Profiel specialisatie kinderergotherapeut

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Profiel specialisatie kinderergotherapeut"

Transcriptie

1 Profiel specialisatie kinderergotherapeut in opdracht van Ergotherapie Nederland Margo van Hartingsveldt Jolien van den Houten Inge van der Leij- Hemmen Marjon ten Velden

2 Inhoud Introductie... 4 Werkwijze... 5 Leeswijzer Ergotherapie en kinderen... 8 Het persoonlijk en sociaal perspectief in de ergotherapie Handelen Ontwikkelen van het handelen Handelen is rolgebonden Transities Handelingsdeprivatie Cliënt Het kind en zijn systeem De organisatie De populatie Cliënt- en familie- gecentreerd werken Activiteiten Activiteiten en de verschillende handelingsgebieden Context Omgeving en context Participatie en context Kinderen in de hedendaagse samenleving Context van dichtbij naar ver weg Ergotherapie in en met de eigen omgeving van het kind en zijn systeem Ergotherapie in en met de context van de organisatie van het kind Ergotherapie in en met de context van de populatie van het kind Kinderergotherapeut Expert in het mogelijk maken van het handelen Paradigmashift Kinderergotherapie Preventie Interventie Bewust gebruik maken van je persoonlijkheid (use of self ) Competentiegebieden Expert kinderergotherapeut Cliengerichte competenties expert kinderergotherapeut Basiselementen voor de interventie Ethiek Beroepspraktijk Maatschappelijke ontwikkelingen Interprofessionele samenwerking ICF- CY

3 7 Methodisch handelen Inhoudsmodellen en referentiekaders Het proces van methodisch handelen Methodisch handelen met organisaties en populaties Professioneel redeneren Beroepsontwikkeling Kennisontwikkeling Krachtenbundeling door samenwerking Erkenning van het specialisme Kinderergotherapie in Nederland Toekomstige ontwikkelingen Wet- en Regelgeving Werken met minderjarigen Beroepsgeheim Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Wet op het passend onderwijs Samenvatting Verantwoording Gebruikte afkortingen Literatuur Bijlage

4 Introductie Dit Profiel specialisatie kinderergotherapeut is een aanvulling op het Beroepsprofiel ergotherapeut (1). Het is geschreven op basis van het beroepsprofiel, de derde druk van Grondslagen van de ergo- therapie (2) en de beroepscompetenties ergotherapie (3). Dit profiel is een weergave van de state of the art en de verwachte toekomstige ontwikkelingen van de kinderergotherapie in Nederland. Ergo- therapie Nederland heeft de opdracht gegeven voor het project Specialisatie kinderergotherapie. Binnen dit project is het Profiel specialisatie kinderergotherapeut de eerste stap om te komen tot een beschermd en erkend specialisme Kinderergotherapie op expert ergotherapeut niveau (4). Onder invloed van nieuwe evidence, beroepsinhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, heb- ben kinderergotherapeuten zich de laatste jaren geprofileerd als specialisten binnen het beroep er- gotherapie in Nederland. Zij hebben hun specialisme opgebouwd vanuit ervaring in nauwe samen- werking met hun cliënten. Kinderergotherapeuten hebben dit gedaan door investering in werkgroe- pen, Communities of Practice, projecten, onderzoek, cursussen en andere vormen van bij- en na- scholing met als doel de kennis en vaardigheden van de kinderergotherapie te verrijken. Daarnaast verwachten consumenten en (zorg)verzekeraars dat kinderergotherapeuten over specifieke en aan- toonbare deskundigheid beschikken (5). In relatie tot ergotherapie in het algemeen ligt bij kinderergotherapie meer de nadruk op: 1. het systeem van het kind, dat wil zeggen de ouders, het gezin, de familie, vriendjes, de leerkracht en andere relevante personen, die betrokken zijn bij de interventie met en voor het kind; 2. de ontwikkeling van het handelen en het leren, waardoor pedagogische en didactische kennis en vaardigheden van belang zijn. Dit Profiel specialisatie kinderergotherapeut is een document voor ergotherapeuten, opleidingen er- gotherapie, studenten ergotherapie en voor alle professionals die hun ergotherapeutische expertise inzetten voor de doelgroep kinderen van 0 tot 18 jaar. Het is geschreven voor alle kinderergothera- peuten, ongeacht hun werkzaamheden en de context waarin ze werkzaam zijn. Voor kinderergothe- rapeuten die werken binnen nieuwe terreinen van de gezondheidszorg, onderwijs, welzijn of zakelij- ke dienstverlening is de beschrijving en terminologie van dit profiel de basis om het unieke domein van de kinderergotherapie duidelijk te maken. Het uitgangspunt is het optimaal benutten van moge- lijkheden en kansen voor alle kinderen, waardoor participatie geen winst is maar een vanzelfspre- kendheid (6). Het Profiel specialisatie kinderergotherapeut heeft net als het beroepsprofiel vier op zichzelf staande doelen die met elkaar in verband staan. Dit profiel zal als basis gebruikt worden om onderstaande doelen te verwezenlijken en nader uit te werken, hetgeen in aanvullende documenten vormgegeven zal gaan worden: beroepsdoel: het profiel ondersteunt kinderergotherapeuten als specialistische groep binnen het beroep ergotherapie, door de beschrijving van het specialisme kinderergotherapeut in een ge- meenschappelijke taal. Het profiel is het uitgangspunt van de implementatie van de state of the art en de toekomstige ontwikkelingen in de beroepspraktijk van de kinderergotherapeut. Het 4

5 profiel is tevens bedoeld als instrument voor kritische reflectie op het professioneel redeneren van de kinderergotherapeut; onderwijsdoel: het profiel is het vertrekpunt voor de toekomstige professionele expertopleiding kinderergotherapie. Daarnaast is het profiel het uitgangspunt voor het vaststellen van de criteria eerder verworven competenties (EVC) in het kader van de specialisatie kinderergotherapie. Het profiel vormt ook het uitgangspunt voor het bachelor curriculum van de opleiding ergotherapie van de vier gezamenlijke Hogescholen, betreffende de onderdelen die betrekking hebben op de doelgroep kinderen van 0 tot 18 jaar; maatschappelijk doel: het profiel maakt het domein van het specialisme kinderergotherapie zichtbaar en geeft aan wat kinderergotherapie te bieden heeft aan gezondheid, onderwijs en welzijn van het kind en zijn systeem, organisatie of populatie. Dit betreft vragen op het gebied van het handelen en de participatie thuis, op een dagverblijf, op school, in een instelling, in de buurt en in de maatschappij; public relations (pr) doel: het profiel is te gebruiken voor het ontwikkelen van pr- materiaal ten behoeve van profilering naar kinderen, ouders en verzorgers; andere professionals in zorg, on- derwijs en welzijn waarmee kinderergotherapeuten samenwerken: cliëntenorganisaties; ziekte- kostenverzekeraars; gezondheidszorginstellingen; onderwijsinstellingen; instellingen voor jeugd en gezin; gemeenten; ministeries; potentiele opdrachtgevers en andere stakeholders. In dit profiel staan, conform het Beroepsprofiel ergotherapeut, de volgende uitgangspunten van kin- derergotherapie centraal. Kinderergotherapie is: cliëntgecentreerd (client- centered). Het kind en zijn omgeving staan in de ergotherapie- interventie centraal. Het begrip cliënt houdt in: het kind en zijn systeem, een organisatie die werkt met kinderen of een populatie waar kinderen onderdeel van zijn. De diversiteit van kinderen in de Nederlandse samenleving vraagt om ergotherapeutische interventies die ge- richt zijn op inclusie (7); op handelen gericht (occupation- based). Dit geeft de toegenomen focus op het handelen als kerndomein van de kinderergotherapie aan (8); in de context gesitueerd (context- based). De kinderergotherapie interventie vindt zo moge- lijk plaats in de omgeving van de (mogelijke) handelingsvraag: thuis, op school, in de buurt of in de maatschappij (9); evidence- based. Kinderergotherapie is gebaseerd op ervaring/expertise van het kind en zijn systeem, organisatie of populatie, een kritische review van relevant wetenschappelijk onder- zoek en ervaring/expertise van de ergotherapeut (10). Werkwijze Het Profiel specialisatie kinderergotherapeut is op een methodische werkwijze tot stand gekomen, gericht op ontwikkeling van het specialisme kinderergotherapie en het opbouwen van draagvlak en implementatie binnen de beroepsgroep (11): Ergotherapie Nederland heeft de opdracht tot het schrijven van een Profiel specialisatie kin- derergotherapeut gegeven aan de auteurs Margo van Hartingsveldt, Jolien van den Houten, Inge van der Leij- Hemmen en Marjon ten Velden. Er is gestart met literatuuronderzoek en documentenanalyse en een brainstormsessie met Ergotherapie Nederland waarbij er een schets is ontstaan van het profiel. Op basis hiervan is het eerste concept geschreven; 5

6 Dit eerste concept is voorgelegd aan de klankbordgroep die is samengesteld uit ergothera- peuten die werkzaam zijn met kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën (baby s, peu- ters, kleuters, kinderen in de basisschoolleeftijd en middelbare scholieren) in verschillende praktijkcontexten; ergotherapeuten die als docent werkzaam zijn op een opleiding ergothe- rapie; studenten ergotherapie. Ook is het eerste concept voorgelegd aan de adviesraad Kind & Jeugd van Ergotherapie Nederland. De feedback van de klankbordgroep en de adviesraad is gebruikt bij het schrijven van het tweede concept van het profiel; In deze periode zijn de leden van Ergotherapie Nederland geïnformeerd door middel van twee artikelen in het Ergotherapie Magazine met daarbij de mogelijkheid tot reageren. Dit heeft diverse reacties opgeleverd en deze feedback is gebruikt bij het schrijven van het tweede concept; Ergotherapeuten uit de beroepspraktijk zijn geconsulteerd ten aanzien van casuïstiek; Het tweede concept is, na een eerste check door experts, voorgelegd aan de klankbordgroep, de adviesraad Kind & Jeugd en aan het Studie Richtingen Overleg Ergotherapie (SRO- E) en dit concept is aangepast naar aanleiding van de feedback van klankbordgroep, adviesraad en SRO- E; Het derde concept was voor alle leden en aspirant- leden van Ergotherapie Nederland als do- cument te downloaden op de website van Ergotherapie Nederland, met de mogelijkheid tot reageren; In dezelfde periode is het derde concept voor feedback voorgelegd aan een groep ouders als afgevaardigden van het cliëntenperspectief en aan externe stakeholders; Naar aanleiding van de reacties is het definitieve profiel geschreven en dit is ter goedkeuring gepresenteerd op de Algemene Leden Vergadering van april 2014; Het Profiel specialisatie kinderergotherapeut is te bestellen bij Ergotherapie Nederland en is tevens door leden en aspirant- leden van Ergotherapie Nederland te downloaden van de website van de beroepsvereniging. Leeswijzer Het Profiel specialisatie kinderergotherapeut kan in volgorde, maar ook in willekeurige volgorde gele- zen worden. Het profiel hanteert de term kinderen en verstaat hieronder kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Deze grens is conform de jeugdwet die op 1 januari 2015 ingaat. Deze leeftijd grens kan in de praktijk niet altijd zo scherp gehanteerd worden, juist voor jongeren die extra zorg en begeleiding nodig hebben na 18 jaar, bijvoorbeeld in de transitie van leren naar werken en wonen. Overal kan hij en hem vervangen worden door zij en haar. Elk hoofdstuk van dit profiel start met een casus uit de beroepspraktijk. Deze casussen illustreren handelingsvragen die kinderen hebben en die onderdeel zijn van een ergotherapie- interventie. Hoofdstuk 1 gaat over de ergotherapie in relatie tot de doelgroep kinderen van 0 tot 18 jaar. Het be- schrijft de maatschappelijke ontwikkelingen en ergotherapie als een beroep dat zich inzet voor kinderen en jongeren en hun omgeving om actieve participatie te bevorderen met het handelen als kerndomein. Verder wordt in dit hoofdstuk het persoonlijk en het sociaal perspectief, van waaruit kinderergotherapeuten werkzaam zijn, beschreven. In hoofdstuk 2 staat het handelen centraal. Dit 6

7 wordt belicht vanuit verschillende invalshoeken. Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van het handelen, de rollen van kinderen, transitie fases in het handelen en handelingsdeprivatie. Hoofdstuk 3 beschrijft de cliënt van de kinderergotherapie als het kind en zijn systeem, organisatie of populatie met een vraag op het gebied van het handelen. Handelingsvragen per levensfase en gerelateerd aan de handelingsgebieden worden beschreven en het hoofdstuk gaat verder in op het kind- en familie- gecentreerd werken. Hoofdstuk 4 gaat over het uitvoeren van activiteiten binnen de verschillende handelingsgebieden. Hoofdstuk 5 gaat in op de context: de fysieke en sociale omgeving en de cultu- rele, temporele en virtuele context. De context is een belangrijke factor voor kinderen in het wel of niet kunnen participeren in het dagelijks handelen. De veranderende context in de huidige samenle- ving waarin kinderen opgroeien wordt beschreven en er wordt ingegaan op het context- based wer- ken van de kinderergotherapeut. Hoofdstuk 6 gaat over de kinderergotherapeut die zich samen met het kind en zijn systeem, de organisatie of de populatie richt op het mogelijk maken van het hande- len. De veranderende paradigmashift en de inhoud van kinderergotherapie gericht op preventie en interventie worden toegelicht. De relatie met het kind en de ouders is een belangrijk onderdeel van de interventie en het gebruik van de eigen persoonlijkheid (use of self) is hier een onderdeel van. De specifieke en generieke competenties van de kinderergotherapeut worden weergegeven, er wordt aandacht besteed aan de basiselementen van de interventie, aan ethiek, interprofessioneel werken en het hoofdstuk eindigt met een beschrijving van de International Classification van Functioning, Disability and Health, Child Youth version (ICF- CY). Hoofdstuk 7 gaat over het methodisch handelen van de kinderergotherapeut en het belang van professioneel redeneren wordt kort toegelicht. Hoofdstuk 8 beschrijft de beroepsinhoudelijke ontwikkeling van de kinderergotherapie in Nederland. Het gaat in op het belang van kennisontwikkeling en krachtenbundeling door samenwerking, de noodzaak van profilering en specialisatie van kinderergotherapie en erkenning van kinderergothera- pie. Hoofdstuk 9 gaat over het formele kader van wet- en regelgeving, dat de dagelijkse professione- le praktijk van de kinderergotherapeut beïnvloedt. Ten slotte volgt een samenvatting van het gehele profiel. Het profiel eindigt met een lijst met gebruikte afkortingen, de literatuurlijst en een bijlage met de beschrijving van de kennis van de expert kinderergotherapeut. 7

8 1 Ergotherapie en kinderen Dit hoofdstuk beschrijft kinderergotherapie als een beroep dat zich inzet voor het handelen en de actieve participatie van kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun omgeving. In de beschrijving van ergotherapie staan twee perspectieven centraal, het persoonlijk perspectief en het sociaal per- spectief. Sinds twee jaar ben ik als ergotherapeut betrokken bij een gezin met drie kinderen. Het gezin woont met vijf personen in een kleine woning en heeft het financieel moeilijk. Het gezin verkrijgt voedings- middelen via de voedselbank en is in de schuldhulpverlening beland. Sanne van acht heeft een autis- tisch spectrum stoornis (ASS), haar zusje Jolie van vier heeft een ontwikkelingsachterstand door een syndroom, evenals haar broertje Dalian van anderhalf. Dalian heeft onvoldoende rompbalans om zelfstandig te kunnen zitten en hiervoor zijn verschillende voorzieningen bij de ziektekostenverzeke- ring en via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aangevraagd en geleverd. Jolie gaat sinds kort twee dagen per week naar het medisch kinderdag verblijf (MKD). Als ergotherapeut kom ik eens in de twee weken aan huis voor Dalian en probeer dan ook om Jolie bij de interventie te betrekken. Dalian staat dan in de statafel en samen met moeder stimuleren we zijn sensomotorische vaardighe- den in spel en laat ik aan moeder zien hoe ze met beide kinderen kan spelen of hoe ze de kinderen kan leren zelf te spelen. Door eigen onvermogen, de financiële situatie en het vele geregel met drie kinderen met beperkingen overziet moeder de situatie vaak niet meer. Als ergotherapeut kom ik niet alleen voor de kinderen aan huis, maar begeleid ook moeder in het weer regie krijgen over het dage- lijks leven en ondersteun haar in het maken van keuzes rondom praktische vragen die te maken heb- ben met de beperkingen van haar kinderen en de gevolgen daarvan. De schuldhulpverlening, het centrum voor jeugd en gezin, de adviseur van de Wmo en ik als ergotherapeut (namens alle betrok- ken professionals) hebben korte lijntjes zodat iedereen steeds op de hoogte is van de problemen waar het gezin mee te maken heeft en er snel naar een oplossing gezocht kan worden. Door de goe- de samenwerking tussen de verschillende betrokken instanties heeft moeder rust, meer de regie over de situatie en kan zij beter zorgen voor en plezier hebben van haar kinderen. Ergotherapeut- praktijkhouder Ergotherapie is een beroep dat zich inzet voor kinderen en jongeren en hun omgeving om actieve participatie te bevorderen. Ergotherapie bij kinderen is gericht op het mogelijk maken van het handelen, zodat participatie het actief deelnemen van kinderen aan het dagelijks en maatschappelijk leven gerealiseerd wordt ten behoeve van gezondheid en welzijn. Dit wordt bereikt door de handelingsmogelijkheden van het kind en zijn systeem, zijn organisatie en zijn populatie te benutten en te vergroten, dan wel door de socia- le en fysieke omgeving te gebruiken en/of aan te passen (1). Kinderen met een fysieke, psychische of verstandelijke beperking en/of leer- of ontwikkelingspro- blemen lopen het risico op verminderde participatie in alledaagse handelingen thuis, op school en in hun vrije tijd. Participatie in betekenisvolle activiteiten wordt beschouwd als belangrijke factor voor gezondheid (12, 13). Kinderen met een beperking vinden dezelfde activiteiten leuk als andere 8

9 kinderen en benoemen plezier hebben, iets goed kunnen, met andere mensen zijn, samen dingen doen en zelfstandig dingen doen als factoren voor participatie (14). Tieners zien zelf hun beperking niet als een wezenlijk deel van hun identiteit. Als ze het hebben over participatie is het voor hun het allerbelangrijkst dat ze aanwezig zijn op de plek waar de dingen écht gebeuren. Kinderen met een beperking voelen zich niet anders dan kinderen zonder beperkingen. De omgeving speelt vaak wel een belangrijke rol in barriers to being en barriers to doing, waardoor zij zich buitengesloten en anders voelen (15). Kinderergotherapeuten zijn gericht op het dagelijks handelen van het kind en zijn systeem in de handelingsgebieden zorgen/wonen, leren/werken en spelen/vrije tijd. Daarbij wordt gekeken naar: de factoren van het kind, zoals motivatie (16), spiritualiteit en de sensomotorische, cognitieve en sociaal- emotionele handelingsvoorwaarden in het kind (17, 18); de directe fysieke en sociale omgeving waarin het handelen plaatsvindt (9); de elementen die bij het dagelijks handelen een rol spelen, zoals de mate van fysieke inspanning om de activiteit te kunnen uitvoeren, van efficiëntie en veiligheid van het handelen en of het kind het handelen zelfstandig kan uitvoeren (19). Alle personen om een kind heen hebben de potentie om handelen mogelijk te maken, zoals een ouder die met zijn kind speelt, een leerkracht die het kind rekenen leert en de wijkagent die zorgt voor een veilige leefomgeving in de buurt. De kinderergotherapeut komt in beeld als het uitvoeren van gewenste of noodzakelijke dagelijkse activiteiten moeilijk (dreigt) te gaan of niet lukt. De kinderergotherapeut is gericht op het mogelijk maken van het handelen, door samen met het kind en zijn systeem praktisch bezig te zijn met handelingsvragen in alledaagse situaties. Kinderergotherapeuten werken samen met andere professionals in zorg, onderwijs en welzijn. Zij zijn zich bewust van de mogelijkheden en grenzen van hun beroep en verwijzen, daar waar nodig, door naar andere professionals (20). De doelgroep kind en jeugd bestaat uit kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Deze groep vormt in 2012, 24 % van de totale Nederlandse bevolking van 16,7 miljoen inwoners ( Deze doelgroep bestaat uit: pasgeborenen en kleine kinderen in de voorschoolse periode (0 tot 4 jaar); kinderen (4 tot 12 jaar) in de periode van de basisschool; jongeren (12 tot 18 jaar) in de periode van het voortgezet onderwijs. Kinderergotherapeuten werken met kinderen die het risico lopen op verminderde participatie in het dagelijks en maatschappelijk leven door: 1) lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beper- kingen; 2) leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen; en 3) belemmeringen in hun sociale, fysieke en/of culturele omgeving. Kinderen kunnen (dreigende) handelingsgproblemen ervaren door beperkingen veroorzaakt door bijvoorbeeld: developmental coordination disorder (DCD), attention deficit hyperactivity disorder (ADHD), attention deficit disorder (ADD), autisme spectrum stoornissen (ASS), cerebrale parese (CP), spina bifida, plexus laesies, spierziekten, congenitaal handletsel, chromosoomafwijkingen, sensory profile disorder (SPD) visusproblemen, gewrichtsaandoeningen, metabole aandoeningen, depressie, angststoornissen, niet aangeboren hersenletsel (NAH), ontwikkelingsproblematiek met onbekende oorzaak en door onbegrepen lichamelijke klachten, zoals pijn en vermoeidheid. Een specifieke doel- 9

10 groep in alle levensfases wordt gevormd door kinderen met acuut ernstig letsel of kinderen die niet lang meer te leven hebben. Vragen aan de kinderergotherapeut liggen daarbij zowel op het gebied van het handelen van het kind als het handelen van de ouders en de verpleging (21). De kinderergotherapeut werkt methodisch en gebruikt assessments en interventies die cliëntgecentreerd, op handelen gericht en evidence- based zijn en zo mogelijk uitgevoerd worden in de context.benaderingswijzen die cliënt- en familiegecentreerd zijn en die gericht zijn op de participatie thuis, op school, in de wijk en elders, worden beschouwd als meest effectief (22). Het persoonlijk en sociaal perspectief in de ergotherapie Ergotherapie is gericht op het mogelijk maken van het handelen (enabling occupation). In de ergo- therapie worden twee perspectieven beschreven (23). Het persoonlijk perspectief (enabling indivi- dual change) (24) dat gezondheid en welzijn ziet als iets dat de handelende persoon zelf kan beïn- vloeden. Vanuit dit perspectief richt de ergotherapie zich op de persoon- handelen- omgeving interac- tie als aangrijpingspunt voor verandering (change). Daarnaast het sociaal perspectief (enabling social change) (25) waarbij gezondheid en welzijn en de mogelijkheden om te handelen worden bezien vanuit het beginsel van sociale gelijkheid en gelijke kansen voor iedereen (occupational justice) (26). Het persoonlijk perspectief komt voort uit het humanitaire denken, dat gezondheid en welzijn ziet als iets dat de ouders en kinderen vanaf een bepaalde leeftijd zelf kunnen beïnvloeden. Vanuit dit perspectief volgen voor het beroep de volgende uitgangspunten: kinderen zijn handelende perso- nen; handelen beïnvloedt gezondheid en welzijn; handelen regelt de tijd en structureert het leven; handelen geeft betekenis aan het leven; handelen is een persoonlijke ervaring; handelen is het resul- taat van de dynamische interactie van het kind, de activiteiten en de context; en handelen heeft the- rapeutische potentie (1, 17, 27-29). In het sociaal perspectief vormen gezondheid, welzijn en handelen een concept dat beïnvloedt wordt door de sociaal- maatschappelijke context waarin kinderen leven. Volgens het Internationaal verdrag van de rechten van het kind door de Verenigde Naties (VN) aangenomen in 1989, is er een duidelijk verband tussen de rechten van het kind, zijn participatie en gezondheid en welzijn. Vanuit de ergotherapie wordt naar aanleiding van dit verdrag gesteld dat kinderen het recht hebben om gezonde handelingspatronen te ontwikkelen. In de nota Healthy Occupations for Children and Youth stelt de Canadese vereniging van ergotherapeuten (CAOT) dat ergotherapeuten pleiten voor partici- patie van kinderen. De nota erkent dat er ongelijkheid en onrecht bestaat tussen de handelingsmo- gelijkheden van kinderen en jongeren en het wel of niet uitgedaagd worden tot gezonde handelings- patronen. Ergotherapeuten richten zich op interventies voor risicokinderen in de directe leefomge- ving, in de omgeving op gemeentelijk niveau en op niveau van de samenleving en wetgeving (30). Deze interventies zijn op alle niveaus gericht op het mogelijk maken van het handelen. Een ander initiatief van de VN ten aanzien van de ontwikkeling van gezondheid en welzijn is de Millenniumver- klaring. Deze is gericht op het zover mogelijk terugdringen van armoede, ziekte en honger voor 2015 (31). Vanuit dit sociaal perspectief zijn nieuwe doelgroepen voor de kinderergotherapeut kinderen met handelings- en participatieproblemen op basis van (dreigende) handelingsdeprivatie vanwege bijvoorbeeld het opgroeien in een gezin met een lage sociaal economische status (SES) of het wonen in een asielzoekerscentrum (32). Ook kunnen ergotherapeuten te maken krijgen met kinderen met handelingsvragen door opvoedingsonbekwame ouders. 10

11 2 Handelen In dit hoofdstuk staat het handelen het kerndomein van de ergotherapie centraal, dit bevat zowel het uitvoeren van het handelen als het betrokken zijn bij het handelen. De verschillende aspecten van handelen, zoals doen, zijn, worden en erbij horen worden vanuit het perspectief van het kind beschreven. Verder gaat dit hoofdstuk in op de ontwikkeling van het handelen, rollen van kin- deren, transities in het handelen en handelingsdeprivatie. Een meisje van 5 jaar met een ernstige meervoudige beperking is om gezondheidsredenen niet meer in staat om naar het orthopedagogisch dagcentrum te reizen. Ouders krijgen thuis van de ergothera- peut ideeën aangereikt hoe ze haar kunnen betrekken bij activiteiten die in en om huis plaatsvinden zodat ze daar plezier en ontspanning aan kan beleven. Een groep ernstig verstandelijk beperkte jongeren, met een belevingsgericht activiteiten niveau be- woont gezamenlijk een woning. De groepsleiding heeft de wens uitgesproken dat de woonruimte meer gaat uitlokken tot activiteit. Op verzoek van de organisatie geeft de ergotherapeut advies over de herinrichting van deze woning. Diverse materialen worden op de vloer, aan de wand en vanaf het plafond aangebracht, zodoende is een belevingsruimte gecreëerd die uitlokt tot voelen, kijken, horen en bewegen. Begeleiders van woon en dagbestedingsgroepen volgen bij de ergotherapie een cursus over het aan- bieden van activiteiten aan mensen met een verstandelijke beperking. De ergotherapeut geeft in- formatie over een passend activiteitenniveau met praktische tips qua materialen en variatie door verschillende uitgangshoudingen. Een ander thema is het zorgen van een goede balans tussen ver- zorgingsmomenten en spelmomenten. Ergotherapeut werkzaam in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking In het dagelijks leven zijn kinderen elk moment van de dag bezig met handelen. Door dit doen ont- wikkelen kinderen zich en worden zij steeds competenter. Hierdoor kunnen zij actief invulling geven aan dat wat zij willen doen en wat van hen verwacht wordt dat zij doen, thuis, op school, in de buurt en in andere omgevingen. Kinderergotherapie is op handelen gericht en is gebaseerd op het Person- Environment- Occupation (PEO) model (28). Dit model geeft de dynamische interactie tussen het kind (en zijn systeem, organisatie of populatie), de activiteiten en de context weer. Figuur 2.1 PEO- model (28) 11

12 Het handelen is de uitvoering van activiteiten en taken; handelen is doelgericht, vindt plaats in (wisselwerking met) de context en is gerelateerd aan de ervaring en de betekenis die het kind er aan geeft. Het handelen bevat alle activiteiten en taken die kinderen doen en/of waarbij zij betrokken zijn waardoor een kind voor zichzelf en anderen zorgt (zorgen/wonen), recreëert, ontspant en sociale contacten onderhoudt (spelen/vrije tijd), en deelneemt aan de maatschappij door onderwijs, arbeid of vrijwilligerswerk (leren/werken) (1, 17, 29). Het uitvoeren van het handelen (occupational performance) en de betrokkenheid in het handelen (occupational engagement) vormen samen het kerndomein van de ergotherapie (17). Kinderen kunnen meer of minder betrokken zijn in het handelen, ze kunnen geïnteresseerd zijn, helemaal opgaan in een activiteit of zich vervelen en afgeleid zijn tijdens het uitvoeren van een activiteit. Als kinderen volledig opgaan in het uitvoeren van een activiteit, volledig betrokken zijn en alles om zich heen vergeten, wordt dat flow genoemd (33). Betrokkenheid in het handelen kunnen kinderen ook ervaren zonder dat ze zelf de activiteit uitvoeren, doordat ze met anderen in de context van de activiteit zijn (17). Dit is een belangrijk aspect bij kinderen met beperkingen. Door bij andere spelende kinderen te zijn en mee te doen ervaren kinderen betrokkenheid bij het uitvoeren van activiteit. Betrokkenheid in het daadwerkelijk doen van activiteiten (doing) is een voorwaarde voor het zijn (being), worden (becoming) en erbij horen (belonging) (27, 34, 35). Door het doen bewegen kinderen zich spelenderwijs door de verschillende fasen van de sensomotorische ontwikkeling, waarbij de grove en fijne motoriek zich steeds verder ontwikkelen. Door het doen ontwikkelen kinderen hun cognitieve vaardigheden (36). Daarbij is het doen en het betrokken zijn in activiteiten met andere kinderen een belangrijk mechanisme van de sociaal- emotionele ontwikkeling (37). Hierdoor ontwikkelen kinderen zich en zijn ze in staat om steeds complexere acticiteiten uit te voeren. Daardoor ervaren ze succes, dat bijdraagt aan positieve zelfwaarde (self- esteem) en de mogelijkheid tot effectief (self- efficacy) en competent handelen (37, 38). Kinderen hebben de tijd nodig om te ontdekken wie ze zijn, om na te denken en te reflecteren. In het drukke leven van veel kinderen is er weinig tijd waarin ze niets hoeven doen, zoals rommelen, hangen, relaxen en dagdromen. Er zijn activiteiten die aanzetten tot reflectie en creativiteit, zoals het luisteren naar muziek, een muziekinstrument bespelen, mooie dingen zien in een museum, in een dagboek schrijven of knutselen. Dit zijn activiteiten waarin het zijn een belangrijk aandeel heeft. Voor ernstig zieke kinderen en kinderen in de laatste levensfase, zijn deze zijn - activiteiten ook van belang. Professionals en ouders passen zich daaraan aan en leren om te zijn bij hun kind en ruimte te geven aan stilte, reflectie en er zijn zonder woorden (37). Doordat kinderen in hun leven een evenwicht vinden in doen en zijn wordt het proces van worden wie ze zijn mogelijk gemaakt. Daardoor kunnen kinderen als ze ouder worden keuzes maken over bijvoorbeeld een profiel op de middelbare school, een hobby die bij hun past, het aangaan van een relatie en een studiekeuze. Zo vindt de ontwikkeling plaats naar het worden wie ze zijn in de maatschappij (37). Door het samen doen hebben kinderen ook het gevoel dat ze erbij horen bepaalde groep behoren (39). 12

13 Ontwikkelen van het handelen De ontwikkeling van kinderen is uitgebreid beschreven ten aanzien van verschillende ontwikke- lingsgebieden zoals de sensomotorische, cognitieve en sociaal- emotionele ontwikkeling. Deze ontwikkelingen zijn een voorwaarde voor de ontwikkeling van het handelen, die gedurende de gehele levensloop plaatsvindt. In de ergotherapie wordt ontwikkeling gezien als een levenslang proces en wordt beschreven aan de hand van de levensfases. Daarbij gaat het om de ontwikkeling van het kind, de adolescent, de volwassene en de oudere (40). Nieuwe handelingen ontstaan in alle levensfasen: een kleuter leert kleuren, een schoolkind leert schrijven en een adolescent leert zijn eigen maaltijd koken. Dit leidt tot een eigen handelings- repertoire (occupational repertoire). Dit repertoire bestaat uit een reeks handelingspatronen (occupational patterns) die een kind heeft op een bepaald moment van zijn leven (41). Handelingspatronen bestaan uit vaste en voorspelbare manieren van handelen van de persoon (42). Hoewel het handelingsrepertoire voor ieder kind uniek is, handelen kinderen ook veel samen met anderen en ontwikkelen zij ook een gezamenlijk handelingsrepertoire. Een voorbeeld daarvan is het gezamenlijk handelen van een familie (family occupations) (43, 44) of het met leeftijdgenootjes uitvoeren van activiteiten, zoals voetballen in een voetbalteam, samen buiten spelen met kinderen uit de buurt, gezamenlijk naar school fietsen en samen uitgaan in het weekend (45). Ergotherapeuten kunnen betrokken worden wanneer kinderen en hun systeem handelingsvragen hebben betreffende het doen, het zijn, het worden of het erbij horen. Tabel 2.1 Ontwikkelingstaken van kinderen van 0 tot 18 jaar volgens Davis & Polatajko (2011) (38, 41) Levensfase Baby - dreumes (0 2 jaar) Peuter (2-4 jaar) Kleuter (4-6 jaar) Basisschoolkind (6-12 jaar) Ontwikkelingstaken Binding met opvoeders Ontwikkeling van de zintuigen Motorische ontwikkeling tot aan het lopen Sensomotorisch leren in interactie met de omgeving Begrijpen van de eigenschappen van voorwerpen en het leren maken van cate- gorieën Emotionele ontwikkeling Ontwikkeling van de mobiliteit en andere grof motorische vaardigheden Ontwikkeling van coördinatie en fijne motoriek Fantasiespel Ontwikkeling van de taal Ontwikkeling van de zelfcontrole Ontwikkeling van genderidentificatie Vroege moraal ontwikkeling Ontwikkeling van het gevoel van eigenwaarde Ontwikkeling van conceptuele vaardigheden Ontwikkeling van het groepsspel Vriendschapsontwikkeling Ontwikkeling van het concrete denken Ontwikkeling van schoolse vaardigheden Ontwikkeling van reflectie Ontwikkeling van teamspel Jongere Lichamelijke geslachtsrijping 13

14 (12-18 jaar) Ontwikkeling van het abstracte denken Ontwikkeling van persoonlijke ideologie Emotionele ontwikkeling Deelname vriendengroep Ontwikkeling seksuele relaties Handelen is rolgebonden Het handelen is rolgebonden en de rol heeft invloed op de invulling van het uitvoeren van activitei- ten (46). Kinderen hebben verschillende rollen, bepaald door gender, familie en handelen. Bij gender gaat het om de rol van jongen of meisje; bij de familie gaat het om rollen als (klein)kind, zus en neef; bij het handelen gaat het om rollen zoals scholier, student, speelkameraadje, zelfverzorger, voetbal- ler, balletdanseres of scoutingvriendje. Rollen zijn dynamisch, ze worden verworven en weer vervan- gen gedurende het hele leven. Rollen hebben impact op de identiteit van het kind, op de invulling van de tijd en op het betrokken zijn in sociale groepen. Rollen geven structuur aan de dag van een kind. Het is belangrijk dat kinderen een balans hebben in de uitvoering van de verschillende rollen. Als kinderen betrokken zijn in rollen die teveel van hen vragen kan er stress ontstaan. Echter, als kin- deren te weinig betrokken zijn in rollen kan er verveling ontstaan (47). Ergotherapeuten zijn gericht op het begeleiden van kinderen bij de invulling van de verschillende rollen die kinderen zelf willen uitvoeren of waarvan anderen verwachten dat zij ze uitvoeren. Transities Transities zijn ingrijpende overgangen van de ene fase naar de volgende fase en worden onderschei- den in verticale en horizontale transities. Een verticale transitie betreft de overgang van de ene set- ting naar de volgende setting, zoals de transitie van peuterspeelzaal naar basisschool. Bij zo n transi- tie gaan kinderen vanuit een vertrouwde omgeving naar een nieuwe omgeving. Zo n nieuwe omge- ving wordt als spannend en uitdagend ervaren door het kind, maar kan ook een disbalans of een tij- delijk dan wel langduriger gevoel van onvermogen teweeg brengen (48). Het kind komt uitdagingen tegen als verlies van routines, afscheid nemen, omgaan met andere eisen, verwachtingen en moge- lijkheden, hetgeen stress kan veroorzaken (49). Verticale transities kunnen reden zijn van een (lang- durige) disbalans in het handelen. Zij brengen namelijk wijzigingen in routines, nieuwe rollen en rol- veranderingen met zich mee (48, 50). Een horizontale transitie betreft de overgang binnen eenzelfde of twee parallelle omgevingen (50). Een voorbeeld daarvan is de dagelijkse transitie van huis naar school of de overgang van het werken in de klas naar het spelen op het schoolplein. Kinderen met beperkingen in het handelen hebben vaker problemen met het omgaan van transities. Dit kan een reden zijn voor een ergotherapeutische interventie. Handelingsdeprivatie Uitgesloten zijn van handelen (occupational deprivation) wordt gedefinieerd als een situatie van aanhoudende uitsluiting van het betrokken zijn in het handelen (27). Dit kan ontstaan door externe of interne factoren. Door externe factoren hebben niet alle kinderen dezelfde kansen om belangrijke dagelijkse handelingen uit te voeren. Sommige kinderen ervaren handelingsdeprivatie door een ge- brek aan sociale of financiële mogelijkheden. Bijvoorbeeld bij kinderen met (dreigende) ontwikke- lingsachterstand uit gezinnen met een lage SES of die opgroeien in een asielzoekerscentrum. 14

15 Door interne factoren kan er ook sprake zijn dat kinderen geen mogelijkheden hebben om te hande- len, bijvoorbeeld bij kinderen met een verlaagd bewustzijn, bij kinderen met een psychiatrische of ernstige verstandelijke beperking, dit wordt ook wel handelingsverlegenheid genoemd. Deze kin- deren zijn in grote mate afhankelijk van de handelingen van een ander en kunnen zelf minder goed aangeven wat zij willen. Daarnaast stelt de omgeving weinig eisen aan het kind omdat de alertheid minder of afwezig is. Ook als het kind niet in staat is zelf handelingen uit te voeren, is het voor de omgeving van belang handelingen mét het kind uit te voeren (21, 51). Hierbij kunnen kinderergothe- rapeuten het systeem van het kind coachen en adviseren. 15

16 3 Cliënt Dit hoofdstuk beschrijft de cliënt van de kinderergotherapie: het kind en zijn systeem, een organisa- tie of populatie met een vraag op het gebied van het handelen. De verschillende cliëntniveaus wor- den beschreven en bij elk niveau worden voorbeelden van ergotherapeutische thema s genoemd. Het hoofdstuk sluit af met een beschrijving van het kind- en familiegecentreerd werken met aan- dacht voor diversiteit. "Ik ben geboren zonder onderarmen en onderbenen; boeie!" Met die instelling won de 11- jarige Luke de Cappies Award, een talentenshow voor kinderen met een beperking. Luke gaf tijdens de uit- zending een spetterende show weg als DJ Luke. De jury koos unaniem voor hem. Met zijn overwin- ning wordt Luke de nieuwe kinderambassadeur van Nederlandse stichting voor het gehandicapte kind (NSGK). Wat vind je zo leuk aan DJ- en? Ik hou van muziek. En met muziek kan je mensen blij maken. Als een zaal vol mensen je nadoet dat is het mooiste wat er is! Heb je wel eens last van je handicap? Wij hebben het eigenlijk nooit over wat ik niet kan, alleen over wat ik wél kan. En ik kan bijna alles: voetballen, draaien en dansen. Ik zit op een normale school en ik ben de snelste van de klas. Schrijven doe ik met mijn beide armen en ik kan heel netjes schrijven zegt mijn juf. Op straat kijken mensen mij wel eens na en zeggen: Wat zie jij er raar uit? Dat vind ik niet leuk, maar ja. Ik probeer me er niets van aan te trekken en gelukkig nemen mijn vrienden het altijd voor me op. ( projecten/interviews/interviewluke) Doordat de ergotherapeut in de klas meekijkt, zijn de adviezen gericht op de hele klas én bruikbaar in de praktijk..als leerkracht leer ik veel van de gegeven adviezen, die ik kan toepassen bij alle kin- deren. Leerkracht groep twee, reguliere basisschool De brede school uit de regio heeft onze praktijk voor kinderergotherapie benaderd. Bij de nieuw- bouw gaan twee scholen samenkomen en is er behoefte aan een deskundig advies over inrichting van de gezamenlijke ruimtes en het nieuwe meubilair voor de leerlingen. In samenwerking met beide schooldirecteuren en de adviescommissie is er advies gegeven over de ruimtelijke indeling en het meubilair. Het advies betreft de keuze voor een diversiteit in meubilair, met dynamische bewegings- elementen zoals wiebelkrukken bij de instructietafel. In het ruimtelijk advies zijn prikkelarme werk- plekken in de klas, minder glas tussen de klassen en te dimmen lichtbronnen meegenomen. Ten aan- zien van de toegankelijkheid heeft de lift uiteindelijk een andere plaats gekregen. Ergotherapeut- praktijkhouder 16

17 P cliënt' E context' handelen' O ac)viteiten' Figuur 2.1 PEO- model: de cliënt (28) In het Profiel specialisatie kinderergotherapeut staat het kind of jongere met een lichamelijke, psy- chische, en/of verstandelijke beperking en/of leer- of ontwikkelingsproblemen centraal. Deze kin- deren hebben extra risico op verminderde participatie in het dagelijks- en maatschappelijk leven, thuis, op school of bijvoorbeeld bij verenigingen. Dit geldt voor 7-12% van de kinderen en jongeren tot 19 jaar (52, 53). Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (2007) zijn er in de leeftijd van 6 tot 19 jaar kinderen en jongeren met een lichte lichamelijke beperking, met een matige tot ernstige lichamelijke beperking, met een lichte verstandelijke beperking en met een ernstige verstandelijke beperking. In deze leeftijdscategorie zijn bovendien kinderen en jon- geren bekend met een chronische ziekte (54). Het vóórkomen van psychosociale problemen varieert volgens hulpverleners in de jeugdgezond- heidszorg (JGZ) per leeftijdsgroep van 9% tot 33%. Bij baby s van 14 maanden zijn dit vooral slaap- spraak/taal- en eetproblemen. Bij 3- jarige jongens zijn dit vooral gedragsproblemen, zoals uitdagend en agressief gedrag, bij meisjes van die leeftijd betreft het vooral slaapproblemen. In de leeftijds- groep 5-6 jaar betreft dit bij meisjes emotionele problemen en bij jongens vooral problemen thuis en op school. Bij kinderen van 8-12 jaar zijn dit vooral emotionele problemen, zoals gebrek aan zelfver- trouwen en teruggetrokken gedrag. Bij jongens komen daarnaast vaker schoolproblemen voor. Het hebben van problemen met leeftijdsgenoten komt in deze leeftijdsgroep vaker voor dan bij 5-6 jari- gen (53). Internationale cijfers laten zien dat 14-18% van de Europese jongeren kampt met psychi- sche problemen (55). Nederlandse cijfers zijn moeilijker te vinden. Vaak gaan deze psychische pro- blemen gepaard met problemen met de fysieke gezondheid. Uit studies die specifiek gericht waren op jongeren (16-24 jaar) blijkt dat jongeren met psychische problematiek een hoger risico hebben op problemen met de fysieke gezondheid dan jongeren zonder psychische problematiek (56). Jongeren met psychische problemen vormen een bijzonder kwetsbare groep. Zij ondervinden problemen op diverse levensgebieden en daarbij blijven deze problemen vaak ook op de langere termijn bestaan. Jaarlijks revalideren ongeveer kinderen en jongeren met een fysieke beperking en/of chroni- sche aandoening in één van de 23 revalidatiecentra ( Er zijn geen landelijke cijfers bekend van het aantal kinderen dat in eerste lijn praktijken wordt behandeld. Ongeveer jongeren uit de doelgroep volgen onderwijs op één van de 16 Regionale Expertise Centra III- scholen ( Uit deze groep krijgen ook kinderen in het regulier onder- wijs ambulant begeleiding. Kinderergotherapeuten werken met: 17

18 kinderen en hun systeem, dat wil zeggen de ouders, het gezin, de familie, vriendjes, de leer- kracht en andere relevante personen. Kinderergotherapeuten richten zich daarbij op de han- delingsvraag van het kind en/of zijn systeem; organisaties met handelingsvragen van kinderen. De ergotherapeut coacht en adviseert de betrokkenen in de organisatie gericht op het effectiever en efficienter handelen van kinderen; populaties waarin kinderen beperkt worden in hun handelingsmogelijkheden. De ergotherapeut is gericht op actieve participatie van kinderen in een inclusieve samenleving. Het kind en zijn systeem Er zijn verschillende synoniemen voor de individu als cliënt uit de doelgroep kind en jeugd: kind, leer- ling, revalidant, student of bewoner. Het systeem kan staan voor de: ouder, verzorger, leerkracht, begeleider, groepsleider of kinderverpleegkundige in de wijk. Het kind als individu Het kind als persoon wordt beschreven aan de hand van vier elementen: affectief, cognitief, fysiek en spiritueel (17, 18). Affectief betreft het gevoel en bevat sociale en emotionele functies en inter- en intrapersoonlijke factoren. Cognitief betreft het denken en kent cognitieve en intellectuele functies zoals waarneming, concentratie, redeneren en oordeelsvermogen. Fysiek beschrijft het doen en bevat alle sensorische, motorische en sensomotorische functies. Spiritueel betreft zingeving en voedt en ondersteunt de eigenwaarde, de innerlijke kracht en de mogelijkheid om betrokken te zijn in het handelen op school, thuis en in de buurt (57). Spiritualiteit heeft impact op de mogelijkheden van kinderen in alle aspecten van het leven en is gericht op het bereiken van dingen op een manier die zinvol is voor het kind (58, 59). Wil en motivatie van het kind Wanneer het handelen als zinvol en uitdagend wordt ervaren en passend is bij de wil van het kind, zijn kinderen ook gemotiveerd tot handelen én actief betrokken bij het handelen in de context. On- der wil (volition) wordt het patroon van gevoelens en gedachten verstaan die een kind in staat stelt om op gedrag te anticiperen, bepaald gedrag te kiezen, gedrag te ervaren en er betekenis aan te ge- ven (46). Motivatie wordt beïnvloed door de individuele mogelijkheden van het kind én de fit van zijn mogelijkheden met de eisen die het handelen en de omgeving aan kinderen stellen. De reden waar- om een kind gemotiveerd is zal dan ook verschillen: puur om het genieten, omdat het kind er goed in is, om de positieve waardering of de beloning, uit nieuwsgierigheid, vanuit het verlangen om iets uit te leggen of anderen te helpen of vanwege de competitie (60). In dialoog met het kind komt naar voren hoe hij zichzelf ziet, hoe hij zelf zijn handelingscompetenties beoordeelt, welke activiteiten hij belangrijk vindt, welke doelen hij heeft en wat plezier geeft aan zijn leven (61, 62). Handelingsvragen per leeftijdsgroep Handelingsvragen ontstaan door een verstoring in de interactie tussen het kind, de activiteit en/of de omgeving. Deze handelingsvragen zijn middel en doel van de ergotherapie- interventie. Kinderen in de voorschoolse periode: Bij jonge kinderen zijn de vragen van ouders vooral gericht op het handelingsgebied zorgen en wonen. Hierbij kan gedacht worden aan het optimaliseren van de verzorging van het kind, het stimuleren en mogelijk maken van zelfstandigheid in de zelfzorg, het verplaatsen, de 18

19 communicatiemogelijkheden en het bezighouden met en het uitdagen van spel, al dan niet via computer en/of tablet (43). Wanneer kinderen naar een kinderdagverblijf of peuterspeel- zaal gaan, hebben ouders ook vragen over het participeren van hun kind in die specifieke si- tuaties. Bij kinderen of jongeren met een vertraagde ontwikkeling of een verstandelijke be- perking, die op dit voorschoolse niveau functioneren, spelen dezelfde handelingsvragen ge- richt op zorgen en wonen als bij jonge kinderen. Transitie naar school en de kleuterjaren: Voorbereiding van het kind op de schoolsituatie en eventueel de buitenschoolse opvang (BSO) levert in deze periode handelingsvragen op. Zelfzorg, zoals de toiletgang, het eten en drinken in de pauzes, het zelfstandig kunnen spelen en bezig kunnen zijn met een school- taakje zijn voorwaarden tot participeren binnen school (63). Communicatie met andere kin- deren en volwassenen en het kunnen verplaatsen in en rondom thuis en school zijn andere aandachtspunten. Kleutervaardigheden zoals het leren knippen, vouwen, prikken en de uit- voering van de papier- en pentaken zijn vaak onderwerp van handelingsvragen. Handelings- vragen kunnen ook gericht zijn op de thuissituatie, zoals zelfzorg, verplaatsen en spelen. Ook krijgen ergotherapeuten handelingsvragen op basis van gedragsproblemen bij kinderen met psychische problematiek. Hierbij richt de ergotherapeut zich op het uitvoeren van activitei- ten die voor het kind belangrijk zijn. Bij kinderen met complex meervoudige problemen blij- ven gedurende langere periode vragen bestaan op het gebied van zorgen, wonen, spel, ver- plaatsen en communicatie. Leren en spelen in de basisschoolleeftijd: De handelingsvragen van het schoolkind en/of de omgeving betreffen zelfstandig werken aan een opdracht, leren schrijven, kennis verwerven, samen spelen met andere kinderen, het aan- en uitkleden bij de gymles, buitenspelen, en gebruik maken van computers of tablets. Ook is dit de leeftijd dat kinderen zich zelfstandig gaan verplaatsen in het verkeer en starten met clubjes. Thuis wordt van kinderen verwacht dat zij meehelpen in zorgtaken, zoals de ta- fel dekken, de eigen kamer opruimen en huiswerk maken. De periode van het voortgezet onderwijs, vervolgonderwijs of werk: Voor de jongere wordt de wereld groter, doordat hij naar de middelbare school gaat, start met uitgaan en begint aan zijn eerste baantje. In de voorbereiding om mee te gaan doen in de maatschappij levert de transitie van school naar de maatschappij nieuwe handelingsvra- gen op in het dagelijks handelen bij zorgen/wonen, leren/werken en spelen/vrije tijd (64). De organisatie Kinderergotherapeuten werken in en met de organisatie van het kind, bijvoorbeeld bij het meeden- ken over de inrichting van de overblijfruimte op school of het coachen van leerkrachten in het onder- steunen van kinderen met schrijf- en aandachtsproblemen in de klas. Ook werken ergotherapeuten in een co- teaching situatie, waarbij de kinderergotherapeut en de leerkracht elkaar ondersteunen, ieder vanuit de eigen expertise (65). Hierbij wordt extra aandacht en oefening geboden aan alle kin- deren van de klas. Kinderergotherapeuten werken zowel in het regulier als in het speciaal onderwijs. Het werken in de context draagt positief bij aan de transfer van het geleerde in de dagelijkse praktijk (48). In een organisatie kan ergotherapie gericht zijn op het ondersteunen van het groepshandelen, zoals het uitvoeren van het gezamenlijk corvee of samen de boodschappen doen voor de woonvorm (66). 19

20 Ook belangenverenigingen, instanties en instellingen zijn voorbeelden van organisaties. Bij de sa- menwerking met de kinderergotherapeut zijn over het algemeen meerdere personen betrokken. De inbreng van de kinderergotherapeut is gericht op het geven van voorlichting en informatie, op con- sultatie en coaching gericht op de optimale inzet van de handelingsvoorwaarden van kinderen, die spelen, leren of wonen in een organisatie. De populatie Een populatie is een aantal mensen dat in een bepaald gebied leeft of een groep mensen met gelijk- soortige kenmerken (67). Hierbij kan gedacht worden aan populaties van kinderen met een chroni- sche beperking die een risico hebben op participatieproblemen of aan kinderen en hun ouders in wijken met een lage SES, die dreigen uitgesloten te worden van handelen. Leefstijladviezen en pre- ventie van handelingsbeperkingen ten gevolge van aandoeningen hoort tot het aandachtsgebied van de kinderergotherapeut. Bij populaties kan ook gedacht worden aan jongeren met een verstandelijke beperking in een dorp, die zoeken naar een betekenisvolle tijdsbesteding of aan een muziekvereni- ging die zoekt naar het gebruik van tablets bij het aanleren van muziekstukken door hun jonge deel- nemers (68). Populatiegerichte zorg speelt zich af op wijk en gemeentelijk niveau. Een voorbeeld van populatiegerichte zorg bij het oplossen van complexe problemen in de zorg- en welzijnssector is de Participatietafel. Deze methodiek ondersteunt op een speelse manier de dialoog tussen verschillende groepen kinderen, die betrokken zijn in een samen spelen project in een wijk (69). Cliënt- en familie- gecentreerd werken Cliëntgecentreerd werken, het werken met kinderen hun systeem, organisatie of populatie is een belangrijk uitgangspunt van de kinderergotherapeut. Bij het kind en zijn systeem wordt dat familie- gecentreerd werken (family centered service/fcs) genoemd. Het kind wordt gezien als onderdeel van het systeem bestaande uit zijn gezin met broertjes, zusjes, (stief)ouders en (stief)grootouders. FCS gaat er vanuit dat de familie de meest constante omgevingsfactor is in het leven van het kind en dat ouders hun kind het beste kennen en expert zijn wat betreft hun kind. Ergotherapeuten betrekken ouders in alle besluitvorming rondom het kind (70, 71). Interventies kunnen zich daarbij ook richten op het familiesysteem (44). Elke familie is uniek, kent een eigen leer- en communicatiestijl en beno- digde ondersteuning (72). Voor het gericht werken aan betekenisvolle doelen van kind en familie is cliënt- en familie- gecentreerd werken bewezen effectief (73). Het principe nothing about us, wit- hout us is een belangrijk uitgangspunt van alle interventies (74). Ouders van kinderen zijn veelal goed geïnformeerd over de aandoening en beperkingen van hun kind en hebben ideeën over de ver- schillende oplossingsrichtingen. Dit komt door de toegankelijkheid van informatie via internet, pati- entenverenigingen en ouderorganisaties. Familiegecentreerd werken is niet altijd mogelijk, doordat ouders niet beschikbaar zijn of door het ontbreken van familie. Verder kan de relatie met de ouders verstoord zijn door misbruik, pesten, hechtingsstoornissen en gezagsproblemen. Ook geweld, complexe scheidingen, alcohol en/of drugs- gebruik kunnen het familiegecentreerd werken onmogelijk maken. Op het niveau van organisaties en populaties geldt ook dat families bij het plannen en uitvoeren van interventies betrokken worden, bijvoorbeeld in een stuurgroep, panel, raad van toezicht. Dit vraagt van kinderergotherapeuten zorgvuldigheid, kennis op het gebied van diversiteit, mensenrechten en inclusief denken. In de leidraad Diversity matters: guiding principles on diversity and culture (75, 76) zijn vier principes beschreven die ergotherapeuten aanmoedigen de concepten diversiteit en cultuur 20

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 Inhoud Inhoud 5 Introductie 9 1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 2 Historisch perspectief 21 3 Handelen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut

Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut Post-hbo modules specialisatie kinderergotherapeut Samenwerking opleidingen ergotherapie en Ergotherapie Nederland Margo van Hartingsveldt - HvA Jolien van den Houten - Zuyd Selma van Huijzen - HR Inge

Nadere informatie

Het kind of de jongere met hersenletsel en het gezin in de participatie / chronische fase

Het kind of de jongere met hersenletsel en het gezin in de participatie / chronische fase Het kind of de jongere met hersenletsel en het gezin in de participatie / chronische fase Symposium Traumatisch Hersenletsel Kinderen en Jongeren 31 oktober 2018 Drs. Y. Boom MSc. - Neuropsycholoog Disclosure

Nadere informatie

&Ons Tweede Thuis KINDEREN

&Ons Tweede Thuis KINDEREN &Ons Tweede Thuis KINDEREN & & KINDEREN Inleiding Het liefst zorg je als ouder zelf voor je kind maar soms heb je hulp nodig. Bijvoorbeeld als je kind een achterstand in de ontwikkeling of een verstandelijke,

Nadere informatie

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden. Onlangs is uw kind gezien in het observatieteam en is de diagnose DCD gesteld. In deze folder leest u wat DCD is, wat de behandeling bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch inhoudt en hoe

Nadere informatie

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014 Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ Vrijdag 13 juni 2014 Wie zijn we? Ons Tweede thuis is een organisatie ten dienste van ongeveer 2000 mensen met een verstandelijke, meervoudige of lichamelijke

Nadere informatie

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Pedagogisch Beleidsplan 1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat

Nadere informatie

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO Hé, het is ok! Om even door de bomen het bos niet meer te zien Om overdonderd te zijn Om niet goed te weten wat je hiermee nu kan doen We zijn samen zoekend!

Nadere informatie

Bijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni 2016. Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen

Bijzonder Begaafd. Doelen workshop. Eigen casus. Juni 2016. Passende ondersteuning voor 'dubbel bijzondere' leerlingen Bijzonder Begaafd SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen /thema/dubbel-bijzonder Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleidsplan Auteur: Ingeborg van der Zanden Bartels Datum: 05 januari 2015 Plaats: Kerkdriel Versie: 0.1 Pedagogisch beleidsplan BSO VillaDriel 12 april 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra Gastles 17 september 2009 van Theorie naar Praktijk De SI-behandeling Door Theone Kampstra Wie is Theone Bewegingswetenschappen 1992-1997 Ergotherapie 1997-1999 Sensorische Integratie opleiding 2000 Werkzaam

Nadere informatie

Aveleijn ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking of een lage sociale redzaamheid. Leven vol betekenis

Aveleijn ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking of een lage sociale redzaamheid. Leven vol betekenis Aveleijn ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking of een lage sociale redzaamheid. Leven vol betekenis We gaan uit van eigen kracht, eigen keuzes en eigen mogelijkheden. 02 Aveleijn Inhoud Missie

Nadere informatie

Passen in de klas. voor het onderwijs

Passen in de klas. voor het onderwijs Passen in de klas voor het onderwijs Passen in de klas! Revalidatie Friesland is er ook voor kinderen waarvan men nog niet goed weet wat er aan de hand is, die bijvoorbeeld onhandig zijn en daardoor problemen

Nadere informatie

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Pedagogisch Beleid. Nanny Association Pedagogisch Beleid Nanny Association Rijen, juni 2006 Inhoud Inleiding 1. Nanny Association 2. Profiel nanny 3. Functie- en taakomschrijving 4. Accommodatie en materiaal 5. Ouderbeleid 6. Pedagogische

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts Developmental Coordination Disorder Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts 11-06-2015 Inhoud Developmental Coordination Disorder Criteria Kenmerken Comorbiditeiten Pathofysiologie Behandeling Prognose

Nadere informatie

Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening. Fabienne De Boeck Februari 2014

Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening. Fabienne De Boeck Februari 2014 Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening Fabienne De Boeck Februari 2014 Welkom! Even voorstellen Planning: Kennismaken met het onderwerp ICF-CY the big picture Visie

Nadere informatie

Deel 1: Positieve psychologie

Deel 1: Positieve psychologie Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende

Nadere informatie

Opvoeding & Ontwikkeling

Opvoeding & Ontwikkeling MEE Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Opvoeding & Ontwikkeling Opvoeding & Ontwikkeling MEE is een organisatie voor iedereen met een beperking of chronische ziekte. MEE biedt

Nadere informatie

Informatie boekje CO-OP benadering

Informatie boekje CO-OP benadering Informatie boekje CO-OP benadering Cognitive Orientation to daily Occupational Performance Heerlen, 2013 Dit informatieboekje is tot stand gekomen op vraag van therapeuten, ouders, partners en andere betrokkenen.

