, (Dibbets) UJA-Nummer Instantie UJA_101924 Hoge Raad datum 07-10-1994 wetsartikelen Art. 1639g oud-bw; art. 1639o oud-bw; art. 1639r oud-bw (thans art. 7:669 BW, art. 7:677 BW en art. 7:680 BW) Hoge Raad 07-10-1994,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-059 d.d. 23 februari 2015 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en C.E. Polak, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma 107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,

Nadere informatie

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d.

Het geding in hoger beroep Bij exploot van 26 oktober 2006 is door [Afbouw Noord B.V.] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. LJN: BC8179, Gerechtshof Leeuwarden, 0600557 Datum uitspraak: 12-03-2008 Datum publicatie: 31-03-2008 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Civiel overig Hoger beroep [Naar] het oordeel van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Nr. 5. SCHADEVERGOEDING WEGENS TEKORTKOMING IN VINDEN OPVOLGER.

Nr. 5. SCHADEVERGOEDING WEGENS TEKORTKOMING IN VINDEN OPVOLGER. Nr. 5. SCHADEVERGOEDING WEGENS TEKORTKOMING IN VINDEN OPVOLGER. In eerder bindend advies van andere arbiters dan Scheidsgerecht is niet reeds over thans gevorderde schadevergoeding beslissing genomen.

Nadere informatie

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 14 maart 2008 Vindplaats LJN BC6699 Naam Zutekouw / van Oort Essentie uitspraak: Een wegens ziekte arbeidsongeschikte werknemer heeft geen recht op loondoorbetaling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema)

Hoge Raad , BJN , (Slijkoord/Hekkema) UJA-Nummer Instantie UJA_101915 Hoge Raad datum 24-10-1986 wetsartikelen Art. 1639n oud-bw (thans art. 7:652 BW en art. 7:676 BW) Hoge Raad 24-10-1986, BJN 101915, (Slijkoord/Hekkema) Samenvatting Casus

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van:

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van: Koninklijke Nederlandse Voetbalbond College van Arbiters ARBITRAAL VONNIS nr. 1258 d.d. 3 september 2009 in de zaak van: R.P.M. Kers, wonende te Maarssen, verzoeker, gemachtigde: Ph. Huisman tegen: Vereniging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:3138

ECLI:NL:CRVB:2015:3138 ECLI:NL:CRVB:2015:3138 Instantie Datum uitspraak 16-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-1477 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395

ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5395 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 28-02-2003 Datum publicatie 10-03-2003 Zaaknummer 124942 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935

ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 ECLI:NL:GHSHE:2009:BH9935 Instantie Datum uitspraak 31-03-2009 Datum publicatie 03-04-2009 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HD 200.002.315 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973 ECLI:NL:RBMNE:2017:3973 Instantie Datum uitspraak 17-07-2017 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer UTR 17/196 en 17/197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht

Nadere informatie

Ontslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens

Ontslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens Ontslagprocesrecht onder de WWZ Willem Bouwens Hoofdlijnen Redelijke grond ü Art. 669 lid 1: voor opzegging is redelijke grond vereist; ü Herplaatsing binnen redelijke termijn in andere passende functie,

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 Instantie Datum uitspraak 29-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/6235 AOW/ANW e.a. Bestuursrecht

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem. IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Hoge Raad 17-06-1994, BJN 101923, (Imam) Uittreksels Jurisprudentie rechtspraak UJA_101923, PDF gemaakt voor UJA-Nummer Instantie UJA_101923 datum 17-06-1994 wetsartikelen Art. 1637a oud-bw (thans art. 7:610 BW) 17-06-1994, BJN 101923, (Imam)

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het huidige arbeidsrecht Het arbeidsrecht kent een gesloten stelsel van ontslagrecht. Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst alleen op de in de wet geregelde manieren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie