Onveilig Nederland? Over beleid, criminaliteitscijfers en veiligheidsgevoelens in Nederland.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onveilig Nederland? Over beleid, criminaliteitscijfers en veiligheidsgevoelens in Nederland."

Transcriptie

1 Onveilig Nederland? Over beleid, criminaliteitscijfers en veiligheidsgevoelens in Nederland. Door: M.F. Boels, V.J.M. van Doorn, M. Kersten, S.R. Rijkers & D.J. Wittenberg In opdracht van: Faculteit der Sociale Wetenschappen, afd. Politicologie BA project Politicologie Docent: A. Vliegenthart 26 juni 2003

2 Index Index Paginanummer I Inleiding 3 II Methodiek 5 III Situatie en begrippen 10 IV Partijen 17 V Beleid 26 VI Alternatieven 33 VII Conclusie 43 Interview 45 Bijlage 52 Bibliografie 57 2

3 I Inleiding I Inleiding Er bestaat in Nederland tegenwoordig veel aandacht voor mensen die zeggen zich niet meer veilig te voelen als ze s avonds alleen op de fiets zitten, door een steegje heen lopen of als ze op een verlaten metrostation op de metro wachten. Veilig of onveilig is dus op het moment een veel besproken onderwerp, zowel onder burgers als politici onderling. Doordat het probleem leeft in de maatschappij richten ook politieke partijen hun aandacht op het veiligheidsprobleem. Partijprogramma s staan vol met ideeën over een nieuw veiligheidsbeleid en alternatieven voor het huidige beleid zijn in grote mate aanwezig. Omdat het veiligheidsbeleid momenteel dus een actueel onderwerp is, is besloten dit tot hoofdonderwerp van dit onderzoek te maken. Om actuele situaties, hedendaagse politieke standpunten, alternatieven en beleidsproblemen met betrekking tot het veiligheidsprobleem te onderzoeken is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Is het nodig om het huidige beleid voor het tegengaan van criminaliteit in Nederland te vervangen door een nieuw beleid, met het oog op het gestegen onveiligheidsgevoel onder de Nederlandse burgers? Indien dit inderdaad het geval is welk beleid beoogt dan de grootste efficiency en is het meest geschikt ter vervanging van het huidige beleid? Deze vraag zal stapsgewijs beantwoord worden in de afzonderlijke hoofdstukken van dit paper. Het uiteindelijke doel is tweeledig: ten eerste trachten wij met relevante nieuwe beleidsvoorstellen te komen. Ten tweede zullen wij proberen een gegrond kritische blik te werpen op de standpunten binnen de Nederlandse politiek inzake het veiligheidsvraagstuk. Hierbij is het belangrijk te stellen dat wij een aantal punten binnen de veiligheidsdiscussie in dit paper bewust niet zullen behandelen aangezien wij ons op beleid richten. Het belangrijkste punt in kwestie betreft hier toch wel de rol van de media in het geheel, welke vanwege de complexiteit van het onderwerp inhoud alsmede verantwoording zou kunnen bieden aan een compleet nieuw onderzoek. Om alvast wat inzicht te geven in de inhoud van dit paper volgt hier een korte inhoudsschets per hoofdstuk. 3

4 I Inleiding Hoofdstuk II bevat de methodiek van dit paper. De beantwoording van de hoofdvraag wordt gestructureerd met behulp van het Model van Easton in combinatie met het zogenaamde model van de drie P s. In dit hoofdstuk worden deze modellen uitgebreid verklaard en vervolgens worden de afzonderlijke deelvragen aan deze modellen gerelateerd, wat voor een duidelijke onderlinge samenhang tussen de deelvragen zorgt. Hoofdstuk III behandelt de huidige situatie met betrekking tot het veiligheidsvraagstuk in Nederland. De feitelijke onveiligheid wordt gerelateerd aan de gevoelsmatige veiligheidsbeleving van de hedendaagse Nederlandse burger, bovendien geeft dit hoofdstuk inzicht in de belangrijkste grootheden van het onderzoek, te weten veiligheid en het onveiligheidsgevoel. Hoofdstuk IV gaat in op de opinies van de belangrijkste Nederlandse politieke partijen met betrekking tot het veiligheidsvraagstuk. Eerst wordt er in een kort theoretisch kader uitgelegd wat een politieke partij is en wat haar belangrijkste functies zijn en wordt het regeerakkoord met betrekking tot het veiligheidsbeleid besproken. Vervolgens worden de standpunten van de partijen vergeleken met het tot stand gekomen regeerakkoord. Hoofdstuk V gaat verder in op de vraag hoe de overheid Nederland veiliger denkt te maken. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar het (huidige) politiebeleid en naar het beleidssysteem. Hoofdstuk VI behandelt twee alternatieven voor het Nederlandse veiligheidsbeleid te weten een alternatief beleid en een geheel andere situatie qua beleidsinrichting. Het alternatieve beleid betreft het zero tolerance beleid, wat momenteel een veel besproken onderwerp is. Vervolgens wordt er een vergelijking gemaakt tussen Nederland en een aangrenzende Duitse deelstaat, te weten Nordrhein-Westfalen. Er is gebleken dat er zekere verschillen tussen de twee bestaan op het gebied van misdaadafhandeling, deze verschillen worden uitgebreid behandeld. Tot slot zal er in Hoofdstuk VII getracht worden via de bevindingen in de eerdere hoofdstukken een antwoord te verbinden aan de hoofdvraag. 4

5 II Methodiek II Methodiek Relevantie via theorie De keuze voor de verdeling van de hoofdstukken, en dus deelvragen hangt nauw samen met het model van Easton. Dit model gaat uit van het input output idee, wat betekent dat het politieke proces, met de nadruk op de totstandkoming van beleid, bestaat uit een input, een conversion proces, een ouput en een feedback. Easton omschrijft de werking van zijn model als volgt: ( ) the inputs provide what we may call the raw materials on which the system acts so as to produce something we are calling outputs. The way in which this is done will be described as a massive conversion process ( ) the outputs of the conversion process have the characteristic of feeding back upon the the system and shaping its subsequent behavior. (Easton 1965: 31) De input betreft dus de invloeden van buitenaf, de meningen en ideeën van burgers en politieke partijen. Het conversion proces kan gezien worden als het politieke systeem waarin compromissen gemaakt worden en onderhandeld wordt over het uiteindelijke beleid. De output is het uiteindelijke beleid en de feedback ontstaat als reactie en of kritiek op de hierop. Bij dit onderzoek wordt het model van Easton gecombineerd met het systeem van de drie P s, een ander model voor het politieke proces en de totstandkoming van beleid. Dit model gaat ervan uit dat er aan een drietal voorwaarden voldaan moet zijn wil men over politiek kunnen spreken: Politics, Polity en Policy. Politics staat voor de interactie tussen individuen. Hierbij moet er sprake zijn van boven-individuele tegenstellingen die maatschappelijke conflicten genereren en op welke op particuliere basis niet oplosbaar zijn (Keman c.s. 2003, 5). Polity staat voor de regels van het politieke spel. Bij polity moet er sprake zijn van geschreven en ongeschreven gedragscodes die het hanteren van een tegenstelling of conflict binnen een samenleving 5

6 II Methodiek mogelijk maken. (Keman c.s. 2003, 5). Als laatste, policy houdt in dat er sprake moet zijn van een afzonderlijk regulerend orgaan die gedane keuze via beleid realiseert en daarmee oplossingen bewerkstelligt. (Keman c.s. 2003, 5) Wanneer men het model van Easton combineert met dat van dedrie3 P s ontstaat het model zoals onderstaand beschreven in Fig. I, wat erg handig is bij het beschrijven van de onderlinge samenhang tussen de hoofdstukken, en dus deelvragen. Politics Polity Policy Input Conversion proces Output Feedback (Fig. I, combinatie van het model van Easton met dat van de drie P s) De deelvragen: Hoe onveilig is Nederland feitelijk? en Hoe onveilig voelt men zich in Nederland? hebben betrekking op de input en op politics. Deze deelvragen gaan over het signaleren van problemen in de samenleving. En als deze problemen herkend zijn dient er beleid gemaakt te worden om de problemen op te lossen. Deze deelvragen worden beantwoord in hoofdstuk III Situatie en begrippen. Het oplossen van problemen en dus het omzetten van problemen in daadwerkelijk beleid hoort thuis bij de deelvragen: Welke rol kunnen politieke partijen vervullen met betrekking tot de veiligheid in een samenleving? en Hoe staan verschillende politieke partijen tegenover veiligheid in de Nederlandse samenleving? Deze deelvragen horen thuis bij het conversion proces en voor een belangrijk deel ook bij de output. Politieke partijen signaleren problemen in de samenleving en proberen vervolgens beleid te maken dat deze problemen op kan lossen. Politieke partijen zijn het hoofdonderwerp van Hoofdstuk IV - Partijen en deze deelvragen worden dan ook in dit hoofdstuk beantwoord. 6

