Wat is de Rol van de ? (deel 1) Juni Wie oren heeft, laat hij horen

Transcriptie

1 Wie oren heeft, laat hij horen Deze lesbrief is een vervolg van de lesbrief mei 2018 met als titelt Wie zijn de verzegelden? Wanneer je deze lesbrief nog niet gelezen hebt dan raad ik je aan om dit alsnog te doen voordat je met deze lesbrief begint. De lesbrief van mei 2018 kun je hier downloaden Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij. (Openbaring 1:3). Jesjoea noemt het boek Openbaring woorden van de profetie. De Openbaring van Jesjoea is één profetie met een boodschap aan Zijn verbondsvolk die o.a. de verzegelden genoemd worden. Deze schare nieuw-verbonds gelovigen die niemand tellen kan, komen uit alle volkeren, menigten, natiën en talen. Openbaring is geen boek met verschillende verhalen voor verschillende groepen mensen. Het gaat slecht om twee verschillende groepen mensen, zij die de geboden van God doen en het getuigenis van Jesjoea hebben, en zij die daar niets mee te maken willen hebben of middels allerlei aanpassingen een eigenwillige Godsdienst gecreëerd hebben. Verder volgen we het advies van Petrus op, Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken (2 Petrus 1:20-21). Ook in deze les zal het profetisch Woord centraal staan bij de interpretatie van het symbolische taalgebruik. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt (Openbaring 2:11, 2:17, 2:29, 3:6, 3:13, 3:23, 13:9) Deze woorden worden maar liefst zeven keer herhaald en geven aan dat heel Openbaring met een geestelijk oor gehoord moet worden wil je het kunnen verstaan. Terugblik In de vorige les hebben we de introductie gezien van de die verzegeld worden voordat het zesde zegel geopend wordt (Openbaring 6:12) hetgeen de toorn van het Lam zal gaan inluiden (Openbaring 6:17). Nu we weten wie de verzegelden zijn, namelijk de schare die niemand tellen kan, bespreken we in deze lesbrief de roeping en de functie van deze verzegelden tijdens de 1260 dagen die in de grote verdrukking van totaal 1290 dagen door hen uitgeoefend zal worden (Zie Daniël 12). Zij worden symbolisch de genoemd vanwege hun karakter en het verbond dat zij hebben gesloten met Vader JHWH. (Houd dit in gedachte als je het getal leest.) In deze les pakken we de rode draad op met betrekking tot dit nieuw-verbondsvolk. We hebben hun identiteit met de getallen 12x12x1000 meerdere keren vastgesteld. Dat deze het nieuweverbondsvolk zijn wordt bevestigd door de profetische opsomming uit alle stammen van wedergeboren Israëlieten waarover we kunnen lezen in Openbaring 7:4. De betekenis klink als volgt: Juda = Ik prijs de Here Ruben = Hij keek naar mij om Gad = en verleent geluk Aser = gelukkig ik ben Naftali = mijn worstelen Manasse = waardoor ik het vergeet Simeon = God hoort naar mij 1

2 Levi = kom bij me Issaschar = heeft mij overgenomen Zebulon = woning Josef = God zal mij toevoegen Benjamin = Zoon van Zijn rechterhand Als we de betekenis van deze namen uitschrijven dan lezen we wederom dezelfde bevestiging hoe wij de kunnen herkennen. Let op de chiastische structuur. A: Ik zal de Heer prijzen omdat Hij naar mij heeft omgekeken en mij geluk heeft verleend. B: Ik ben gelukkig omdat mijn worstelen met God mijzelf doet vergeten. Centrale as: God hoort mij en is met mij verbonden. B: Hij heeft mij gekocht (en betaald) en Hij heeft voor mij een woning bereidt. A: God zal mij toevoegen zoals Hij Zijn Zoon heeft toegevoegd als zijnde Zijn rechterhand. Dit nieuwe-verbondsvolk van God dat in Openbaring met het symbolisch getal wordt aangeduid, heeft als belangrijkste eigenschap dat zij een nieuw verbond met JHWH hebben gesloten door/in het bloed van Messias Jesjoea. De roeping (functie) van de Openbaring 7:3 en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. In bovenstaand vers zien we de roeping of functie van de Het Griekse woordje doulos dat hier met dienaren is vertaald komt elders in de brief voor en wordt dan vertaald als dienstknechten en/of dienstknechten de profeten (doulos ho prophetes). Het betreft dus een collectieve functie (dienstknechten) met een bediening als Profeet. Dit is dus van toepassing voor het volledig nieuwverbondsvolk, die ook worden voorgesteld met de die verzegeld zijn. En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden (Op. 6:11). Zie ook Openbaring 19:2. Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft (Openbaring 10:7). In dit laatste vers zien we duidelijk de functietitel van een profeet die deze dienstknechten zullen gaan bekleden. De context waarin dit vers staat, daar kom ik later op terug. Onder profeteren verstaan we het doorgeven c.q. getuigen van het Woord van God. De hebben de roeping om tijdens hun bediening van 1260 dagen als profeten van de Allerhoogste God en als Zijn getuigen Zijn Woord te verkondigen. Met andere woorden, tijdens de grote verdrukking zullen zij als Gods getuigen de Stem van God zijn op aarde. Dit is de algemene functieomschrijving van de roeping van een profeet zoals we dat in het eerste Testament met vele profetenroepingen al konden lezen. Laten we een soortgelijke roeping van de profeet Ezechiël eens bekijken. Ezechiël betekent sterk is God. De periode waarin hij leefde was omstreeks voor Christus. Ezechiël 2:7-9 Maar u moet Mijn woorden tot hen spreken, of zij luisteren of dat nalaten, want zij zijn opstandig! Maar u, mensenkind, luister naar wat Ik tot u spreek. Wees niet opstandig, zoals dit opstandige huis. Doe uw mond open en eet wat Ik u geef. Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol. 2

3 Ezechiël 3:1 Daarna zei Hij tegen mij: Mensenkind, eet wat u aantreft. Eet deze rol op, ga, spreek tot het huis van Israël. Het proces of het werk (profeteren) van de profeet is het eten van Gods Woord om het vervolgens door te geven. In bovenstaand voorbeeld komt het profeteren van Ezechiël neer op het waarschuwen van Gods volk. Vandaar dat Ezechiël als waarschuwende profeet zijn bediening nog eens bevestigd kreeg met de functie van wachter. Wie zich geroepen voelt door God om in de bediening van wachter te functioneren heeft een speciale profetenbediening om in het bijzonder het volk van God te waarschuwen wanneer er onraad nadert. De bediening van Ezechiël als wachter was het volk te waarschuwen tegen valse profeten (die het volk misleiden) en te waarschuwen voor de op handen zijnde val van Jeruzalem. Ezechiël 3:17 Mensenkind, Ik heb u aangesteld tot wachter over het huis van Israël. Wanneer u uit Mijn mond een woord hoort, moet u hen namens Mij waarschuwen. Ook als het laatste oordeel begint, de toorn van God, dat na de grote verdrukking komt, zal Hij altijd eerst Zijn volk waarschuwen door een dienstknecht te sturen, vaak in de bediening van een profeet. We zien dit bij de verwoesting van Sodom en Gomorra door een Engel en de bemiddelingspoging van Abraham (Genesis 18-19) en niet te vergeten bij de zondvloed over de aarde door Noach (Genesis 7). Ook de stad Ninevé (het huidige Mosoel) stond op het lijstje om vernietigd te worden. Gelukkig werden de (inwoners) van de stad gespaard omdat de profeet Jona uiteindelijk de boodschap toch doorgaf waardoor de mensen zich bekeerden van hun zonde. Het kenmerk waarom een profeet opgedragen wordt om te waarschuwen is dus vanwege de zonde van het volk. Het volk van God was afgedwaald en zelfs afkerig geworden. In net zo n grote afval leven we vandaag ook. Het is goed mogelijk dat de bazuinen (waarschuwingen) van Jesjoea binnenkort zullen klinken. Opmerking: Laten wij er een gebedspunt van maken om voor je familieleden en afgedwaalde broeders en zusters te bidden zodat zij zich (opnieuw) zullen gaan bekeren tot de levende God. De roeping van de om van Gods Woord te getuigen is de laatste verkondiging van het Evangelie van Gods Koninkrijk en dan is het einde gekomen. Hoe GROOT is Gods genade voor de mensen dat Hij alles in werking stelt om de mens te redden! Voordat het laatste oordeel valt geeft Hij nog een laatste kans om deel te krijgen aan Zijn Verbondsvolk in het Lichaam van de Messias Jesjoea. En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen (Mattheüs 24:14). De periode van evangelieverkondiging zal beëindigd zijn en wordt opgevolgd door de toorn Gods. De boodschap van de Openbaring 10:7 Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft. Dit vers geeft het einde aan van de 1260 dagen, door het horen van de zevende bazuin (= zevende en laatste waarschuwing van Jesjoea). Dan zal ook Het geheimenis van God volbracht worden. Met andere woorden: de Boodschap Het geheimenis van God dat bij de eerste bazuin begon is bij het klinken van de zevende bazuin over en voorbij. Bekeren is dan vrijwel niet meer mogelijk, zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Romeinen 10:17). Met de woorden volbracht worden wordt aangegeven dat bij het horen van de laatste en zevende bazuin, de bediening van de dienstknechten, dat wil zeggen de verkondiging van Het 3

4 geheimenis van God na 1260 dagen stopt. Wat Het geheimenis van God is kunnen we lezen in Kolossenzen 1:27 en heeft betrekking op de verlossende boodschap van verzoening met God door Zijn eniggeboren Zoon, Messias Jesjoea. en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus (Ef.3:9), Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente (Ef.5:32). Namelijk het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen (Kol1:26). Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid (Kolossenzen 1:27). Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid is het enige evangelie dat telt. Of weet u niet van uzelf dat de Messias Jesjoea in u is? (2 Korinthe13:5b). opdat de Naam van onze Heere Jezus Christus in u verheerlijkt wordt, en u in Hem, overeenkomstig de genade van onze God en van de Heere Jezus Christus (2 Thessalonicenzen 1:12). Elke boodschap die anders is dan deze verlossende boodschap van Christus is een misleidende boodschap. Paulus zegt het misschien wat cru, maar ik kan hem geen ongelijk geven als hij zijn betoog telkens herhaald. Zoals wij al eerder gezegd hebben, zo zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt (Galaten1:8,9). Vandaag de dag hoor je vele andere mooiklinkende evangeliën waardoor men zogenaamd gered kan worden. Wie door degelijke leringen misleidt wordt loopt het gevaar een toekomstig leven in het Koninkrijk van God mis te lopen. Vergeet niet dat de vloek, door Paulus verwoordt, gewoon door werkt. Er is geen verandering in het Verlossingsplan van de Vader, nu niet en nooit niet. Het is de laatste kans om je te verzoenen met God en gered te worden. Dat geldt voor zowel de Jood, Griek of elke persoon uit elk volk, menigte, natie of taal. Als we stilstaan bij de periode van de grote verdrukking, dan herkennen we de volgende tekst: En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben (Openbaring12:17). Zie ook Openbaring 14:12 en Openbaring 19:2. Wie het getuigenis van Messias Jesjoea heeft, heeft ook de hoop op de heerlijkheid en is geroepen om een getuige hiervan te zijn. Het wordt steeds duidelijker welke boodschap de , de profeten zullen gaan verkondigen. Johannes bevestigt dit met de woorden; Ik ben een mededienstknecht [profeet] van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie (Openbaring19:10). Alle dienstknechten c.q. profeten ontvangen de geest van de profetie. Inclusief Johannes die het boek Openbaring opschreef. Je zult misschien zeggen: Ja, maar hij was toch degene die het visioen van Openbaring kreeg en kan dus geen deel uitmaken van de komende grote verdrukking? Maar Johannes maakte in zijn eigen bedieningstijd wel deel uit van de geest van profetie, zoals Paulus dat ook deed. En dat geldt voor alle dienstknechten in het eerste en tweede Testament. Johannes zal geen deelhebben aan de komende grote verdrukking, hij heeft echter zijn eigen (grote) verdrukking gekend. Maar Johannes vertelt ons wel hoe de dienstknechten aan hun profetische boodschap zullen komen. Bedenk dus bij het lezen van Openbaring dat Johannes zichzelf in zijn eigen visioen ziet en daarom zichzelf als één van de dienstknechten rekent! 4

5 De Woorden van God Het ontvangen van de geest van de profetie, ofwel het getuigenis van Jesjoea, de boodschap van de Messias onder u, de hoop op de heerlijkheid, ofwel Het geheimenis van God kunnen we lezen in Openbaring 10. Zoals ik al zei, maakt Johannes nu (ook) deel uit van de , de dienstknechten van God die voor een periode van twaalfhonderdzestig dagen zullen gaan profeteren. Openbaring 10:1,2 En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur. En Hij had in Zijn hand een boekje dat geopend was. Deze persoon is niemand anders dan Jesjoea Zelf die met een luide stem zal roepen. De boodschap van het Evangelie zal nog één keer wereldwijd verkondigd worden met zo n grote Geesteskracht als nooit tevoren. Je kunt het vergelijken met de vroege regen die op de dag van Shavuot (Pinksteren) naar beneden kwam, waarbij 3000 Joden tot geloof in Jesjoea kwamen en toegevoegd werden aan de gemeente (Handelingen 2:41). Hetzelfde zal zich weer herhalen, maar dan zullen de dienstknechten, de profeten de macht en autoriteit van God ontvangen om de verkondiging van het Woord ook te stoppen, als de Geest hen dat ingeeft. Zij hebben macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen zal vallen in de dagen dat zij profeteren (Openbaring 11:6). Gods zegen zal niet automatisch op iedereen vallen omdat velen het Woord van God zullen verwerpen en zullen kiezen voor het beeld van het beest (Openbaring 13:15; 14:9,11). Handelingen 2:16-17 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. Onder dezelfde conditie als bij de vroege regen in Handelingen 2, zal de eindboodschap verkondigd worden. Opmerking; alle vlees is niet de gehele mensheid zoals velen denken. Lees Joël 2 in context, met alle vlees wordt verwezen naar de zonen en dochteren van Gods verbondsvolk. De HEERE antwoordde en zei tegen Zijn volk (Joël 2:19). Het is de volmaakte boodschap die uitsluitend en alleen via Messias Jesjoea verkregen kan worden. Het is immers Zijn getuigenis. Want Hij is de leraar tot gerechtigheid. Hij zal het u geven en regen op u doen neerdalen, de vroege regen en de late regen (Joël 2:23). Openbaring 10:9 En ik ging naar de Engel [Jesjoea] toe en zei tegen Hem: Geef mij dat boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. Net als bij Ezechiël die een boekrol moest opeten die zoet in de mond smaakte maar bitter in de buik was. Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, ga, begeef u naar het huis van Israël en spreek tot hen met Mijn woorden (Ezechiël 3:4). De profetenopdracht is spreek Mijn Woorden. Zo zal het ook gaan met de dienstknechten de profeten. Openbaring10:10 En ik nam het boekje uit de hand van de Engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter. Johannes die in zijn eigen visioen als één van , voor de tweede keer de zending in moest, is een voorbeeld en voorafschaduwing voor- en van de toekomstige 5

6 dienstknechten. Het is duidelijk dat Johannes niet als individu in zijn eentje naar de vele volken, naties, talen en koningen in deze wereld is gegaan. Maar de , de schare die niemand tellen kan, de dienstknechten, de profeten, zullen dat wel doen. Zoals staat geschreven in Openbaring 10:7: zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft. Dat is meervoud! Wat een geweldige uitdaging ligt er klaar voor de dienstknechten, de profeten. U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen (Openbaring 10:11). De eerste keer dat Jesjoea dit zei was tegen Zijn volgelingen waar ook Johannes deel van uitmaakte. Handelingen 1: 8: maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.. Merk op dat Jesjoea zegt: U moet opnieuw profeteren Opnieuw waarschuwen Opnieuw Evangeliseren Opnieuw getuigen tot aan het uiterste van de aarde en dan is het einde gekomen. Zo zal het in de laatste dagen voor Zijn komst ook zijn. Wat er geweest is, dat zal er weer zijn. Wat er plaatsvindt, dat zal weer plaatsvinden. Er is niets nieuws onder de zon (Pred.1:9). Joël 2:1 Blaas de bazuin in Sion, sla alarm [waarschuwing] op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt [toorn van het Lam], ja, is nabij! Joël 2:28-32 Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees [dienstknechten van de Heer]: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen [begin van de grote verdrukking]. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed [zesde zegel], voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende. Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem [ ] zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn [verzegeld zijn], die de HEERE roepen zal. De , de schare die niemand tellen kan, zal bestaan uit een machtig leger van dienaren en dienaressen. Shalom, Winand F. Breuer 6