Rechtspraak. I 230 I Rechtbank Zwolle-Lelystad 31 augustus 2011 (mr. T.R. Hidma; zaaknr: / HA ZA )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rechtspraak. I 230 I Rechtbank Zwolle-Lelystad 31 augustus 2011 (mr. T.R. Hidma; zaaknr: 184084/ HA ZA 11-444)"

Transcriptie

1 Rechtspraak I 230 I Rechtbank Zwolle-Lelystad 31 augustus 2011 (mr. T.R. Hidma; zaaknr: / HA ZA ) Art. 843a Rv, inzage in correspondentie met andere aansprakelijk gestelde partij. De ouders spreken de aa.nsprakelijkheidsverzek.emar van een campinghouder aan voor gehoorschade bij him kind, waarvan het vermoeden bestaat dat deze het gevolg is van een bacteriele infectie, opgelopen in het zwembad. Zij hebben eerder de artsen aansprakelijk gesteld die de infectie behandeld hebben. De campinghouder en zijn verzekeraar vorderen in incident ex art. 843a Rv inzage in de bescheiden met betrekking tot de zaak tegen de behandelend artsen. De rechter concludeert dat aan de drie vereisten van art. 843a Rv is voldaan, te weten: 1. rechtmatig belong, 2. voldoende specificatie van de in tezien bescheiden en 3. dat de vorderende parti] ook parti) is in de rechtsbetrekking, in casu onrechtmatige daad. De rechter kent de incidentele vordering toe. (Zie noot onder het vonnis, red.) El en E2, in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van E3, wonende te Zoetermeer, eisers in de hoofdzaak, verweerders in het incident. advocaat mr. J.F. Roth te Amersfoort. tegen 1. Delta Lloyd Schadeverzekering NV, gevestigd te Amsterdam. 2. VOF Sprookjescamping De Vechtstreek, gevestigd te Rheeze. 3. G3, wonende te Coevorden. 4. G4, wonende te Coevorden, gedaagden in de hoofdzaak, eisers in het incident, advocaat mr. F.A.M. Kniippe te Arnhem. Partijen zullen hierna E c.s. en Delta Lloyd c.s. genoemd worden, 1. Deprocedure 1.1 Het verloop van de procedure blijkt uil: - de dagvaarding - de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot het verkrijgen van afschriften van bescheiden ex artikel 843 a Rv - de incidentele conclusie van antwoord Ten slotte is vonnis bepaald in het incident. 2. Het geschil 2.1. In de hoofdzaak vordert E c.s. - kort gezegd - een verklaring voor recht dat Delta Lloyd c.s. aansprakelijk is voor de gehoorschade die bij E3 is ontstaan in juni 2003 en de veroordeling van Delta Lloyd c.s. tot vergoeding van de door hem geleden en nog te lijden schade, kosten en interesten, nader op te maken bij staat, en in de proceskosten (waaronder de taxe betaald in het kader van het voorlopig getuigenverhoor) Delta Lloyd c.s. vordert in het incident E c.s. te veroordelen tot verstrekking van afschriften van bescheiden ex artikel 843a Rv, te weten: medische informatie, aansprakelijkstellingen, naar aanleiding daarvan gevoerde correspondentie met de betrokken medici, diens belangenbehartiger(s) en/of verzekeraar (s) en de gegevens uit de klachtenprocedure(s] E c.s. voert gemotiveerd verweer Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 3. De beoordeling in het incident 3.1. De incidentele vordering is gebaseerd op de bijzondere exhibitieplicht van artikel 843a Rv. Dit artikel stelt drie cumulatieve voorwaarden voor toewijzing van een dergelijke vordering tot inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden, te weten: 1. eiser dient een rechtmatig belang bij inzage, afschrift of uittreksel te hebben; 2. het moet gaan om bepaalde bescheiden; 3. die bescheiden moet en zien op een rechtsbetrekking waarin eiser partij is De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt. Rechtmatig belang 3.3. Delta Lloyd c.s. heeft in haar incidentele conclusie gesteld dat de gevraagde bescheiden relevant zijn voor haar verweer in de hoofdzaak daar deze betrekking hebben op de vraag of de (gehoor)schade zelf in causaal verband staat tot enige gedraging van v.o.f. Sprookjescamping De Vechtstreek. Uit de gevraagde bescheiden zal - aldus Delta Lloyd c.s. - blijken dat de gehoorschade is te wijten aan het inadequaat handelen van de betrokken medici, althans dat de betrokken medici de gehoorschade (gedeeltelijk) hadden kunnen voorkomen De rechtbank begrijpt deze stelling van Delta Lloyd c.s. aldus dat de bescheiden relevant zijn voor de betwisting van het causale verband ter vestiging van de aansprakelijkheid alsook de toerekening van de schade als gevolg van het schadeveroorzakende feit aan de aansprakelijke persoon. Hiermee is naar het oordeel van de rechtbank het rechtmatig belang van Delta Lloyd c.s. bij haar vordering gegeven. 16

