Radio Filharmonisch Orkest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Radio Filharmonisch Orkest"

Transcriptie

1 B derde concert B-serie 51e seizoen 26 november 2011, uur Radio Filharmonisch Orkest Lothar Zagrosek dirigent Tasmin Little viool Alban Berg Wolfgang Rihm 1952 Drie delen uit de Lyrische Suite 1927/1928 versie voor strijkorkest Andante amoroso Allegro misterioso Adagio appassionato Dritte Musik für Violine und Orchester 1993 eerste uitvoering in Nederland pauze Johannes Brahms Eerste symfonie in c, opus Un poco sostenuto Allegro Andante sostenuto Un poco allegretto e grazioso Adagio Allegro non troppo ma con brio Resonanz Rihm Dit concert maakt deel uit van de serie Rihm- Resonanz. Op p. 2 vindt u meer informatie.

2 B derde concert B-serie 51e seizoen 26 november 2011 Ontroeren en ontroerd worden van Brahms tot Rihm Uitzending Radio en terug luisteren via internet NTR Podium documentaires en concert registraties op nederland 2 Rihm Resonanz 29 okt 29 okt 26 nov 10 dec 17 dec 3 mrt 7 apr 7 apr Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatinee-website kunt u de opname terug luisteren. zondag 27 november uur De winnaars van de Kersjesfonds prijs, een portret van Opera Zuid, en muziek uit het archief. maandag 28 november uur Een documentaire over Opera Zuid waarin regisseur Sandra Parry artistiek leider Miranda van Kralingen volgt tijdens de voorbereidingen van de opera Kát'a Kabanová van Leoš Janáček 8 x Rihm in de Matinee Dit hele Matineeseizoen staat in het teken van Wolfgang Rihm zijn wereld, zijn betekenis, zijn inspiratiebronnen... Der Maler träumt - opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee wp Male über Male 2 Dritte Musik für Violine und Orchester np Das Gehege np Fremdes Licht np Jakob Lenz Quo me rapis np Vers une symphonie fleuve VI - opdrachtwerk van de stad Karlsruhe en NTR ZaterdagMatinee np Toen Wolfgang Rihm in het begin van de jaren 70 over het pathos van muziek sprak, stuitte hij op hevige kritiek. Na het fascisme en de Tweede Wereldoorlog waren pathos en romantisch verlangen immers beladen begrippen geworden. Met uitspraken als ik wil ontroeren en ontroerd worden laadde hij de verdenking op zich, een reactionair te zijn. Tegenwoordig behoort Rihm met zijn liefde voor de Duitse romantici, voor Brahms en expressionisten als Schönberg en Berg, tot de meest gespeelde hedendaagse componisten. Johannes Brahms, Alban Berg en Wolfgang Rihm staan in de lijn van de Duitse romantische traditie. Van Brahms tot Schönberg en Berg is een vloeiende overgang. Brahms weelderige harmonieën bereidden Schönbergs twaalftoonstechniek voor. Zijn romantische geest waart in alle partituren van de componisten van de Tweede Weense School rond. Ook Bergs gepassioneerde Lyrische Suite is daarvan doordrongen. Rihm doet het woelige verlangen van de romantiek in zijn Dritte Musik für Violine und Orchester herleven met moderne middelen. Berg en het noodlot Van de componisten van de Tweede Weense School was Alban Berg de meest ondogmatische en volgens zijn toegewijde leerling, de muziekfilosoof Theodor Adorno, de meest menselijke. Berg was een meester van de synthese en verleende zelfs Schönbergs twaalftoonstechniek een humaner gezicht. Van zijn menselijkheid en sociale betrokkenheid getuigen ook de onderwerpen van zijn opera s Wozzeck en Lulu. Zijn werk stond in het teken van persoonlijke belevenissen en