Nadere informatie

HULP BIJ OPVOEDING BEHANDELING BEGELEIDING OBSERVATIE DIAGNOSTIEK. kinderen

HULP BIJ OPVOEDING BEHANDELING BEGELEIDING OBSERVATIE DIAGNOSTIEK. kinderen HULP BIJ OPVOEDING BEHANDELING BEGELEIDING OBSERVATIE DIAGNOSTIEK kinderen Soms heeft een gezin extra begeleiding nodig. Bijvoorbeeld als uw kind een achterstand in de ontwikkeling of een verstandelijke,

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

&Ons Tweede Thuis VOLWASSENEN

&Ons Tweede Thuis VOLWASSENEN &Ons Tweede Thuis VOLWASSENEN & & VOLWASSENEN Ondersteuning voor mensen met een beperking Heb je een beperking of heeft je zoon of dochter een beperking? Dan is wat ondersteuning soms erg welkom. Ons Tweede

Nadere informatie

Zorg. Omdat een andere blik je leven verrijkt

Zorg. Omdat een andere blik je leven verrijkt Zorg vanuit bekeken Omdat een andere blik je leven verrijkt Je kind heeft autisme Je kind blijkt autisme te hebben. Waarschijnlijk had je al langere tijd een vermoeden. Ouders weten vaak al vroeg dat hun

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

vanuit ieders mogelijkheden daar waar nodig gewoon samen Denkt mee Doet mee Gewoon samen

vanuit ieders mogelijkheden daar waar nodig gewoon samen Denkt mee Doet mee Gewoon samen vanuit ieders mogelijkheden daar waar nodig gewoon samen Denkt mee Doet mee Gewoon samen Uw opgave is ons uitgangspunt: doelgericht, met de focus op zelfredzaamheid en de eigen kracht van mensen met een

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

amersfoort Hoe bereik ik CJG Amersfoort?

amersfoort Hoe bereik ik CJG Amersfoort? amersfoort Folder voor ouders van 0-8 jarigen Bezoekadres Heiligenbergerweg 36, 3816 AK Amersfoort T 033 47 94 000, E info@cjgamersfoort.nl I www.cjgamersfoort.nl carta U kunt binnenlopen bij CJG Amersfoort.

Nadere informatie

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT

TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT TRAJECT WELZIJN; ONTWIKKELING EN OPVOEDING_9789006815627_INHOUD_KORT Thema 1 Inleiding op ontwikkeling en opvoeding 1 Begeleiden bij ontwikkeling 1.1 Begeleiden als kerntaak 1.2 Begeleiden bij ontwikkeling

Nadere informatie

Ondernemend Initiatiefnemer met nieuwe ideeën Analytisch denkvermogen Inspirerend Interactief lesgeven

Ondernemend Initiatiefnemer met nieuwe ideeën Analytisch denkvermogen Inspirerend Interactief lesgeven Curriculum Vitae Drs. T. Kampstra-Grippeling Achternaam: Kampstra-Grippeling Roepnaam: Theone Geboortejaar: 1974 E-mail: theone@kenniscentrumsiem.nl Competenties Ondernemend Initiatiefnemer met nieuwe

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Activiteitenbeleid 2013

Activiteitenbeleid 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Pedagogisch beleid TintelTuin De 6 competenties Visie Activiteitenbeleid binnen het (dag)programma Laat zien

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Daarvoor gaat u naar Minters

Daarvoor gaat u naar Minters Opvoeden & Opgroeien Eigen functioneren & Relaties Een leefbare buurt Daarvoor gaat u naar Minters U weet zelf vaak het beste wat goed is voor uzelf of uw gezin. En u gaat voor goede raad of praktische

Nadere informatie

Dubbel bijzondere leerlingen. Lilian Snijders

Dubbel bijzondere leerlingen. Lilian Snijders Dubbel bijzondere leerlingen Lilian Snijders Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder betekent vanuit welke visie begeleiding effectief vormgegeven kan worden wat de uitgangspunten zijn

Nadere informatie

Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen

Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen Anke Meester-Delver, kinderrevalidatiearts, afd. revalidatie, AMC Definitie kinderrevalidatie Kinderrevalidatie

Nadere informatie

POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN

POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN Transitie van kind naar volwassene Mw.dr. Jetty van Meeteren revalidatiearts, Erasmus MC Waarom aandacht voor transitie? Zowel uit de klinische praktijk als uit het wetenschappelijk

Nadere informatie

WELZIJN OP RECEPT inhoud en kwaliteit.

WELZIJN OP RECEPT inhoud en kwaliteit. WELZIJN OP RECEPT inhoud en kwaliteit. Werkconferentie Movactor, Nieuwegein,16 februari, 2017. Jan Auke Walburg 3-3-2017 1 1. WOR als onderdeel van positieve gezondheid 2. Kwaliteit en effectiviteit WOR

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans

Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans Opleiding FINAH (Functioneringsinstrument NAH) Frederik Houben Rudi Ghysels Danny Mennen Loeka Vanderborcht Roel Bosmans Hogeschool PXL Elfde-Liniestraat 24 B-3500 Hasselt www.pxl.be - www.pxl.be/facebook

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

Revalidatie voor kinderen en jongeren. Poliklinische en klinische behandeling

Revalidatie voor kinderen en jongeren. Poliklinische en klinische behandeling Revalidatie voor kinderen en jongeren Poliklinische en klinische behandeling Revalidatie voor kinderen en jongeren Poliklinische en klinische behandeling Het doel is zo zelfstandig mogelijk worden Kinderen

Nadere informatie

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking Er zijn als het moet Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking Onze cliënten Jeugdzorg is er in soorten en maten. De William Schrikker

Nadere informatie

Even voorstellen: Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel van de Amarant Groep

Even voorstellen: Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel van de Amarant Groep Even voorstellen: Pauwer biedt zorg op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een lichamelijke beperking, een meervoudige beperking of met nietaangeboren hersenletsel. Vanaf 2015 is Pauwer onderdeel

Nadere informatie

Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking.

Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking. Bijlage 4 Ondersteuningsprofielen Jeugd (vooralsnog concept) Sociaal Domein Fryslân Profiel 1 Behoefte aan het verbeteren van psychosociaal functioneren jeugdige en verbeteren van gezinscommunicatie. Profiel

Nadere informatie

Begeleiding individueel (laag)

Begeleiding individueel (laag) Begeleiding individueel (laag) Het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing.

Nadere informatie

ZO Opvang en Onderwijs

ZO Opvang en Onderwijs ZO Opvang en Onderwijs Opvang en Onderwijs doe je ZO! ZOOO is een pedagogisch-didactisch concept dat opvang en onderwijs volledig integreert. Het resultaat is een krachtige pedagogische omgeving die kinderen

Nadere informatie

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Minor Licht Verstandelijk Beperkt Minor Licht Verstandelijk Beperkt Academie voor Sociale Studies Inleiding De minor Licht Verstandelijk Beperkt biedt een inspirerend en intensief half jaar deskundigheidsbevordering op het gebied van werken

Nadere informatie

Psycho educatie bij DCD spreekbeurten en ervaringscircuits in de klas

Psycho educatie bij DCD spreekbeurten en ervaringscircuits in de klas Psycho educatie bij DCD spreekbeurten en ervaringscircuits in de klas Annelies de Hoop, ergotherapeut a.de.hoop@recmiddenbrabant.nl Jennifer Dennison, kinderfysiotherapeut j.dennison@recmiddenbrabant.nl

Nadere informatie

Perspectief op Potenties

Perspectief op Potenties Perspectief op Potenties Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Een derde meer herstel? Vereist: brede visie op herstel, inclusief focus op functioneel

Nadere informatie

Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen. Doelen workshop

Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen.   Doelen workshop Bijzonder Begaafd SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende ondersteuning voor dubbel bijzondere leerlingen /thema/dubbel-bijzonder Doelen workshop Je weet... wat de term dubbel bijzonder

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Inleiding Kinderopvang Haarlem heeft één centraal pedagogisch beleid. Dit is de pedagogische basis van alle kindercentra van Kinderopvang Haarlem.

Nadere informatie

Levensloopbegeleiding

Levensloopbegeleiding Levensloopbegeleiding vanuit bekeken Omdat een andere blik je leven verrijkt Levensloopbegeleiding bij autisme Levensloopbegeleiding is ondersteuning in iedere fase van het leven, op alle levensgebieden

Nadere informatie

Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE

Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE Dordrecht 17 maart 2016 Nynke Tilstra, Sportconsulent Introductie MEE Uitleg Wijkteams

Nadere informatie

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang Introductie Introductie Het pedagogisch beleid van de tussenschoolse opvang SKN s Eetclub biedt een kader dat de overblijfkrachten en de coördinatoren tussenschoolse

Nadere informatie

De Winckelsteegh. voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap

De Winckelsteegh. voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap De Winckelsteegh voor mensen met een ernstig verstandelijke handicap Maak kennis met De Winckelsteegh Wil je deze brochure lezen in eenvoudige taal? Zoek de plaatjes van het vergrootglas. Daaronder staan

Nadere informatie

. In een notendop. Over de auteur

. In een notendop. Over de auteur Boek : DCD-hulpgids voor leerkrachten. Achtergrond en adviezen bij de motorische coördinatiestoornis. Auteur : Eelke van Haeften 2009, Pica ISBN: 9789077671276 Bespreker : Sofie Bruyneel Datum : april

Nadere informatie

Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie

Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie Nieuwe term in de wetgeving : personen met een arbeidsbeperking Personen met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

ABC - Ambulant Behandelcentrum

ABC - Ambulant Behandelcentrum ABC - Ambulant Behandelcentrum Als het thuis en/of op school dreigt vast te lopen Informatie voor verwijzers Kom verder! www.ln5.nl Vergroten van sociale competenties. Vergroten zelfbeeld/zelfvertrouwen.

