Een plan van aanpak voor Scrum bevat de volgende onderdelen met bijbehorende uitwerking.

Transcriptie

1 Een plan van aanpak voor Scrum bevat de volgende onderdelen met bijbehorende uitwerking. Sprint 1 projectresultaten Een projectresultaat is iets dat je tijdens je project gaat op- of inleveren. Voorbeelden van projectresultaten zijn plan van aanpak, eisen, testdocumentatie, ontwerpdocumentatie, een stuk software, een logboek enzovoorts. Projectresultaten moeten zo gedetailleerd mogelijk opgeschreven worden. Het kan dus zijn dat een aantal van de projectresultaten die je in eerste instantie opschrijft te globaal zijn. Deze moet je dan detailleren door ze op te splitsen. Ontwerpdocumentatie is hier een voorbeeld van. Je beschrijft voor de ontwerpdocumentatie ook globaal wat er in komt aan de hand van het leidraaddocument dat bij het ontwerp hoort. Ieder teamlid maakt individueel eerst een eigen lijst van projectresultaten, afgekort PR lijst, voor het hele project en team. Deze PR lijsten neem je op in het plan van aanpak en je geeft duidelijk aan wie welke lijst heeft gemaakt. Daarna voeg je de individuele PR lijsten samen en stelt uiteindelijk 1 uiteindelijke PR lijst op voor het project en team. Hierdoor wordt de PR lijst zo compleet mogelijk. De uiteindelijke PR lijst neem je op in het plan van aanpak. De projectresultaten zijn nodig om activiteiten uit af te leiden en uiteindelijk te bepalen of je alles gemaakt en ingeleverd hebt. projectresultaat opsplitsing projectresultaat 1 n.v.t. projectresultaat 2 projectresultaat 2.1 projectresultaat 2.2 projectresultaat 2.3 projectresultaat 3 projectresultaat 3.1 projectresultaat 3.2 projectresultaat 4 n.v.t

2 activiteiten Activiteiten zijn dingen die je doet tijdens je project om de projectresultaten af te krijgen. Voorbeelden van activiteiten zijn: Product zoeken om je op te oriënteren. 5 positieve oriëntatie bevindingen beschrijven en uitleggen waarom ze positief zijn. 5 oriëntatie verbeterpunten beschrijven en uitleggen waarom ze verbeterpunten zijn. Eisen ten aanzien van het Player Character beschrijven. Test cases maken voor de eisen van het Player Character. Eisen ten aanzien van het menu beschrijven. Activiteiten moeten zo specifiek en gedetailleerd mogelijk opgeschreven worden in de WBS. Hierboven zie je bijvoorbeeld niet de activiteit "Oriënteren", want dat zou te globaal zijn. Het detail niveau moet zo zijn, dat iedere activiteit bij hooguit één (deel)resultaat hoort en door één persoon uitgevoerd kan worden. Een activiteit kost naar schatting niet meer dan een half tot een heel lesuur om af te ronden. Ieder teamlid maakt individueel eerst een eigen WBS van activiteiten voor het hele project en team. Deze WBS lijsten neem je op in het plan van aanpak en je geeft duidelijk aan wie welke lijst heeft gemaakt. Daarna vergelijk je de WBS lijsten en stelt uiteindelijk 1 WBS op voor het project en team. Hierdoor wordt de WBS zo compleet mogelijk. De WBS neem je op in het plan van aanpak. Waarschijnlijk is de WBS nog steeds niet helemaal volledig, maar dat is niet erg. Als je een nieuwe activiteit ontdekt tijdens het project, dan kun je die op dat moment toevoegen aan de WBS. De WBS is nodig als basis voor het schatten van tijd en het inplannen van de activiteiten in Sprints. activiteit 1 activiteit 2 activiteit 3 activiteit De WBS noemen we in Scrum de project backlog voor het project

3 planning poker (optioneel) In de WBS staan alle activiteiten die je, op dit moment, kunt voorzien voor het project. Mogelijk is het overzicht nog niet helemaal volledig, maar dat is niet erg. Als je een nieuwe activiteit ontdekt tijdens het project, dan kun je er op dat moment een tijdschatting bij maken en het geheel toevoegen aan het plan van aanpak. Op basis van de WBS, ga je nu een planningslijst maken. De planningslijst komt tot stand door planning poker te spelen. Via dit spel ga je bepalen hoe lang je denkt, dat iedere activiteit gaat duren. Dit doe je als volgt: 1. Je gaat als team bij elkaar zitten met de WBS. 2. Ieder teamlid heeft een eigen exemplaar van de activiteitenlijst, een stapeltje met Post-Its en iets om mee te schrijven. 3. Kies een notulist. Deze persoon schrijft op welke tijdschatting uiteindelijk gekozen wordt voor een activiteit en maakt daarmee dus de planningslijst. 4. Bepaal hoe lang de sessie maximaal mag duren. Dit is liefst niet meer dan een halve les, maar zeker niet meer dan Als team ga je de activiteiten in de WBS 1 voor 1 af. Per activiteit doe je het volgende: a. Ieder teamlid schrijft zijn tijdschatting op een Post-It zonder dat de anderen dit zien. Je schat de tijd in veelvouden van 5 minuten. b. Als ieder teamlid zijn/haar tijdschatting heeft opgeschreven, laat iedereen de schatting zien. c. Overleg als team welke schatting het beste lijkt en kies die. Dit probeer je te doen op basis van consensus. Het is het beste als ieder teamlid het met de gekozen schatting eens is, maar dit zal niet altijd lukken. In dat geval laat je de meerderheid beslissen. Als er geen meerderheid is, gooi dan een munt. Houd er rekening mee dat schatting geen feiten zijn, er zit altijd een mate van onzekerheid in. Zorg dat je de tijd in de gaten houdt! d. De notulist schrijft de gekozen schatting op. 6. Rond de sessie af en zorg dat de planningslijst opgenomen wordt in het plan van aanpak. De planningslijst neem je hier op, liefst in de vorm van een tabel. De planningslijst vormt de basis voor de Sprint planningen. activiteit tijdschatting (in minuten) activiteit 1 25 activiteit 2 40 activiteit

