MONTAGEFICHE. 1. De voorbereiding en de opmetingen. 1.1 de werfinrichting. 1.2 Het nodige gereedschap. 1.2 de opmetingen

Transcriptie

1 1. De voorbereiding en de opmetingen 1.1 de werfinrichting De omgeving van het gebouw moet vrij zijn van hinderlijke bestaande elementen, en de constructie waaraan de dakgoot zal worden bevestigd moet worden vrijgemaakt van te verwijderen elementen (oude dakgoten of boeiboorden, ) zodat U kan opmeten en later de werken kunnen worden gestart. Zorg dat U beschikt over degelijke gereedschappen! 1.2 Het nodige gereedschap Degelijk en veilig gereedschap is onmisbaar voor de doe-het-zelver! Zorg dat U over volgende zaken beschikt: - Een boor- en/of schroefmachine met voldoende batterijcapaciteit en bits - Een boor die geschikt is om op een bolle oppervlakte te boren ( Cullyx boor) - Smetkoord of metserstouw, potlood en/of viltstift - Een degelijke ladder - Een waterpas - Een haakse slijper (snijmachine) - (Eventueel) extra schroeven - Een werktafel of workmate 1.2 de opmetingen Het is belangrijk om even te kijken hoe uw dak eruit ziet zodat u de juiste combinatie dakgoten en afvoerbuizen mét hun hulpstukken zal bestellen. Onze configurator helpt U al een heel eind op weg, maar toch willen we nog de nodige opmetingen even overlopen Welk type dak hebt u? Het daktype bepaalt hoeveel en aan welke zijde dakgootcombinaties moeten worden aangebracht. Onze configurator onderscheidt drie daktypes: een vlak dak, een lessenaarsdak en zadeldak Neem de afmetingen van het dak Meet de korte en de lange zijde van het dak op, hiermee berekent U de totale dakoppervlakte en dus ook de totale hoeveelheid regenwater die de dakgoten zullen dienen af te voeren. Afhankelijk van het daktype zal U het totaal al dan niet moeten delen door twee of door vier (zie hiervoor de configurator) Bepaal het type dakgoot en het type afvoer dat U zal nodig hebben Het dakoppervlak is bepalend voor de capaciteit die uw dakgoot moet hebben. Niets is zo vervelend als een te kleine dakgoot, waardoor bij regen de dakgoot overloopt. Behalve de overlast door vallend water en plassen op de straat of in de tuin, kan een te kleine dakgootcapaciteit ook schade aan uw gebouw of huis veroorzaken. Het is dus belangrijk om vooraf goed te bepalen welke maat dakgoot passend is bij de oppervlakte van uw dak. Zo heeft een kleine schuur dus een andere maat dakgoot nodig dan de dakgoot van een woning. U mag onderstaande regel aanhouden voor de keuze van Uw dakgoot: Dakoppervlak tot 100m2 125mm dakgoot (HR125) Dakoppervlak tot 150m2 150mm dakgoot (HR150)

2 Voor de afvoer gelden volgende regels: Een afvoerpijp diam. 80mm (R87) verwerkt de afvoer tot 50m2 dakoppervlakte Een afvoerpijp diam. 100mm (R100) verwerkt de afvoer tot 80m2 dakoppervlakte LET WEL: op een dakgootsysteem HR125 (125mm) passen geen afvoerpijpen van R87! Bereken de lengte van het afvoersysteem Meet vanaf de onderkant van het dak naar het maaiveld (grondvlak) om de totale lengte van het afvoersysteem (incl. bochten) te bepalen. Lees vooraf goed de instructies ivm het plaatsen van de afvoer vooraleer de afvoerpijp te bestellen! Bereken het aantal en het type van de bochten Meet vanaf de boeiboord naar de uiterste kant van het dak om de breedte van de dakoversteek te bepalen. Dit zal U nodig hebben om de bochten te berekenen. 1.3 de goothaken Het is belangrijk om even te kijken hoe de bestaande dakstructuur eruitziet en uit welk materiaal het dak is gemaakt. We kunnen drie situaties onderscheiden om het type goothaak te bepalen: Er is een boeiboord waaraan goothaken rechtstreeks kunnen worden bevestigd en de dakoversteek bedraagt niet méér dan 5cm Neem in dit geval korte goothaken! Er is een dakgebinte waaraan de goothaken rechtstreeks kunnen worden bevestigd en de dakoversteek bedraagt niet méér dan 5cm Neem in dit geval lange goothaken! In geval de helling van het dakgebinte 45 bedraagt kan je voorgeplooide lange goothaken nemen, neem anders rechte en plooi ze zelf in de gewenste hoek Er is een dakoversteek van méér dan 5cm Neem in dit geval korte goothaken in combinatie met één dakbevestigingsklem per goothaak. Deze klem wordt op de dakplaat geschroefd en de goothaak wordt aan de klem bevestigd. Op die manier krijgen we altijd een mooie correcte afwatering van he tdak naar de dakgoot. 1.4 de bestelling U bent nu klaar om alle gegevens in te voeren in onze Cullyx-configurator. Hij zal u de resultaten van de opmetingen opvragen en u de keuzes voorstellen. Na invoer krijgt u een bestellingsvoorstel dat u nog naar goeddunken kan aanpassen vooraleer over te gaan tot de bestelling.

3 2. De montage van de goothaken 2.1 Vooreerst enkele tips en regels om rekening mee te houden: - Minstens om de 50cm dient U een goothaak te plaatsen - Per hoekstuk dient er voor en na telkens een goothaak te worden geplaatst - Een afschot of hellingsgraad van de dakgoot is niet echt nodig, maar indien u dat toch wenst te doen neem dan ongeveer 2mm per lopende meter - Werk met een smetkoord om de plaats van de goothaken te bepalen zodat deze netjes in één lijn worden geplaatst < min 50cm > < min 50cm > 2.2 Om het type van de goothaak te bepalen zijn er drie verschillende situaties mogelijk: - Situatie 1: er is een boordplank waaraan de goothaken rechtstreeks kunnen worden bevestigd én de dakoversteek bedraagt niet méér dan 5cm kies voor korte goothaken - Situatie 2: er is een dakgebinte waaraan de goothaken rechtstreeks kunnen worden bevestigd én de dakoversteek bedraagt niet méér dan 5cm kies voor lange goothaken (45 schuin of recht) - Situatie 3: er is een dakoversteek van méér dan 5cm kies voor korte goothaken mét dakbevestigingsklemmen 2.3 Ingeval U werkt met korte goothaken bevestig deze dan rechtstreeks aan de boordplank, vervolg daarna met de werkwijze vanaf 2.6

4 2.4 Ingeval U werkt met lange goothaken: - Kies voor de op 45 voorgeplooide haken indien de hellingsgraad van het dakgebinte 45 is (meest courant) - Kies voor de rechte goothaken indien de hellingsgraad anders is dan 45, U kan de haken zelf plooien in de gewenste hoek - Eventueel kan het aangewezen zijn om de onderste laag van de dakbedekking tijdelijk te verwijderen om gemakkelijk te werken, dit moet U zelf beoordelen. - Vervolg daarna met de werkwijze vanaf Ingeval U werkt met dakbevestigingsklemmen: - Bevestig alle goothaken vooraf al in de sleuf van de dakbevestigingsklem - Boor een gat in de dakbedekking op 10cm van het uiteinde links en rechts om de eerste en de laatste dakbevestigingsklem aan te bevestigen - Schroef de eerste en de laatste dakbevestigingsklem met goothaak vast in dit gat (gebruik een schroef met waterdicht rondsel) - Zorg dat de dakrand mooi over de goothaak komt zodat alles goed afwatert - Vervolg daarna met de werkwijze van Plooi de lipjes niet om vooraleer de goothaken zijn bevestigd, anders kan U de schroef niet meer goed bereiken. Eens alle goothaken zijn bevestigd mag je de lipjes naar boven omplooien. Ze zullen straks de dakgoot vastklikken.

5

6 3 Montage van de uitloopstukken 3.1 Plaatsmarkering Meet af waar de afvoer zal komen en markeer de plek met een stift op de onderkant van de dakgoot. Midden hierop plaatst U het uitloopstuk (hou rekening met de eventuele bochtstukken). Teken in de opening van de uitloop een cirkel op de dakgoot. 3.2 Uitloopgaten Boor een tiental gaatjes in de gemarkeerde cirkel (verschillende kleinere gaten is beter dan één groot gat, de gaatjes zijn immers meteen ook dienstig als bladvanger). Gebruik voor het boren een speciaal daartoe geschikte boor, je dient immers in de kromming van de goot te boren! Verkrijgbaar als Cullyx accessoire.

7 3.3 Alternatief voor uitloopgaten U kan ook gewoon een gat slijpen in het gootstuk ter hoogte van de uitloop. Bladeren kunnen dan wel terechtkomen in de afvoer. 3.4 Bevestigen van het uitloopstuk Plaats het uitloopstuk ter hoogte van de uitloopgaten op de onderkant van de dakgoot, en plooi vervolgens de bevestigingslipjes om zodat het uitloopstuk vast komt te zitten.

8 4 De eindstukken 4.1 De dichtingsstrip De rubberen dichtingsstrip heeft een lange en een korte zijde: plaats de lange lip in de binnenkant van het gootstuk en de korte lip in de buitenkant. Schuif de strip eerst aan het kraalstuk van de goot over de eindrand en duw verder aan in de richting van de andere kant tot de strip helemaal vastzit. 4.2 Het eindstuk Duw nu het zelfklemmend eindstuk aan en duw dit vast over de rubberen dichting. Zorg dat het eindstuk goed vast zit aan beide zijden van het gootstuk. Je hebt hiervoor géén bevestigingsmateriaal nodig, flink aandrukken volstaat!

9 5 De verbindingsstukken 5.1 Plaats de gootstukken Vooraleer de gootstukken met mekaar te verbinden worden ze eerst in de goothaken geplaatst. Voorzie tussen de twee gootstukken een afstandsvoeg van ongeveer 3mm, zodat de goot kan uitzetten bij hogere temperaturen. Klik het centreerbuisje vast vooraan in de kraalopening. 5.2 Voorbereiding van het verbindingsstuk Kleef de rubberstrip in het verbindingsstuk, begin bij de gaatjes bovenaan en kleef de strip gelijkmatig en zonder bobbels in het stuk. 5.3 Positioneren van het verbindingsstuk Haak eerst het klemsysteem achter de kraalopening vooraan en duw vervolgens het verbindingsstuk naar achter tot het achteraan het gootstuk vastklikt. Controleer of het verbindingsstuk goed op zijn plaats zit, m.a.w. of de uitzetvoeg midden de strip is. Zo neen, verschuif tot dit wel het geval is.

10 5.4 Vastklemmen van het verbindingsstuk Duw nu het klemsysteem vooraan naar beneden terwijl je bovenaan goed blijft aandrukken. Zet tenslotte het klemsysteem vast door het lipje naar boven te plooien. 5.5 Aandachtspunten Het centreerbuisje is essentieel voor een correcte verbinding van de gootstukken! Het klemsysteem dient te worden geplooid, in principe kan dit slechts één keer, daarna verliest het systeem zijn klemkracht! Wees dus niet te uitbundig bij het plooien

11 6 De gootstukken 6.1 Plaats de gootstukken Haak de gootstukken in de goothaken. Schuif eerst de rand met het kraalstuk in de goothaken en daarna de andere kant. Klik vervolgens de kraagrand in de goothaakklem en zet de goot op haar plaats. Indien de goot niet uit één stuk bestaat, zie dan hoofdstuk 5. Verbindingsstukken. 6.2 Fixeer de goot Plooi de lipjes van de goothaken om de achterkant van de goot, zodat de goot mooi vastzit.

12 7 De afvoer 7.1 Plaats de bevestigingsstukken Boor de bevestigingsstukken voor de afvoerbuis vast in de wand. Gebruik naargelang het type wand (hout, steen, staal) een andere soort bevestigingsmateriaal. 7.2 Zet de afvoerpijp op de juiste lengte Met een haakse slijper (slijpsnijmachine) kan je de afvoerpijp op de juiste lengte zagen. Cullyx levert afvoerpijpen van 1m 2m 3m die nog op de correcte lengte moeten worden gezet. Vergeet niet de lengte van de bochten boven en van de eindbocht onder mee in te calculeren! Slijp nadien de bramen weg zodat je geen kwetsuren kan veroorzaken én zodat de afvoerpijp mooi in de eindbocht schuift.

13 7.3 Fixeer de bochten en de afvoerpijp Schuif eerst de bovenste bochten in het uitloopstuk en draai ze in de richting van de afvoer. Plaats vervolgens de afvoerpijp in de bevestigingsstukken, sluit de strip in de voorkant van het voetstuk met de verdikking naar buiten en klem af. Als de afvoerpijp mooi is gefixeerd schuif je de eindbocht (met een verdikte omranding) in de afvoerpijp.

14 7.4 Wat bij een dakoversteek? Een oversteek van max. 15cm kan je eenvoudigweg oplossen door twee bochten in omgekeerde richting te plaatsen. Wanneer de dakoversteek groter is zal je een verlengstuk moeten gebruiken tussen de twee bochten. Bestel daarom je afvoerbuis op voldoende grote lengte, je hebt het overschot nodig voor de dakoversteek!

15 Uw veiligheid, onze zorg! Draag veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril! Gebruik een degelijke ladder! Vragen? Hulplijn of Bekijk onze demo-videos op Zie ook onze andere montagetips: 1 Voorbereiding en opmetingen 2 De goothaken 3 De uitloopstukken 4 De eindstukken 5 De verbindingsstukken 6 De dakoversteek 7 De afvoerpijp 8 Plaatsing van de regenton 9 Het onderhoud