7 II Methodiek Vervolgens de deelvragen: Hoe worden de (financiële) middelen die het Ministerie van Binnenlandse Zaken voorhanden heeft gebruikt om te komen tot meer veiligheid en een beter veiligheidsgevoel? en Hoe denkt de overheid voor meer veiligheid en een beter veiligheidsgevoel te zorgen? horen in hun geheel thuis bij de output. Het gaat bij deze deelvragen om de financiering van het daadwerkelijke beleid en de realisering van het beleid. Hoofdstuk V Beleid heeft in zijn geheel betrekking op het Nederlandse veiligheidsbeleid, met de nadruk op het politiebeleid en beleidssystemen Dit hoofdstuk bevat dus ook de antwoorden op deze deelvragen. De deelvraag: Leidt een verharding van de straffen tot een verlaging van de criminaliteit? heeft betrekking op de feedback. Het betreft hier een casestudy die nagaat wat de effecten van een bepaald beleid zijn. Dit komt overeen met de functie van de feedback, hierbij gaat het namelijk om het evalueren van het beleid om vervolgens beter beleid tot stand te laten komen. Klachten en negatieve ervaringen komen via feedback tenslotte weer bij de input terecht. Ook de deelvraag: Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Nordrhein-Westfalen op het gebied van criminaliteitscijfers en beleid? hoort thuis bij de feedback. Het gaat hier om een vergelijking van beleid tussen twee landen. Uitkomsten hiervan kunnen tot nieuwe input en hierdoor tot nieuw en beter beleid leiden. Beide deelvragen hebben gemeen dat ze alternatieven geven voor het Nederlandse beleid, zij komen samen terug in Hoofdstuk VI Alternatieven. De deelvragen hebben allen gemeen dat ze toe te schrijven zijn aan het beleidsproces, echter wel allen in een andere sector van het beleid, zoals gedemonstreerd in Fig. II. 7

8 II Methodiek Politieke partijen Financieel beleid Signalering problemen Zero tolerance beleid Beleid Vergelijking van beleid (Fig. II, relatering van de deelonderwerpen aan het hoofdonderwerp) Relevantie via praktijk Naast de verantwoording via het hiervoor geschetste theoretische kader, bestaan er nog praktischer rederenen waarom wij tot de keuze met betrekking tot onze deelvragen zijn gekomen. Wanneer men aan het beleidsaspect rondom de beleidsvraag met betrekking tot veiligheidsproblematiek denkt, zijn er aan aantal zaken die voor iedereen relevant blijken. Via de hieropvolgende verklaring hopen wij deze zaken te belichten. Ten eerste is er de huidige situatie ten opzichte van het gedefinieerde probleem. Wat is de veiligheidssituatie in Nederland, en welke gevolgen voor het onveiligheidsgevoel zijn hieraan verbonden? Daarnaast is het belangrijk de belangrijkste voor interpretatie vatbare begrippen strak te definiëren. In hoofdstuk III Situatie en begrippen zullen wij hiertoe een poging tot verheldering doen. Aangezien wij enig commentaar willen geven op de standpunten binnen politiek Nederland, is het nuttig om deze standpunten vast te stellen. Nuances binnen partijprogramma s alsmede de algehele functie van politieke partijen zullen in Hoofdstuk IV Partijen worden besproken. Een ander kernpunt binnen ons onderzoek betreft beleid. Het is dan ook zeer belangrijk te kijken naar de verschillende aspecten hiervan en dus niet alleen naar beoogd resultaat. 8

9 II Methodiek Zowel de doelmatigheid als de efficiency van het al dan niet beoogde beleid zullen met het oog hierop worden besproken. Hoofdstuk V Beleid zal zich hier in het geheel op richten. Wanneer men kritiek wil leveren op beleid is het verstandig om in ieder geval te beschikken over enige alternatieven hiervoor. De alternatieven zoals behandeld in Hoofdstuk VI Alternatieven zijn gekozen op basis van twee argumenten. Ten eerste betreft het hier drastische wijzigingen en opzichte van het huidig gevoerde beleid. Ten tweede zijn beide alternatieven veelbesproken en is er zelfs binnen de huidige politiek vaak al enig spoor van aan te treffen. 9

10 III Situatie en begrippen III Situatie en begrippen Alvorens er een begin gemaakt wordt met de behandeling van beleidskwesties inzake de veiligheidssituatie is het raadzaam een aantal duidelijke definities op te stellen met betrekking tot omgevingsfactoren en begrippen. Met andere woorden, voordat er over de oplossingen gesproken kan worden dient er eerst een duidelijk beeld te bestaan met betrekking tot de eventuele problemen. Het doel van dit hoofdstuk is, naast het inzage geven in de huidige Nederlandse criminaliteitscijfers, het duidelijk omschrijven en afbakenen van de belangrijkste grootheden in dit onderzoek, te weten veiligheid en het gevoel dat hieraan gerelateerd is. Veiligheid Veiligheid is een complex begrip waarin vele facetten een rol van betekenis kunnen spelen. Zo moet men bijvoorbeeld rekening houden met het niveau van veiligheid; betreft het persoonlijke veiligheid, veiligheid op wijk- en gemeenteniveau, veiligheid op het landelijke of op mondiaal niveau? Voor ons onderzoek is het onderscheid op dit vlak vrij eenvoudig te maken gezien het later in dit hoofdstuk beschreven gegeven dat de kwestie veiligheid gerelateerd aan gevoel nagenoeg altijd plaats heeft binnen de eerste twee sectoren, te weten persoonlijke veiligheid en veiligheid op wijk- en gemeenteniveau. Daarnaast zijn er veel mogelijke oorzaken voor een onveilig gevoel in een samenleving. Als er een constante oorlogsdreiging is of wanneer men op een vulkaan woont, voelt men zich logischerwijs een stuk minder veilig. Wij zullen in ons onderzoek echter alleen rekening houden met veiligheid die met persoonlijke omgang, en dus met criminaliteit verbonden is. Het betreft hier interpersoonlijke veiligheidsbeleving *. Er lijkt sprake te zijn van enige consensus op het gebied van de erkenning van factoren gerelateerd aan het begrip veiligheid. * Zie voor verdere informatie hieromtrent: Interview. 10

11 III Situatie en begrippen Deze factoren zijn: Dreiging Criminaliteit Verloedering Milieuhinder (De Hart 2002: 18) Voetnoot hierbij is dat waar de factoren ieder onafhankelijke indicatoren van onveiligheid kunnen zijn, ze tevens onderling sterk verbonden zijn. Deze definitie zal overigens door de rest van dit paper gebruikt worden. Cijfers Van de vier kenmerken van veiligheid is er eigenlijk maar een dat directe gevolgen voor de veiligheid heeft: criminaliteit; de andere drie zijn voornamelijk verbonden met het gevoel omtrent veiligheidsbeleving. Vandaar dat in deze paragraaf alleen de criminaliteitscijfers aan de orde zullen komen. In de laatste 25 jaar is de criminaliteit in Nederland fors toegenomen, van 2000 processen verbaal in 1970, naar 8500 processen verbaal in (Van Praag 1999: 80) De algemene trend geeft aan dat tot 1984 de criminaliteit snel steeg in Nederland en daarna redelijk stabiel is gebleven. Ook het soort misdrijven is veranderd: waar er eerst vooral vermogensmisdrijven (diefstal, fraude etc.) waren, is er gedurende de laatste jaren sprake van een stijging van geweldsmisdrijven (bedreiging, mishandeling etc.). Natuurlijk zijn hier wel kanttekeningen bij te plaatsen. Zo heeft de automatisering ervoor gezorgd dat aangiftes makkelijker en sneller verwerkt kunnen worden en de aandacht van de politie voor geweldsmisdrijven is toegenomen. Ook is er heel nieuw soort criminaliteit bijgekomen in de jaren 90, de drugscriminaliteit. Buiten de officiële aangiftes is er nog een manier om misdrijven te melden. Dit kan via de slachtofferenquêtes. Hier worden doorgaans dubbel zoveel misdrijven gemeld als bij de politie. 11

12 III Situatie en begrippen Niet alleen is de criminaliteit de afgelopen jaren gestegen, de politie lost ook steeds minder misdrijven op. In 1970 loste de politie 36% van de misdrijven waar aangifte van werd gedaan op, in 1996 was dit nog maar 14% *. (Van Praag 1999: 86) De waarde die aan deze oplospercentages dient te worden verbonden is echter twijfelachtig. (Huberts 2003) Voor de strekking van ons onderzoek is het echter interessanter om te kijken naar meer recente trends in criminaliteitscijfers; zoals al eerder aangeduid betreft het namelijk een onderzoek naar beleid dat is geschoeid op de bewering dat de veiligheidssituatie in Nederland recent in een negatieve spiraal is beland. Om te testen in hoeverre deze stelling strookt met de realiteit hebben we gebruik gemaakt van enkele statische tabellen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), elk met een looptijd van , hetgeen een, naar ons beoordelingsvermogen, accurate beschrijving is van de term recent. Door middel van simpele aflezing van deze tabellen kunnen er een aantal uitspraken gedaan worden over de huidige Nederlandse situatie met betrekking tot criminaliteit. Volgens Tabel II fluctueert het totaal aantal geregistreerde misdrijven in de periode tussen (1996) en (2001). (CBS 2003b) Toch is er in deze cijfers voor totaal aantal geregistreerde misdrijven geen zeer sterk stijgende lijn over de jaren te ontwaren. Uit Tabel III blijkt dat het percentage slachtoffers voor de jaren stabiel is, hetgeen de vorige bewering onderschrijft. Er is wel een duidelijke toename te zien in het aantal geweldsmisdrijven: van in 1994 naar in (CBS 2003b) Toch is maar 6% van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder ooit slachtoffer geweest van een geweldsdelict. (CBS 2003e) In 2000 zijn maar 180 mensen omgekomen door moord of doodslag. Deze moorden worden vooral gepleegd door familieleden van het slachtoffer of zijn afrekeningen in het criminele circuit. Van de 5000 andere mensen die een niet-natuurlijke dood zijn gestorven, overleden de meesten aan de gevolgen van een ongeluk **. (CBS 2003f) * Zie ook: Tabel I. Bron: interview de dato , zie: Interview. Uitzondering hierop betreft Tabel III, welke loopt van Zie ook: Tabel V. ** Zie ook: Tabel VI. 12

13 III Situatie en begrippen Uit dit alles kan worden opgemaakt dat Nederland qua geweld in de samenleving gedurende de laatste tien jaar onveiliger is geworden. Toch is dient het geheel wel duidelijk in het hiervoor geplaatste perspectief gezet te worden; slechts een zeer klein deel van de samenleving heeft te maken met dit groeiende geweld. Gevoel van onveiligheid Hiervoor is gesteld dat de veiligheidssituatie in Nederland niet catastrofaal is; toch is er het gegeven dat het gevoel van onveiligheid een sterke rol heeft in de hedendaagse maatschappelijke discussie. Is het zo dat Nederlanders zich ten onrechte onveilig voelen en hoe onveilig voelen ze zich daadwerkelijk? Mensen voelen zich vaak onveilig als ze eigenlijk nergens bang voor hoeven te zijn, bijvoorbeeld wanneer ze geconfronteerd worden met vervuiling of vandalisme. Daarnaast is het zo dat mensen zich in de eigen wijk vaak wel veilig voelen, ook al wonen ze in een onveilige buurt. Ze zijn van mening dat het veiligheidsprobleem bij anderen veel groter is. (Huberts: 2003) * De vaststelling van de indicatoren van het veiligheidsbesef is niet onomstreden; waar sommigen beweren dat angst belangrijk is vinden anderen dat er meer naar het daadwerkelijke persoonlijk risico en de ernst van het delict gekeken dient te worden. Het is zelfs zo moeilijk om een algemene uitleg te geven aan de term onveiligheidsgevoel dat er voor gepleit wordt om die term maar af te schaffen. (De Hart 2002: 250) De Politiemonitor Bevolking (PMB) heeft een consensus bereikt waarbinnen verschillende aspecten samen het onveiligheidsgevoel creëren en waarin buurten als observatiebron gebruikt worden. Het onderzoek richt zich in den beginsel op twee indicatoren: vermijdingsgedrag en mate van onveilig voelen. * Bron: interview de dato , zie: Interview. De Politiemonitor Bevolking (PMB) is een grootschalig onderzoek dat om het jaar gehouden wordt in naam van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie. Voor verdere informatie zie 13

14 III Situatie en begrippen De categorie vermijdingsgedrag laat zich onderverdelen in vier vragen, te weten: Doet u de deur wel eens niet open als er iemand aanbelt? Komt het wel eens voor dat u bepaalde plekken in uw woonplaats mijdt, omdat u ze niet veilig vindt? Komt het wel eens voor dat u omloopt of omrijdt om onveilige plekken te mijden? Komt het wel eens voor dat u waardevolle spullen thuislaat om diefstal of beroving op straat te voorkomen? (De Hart 2002: 250) Uit het onderzoek blijkt dat in 2001 ruim 13 procent van de Nederlandse bevolking vaak vermijdingsgedrag toont als het gaat om deze vier vragen. (De Hart 2002: 250) De vier eerdergenoemde veiligheidsproblemen, dreiging, criminaliteit, verloedering en milieuhinder, komen ook hier weer terug. Dreiging wordt slechts vrij sporadisch gesignaleerd in de leefomgeving; de overige drie indicatoren voor veiligheid worden echter vaker waargenomen maar zijn de laatste jaren getalsmatig redelijk stabiel. (De Hart 2002: 251) De indicatoren lijken, zoals al eerder verondersteld, sterk samen te hangen; er zijn buurten waarbinnen alle vier de indicatoren sterk aanwezig zijn waar ze in andere buurten nagenoeg afwezig blijken. Er zijn nauwelijks buurten waar de ene factor wel aanwezig is en de andere niet. Een andere reden waarom mensen zich onveilig zouden kunnen voelen is hun kans op slachtofferschap. Zo blijkt uit onderzoek van de PMB dat vooral mannen, jarigen, hoger opgeleiden, mensen die in een eenoudergezin wonen, mensen die in een huishouden wonen waar vaak niemand thuis is en in mindere mate mensen met een niet Nederlandse nationaliteit een groter risico lopen om slachtoffer te worden van een delict. (De Hart 2002: 255) De verdeling van het onveiligheidsgevoel is hiermee in tegenspraak. Hieruit blijkt dat vrouwen, ouderen, lager opgeleiden, gepensioneerden, mensen die het huishoudelijke werk verrichten, alleenstaanden, mensen die al eens slachtoffer zijn geweest en mensen uit eenoudergezinnen zich vaak onveiliger voelen (De Hart 2002: 14

15 III Situatie en begrippen 254), terwijl uit de PMB gegevens blijkt dat bijna al deze mensen juist een lager risico lopen om daadwerkelijk slachtoffer te worden van een misdrijf. Tevens is door de PMB onderzoek gedaan naar de correlatie tussen wijken en buurten onderling op het gebied van onveiligheid en onveiligheidsgevoel. Wijken vertonen grote verschillen op het gebied van criminaliteitscijfers; het gemiddelde kans-opinbraakpercentage van 8.1% varieert tussen 1.2% en 19.5% in het respectievelijk beste en slechtste geval. Deze fluctuaties gaan op voor nagenoeg alle misdaadcijfers (De Hart 2002: 256) Men kan verwachten dat deze verschillen samenhangen met specifieke kenmerken van een buurt. Zo zijn sociaal-economische status, etnische samenstelling, ligging, gezinsstructuur, residentiële stabiliteit en de fysieke structuur van een buurt allemaal indicatoren met verschillende invloeden voor de veiligheid in een buurt. Voor het gevoel van veiligheid gelden in principe dezelfde factoren. Hoe lager de gemiddelde sociaal-economische status is van een buurt, des te hoger is het onveiligheidsgevoel. Ook voor buurten geldt dat men zich over het algemeen onveiliger voelt dan dat men is. (De Hart 2002: 267) Een laatste punt dat de aandacht verdient betreft de discrepantie in antwoorden die gegeven worden bij onderzoeken naar het gevoel van onveiligheid. In Tabel IV is waar te nemen dat het percentage mensen dat zich gewoon onveilig voelt gedurende de jaren gestegen is, waar de mate van afzonderlijke onveiligheidsgevoelens gelijk gebleven of zelf enigszins gezakt is. (CBS 2003d) Hieruit kan een tweetal zaken worden opgemaakt. Ten eerste is het totale gevoel van onveiligheid voor de meeste respondenten kennelijk geen culminatie van de afzonderlijke onveiligheidsgevoelens. Ten tweede zijn de respondenten zich gedurende de recente geschiedenis niet onveiliger gaan voelen gedurende dagelijkse, praktische activiteiten. Echter volgens het totale gevoel van onveiligheid zou men zich onveiliger zijn gaan voelen, hetgeen een duidelijke paradox ten toon spreidt binnen het denken van de respondenten. Toch zijn er bij deze stelling een tweetal kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste wordt de vraag met betrekking tot het totale gevoel van onveiligheid pas gedurende een relatief korte periode gesteld, hetgeen vertekening in de cijfers tot gevolg kan hebben. Ten tweede is het niet per definitie een gegeven dat de antwoordopties en onveiligheidopties wederzijds uitsluitend zijn. 15

16 III Situatie en begrippen Concluderend dan, kan er op basis van de in dit hoofdstuk gepresenteerde gegevens een aantal zaken vastgesteld worden. Ten eerste is Nederland qua geweldsmisdrijven onveiliger geworden. Echter bij deze bewering dient rekening gehouden te worden met het feit dat deze stijging op een aantal fronten genuanceerd dient te worden. Het gevoel van onveiligheid blijkt een ongrijpbare grootheid. Men kan in ieder geval stellen dat voor zover er een relatie bestaat tussen feit en gevoel de omvang van deze relatie op zijn best discutabel is. Zelfs de daadwerkelijke stijging van het onveiligheidsgevoel tenslotte, is niet een zodanig vaststaand gegeven als vaak gepresenteerd wordt, en zelfs waar deze grootheid in omvang toeneemt is de waarde die aan deze bevinding gehecht moet worden onduidelijk. 16

17 IV Partijen IV Partijen De hiervoor besproken veiligheidsproblematiek is ook de Nederlandse politieke partijen niet ontgaan. Zonder uitzondering hebben deze op de kwestie ingespeeld door er, niet zelden zeer uitgebreide passages over op te nemen in de partijprogramma s. In dit hoofdstuk zullen deze passages voor de huidige vier belangrijkste partijen in Nederland besproken worden, te weten voor de drie coalitiepartijen die het kabinet Balkenende II vormen alsmede voor de grootste oppositiepartij; respectievelijk het Christen Democratisch Appèl (CDA), de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Democraten 66 (D66) en de Partij van de Arbeid (PvdA). Vervolgens zal het regeerakkoord van het eerdergenoemde kabinet Balkenende II onder de loep worden genomen voor deze veiligheidsvraagstukken. Allereerst echter zal de functie van de politieke partij besproken worden teneinde aan te tonen in hoeverre de keuzes die deze partijen maken inzake het veiligheidsvraagstuk ook daadwerkelijk invloed zullen hebben op de gang van zaken in Nederland. Rol van partijen Voor politieke partijen is het regeerakkoord het totaal van afspraken dat gemaakt is op basis van de afzonderlijke partijprogramma s. In het regeerakkoord zijn dan ook duidelijk een aantal standpunten van de afzonderlijke partijen te herkennen. Om de rol van politieke partijen goed te kunnen begrijpen dient men te weten wat een politieke partij precies is en welke functies zij vervult. Axford c.s. definiëren in het werk Politics: An Introduction een politieke partij als volgt: ( ) parties are vehicles for winning elections. But they are also organisations which, as we have seen, are often closely tied to civil societies from which they spring. Their impact upon these societies and upon the wider realm of politics is multi-faced. (Axford c.s. 2002: ) 17

18 IV Partijen Axford c.s. onderscheiden de volgende functies van een politieke partij: Socialisation and mobilisation Structuring the vote Interest articulation and aggregation Activist and elitist recruitment Representation Policy and issue development Organising government Legitimation (Axford c.s. 2002: 377) Door deze functies vervullen politieke partijen een centrale rol in de samenleving: politieke partijen zijn de intermediair tussen overheid en burger. Deze intermediaire functie is van groot belang bij het beantwoorden van de vraag welke rol politieke partijen kunnen spelen met betrekking tot de veiligheid in een samenleving. De intermediaire functie wordt ook wel omschreven als de bemiddeling tussen maatschappij en burger en wordt beoordeeld aan de hand van de responsiviteit en de accountabiliteit van een politieke partij. Hierbij is de responsiviteit het vermogen van politieke partijen om maatschappelijke problemen en ontwikkelingen te signaleren en hierover standpunten in de partijprogramma s te formuleren. De accountabiliteit is het vermogen van partijen om hun standpunten ook daadwerkelijk in regeringsbeleid om te zetten. (Van Breda 1996: 1) Programmapunten van politieke partijen komen vaak tot stand doordat zij wensen en ideeën van burgers omzetten in standpunten; dit is de responsiviteit van een politieke partij. Axford c.s. noemen dit de interest articulation and aggregation functie van een partij. Deze functie komt ook terug in de reeds eerder besproken theorie van Easton over de totstandkoming van beleid (policy making), ook wel het systeemmodel genoemd *. * Zie ook: Hoofdstuk II Methodiek. 18

19 IV Partijen Volgens deze theorie wordt responsiviteit onder input verstaan; hier komen tenslotte wensen, ideeën en kritieken het politieke proces binnen. Het zal niet verwonderen dat juist de twee genoemde functies, responsiviteit en accountabiliteit een zeer grote rol spelen bij het vormen en vervullen van een politieke doelstelling. Iedere politieke partij die in haar partijprogramma een standpunt met betrekking tot veiligheid heeft opgenomen, heeft per slot van rekening goed geluisterd naar burgers en een blik op de maatschappij geworpen. Er heerst onder zekere bevolkingsgroepen * een gevoel van angst; politieke partijen merken dit op en formeren standpunten hierover in hun programma s. Dan de accountabiliteit; worden deze standpunten ook daadwerkelijk in beleid omgezet? Wanneer men de partijprogramma s van de coalitiepartijen vergelijkt met het regeerakkoord wordt duidelijk dat de standpunten van politieke partijen in ieder geval een zekere basis hiervoor vormen. Aangezien het regeerakkoord model staat voor het toekomstige beleid worden de standpunten dus al dan niet direct omgezet in beleid. Maar omdat politiek een spel is van geven en nemen zullen nooit alle standpunten van een politieke partij in daadwerkelijk beleid omgezet kunnen worden. Regeerakkoord Naleving is primair, zichtbaar en merkbaar toezicht daarvoor voorwaarde, handhaving is sluitstuk. (Ministerie van Algemene Zaken 2003: 2) Bovenstaande ter inleiding, vervolgens de kernpunten van het regeerakkoord betreffende criminaliteit en veiligheid. Ten eerste wordt gesteld dat een effectievere aanpak van criminaliteit nodig is, hierbij wordt de nadruk gelegd op meer aandacht voor de overdracht van normen en waarden, preventie aanpak van asociaal gedrag en vandalisme, resocialisatie, slachtofferzorg, het tegengaan van verloedering van de publieke ruimte en * Zie ook: Hoofdstuk III Situatie en begrippen. 19

20 IV Partijen handhaving van beleid en regels. Intensivering van preventie en alles wat met justitie te maken heeft zijn prioriteit. Vervolgens wordt men er op attent gemaakt dat de overheid de regels en wetten niet kan handhaven als burgers en bedrijven zich daar niet in de eerste plaats zelf verantwoordelijk achten. Het is bijvoorbeeld de taak van ouders (hierbij gesteund door de sociale omgeving) hun kinderen op te voeden en ze hiermee een goede bestaansbasis te verschaffen. Bovendien moet het functioneren van de politie effectiever en efficiënter worden. En er komt een algemene identificatieplicht waarbij iedereen van 14 jaar en ouder een identificatiebewijs bij zich moet dragen, dit moet getoond worden wanneer bijvoorbeeld de politie bij uitoefening van haar taken hierom vraagt. Verder zal het kabinet inzetten op een harde aanpak van de productie en handel in harddrugs, met hierbij de nadruk op de drug XTC. Hierbij worden luchtvaartmaatschappijen zelf verantwoordelijk gesteld voor het uitvoeren van controles ter preventie van drugssmokkelaars op vluchten. Ook zal het kabinet in overleg met gemeenten het aantal coffeeshops in de buurt van scholen en grensgebieden terug brengen. Ook zullen er hogere eisen gesteld worden aan integriteit van autoriteiten en zal er harder opgetreden worden tegen corruptie en fraude. Er zal een streng integriteitbeleid gevoerd worden en de overheid zal zorgen voor effectief toezicht op de financiële markten. Als laatste de rechterlijke macht. De rechterlijke macht moet ontlast worden van minder zware zaken, zodat de aandacht meer gericht kan worden op zwaardere zaken. Bij deze ontlasting moet men denken aan het overnemen van bepaalde zaken door politie en openbaar ministerie, betere bestuurlijke handhaving, mediation, arbitrage, klachtencommissies en dergelijke. Verder is er op een aantal terreinen, met het oog op grote maatschappelijke problemen, hardere bestraffing nodig. Hierbij wordt voornamelijk gesproken over een hogere strafmaat bij recidive en draaideurcriminelen en hetzelfde voor misdrijven waarvan kinderen het slachtoffer zijn. Ook zal de capaciteit van het gevangeniswezen worden vergroot en zal de positie van het slachtoffer worden versterkt. 20

21 IV Partijen Programma s Ter vergelijking met het regeerakkoord en om te illustreren in welke mate de partijprogrammapunten van de politieke partijen overeenkomsten hebben met het daadwerkelijke regeerakkoord volgen hier de punten uit de partijprogramma s met betrekking tot het veiligheidsvraagstuk. Hierbij worden, zoals eerder vermeld, de volgende partijen behandeld: het CDA, de VVD, D66 en de PvdA. Het CDA typeert het programmapunt ten aanzien van veiligheid, geheel in de op het moment binnen de Nederlandse politiek geldende norm van Keep It Simple (KIS), als Fatsoen moet je doen. (Van Heemst 2002: 2) Het CDA stelt dat er in Nederland te veel gedoogd wordt op het gebied van de criminaliteitsbestrijding en pleit er dan ook voor dat de overheid duidelijk moet zijn over wat wel en niet mag. Regels moet zij handhaven en overtredingen bestraffen. Daarnaast geldt veiligheid voor het CDA als een sociaal grondrecht, welk in de grondwet hoort te staan. Ten aanzien van veiligheidsbeleid heeft de partij de volgende agendapunten opgesteld: Een einde maken aan gedogen en niet-handhaving Investeren in politie en justitie Investeren in betere opsporingsmethoden Meer persoonsgebonden straffen, bijvoorbeeld in het geval van recidivisten Misdaad mag niet lonen Meer internationale samenwerking Veiliger buurten Meer investeren in jeugd en jongeren, ter preventie Jeugdcriminaliteit harder en daadkrachtiger bestraffen Hard optreden tegen vrouwenhandel en maatschappelijk geweld Een einde maken aan agressie tegen artsen, verpleegkundigen, leraren, politie et cetera De positie van het slachtoffer verbeteren Meer nazorg ex-gedetineerden (Hessels c.s. 2002: 22-25) 21

22 IV Partijen De VVD gaat de misdaad volgens het motto Alleen samen maken we het veilig (VVD 2002b: 1) te lijf. De VVD legt de nadruk op repressie. Hogere straffen en harder politieoptreden zijn speerpunten in het verkiezingsprogramma. Verder is samenwerken een belangrijk punt, burgerinitiatieven worden op prijs gesteld en er moeten meer wijkagenten komen zodat burgers samen met overheid en politie de veiligheid kunnen vergroten. In het verkiezingsprogramma zijn dit de belangrijkste punten ten aanzien van het veiligheidsbeleid: Meer agenten Burgerinitiatieven Kleine overtredingen bestraffen Cameratoezicht invoeren Harde aanpak verboden wapenbezit Politie moet gezag terugwinnen Harder optreden tegen drugsoverlast Invoeren algemene identificatieplicht Ouders en scholen wijzen op hun verantwoordelijkheid Cliënt-volg-systeem Individuele begeleiding voor recidiverende jongeren Nachtdetentie Herinvoering jeugd- en zedenpolitie (VVD 2002a: 1-2, VVD 2002b: 1-2) D66 gebruikt als strijdkreet De juiste verantwoordelijkheid op de juiste plaats. (D : 1) De partij noemt zichzelf de partij van de nuance, de lange termijn gaat voor de korte termijn. Het verkiezingsprogramma gaat uit van strengere straffen voor geweldsmisdrijven gepleegd onder invloed, een betere politieorganisatie en de versterking van het slachtoffer in het gehele strafproces. Het 10-puntenplan van D66 voor veiligheid en rechtshandhaving bestaat uit de volgende punten: 22

23 IV Partijen Betere politieorganisatie Meer agenten op straat Meer bevoegdheden politie om op wapenbezit te kunnen controleren Geweldsmisdrijven onder invloed gepleegd zwaarder bestraffen Meer zeggenschap gemeenten bij invulling veiligheidsbeleid Herwaardering van de aangifte Positie van slachtoffer in het hele strafproces moet worden versterkt Strengere en efficiëntere aanpak van veelplegers van strafbare feiten Lik op stuk beleid voor harde kern van criminele jongeren Europese identificatieplicht (D66 Tweede Kamerfractie 2002: 1-3) De PvdA ten slotte, beschrijft het onveiligheidsprobleem als De strijd tegen de hufterigheid. (Van Heemst 2002) De partij gaat er van uit dat bestrijding van criminaliteit om de veiligheid in de samenleving te vergroten goed is, maar dat het voorkomen ervan beter is. Met andere woorden de PvdA staat voor preventie en niet voor repressie. Als standpunten met betrekking tot het verminderen van de criminaliteit en het vergroten van de veiligheid worden genoemd: Er komt merkbaar meer toezicht op straat en in het openbaar vervoer. Preventief fouilleren is onder voorwaarden op specifieke plekken nodig. De capaciteit van de politie wordt verder vergroot; de rechterlijke macht wordt versterkt en er dienen voldoende cellen te zijn. Straffen worden prompt en volledig ten uitvoer gelegd; veelplegers worden strenger gestraft. Slachtoffers kunnen snel aangifte doen en moeten duidelijk kunnen zien dat politie en justitie werken aan vervolging en bestraffing van de daders. Wangedrag en criminaliteit onder jongeren wordt direct aangepakt door intensieve samenwerking tussen scholen, bureaus jeugdzorg, reclassering, politie en justitie in de buurt. Ook de ouders hebben hier een belangrijke verantwoordelijkheid. 23

24 IV Partijen Jongeren die toch op het criminele pad zijn beland, worden effectief aangepakt en begeleid met het oog op hun toekomst. Nachtdetentie (overdag naar school en s avonds en s nachts in de gevangenis studeren en slapen) is daarbij een belangrijk middel. Overlast van drugsgebruik wordt krachtig tegengegaan, onder meer door meer opvangplaatsen voor verslaafden en een versterking van de hulpverlening bij afkicken. (Van Heemst 2002) Het volgende citaat illustreert nog eens de PvdA houding ten opzichte van de beheersing van criminaliteit: Bijna alles draait om repressie. En soms slaat die aanpak door. Wordt Nederland veiliger door een algemene identificatieplicht? Wordt uitgaan voor jongeren veiliger als het testen van pillen wordt gestopt? Wordt de criminaliteit beter bestreden met wettelijke minimumstraffen? Preventie krijgt nauwelijks aandacht, laat staan dat er geld voor is. Voor ons is en blijft de combinatie van preventie en repressie essentieel om bij veiligheid goede resultaten te halen. (Van Heemst 2002) Uit alle partijprogramma s blijkt dat een hardere aanpak van de criminaliteit als wenselijk wordt beschouwd, elke partij heeft hier een andere manier voor maar hoofdpunt bij allen is dat om de veiligheid te vergroten, een hardere en strengere aanpak nodig is. Dit komt ook duidelijk terug in het regeerakkoord; hierin wordt gesteld dat een effectievere aanpak van criminaliteit nodig is. Verder ligt in het regeerakkoord een grote nadruk op de overdracht van normen en waarden en op de opvoeding van kinderen door hun ouders, hierbij bijgestaan door de sociale omgeving, ter bestrijding van criminaliteit. Dit komt sterk overeen met het standpunt van het CDA, dat de nadruk legt op sociale controle en normen en waarden. Verder wordt de identificatieplicht ingevoerd en dient de politie efficiënter en effectiever te werk te gaan, beiden worden door D66 aangedragen in haar programma. 24

25 IV Partijen Tenslotte wordt in het regeerakkoord de hardere aanpak van de productie en handel in harddrugs genoemd, dit in overeenkomst met het punt dat de VVD in haar programma heeft staan: harder optreden tegen drugsoverlast. Een aantal partijprogrammapunten van de coalitiepartijen komt dus inderdaad terug in het regeerakkoord; toch lijkt een groot gedeelte hiervan ernstig aan nuance te hebben ingeboet. Politieke partijen hebben een zekere taak binnen het systeem: het opsporen van maatschappelijke problemen en deze naar gelang relevantie om te zetten in daadwerkelijke beleidsvoorstellen. Het succes dat deze beleidsvoorstellen ondervinden is echter nooit te garanderen. Daarnaast wordt het imaginaire beleid vaak sterk gespiegeld door politieke ideologieën en consensuspolitiek waardoor ook de relevantie van deze voorstellen openlijk te betwijfelen valt. Daarnaast bestaat er weinig tot geen zekerheid dat een gespecificeerd programmapunt ook daadwerkelijk in het uiteindelijke regeerakkoord terecht zal komen. 25

26 V Beleid V Beleid Blijkens de in het voorgaande hoofdstuk gepresenteerde partijprogramma s, heeft het veiligheidsvraagstuk goed gescoord bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 *. De Nederlandse bevolking voelt zich onveilig en verwacht een reactie van de politiek. De politieke partijen hebben dit vraagstuk een belangrijke plaats gegeven binnen de verkiezingsprogramma's, wat tot gevolg heeft gehad dat de uitgaven voor veiligheid hard omhoog zijn gegaan. Om een voorbeeld te geven: de uitgaven voor veiligheid zijn in 2003 ten opzichte van 2002 met 800 miljoen euro gestegen, waarmee de totale uitgaven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitkomen op 4,9 miljard euro. Met behulp van dit geld zou er meer blauw op straat moeten komen, immers de bevolking heeft behoefte aan veiligheid en als er op iedere hoek van de straat een agent staat, dan moet de bevolking zich wel veilig voelen! Is dit echter wel de meest relevante oplossing voor het probleem in kwestie? Dit hoofdstuk zal verder ingaan op de vraag hoe de overheid Nederland dan veiliger denkt te maken. De overheid kan immers wel meer geld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sluizen, maar wat gebeurt er vervolgens met dat geld en met welk beleid denkt de overheid Nederland veiliger te maken? Deze vraag is in tweeën op te splitsen; men kan zich afvragen of meer geld ook tot een hogere productie leidt. Er moet hier gedacht worden aan meer agenten of aan een slimmere taakverdeling. Dit is een vraag die betrekking heeft op doelmatigheid. De vraag of een hogere productie ook daadwerkelijk tot meer veiligheid leidt, heeft betrekking op efficiency. * Zie hiervoor bijvoorbeeld ook Van Eijk c.s.: Politiek moet boze buitenwereld temmen (NRC Dossier Kamerverkiezingen 2003), (eenmalige anonieme registratie benodigd). Het gaat hier om het budget het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de genoemde jaren. Dit ministerie is belast met onder meer, de binnenlandse veiligheid. (Miljoenennota 2003: 57) 26

27 V Beleid Politiebeleid Alles wat aan deze vragen vooraf gaat is het beleid. Met welke plannen denkt de overheid Nederland veiliger te maken. Het Nederlandse veiligheidsbeleid is beschreven in het Beleidsplan Nederlandse Politie door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie. Het beleidsplan is een meerjaren plan om Nederland veiliger te maken. Dat programma omvat een aantal thema's waar de problemen dienen aangepakt dienen te worden: jeugdcriminaliteit, verkeersveiligheid, geweld op straat, zware en georganiseerde criminaliteit en milieu. Later in dit hoofdstuk zal een aantal thema's uit het Beleidsplan Nederlandse Politie worden behandeld, eerst zal de werking van de Nederlandse politie worden besproken. De uitvoering van het veiligheidsbeleid ligt voor een groot deel in handen van de politie. De politie is voor de burger het eerste aanspreekpunt en de drempel is laag. Politiemensen zijn duidelijk aanwezig in het straatbeeld en daardoor gemakkelijk aanspreekbaar. Dat vergroot het gevoel van veiligheid bij de burger. Dit staat in het rapport Politie in Nederland, uitgebracht door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hierin wordt echter geschreven dat zorgen voor veiligheid niet alleen de taak is van de politie: Het scheppen van veiligheid is niet uitsluitend een terrein van de politie. Ook justitie, brandweer en andere overheden, particuliere organisaties en maatschappelijke organisaties hebben hier een taak. (Ministerie van Binnenlandse Zaken 2003: 7) Een duidelijk voorbeeld zijn ondernemingen als particuliere beveiligingsbedrijven, alarmcentrales, geld- en waardetransportbedrijven, bedrijfsbeveiligingsdiensten en particuliere recherchebureaus, die tot doel hebben de onveiligheid verder te verminderen. De Politie vindt het belangrijk om zoveel mogelijk belanghebbenden te hebben bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Volgens het jaarverslag vergroot dat het maatschappelijk draagvlak en daarmee het effect van het beleid. Gemeenten spelen een grote rol als het gaat om veiligheid; veiligheidsproblemen zijn immers het eerst te zien op lokaal niveau. Gemeenten staan het dichtst bij de burgers en zien meteen op welke wijze hun inwoners veiligheid en onveiligheid ervaren. Ongeveer 27

28 V Beleid de helft van de Nederlandse gemeenten ontwikkelen dan ook zelf een eigen veiligheidsbeleid, om direct in te kunnen spelen op plaatselijke problemen. Het beleid van de overheid is er ook op gericht om dichtbij de burgers resultaat te behalen. Met behulp van het eerder genoemde lokale veiligheidsbeleid moeten de gemeenten de wijken beschermen tegen verloedering en maatschappelijke ontworteling, met de inzet van gemeentelijke diensten voor het schoonhouden van straten, tegengaan van illegaliteit en ook door het houden van meer controle en toezicht. De overheid zal gemeenten ondersteunen op onder meer het gebied van samenhang in het rijksbeleid en wet- en regelgeving. Ook zal de overheid waar noodzakelijk de bestaande steunpunten versterken. Hierover wordt in het door de Rijksvoorlichtingsdienst opgestelde Hoofdpunten van het Regeringsbeleid 2003 uitgebreid gesproken. Enkele passages: Het kabinet wil de veiligheid en het veiligheidsgevoelen van de mensen in Nederland vergroten. ( ) De overheid is niet alleen verantwoordelijk voor een veiliger Nederland. Het bevorderen van een klimaat van veiligheid vergt de inzet van velen: burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en overheid. ( ) Om de doeltreffendheid van het politiewerk te vergroten, wordt de politiesterkte uitgebreid. Dit gebeurt door de opleidingscapaciteit volledig te benutten, de politie-inzet te concentreren op de primaire politietaak, de politie en andere diensten doelmatiger in te zetten, het ziekteverzuim terug te dringen, de arbeidsvoorwaarden te flexibiliseren en door meer functiedifferentiatie. (Rijksvoorlichtingsdienst 2002) Het Beleidsplan Nederlandse Politie schetst een beter beeld van de plannen die er zijn gemaakt om Nederland in een aantal jaren veiliger te maken. Hier wordt onder andere aandacht geschonken aan toename van jeugdcriminaliteit. De overheid wil deze vorm van criminaliteit de kop in drukken door te zorgen voor een goede informatie uitwisseling tussen politie, justitie, jeugdhulpverlening, kinderbescherming, verenigingen en scholen. 28