2 Bepaalde bescheiden 3.5. Met E c.s. is de rechtbank echter van oordeel dat het verzoek tot verstrekking van medische informatie onvoldoende bepaald is en in zoverre dient de vordering van Delta Lloyd c.s. dan ook te worden afgewezen. De overige bescheiden zoals de aansprakelijkstellingen die E c.s. heeft gericht tot de medici die E3 behandeld hebben en de tussen E c.s. en de betrokken medici althans hun verzekeraars naar aanleiding daarvan gevoerde correspondentie alsook de gegevens uit de klachtenprocedure(s) zijn voldoende bepaald. Partij bij rechtsbetrekking 3.6. E c.s. heeft betoogd dat aan het derde vereiste van artikel 843 a Rv niet is voldaan omdat de gevraagde stukken toezien op een rechtsbetrekking tussen E c.s. en de betrokken medici, een rechtsbetrekking waarin Delta Lloyd c.s. geen partij is Ten aanzien van de vraag of de gevraagde stukken kunnen worden aangemerkt als bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin Delta Lloyd c.s. partij is, overweegt de rechtbank als volgt. De jurisprudentie op dit punt geeft blijk van verschillende interpretaties, restrictief dan wel ruim. De bewoordingen van artikel 843a Rv geven onvoldoende houvast voor de ene of de andere interpretatie. De rechtbank staat een ruime interpretatie voor, in aanmerking nemend dat uit de memorie van toelichting ter zake van de wijziging van artikel 843a Rv per 1 januari 2002 moet worden afgeleid dat is beoogd aan te sluiten bij de verruiming van de processuele mededelingsplichten. Voorts is in dezelfde memorie van toelichting verwezen naar een arrest van de Hoge Raad van 30 januari 1998, NJ 1998/459, waarin de Hoge Raad een partij niet gehouden achtte een met een derde gesloten schriftelijke koopovereenkomst in het geding te brengen, met de opmerking (in de memorie van toelichting) dat op grond van het gewijzigde artikel 843a Rv kan worden gevorderd dat de koopovereenkomst in het geding wordt gebracht Dienovereenkomstig is de rechtbank van oordeel dat de zinsnede 'aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is' zo moeten worden opgevat, dat deze zien op alle stukken die voor het bepalen van de inhoud van een rechtsbetrekking van betekenis zijn. Nu de vordering van E c.s. is gebaseerd op een onrechtmatige daad en een onrechtmatige daad een rechtsbetrekking is in de zin van artikel 843a Rv, is sprake van een rechtsbetrekking waarin Delta Lloyd c.s. partij is. Dwangsom 3.9. Er bestaat geen aanleiding voor het opleggen van een dwangsom, nu de rechter die de hoofdzaak zal beoordelen de vrijheid heeft de door hem passend geachte gevolgen te verbinden aan het eventueel niet voldoen door E c.s Ten aanzien van de onder 3.5. gemelde bescheiden zal op de voet van artikel 843a Rv worden toegewezen dat deze in het geding worden gebracht De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist. 4. De beslissing De rechtbank in het incident 4.1. veroordeelt E c.s. tot verstrekking van navolgende afschriften van bescheiden ex artikel 843a Rv, te weten: de aansprakelijkstellingen gericht tot de medici die E3 behandeld hebben, de naar aanleiding daarvan gevoerde correspondentie met de betrokken medici, diens belangenbehartiger (s) en/of verzekeraar (s) alsook de klachtenprocedure(s), 4.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan, in de hoofdzaak 4.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 14 september 2011 voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een comparitie. I 231 I Noot Het inzagerecht inzichtelijk: art. 843a Rv (exhibitieplicht) en inzage in medische informatie Inleiding 1. Waarover gaat het in deze zaak? Over de vraag of het slachtoffer dat schadevergoeding vordert wegens - in dit geval - gehoorschade bescheiden met medische informatie moet verstrekken aan de aansprakelijk gestelde partij. De vraag welke medische informatie een slachtoffer moet verstrekken, is op zich niet bijzonder. Integendeel: het is een thema, waarmee onder meer tijdschriften die zich in het bijzonder richten op de personenschadepraktijk bestendig hun kolommen vullen. 2. Als er al zo veel over geschreven is, loont het dan wel om hierna verder te lezen? Of te wel: waarom verdient juist deze uitspraak dan toch een annotatie? De uitspraak is interessant, omdat de vraag wordt beoordeeld aan de hand van art. 843a Rv, het wetsartikel over de exhibitieplicht of - meer modern - het inzagerecht. Dat artikel is een nieuwe blikvanger, waarover sinds vooral 2005/2006 een omvangrijk aantal uitspraken is gewezen, vorig jaar twee dissertaties zijn gepubliceerd 1 en dit jaar, vlak voordat deze an- 1 J. Ekelmans, De Exhibitieplicht, diss. Groningen, Deventer, Kluwer, 2010 (hierna: Ekelmans 2010); J.R. Sijmonsma, Het inzagerecht: artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, diss, Maastricht, Deventer, Kluwer, 2010 (hierna: Sijmonsma: 2010). 17

3 notatie op de mat valt, een wetsontwerp is ingediend De uitspraak brengt tot uitdrukking dat het slachtoffer dat de hand op de knip houdt bij mogelijk relevante verzoeken om medische informatie de wind tegen heeft. Ik denk dat de wijze van beoordeling door de rechter Hidma - ook auteur van het deel bewijsrecht in de Pitlo-serie - aan de hand van art. 843a Rv ook in andere uitspraken gevolgd kan worden. Toen art. 843a Rv tot wasdom begon te komen, heb ik bepleit dat verzoeken om medische bescheiden aan de hand van art. 834a Rv beoordeeld zouden moeten worden. 3 Ook daarom voldoe ik graag aan de uitnodiging van de redactie om deze uitspraak te annoteren. Het wettelijk kader 4. In deze zaak vorderde de aansprakelijke partij verstrekking van bescheiden op grond van art. 843a Rv. Voor een succesvol verzoek tot verstrekking van bescheiden vergt dit artikel kort gezegd het volgende: a. eiser heeft een rechtmatig belang bij verstrekking van de bescheiden b. de bescheiden zijn voldoende concreet ("bepaald" ) omschreven c. de bescheiden hebben betrekking op een rechtsbetrekking waarbij de eiser partij is. De beoordeling van het geschil 5. De aansprakelijk gestelde partij met de mooie naam Sprookjescamping de Vechtstreek maakte aanspraak op een dik pak papier: medische informatie, aansprakelijkstellingen door het slachtoffer van zijn behandelend artsen, de daarover gevoerde correspondentie met die artsen of hun belangenbehartigers en/of verzekeraars en de gegevens uit tegen de betrokken artsen gevoerde klachtprocedures. Volgens de Sprookjescamping was de gehoorschade van het slachtoffer immers niet veroorzaakt door een bacterie in haar zwembad, althans niet aan haar toe te rekenen, maar was de schade te wijten aan onbekwame geneeskundige behandeling van zijn gehoorklachten. Kortom, een klassieke discussie over causaal verband en toerekening. 6. Het slachtoffer spartelde tegen, maar grotendeels vergeefs, aldus de rechtbank. De rechtbank meende: a. dat de gevraagde bescheiden relevant zijn voor het juridische debat, zodat er sprake is van rechtmatig belang; b. dat de aansprakelijkstellingen, correspondentie daarover en stukken uit klachtprocedures voldoende concreet omschreven waren en derhalve verstrekt moesten worden; dat dit niet gold voor de (overige) medische bescheiden die onvoldoende bepaald waren omschreven; c. dat de bescheiden relevant waren voor de beoordeling van het geschil en derhalve bescheiden waren aangaande de rechtsbetrekking waarbij de eiser partij was. 7. Die oordelen zijn geen van drieën opmerkelijk: zij sluiten immers aan op de ruime uitleg die in de rechtspraak en de literatuur wordt gegeven aan de in art. 843a Rv gehanteerde begrippen. Zo wordt rechtmatig belang doorgaans aangenomen, wanneer bescheiden worden gevraagd ter onderbouwing van een niet op voorhand kansloze stelling of verweer. 4 Evenzeer wordt in beginsel aangenomen dat een vordering voldoende bepaald is omschreven, wanneer voldoende duidelijk is om welke bescheiden het de aanvrager te doen is. 5 Tenslotte pleegt de aanspraak op bescheiden niet beperkt te worden tot bescheiden die tussen houder en verzoeker zijn gewisseld 6 en kan - bijvoorbeeld - ook aanspraak gemaakt worden op een rapport dat op verzoek van een partij door een derde is opgemaakt zoals - bijvoorbeeld - een opleveringsrapport van een graafmachine 7 of een due diligencerapport bij een overname Die - ruimhartige - keuzes zijn begrijpelijk, nu zij aansluiten op de verruiming van processuele mededelingsplichten en passen bij de beperkte mogelijkheden om met succes verweer te voeren tegen een verzoek tot gelasten van een voorlopig getuigenverhoor of voorlopig deskundigenbericht. Over die ruime uitleg valt meer te lezen in de beide vorig jaar verschenen proefschriften over de exhibitieplicht, waarnaar de voetnoten verwijzen en - puntiger - in recente artikelen over het in oktober 2010 gepubliceerde voorontwerp tot wijziging van art 843a Rv De rechtbank beveelt derhalve dat de bescheiden verstrekt moeten worden. De rechtbank verbindt geen dwangsom aan die veroordeling: indien de bescheiden niet verstrekt worden, kan de rechter daaraan Kamerstukken II 2011/12nr J. Ekelmans, Dient de verplichting om medische bescheiden te verstrekken gebaseerd te worden op art. 843a Rv? TVP 2007, p Zie voor rechtspraak: Ekelmans 2010, 6.2.4, vgl. ook Sijmonsma 2010, p. 163, waarin Sijmonsma aangeeft dat hij van oordeel is dat rechtmatig belang slechts ontbreekt als dat voor ieder weldenkend mens duidelijk is. Zie voor rechtspraak: Ekelmans 2010, 6.3.3; vgl. ook Sijmonsma 2010, p. 166, waarin Sijmonsma aangeeft dat hij van oordeel is dat inzage in karrenvrachten bescheiden mogelijk is, als maar duidelijk is waar het om gaat. Zie voor rechtspraak: Ekelmans 2010, 5.4; vlg. ook Sijmonsma 2010, p Zie - bijvoorbeeld - Rechtbank Den Bosch 16 april 2008 LJN BC9695 (Allianz c.s. / De Langstraat Verhuur). Zie - bijvoorbeeld - Rechtbank Utrecht 12 september 2007 LJN BB3722 (OPG / Quigley c.s.) J.R. Sijmonsma: Het inzagerecht vernieuwd, TVPP 2010, p ; J. Ekelmans: Het wetsvoorstel over het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden Ars Aequi 2011, p