medeleven, tot aan zijn zwanenzang toe, het Vioolconcert Der Tod eines Engels, een requiem voor Alma Mahlers dochter Manon Gropius. Zo ook zijn Lyrische Suite, waarin hij zijn platonische liefde voor de Praagse zangeres Hanna Fuchs heeft verwerkt. Het werk is bovendien een eerbetoon aan Schönbergs leraar Alexander Zemlinsky, aan wie Berg het in warme vriendschap opdroeg. Berg was een aimabele man alle tijdgenoten berichten dit eensluidend. Ook in zijn werk streefde hij naar harmonie en zocht hij in stilistisch opzicht naar midden wegen. In de Lyrische Suite slaat hij een brug tussen de romantiek en Schönbergs twaalftoonssysteem. 2 3

3 De oorspronkelijk voor strijkkwartet geschreven Lyrische Suite uit 1925/26 is de eerste compositie waarin Berg op grotere schaal met Schönbergs twaalftoonstechniek werkt. Toch volgen niet alle delen de regels van Schönberg; de helft ervan is in vrije stijl gecomponeerd. Ook heeft Berg citaten in zijn werk ingevlochten: uit Wagners Tristan und Isolde, uit Zemlinsky s Lyrische Alban Berg, geschilderd door Arnold Schönberg Symphonie ( Du bist mein eigen, mein eigen ) en een zelfcitaat ( Schließe mir die Augen beide, een lied naar Theodor Storm). Hij deed dat echter op een zodanige manier, dat deze citaten opgaan in de twaalftoonsreeks, organisch uit haar lijken voort te komen. Vanwege de subtiele stilistische verglijdingen in zijn werk heeft Adorno de componist de meester van de kleinste overgang genoemd. De reeks heeft een melodisch-harmonisch zwaartepunt: de tonen h (b) en f de initialen van Hanna Fuchs. De titels van de delen Allegro giovale, Andante amoroso, Allegro misterioso (met trio estatico ), Adagio appassionato, Presto delirando e tenebroso en Largo desolato wijzen op het zeer expressieve karakter van de suite. In Bergs persoonlijke omgeving heeft zijn liefde voor Hanna Fuchs voor enige opschudding gezorgd. Enkele dagen na Albans dood probeerde Adorno, die als postillon d amour van alles op de hoogte was, Bergs echtgenote Helene in een brief gerust te stellen: De zaak HF stond voor hem niet centraal. Hij hield van HF verreweg meer om de Lyrische Suite te kunnen schrijven dan dat hij de Lyrische Suite omwille van de liefde schreef. Ik raak daarmee aan een geheim dat wellicht moeilijker te verteren valt dan welke vorm van ontrouw ook. Namelijk dat een kunstenaar als Alban ( ) helemaal niet in staat is unmittelbar spontaan te leven. Of een kunstenaar de realiteit gebruikt om te scheppen, zoals Adorno suggereert, of om ze te verwerken het Wolfgang Rihm is een open vraag en wellicht in laatste instantie irrelevant. Berg heeft zijn liefdesavontuur op een ander plan getild. In eigen analyses bij de suite gebruikt Berg twee keer de uitdrukking Schicksal erleidend! ( zijn noodlot dragend ) maar koppelt deze hartenkreet aan compositorische kenmerken van het werk. Bijvoorbeeld de grote ontwikkelingen (aldus Berg) die de thema s en de reeks in de compositie ondergaan. Zijn refereren aan het Schicksal, en de opzwepende emoties van het werk getuigen ervan dat Berg ook in zijn Lyrische Suite schatplichtig blijft aan zijn romantische wortels. Vandaag klinken de drie delen die Berg zelf voor strijkorkest herschreef. HH Donker beeld Ik wil ontroeren en ontroerd worden... alles aan muziek is pathetisch. Een ding is voor mij onontkoombaar: ik moet artistiek in de ik-vorm kunnen spreken. Deze zinnen van Wolfgang Rihm uit het begin van de jaren 70 zijn intussen beroemd, en niemand meer die er aanstoot aan neemt. Rihms streven naar nietsontziende expressie manifesteert zich allereerst in zijn belangstelling voor het leven en werk van psychisch lijdende kunstenaars als Lenz, Nietzsche en de schilderende schizofrenie-patient Wölfli. In dezelfde tijd duikt in zijn werk en geschriften ook het woord innerlijkheid op. Hij componeert een strijkkwartet met de subtitel Im Innersten. In verband met Dis-Kontur uit 1973 schrijft de componist: Ik wil innerlijkheid, maar de mijne en bij mij binnen is het niet zo gemütlich. Rihms ungemütliche innerlijke toestanden komen tot uitdrukking in het eruptieve klankbeeld van zijn partituren. Een compositie is voor hem een zoektocht naar het werk, naar een muzikale vorm. In de jaren 90 heeft hij aan zijn zoektocht naar de vorm een hele cyclus gewijd: Jagden und Formen. Het is een work in progress ( ) waarop nog verdere zoektochten naar de vorm kunnen volgen. Reeds sinds de jaren tachtig gebruikt hij vaak abstracte titels denk aan zijn Chiffre-cyclus. Maar ook in deze tot klanktekens gereduceerde stukken gaat het om speurtochten; ze zijn open en contradictoir, zoals alle werken van 4 5

4 Rihm. Bij het imago van de componist past zijn affiniteit met het surrealistische theater van Artaud (Séraphimcyclus ), net als zijn fascinatie voor de mystieke filosofische geschriften van Hermes Trismegistos, waarop zijn in juni van dit jaar in de Zaterdag- Matinee uitgevoerde werk Quid est Deus? gebaseerd is. Dat Rihm in zijn recente opera Dionysos ze was dit jaar tijdens het Holland Festival te horen weer terugkomt op Nietzsche, bewijst dat er een constante is in zijn scheppen. Tot op heden gaat het de componist erom de menselijke afgronden te verkennen, ook zijn die van hemzelf. Rihm: Muziek moet vol emotie zijn, de emotie vol complexiteit. Rihms Dritte Musik für Violine und Orchester uit 1993 weerspiegelt de liefde die de componist voor de schilderkunst voelt. Naast de literatuur en filosofie behoort ook de beeldende kunst tot zijn inspiratiebronnen. Dit uitte zich reeds vroeg in werktitels en metaforen, zoals contouren, lijnen, kleuren en contrasten. Maar zijn oeuvre bevat ook composities die direct door specifieke werken uit de beeldende kunst geïnspireerd zijn. Hiertoe behoren Kolchis (naar een sculptuur van Kurt Kocherscheidt) uit 1992 en Der Maler träumt uit 2008/09, dat geënt is op schilderijen en teksten van de Duitse expressionist Max Beckmann (uitgevoerd in de ZaterdagMatinee van 29 oktober jl.). De Dritte Musik für Violine und Orchester is opgedragen aan de in 1992, een jaar voor het ontstaan van het werk, overleden Kurt Kocher- scheidt. Rihm noemt het een Requiem für einen Malerfreund. Op het voorblad van de partituur staat te lezen: Deze muziek is ter nagedachtenis opgedragen aan Kurt Kocherscheidt ( ), in wiens schilderkunst ik van de Grundklang tot aan het Oberflächengeräusch veel afgeluisterd heb (met zijn schilderij Schwarze Schönheit uit 1983 voor ogen). Rihm toont zich in Dritte Musik een meester van het orkestrale klankkoloriet. Het betoog van de soloviool beweegt zich tussen geëxalteerde passie, stokken en verstommen. Bongo s, conga s, marimbafoon en accordeon creëeren kleureilanden in dit overwegend donkere en zwaarmoedige werk. Beethovens Tiende Toen Johannes Brahms Eerste symfonie in 1876 in Karlsruhe voor het eerst uitgevoerd