29 V Beleid Door middel van projecten en activiteiten die aansluiten bij het gemeentelijke veiligheidsbeleid hoopt men de problemen te op te lossen. Ook moet de kans dat burgers het slachtoffer worden sterk worden verminderd. Het doel is de objectieve en subjectieve gevoelens van onveiligheid te verminderen. Preventieve toezichtactiviteiten en repressieve maatregelen moeten dit ondermeer bewerkstelligen. Ook hier speelt samenwerking tussen de betrokkene partijen een cruciale rol. Er wordt in het Beleidsplan Nederlandse Politie ook gesteld dat de een zero tolerance beleid niet in Nederland is toe te passen *. (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Ministerie van Justitie 1998: 22) Men stelt dat de Politie vooral preventief is ingesteld en dat veiligheidsvraagstukken bij voorkeur samen met anderen worden aangepakt. Wel zal de politie normstellend optreden, daar waar de politie in het verleden bepaald gedrag door de vingers zag. Beleidssysteem Een goed functionerende rechtsorde is noodzakelijk bij het veiliger maken van Nederland. De rechtsorde schept immers voorwaarden voor stabiel maatschappelijk verkeer en voor de beheersing van conflicten, geweld en onzekerheid. De overheid wil de rechtsorde versterken en laten aansluiten bij de hedendaagse behoeften en eisen. Waar men regels wil aanpassen en vereenvoudigen, zal tevens de kwaliteit van de uitvoering van beleid dienen te worden verbeterd. De doelen van de overheid zijn duidelijk, reeds eerder is aangegeven hoe men dit denkt te realiseren; een stijging van het veiligheidsbudget met 800 miljoen euro. Om een beter inzicht te krijgen in de vraag hoe de politie de geschetste plannen denkt te financieren zal nu eerst in het kort de financiële huishouding van de politie worden geschetst. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties stelt jaarlijks een budget voor de Nederlandse Politie beschikbaar. Het ministerie verschaft jaarlijks een budget * Het onderwerp zero tolerance zal overigens nog uitgebreid behandeld worden in hoofdstuk VI - Alternatieven. 29

30 V Beleid van de regionale korpsen, het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), het Landelijke Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP) en verschillende andere politieorganisaties wat bestemd is voor mensen en middelen. De budgetten worden evenredig over de verschillende korpsen verdeeld. Factoren zoals oppervlakte en het aantal inwoners van de regio bepalen de verdeelsleutel. Het is voor de verschillende korpsen zelf te bepalen waaraan het geld besteed wordt, zolang ze binnen de beleidskaders van het ministerie blijven. (Ministerie van Binnenlandse Zaken 2003: 23) De gedachte hierachter is dat de korpsen op regionaal niveau het beste kunnen inschatten welke problemen aandacht nodig hebben. Leiden extra middelen ook daadwerkelijk tot meer agenten? Het antwoord op die vraag is ja. In 2002 is de sterkte van de Nederlandse politie met 2974 banen gegroeid naar voltijdbanen op 31 december Het gaat om een groei met 1053 uitvoerende politiemensen, 985 voltijdbanen in administratieve functies en 936 aspiranten voor zover die daadwerkelijk politiewerk doen. (Remkes 2003) Wat hierbij opvalt, is dat de groei van het aantal administratieve functies relatief groot is. Dit komt door de toename van het aantal mensen op meldkamers die werken voor het Landelijk Telefoonnummer Politie *, de toename van ICT personeel en van personeel voor het financiële beleid en beheer. (Remkes 2003) Volgens de Brief van minister Remkes van Binnenlandse Zaken gericht aan het kabinet, zouden de uitvoerende politiemensen minder belast worden met administratieve taken, zodat zij effectiever als blauw op straat ingezet zouden kunnen worden. Voor de administratieve taken moeten de korpsen dan wel apart personeel aantrekken. Eind 2002 bestond het personeelsbestand van de korpsen voor 72 procent uit uitvoerend personeel ( banen) en voor 28 procent uit administratief personeel ( banen). (Remkes 2003) Dat wil echter niet zeggen dat het politieapparaat optimaal functioneert. Uit een rapport van de Algemene Rekenkamer is gebleken dat tussen de 45% en 50% van de brutocapaciteit (inclusief administratief personeel) naar bedrijfsinterne factoren (lees bureaucratie) gaat. (Algemene Rekenkamer 2002: 24) * Het Landelijk Telefoonnummer Politie is een op een mei 2002 ingevoerd systeem voor niet-spoedeisende hulp. Voor verdere informatie zie: 30

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt Gemeente Leiden Nederland en Grotestedenbeleid G32 Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32 Leefbaarheid in de buurt Landelijke

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage Politiemonitor Bevolking 2003 Landelijke rapportage Den Haag/Hilversum, november 2003 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zesde meting van het landelijk onderzoek Politiemonitor

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Onderzoek is uitgevoerd tussen 17 augustus en 3 september 2010

Onderzoek is uitgevoerd tussen 17 augustus en 3 september 2010 Uitslag onderzoek EenVandaag en Politiebonden 4600 deelnemers Onderzoek is uitgevoerd tussen 17 augustus en 3 september 2010 Werkplezier en waardering Hoe beoordeelt u de kwaliteit van het werk van uw

Nadere informatie

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde.

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde. Opdracht door Dylan 1380 woorden 30 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer PvdA: - Defensie: De PvdA zet zich internationaal in voor vrede en veiligheid; we komen op

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Leefbaarheid en overlast in buurt

Leefbaarheid en overlast in buurt 2013 Leefbaarheid en overlast in buurt Gemeente (2013): Scherpenzeel vergeleken met Regionale eenheid Oost-Nederland Landelijke conclusies Leefbaarheid buurt Zeven op de tien Nederlanders vinden leefbaarheid

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip Inleiding In het kader van veiligheid zijn politie en gemeenten eerstverantwoordelijk voor openbare orde, handhaving van wettelijke regels en bestrijding van criminaliteit. Burgers ervaren veiligheid als

Nadere informatie

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015)

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum Noord-Holland-Noord, Nederland Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2015) Gemeente (2015) Castricum vergeleken met Politieregio Noord-Holland-Noord en Nederland Leefbaarheid

Nadere informatie

Geweld in Nederland Een verkenning

Geweld in Nederland Een verkenning Geweld in Nederland Een verkenning dr. F.M.H.M. Driessen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek Congres Agressie, Geweld en het Politiewerk Nunspeet 14-11-28 Achtergrond Politie wordt vaker

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%)

Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%) Leefbaarheid Tabel 1: Stellingen Fysieke voorzieningen en Sociale contacten in woonbuurt (%) mee eens niet mee eens Geen neutraal Wegen, paden en pleintjes goed onderhouden 51 21 25 3 Perken, plantsoenen

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsrapportage. Gemeente Littenseradiel. Januari t/m december 2011

Integrale Veiligheidsrapportage. Gemeente Littenseradiel. Januari t/m december 2011 Integrale Veiligheidsrapportage Gemeente Littenseradiel Januari t/m december 2011 Gemeente Littenseradiel Openbaar Ministerie Politie Fryslân Integrale Veiligheidsrapportage gemeente Littenseradiel - januari

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen

Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen Veiligheid Minder geregistreerde criminaliteit, meer kinderbeschermingsmaatregelen 17 Geregistreerde criminaliteit sinds 2005 gedaald Vermogensmisdrijven vormen met 60 procent het grootste aandeel Gevolgd

Nadere informatie

27,5% voelt zich wel eens onveilig. Vergelijking in de tijd (Onveiligheidsgevoel in procenten) Nederland. Utrecht

27,5% voelt zich wel eens onveilig. Vergelijking in de tijd (Onveiligheidsgevoel in procenten) Nederland. Utrecht Staat van 2014 Onheidsgevoel Welk percentage van de inwoners voelt zich wel eens on? 27,5% voelt zich wel eens on Naast de objectieve en die de heid meten in het thema heid, geeft deze het subjectieve

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 uit het bronnenboekje. Inleiding In het tijdschrift Crimelink van mei 2012 staat een bespreking van het boek Slachtoffer-dadergesprekken

Nadere informatie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 Integrale veiligheid resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Respons 1 2 Veiligheidsgevoelens 3 2.1 Gevoel van veiligheid in specifieke situaties 3 2.2 Verschillen onderzoeksgroepen

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

Veilige Buurten. 1. Overlast en criminaliteit aanpakken

Veilige Buurten. 1. Overlast en criminaliteit aanpakken Veilige buurten Veilige buurten Veilige Buurten 1. Overlast en criminaliteit aanpakken Iedereen wil wonen, werken, wandelen en winkelen in een veilige buurt. Een buurt waar je gewoon je kinderen buiten

Nadere informatie

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen FACTSHEET Thema: Veiligheid, Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen Publicatiedatum: oktober 2010 Bron: Bureau O+S Toelichting Ingevoegd rapport geeft goed weer hoe Amsterdammers

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april 2012 6,9 14 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer CRIMINALITEIT Inleiding: Deze praktische opdracht is een onderzoek naar een onderwerp dat gaat

Nadere informatie

1. Het landelijk reguleren van de wietteelt is de oplossing om illegale wietteelt te verminderen

1. Het landelijk reguleren van de wietteelt is de oplossing om illegale wietteelt te verminderen Wietteelt 21 februari jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel voor de regulering van de wietteelt. In hoeverre bent u het (on)eens met de volgende stellingen? 45% 35% 30% 25% 20% 15% 10%

Nadere informatie

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede.