4 immers de gevolgtrekking verbinden die zij geraden acht. 10 De rechtbank geeft niet aan, wat die gevolgtrekking dan zou moeten zijn. Logisch is, dat het niet verstrekken van de bescheiden in beginsel leidt tot afwijzing van de vordering Succesvol was het slachtoffer slechts in zijn verweer, dat het verzoek om medische bescheiden te verstrekken te onbepaald was. Dat de rechtbank dat verweer honoreerde valt wel te begrijpen, nu het gevraagde zo ruim was geformuleerd, dat het niet merkbaar toegesneden was op het voorwerp van debat te weten, of de gehoorschade aan ondeskundige medische behandeling viel toe te rekenen. Van een verzoeker mag immers verlangd worden dat hij zijn verzoek voldoende concreet toespitst: daarmee wordt immers voorkomen dat een procespartij wordt belast met nodeloze informatie uitwisseling. Het afwijzen van het te ruime verzoek was voor de rechtbank wellicht ook eenvoudig, omdat de bescheiden die wel verstrekt moeten worden de Sprookjescamping vermoedelijk voldoende aanknopingspunten bieden om te bepalen of het voor haar zinvol en kansrijk is bij haar verweer te volharden of dat uit te bouwen. Stellen en verweren 11. Is deze uitspraak dan de maat der dingen voor soortgelijke geschillen? Neen, dat is niet het geval. Een rechterlijk oordeel komt tot stand op basis van beoordeling van de vordering en het daartegen gerichte verweer. Bij een vordering op grond van art. 843a Rv is dat niet anders. De rechter mag niet ambtshalve een vordering op grond van art. 843a Rv afwijzen op grond van een niet gevoerd verweer. u Interessant is dus om onder ogen te zien, of bij een anders gevoerd verweer een andere uitkomst verwacht had mogen worden. Bood deze zaak de mogelijkheid om nog andere dan de gevoerde verweren te berde te brengen? Behoorlijke rechtspleging anderszins gewaarborgd 12. Kennelijk is niet het verweer gevoerd, dat het verzoek om bescheiden beter op zijn plaats zou zijn bij een eventueel deskundigenbericht naar causaal verband en dan maar gedaan zou moeten worden door de deskundige, niet door de partijen bij het geschil. Zo'n verweer kan aansprekend zijn voor het slachtoffer dat op goede of slechte gronden de vragen van de aansprakelijk gestelde partij te opdringerig, te vrijpostig of te onbekwaam vindt. Zo'n verweer zou aansluiten bij de arresten van de Hoge Raad uit februari 2008 in de twee Fortis-zaken, waarin de Hoge Raad uitsprak dat ter gelegenheid van een voorlopig deskundigenbericht niet verzocht kon worden om verstrekking van medische bescheiden. 13 Immers, aldus de Hoge Raad, de wettelijke regeling bood daarvoor geen wettelijke grondslag en de deskundige zou nodeloos door partijen voor de voeten gelopen worden. Op dit uitgangspunt sluit aan lagere rechtspraak waarbij verzoeken tot verstrekking werden afgewezen omdat voorrang gegeven moet worden aan een reeds aanhangig verzoek tot houden van een voorlopig deskundigenbericht In deze zaak werd het verzoek echter niet gedaan in het kader van een deskundigenbericht en was evenmin al een verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenbericht aanhangig. Het verzoek was een zelfstandig verzoek in het kader van een bodemprocedure. Naar de letter van de wet bestaat ook voor die situatie de mogelijkheid om de vordering tot verstrekking van bescheiden af te wijzen. Art. 843a, lid 4 bepaalt immers dat verstrekking achterwege kan blijven, wanneer behoorlijke rechtsbedeling anderszins is gewaarborgd. Die bepaling is in de wet geïntroduceerd met het argument dat een getuigenverhoor de voorkeur kan verdienen boven het opvragen van bescheiden. Met gebruikmaking van dit uitgangspunt zou een rechter een verzoek tot verstrekking kunnen afwijzen omdat eerst maar een comparitie moet plaatsvinden, waarbij zo nodig bepaald kan worden dat een deskundigenbericht moet plaatsvinden Is zo'n uitkomst logisch? Ik denk het niet. De gedachte dat verstrekking van bescheiden geweigerd kan worden, omdat informatie ook anderszins verkregen kan worden, is niet veel verder gekomen dan de toelichting in de parlementaire geschiedenis. De opmerking was immers onlogisch, omdat uitwisseling van bescheiden minder belastend zal zijn dan bijvoorbeeld een voorlopig getuigenverhoor of een voorlopig deskundigenbericht. De houder van bescheiden die betoogt dat bijvoorbeeld een getuigenverhoor een beter alternatief is, ziet zijn verweer dan ook in de regel stranden. De wettelijke bepaling stuit dan ook op kritiek 16 en is in het wetsontwerp derhalve vervallen 17 : er is immers geen reden om de exhibitieplicht zonder Ekelmans 2010, Vgl. Rechtbank Arnhem 16 februari 2011, LJN BP6625 (X / RVS) bij een beroep op blokkeringsrecht bij deskundigenbericht. HR 6 oktober 2006, NJ 2006, 547 (Meijer / Cornelis). HR 22 februari 2008 LJN BB3676 (Fortis ASR Schadeverzekering / X) Rechtbank Utrecht Arnhem (vzr) 26 juni 2009, LJN BJ4425 r.o (Allianz / X); Rechtbank Utrecht 21 oktober 2009, LJN BK 2302 r.o (X/Allianz) Vgl. Rechtbank Utrecht 27 augustus 2008 LJN BE9204 r.o v. (X / Fortis ASR) Zie - o.a. - Ekelmans 2010, en Sijmonsma 2010 p Kamerstukken II , nr 3, p

5 meer achter te stellen bij andere mogelijkheden tot bewijslevering. Voor personenschadezaken is in overeenstemming daarmee al eerder en ook recent door Christiaans en Hengeveld 18, Van Dijk 19, Wilken 20 en Wilken, Akkermans en Legemaate 21 bepleit dat medische informatie ook los van een voorlopig deskundigenbericht verstrekt zou moeten worden. Kortom, om partijen niet nodeloos te noodzaken om de tocht naar een deskundige te maken. 15. Wat mij betreft is het toelaten van deze zelfstandige vordering inmiddels eens te meer logisch, omdat dat aansluit én bij hetgeen thans elders is geregeld én bij hetgeen ons te wachten staat. Het sluit aan bij hetgeen reeds is voorzien, nu volgens de memorie van toelichting bij de deelgeschillenregeling - bijvoorbeeld - medische gegevens van de huisarts of andere behandelaars opgevraagd kunnen worden. 22 Het sluit aan bij hetgeen ons te wachten staat, nu het wetsontwerp inzagerecht dat de minister in november dit jaar bij de Tweede Kamer heeft ingediend, voorziet in de mogelijkheid om in een zelfstandige verzoekschriftprocedure om verstrekking van bescheiden te vragen, zoals thans in een zelfstandige verzoekschriftprocedure een voorlopig getuigenverhoor gevraagd kan worden. 23 Vertrouwelijkheid 16. Kennelijk is evenmin het verweer gevoerd, dat verstrekking van de bescheiden achterwege zou moeten blijven, omdat een gewichtige reden aan verstrekking in de weg zou staan. Aan zo'n verweer valt te denken al was het maar, omdat de memorie van toelichting bij de wijziging in art. 843a Rv in 2002 de medische status als typisch voorbeeld noemt van bescheiden waarbij een beroep gedaan kan worden op een gewichtige reden De lat voor een succesvol beroep op een gewichtige reden ligt echter hoog. Honorering van dat verweer vergt volgens de Hoge Raad dat het individuele belang van geheimhouding zwaarder moet wegen dan het maatschappelijke belang bij waarheidsvinding. 25 Die situatie zal niet gauw aan de orde zijn, zodat het verweer niet snel met succes te voeren valt. 18. Het verweer dat een gewichtige reden aan verstrekking in de weg staat, is - kennelijk - niet gevoerd. Evenmin is - kennelijk - betoogd, dat het beroepsgeheim voor medische gegevens niet omzeild zou mogen worden door gegevens rechtstreeks van de patiënt te vragen. 26 Aan de uitspraak valt niet te zien, of dat verweer wellicht ook achterwege is gebleven vanuit de gedachte dat de correspondentie uitgewisseld in het kader van een aansprakelijkstelling en klachtprocedure zich niet vanzelfsprekend op één lijn laat stellen met de informatie uitgewisseld in de besloten setting van de spreekkamer. 19. Dat al deze verweren niet gevoerd zijn, is hoe dan ook begrijpelijk. De bewijslast voor causaal verband rust immers op het slachtoffer, zodat die, wanneer hij tegenover een gemotiveerde betwisting onvoldoende stelt, kan kiezen: óf hij komt met de informatie over de brug óf hij laat verstrekking van informatie achterwege en zijn vordering wordt óf wegens niet voldoen aan de stelplicht óf wegens ontbreken van bewijs afgewezen. 27 De door de rechtbank gemaakte keuze om een bevel te geven zonder dwangsom maar met de opmerking dat aan niet verstrekking de gevolgen verbonden kunnen worden die de rechter geraden acht, sluit goed op dat dilemma aan. Voor de keuze om wel of niet te verstrekken geldt dan: "make your choice and pay the price". Wie relevante informatie niet verstrekt, ziet met die weigering zijn vordering of verweer verdampen. Proportionaliteit blijft natuurlijk van belang 20. De uitspraak is dan ook een mooie bevestiging dat de vraag of bescheiden verstrekt moeten worden ook in de personenschadepraktijk beoordeeld kan worden aan de hand van het bepaald in art. 843a Rv, kortom dat de personenschadepraktijk geen vreemde eend in de bijt is en beoefend en begrepen kan worden met het gebruikmaking van het bewijsrechtelijk kader dat ook voor andere zaken dan personenschadezaken geldt Het volgen van het gebruikelijke bewijsrechtelijke kader betekent ondertussen niet dat slachtoffers bij vorderingen tot verstrekking van medische beschei- S.M. Christiaan en W.J. Hengeveld: Februari-arresten. De patiëntenkaart: partijen, de deskundige beschikt; TvP 2008, p Ch. Van Dijk: De beschikkingen van de Hoge Raad over de patiëntenkaart en de gevolgen daarvan, PlV-bulletin , p. 4-9 en Ch. Van Dijk in annotatie onder Rechtbank Arnhem (vzr] 26 juni 2009, JA 2009, 146 [Allianz/ X) A. Wilken in annotatie onder Rechtbank Utrecht 27 augustus 2008, JA 2008, 169 [X / Fortis ASR) A. Wilken, A.J. Akkerman en J. Legemaate: Medisch beoordelingstraject bij letselschade: inventarisatie bestaande normering, knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen, de letselschaderaad, 2010, p Kamerstukken II 2007/08, , nr 3, p 16. Kamerstukken II 33079, nr. 2, art. 162b Rv. Pari. Gesch. Burg. Procesrecht, Van Mierlo/Bart, p HR 11 juli 2008, NJ 2009, 451 r.o ( De Telegraaf c.s. / Staat) Waarover nader: Ekelmans 2010, E.M. Deen: Letselschade en de patiëntenkaart, een bewijsrechtelijke beschouwing, TCR 2010, p ; vgl. Ekelmans 2010, 7.9. Vgl. aldus ook R. de Bock: Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure, diss. Tilburg, 2010, Deventer, p

6 den steeds spontaan de kast wijd open moeten zetten op straffe van afwijzing van hun aanspraken. 29 Ook in dat opzicht is de personenschadepraktijk niet anders dan de praktijk bij andere geschillen: een verzoek om informatie moet betrekking hebben op gegevens die relevant kunnen zijn voor het geschil of - nog wat meer toegespitst - op feiten die van doorslaggevende betekenis kunnen zijn en voldoende concreet zijn onderbouwd en betwist. 30 Voor fishing expeditions, het te zeer in het wilde weg vragen, is geen ruimte, ook niet personenschadezaken. 22. Wat wel en niet gevraagd kan worden, is afhankelijk van de kwaliteit van het gevoerde debat. De vraag wat moet worden verstrekt kan dan ook mede beïnvloed worden door - bijvoorbeeld - de looptijd en omvang van de schade, de bekendheid met eerdere ongevallen of uitval, een atypisch verloop van de klachten, tekenen van aggravatie, simulatie of onjuiste mededelingen. 31 Voor personenschadezaken geldt evenzeer als voor andere zaken dat de discussie, wat wel en niet verstrekt moet worden, in de regel dan ook meer te maken heeft met de vraag, wat relevant is of kan zijn dan met de vraag, of gegevens vertrouwelijk zijn. MrJ. Ekelmans Advocaat bij Ekelmans & Meijer Advocaten in Den Haag I Centrale Raad van Beroep 17 mei 2011 (C. van Viegen, J.F. Bandringa en C.G. Kasdorp; LJN BQ5236, 09/3410 WWB) Smartengeld wordt voor 40% beschouwd als vermogen, op grond waarvan de bijstandsgerechtigde wordt gekort. 1. In artikel 52, eerste lid, onder e van de Abw is bepaald dat een vergoeding voor immateriële schade niet als vermogen in aanmerking wordt genomen voor zover dit, gelet op de aard en de hoogte van de uitkering, uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is. Het College van B&W heeft derhalve terecht bezien of, en zo ja in hoeverre, het uit een oogpunt van bijstandverlening verantwoord is de onderhavige vergoeding niet als vermogen in aanmerking te nemen. De ernst van de gevolgen van het ongeval kan volgens vaste rechtspraak in vergelijkbare gevallen (zie bijvoorbeeld CRvB 11 mei 2004, LJN AO9283) er niet toe leiden - gelet op het karakter van de Abw als laatste bestaansvoorziening bezien in samenhang met de hoogte van de verkregen schadevergoeding - dat het gehele bedrag aan uitgekeerd smartengeld bij de vaststelling van de vermogenspositie van appellant buiten beschouwing dient te blijven. De Raad vindt geen grond om het standpunt van het College van B&W, dat een bedrag ter hoogte van 40% van de ontvangen schadevergoeding als vermogen in aanmerking diende te worden genomen, voor onjuist te houden. 2. Het slachtoffer meent dat zijn smartengeld bedoeld is voor een periode van minstens 30 jaar, en dus ook aan die periode dient te worden toegerekend. De Raad is het daar niet mee eens. Uit de vaststellingsovereenkomst blijkt dat het smartengeld als een lumpsum is gekenschetst, in algemene termen bedoeld voor geleden en nog te lijden schade, waarbij een toerekening over een bepaalde periode niet goed mogelijk is. Het College heeft dan ook terecht de datum van aanvang van de te beoordelen periode gesteld op de datum ongeval en vervolgens berekend over welke periode, gelet op de naderhand verkregen en alsnog in aanmerking te nemen middelen, aan appellant vanaf die datum onverschuldigd bijstand is betaald, hetgeen heeft geleid tot de vaststelling van een terugvorderingsperiode van 23 juli 1999 tot en met 31 oktober (met als resultaat invordering van 40% van het smartengeld, red.) appellant tegen het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: College] I. Procesverloop Namens appellant heeft mr. CA. Pors, advocaat te Oud- Beijerland, hoger beroep ingesteld. Het College heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 april Voor appellant is verschenen mr. Pors. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E. van Lunteren, werkzaam bij de gemeente Rotterdam. E. Overwegingen 1. De Raad ontleent aan de aangevallen uitspraak de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden (waarbij voor eiser moet worden gelezen appellant en voor verweerder het College): "Eiser ontving een bijstandsuitkering. Eiser is op 23 juli 1999 betrokken geraakt bij een auto-ongeval. Hij is ten gevolge hiervan blijvend invalide geworden. Bij eiser is een blijvende invaliditeit vastgesteld van 72 %. Eiser heeft in verband met het door hem opgelopen letsel als gevolg van het ongeval van Amev Schadeverzekering N.V. (Fortis), de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval, Vgl. Sijmonsma 2010, p Zie aldus bijvoorbeeld Rechtbank Den Haag 14 september 2011, LJN BU3S35 r.o. 4.5 (Milieudefensie / Shell) A. Wilken, A.J. Akkerman en J. Legemaate: Medisch beoordelingstraject bij letselschade: inventarisatie bestaande normering, knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen, de letselschaderaad, 2010, p

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

De patiëntenkaart in de lagere rechtspraak

De patiëntenkaart in de lagere rechtspraak De patiëntenkaart in de lagere rechtspraak Trial & error? Ruim twee jaar geleden deed de Hoge Raad uitspraak in de patiëntenkaart arresten 1. Hij oordeelde daarbij over de vraag of de rechter in het kader

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam.

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/458213 / HA ZA 14-90 Vonnis in incident van in de zaak van: de rechtspersoon naar vreemd recht RITM OKB ZOA, gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BR4259

ECLI:NL:GHSHE:2011:BR4259 ECLI:NL:GHSHE:2011:BR4259 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-08-2011 Datum publicatie 05-08-2011 Zaaknummer HD 200.049.675 T Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ1616,

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 410582 / HA ZA 12-55 Vonnis in incident van 1 augustus 2012 in de zaak van

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 410582 / HA ZA 12-55 Vonnis in incident van 1 augustus 2012 in de zaak van vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 410582 / HA ZA 12-55 Vonnis in incident van in de zaak van 1. de naamloze vennootschap KONINKLIJKE DSM N.V., gevestigd te Heerlen,

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 397580 / HA ZA 11-1939 Vonnis in incident van in de zaak van 1. de vennootschap naar Belgisch recht INFORMA EUROPE B.V.B.A., gevestigd

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 402365 / HA ZA 11-2350 Vonnis in incident van in de zaak van X, handelende onder de naam Dasoptical, gekozen woonplaats te 's-gravenhage,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:3533

ECLI:NL:CRVB:2015:3533 ECLI:NL:CRVB:2015:3533 Instantie Datum uitspraak 28092015 Datum publicatie 15102015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14627 WWAJ

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5423

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5423 ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5423 Instantie Datum uitspraak 20-02-2013 Datum publicatie 25-03-2013 Zaaknummer 238273 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Nederland Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 08-06-2011 Datum publicatie 15-06-2011 Zaaknummer 112142 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495

ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 ECLI:NL:GHDHA:2016:3495 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer 200.179.055 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis in incident van 25 april 2012 in de zaak van

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis in incident van 25 april 2012 in de zaak van vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in incident van in de zaak van de vennootschap naar vreemd recht TKS S.A., gevestigd te Bastogne, België, eiseres in de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520

zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520 Vonnis in incident van in de zaak van 1. de rechtspersoon naar vreemd recht BJÖRN BORG BRANDS AB, gevestigd

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT. in de zaak van:

CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT. in de zaak van: Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer: 406064 C/16 2015/1013 Zitting: 30 december 2015 CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PROPERTIZE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177

Nadere informatie

R ( 1 SPRAK. rekening is gehouden. Enige onderbouwing. bijvoorbeeld ervaringen in het verleden in zaken

