woordspel woordspel Tongbrekers bedenken bij een woord van de woordmuur. Zoals Lotje leerde

Transcriptie

1 Hussekluts. Een kort stukje tekst rondom een woord (cluster) in orde maken. (woorden staan door elkaar.) Tongbrekers bedenken bij een woord van de woordmuur. Zoals Lotje leerde Liesje lopen langs de lange lindelaan. Mix-koppel woordbetekenissen uitleggen aan elkaar en ruilen van woordkaartjes. Quiz. Door de leerkracht gemaakt of door een groepje leerlingen, rondom de

2 Liplezen en raden van een woord van de Verboden woord. Woord uitleggen zonder dat woord en extra verboden woord te noemen. Geen ja, nee, uh Leerkracht stelt vragen over de Tijdsrecord stopwatch activbord. De keizer van China sleutel ontdekken.

3 Woordslang met woorden van de woordmuur of die er mee te maken hebben slang-giraf-flamingo-o In tweetallen meer woorden bedenken bij web, parachute, trap Praatplaat Woorden zoeken van de woordmuur en erover vertellen. Doordenkvragen over

4 Woorden verwisselen op de woordmuur wat klopt er niet? Welk woord is weg? Leerliedje (rap) bij Herhalen/oefenen. Voorlezen van een themaboek wat past bij de Woorden bespreken nav verhaal. Taalopdracht bij de woordmuur samenstellingen, tegenstellingen, verkleinwoorden, enkelvoud-meervoud bedenken/bespreken.

5 Wie kan de langste zin maken? Start met korte zin, steeds aanvullen, samen een lange zin Interview in tweetallen over de woordmuur geen ja, nee, uh met lucifers!? (jurylid erbij) Foute zin. Een woord van de woordmuur fout in een zin gebruiken lln. verbeteren. Woorden kopen. Alle letters hebben een bepaalde waarde (vb. a=2) Welk woord is het duurste?

6 Prop op reis. Prop gooien door de klas, vanger noemt betekenis en nieuw woord variant klankstukken De bom Zo snel mogelijk woord van woordmuur, niet 2x dezelfde. De lama s uitbeeldspel op een rij. 1 beeldt uit voor 2, anderen kijken niet, 2 voor 3 laatste raadt het woord Eens oneens. Leerkracht noemt een stelling bij een woord staan en zitten of duim.

7 Ballon hooghouden met 1 of meer en bij elke tik een woord noemen, de volgende de betekenis, enz Ren je rot. Met vragen rondom In tweetallen rugtekeningen maken van woordmuur raden. Ladderspel (spelbord nodig). Betekenis van een woord uitleggen bij een vakje.

8 Bingo. 10 woorden noteren.leerkracht noemt de betekenissen, wie heeft een rij woorden vol. Tekening/praatplaat maken met zoveel mogelijk woorden van woordmuur (á la VLL kleurplaten). Woordenestafette in 2 teams (rij). Wie noemt het snelste het woord als de lkr de betekenis geeft. Levend memory (aantal lln. zijn woord of betekenis en zitten op een bepaalde plek).

9 Maak tekeningetjes bij de woorden. Of een collage bij de Knippen en plakken uit tijdschriften. Maak een geheimschrift bij Laat het iemand anders oplossen. Dierentuin. Opzichter in de kring. Van te voren bewegingen afspreken bij bepaalde woorden fout is af. Maak een memoryspel bij de Drietal kan ook (woord-plaatjebetekenis).

10 Maak een kort verhaaltje met daarin zoveel mogelijk Maak een toneelstukje met daarin zoveel mogelijk Maak een gedicht/rijmregels met zoveel mogelijk woorden van de Maak een liedje op een bekend wijsje met zoveel mogelijk

11 Bedenk raadsels bij de woorden. Maak zinnen met de Stempel de woorden na van de Of schrijf ze met mooie schrijfletters of sierletters. Maak een woordzoeker met woordmuur voor iemand anders.

12 Maak een kruiswoordpuzzel met woordmuur voor iemand. Maak een rebus met woordmuur voor iemand anders. mix-koppel met de woordkaartjes van de Memory spelen met woordkaartjes van de

13 Alle vogels vliegen Met Wie vindt een woord van de woordmuur in een boek? Galgje met Mastermind/boggle met Woorden raden welke letters goed?

14 Pictonary Met Dobbelspel (spel kiezer) met Voorbeeld 1= galgje, 2= hints, 3= pictonary, 4= raad mijn woord met ja/nee 5=raadsel/tip 6= husselwoord Hints (uitbeelden en raden) met Woord raden met raadsel/tip/cryptische omschrijving van de leerkracht.

15 Raad mijn woord alleen ja/nee vragen stellen? Slang:Iemand noemt een woord en een naam. Diegene noemt de betekenis, nieuw woord, enz. Geheugenspel: Ik kijk op de woordmuur en ik zie (eventueel met trein door de klas). Klinkers of medeklinkers van een woord weglaten en dan het woord raden.

16 Lettergrepen van een langer woord door elkaar of alle letters door elkaar husselwoord. Leerkracht vertelt een kort verhaaltje, hoor je een woord van de woordmuur dan ga je staan. Event. met af. Een woord raden met aanwijzingen ik zie ik zie, wat jij niet ziet. Detective. Woord afspreken, detective heeft 3( ) vragen om achter het woord te komen.

17 Wie of wat ben ik? woordkaartje op je hoofd, rondlopen, je mag aan ieder 1 vraag stellen. Een woord achterstevoren oplezen en raden welk woord het is. Een woord doorfluisteren. Event. met tekenen heeft iedereen hetzelfde? Omschrijving doorfluisteren(zin), de laatste raadt het woord. Aanwijsspel. Leerkracht wijst een woord aan, kind legt het woord uit. 3 tellen bedenktijd uhhh beurt voorbij ander krijgt de beurt. Kan ook in teams.