Inspectierapport Krauwelnest (PSZ) Maria-Gewandenstraat CP HOENSBROEK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inspectierapport Krauwelnest (PSZ) Maria-Gewandenstraat 24 6432CP HOENSBROEK"

Transcriptie

1 Inspectierapport Krauwelnest (PSZ) Maria-Gewandenstraat CP HOENSBROEK Toezichthouder: GGD Zuid Limburg In opdracht van gemeente: HEERLEN Datum inspectie: Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal van 12

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. De itemlijst (bijlage) geeft aan welke voorwaarden tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Beschouwing Peuterspeelzaal " 't Krauwelnest" Maria- gewandenstraat 24 te Hoensbroek maakt deel uit van Peuterspeelzaalwerk Heerlen (PWH). Deze organisatie exploiteert 22 locaties voor peuterspeelzalen. De locaties zijn gevestigd in de gemeente Heerlen. Ze zijn allen HKZ-gecertificeerd. PWH is lid van MO groep+ voor instellingen voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD). De peuterspeelzaal is gevestigd in basisschool "de Vlieger" in de wijk Maria Gewanden te Heerlen- Hoensbroek. Op dit moment worden de peuters in 2 stamgroepen opgevangen. De PSZ is een VVE geregistreerde locatie en maakt gebruik van het VVE programma: Piramide. De PSZ beschikt over één groepsruimte, die naar behoefte en aantal kinderen (max. 16) is ingericht. De kinderen kunnen eigen activiteiten ontplooien en er worden activiteiten aangeboden. In de aangrenzende gymzaal en de buitenspeelplaats van de basisschool is er voldoende gelegenheid om de grove motoriek te stimuleren. Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein pedagogisch klimaat. Per aspect worden eerst de bevindingen en de praktijkobservaties beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Pedagogische praktijk Bij de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2014). Daarin staan de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De beoordeling van de pedagogische praktijk is gebaseerd op observaties in deze groep tijdens het vrije spel en het eetmoment. Emotionele veiligheid: De kinderen worden uitgenodigd tot participatie De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen.kinderen kunnen bij sommige activiteiten aangeven waar hun voorkeur naar uitgaat. Zij krijgen gelegenheid om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben. Observatie: Deze ochtend kunnen de peuters roulerend in groepjes in vier speelhoeken spelen.(zgn. Mix en Koppel). Een jongetje is ingedeeld bij het keukentje maar vindt dit niet prettig en heeft duidelijk geen zin om daar te spelen. De beroepskracht merkt dit op en laat de peuter oversteken naar de bouwhoek. De peuter wordt meteen actief en zijn gezicht straalt. Zichtbaar enthousiast gaat hij spelen in de bouwhoek. en Een beroepskracht speelt samen met een peuter in het keukentje. Er wordt samen gebakken en geproefd. De peuter speelt het spel heel enthousiast en het welbevinden is prima. en De beroepskracht merkt op dat een peuter het even niet weet. Kom maar..(naam kindje)...jij mag ook kleien, jij hoort ook bij het groepje. De peuter neemt plaats aan de tafel en gaat gezellig mee kleien. Tijdens het onderzoek is de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Persoonlijke competentie: Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen het 'controlepunt' bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Observatie: Een peuter speelt in de zandbak/ exploiratiebak. De peuter vraagt: " Juffrouw, wil je mij helpen".. "Ik wil jou zeker helpen, Waarmee? antwoord de beroepskracht. De peuter: "Met een zandkasteel bouwen"! 4 van 12

5 en Peuters zijn in het keukentje aan het spelen. "Wat gaan jullie maken vandaag"? vraagt de beroepskracht " Een ontbijtje" verteld een peuter. Wat heb ik dan als beleg op de boterham...de peuter kijkt naar de boterham en zegt:"niets". Tijdens het onderzoek wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie: De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Observatie: De kinderen komen door het samen en wisselend spelen in de diverse speelhoeken steeds in een nieuwe groepsdynamiek. Daarnaast zijn er de vaste momenten als het tafelmoment waar samen gezongen en fruit gegeten wordt. Tijdens het onderzoek wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Normen en waarden: Afspraken regels en omgangsvormen worden door de beroepskrachten aan de kinderen uitgelegd. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij het gedrag en de behoeften van kinderen. Observatie: De beroepskracht ziet dat een peuter het werkje van een ander kindje stuk maakt. Reactie; Nee, niet het werkje van...(naam)...stuk maken!. Dat doen we niet. "kom, wil jij ook zoiets maken, kom maar dan help ik je. Tijdens het onderzoek worden de normen en waarden voldoende gewaarborgd. Voorschoolse educatie Peuterspeelzaal 't Krauwelnest werkt met het VVE programma Piramide. Dit programma is gericht op het stimuleren van de taalontwikkeling. Ook andere ontwikkelingsgebieden krijgen door het gebruik van dit programma extra aandacht. De houder heeft een opleidingsplan opgesteld en per week wordt ten minste 10 uur aan voorschoolse educatie besteed, verdeeld over 4 dagdelen. De beroepskrachten hebben met gunstig gevolg een scholing afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. Tijdens het inspectiebezoek was het VVE thema: 'Welkom'. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten en vrijwilliger) Pedagogisch werkplan VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 12

6 Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Per aspect worden eerst de gegevens over het kindercentrum beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de Verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten, vrijwilliger en stagiaire beoordeeld. De Verklaringen omtrent het gedrag van deze steekproef voldoen aan de gestelde voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten beoordeeld. De diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden. Opvang in groepen De peuterspeelzaal heeft vaste stamgroepen, waar maximaal 16 kinderen opgevangen mogen worden. De peuters worden in verticale groepen opgevangen (2-4 jaar). De VVE groep bestaat eveneens uit een peutergroep van 2-4 jaar. De opvang vindt plaats in vaste groepen en met vaste beroepskrachten/ vrijwilligers. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Houder zorgt voor inzet van voldoende medewerkers gezien leeftijd en aantal kinderen in de groep. Hiermee wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Tijdens de opvang wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten en vrijwilliger) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Presentielijsten 6 van 12

7 Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein veiligheid en gezondheid. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Tijdens deze inspectie is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico inventarisatie veiligheid en gezondheid (RIVG)van peuterspeelzaal " 't Krauwelnest" is uitgevoerd in februari De RIVG is uitgevoerd in de voor de peuters toegankelijke ruimtes en op alle specifieke onderdelen. Opmerking: De houder dient ook de gymzaal van basisschool de Vlieger bij de risico inventarisatie veiligheid te betrekken daar de peuters hier ook gebruik van maken. Naar aanleiding van de RIVG zijn actieplannen gemaakt. Conclusie De beroepskrachten kennen het veiligheids-en gezondheidsbeleid en brengen het op de juiste wijze in praktijk. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de locatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. (versie 1, ). De houder besteedt aandacht aan de meldcode tijdens teamvergaderingen en maakt gebruik van de verwijsindex. Uit een gesprek met de beroepskrachten blijkt dat ze voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van de meldcode. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten en vrijwilliger) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling 7 van 12

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 8 van 12

9 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 12

10 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 12

11 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Krauwelnest Website : Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : PeuterspeelzaalWerk Heerlen Adres houder : Molenwei 400 Postcode en plaats : 6412WG HEERLEN Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zuid Limburg Adres : Postbus 2022 Postcode en plaats : 6160HA GELEEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : J Brouwers Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HEERLEN Adres : Postbus 1 Postcode en plaats : 6400AA HEERLEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11 van 12

12 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12