R ( 1 SPRAK. rekening is gehouden. Enige onderbouwing. bijvoorbeeld ervaringen in het verleden in zaken 10december 2010 Datum Postbus 20301 2500 GH Den Haag Mr. 1W. Opsteken De minister van Veiligheid en Justitie R ( 1 SPRAK Teifo 0 036ll420 rfccn. crg wvv ri org o- Po b 3D3 2500 G L,r rekening is gehouden.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-087 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A.W.H. Vink, drs. A. Paulusma- de Waal, arts en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier, Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen 010 Rechtbank Rotterdam 15:23:33 13-09-2016 2/7 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Rotterdam Team Bestuursrecht 3, V-nummer: uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-317 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-018 d.d. 13 januari 2015 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

vonnis ~~.., RECHTBANK DEN HAAG

vonnis ~~.., RECHTBANK DEN HAAG vonnis ~~.., RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer I rolnummer: C/09/460541 I HA ZA 14-250 Vonnis in incident van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PLANTLAB GROEP

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2016:229 ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW0624

ECLI:NL:CRVB:2012:BW0624 ECLI:NL:CRVB:2012:BW0624 Instantie Datum uitspraak 03-04-2012 Datum publicatie 04-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-620 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584

ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584 ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1584 Instantie Datum uitspraak 19-02-2013 Datum publicatie 20-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-3992 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383 EJEA 16-186 ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak23-11-2016 Datum publicatie21-12-2016 ZaaknummerC/09/521602 KG ZA 16/1383 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4292 Instantie Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-1813 WWB + 11-1953

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 Instantie Datum uitspraak 29-11-2012 Datum publicatie 30-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10/4918 MPW en 11/4917

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

De Commissie beslist - met inachtneming van haar reglement en op basis van de door partijen aan haar ter beschikking gestelde stukken - als volgt.

De Commissie beslist - met inachtneming van haar reglement en op basis van de door partijen aan haar ter beschikking gestelde stukken - als volgt. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-157 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en J.C. Buiter, leden en mr. T.R.G. Leyh, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272

ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene.

ASR Schadeverzekering N.V, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-80 d.d. 19 maart 2013 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx LJN: BR1312, Rechtbank Almelo, 120704 / KG ZA 11-114 Datum uitspraak: 11-07-2011 Datum publicatie: Rechtsgebied: 12-07-2011 Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Vordering overdracht

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 2] worden genoemd. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als Save-Me en [gedaagde 2].

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 2] worden genoemd. Gedaagden zullen afzonderlijk worden aangeduid als Save-Me en [gedaagde 2]. [eiser] [gedaagde 2] SAVE-ME B.V. DomJur 2016-1203 Rechtbank Amsterdam Zaaknummer / rolnummer: C/13/609075 / KG ZA 16-632 MW/TF ECLI:NL:RBAMS:2016:5297 Datum: 7 juli 2016 Vonnis in kort geding in de zaak

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 Vonnis in kort geding van 17 november 2010 in de zaak van 1. de vennootschap onder firma DIGI-D, gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385

zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 286636 / HA ZA 07-1385 Vonnis in incident van in de zaak van de rechtspersoon naar buitenlands recht SOCIETA ITALIANA PER LO SVILUPPO

Nadere informatie