4 Scrumborden Of je nu wel of geen planningslijst hebt, je moet iedere Sprint activiteiten, die je gaat uitvoeren, toewijzen aan je Scrumbord. Dit heet de Sprintplanning. Voor iedere Sprint staan een aantal minuten, dat afhangt van het aantal teamleden en de duur van de Sprint, dit is de beschikbare tijd. Je moet de beschikbare tijd berekenen en opnemen in het plan van aanpak per Sprint. planning poker gedaan geen planning poker gedaan Je gaat nu activiteiten toewijzen aan de Je gaat nu activiteiten toewijzen aan de Sprintplanning. Dit doe je op basis van Sprintplanning. Je hebt geen tijdschattingen en daarom moet je dit op gevoel de gemaakte tijdschattingen. Gebruik de volgende handreikingen om een doen. goede toewijzing te kunnen doen. Zet activiteiten met een Must prioriteit 75% van de beschikbare tijd vul je met in je Sprintplanning waarvan je denkt activiteiten die een Must prioriteit hebben. Zorg ervoor, dat deze activiteiten Dit is het Sprintresultaat. dat je ze op ¾ van de Sprint af hebt. als geheel tot iets leiden dat af is en dat je kunt laten zien en inleveren! Dit is Zet activiteiten met een Should prioriteit in je Sprintplanning waarvan je het Sprintresultaat. denkt dat je ze nog in de Sprint af kunt De laatste 25% van de beschikbare tijd krijgen. Neem hiervoor activiteiten die vul je met activiteiten die een Should het Sprintresultaat niet verstoren *. prioriteit hebben. Neem hiervoor activiteiten die het Sprintresultaat niet verstoren *. Je plant altijd teveel in. Daarom zet je nog "het aantal teamleden keer 2" activiteiten met een Could prioriteit in je Je plant altijd teveel in. Daarom ga je Sprintplanning. Neem ook hiervoor activiteiten die het Sprintresultaat niet ver- nog 50% van de beschikbare tijd extra vullen met activiteiten die een Could storen. prioriteit hebben. Neem ook hiervoor activiteiten die het Sprintresultaat niet verstoren. * Het afronden van 1 zo'n activiteit zorgt ervoor, dat je nog steeds iets hebt dat af is en dat je kunt laten zien en inleveren! Scrumborden (met daarin dus het resultaat van je Sprintplanning) houd je liefst bij in Trello (trello.com), tenzij je zelf een betere optie weet. Deze overleg je dan wel met je leraar

5 Zet de gekozen activiteiten in je Scrumboard. Must activiteiten staan bovenaan en Could activiteiten onderaan. Gebruik de kleurcodering. Neem het initiële Scrumboard hier duidelijk leesbaar op in het plan van aanpak. Als je veel activiteiten hebt moet je misschien meerdere screenshots gebruiken. Zorg dat ieder teamlid elke sprint tenminste 2 Must, 2 Could en 2 Should activiteiten op het bord heeft staan. Tijdens het project worden activiteiten uitgevoerd en dit wordt geregistreerd op je Scrumboard. Aan het einde van de Sprint heb je de eindsituatie van deze registratie en die neem je hier duidelijk leesbaar op in het plan van aanpak. Als je veel activiteiten hebt moet je misschien meerdere screenshots gebruiken. standup meetings Beschrijf van iedere standup meeting bondig en nauwkeurig wat er besproken is. De resultaten daarvan neem je op in het plan van aanpak. Let op het format! Sprintterugblikken Deze doe je individueel! Dus elk teamlid heeft zijn/haar eigen Sprintterugblik. Benoem tenminste 1 verbeterpunt ten aanzien van je eigen proces deze Sprint. Leg uit waarom dit een verbeterpunt is. Beschrijf vervolgens duidelijk en volledig hoe je in de volgende Sprint gaat werken aan dat verbeterpunt. Het volgende kun je pas doen vanaf de 2 e Sprint. Beschrijf hoe je aan het verbeterpunt van de vorige Sprint hebt gewerkt. Geef bewijzen; dus waaraan kan je leraar zien dat je eraan gewerkt hebt. Beschrijf hoe succesvol je bent geweest ten aanzien van het verbeterpunt van de vorige Sprint. Geef bewijzen; dus waaraan kan je leraar zien welke vooruitgang je hebt geboekt

6 Sprint 2 Scrumborden Doe weer een Sprintplanning, documenteer dat in een initieel Scrumbord en neem dat Scrumbord hier op. Voer je werk uit en neem ook het eindsituatie Scrumbord hier op. standup meetings Sprintterugblikken Sprint 3 Scrumborden standup meetings Sprintterugblikken ENZOVOORTS!!! - 6 -