Nadere informatie

2 Algemene doelstelling en visie

2 Algemene doelstelling en visie 2 Algemene doelstelling en visie 2.1 Algemene doelstelling De groene kikker heeft als doel huiselijke en persoonlijke kinderopvang te bieden, die optimaal tegemoet komt aan de behoeften van de kinderen.

Nadere informatie

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en Peuters spelender wijs! Een praktische verdiepingscursus voor pedagogisch medewerkers in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De ontwikkeling van jonge kinderen gaat snel. Ze zijn altijd op ontdekkingstocht

Nadere informatie

Kortdurend intensief verblijf

Kortdurend intensief verblijf Inhoudsopgave De Buitenwereld 4 6 Doelgroep 8 Doelgericht werken 10 Inhoudelijke randvoorwaarden 11 2 3 De Buitenwereld Als je binnen een gezin een kind mag grootbrengen met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid Inleiding Wij vinden het belangrijk dat u uw kind met een gerust hart naar één van onze kindercentra brengt. In deze brochure laten wij u zien dat wij

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Promens Care GEZINSBEHANDELING

Promens Care GEZINSBEHANDELING GEZINSBEHANDELING Voor gezinnen waarvan ouders of kinderen met een verstandelijke en/of psychische beperking hulp zoeken bij opvoeden en opgroeien Promens Care We helpen u thuis! Opvoeden is een hele klus.

Nadere informatie

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen 3 Parnassia Groep is specialist in geestelijke gezondheid Psychische klachten, een psychische stoornis of ziekte: ze kunnen iedereen treffen en ernstig

Nadere informatie

Rotterdam Rijnmond. Zorg voor jongeren en hun gezin. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING

Rotterdam Rijnmond. Zorg voor jongeren en hun gezin. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING GEZINS- BEGELEIDING DAGBESTEDING Rotterdam Rijnmond Zorg voor jongeren en hun gezin Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren Wie zijn wij? Stichting Prokino

Nadere informatie

Onderzoek Behoefte aan Vrije tijdsbesteding

Onderzoek Behoefte aan Vrije tijdsbesteding Onderzoek Behoefte aan Vrije tijdsbesteding Inleiding MEE IJsseloevers heeft onderzoek gedaan naar de vrije tijdsbesteding van mensen met een beperking of chronische aandoening en de behoeften die zij

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Meer info over Prisma en WMO?

Meer info over Prisma en WMO? Meer info over Prisma en WMO? wmo@prismanet.nl www.prismanet.nl Plan een bezoekje! U kunt het Prisma-aanbod pas echt ervaren als u het ook met eigen ogen gezien heeft. Prisma heet u van harte welkom voor

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Positieve gezondheid & positieve psychologie in praktijk

Positieve gezondheid & positieve psychologie in praktijk Positieve gezondheid & positieve psychologie in praktijk Welkom Positieve gezondheid & psychologie (Huber/Walburg), levensloop en veerkracht Lijfstyle netwerk Nieuwegein Veerkracht versterkende interventies

Nadere informatie

Kinderergotherapie in passend onderwijs!

Kinderergotherapie in passend onderwijs! Kinderergotherapie in passend onderwijs! 1 Ik begrijp de problemen van deze leerling nu beter en kan hem gericht ondersteunen bij het zelfstandig werken. (leerkracht van groep 3) Voor alle kinderen, met

Nadere informatie

Kinderen. Samen op pad. Ondersteuning

Kinderen. Samen op pad. Ondersteuning Kinderen Kinderen Samen op pad Kind zijn betekent de kans krijgen om je te ontwikkelen, te groeien, te ontdekken, te leren, te spelen en te sporten in een veilige omgeving. Sommige kinderen hebben bijzondere

Nadere informatie

Voor wie een time-out?

Voor wie een time-out? Voor wie een time-out? Problemen met gedrag in een buitengewone context Inhoud Korte introductie ICF-CY Toepassing op doelgroep praktijkboek Gebruik binnen een handelingsgericht diagnostisch traject maar

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

OP jezelf LereN WONeN Met begeleiding

OP jezelf LereN WONeN Met begeleiding OP jezelf LereN WONeN Met begeleiding Training Begeleid Wonen training begeleid WONeN de beste voorbereiding voor LAter Wil je als jongere of volwassene graag zelfstandig wonen? Maar moet je daarvoor eerst

Nadere informatie

H.307216.0714. Waar kunt u terecht als u kanker heeft

H.307216.0714. Waar kunt u terecht als u kanker heeft H.307216.0714 Waar kunt u terecht als u kanker heeft Inleiding Bij u is kanker geconstateerd. Tijdens of na uw ziekte kunt u te maken krijgen met situaties waar u geen raad mee weet, ook wanneer de behandeling

Nadere informatie

Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn

Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn Sterker in de samenleving. Powered by Pluryn Jongeren met complexe problemen krijgen bij voorkeur ondersteuning thuis en in de wijk. Zo kort en effectief mogelijk. Soms is tijdelijk verblijf in een behandelcentrum

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor kinderen en jongeren met een visuele beperking

Onderwijs, zorg en dienstverlening voor kinderen en jongeren met een visuele beperking Onderwijs, zorg en dienstverlening voor kinderen en jongeren met een visuele beperking Perspectief voor ieder kind Mijn baby maakt nog steeds geen oogcontact, is dat normaal? Kan mijn dochter naar een

Nadere informatie

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN KLEINE MENSEN GROTE WENSEN Voor de betere kinderopvang DOOR DE OGEN VAN KINDEREN Dit boekje laat je kinderopvang zien door de ogen van kinderen. Een praktische gids voor iedereen die nadenkt over de opvang

Nadere informatie

Multiproblem gezinnen met NAH, een uitdaging? Myriam Meutgeert, gezinscoach Karin van Ophem, consulent NAH & Jeugd en Gezin

Multiproblem gezinnen met NAH, een uitdaging? Myriam Meutgeert, gezinscoach Karin van Ophem, consulent NAH & Jeugd en Gezin Multiproblem gezinnen met NAH, een uitdaging? Myriam Meutgeert, gezinscoach Karin van Ophem, consulent NAH & Jeugd en Gezin Programma workshop Definitie multiproblem gezin Actieve bijdrage, stellingen

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional

Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional Interdisciplinaire samenwerking in de wijk: de T-shaped professional Groningen, 11 november 2013 Lies Korevaar, lector Rehabilitatie e.l.korevaar@pl.hanze.nl Overzicht Inleiding Interdisciplinaire samenwerking

Nadere informatie

Ecologie van het leren

Ecologie van het leren Ecologie van het leren Beneluxconferentie dr Manon C.P. Ruijters MLD Apeldoorn 17 oktober 2013 Ecologisch? Ecologie is verbindingen en samenhang diversiteit interacties tussen organismen en hun omgeving

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Samenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen

Samenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen Samenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen Marianne Balfoort & Manon van den Ende - MOC t Kabouterhuis Willemien Duvekot - Ouder kind adviseur Ijburg en Zeeburgereiland Programma - Introductie - Wat

Nadere informatie

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging De zorg verandert en vindt zoveel mogelijk thuis of dichtbij huis plaats. Er worden minder mensen opgenomen

Nadere informatie

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht

\ Thuiszorg. Zorg en hulp bij u thuis. BrabantZorg, met aandacht \ Thuiszorg Zorg en hulp bij u thuis BrabantZorg, met aandacht 2 Alle aandacht en zorg bij u thuis \ Thuiszorg Thuis wonen in uw vertrouwde omgeving met alle hulp en zorg die u nodig heeft. BrabantZorg

Nadere informatie

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is

Doelgroep De doelgroep voor de methode Meer Mens is onder te verdelen in drie hoofdgroepen. Dit sluit niet uit dat de methode niet van toepassing is Inleiding In de zorgsector wordt een breed pakket aan zorg- en dienstverlening aangeboden aan mensen met een beperking. Hulpvragen van deze mensen variëren in aard en complexiteit. Deze vragen hebben betrekking

Nadere informatie

Marianne Haspels & Renske van Bemmel Competentiegericht Werken met cliënten met een verstandelijke beperking

Marianne Haspels & Renske van Bemmel Competentiegericht Werken met cliënten met een verstandelijke beperking Marianne Haspels & Renske van Bemmel m.haspels@piresearch.nl Competentiegericht Werken met cliënten met een verstandelijke beperking Wat is Competentiegericht Werken? Doel van CGW - professionalisering

Nadere informatie

Maashorst helpt kinderen verder!

Maashorst helpt kinderen verder! Maashorst helpt kinderen verder! Inhoud Met goede hulp van buitenaf kunnen problemen worden opgelost. Maashorst is een betrouwbare partner met veel ervaring die u die hulp kan bieden. 5 Maashorst helpt

Nadere informatie

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving Informatiegids voor ouders Wat kan ZO dichtbij voor u betekenen? Adelante ZO dichtbij versterkt het regulier onderwijs en ondersteunt leerlingen

Nadere informatie

V O O R L I C H T I N G. Drs. Fernando Cunha Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist

V O O R L I C H T I N G. Drs. Fernando Cunha Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist V O O R L I C H T I N G Drs. Fernando Cunha Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist w w w. c hild -suppor t -euro pe.c om 1 Zorgen voor

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie