Kegelsneden. 1 Kegelsnede. John Val. 26th March 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kegelsneden. 1 Kegelsnede. John Val. 26th March 2014"

Transcriptie

1 Kegelsneden John Val 6th March 04 Kegelsnede Een kegelsnede is de doorsnede van een kegel en een vlak. In deze tekst zal worden aangetoond dat de doorsnede een punt, een lijn, een lijnenpaar, een cirkel, een parabool, een ellips of een hyperbool kan zijn. Een kegel is een driedimensionaal object dat we overal in een driedimensionale ruimte kunnen plaatsen. Het object kan als volgt gevormd worden: Kies een lijn (de as en een punt O op die lijn. Een tweede lijn snijdt de as in het punt O, Deze lijn wordt vervolgens geroteerd om de as. Om eenvoudig wiskundig inzicht in een kegel te krijgen kiezen we een coördinaten systeem zodanig dat de oorsprong O het midden van de kegel is en kiezen we de richting van de z-as gelijk aan de as van de kegel. De tweede lijn maakt een hoek α met de as. Figuur : fig:kegelsneden Een kegelsnede kan vervolgens worden weergegeven als een vergelijking in een twee dimensionaal coördinaten stelsel van het snijvlak (een twee dimensionale ruimte van de vorm: k : ax + hxy + by + gx + fy + c 0 (

2 h ab en er geldt niet ( g f Tabel : Criteria vorm kegelsnede a b fg hc: De vergelijking is een parabool h < ab: De vergelijking is een ellips h > ab: De vergelijking is een hyperbool a b en h 0 en c f +g a 0: De vergelijking is een cirkel a + b 0: De vergelijking is een rechthoekige hyperbool b f 0: De kegelsnede is ontaard in twee snijdende rechten Vergelijking ( is een kwadratische vergelijking in twee variabelen x en y. De parameters in de vergelijking bepalen de vorm van de kegelsnede. In tabel is weergegeven welke combinatie een bepaalde kegelsnede levert. In het vervolg van deze tekst worden deze criteria afgeleid. Vervolgens kijken we naar doorsneden van kegelsneden met lijnen en bepalen we raaklijnen aan kegelsneden. Als laatste staan we stil bij de bewijzen dat de doorsneden van een kegel met een vlak ook werkelijk ellipsen, hyperbolen en parabolen zijn.. Cirkel In deze sectie concentreren we ons op de cirkel. Een cirkel C: is gedefiniëerd als de verzameling punten X (x, y die een gelijke afstand (r hebben tot een middelpunt M (x M, y M. Deze afstand r wordt de straal van de cirkel genoemd. C : d(x, M r ( Deze vergelijking is te schrijven als de lengte van de vector van M naar X C : XM r (3 ofwel C :< X M, X M > r. (4 Het uitwerken van dit inproduct levert C : (x x M + (y y M r (5 Herleiden geeft C : x + y x x M y y M + x M + y M r 0 (6

3 Deze vergelijking kunnen we zonder de cirkel te veranderen met een constante vermenigvuldigen b.v. u. Dit levert: c : ux + uy ux x M uy y M + ux M + uy M ur 0 (7 Vergelijken we deze laatste vorm met de algemene kwadratische vergelijking (. Dan is a b u, h 0, g ux M, f uy M en c ux M + uy M ur. Merk op dat altijd geldt: a b. Dit is dus het criterium voor de cirkel in de lijst van criteria ( aangevuld met de conditie c f +g 0. a Opdracht: Verklaar deze conditie. Voorbeeld: Opdracht: Bepaal algebraïsch het middelpunt en de straal van de cirkel c : x + y 8x + 4y 0 :Oplossing: Deel vergelijking door : c : x + y 4x + y 0 Splits kwadraten af: c : (x + (y Herschrijf: c : (x + (y + 6 Dus: r 4 en M (, Opgaven: Maak gebruik van geogebra om je antwoorden te controleren.. Stel een vergelijking op voor de cirkel met middelpunt M (3, 4 en straal r.. Stel een vergelijking op voor de cirkel met middelpunt M (, 4 die door het punt A (3, 3 gaat. 3. Bepaal algebraïsch van de onderstaande vergelijkingen of het een cirkelvergelijking is en bepaal indien mogelijk algebraïsch het middelpunt en de straal. (a P : 3x + 3y 4x + 6y (b Q : x + 4y 3x 6y 3 0 (c R : x + y 3x 4y 0 (d S : 3x + 3y x + y Voor welke waarde(n van f is de volgende kegelsnede een cirkel met straal? C : x + y 4x + fy Voor welke waarde(n van a en c is de volgende kegelsnede een punt en welk punt is dat? C : ax + y 4x + 8y + c 0 6. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. 3

4 . Parabool Een parabool P is gedefiniëerd als de verzameling punten X (x, y die een gelijke afstand hebben tot een lijn l :< X, n l > w genaamd de richtlijn en een punt F (s, t die we het brandpunt of de ( focus noemen. ( constructie parabool De lijn is hier gegeven in inproduct notatie waarin x u X en n y l de normaalvector van de lijn l zijn. De definitie leidt tot de volgende v vergelijking: P : d(x, F d(x, l (8 Deze vergelijking is te schrijven als de lengte van de vector van F naar X en de afstand van een punt tot een lijn. P : XF < X, n l > w n l (9 ofwel P : (x s + (y t (ux + vy w u + v (0 Opgaven: 7. Herleid deze vergelijking tot P : v x uvxy + u y + (uw s(u + v x + (vw t(u + v y + (s + t (u + v w 0 Vergelijken we deze laatste vorm met de algemene kwadratische vergelijking (. Dan is a v b u h uv g uw s(u + v (4 f vw t(u + v (5 c (s + t (u + v w (s + t (a + b w (6 Merk op dat h (uv ab een van de criteria voor een parabool in de lijst van criteria (. Dit is echter niet een voldoende voorwaarde zoals we later zullen zien. ( ( (3 Opgaven: 8. Opdracht: Leg uit waarom deze vergelijking geen cirkel kan zijn en waarom een cirkel geen parabool kan zijn? 4

5 ( 9. Gegeven is het brandpunt M 0 van de bijbehorende parabool. en de richtlijn l : x + y. Stel een vergelijking op 0. Geef de vergelijking voor de parabool met richtlijn l : x + y 4 en focus F (3, 3. Geef de vergelijking voor de parabool met richtlijn l : x p en focus F ( p, 0. De vergelijking die je hier vindt noemen we de standaard vorm voor een parabool.. Als F op l ligt dan is kegelsnede een lijn door F loodrecht op l. Je zult dit nu aantonen. (a Laat zien dat w su + tv als F op l ligt. (b Gebruik w su + tv om formule (0 te herschrijven tot P : (x s + (y t (c Herschrijf vergelijking (7 tot (u(x s + v(y t u + v (7 P : v (x s + u (y t uv(x s(y t 0 (8 (d Vergelijking (8 is gelijk aan P : (v(x s u(y t 0 (9 Laat dit zien. (e Los vergelijking (9 op en laat zien dat F op deze lijn ligt en dat de normaalvector van deze lijn loodrecht op die van l staat. ( g f (f Opdracht: Werk de haakjes weg in vergelijking (8 en laat zien dat er dan geldt fg hc. a b (g Opdracht: Onderzoek met behulp van de applet Open kegelsnede de kegelsnede v x ( uvxy + u y g vkx + uky + c 0 de waarde van c en laat zien dat f a teken b fg is teken h een voldoende voorwaarde is om geen parabool te zijn. Het terugvinden van de richtlijn en de focus van een parabool bij een gegeven formule is een stuk lastiger dan het terugvinden van de straal en ( het middelpunt ( bij de cirkel. Een( makkelijke ( start is u b u het terugvinden van de normaal vector n l b als h < 0 of n v a l v a als h > 0. Dit volgt uit de formules, en 3. Zijn a en b kleiner dan 0 vermenigvuldig dan eerste de vergelijking met -. Opgaven: 3. (a Leid met behulp van formule 4 af dat: s wu g a + b en met behulp van formule 5 af dat: t wv f a + b (0 ( 5

6 (b Gebruik formules 6,0 en om c uit te drukken in w: (c Herleid tot gu + fv c w + f + g a + b a + b w (f + g c(a + b gu + fv (d Overtuig jezelf dat je nu de richtlijn en de focus kan bepalen. ( (3 4. Vind de richtlijn en de focus voor de volgende parabolen: (a P : x xy + y x y (b Q : x 4xy + 4y 4x y (c R : y x (d S : x + xy + y 4x + y Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen..3 Ellips Figuur : Ellips met assen D B M F A F C r A Open opgavebewijsellips.ggb Een ellips e: is gedefiniëerd als de verzameling punten X (x, y die een gelijke afstand hebben tot een cirkel c met middelpunt F (u, v en straal r en een punt F (s, t binnen de cirkel. (Zie figuur en constructie ellips e : d(x, F d(x, c (4 De punten F en F noemt men de brandpunten van de ellips. De afstand van X tot een punt A op de cirkel c is de kortste weg tot de cirkel en X ligt daarom op de straal F A. De afstand d(x, c is dan gelijk aan: d(x, c d(a, X d(a, F d(f, X r d(f, X. (5 6

7 Substitutie van (5 in (4 geeft: e : d(x, F r d(f, X (6 Herleiden geeft: e : d(x, F + d(f, X r (7 ofwel e : (x u + (y v + (x s + (y t r (8 Definieer A (x u + (y v x ux + u + y vy + v (9 en B (x s + (y t x sx + s + y ty + t (30 dan kunnen we schrijven: e : A + B r (3 Kwadrateren levert: Nogmaals kwadrateren levert: e : A + A B + B r e : A B r (A + B 4A B r 4 (A + Br + A + A B + B (3 e : 0 r 4 (A + Br + A A B + B e : 0 r 4 (A + Br + (A B e : 0 r 4 (x + y (u + sx (v + ty + u + s + v + t r +((s ux + (t vy + u s + v t (33 e : 0 4((s u r x +8(s u(t vxy +4((t v r y +4((u + sr + (s u(u s + v t x +4((v + tr + (t v(u s + v t y +r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t (34 7

