Emotron FDU en VFX 2.0

Transcriptie

1 Emotron FDU en VFX 2.0 Frequentieregelaars met beschermingsklasse IP20 en IP kw Addendum voor Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.3X

2

3 Addendum geldig voor Frequentieregelaars Emotron FDU en Emotron VFX Dit addendum moet worden gebruikt in combinatie met de gebruiksaanwijzingen met documentnummer: voor Emotron FDU2.0 voor softwareversie 4.3x en voor Emotron VFX2.0 voor softwareversie 4.3x Alle hoofdstuknummers in dit addendum komen overeen met de hoofdstuknummers in de hierboven genoemde gebruiksaanwijzingen. Nieuwe modellen frequentieregelaars met beschermingsklasse IP20 en IP21 De volgende modellen van de VFX/FDU worden in dit addendum beschreven: , , en (bouwvorm C2) , en (bouwvorm D2) , en (bouwvorm E2) en (bouwvorm F2) Montage, installatie en aansluiting van de besturing In dit addendum staan specifieke gegevens voor de nieuwe IP20- en IP21-versies, met technische gegevens van de verschillende modellen samen met aanwijzingen voor de montage en installatie. Informatie over de bediening en functies en een beschrijving van het menusysteem staat echter in de hierboven genoemde gebruiksaanwijzingen. IP20 Bouwvorm C2 IP21 Bouwvorm D2 IP21 Bouwvorm F2 CG Drives & Automation r4 1

4 2. Monteren Montageschema s Afdekkap IP21 (optioneel) Afdekkap IP21 (optioneel) 17 kg Afbeelding I Afmetingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm C2),, achterkant bekijken. 30 kg Afbeelding III Afmetingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm D2),, achterkant bekijken. PE L1 L2 L3 DC- DC+ R U V W PE Afbeelding II Onderaanzicht VFX/FDU model tot en met (bouwvorm C2), met kabelinterface voor netvoeding, motor en besturing. Afbeelding IV Onderaanzicht VFX/FDU model tot en met (bouwvorm D2), met kabelinterface voor netvoeding, motor en besturing. 2 CG Drives & Automation r4

5 53kg Afbeelding V Afmetingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2), achterkant bekijken. 68 kg Afbeelding VII Afmetingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm F2),, achterkant bekijken Aanbevolen scheiding tussen twee AC-aandrijvingen met IP21 Afdekkap Voor maten C2 en D2, raden wij 50 mm vrije ruimte tussen de twee AC-aandrijvingen met IP21 Afdekkap. Dit juiste koeling en ook kunnen de Afdekkap indien nodig verwijderen. Afbeelding VI Onderaanzicht VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2 en F2), met kabelinterface voor netvoeding, motor en besturing (principetekening). CG Drives & Automation r4 3

6 2.3 Montage in kast Koeling Als de FO in een kast wordt gemonteerd, moet rekening worden gehouden met de snelheid van de luchtstroom die wordt geleverd door de koelventilatoren. VFX/FDU 3. Installatie Bouwvorm Stroomsnelheid [m³/uur] tot en met C tot en met C tot en met D to E to F2 800 A Afbeelding VIII Verwijder de afdekkap (principetekening). Open en verwijder eerst de afdekkap om toegang tot alle kabelaansluitingen en aansluitklemmen te verkrijgen. Schroef de twee schroeven A (zie afb. VIII) aan de onderkant van de afdekkap een paar slagen los (u hoeft de schroeven niet te verwijderen). Draai het onderste deel van de kap iets naar buiten en verwijder de kap in een neerwaartse beweging. Wees voorzichtig; draai de kap niet te ver naar buiten omdat de lipjes bij de bovenste scharnieren dan beschadigd kunnen raken. Nu kunt u goed bij alle aansluitklemmen komen. 3.2 Kabelaansluitingen Voedingspanningskabel Dimensioneer de voedingsspannings- en motorkabels volgens de lokale voorschriften. De kabel moet de belastingsstroom van de FO kunnen overbrengen. De FO heeft standaard een ingebouwd RFInetspanningsfilter dat voldoet aan categorie C3, geschikt voor de 2e Omgeving eisen. Aanbevelingen voor het kiezen van voedingsspanningskabels Om aan de EMC-eisen te voldoen, hoeven geen afgeschermde voedingsspanningskabels te worden gebruikt. Gebruik hittebestendige kabels, +60 C of hoger. Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig de lokale voorschriften en de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel XVI, pagina 13. De draaddoorsnede voor de PE-geleider voor kabels van < 16 mm² moet gelijk zijn aan de gebruikte fasedraden, bij kabeldoorsneden groter dan 16 mm² maar kleiner dan of gelijk aan 35 mm² moet de draaddoorsnede van de PE-geleider minimaal 16 mm² zijn. Voor kabels met een draaddoorsnede van > 35 mm² moet de draaddoorsnede van de PE-geleider minimaal 50% zijn van de draaddoorsnede van de gebruikte fase. Als de draaddoorsnede van de PE-geleider in het gebruikte kabeltype niet aan bovenstaande vereisten voor de draaddoorsnede voldoet, moet er een aparte PEgeleider worden gebruikt om wel aan de vereisten te voldoen. De litze aardingsaansluiting is alleen nodig als de montageplaat is voorzien van een laklaag. Alle frequentieregelaars hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom geschikt voor montage op een ongelakte montageplaat. Aansluiting voedingsspanningskabels Sluit de voedingspanningskabels aan de hand van de volgende afbeeldingen aan. WAARSCHUWING! De voedingsspanning en aardeaansluiting van de motor moeten voor de veiligheid worden aangesloten op de aangewezen PE voor de aardverbindingen en aan de onderkant van de aandrijfeenheid IP20/21. 4 CG Drives & Automation r4

7 DC- DC+ R Addendum PE PE L1 L2 L3 DC- DC+ R U V W Netvoeding Motor Netvoeding Motor EMC-klem voor remweerstandkabels (optie) EMC-klem voor motorkabels EMC-klem voor motorkabels Afbeelding IX Kabelaansluitingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm C2). Afbeelding XI Kabelaansluitingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2 en F2) (principetekening). PE L1 L2 L3 DC- DC+ R U V W Netvoeding Motor Netvoeding PE Motor EMC-klem voor EMC-klem remweerstandkabels (optie) voor motorkabel s Afbeelding X Kabelaansluitingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm D2). PE EMC-klem voor motorkabels Afbeelding XII Kabelaansluitingen VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2 en F2) met de optionele klemmen voor DC+, DC- en Remchopper (principetekening). CG Drives & Automation r4 5

8 Tabel I L1, L2, L3 PE Netvoedings- en motoraansluitingen. Netvoeding, 3-fasig Aarding U, V, W Motoruitgang, 3-fase Motoraarde DC-, DC+, R Remweerstand, tussenkring aansluitingen (optioneel) Afbeelding XIII Bedradingsvoorbeeld met aansluitingen voor aarding, motoraarding en remweerstand LET OP: De aansluitklemmen voor de remweerstand en de tussenkring zijn alleen gemonteerd als de DC+/DC-- optie of Remchopperoptie is ingebouwd. WAARSCHUWING! De remweerstand moet zijn aangesloten tussen aansluitklemmen DC+ en R, zie afb. XIII. WAARSCHUWING! De aarding van de netvoeding moet voor de veiligheid worden verbonden met PE en de aarde van de motor met Motorkabels Om te voldoen aan de EMC-emissienormen is de FO voorzien van een RFI-netspanningsfilter. De motorkabels moeten zijn voorzien van een afscherming die aan beide zijden is aangesloten. Op deze wijze wordt een zogenaamde "Kooi van Faraday" gevormd rond de FO, de motorkabels en de motor. De RFI-stromen worden nu teruggeleid naar hun bron (de IGBT s), zodat het systeem binnen de emissienormen blijft. Aanbevelingen voor het kiezen van motorkabels Gebruik afgeschermde kabels volgens de specificatie in Tabel I. Gebruik een symmetrische, afgeschermde kabel; drie fasegeleiders en een concentrische of anderszins symmetrische PE-geleider en een afscherming. De draaddoorsnede van de PE-geleider voor kabels van < 16 mm² moet gelijk zijn aan de gebruikte fasedraden, bij kabeldoorsneden groter dan 16 mm² maar kleiner of gelijk aan 35 mm² moet de PE-draaddoorsnede minimaal 16 mm² zijn. Voor kabels met een draaddoorsnede van > 35 mm² moet de draaddoorsnede van de PE-geleider minimaal 50% zijn van de draaddoorsnede van de gebruikte fase. Als de draaddoorsnede van de PE-geleider in het gebruikte kabeltype niet aan bovenstaande vereisten voor de draaddoorsnede voldoet, moet er een aparte PE-geleider worden gebruikt om wel aan de vereisten te voldoen. Gebruik hittebestendige kabels, +60 C of hoger. Dimensioneer de kabels en zekeringen overeenkomstig de nominale uitgangsstroom van de motor. Zie Tabel XVI, pagina 13. Houd de motorkabel tussen FO en de motor zo kort mogelijk. De afscherming moet met een groot contactoppervlak (360 rond) zijn aangesloten en altijd aan beide uiteinden, op de motorbehuizing en de FO-behuizing. Wanneer er gelakte bevestigingsplaten worden gebruikt, kan de lak worden weggehaald om een zo groot mogelijk contactoppervlak te verkrijgen op alle bevestigingspunten, zoals zadelklemmen en de blootgelegde kabelafscherming. Het is niet voldoende om alleen te vertrouwen op de verbinding die door middel van de schroefdraad wordt gemaakt. De litze aardingsaansluiting is alleen nodig als de montageplaat is voorzien van een laklaag. Alle FO s hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom geschikt voor montage op een ongelakte montageplaat. LET OP: Het is belangrijk dat de motorbehuizing hetzelfde aardpotentiaal heeft als andere onderdelen van de machine. Aansluiting motorkabel Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en W - W, zie afb. IX en afb. X, pagina Striplengtes De aanbevolen striplengtes voor de motor en voedingspanningskabels staan in de onderstaande tabel, met 6 CG Drives & Automation r4

9 afmetingen zoals aangegeven in afb. XIV. Tabel II Striplengtes voor voedingsspannings- en motorkabels. VFX/FDU tot en met (bouwvorm C2) tot en met (bouwvorm D2) tot en met (Bouwvorm E2) tot en met (Bouwvorm F2) Voedingsspa nningskabel a [mm] b [mm] a [mm] Motorkabel b [mm] c [mm] Aandraaimoment voor voedingsspannings-, motor- en Remchopperkabels Tabel III VFX/FDU model tot en met (bouwvorm C2). Remchopper Netvoeding/ motor Aandraaimoment, Nm Tabel IV VFX/FDU model tot en met (bouwvorm D2). Remchopper Netvoeding/ motor Aandraaimoment, Nm 3 3 Tabel V VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2). Aandraaimoment, Nm Kabeldoorsnede mm 2 Remchopper Netvoeding/motor Tabel VI VFX/FDU model tot en met (bouwvorm F2). Aandraaimoment, Nm Netvoeding Afbeelding XIV Striplengtes voor kabels. Motor Grootte van kabels en zekeringen Zie 14.6/14.7 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels op pagina 13. Kabeldoorsnede mm 2 Remchopper Netvoeding/motor CG Drives & Automation r4 7

10 4. Besturingsaansluitingen 4.5 De stuursignalen aansluiten Kabels De standaard stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor flexibele draad tot 1,5 mm² en voor massieve draad tot 2,5 mm². Doorvoer van signaalkabels 78 79, A- B+ LET OP: De afscherming van stuursignaalkabels moet voldoen aan de niveaus voor immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn (beperking van geluidsniveau). Zie Tabel VII (optie ) L1 L2 L3 DC- DC+ R U V W LET OP: De besturingskabels moeten worden gescheiden van motor- en voedingsspanningskabels. Tabel VII Beschrijving van optionele aansluitklemmen in afb. XV en afb. XVI. Aansluitklemmen 78, 79 Aansluitklemmen A-, B+ Voor aansluiting van Motor PTC Voor aansluiting van 24 V Standby Supply (alleen van toepassing op bouwvorm D2 Klemmen voor afscherming van signaalkabel Afbeelding XVI De stuursignalen aansluiten, VFX/FDU model tot en met (bouwvorm D2). Doorvoer van signaalkabels Doorvoer van signaalkabels Zie Tabel VII (optie ) Klemmen voor afscherming van signaalkabel Klemmen voor afscherming motor PTC-optie van signaalkabel Afbeelding XVII De stuursignalen aansluiten, VFX/FDU model tot en met (bouwvorm E2 en F2)(principetekening). Afbeelding XV De stuursignalen aansluiten, VFX/FDU model tot en met (bouwvorm C2). 8 CG Drives & Automation r4

11 13. Opties 13.4 remchopper Emotron VFX 2.0 en FDU IP20/21 versie Zie voor andere specificaties de gebruiksaanwijzing voor Emotron FDU/VFX. Table 8 Remweerstand FDU en VFX 48 V typen Type Rmin [ohm] bij voeding V AC Rmin [ohm] bij voeding V AC FDU/VFX CG Drives & Automation r4 9

12 14. Technische gegevens 14.1 Elektrische specificaties per model Emotron VFX 2.0 versie IP20/21 Tabel IX Normaal motorvermogen bij netspanning 400 V. Max. uitgangsstroom [A]* Normaal bedrijf (120%, 1 min per 10 min) V [kw] Nominale stroom [A] Zwaar bedrijf (150%, 1 min per 10 min) V [kw] Nominale stroom [A] VFX ,5 20 VFX VFX VFX ,5 36 VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX Bouwvorm C2 D2 E2 F2 * Beschikbaar gedurende beperkte tijd zolang de temperatuur van de FO dit toestaat. Emotron FDU 2.0 versie IP20/21 Tabel X Normaal motorvermogen bij netspanning 400 V. Max. uitgangsstroom [A]* Normaal bedrijf (120%, 1 min per 10 min) V [kw] Nominale stroom [A] Zwaar bedrijf (150%, 1 min per 10 min) V [kw] Nominale stroom [A] FDU ,5 20 FDU FDU FDU ,5 36 FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU Bouwvorm C2 D2 E2 F2 * Beschikbaar gedurende beperkte tijd zolang de temperatuur van de FO dit toestaat. 10 CG Drives & Automation r4

13 Emotron VFX 2.0 versie IP20/21 Tabel XI Nominaal motorvermogen bij netspanning 460 V. Max. uitgangsstroom [A]* Normaal bedrijf (120%, 1 min per 10 min) V [pk] Nominale stroom [A] Zwaar bedrijf (150%, 1 min per 10 min) V [pk] Nominale stroom [A] VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX VFX Bouwvorm C2 D2 E2 F2 * Beschikbaar gedurende beperkte tijd zolang de temperatuur van de FO dit toestaat. Emotron FDU 2.0 versie IP20/21 Tabel XII Normaal motorvermogen bij netspanning 460 V. Max. uitgangsstroom [A]* Normaal bedrijf (120%, 1 min per 10 min) V [pk] Nominale stroom [A] Zwaar bedrijf (150%, 1 min per 10 min) V [pk] Nominale stroom [A] FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU FDU Bouwvorm C2 D2 E2 F2 * Beschikbaar gedurende beperkte tijd zolang de temperatuur van de FO dit toestaat. CG Drives & Automation r4 11

14 14.2 Algemene elektrische specificaties Tabel XIII Algemene elektrische specificaties. Netspanning VFX/FDU48 Netfrequentie: Arbeidsfactor ingang: Uitgangsspanning: Uitgangsfrequentie: Schakelfrequentie uitgang: Rendement bij nominale belasting: V +10%/-15% (-10% bij 230 V) Hz 0,95 0 Netspanning Hz 3 khz (instelbaar op Emotron FDU 1,5-6 khz) 98% voor de modellen tot en met Zie voor andere elektrische specificaties de gebruiksaanwijzing voor Emotron FDU/VFX Werking bij hogere temperaturen De Emotron FDU/VFX versie IP20/21 is ontworpen voor nominaal bedrijf tot een maximale omgevingstemperatuur van 40 C. De FO kan echter ook bij hogere temperaturen worden gebruikt met een gereduceerd uitgaand vermogen.in de onderstaande tabel staat de reductie factor voor bedrijf bij hogere temperaturen. Tabel XIV Omgevingstemperatuur en reductie. Max temp. IP20/IP21 Reductie: mogelijk VFX/FDU tot en met VFX/FDU C -1%/ C tot max +15 C (55 C) Voorbeeld In dit voorbeeld hebben we een motor met de volgende gegevens die we willen laten draaien bij een omgevingstemperatuur van 55 C. Spanning400 V Stroom 70 A Vermogen 37 kw Frequentieregelaar kiezen De omgevingstemperatuur is 15 C hoger dan de maximale omgevingstemperatuur. Om het juiste FO-model te kiezen, wordt de volgende berekening gemaakt. Reductie is mogelijk met een prestatieverlies van 1%/ C. De reductie wordt: 15 x 1% = 15% Berekening voor model VFX/FDU : 72 A - (15% x 72 A) = 61,2 A; dit is niet genoeg Berekening voor model VFX/FDU : 88 A - (15% x 88 A) = 74,8 A In dit voorbeeld kiezen we de VFX/FDU CG Drives & Automation r4

15 14.4/14.5 Afmetingen en gewichten De onderstaande tabel geeft een overzicht van de afmetingen en gewichten voor de Emotron FDU/VFX versie IP20/21. De frequentieregelaars zijn verkrijgbaar als aan de muur gemonteerde modules; met bovenafdekking (dus volgens IP21) of zonder bovenafdekking (volgens IP20). Zie afb. I en afb. III in sectie 2. Monteren. De versie IP20 is geoptimaliseerd voor montage in een kast. De beschermingsklassen IP20 en IP21 zijn gedefinieerd volgens de norm EN Tabel XV Mechanische specificaties. VFX/FDU Bouwvorm Afm. H1 / H2 x B x D [mm] IP20* Afm. H1 / H2 x B x D [mm] IP21** Gewicht [kg] IP20 en IP tot en met C2 438 / 536 x 176 x / 559 x 196 x tot en met D2 545 / 658 x 220 x / 670 x 240 x tot en met E2 956 / 956 x 275 x / 956 x 275 x tot en met F2 956 / 956 x 335 x / 956 x 335 x H1 = Hoogte behuizing. H2 = Totale hoogte inclusief kabelinterface. * zonder bovenafdekking ** met bovenafdekking 14.6/14.7 Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels / Volgens IEC normering Gebruik netzekeringen van het type gl/gg conform IEC 269 of onderbrekers met vergelijkbare eigenschappen. Controleer eerst de apparatuur voordat u de wartels installeert. Max. waarde zekering = maximale zekeringwaarde voor de beveiliging van de FO en het handhaven van de garantie. LET OP: De afmetingen van de zekering en de kabeldoorsnede zijn afhankelijk van de toepassing en moet worden bepaald in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften. Tabel XVI Zekeringen, kabeldoorsneden en wartels. VFX/FDU Nominale ingangsstroom [A] Maximale waarde zekering [A] ) Waardes tussen haakjes zijn geldig indien remelektronica is ingebouwd. Klembereik connector [mm 2 ] voor Netvoeding/motor Rem PE tot 25 met kabel schoen voor M6 schroef 10 tot 70 met kabel schoen voor M6 schroef (16-70) (16-70) (95-185) 1 CG Drives & Automation r4 13

16 14.6.2/ Zekeringen en kabelafmetingen volgens NEMA normering Tabel XVII Type en zekering. VFX/FDU Ingangsstroom [Arms] Zekering klasse J [A] Netzekeringen Ferraz-Shawmut type AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT AJT250 Tabel XVIII Kabeltype, doorsnede en wartels. Kabeldoorsnede connector VFX/FDU Bereik Net en motor Aandraai-moment [Nm] / [Lb-in] Bereik Rem Aandraaimoment [Nm] / [Lb-in] Kabeltype AWG 12 - AWG 4 AWG 8 - AWG 2/0 AWG kcmil AWG kcmil 2 / 18 3 / 35 31/275 (for AWG 6-2) 42/375 (for AWG kcmil) 31/275 (for AWG 4-2) 42/375 (for AWG kcmil) 56/500 (for kcmil) AWG 12 - AWG 4 AWG 8 - AWG 2/0 AWG kcmil AWG kcmil 2 / 18 3 / 35 31/275 (for AWG 6-2) 42/375 (for AWG kcmil) 31/275 (for AWG 6-2) 42/375 (for AWG kcmil) Koper (Cu) 60 C Koper (Cu) 75 C 14 CG Drives & Automation r4

17

18 CG Drives & Automation Addendum r4,