VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER TE ESEN

Transcriptie

1 VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL KLAVERTJE VIER TE ESEN INSTELLINGSNUMMER Data van het doorlichtingsbezoek , , , Samenstelling van het doorlichtingsteam Mathias CHLARIE Ann BRYS Inhoudsopgave 1 Administratieve gegevens Toelichting bij het verslag Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? Hoe gaat het verder na de doorlichting? In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs Wiskunde in de lagere afdeling Wetenschappen en techniek in de lagere afdeling Het omgaan met diversiteit...15 DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 1/22

2 5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Respecteert de school de regelgeving? Samenvatting In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? Het omgaan met diversiteit De onderwijsleerpraktijk In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 2/22

3 1 Administratieve gegevens Instelling Gemeentelijke Basisschool Klavertje Vier Instellingsnummer Hoofdstructuur basisonderwijs Beleidsverantwoordelijke Lieselot DERUYTER Adres Roeselarestraat ESEN Telefoonnummer Website Bestuur Gemeentebestuur van Diksmuide Grote Markt DIKSMUIDE Scholengemeenschap Strand en Polder Vrijheidsstraat SNAASKERKE CLB Vrij CLB Veurne - Diksmuide - Westkust Oude Beestenmarkt VEURNE De instelling organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaats(en): Hendrik Consciencestraat BEERST Keiemdorpstraat KEIEM Lekedorpstraat 85 a LEKE Roeselarestraat ESEN DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 3/22

4 2 Toelichting bij het verslag 2.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen: 1. In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 2.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. 2.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het schoolteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. Beneden de verwachting Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. Benadert de verwachting Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting. Volgens de verwachting Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting. Overstijgt de verwachting Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 4/22

5 Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK). Dit niveau betekent dus voluit: "Volgens de verwachting van het referentiekader voor onderwijskwaliteit". Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn: De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de kleuters/leerlingen. De praktijk is ingebed in de werking van de school of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of school specifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere scholen inspireren. 2.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk. 1. Indien de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: 1.1. een gunstig advies zonder meer; 1.2. een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. 2. Indien de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: 2.1. Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het schoolbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het schoolbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. 2.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? De school ontvangt het verslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Het schoolbeleid kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 5/22

6 Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van de school een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur van de school bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie: raadpleeg en DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 6/22

7 3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid De school ontwikkelt gaandeweg verschillende facetten van haar onderwijsvisie vanuit concrete vernieuwingstrajecten met het schoolteam. Zo resulteerde de implementatie van het onderwijsleerpakket wiskunde in de lagere afdeling tot een gedragen visie en aanpak voor de doelen van dit leerplan. De schoolvisie is gebaseerd op een aantal kernwaarden en is afgestemd op de input en de context van de school en op de regelgeving. Ze vindt in toenemende mate ingang in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk. De school stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om de visie te realiseren. Het schoolbeleid installeert stapsgewijs een verbindende schoolcultuur tussen de teamleden van verschillende vestigingsplaatsen. Hierbij zijn er nog groeikansen om bij vernieuwingen van elkaar te leren en mogelijke drempels tussen de onderwijsniveaus en vestigingsplaatsen te overstijgen. De directeur voert een duidelijke aanwezigheidspolitiek waarbij ze zich bereikbaar opstelt en voeling houdt met leerlingen, leraren, ouders en externe partners. Ze staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Ze stimuleert vernieuwing, reflectie en expertisedeling tussen de teamleden. Het schoolteam werkt geregeld samen met anderen om de onderwijsleerpraktijk en de schoolwerking te versterken. De teamleden communiceren frequent, transparant en doelgericht over hun werking met interne en externe belanghebbenden. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 7/22

8 Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk, maar doet dat fragmentair of niet schoolbreed. Niet alle leraren voelen zich betrokken en verantwoordelijk voor de gezamenlijke kwaliteitsontwikkeling. Vooral in de kleuterafdeling verlopen bepaalde vernieuwingen veeleer moeizaam. Er leeft een nood aan meer onderwijskundige aansturing in een cultuur van gedeelde verantwoordelijkheid. Vernieuwingen resulteren in mindere mate in doelgerichte maatregelen en duidelijke afspraken. Het blijkt moeilijk haalbaar om voor alle teamleden van de vier vestigingsplaatsen te voorzien in een kwaliteitsvolle coaching, ondersteuning en opvolging. De school evalueert systematisch verschillende aspecten van de schoolwerking. Ze heeft daarbij in toenemende mate aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. Voor het leergebied wetenschappen en techniek is de beeldvorming nagenoeg onbestaande. De school slaagt er nog weinig in om de resultaten en effecten van haar werking te gebruiken bij haar evaluaties. De school benut bij haar evaluaties niet altijd alle beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve bronnen of de expertise van relevante partners. Hierdoor komt de betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang. De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt in zekere mate wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt geregeld een aantal doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. Hierbij kan ze de aandacht voor het systematisch borgen van afspraken aan het eind van een vernieuwingstraject nog versterken. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 8/22

9 4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? 4.1 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. Het evenwicht van het aanbod en de aansluiting bij de ontwikkeling van de kleuters zijn nog werkpunten. Om hieraan tegemoet te komen ontbreekt het de leraren nog aan een gedragen en geactualiseerde visie op goed kleuteronderwijs. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste kleuters. Ze stemmen hun aanbod in toenemende mate af op de ontwikkelingsverschillen tussen kleuters. Sommigen bieden hun activiteiten geregeld aan op meerdere niveaus of laten de kleuters al eens kiezen met welke materialen of op welk niveau ze een taak willen uitvoeren. De mate waarin de leraren hierin slagen is verschillend. Het team van de kleuterafdeling kan meer gradatie in het aanbod van sommige hoeken realiseren door hierover verticaal en horizontaal met elkaar af te stemmen. De onderwijsorganisatie is nog te weinig gericht op het bereiken van de doelen. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 9/22

10 Leer- en leefklimaat De meeste leraren creëren een positieve en stimulerende speelleeromgeving. De leraren motiveren de kleuters veelal, gaan vaak met hen in interactie maar houden nog niet altijd rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de beschikbare tijd en beschouwen buitenklasactiviteiten als pedagogische momenten. De infrastructuur ondersteunt de leraren in beperkte mate om de jongste kleuters comfortabel, hygiënisch en geborgen te verzorgen. Ook de gewoontevorming om de handen te wassen na toiletbezoek krijgt maar weinig kans. De leraren benutten de kleinschaligheid om warme relaties op te bouwen met de kleuters en hun ouders of opvoeders. Warme transitiemomenten tussen de school en het gezin bevorderen het gewenningsproces van de kleuters. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving in de meeste klassen ondersteunt het nastreven van de doelen en stimuleert de ontwikkeling van de kleuters. Het klasbeeld van sommige klassen oogt wat verouderd en weinig overzichtelijk. Er ontbreken een aantal duidelijke afspraken over de doelgerichte verrijking van het hoekenaanbod. Het is voor de meeste leraren weinig gebruikelijk om ICT in te zetten om ontwikkeling te stimuleren of om hun zorg te verbreden. Feedback De leraren geven geregeld bemoedigende feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de leerervaringen van de kleuters. Ze koppelen deze feedback in mindere mate aan doelen die ze vooropstelden. Hun feedback is veeleer op het product dan op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren laten nog kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. Door meer gradatie in de observaties te realiseren, kunnen de leraren hun aanbod beter afstemmen op de reële zorg- en ontwikkelingsbehoeften van de kleuters. Leereffecten Uit de onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het kleuterwelbevinden blijkt dat de inspanningen van de leraren van het kleuteronderwijs niet steeds tegemoetkomen aan alle ontwikkelingsbehoeften van de kleuters en niet steeds vertrekken vanuit een gedeelde en actuele visie op goed kleuteronderwijs. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 10/22

11 4.2 Wiskunde in de lagere afdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het schoolteam investeerde geruime tijd in de introductie en implementatie van het onderwijsleerpakket voor de doelen van dit leergebied. Het aanbod spoort sindsdien met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het aanbod is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. De meeste leraren gebruiken de digitale mogelijkheden van het onderwijsleerpakket om bijkomende oefenkansen te creëren op maat van hun leerlingen. Het wiskundig aanbod is veelal samenhangend en betekenisvol. De klaspraktijk toont geregeld grote verschillen in de aandacht voor actief leren. De onderwijsorganisatie bevordert doorgaans het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan in zekere mate met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 11/22

12 Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De referentiematen zijn aan actualisering en afstemming toe. Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatiepraktijk leidt doorgaans tot een degelijke beeldvorming van de domeinen getallen, meten en meetkunde. Voor de domeinen strategieën en probleemoplossende vaardigheden zijn minder observatie- of evaluatiegegevens beschikbaar. Hierdoor zijn deze evaluaties vaak minder representatief voor het gevalideerd doelenkader. De evaluatie is wel transparant, betrouwbaar, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De leraren gaan in mindere mate na of er een verband bestaat tussen de toetsresultaten en de aanpak van de doelen van dit leergebied. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 12/22

13 4.3 Wetenschappen en techniek in de lagere afdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader De school bevindt zich voor de realisatie van de doelen voor dit leergebied in een introductiefase. De visie en de uitgangspunten van dit leergebied zijn bij een aantal leraren veelal onbekend. Het aanbod spoort slechts gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. De volledigheid, het evenwicht van het aanbod en de afstemming op het verwachte beheersingsniveau zijn nog werkpunten. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie en op de interesses van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol en activerend te maken. De meeste leraren laten de leerlingen weinig nadrukkelijk de stappen van het technisch proces mee opbouwen en ervaren. Ze beklemtonen in hun praktijk veeleer een productgerichte werking. De onderwijsorganisatie is nog te weinig gericht op het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De meeste leraren creëren doorgaans een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze motiveren de leerlingen, ondersteunen en waarderen hen. Sommige leraren ontwikkelen meer ruimte voor experiment, zelfontdekkend leren en zelfsturing. De leraren maken veelal efficiënt gebruik van de lestijd. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 13/22

14 Materiële leeromgeving De leraren toetsten de materiële leeromgeving niet af aan de doelen en de minimale materiële vereisten. Daardoor beschikken de leraren mogelijk niet over bepaalde noodzakelijke leermiddelen of laten ze kansen liggen om de beschikbare uitrusting efficiënt in te zetten. Feedback De leraren geven geregeld motiverende feedback, waarbij ze in toenemende mate vertrekken vanuit de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht, maar is nog weinig gericht op de volgende stappen in het leerproces. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is onvoldoende representatief voor het gevalideerd doelenkader. De evaluatie is onvoldoende transparant, onvoldoende afgestemd op de doelgroep en nauwelijks geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 14/22

15 4.4 Het omgaan met diversiteit Diversiteitscultuur Het schoolteam erkent de diversiteit op school en in de maatschappij als een normaal gegeven en speelt daar positief op in. Het schoolteam begeleidt de kleuters/leerlingen tot non-discriminatie, tolerantie en dialoog. Sporadisch schemeren labelende oordelen door in de veeleer spontane reacties van sommigen leraren. Taalgericht onderwijs Het schoolteam heeft zicht op de talige competenties van de kleuters/leerlingen en stemt de onderwijsleerpraktijk daarop af. Het schoolteam heeft aandacht voor taalgericht onderwijs en stimuleert de taalverwerving bij de kleuters/leerlingen. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 15/22

16 5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Het bestuur is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: elektriciteit gebouwen en onderhoud noodplanning Planning en uitvoering De school neemt systematisch maatregelen en plant systematisch acties gericht op het voorkomen of inperken van risico s en het voorkomen of beperken van schade. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, neemt de school doeltreffende compenserende maatregelen. Deze systematiek vraagt nu een verdere optimalisering, verfijning en digitalisering. Dit kan de systematische uitvoering en opvolging van acties versterken. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 16/22

17 Ondersteuning De school ondersteunt de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Ze voorziet planmatig in financiële, materiële en personele middelen. Het is nu vooral zaak om het samenspel tussen preventieadviseur, lokaal aanspreekpunt en directeur te formaliseren en te optimaliseren. De schoolleiding kan de preventieadviseur meer betrekken in het aankoopbeleid van de school. Systematische en betrouwbare evaluatie De school evalueert enkele processen en bijhorende acties maar doet dit weinig systematisch. De school benut bij haar evaluaties niet altijd alle beschikbare bronnen of de expertise van relevante partners. De systematiek om alle risico's in voldoende mate op te sporen berust op een aantal formele en informele procedures en op een groot vertrouwen in de alertheid van alle leraren. Deze aanpak biedt momenteel niet de dekkende garantie dat alle mogelijke gevaren en risico's tijdig opgemerkt worden. Zo stelde de onderwijsinspectie volgende inbreuken vast: het ontbreken van een aanduiding voor toiletten personeel en bezoekers, het ontbreken van pictogrammen voor evacuatie van sommige lokalen, de onmogelijkheid om de handen te wassen na toiletbezoek op meerdere vestigingsplaatsen, het ontbreken van een bestrijdingsplan voor legionella, het ontbreken van het verslag over elektrische laagspanning, het onvoldoende transparant maken van onderhoudsschema's met het oog op opvolging. Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 17/22

18 6 Respecteert de school de regelgeving? De schooldient zich te engageren om aan volgende inbreuken op de regelgeving te werken: Het kwaliteitsvol ondersteunen van het geboden onderwijs. - Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08/05/ art. 4, 1 DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 18/22

19 7 Samenvatting Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? Het omgaan met diversiteit Diversiteitscultuur Taalgericht onderwijs DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 19/22

20 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling in Kleuteronderwijs Wiskunde in de lagere afdeling Wetenschappen en techniek in de lagere afdeling De onderwijsleerpraktijk Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Leer- en leefklimaat Materiële leeromgeving Feedback Kleuter- en/of leerlingenevaluatie Leereffecten DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 20/22

21 7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 21/22

22 8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES waarbij het schoolbestuur zich dient te engageren om aan de hieronder vermelde tekorten te werken. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school: De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor wiskunde in de lagere afdeling. De kwaliteit borgen van het algemene leer- en leefklimaat. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de systematische kwaliteitsontwikkeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kleuter- en/of leerlingenevaluatie. De tekorten wegwerken met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor wetenschappen en techniek in de lagere afdeling (erkenningsvoorwaarde). DLOI2.0 - basisonderwijs Roeselarestraat ESEN 22/22