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede. ^ ^ ^ H Datum Van Aan Kopie aan 5 SEP 2007 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Nr. Contactpersoon: Joost du Croix Email: J.J.DuCroix@bergenopzoom.nl Tel. 0164-277182 Onderwerp Veiligheidsindex

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Nadere informatie

openbare orde en veiligheid

openbare orde en veiligheid 125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Aantal alternatieve straffen voor jeugdigen neemt af In 2003 zijn 68 jeugdigen op alternatieve wijze gestraft. De trend in alternatieve

Nadere informatie

Examen HAVO Nederlands. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO Nederlands. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf

iiitogiontant Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen \sf Resultaten uit de PPP-studies naar criminaliteit en criminaliteits preventie op bedrijventerreinen Een selectie naar ondernemingen uit het Midden- en Kleinbedrijf V. Sabee R.F.A. van den Bedem J.J.A. Essers

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II Opgave 2 Rondhangen Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3 en tabel 1. Inleiding De Kamer ontvangt elk jaar een rapportage van de minister van Justitie over de voortgang van de aanpak van problematische

Nadere informatie

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik -

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik - Bijlage 1 Toespraak Minister van Veiligheid en Justitie bij diner pensant, georganiseerd door Universiteit van Tilburg in sociëteit De Witte, Den Haag op 14-9-2011. 1) Inleiding Allereerst dank aan professor

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Margret van Wijk, Frank Pleket. Advies: In te stemmen met de beantwoording in bijgaande RIB en deze aan de raad te sturen.

Margret van Wijk, Frank Pleket. Advies: In te stemmen met de beantwoording in bijgaande RIB en deze aan de raad te sturen. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & BEANTWOORDING ARTIKEL 40 VRAGEN Van: D. Loman Tel nr: 8301 Nummer: 17A.00124 Datum: 7 februari 2017 Team: Concernzaken Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan:

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING 2016-2019

PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 6C Openbare orde en veiligheid Inleiding Wij willen het veiligheidsniveau voor de bewoners en bezoekers van Leiderdorp behouden in objectief en subjectief opzicht en waar mogelijk

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

Onderzoek Agressie in uitgaansleven

Onderzoek Agressie in uitgaansleven Onderzoek Agressie in uitgaansleven 31 mei 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 18 tot 31 mei 2013, deden 2.123 jongeren mee die uitgaan. De uitslag is na weging representatief

Nadere informatie

Aantal misdrijven blijft dalen

Aantal misdrijven blijft dalen Aantal misdrijven blijft dalen Vorig jaar zijn er minder strafbare feiten gepleegd. Daarmee zet de daling, die al zeven jaar te zien is, door. Het aantal geregistreerde aangiftes van een misdrijf (processen

Nadere informatie

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 28 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen;

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam

Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam Beoordeling website Buurtveiligheid Amsterdam Sinds kort staan er buurtcijfers over veiligheid op het internet van de gemeente Amsterdam. Ook de politie Haaglanden heeft een tijd geleden dit initiatief

Nadere informatie

Burgemeesters: Kabinet, investeer in de politie

Burgemeesters: Kabinet, investeer in de politie Burgemeesters: Kabinet, investeer in de politie Het piept en het kraakt bij de politie. Dat baart ons zorgen. Er is fors bezuinigd op de politie en inmiddels is de bodem bereikt. Als burgemeesters zijn

Nadere informatie

Ons kenmerk L110/05.23786. Aantal bijlagen

Ons kenmerk L110/05.23786. Aantal bijlagen Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 6-9-05 Datum

Nadere informatie

Onderzoek Agressie in uitgaansleven

Onderzoek Agressie in uitgaansleven Onderzoek Agressie in uitgaansleven 3 juni 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 18 tot 3 juni 2013, deden 404 jongeren mee die met name uitgaan in Brabant. De uitslag is na weging

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld 1 maximumscore 3 uitvoerende macht (één van de volgende): 1 politie/openbaar Ministerie/officier van justitie/minister van Veiligheid en Justitie met als taak het opsporen

Nadere informatie

Kosten van criminaliteit

Kosten van criminaliteit 10 Kosten van criminaliteit D.E.G. Moolenaar, M. Vlemmings, F.P. van Tulder en J. de Winter In 2015 is 12,9 miljard euro uitgegeven aan veiligheidszorg, Dit is een stijging van 12% ten opzichte van 2005.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd Kennislink.nl Discussieer mee: Allemaal de beste van de klas?! Onderwerpen Publicaties Over Kennislink Nieuwsbrief Zoek Leven, Aarde & Heelal Gezondheid, Hersenen & Gedrag Mens & Maatschappij Energie &

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Quiz voor de deelnemers aan de SSR cursus Criminologie/effectiviteit interventiestrategieën, Zwolle 22 november Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Nadere informatie

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl) Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 9.00 12.00 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen;

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTAD UTRECHT PROCESEVALUATIE

CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTAD UTRECHT PROCESEVALUATIE CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTADUTRECHT PROCESEVALUATIE CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTAD UTRECHT PROCESEVALUATIE J. Snippe, M. Hoorn, B. Bieleman INTRAVAL Groningen-Rotterdam 4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Nadere informatie

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht d Opdracht door een scholier 2076 woorden 2 maart 2002 6 267 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. Wat is het probleem? Kort gezegd is de politieke kwestie:

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 215 Deze publicatie is uitgegeven door Onderzoek en Statistiek Groningen februari 216 In dit rapport worden politiestatistieken en resultaten

Nadere informatie

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek SAMENVATTING Achtergrond en doel perceptieonderzoek Het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) is onderdeel van het Openbaar Ministerie en valt onder het Ministerie van Justitie. Het is het

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente Oisterwijk

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente Oisterwijk Burgerpanel gemeente Oisterwijk Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente Oisterwijk Burgerpanel gemeente Oisterwijk Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente

Nadere informatie

Proeftoets E2 vwo4 2016

Proeftoets E2 vwo4 2016 Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Samenvatting De Westfriese gemeenten hebben in samenwerking met onder meer de politie

Nadere informatie

Statistisch Jaarboek diversen

Statistisch Jaarboek diversen 123 12 124 Diversen Veiligheid: Voorheen werden door de Regiopolitie Twente jaarlijks gegevens verstrekt van het aantal incidenten en aangiften m.b.t. veiligheid, leefbaarheid, etc.. Onder meer doordat

Nadere informatie

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

Datum 2 juli 2009 Onderwerp Kamervragen over de omvang van het probleem kinderontvoering

Datum 2 juli 2009 Onderwerp Kamervragen over de omvang van het probleem kinderontvoering > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl

Nadere informatie

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen;

Nadere informatie

Gemeente Breda. Subjectieve onveiligheid. Individuele en buurtkenmerken onderzocht. Juni 2015

Gemeente Breda. Subjectieve onveiligheid. Individuele en buurtkenmerken onderzocht. Juni 2015 Gemeente Breda Subjectieve onveiligheid Individuele en buurtkenmerken onderzocht Juni 2015 Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek en Informatie e-mail: onderzoek@breda.nl www.kenjestadbreda.nl Publicatienummer:

Nadere informatie

openbare orde en veiligheid

openbare orde en veiligheid 125 openbare orde en veiligheid 12 126 Openbare orde en veiligheid Hengelo is van de drie Twentse steden het meest veilig, maar er is een stijgende trend zichtbaar. Het aantal geweldsdelicten in Hengelo

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DGOBR Directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Heer l en Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Heerlen heeft eind 2003 als onderdeel van het plan "Operatie Hartslag" cameratoezicht ingevoerd op diverse

Nadere informatie

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016

VeiligheidsMonitor. Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 VeiligheidsMonitor Elke Moons en Ger Linden, Geocongres 30 juni 2016 Opzet presentatie Ontwikkeling 2005-heden Huidige onderzoeksinstrument Enkele landelijke trends (Laag)regionale mogelijkheden Politie-indeling

Nadere informatie