8 Vergelijken we deze laatste vorm met de algemene kwadratische vergelijking ( dan is: a 4((s u r (35 b 4((t v r (36 h 4(s u(t v (37 g ((u + sr + (s u(u s + v t (38 f ((v + tr + (t v(u s + v t (39 c r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t (40 Opgaven: 6. Toon met een berekening aan dat het criterium voor een ellips: h < ab waar is. 7. Gegeven zijn de cirkel C met straal 4 en middelpunt F (0, 0 en het punt F (3, 0 binnen de cirkel. Bepaal de vergelijking van de ellips die door c en F wordt vastgelegd. 8. Zie figuur Gegeven zijn de cirkel c met middelpunt F en straal r en het punt F binnen de cirkel die de ellips e vastleggen. De lijn door de brandpunten noemt men de lange as van de ellips e en de middelloodlijn van lijnstuk F F de korte as. Noemen we de snijpunten van de lange as met ellips A en B en de snijpunten van de korte as met ellips C en D bewijs dan dat ( ( ( d(a, B (d(f, C d(f, F d(c, D + (4 9. Zie figuur 3. Gegeven zijn F ( γ, 0 en het punt F (γ, 0 en de cirkel c met middelpunt F en straal r > γ. laat met een afleiding zien dat de vergelijking voor de ellips e, die door F en F wordt vastgelegd, is te schrijven als: e : x α + y β (4 waarin α de halve lengte van de lange as is en β de halve lengte van de korte as. Hint: gebruik de vorige opgave voor het vinden van de relatie α β + γ ofwel γ α β tussen α, β en γ. 0. Vergelijking 4 noemen we de standaard vorm voor een ellips. Bepaal de standaard vorm voor de ellips waarvan de korte as de lengte 3 heeft en die door het punt (, gaat.. De ellips e : x 6 + y 9 wordt 3 plaatsen in positieve richting langs de x-as verschoven en plaatsen in negatieve richting langs de y-as. (translatie t(3,-. Geef de vergelijking van de nieuwe ellips en bepaal de brandpunten van deze nieuwe ellips. 8

9 . Onderzoek het verschil tussen de ellipsen en e : x 6 + y 9 e : x 9 + y 6 Kun je een uitspraak doen over de coördinaten van de brandpunten op basis van de waarden α en β in de standaard vorm van de ellips. 3. De ellips e : (x p p + y 9 gaat door het punt (, 3 3. Bepaal exact de waarde(n van p. 4. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. Figuur 3: applets a 0.5 A(-α,0 α γ F (-γ,0 D(0,β β F (γ,0 B(α,0 A( α, 0 B(α, 0 M F ( γ, 0 F (γ, 0 α β P C(0,-β Open ellipsrondo.ggb Open hyperboolrondo.ggb.4 Hyperbool Een hyperbool h: is gedefiniëerd als de verzameling punten X (x, y die een gelijke afstand hebben tot een cirkel c met middelpunt F (u, v en straal r en een punt F (s, t buiten de cirkel. ( constructie hyperbool h : d(x, F d(x, c (43 De punten F en F noemt men de brandpunten van de hyperbool. De lijn door F en F is een symmetrieas van de hyperbool evenals de middelloodlijn van lijnstuk F F. De snijpunten A en B van de symmetrie as door F en F met de hyperbool noemt men de toppen van de hyperbool. Het snijpunt van de symmetrieassen ofwel midden van lijnstuk F F noemt men het middelpunt van de hyperbool. 9

10 Figuur 4: hyperbool met assen as c B M A F as F r A Open hyperboolmetassen.ggb We leiden weer een vergelijking af. De afstand van X tot een punt A op de cirkel c is de kortste weg tot de cirkel en X ligt daarom op de lijn F A. De afstand d(x, c is dan gelijk aan: d(x, c d(a, X d(f, X d(a, F d(f, X r. (44 Substitutie van (44 in (43 geeft: h : d(x, F d(f, X r (45 Herleiden geeft: h : d(x, F d(f, X r (46 ofwel h : (x u + (y v (x s + (y t r (47 Definieer weer A (x u + (y v x ux + u + y vy + v (48 en B (x s + (y t x sx + s + y ty + t (49 dan kunnen we schrijven: h : A B r (50 0

11 Kwadrateren levert: Nogmaals kwadrateren levert: h : A A B + B r h : A B (A + B r h : 4A B r 4 (A + Br + A + A B + B Deze vergelijking is precies dezelfde als vergelijking (3 gevonden bij de ellips zodat h : 0 4((s u r x +8(s u(t vxy +4((t v r y +4((u + sr + (s u(u s + v t x +4((v + tr + (t v(u s + v t y +r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t (5 Vergelijken we deze laatste vorm met de algemene kwadratische vergelijking ( dan is: a 4((s u r (5 b 4((t v r (53 h 4(s u(t v (54 g ((u + sr + (s u(u s + v t (55 f ((v + tr + (t v(u s + v t (56 c r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t (57 Opgaven: 5. Toon met een berekening aan dat het criterium voor een hyperbool: h > ab waar is. 6. Zie figuur 3. Gegeven zijn F ( γ, 0 en het punt F (γ, 0 en de cirkel c met middelpunt F en straal r < γ. laat met een afleiding zien dat de vergelijking voor de hyperbool h, die door F en F wordt vastgelegd, is te schrijven als: h : x α y β (58 waarin α de afstand van M tot A in figuur (4 of wel kortste afstand tussen de twee takken van de hyperbool. Verder is γ α + β. 7. Bovenstaande vorm noemen we de standaard vorm voor een hyperbool. Gegeven is de hyperbool in standaard vorm. h : x 9 y 8 Deze hyperbool ondergaat de translatie t(, 3. Geef de nieuwe vergelijking van de hyperbool. Geef ook vergelijkingen voor de assen van de hyperbool en bepaal de coördinaten van de toppen en de brandpunten.

12 8. Gegeven is de hyperbool in standaard vorm. h : x 4 y 9 Deze hyperbool ondergaat een rotatie ( over een hoek θ radialen tegen de richting van de klok. Een willekeurige vector X x wordt dus vermenigvuldigt met de matrix R ( y cos(θ sin(θ zodat sin(θ cos(θ X R X ( x cos(θ y sin(θ x sin(θ + y cos(θ en X R X ( x cos(θ + y sin(θ x sin(θ + y cos(θ (a Welke van de twee vormen moet worden ingevuld in de vergelijking van de hyperbool en waarom? (Tip:Vergelijk met het proces met het proces van translatie. Onderzoek je antwoord met geogebra Open rotatiekegelsnede.ggb (b Neem θ π Geef de nieuwe vergelijking van de hyperbool. Geef ook vergelijkingen voor 3 de assen van de hyperbool en bepaal de coördinaten van de toppen en de brandpunten. (c Na een rotatie over een hoek van θ π volgt nog een translatie (-,. Geef de nieuwe 4 vergelijking van de hyperbool. Geef ook vergelijkingen voor de assen van de hyperbool en bepaal de coördinaten van de toppen en de brandpunten. 9. Onderzoek het verschil tussen de hyperbolen en h : x 6 y 9 h : x 9 y 6 h : x 9 + y 6 Kun je een uitspraak doen over de coördinaten van de brandpunten op basis van de waarden α en β in de standaard vorm van de hyperbool. 30. De hyperbool h : x p y p gaat door het punt ( 3, Bepaal de waarde(n van p.

13 3. De conditie voor een hyperbool in vergelijking ( is h > ab, die voor een ellips h < ab en voor een parabool h ab. Als F op de cirkel komt te liggen is er dan sprake van een parabool? (a Laat zien dat, als geldt als d(f, F r, de parameters a, b, g en f (5,53,55 en 56 gelijk zijn aan a 4(t v b 4(s u g ((u + s((s u + (t v + (s u(u s + v t f ((v + t((s u + (t v + (t v(u s + v t (b Laat zien dat a b ( g f. (c Wat is de kegelsnede als F op de cirkel ligt? (d Hoe ziet de vergelijking van de ellips (34 eruit als F F. Is de kegelsnede dan een cirkel? 3. De hyperbool h : 6 x 9 y x 3 y + 0 is een translatie t(p, q van een standaard hyperbool. Bepaal p en q. 33. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen..5 Inverse probleem hyperbool en ellips Bij algemene formule voor de cirkel en parabool zijn er methoden gepresenteerd om het middelpunt en de straal en de richtlijn en het brandpunt terug te vinden. In deze sectie worden methoden gepresenteerd voor de hyperbool en de ellips. Hoewel de parameterdefinities in (35-40 en (5-57 in principe omgekeerd kunnen worden om de brandpunten en de straal terug te vinden, zijn de startpunten van de zoektocht de standaard vergelijkingen: h : x y met γ β + α voor de hyperbool en α β e : x + y met α β + γ voor de ellips. De brandpunten voor de hyperbool en de ellips zijn α β F ( γ, 0 en F (γ, 0. Bovendien is r gelijk aan α. In opgave (8 heb je aangetoond dat, als een punt wordt geroteerd over een hoek θ tegen de richting van de klok en daarna de translatie t(p, q ondergaat, de term x en y in de standaard vorm moeten worden vervangen door respectievelijk en (x p cos(θ + (y q sin(θ (59 (x p sin(θ + (y q cos(θ (60 3

14 Op basis van deze substituties worden de parameters a, h, b, g, f en c uitgedrukt in α, β, p, q en θ. Vervolgens wordt de terugweg afgeleid als de kegelsnede wordt gegeven in de algemene vorm (. Substitutie van (59 en (60 in de standaard vorm voor de hyperbool geeft: h : ((x p cos(θ + (y q sin(θ α ( (x p sin(θ + (y q cos(θ β h : β ((x p cos(θ + (y q sin(θ α ( (x p sin(θ + (y q cos(θ α β h : β ((x p cos (θ + (x p(y q cos(θ sin(θ + (y q sin (θ α ((x p sin (θ (x p(y q cos(θ sin(θ + (y q cos (θ α β In bovenstaande vergelijking sorteren we nu de termen met x, xy, y, x, y en de constante. h : (β cos (θ α sin (θx +(β + α cos(θ sin(θxy +(β sin (θ α cos (θy +( pβ cos (θ qβ cos(θ sin(θ + pα sin (θ qα cos(θ sin(θx +( qβ sin (θ pβ cos(θ sin(θ + qα cos (θ pα cos(θ sin(θy +(β cos (θ α sin (θp +(β + α cos(θ sin(θpq +(β sin (θ α cos (θq α β (6 Waar uit volgt: a β cos (θ α sin (θ (6 h (β + α cos(θ sin(θ γ cos(θ sin(θ (63 b β sin (θ α cos (θ (64 g ( pβ cos (θ qβ cos(θ sin(θ + pα sin (θ qα cos(θ sin(θ (65 f ( qβ sin (θ pβ cos(θ sin(θ + qα cos (θ pα cos(θ sin(θy (66 c (β cos (θ α sin (θp +(β + α cos(θ sin(θpq +(β sin (θ α cos (θq α β (67 Nu de weg terug: Vergelijkingen ( 6,63 en 64 zijn bij gegeven a, h en b drie vergelijkingen met drie onbekenden. Bekijk eerst het stelsel { a β cos (θ α sin (θ b β sin (θ α cos (θ 4

15 Ofwel in matrix notatie ( ( a cos (θ sin (θ b sin (θ cos (θ ( β α ( β α ( cos (θ sin ( (θ a sin (θ cos ( (θ b ( cos (θ sin (θ a cos 4 (θ+sin 4 (θ ( sin (θ cos (θ ( b cos (θ sin (θ a sin (θ cos (θ b cos (θ sin (θ ( β α ( a cos (θ b sin (θ cos (θ sin (θ a sin (θ b cos (θ cos (θ sin (θ (68 Merk op dat de inverse alleen bestaat als cos (θ sin (θ 0. Is dit wel het geval dan volgt uit (6 en (64 dat a b. We komen later op deze situatie terug. Invullen van de waarden voor β en α in (63 levert: h ( a cos (θ b sin (θ + a sin (θ b cos (θ cos(θ sin(θ cos (θ sin (θ cos (θ sin (θ ( (a b(cos (θ+sin (θ cos(θ sin(θ ( cos (θ sin (θ (a b cos (θ sin (θ (a b sin(θ cos(θ cos(θ sin(θ (a b tan(θ θ tan h a b (69 Nu α, β en θ bekend zijn, blijft over het vinden van p en q uit (65 en 66. g ( pβ cos (θ qβ cos(θ sin(θ + pα sin (θ qα cos(θ sin(θ f ( qβ sin (θ pβ cos(θ sin(θ + qα cos (θ pα cos(θ sin(θ Ofwel in matrix notatie ( ( g ( β cos (θ + α sin (θ f ( ( β cos(θ sin(θ ( α cos(θ sin(θ a h p ( ( h b ( q g a h p f h b q ( ( ( p a h g q h b f ( ( b h g ab h h a f 5 ( β cos(θ sin(θ α cos(θ sin(θ (α cos (θ β sin (θ ( p q

16 ( p q ( hf bg ab h hg af ab h (70 Als cos (θ sin (θ 0 dan is θ π 4 +kπ met k een geheel getal. Uit (63 volgt dan dat γ h. Als h < 0 dan is θ 3π 4 en als h > 0 dan is θ π 4. Opdracht: Toon nu zelf met (6 aan dat α h a en β h + a.5. Effect c De bovenstaande methode werkt alleen als de waarde van c in de gegeven vergelijking gelijk is aan de waarde van c na herberekening van (67 (noem deze waarde van c c met de gevonden waarden voor p, q, α, β en θ. Is er een verschil dan moeten de gevonden waarden voor α en β worden vermenigvuldigd met c c α β, zodat: α α ( c c α β (7 β β ( c c α β (7 Deze correctie treedt op als de oorspronkelijke vergelijking van de hyperbool of ellips, voor rotatie en verplaatsing, van de vorm is geweest. β x ± α x α β x + verschil Mochten de nieuwe waarden α en β door de berekening negatief worden, dan verandert de teruggevonden hyperbool van as. Opgaven: 34. Opdracht: Doe de afleiding nogmaals voor de ellips en vind h γ cos(θ sin(θ (73 h γ cos(θ sin(θ ( β α ( a cos (θ b sin (θ cos (θ sin (θ b cos (θ a sin (θ cos (θ sin (θ (74 θ tan ( p q h a b ( hf bg ab h hg af ab h (75 (76 6

17 35. Gebruik het feit dat γ > 0 moet zijn om te voorspellen op basis van de waarde van h in welke kwadranten θ moet liggen. 36. Vind de brandpunten en de straal van de cirkel die de ellips e : 3x xy+3y +0x 4y+ 0 definiëren. 37. Vind de brandpunten en de straal van de cirkel die de hyperbool h : 7x 8xy + 7y + 38x 6y definiëren. 38. Bepaal het type van de volgende kegelsneden en bepaal eventuele brandpunten, richtlijnen en straal van de cirkel die de volgende kegelsneden definiëren: (a k : x 6x + y + y + 0 (b k : 3x + 6xy 5y x 0y (c k 3 : 4x + xy + 9y 8x + 88y (d k 4 : 4x + 4xy + y 0x 0y Meer opgaven zijn te vinden op Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. Raaklijn In dit hoofdstuk leer je vergelijkingen op te stellen van raaklijnen aan kegelsneden door een punt op de kegelsnede. We geven eerst een oplossing die voor iedere kegelsnede toepasbaar is. Daarna zal er in deelparagrafen worden gekeken naar snellere methoden of specifieke eigenschappen voor bepaalde kegelsneden.. De algemene aanpak Het probleem is het volgende: Gegeven is een punt A(x A, y A op de kegelsnede. Opdracht: Stel de vergelijking op van de raaklijn aan dit punt. Oplossing: De algemene vergelijking voor een raaklijn l is l : y ax + b. De richtingscoëfficient a is gelijk aan de afgeleide dy dx (x A, y A van de kegelsnede in het punt A. De afgeleide krijgen we door de vergelijking van k te differentiëren naar x. Herschrijven levert: dk dx : dy dy ax + hy + hxdy + by + g + f dx dx dx 0 dk dx : dy (hx + by + f (ax + hy + g dx dk dx : dy dx ax + hy + g hx + by + f 7 (77

18 Dus l : y ax A + hy A + g hx A + by A + f x + b (78 Omdat A ook op deze lijn ligt kunnen we b als volgt bepalen: y A ax A + hy A + g hx A + by A + f x A + b b y A + ax A + hy A + g hx A + by A + f x A (79 De vergelijking voor de raaklijn wordt dan: l : y ax A + hy A + g hx A + by A + f x + y A + ax A + hy A + g hx A + by A + f x A (80 Omdat de noemer in dy nul is bij verticale raaklijnen is een vergelijking van de raaklijn waarin noemer dx is nul niet meer voorkomt aantrekkelijker. Vermenigvuldig daartoe de vergelijking van de raaklijn met (hx A + by A + f. Je krijgt dan: l : (hx A + by A + fy (ax A + hy A + gx + (hx A + by A + fy A + (ax A + hy A + gx A (hx A + by A + fy + (ax A + hy A + gx ax A + hx A y A + by A + gx A + fy A (8 De rechterkant van vergelijking 8 kunnen we versimpelen door gebruik te maken van de definitie van de kegelsnede in : k : ax + hxy + by + gx + fy + c 0 k : ax + hxy + by + gx + fy gx fx c De uiteindelijke vergelijking voor de raaklijn wordt dan: (ax A + hy A + gx + (hx A + by A + fy gx A fy A c (8 voorbeelden. Gegeven is de parabool y 4x 0. Geef de raaklijn in het punt A(4, 4. We bieden twee oplossingen. De eerste is het naspelen van de boven geschetste afleiding: Differentiëren levert: y dy dx 4 0 8

19 dy dx 4 y dy dx (x A, y A y x + b 4 8 b 4 4 y x + De tweede oplossing is het invullen van de bewezen vergelijking (8. Gegeven is de ellips 4y x 8 (x 4 + (y 3 9 Geef de raaklijn in het punt A(, Differentieëren levert: Ofwel x 4 dy dx + y 3 9 dy dx 0. 9(x 4(y 3. Invullen van A(, geeft dy dx (, b b 3 3 y 3 3x Opgaven: Maak gebruik van geogebra om je antwoorden te controleren.. Stel een vergelijking op van de raaklijn in het punt A ( 3, 3 3 aan de hyperbool h : 4x 6 9 y 9 0. Gegeven is de hyperbool h : 5x 0xy + y 40x + 6y Stel vergelijkingen op voor de raaklijnen in de punten A en B op de hyperbool waarvoor de x-coördinaat gelijk is aan. 9

20 3. Gegeven is de parabool p : x + xy + y 8x 4y (a Stel een vergelijking op voor de raaklijn aan de parabool door het punt A waarvoor x A. (b Bepaal exact de minimale waarde voor x en de maximale waarde voor y. (c Een raaklijn y ax + b heeft richtingscoeëfficient a. Bepaal het raakpunt. 4. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen.. Raaklijn cirkel Gegeven is de cirkel c, die we weergeven in inproduct notatie: c :< X M, X M > r (83 Daarnaast is er de vector A die naar een punt A op de cirkel wijst. Voor de raaklijn l door A aan de cirkel geldt dat de richtingsvector loodrecht op de vector AM A M staat. Laat X een vector zijn naar een punt op de lijn ongelijk aan A, dan staat ook de vector A X loodrecht op A M. Het inproduct moet dan gelijk zijn aan nul ofwel: < A X, A M > 0 (84 Omdat A en M bekend zijn is dit al gelijk een vergelijking voor de raaklijn. Het kan echter nog eenvoudiger. Daartoe herleiden we vergelijking 84 als volgt: < A X, A M > 0 < A M + M X, A M > 0 < A M, A M > + < M X, A M > 0 (vergelijking 83 r + < M X, A M > 0 < X M, A M > r (85 Vergelijk je de vergelijking van de cirkel (83 met de vergelijking (85 dan krijg je dus een vergelijking voor de raaklijn door simpelweg een van de X-en in de vergelijking te vervangen door A. Opgaven: Maak gebruik van geogebra om je antwoorden te controleren. 5. Bepaal algebraïsch de vergelijking van de raaklijn aan de cirkel c met middelpunt M (, 9 en straal r door het punt A (, 0 6. Bepaal algebraïsch de vergelijkingen van de raaklijnen aan de cirkel c met middelpunt M (3, 4 en straal r 3 door de punten A en B waarvan de y-coördinaten gelijk zijn aan 5 0

21 7. Bepaal algebraïsch het snijpunt (de snijpunten van de raaklijnen aan de cirkel c met middelpunt M (, 5 en straal r r door ( de punten A en B die worden verkregen door de cirkel te snijden met de lijn l : p s + λ die een afstand r tot het middelpunt heeft. Hint: Maak eerst een plaatje en gebruik je goniometrische kennis. Kies s als het snijpunt van l en de loodlijn op l door M. 8. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen..3 Raaklijn hyperbool Behalve de twee symmetrieassen heeft een hyperbool nog een paar bijzondere lijnen de zogenaamde asymptoten. Het kenmerk van deze asymptoten is dat de hyperbool de lijnen benadert maar nooit x kan overschrijden. De standaardvorm van de hyperbool h : y wordt gebruikt om de α β asymptoten te vinden. 9. Opdracht: Toon aan dat x y 0. Opdracht: Beredeneer dat x lim y y lim x y y ±α β α + α β y. Opdracht: Toon aan dat dy β x dx α y. Opdracht: Beredeneer dat dy lim y dx lim dy y dx ±β α 3. Opdracht: Concludeer dat de asymptoten voor de standaard hyperbool gelijk zijn aan: βx + αy 0 βx αy 0 (86 4. Gegeven is de hyperbool h : x y. Bepaal voor deze hyperbool exact de toppen, de 3 brandpunten en de vergelijkingen voor de asymptoten. 5. De hyperbool h : 5x 3y 0x 6y 8 0 is ontstaan door een translatie t(p, q van een standaard hyperbool. Bepaal voor deze hyperbool exact de toppen, de brandpunten en de vergelijkingen voor de asymptoten. 6. Beschouw nogmaals de hyperbool uit opgave 37 van het vorige hoofdstuk. Bepaal ook de vergelijkingen voor de asymptoten 7. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen.

22 3 Poollijn Gegeven is een punt P (x p, y p buiten de kegelsnede en de raaklijnen door dit punt die raken in de punten A en B op de kegelsnede. (Zie voorbeelden in figuur 5. De lijn door A en B noemt men de poollijn van het punt ten opzichte van de kegelsnede. We gaan nu een algemene vergelijking voor de poollijn afleiden. Vergelijking 8 gaf ons een vergelijking van een raaklijn door een punt op de kegelsnede. Voor de punten A en B levert dit: (ax A + hy A + gx + (hx A + by A + fy gx A fy A c (ax B + hy B + gx + (hx B + by B + fy gx B fy B c Omdat P op beide raaklijnen ligt geldt: (ax A + hy A + gx P + (hx A + by A + fy P gx A fy A c (ax B + hy B + gx P + (hx B + by B + fy P gx B fy B c De punten A en B liggen op de poollijn. Ieder ander punt X(x, y op de poollijn kan nu verkregen woorden door in plaats van x A en y A respectievelijk x en y in te vullen. Dit geeft dan de volgende vergelijking voor de poollijn: (ax + hy + gx P + (hx + by + fy P gx fy c We gaan deze vergelijking nog herschrijven op zo n manier dat er slechts één term x en één term y voorkomt: (ax + hy + gx P + (hx + by + fy P gx fy c axx P + hyx P + gx P + hxy P + byy P + fy P gx fy c (ax P + hy P + gx + (hx P + by P + fy gx P fy P c De poollijn van een kegelsnede ten opzichte van een punt P buiten de kegelsnede wordt dus gegeven door de vergelijking: (ax P + hy P + gx + (hx P + by P + fy gx P fy P c (87 Opgaven:. Gegeven is de parabool ( p : x 4xy + 4y 5x 4y + 0. Bepaal de poollijn ten opzichte van het punt A. 4. Gegeven is de ellips e : x 4 + y 0 en het punt P (3, 3. (a Bepaal algebraïsch de poollijn ten opzichte van het punt P.

23 (b Bepaal algebraïsch de vergelijkingen van de raaklijnen door P aan de ellips. 3. Gegeven is de hyperbool h : x + y en het punt P (,. Bepaal algebraïsch de verglijkingen van de raaklijnen door P aan de ellips. 4. Maak in geogebra een parabool en laat de raaklijnen vanuit een punt A aan de parabool tekenen. Laat ook de hoek tussen deze twee raaklijnen door geogebra bepalen. Beweeg het punt over de richtlijn. Wat observeer je? Bewijs dat bij een parabool p de raaklijnen aan p vanuit een punt A op de richtlijn loodrecht op elkaar staan. 5. Gegeven zijn de cirkels c : x + y 0 en c x + y 6x 0y De poollijnen t.o.v. het punt P (x P, y P snijden elkaar in het punt S(,. Bepaal algebraïsch de coördinaten van P. Open opgcirccircpool.ggb 6. Gegeven zijn de hyperbool h : 7x 8xy + 7y + 6x + 6y 0 en de ellips e : 3x xy + 3y 6x 6y 9 0. Open opgelhyppool.ggb (a Toon algebraïsch aan dat de beide kegelsneden gelijke brandpunten hebben. (b Bereken algebraïsch de snijpunten van de kegelsneden. (c Stel vergelijkingen op voor de raaklijnen aan e in de snijpunten met de x-as. (d Bepaal de hoek tussen de poollijnen van e en h ten opzichte van het het snijpunt van de raaklijnen uit de vorige deelopgave. 7. Gegeven zijn de hyperbool h : 3x y 6x+6y 9 0 en de parabool p : x y 6x+6y 0. Open opgparhyppool.ggb (a Bepaal de brandpunten van de kegelsneden. (b Bepaal de vergelijkingen voor de asymptoten van h. (c De x-as snijdt de parabool in de punten K en L. De raaklijnen aan de parabool door K en L snijden elkaar in S. Slechts één van de punten K en L bepaalt een poollijn voor h. Noem dit punt K. De poollijn snijdt de hyperbool in de punten P en Q. Bepaal de oppervlakte van de vierhoek KSP Q. 8. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. 4 Bollen van Dandelin In het eerste hoofdstuk van deze tekst hebben we een bewering gedaan over de vorm van de doorsnede van een kegel en een vlak. Er is echter geen bewijs geleverd dat een dergelijke doorsnede werkelijk een ellips, een parabool of een hyperbool is. Op de website Bollen van Dandelin van Dick Klingens worden bewijzen gegeven. Opdracht: Bestudeer de bewijzen op de website en bereid een presentatie voor. 3

24 5 Literatuur. Bollen van Dandelin op pandd. Kegelsneden Herman Hofstede 4

25 6 Antwoorden 6. Antwoorden hoofdstuk :. Stel een vergelijking op voor de cirkel met middelpunt M (3, 4 en straal r. (x 3 + (y 4 4 x + y 6x 8y + 0. Stel een vergelijking op voor de cirkel met middelpunt M (, 4 die door het punt A (3, 3 gaat. (x + + (y 4 r Invullen A geeft: (5 + ( 6 r Vergelijking is dus x + y + 4x 8y Bepaal algebraïsch van de onderstaande vergelijkingen of het een cirkelvergelijking is en bepaal indien mogelijk algebraïsch het middelpunt en de straal. (a P : 3x + 3y 4x + 6y x + y 8x + y (x 4 + (y (x 4 + (y + 9 M (4, en r 3 (b Q : x + 4y 3x 6y dus geen cirkel (c R : x + y 3x 4y 0 (x 3 + (y (x 3 + (y 5 4 M ( 3, en r (d S : 3x + 3y x + y + 0 x + y x + y (x 3 + (y (x (y Wortel van negatief getal kan hier niet dus geen cirkel Voor welke waarde(n van f is de volgende kegelsnede een cirkel met straal? C : x + y 4x + fy + 0 C : x + y 4x + fy + 0 (x + (y + f 4 f + 0 (x + (y + f 4 + f f 9 f 3 f 3 5. Voor welke waarde(n van a en c is de volgende kegelsnede een punt en welk punt is dat? C : ax + y 4x + 8y + c 0 a x + y x + 4y + c 0 (x + (y c 0 c 0 5

26 6. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. 7. (x s + (y t (ux+vy w u +v x sx + s + y ty + t u x +v y +w +uvxy uwx uvx u +v (u + v x s(u + v x + (u + v y t(u + v y + (s + t (u + v u x + v y + w + uvxy uwx uvx 8. v x uvxy + u y + (vw s(u + v x + (uw t(u + v y + (s + t w 0 P : v x uvxy + u y + (uw s(u + v x + (vw t(u + v y + (s + t (u + v w 0 Als a b moet gelden is u v dan is echter h uv 0 en kan het geen cirkel zijn. Als h 0 moet gelden is u 0 v 0 dan is echter a b en kan het geen cirkel zijn. ( 9. Gegeven is het brandpunt M en de richtlijn l : x + y. Stel een vergelijking op 0 van de bijbehorende parabool. Invullen in vergelijking (0 geeft (x + y (x+y+ + 5(x + 5y 4x + y + 4xy + 8x + 4y + 4 x 4xy + 4y 8x 4y Geef de vergelijking voor de parabool met richtlijn l : x + y 4 en focus F (3, 3 Invullen in vergelijking (-6 geeft 4x 4xy + y + (uw s(u + v x + (vw t(u + v y + (s + t (u + v w 0. Geef de vergelijking voor de parabool met richtlijn l : x p en focus F ( p, 0. De vergelijking die je hier vindt noemen we de standaard vorm voor een parabool. y + ( p p( ( 4 p ( p y px 0. Als F op l ligt dan is kegelsnede een lijn door F loodrecht op l. Je zult dit nu aantonen. (a Als F op l moeten de coöordinaten van F voldoen aan de vergelijking van de lijn. De conditie hiervoor is dus w su + tv (b Gebruik w su + tv om formule (0 te herschrijven tot P : (x s + (y t (u(x s + v(y t u + v Substitutie van w geeft P : (x s + (y t (ux+vy (su+tv u +v P : (x s + (y t (u(x s+v(y t u +v (c Herschrijf vergelijking (7 tot P : ((x s + (y t (u + v (u(x s + v(y t P : ((x s + (y t (u + v u (x s + uv(x s(y t + v (y t P : ((x s +(y t u +((x s +(y t v u (x s uv(x s(y t v (y t P : v (x s + u (y t uv(x s(y t 0 6

27 (d Vergelijking (8 is gelijk aan P : (v(x s u(y t 0 Laat dit zien. Het kwadraat (a b a ab + b is hier van toepassing dus: P : v (x s + u (y t uv(x s(y t (v(x s u(y t 0 (e Los vergelijking (d op en laat zien dat F op deze lijn ligt en dat de normaalvector van deze lijn loodrecht op die van l staat. (v(x s u(y t 0 vx uy vs ut 0 Dit is een vergelijking voor een lijn die door het punt F (s, t gaat. De normaalvector ( v u van deze lijn staat loodrecht op die van l want < ( v u, ( u v > 0. ( g (f Opdracht: Werk de haakjes weg in vergelijking (c en laat zien dat er dan geldt f a fg hc. b v x v sx + v s + u y u ty + u t uv(xy xt ys + ts v x uvxy + u y (v s uvtx (u t uvsy + v s + u t uvts 0 v x uvxy + u y v(vs utx u(ut vsy + v s + u t uvts 0 { ab v ( u ( v(vs ut f g (g geen antwoord u(ut vs ( v v u u ( f g 3. (a Leid met behulp van formule 4 af dat: s wu g a + b g uw s(u + v g uw s(u + v s uw g (a+b af dat: t wv f a + b Doe het zelfde als hier boven voor s. (b Gebruik formules 6,0 en om c uit te drukken in w: gu + fw c w + f + g a + b a + b ( ( c wu g ( a+b + wv f (a + b w a+b c (wu g +(wv f w (a+b c (wu uwg+g +(wv vwf+f w (a+b c uwg+g vwf+f + w u +v (a+b (a+b w c w ug+fv + f +g (a+b (a+b en met behulp van formule 5 (c Herleid tot w (f + g c(a + b gu + fv 7

28 c w ug+fv + f +g (a+b (a+b w ug+fv f +g c (a+b (a+b w (f +g c(a+b ug+fv (d Overtuig jezelf dat je nu de richtlijn en de focus kan bepalen. Geen antwoord 4. Vind de richtlijn en de focus voor de volgende parabolen: (a P : x xy + y x y a v, uv, b u, g f, c 3 Richtlijn: u v u v We gaan hier verder met u v. Overtuig jezelf dat u v tot dezelfde lijn leidt. w (f +g c(a+b (( +( 3(+ 4 gu+fv + De richtlijn is dus x + y. Focus: s wu g a+b + t wv f a+b + Het brandpunt is dus het punt F (, (b Q : x 4xy + 4y 4x y a v, uv, b u 4, g 7, f, c 4 Richtlijn: u v u v We gaan hier verder met u v. w (f +g c(a+b (( +( 7 4(+4 30 gu+fv De richtlijn is dus x + y. Focus: s wu g 7 a+b +4 t wv f 0 a+b +4 Het brandpunt is dus het punt F (, 0 (c R : y x a v 0, uv 0, b u, g, f 0, c 3 Richtlijn: u u v 0 We gaan hier verder met u. w (f +g c(a+b 3( gu+fv De richtlijn is dus x. Focus: s wu g a+b t wv f a+b 0 0 Het brandpunt is dus het punt F (, 0 (d S : x + xy + y 4x + y 6 0 a v, uv, b v, g, f, c 6 Richtlijn: u v u v We gaan hier verder met u v. w (f +g c(a+b +4 6( 7 7 gu+fv De richtlijn is dus x y 7. 6 Focus: 8

29 s wu g a+b t wv f 7 6 a+b Het brandpunt is dus het punt F ( 5, 5. Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. Geen antwoord 6. Toon met een berekening aan dat het criterium voor een ellips: h < ab waar is. <? ab h (4(s u(t v? < (4((s u r (4((t v r 6(s u (t v? < 6((s u r ((t v r (s u (t v? < (s u (t v ((s u + (t v r + r 4 Omdat F zich binnen de cirkel bevindt is d(f F < r en dus ((s u +(t v < r. Daarom is ((s u + (t v r < r 4 en ((s u + (t v r + r 4 > 0 Het beweerde is dus waar. 7. Gegeven zijn de cirkel C met straal 4 en middelpunt F (0, 0 en het punt F (3, 0 binnen de cirkel. Bepaal de vergelijking van de ellips die door c en F wordt vastgelegd. a 4((s u r 4(( b 4((t v r 4(( h 4(s u(t v 4(3 0(0 0 0 g ((u + sr + (s u(u s + v t ( ( f ((v + tr + (t v(u s + v t ( c r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t (9 49 De ellips is 8x 64y + 84x Zie figuur Gegeven zijn de cirkel c met middelpunt F en straal r en het punt F binnen de cirkel die de ellips e vastleggen. De lijn door de brandpunten noemt men de lange as van de ellips e en de middelloodlijn van lijnstuk F F de korte as. Noemen we de snijpunten van de lange as met ellips A en B en de snijpunten van de korte as met ellips C en D bewijs dan dat ( ( ( d(a, B d(f, C d(f, F d(c, D + Bewijs: Eerst bewijzen we dat de lengte van de lange as AB gelijk is aan r. Een punt op de ellips wordt verkregen als het snijpunt van de straal naar een punt A op de cirkel en de middelloodlijn van F A. Als het punt A in het verlengde van F F het dichtst bij F ligt dan staat de middelloodlijn van F A loodrecht op die lijn en is B op F F het snijpunt. Nu geldt BF F A. Ligt A in het verlengde van F F het dichtst bij F dan is F A r BF. Ook nu staat de staat de middelloodlijn van F A loodrecht op F F en is AF r BF. De lengte van AB is nu gelijk aan AB AF + BF r BF + BF r. Verder is ook nog AF r AF BF Vervolgens bewijzen we dat F C r. Voor de raaklijn aan de ellips in C geldt dat de raaklijn evenwijdig moet zijn aan de lange as, ofwel de middelloodlijn van F A moet evenwijdig zijn aan de lange as. Het is dan eenvoudig te bewijzen dat F F A gelijkvormig (hh is met CC A, waarin C het midden is van F A en is dus F C F A r. 9

30 Nu moeten we laten zien dat CM loodrecht staat op AB. Omdat de middelloodlijn van F A evenwijdig is met AB staat F A loodrecht op AB. De lijn door C evenwijdig aan F A is de middenparallel van driehoek F F A die dus ook AB loodrecht snijdt en wel in het midden van F F en ook van AB. Zo is F MC een rechthoekige driehoek en geldt dus de stelling van Pythagoras. Als laatste moeten we laten zien dat M het midden is van CD. Als we de bovenstaande redenatie hadden gedaan met de raaklijn in D dan hadden we ook gevonden dat F A loodrecht op AB staat en dat DM evenwijdig is aan F A en dus loodrecht op AB staat en dat F D r. Nu zijn volgens ZZR de driehoeken F MD en F MC congruent is CM DM. Klaar. 9. Zie figuur 3. Gegeven zijn F ( γ, 0 en het punt F (γ, 0 en de cirkel c met middelpunt F en straal r > γ. laat met een afleiding zien dat de vergelijking voor de ellips e, die door F en F wordt vastgelegd, is te schrijven als: e : x α + y β waarin α de halve lengte van de lange as is en β de halve lengte van de korte as. Hint: gebruik de vorige opgave voor het vinden van de relatie α β + γ tussen α, β en γ. a 4((γ γ r 4(4γ r 4(r 4γ b 4((0 0 r 4r h 4(γ γ(0 0 0 g (( γ + γr + (γ γ(( γ γ (γ 0 0 f ((0 + 0r + (0 0(( γ γ c r 4 r (( γ + γ (( γ γ r 4 4r γ De vergelijking voor de ellips is nu: 4(r 4γ x 4r y + r 4 4r γ 0 6( r γ r x 4r y 4r ( r γ 6β x 4r y 4r β 4 x + y r β x r + y β x α + y β 0. Vergelijking 4 noemen we de standaard vorm voor een ellips. Bepaal de standaard vorm voor de ellips waarvan de korte as de lengte 3 heeft en die door het punt (, gaat. x + y α β x + y α 9 Invullen punt geeft: α α α 9 α De vergelijking voor de ellips is nu: e : x + y gα β. De ellips e : x 6 + y 9 30

31 wordt 3 plaatsen in positieve richting langs de x-as verschoven en plaatsen in negatieve richting langs de y-as. (translatie t(3,-. Geef de vergelijking van de nieuwe ellips en bepaal de brandpunten van deze nieuwe ellips. De vergelijking is: e : (x 3 + (y+ 6 9 Ook de brandpunten ondergaan dezelfde translatie. Voor de oorspronkelijke brandpunten F ( γ, 0 en F (γ, 0 vinden we γ uit α β + γ : γ γ 7. De nieuwe brandpunten zijn dus: F (3 7, en F (3 + 7,. Onderzoek het verschil tussen de ellipsen en e : x 6 + y 9 e : x 9 + y 6 Kun je een uitspraak doen over de coördinaten van de brandpunten op basis van de waarden α en β in de standaard vorm van de ellips. De assen wisselen van plaats. Lange as verticaal korte as horizontaal. Uitspraak: Als α > β dan zijn de brandpunten F ( γ, 0 en F (γ, 0. Als α < β dan zijn de brandpunten F (0, γ en F (0, γ 3. De ellips e : (x p p Invullen punt geeft: ( p + 3 ( p p 4 p + y 9 gaat door het punt (, 3 3. Bepaal exact de waarde(n van p. 4 ( p p 4 p + p p 4 3p + 8p 4 0 p, 8± Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. 5. Toon met een berekening aan dat het criterium voor een hyperbool: h > ab waar is. ab 6((s u r ((t v r 6((s u (t v r ((s u + (t v + r 4 h 6(s u(t v Nu is d(f, F (s u + (t v > r. Dus is: r ((s u + (t v > r 4 r ((s u + (t v + r 4 < 0 ab < h. 6. Zie figuur 3. Gegeven zijn F ( γ, 0 en het punt F (γ, 0 en de cirkel c met middelpunt F en straal r < γ. laat met een afleiding zien dat de vergelijking voor de hyperbool h, die door F en F wordt vastgelegd, is te schrijven als: h : x α y β 3

32 waarin α de afstand van M tot A in figuur (4 of wel kortste afstand tussen de twee takken van de hyperbool. Verder is β γ α. a 4((γ γ r 4(4γ r b 4((0 0 r 4r h 4(γ γ(0 0 0 g (( γ + γr + (γ γ(γ γ f ((0 + 0r + (0 0(u s + v t 0 c r 4 r (γ + γ (γ γ r 4 4r γ De vergelijking voor de hyperbool wordt dan: 4(4γ r x 4r y + r 4 4r γ 0 6(γ r x 4r y 4r ( r r γ x r + y r γ r x α y β r γ 7. Bovenstaande vorm noemen we de standaard vorm voor een hyperbool. Gegeven is de hyperbool in standaard vorm. h : x 9 y 8 Deze hyperbool ondergaat de translatie t(, 3. Geef de nieuwe vergelijking van de hyperbool. Geef ook vergelijkingen voor de assen van de hyperbool en bepaal de coördinaten van de toppen en de brandpunten. De translatie geeft h : (x 9 (y De toppen van de originele hyperbool hebben de coördinaten A ( 9, 0 en B ( 9, 0. Na translatie worden dit de punten A (, 3 en B (5, 3. Voor de brandpunten bepalen we γ uit de relatie β γ α: 8 γ 9 γ 7. Dit geeft de brandpunten voor de originele hyperbool F ( 7, 0 en F ( 7, 0. Na translatie worden dit de punten F ( 7, 3 en F ( + 7, 3. De assen hebben de vergelijking x en y Gegeven is de hyperbool in standaard vorm. h : x 4 y 9 Deze hyperbool ondergaat een rotatie ( over een hoek θ radialen tegen de richting van de klok. Een willekeurige vector X x wordt dus vermenigvuldigt met de matrix R ( y cos(θ sin(θ zodat sin(θ cos(θ ( X RX x cos(θ y sin(θ x sin(θ + y cos(θ 3

33 en X R X ( x cos(θ + y sin(θ x sin(θ + y cos(θ (a Welke van de twee vormen moet worden ingevuld in de vergelijking van de hyperbool en waarom? x en y moeten vervangen worden door respectievelijk x cos(θ + y sin(θ en x sin(θ + y cos(θ. Net als bij de translatie moet nieuwe waarden van x en y worden teruggezet naar de oorspronkelijke x en y waarden. (b Neem θ π 3 Geef de nieuwe vergelijking van de hyperbool. h : (x cos( π + y sin( π 3 3 ( x sin( π + y cos( π h : ( x + y 3 ( x 3 + y 4 9 De toppen van de ( oorspronkelijke hyperbool zijn (, 0 en (, 0. Na rotatie zijn dit ( ( ( de coördinaten 3 ( 3 3 en ( 3 De brandpunten van de oorspronkelijke hyperbool ( zijn ( sqrt(9 + 4, 0 en (sqrt(9 + ( ( 4, 0. Na rotatie zijn dit de coördinaten en 0 39 ( ( ( De assen van de oorspronkelijke hyperbool zijn h as : y 0 en v as : x 0. Na rotatie worden dat de lijnen (vervang x en y net als boven: h as : x 3 + y 0 en v as : x + y 3 0 (c Na een rotatie over een hoek van θ π volgt nog een translatie (-,. 4 Na rotatie h : (x cos( π + y sin( π 4 4 ( x sin( π + y cos( π h : ( x + y ( x + y 4 9 h : ( x + y ( x + y 9 Nu translatie (,. Vervang x door x + en y door y : h 3 : ( x+ + y x+ ( + y 9 De toppen van de oorspronkelijke hyperbool zijn (, 0 en (, 0. Na rotatie zijn dit de coördinaten: 33

34 ( ( 0 ( ( ( en ( 0 Na de translatie zijn dat de punten ( + + en ( De brandpunten van de oorspronkelijke hyperbool zijn ( sqrt(3, 0 en (sqrt(3, 0. Na ( ( ( rotatie zijn dit de coördinaten 3 ( 6 en 0 6 ( 6 6 Na de translatie zijn dat de punten ( + 6, + 6 en ( 6, 6 De assen van de oorspronkelijke hyperbool zijn h as : y 0 en v as : x 0. Na rotatie worden dat de lijnen (vervang x en y net als boven: h as : x + y 0 en v as : x + y 0 Na de translatie zijn dat de lijnen: h as 3 : x+ + y 0 en v as : x+ + y 0 ( 9. Onderzoek het verschil tussen de hyperbolen en h : x 6 y 9 h : x 9 y 6 h : x 9 + y 6 Kun je een uitspraak doen over de coördinaten van de brandpunten op basis van de waarden α en β in de standaard vorm van de hyperbool. Het maakt niet uit of α > β dan wel α < β wat betreft de ligging van de toppen. Alleen als het teken voor x en y wordt gewisseld verhuizen de toppen naar de y-as. 30. De hyperbool h : x p y p gaat door het punt ( 3, Bepaal de waarde(n van p. Invullen punt: ( 3 3p 7 p 6 p ( p p 3p 7 6 p p 3p p, 3 ± De conditie voor een hyperbool in vergelijking ( is h > ab, die voor een ellips h < ab en voor een parabool h ab. Als F op de cirkel komt te liggen is er dan sprake van een parabool? 34

35 (a Laat zien dat de parameters (5,53,55 en 56 als d(f, F r gelijk zijn aan a 4(t v b 4(s u g ((u + s((s u + (t v + (s u(u s + v t f ((v + t((s u + (t v + (t v(u s + v t ( u Omdat d(f, F r geldt d( v ( s, t r. Hieruit volgt (s u + (t v r. Deze relatie invullen in (5,53,55 en 56 geeft het gewenste resultaat. (b Laat zien dat a b ( g f. a b g f a b ( (t v t v (s u s u (u + s((s u + (t v + (s u(u s + v t (v + t((s u + (t v + (t v(u s + v t (u + s((s u + (t v + (s u((u + s(u s + (v + t(v t (v + t((s u + (t v + (t v((u + s(u s + (v + t(v t (u + s(s u + (u + s(t v (u + s(s u + (s u(v + t(v t (v + t(s u + (v + t(t v + (t v(u + s(u s (v + t(v t (u + s(t v + (s u(v + t(v t (v + t(s u + (t v(u + s(u s (u + s(t v (s u(v + t(t v (v + t(s u (t v(u + s(s u (t v (u + s(t v (s u(v + t (s u (v + t(s u (t v(u + s (t v (s u ( g f (c Wat is de kegelsnede als F op de cirkel ligt? We beantwoorden deze vraag met behulp van de standaardvorm h : x y met brandpunten ( γ, 0 en (γ, 0 met de relatie α β γ α + β. Als F op de cirkel ligt is γ α (waarom? en is β 0. Vermenigvuldigen we de standaardvorm met α β dan krijgen we: β x α y α β α y 0 y 0. De lijn y 0 door de brandpunten is nu dus de kegelsnede. (d Hoe ziet de vergelijking van de ellips (34 eruit als F F. Is de kegelsnede dan een cirkel? In de ellips vergelijking zijn de waarden voor a, b, h, g en f gelijk aan: a 4((s u r b 4((t v r 35

36 h 4(s u(t v g ((u + sr + (s u(u s + v t f ((v + tr + (t v(u s + v t c r 4 r (u + s + v + t + (u s + v t Als F F dan zijn s u 0 en t v 0 en veranderen deze waarden naar: a 4r b 4r h 0 g 4ur f 4tr c r 4 4r (s + t Alles delen door 4r geeft: a b h 0 g u f t c r 4 + (s + t De ellips vergelijking wordt dan: e : x + y ux ty r + 4 (s + t 0 e : (x s + (y t r 4 De ellips is dus een cirkel met straal r 3. De hyperbool h : 6 x 9 y x 3 y + 0 is een translatie t(p, q van een standaard hyperbool. Bepaal p en q. h : (x p (y q α β (x px + p (y qy + q α β x px + p y + qy q α α α β β β Dus α 6 en β 9. Invullen geeft: x px + p y + qy q Nu moet gelden: p 6 q 9 3 p 6 q 9 36

37 De eerste twee vergelijkingen leveren: p 8 q 3 Voldoen deze waarden aan de laatste vergelijking? p 6 q Dit klopt dus de translatie is t(8, Verzin een opgave inclusief uitwerking en geef die aan je docent en medeleerlingen. 34. Opdracht: Doe de afleiding nogmaals voor de ellips en vind ( β α ( a cos (θ b sin (θ cos (θ sin (θ b cos (θ a sin (θ cos (θ sin (θ θ tan ( p q h a b ( hf bg ab h hg af ab h 35. Gebruik het feit dat γ > 0 moet zijn om te voorspellen op basis van de waarde van h in welke kwadranten θ moet liggen. Hyperbool: h γ cos(θ sin(θ. Als h > 0 dan moet cos(θ sin(θ ook groter dan nul zijn. cos en sin moeten hetzelfde teken hebben dus θ in ste en 3 de kwadrant. Als h < 0 dan moet cos(θ sin(θ ook kleiner dan nul zijn. cos en sin moeten verschillend teken hebben dus θ in de en 4 de kwadrant. Ellips: h γ cos(θ sin(θ. Als h > 0 dan moet cos(θ sin(θ kleiner dan nul zijn. cos en sin moeten verschillend teken hebben dus θ in dee en 4 de kwadrant. Als h < 0 dan moet cos(θ sin(θ groter dan nul zijn. cos en sin moeten hetzelfde teken hebben dus ste en 3 de kwadrant. 36. Vind de brandpunten en de straal van de cirkel die de ellips e : 3x xy+3y +0x 4y+ 0 definiëren. Kegelsnede is een ellips want: h < ab Bereken: p (h f (b g (a b h Bereken q (h g (a f (a b h Translatie t(p, q t(, ( 7 (3 5 (3 3 ( 5 (3 7 (3 3 37

38 a b dan is γ (α β h γ > 0 > θ π/4, α a h 4, β α γ Bereken c ap + hpq + bq α β 3 + ( ( c c Geen correctie nodig dus: α 4, β, γ Straal: α 4 Brandpunten: F ( γ cos(θ + p, γ sin(θ + q (, F (γ cos(θ + p, γ sin(θ + q (0, Vind de brandpunten en de straal van de cirkel die de hyperbool h : 7x 8xy + 7y + 38x 6y definiëren. Kegelsnede is een hyperbool want: h > ab Bereken: p (h f (b g (a b h Bereken q (h g (a f (a b h ( 9 3 (7 9 (7 7 8 ( 9 9 ( Translatie t(p, q t(, a b dan is γ (α + β h 8 Als γ < 0 dan is de standaard kegelsnede π/ radialen gedraaid: Correctie nieuwe θ π/4 radialen. Ook wisselen we dan α en β. γ 8, β a h 6, α γ β Bereken c ap + hpq + bq α β 7 + ( 9( c c bereken factor (3 ( 9/3 4 Bereken α α factor Bereken β β factor 4 Bereken γ β + α 4 α < 0 en β < 0 dan is standaard kegelsnede π/ radialen gedraaid. nieuwe θ π/4 radialen Ook wisselen we dan α en β α 4, β, γ 4 Straal: α 4 Brandpunten: F ( γ cos(θ + p, γ sin(θ + q (, F (γ cos(θ + p, γ sin(θ + q (, Bepaal het type van de volgende kegelsneden en bepaal eventuele brandpunten, richtlijnen en straal van de cirkel die de volgende kegelsneden definiëren: (a k : x 6x + y + y + 0 Kegelsnede is een cirkel want: h 0 en Bereken p (h f (b g 3 (a b h Bereken Bereken q (h g (a f (a b h Translatie t(p, q t(3, Straal p + q c 3 (b k : 3x + 6xy 5y x 0y Kegelsnede is een hyperbool want: h > ab Bereken: p (h f (b g (3 0 ( 5 6 (a b h (

11.1 De parabool [1]

11.1 De parabool [1] 11.1 De parabool [1] Algemeen: Het punt F heet het brandpunt van de parabool. De lijn l heet de richtlijn van de parabool. De afstand van F tot l heet de parameter van de parabool. Defintie van een parabool:

Nadere informatie

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:

Definitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel: 13.0 Voorkennis Op de cirkel liggen alle punten met een Gelijke afstand tot het middelpunt van de cirkel. Voor een punt p op de cirkel geldt d(p, M) = r Definitie van raaklijn aan cirkel: Een raaklijn

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar

Nadere informatie

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] 9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,

Nadere informatie

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden 9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten januari 2008 De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten Inleiding Eén van de bekendste meetkundige plaatsen is de middelloodlijn van een lijnstuk. Deze lijn bestaat uit alle punten die gelijke afstand

Nadere informatie

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =

héöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = = héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een

Nadere informatie

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is. 3 Lijnen en hoeken Verkennen Lijnen en hoeken Inleiding Verkennen Bekijk de applet en zie hoe de plaatsvector v ur van elk punt A op de lijn kan ur r ontstaan als som van twee vectoren: p + t r. Beantwoord

Nadere informatie

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B

Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B Hoofdstuk 2: Opgave 2 1 Gegeven zijn de vlakken U : x + y + z = 0 en V : x y + az = 0 waarbij a een parameter is. a) Bereken de cosinus van de hoek tussen de twee vlakken

Nadere informatie

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Paragraaf 11.0 : Voorkennis Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +

Nadere informatie

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg 1 Middelpunten Verkennen Middelpunten Inleiding Verkennen Probeer vanuit drie gegeven punten (niet op één lijn) die op een cirkel moeten liggen het middelpunt van die cirkel te construeren. Je kunt hem

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 januari Tijd: 9. -. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een berekening

Nadere informatie

2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een

Nadere informatie

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10 FORMULARIUM wwwbasiswiskundebe Inhoudsopgave Algebra 2 2 Lineaire algebra 4 3 Vlakke meetkunde 5 4 Goniometrie 7 5 Ruimtemeetkunde 0 6 Reële functies 2 7 Analyse 3 8 Logica en verzamelingen 6 9 Kansrekening

Nadere informatie

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5 2 Vergelijkingen Verkennen Meetkunde Vergelijkingen Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. Uitleg Meetkunde Vergelijkingen Uitleg Opgave Bestudeer de Uitleg, pagina. Laat zien dat ook

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 juni 4 Tijd: 4. - 7. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een redenering,

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 6 januari 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een

Nadere informatie

Analytische meetkunde. Les 4 Kwadratische vergelijkingen (Deze les sluit aan bij de paragraaf 3.1 van Analytische meetkunde van de Wageningse Methode)

Analytische meetkunde. Les 4 Kwadratische vergelijkingen (Deze les sluit aan bij de paragraaf 3.1 van Analytische meetkunde van de Wageningse Methode) Analytische meetkunde Les 4 Kwadratische vergelijkingen (Deze les sluit aan bij de paragraaf 3.1 van Analytische meetkunde van de Wageningse Methode) De vergelijking van een cirkel De cirkel heeft middelpunt

Nadere informatie

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF lijnen en cirkels opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF 0. voorkennis De vergelijking ax+by=c Stelsels lineaire vergelijkingen De algemene vorm van een lineaire vergelijkingen met de variabele

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/34 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Veeltermen en analytische meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 29 april 2015 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 007 VK : WISKUNE TUM: WOENSG 04 JULI 007 TIJ : 09.45.5 UUR (TOELTING VWO/HVO/NTIN) 09.45.45

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 0 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2016-II

wiskunde B pilot vwo 2016-II wiskunde B pilot vwo 06-II De derde macht maximumscore Er moet dan gelden f( gx ( )) x( g( f( x)) f gx ( x ) ( x ) x) ( ( )) + + + f( gx ( )) x+ x(dus g is de inverse functie van f ) Spiegeling van het

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009 MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU UNIFORM EINEXMEN MULO tevens TOELTINGSEXMEN VWO/HVO/NTIN 009 VK : WISKUNE TUM : VRIJG 0 JULI 009 TIJ : 09.45.45 UUR ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk 11. Daar worden deze begrippen echter

Nadere informatie

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast

Nadere informatie

Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC.

Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC. Opgave 1: bewijs zelf op algebraïsche wijze dat de lengte van DE gelijk is aan de helft van de lengte van BC. Antwoord: de lengteverhouding vertaalt als: (x 3 x 1 ) + (x 4 x ) = (u 5 u 3 ) + (u 6 u 4 )

Nadere informatie

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer. Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 11 juni 2012 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B juni 22 Voorlopige versie 6 juni 22 Opgave a f (x) = x2 x 5, dus f (x) = 2 2 x 5x. Dit geeft f (x) = 2 2 2x3. f (x) = 2 2 2x3

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 203 tijdvak woensdag 22 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding

V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2015-II

wiskunde B vwo 2015-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x)) 5.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( x) a f '( x) 0 n f ( x) ax f '( x) nax n f ( x) c g( x) f '( x) c g'( x) f ( x) g( x) h( x) f '( x) g'( x) h'( x) p( x) f ( x) g( x) p'( x)

Nadere informatie

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2 Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 8 juli 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een

Nadere informatie

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Les 0 (Extra) Aant. Voorkennis: Hoeken en afstanden Theorie A: Sinus, Cosinus en tangens O RHZ tan A = A RHZ O RHZ sin A = SZ A RHZ cos A = SZ Afspraak: Graden afronden

Nadere informatie

1 Analytische meetkunde

1 Analytische meetkunde Domein Meetkunde havo B Analytische meetkunde Inhoud.. Coördinaten in het vlak.. Vergelijkingen van lijnen.3. Vergelijkingen van cirkels.4. Snijden.5. Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde

Nadere informatie

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - I Gelijke oppervlakten De parabool met vergelijking y = 4x x2 en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong O en in punt. Zie. y 4 3 2 1-1 O 1 2 3

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van

Nadere informatie

EEN OUDE STELLING UIT DE MEETKUNDE

EEN OUDE STELLING UIT DE MEETKUNDE www.raves.nl ton@raves.nl EEN OUDE STELLING UIT DE MEETKUNDE LUIDT: Als drie cirkels elkaar onderling snijden, dan zullen de drie koorden (*) ofwel precies in e e n punt snijden, ofwel evenwijdig zijn

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Vlakke Meetkunde Ruimtemeetkunde. Meetkunde. 1 december 2012. Meetkunde

Vlakke Meetkunde Ruimtemeetkunde. Meetkunde. 1 december 2012. Meetkunde Vlakke Ruimtemeetkunde 1 december 2012 Vlakke Ruimtemeetkunde 1 Vlakke Vectoren Vergelijking van een rechte 2 Ruimtemeetkunde Vectoren Vergelijking van een vlak Vergelijkingen van een rechte Vlakke Ruimtemeetkunde

Nadere informatie

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen) Examen havo wiskunde B 06-I (oefenexamen) De rechte van Euler Gegeven is cirkel c met middelpunt (, ) p Stel een vergelijking op van c. De punten B(, 0) en ( 4, 0) M die door het punt A( 0, 4) C liggen

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen.

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen. Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6 1 Meetkundige plaatsen. 1 Punt F(0, 1) en de lijn l : y = -1 a. Voor de oorsprong O geldt: d( O, F) = d( O, l) = 1 ben c. c. Waarschijnlijk liggen de gevraagde

Nadere informatie

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde Overzicht eigenschappen en formules meetkunde xioma s Rechten en hoeken 3 riehoeken 4 Vierhoeken 5 e cirkel 6 Veelhoeken 7 nalytische meetkunde Op de volgende bladzijden vind je de eigenschappen en formules

Nadere informatie

3 Hoeken en afstanden

3 Hoeken en afstanden Domein Meetkunde havo B 3 Hoeken en afstanden Inhoud 3. Cirkels en hun middelpunt 3. Snijden en raken 3.3 Raaklijnen en hoeken 3.4 Afstanden berekenen 3.5 Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo II

Eindexamen wiskunde B vwo II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry DICK KLINGENS (e-mail: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) augustus 2008 1. Inleiding In de (vlakke) Euclidische meetkunde

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 16 januari 2015 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen. Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

1 Analytische meetkunde

1 Analytische meetkunde Domein Meetkunde havo B 1 Analytische meetkunde Inhoud 1.1. Coördinaten in het vlak 1.2. Vergelijkingen van lijnen 1.3. Vergelijkingen van cirkels 1.4. Snijden 1.5. Overzicht In opdracht van: Commissie

Nadere informatie

De n-dimensionale ruimte Arjen Stolk

De n-dimensionale ruimte Arjen Stolk De n-dimensionale ruimte Arjen Stolk In het vorige college hebben jullie gezien wat R 2 (het vlak) is. Een vector v R 2 is een paar v = (x,y) van reële getallen. Voor vectoren v = (a,b) en w = (c,d) in

Nadere informatie

2.1 Lineaire functies [1]

2.1 Lineaire functies [1] 2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 018 tijdvak 1ti maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Nadere informatie

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel. Raaklijnen Verkennen Raaklijnen Inleiding Verkennen Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel. Uitleg Raaklijnen Uitleg Opgave 1 Bekijk de Uitleg. a) Wat is de vergelijking

Nadere informatie

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut. Hoofdstuk A: Goniometrische functies. I-. a. De grafiek staat hiernaast. De periode is ongeveer,6 uur. b. De grafiek snijden met y = levert bijvoorbeeld x,00 en x,8. Het verschil is ongeveer,7 uur en dat

Nadere informatie

Driehoeken. Enkele speciale topics. Arne Smeets. Trainingsweekend Februari 2008

Driehoeken. Enkele speciale topics. Arne Smeets. Trainingsweekend Februari 2008 Driehoeken Enkele speciale topics Arne Smeets Trainingsweekend Februari 2008 Trilineaire en barycentrische coördinaten Definitie van trilineaire coördinaten Beschouw (in het vlak) een driehoek ABC en een

Nadere informatie

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] 12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde

Nadere informatie

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel oktober 005 We bewijzen allereerst de volgende hulpstelling: Hulpstelling 1 De meetkundige

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I Eindexamen vwo wiskunde B 04-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte

Nadere informatie

Wiskundige Technieken

Wiskundige Technieken 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 009-010 1ste semester 7 oktober 009 Wiskundige Technieken 1. Integreer de volgende differentiaalvergelijkingen: (a) y + 3x y = 3x (b) y + 3y + y = xe

Nadere informatie

Analytische Meetkunde

Analytische Meetkunde Analytische Meetkunde Meetkunde met Geogebra en vergelijkingen van lijnen 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Meetkunde met Geogebra... 6 Stelling van Thales...... 7 3 Achtergrondinformatie Auteurs

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde B

Samenvatting wiskunde B Samenvatting wiskunde B Dit is een samenvatting van het tweede deel van Getal en Ruimte VWO wiskunde B. In deze samenvatting worden hoofdstuk 5, 6 en 7 behandeld. Ik hoop dat deze samenvatting je zal helpen!

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback IJkingstoets juni 4 - reeks - p. / Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op juni 4: algemene feedback In totaal namen studenten deel aan deze ijkingstoets industrieel ingenieur

Nadere informatie

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2. BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor

Nadere informatie

Bewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR

Bewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR Cabri-vraag VRAAG Hoe teken je een kegelsnede waarvan een punt P, een brandpunt F en de bij F behorende richtlijn r gegeven zijn? ANTWOORD Zoals bekend kan je met Cabri een kegelsnede tekenen (we spreken

Nadere informatie

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 2013 Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde Uitwerkingen Voortentamen Wiskunde B 28 januari 23 Voorlopige versie 29 januari 23 Opgave a Schrijf f ) g) met g) 9 2. g) 9 2 ) /2, dus g ) 2 9 2 ) /2 2 Dit geeft

Nadere informatie

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde

Rakende cirkels. Oriëntatie. Keuzeopdracht voor wiskunde Rakende cirkels Keuzeopdracht voor wiskunde Verrijkende opdracht over construeren en redeneren in figuren Voorkennis: meetkunde: cirkels, raaklijn, loodrecht stand; sinus: waarden voor bekende hoeken als

Nadere informatie

More points, lines, and planes

More points, lines, and planes More points, lines, and planes Make your own pictures! 1. Lengtes en hoeken In het vorige college hebben we het inwendig product (inproduct) gedefinieerd. Aan de hand daarvan hebben we ook de norm (lengte)

Nadere informatie

Inversie. Hector Mommaerts

Inversie. Hector Mommaerts Inversie Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities en constructies 1.1 Definitie We weten hoe we een punt moeten spiegelen rond een rechte. We gaan nu kijken hoe we een punt spiegelen rond een cirkel.

Nadere informatie

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton

De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton De wortel uit min één, Cardano, Kepler en Newton Van de middelbare school kent iedereen wel de a, b, c-formule (hier en daar ook wel het kanon genoemd) voor de oplossingen van de vierkantsvergelijking

Nadere informatie

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus CEVA-DRIEHOEKEN Eindwerk wiskunde 010 Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi Soetemans Dokus Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1. Info over Giovanni Ceva... 4 1.. Wat zijn Ceva-driehoeken?... 4 1.3. Enkele voorbeelden...

Nadere informatie

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen 08 Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen Lijnen en cirkels bladzijde a k p // l p, dus p + p p p + (p + )(p + ) (p )(p ) p + 6p + p 6p + 8 p p b k p l p, dus rc kp rc lp p + p p p + p p p + p p p p

Nadere informatie

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x. 50 10( x 1) Willem-Jan van der Zanden 6.0 Voorkennis Kruislings vermenigvuldigen: A C AD BC B D Voorbeeld: 50 0 x 50 0( x ) 50 0x 0 0x 60 x 6 6.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [] a [2] q a q p pq p

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Hoofdstuk 7 Lijnen en cirkels (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier y =

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 2011 Module 7 Poolcoördinaten (versie 22 augustus 2011) Inhoudsopgave 1 Poolcoördinaten 1 2 Poolvergelijkingen 3 21 Cartesiaanse coördinaten versus poolcoördinaten

Nadere informatie

2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:

2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen: 0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: 0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: e 00

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 6 januari 5 Vraag a f(x) = (x ) f (x) = (x ) = 6 (x ) Dit geeft f () = 6 = 6. y = ax + b met y =, a = 6 en x = geeft = 6 + b b

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo I Eindexamen wiskunde B - vwo - I Beoordelingsmodel Oppervlakte en inhoud bij f(x) = e x maximumscore e Lijn AB heeft richtingscoëfficiënt = (e ) Voor lijn AB geldt de formule y = (e ) x + De oppervlakte

Nadere informatie

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek.

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek. 200-II bij vraag Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek. Een applet (animatie) hierover is te vinden op bijvoorbeeld: http://home.planet.nl/~hietb062/java3.htm#constantehoek De punten P op

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde B vwo 2016-I wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte

Nadere informatie