werd, had ze al tien jaar onaf in de la gelegen. Dat Brahms tot zijn drieënveertigste wachtte voordat hij met een Eerste voor de dag kwam, hangt samen met zijn diepe ontzag voor het symfonische oeuvre van Beethoven. Aan zijn vriend, de violist Joseph Joachim, vertrouwde hij toe: Ik moet soms constateren dat wij nieuwe componisten meer [dan Beethoven, CS] met het thema worstelen. Wij houden angstig aan de melodie vast, maar er komt niets nieuws uit voort; we overladen haar alleen. In de vier jaren die Brahms ten tijde van de voltooiing van zijn Eerste in Wenen had gewoond, was zijn zelfvertrouwen dankzij zijn successen in de Johannes Brahms in 1862, het jaar waarin hij aan zijn Eerste symfonie begon muziekstad toegenomen. Hij aanvaardde de uitdaging zich met Beethoven te meten. Bovendien: had niet Schumann hem ooit voorspeld dat hij eens de opvolger van Beethoven zou worden? Het zal niet verbazen dat Brahms in zijn Eerste Beethoven probeert te evenaren. De symfonie vertoont veel raakvlakken met het werk van zijn beroemde voorganger. Een duidelijke parallel is het dramatische karakter van de symfonie. Ze staat bovendien in Beethovens noodlot-toonsoort c-klein. Een andere overeenkomst is de centrale betekenis van de doorwerking. In Brahms-Institut, Musikhochschule Lübeck verband met dat laatste zegt de dirigent Nikolaus Harnoncourt: De melodische ingevingen zijn op zichzelf niet zo opwindend ( ). Evenmin als bij Beethoven. Doorslaggevend is wat met de uiteindelijk gevonden thema s gebeurt, en dat is werkelijk grandioos. Brahms maakte het zijn tijdgenoten met zijn enigszins zwaar op de hand liggende Eerste symfonie niet makkelijk. De componist voelde dat aan. Aan de Weense dirigent Carl Reinicke schrijft hij: Mijn symfonie is lang en niet bepaald liebenswert. Na de uitvoering in Wenen meende de Weense arts Theodor Billroth: De motieven van de symfonie zijn niet sympathiek, ritmisch te langdradig en harmonisch van een al te stugge koppigheid, al getuigen ze van een woelig verlangen. Wanneer we aan Billroths bevindingen een positieve draai geven, langdradig door wijds uitgesponnen en stugge koppigheid door compromisloosheid vervangen, komen we dichter bij de waarheid. Met het woelige verlangen dat in Brahms Eerste symfonie tot uitdrukking komt, heeft Billroth het karakter van het werk goed getroffen. Maar er waren ook gunstige reacties. De gezaghebbende Weense muziekrecensent Eduard Hanslick noemde zijn Eerste Beethovens Tiende. Christiane Schima 6 7

5 B derde concert B-serie 51e seizoen 26 november 2011 Uitvoerenden Lothar Zagrosek De Duitse dirigent Lothar Zagrosek studeerde bij Hans Swarowsky, István Kertész, Bruno Maderna en Herbert von Karajan. Hij was chef-dirigent bij het symfonieorkest van de Oostenrijkse Omroep, werkte van in de Parijse Opéra en was diezelfde periode eerste gastdirigent van het BBC Symphony Orchestra. Van 1990 tot 1992 was hij Generalmusikdirektor van de Opera van Leipzig. Sinds 1995 is hij als eerste gastdirigent en artistiek adviseur verbonden aan de Junge Deutsche Philharmonie. Terwijl Zagrosek tussen 1997 en 2006 Generalmusikdirektor van de Staatsoper Stuttgart was, werd het theater vijf maal onderscheiden als Operagezelschap van het jaar, en hij twee maal als Dirigent van het jaar. Van 2006 tot 2011 was hij chef-dirigent van het Konzerthausorchester in Berlijn. Zagrosek leidde de Wiener Staatsoper (meest recent, in 2010, in Schönbergs Moses und Aron) en de Staatsoper Hamburg, de Bayerische Staatsoper in München, de Deutsche Oper in Berlijn, de Semperoper in Dresden, de Muntschouwburg in Brussel en het Royal Opera House Covent Garden, en trad op tijdens het Glyndebourne Festival. Afgelopen seizoen, na een opvoering van Nono s L Intolleranza in het Teatro La Fenice in Venetië, werd hij meteen teruggevraagd voor uitvoeringen van Das Rheingold. Bij de Opera van Frankfurt dirigeert hij dit seizoen twee werken van Luigi Dallapiccola: Volo di notte en Il prigioniero. In de concertzaal werkte Lothar Zagrosek met orkesten als het Gewandhausorchester in Leipzig, de Berliner en Münchner Philharmoniker, alle grote radio-orkesten van Duitsland, het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Symphoniker, het London Philharmonic, het Orchestra dell Accademia di Santa Cecilia, het Orchestre National de France, Atlanta Symphony, het Orchestre Symphonique de Montréal en het NHK Symfonieorkest in Tokyo. Hij trad op tijdens festivals als de Wiener Festwochen, de Berliner Fest wochen, de Proms in Londen, de Münchner Opernfestspiele en de Salzburger Festspiele, en is regelmatig te gast bij de festivals voor eigentijdse muziek in Donaueschingen, Berlijn, Brussel en Parijs. Zijn met prijzen overladen discografie omvat opnamen van twintigste-eeuwse Lothar Zagrosek werken als Al Gran Sole Carico D Amore van Nono en Lachenmanns Das Mädchen mit dem Schwefelhölzern en Dantons Tod van Gottfried von Einem, Messiaens Saint François d Assise (met Dietrich Fischer-Dieskau) en het complete werk voor koor en orkest van Hindemith. In de reeks Entartete Musik voor Decca legde hij Křeneks Jonny spielt auf vast, Der Kaiser von Atlantis van Viktor Ullmann, de Deutsche Sinfonie van Hanns Eisler, Der gewaltige Hahnrei van Berthold Goldschmidt, Die Vögel van Walter Braunfels en Verlobung im Traum van Hans Krása. In 2006 werd Lothar Zagrosek in Frankfurt de Hessischer Kulturpreis toegekend. Bovendien kreeg hij de Preis der deutschen Schallplattenkritik Eerder in de Matinee: o.a. Debussy La Damoiselle élue (2001), Strauss Ariadne auf Naxos (2003), Boulez Le soleil des eaux & Debussy Le martyre de Saint Sébastien (2007), Dukas Ariane et Barbe-Bleue (2010) Tasmin Little De Britse violiste Tasmin Little soleerde bij de grote orkesten van de wereld. Als soliste/dirigente trad zij op met ensembles en orkesten als het Royal Philharmonic, Seattle Symphony, de London Mozart Players, het English Chamber Orchestra, het Noors Kamerorkest, het European Union Chamber Orchestra en Britten Sinfonia. Met haar groots opgezette project The Naked Violin, met workshops, internetdownloads en concerten, genereerde Tasmin Little in 2008 grote internationale belangstelling. In hetzelfde jaar ontving zij naar aanleiding van dit project de Classic christian Nielinger 8 9

6 Tasmin Little FM Gramophone Award for Audience Innovation. Als soliste speelde zij in de Zaterdag- Matinee in het seizoen de wereldpremière van Willem Jeths Vioolconcert. Een seizoen later volgde het Vioolconcert Vanishing Dances van Theo Loevendie en Prokofjevs Eerste vioolconcert in De Vrijdag van Vredenburg en Het Zondagochtend Concert. Afgelopen seizoen waren er verder concerten in Australië, Nieuw-Zeeland en Slovenië, en tijdens het festival Music Through Time in Kings Place, Londen. In 2008 trad zij voor de vijftiende keer op tijdens de BBC Proms, Paul Mitchell met een uitvoering van het Concert voor viool en hoorn van Dame Ethyl Smyth. Tasmin Little richt zich in belangrijke mate op zelden gehoord repertoire. In 2003 speelde zij bijvoorbeeld Ligeti s Vioolconcert met de Berliner Philharmoniker en Sir Simon Rattle, niet alleen in de Proms, maar ook in de Philharmonie van Berlijn, tijdens de Salzburger Festspiele en in Carnegie Hall, New York. In 2006 had Tasmin Little de artistieke leiding over haar festival Delius Inspired, dat een week lang op BBC Radio 3 werd uitgezonden, en van 2008 tot 2010 was zij artistiek leider van het Spring Sounds Festival van het Orchestra of the Swan in Stratford-upon-Avon. Haar discografie omvat 23 opnamen, met muziek van Bruch en Brahms tot Karłowicz en Pärt. In de herfst van 2010 verscheen Elgars Vioolconcert met een bijzondere versie van de cadens. Deze opname werd bekroond met de Brit Award Tasmin Little is een Ambassador voor The Prince s Foundation for Children and the Arts, Fellow van de Guildhall of Music and Drama, en werd onderscheiden door de Universiteiten van Bradford, Leicester, Hertfordshire en City of London. Zij bespeelt de Regent Stradivarius (1708), ter beschikking gesteld door de Royal Academy of Music. Eerder in de Matinee: Ligeti Vioolconcert (2006), De Raaff Vioolconcert (2008), Jeths Violin Concerto no.2 - diptych portrait (2010), Loevendie Vioolconcert Vanishing Dances (2010) Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) wordt gerekend tot de top van de Nederlandse symfonieorkesten. Het excelleert in een groot aantal genres en onderscheidt zich in het Nederlandse muziekleven door bijzondere en avontuurlijke programma s. Het merendeel van de concerten van het RFO is te beluisteren in de omroep series NTR Zaterdag Matinee, De Vrijdag van Vreden burg en Het Zondagochtend Concert. Daarnaast maakt het orkest zijn opwachting in o.a. de Robeco Zomerconcerten en het Holland Festival. Tot augustus 2012 is Jaap van Zweden chef-dirigent van het RFO. Daarna neemt Markus Stenz het chefdirigentschap van hem over. James Gaffigan staat als vaste gastdirigent minimaal vier keer per jaar voor het orkest. Edo de Waart is als eredirigent aan het RFO verbonden. Het RFO voert in samenwerking met het Groot Omroepkoor werken voor koor en orkest uit, variërend van opera s, missen en oratoria uit de negentiende eeuw tot meesterwerken van deze eeuw. Dit seizoen zijn dat onder meer Ponchielli s La Gioconda, Puccini s Tosca en Henze s twaalfde grote opera L Upupa und der Triumph der Sohnesliebe. Het RFO speelt regelmatig werk van Nederlandse componisten. Nieuwe muziek van Peter-Jan Wagemans, Richard Rijnvos, Robin de Raaff, Marijn Simons, Otto Ketting en Jan van de Putte wordt dit seizoen uitgevoerd, naast premières van o.a. Wolfgang Rihm en Sofia Goebaidoelina. In de serie NTR ZaterdagMatinee is het RFO met regelmaat te beluisteren, aangevoerd door onder anderen Reinberg de Leeuw, Jaap van Zweden, Edo de Waart, Bruno Bartoletti, Serge Baudo, Markus Stenz, Ed Spanjaard en Pinchas Steinberg. Naast de vele concerten in de omroepseries ontplooit het RFO activiteiten die in belangrijke mate bijdragen aan de internationale reputatie van het orkest. Buitenlandse concerten vinden dit seizoen plaats in de Keulse Philharmonie met pianist Hannes Minnaar (winnaar Koningin Elisabethwedstrijd 2010) en in de Londense Royal Albert Hall in de BBC Proms De live-opnamen van Wagners Lohengrin, Die Meistersinger von Nürnberg en Parsifal, die het orkest onder leiding van Jaap van Zweden maakte, zijn internationaal zeer goed ontvangen. Daarnaast omvat de omvangrijke plaat- en cd-catalogus van het RFO legendarische opnamen onder leiding van o.a. Leopold Stokowski, Antal Doráti, Jean Fournet en Edo de Waart. Cd s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Momenteel wordt gewerkt aan een Sjostakovitsjserie onder leiding van Mark Wigglesworth en de complete symfonieën van Bruckner onder leiding van Jaap van Zweden. volg het radio filharmonisch orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook

7 Radio Filharmonisch Orkest komende concerten in De vrijdag van Vredenburg chef-dirigenten Jaap van Zweden (honorary chief conductor) en Markus Stenz (per augustus 2012) ere-dirigent Edo de Waart vaste gastdirigent James Gaffigan assistentdirigent Wouter Padberg eerste viool Joris van Rijn Mitcho Dimitrov Fred Gaasterland Alexander Baev Alberto Facanha Johnson Natalia Gabunia Mariska Godwaldt Kerstin Kendler Anna Korpalska Pamela Kubik Leonie Mensink Theo Ploeger Pieter Vel Peter Weimar tweede viool Casper Bleumers Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Jill Bernstein Michiel Eekhof Odilia Fiedler Annemarie van Helderen Ingrid van Leeuwen Dana Mihailescu Nienke Teuben Alexander van den Tol altviool Frank Brakkee Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Martina Forni Annemijn den Herder Ben Joles Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Petr Muratov Ewa Wagner cello Michael Stirling Anton Istomin Wim Hülsmann Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard contrabas Wilmar de Visser Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Stephan Wienjus Eduard Zlatkin fluit Carla Meijers Thies Roorda hobo Hans Wolters Yvonne Wolters klarinet Harmen de Boer Diede Brantjes basklarinet Esther Misbeek Sergio Hamerslag fagot Dennis Notten Annet Karsten Freek Sluijs contrafagot Desirée van Vliet hoorn Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Peter Janosi trompet Hessel Buma Hans Verheij trombone Herman Nass Pete Saunders bastrombone Wouter Iseger tuba Bernard Beniers pauken Paul Jussen slagwerk Maarten Smit Hans Zonderop Henk de Vlieger Vincent Cox Harry van Meurs harp Lavinia Meijer piano Reinier Houdt accordeon Bart Lelivelt Thierry Fischer vrijdag 2 december, uur; inl u Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Stravinsky goes classical In Pulcinella, gebaseerd op melodieën toegeschreven aan Pergolesi, grijpt Stravinsky voor het eerst terug op het verleden. Toen hij de melodieën zag, was hij onmiddellijk verliefd. Van papa Haydn dirigeert Thierry Fischer zijn eerste en zijn laatste symfonie. Radio Kamer Filharmonie Thierry Fischer dirigent Loriana Castellano mezzosopraan Juan Francisco Gatell tenor Simone Alberghini bas Haydn Symfonie nr. 1 Stravinsky Pulcinella (compleet) Haydn Symfonie nr. 104 De klok Chris Stock Alina Ibragimova vrijdag 9 december, uur; inl.19.30u Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht Herreweghe in de hoog-romantiek Mendelssohns Vioolconcert is een van de meest geliefde romantische vioolconcerten: virtuoos, hartstochtelijk, en vol romantische en zangerige weemoed, die nog eens wordt versterkt door het prachtige geluid van Ibragimova s Guarneri-viool uit Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Alina Ibragimova viool Mendelssohn Meeresstille und glückliche Fahrt Mendelssohn Vioolconcert in e* Schumann Derde symfonie Rheinische * * 11 december uur ook in Het Zondagochtend Concert Concertgebouw, Amsterdam Sussie Ahlburg 12 13

8 komende concerten in Hellen Kwon Susan Bullock Anne-Marie Le Blé Thomas Hengelbrock zaterdag 3 december, ca uur Concertgebouw Amsterdam serie MusA De eigenzinnige expressiviteit van Zelenka Balthasar Neumann Chor & Orchester Thomas Hengelbrock dirigent Zelenka Missa Dei filii Bach Magnificat BWV 243a Omdat Bach na Pasen en Pinksteren cantor van de Thomaskirche in Leipzig was geworden, was Kerstmis 1723 de eerste gelegenheid voor een feestelijk muzikaal visitekaartje van zijn hand. Dat werd zijn Magnificat: zijn eerste grootschalige stuk kerkmuziek, en het enige vijfstemmige vocaal-instrumentale werk dat Bach schreef vóór de Hohe Messe. In dit concert klinkt de oorspronkelijke versie in Es, inclusief de vier kerstlauden, en met blokfluiten in plaats van de latere flauti traversi, en met een trompet in plaats van hobo s. Voor de pauze een absolute zeldzaamheid, de Missa Dei filii. Het werk is expressief, adembenemend mooi en diepzinnig. En de noten stammen nu eens niet uit de beroemde pennen van Bach of Händel, maar van een groot Boheems talent dat werkte aan het hof van de keurvorst van Saksen, August de Sterke, in Dresden: Jan Dismas Zelenka. Vast staat dat Zelenka Bach en zijn oudste zonen persoonlijk heeft gekend en dat Bach hem tot de belangrijkste componisten van zijn tijd rekende. (cr) Berthold Fabricius Edo de Waart zaterdag 10 december, uur Concertgebouw Amsterdam serie O Femmes fatales Radio Filharmonisch Orkest Edo de Waart dirigent Das Gehege Hellen Kwon sopraan (Die Frau) Salome Roman Sadnik tenor (Herodes) Susan Maclean mezzosopraan (Herodias) Susan Bullock sopraan (Salome) Michael Volle bariton (Jochanaan) Stephan Rügamer tenor (Narraboth) e.a. Rihm Das Gehege (eerste uitvoering in Nederland) Strauss Salome Bobby Lee De Duitse componist Wolfgang Rihm (1952) heeft zich in de twintigste eeuw duidelijk gepositioneerd naast en misschien wel tegenover Boulez, Stockhausen en de seriële muziek. Hij schreef honderden werken, waaronder ook vele voor het theater. Het monodrama Das Gehege, een nachtelijke scène voor sopraan en orkest uit 2006 handelt over een gefrustreerde vrouw die een gekooide adelaar bevrijdt, maar hem vervolgens doodt. Das Gehege, dat letterlijk ingesloten of omheind terrein betekent, fungeerde voor Rihm als een metafoor voor de val van de Muur. Salome, net als Das Gehege een eenakter, schreef Richard Strauss in 1905, en het werk revolutioneerde de operamuziek. Nog nooit had een componist in zowel de vocale partijen als het orkest de tonale grenzen zo ver opgerekt om tot een extreem expressief klankbeeld te komen. Salome, gebaseerd op Oscar Wilde s decadente toneelstuk, vertelt het verhaal van de Bijbelse prinses Salome die het hoofd van Johannes de Doper eist. (wb) Resonanz Rihm 14 15

9 Radio 4 Concerthuis Violistes van nu Met het nieuwe Radio 4 Concerthuis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een concertzaal wanneer u dat wilt. Natuurlijk zijn de eigen Radio 4 concertseries (de Vrijdag van Vredenburg, de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert) volop aanwezig in het Radio 4 Concerthuis. De recente hoogtepunten, maar ook de prachtige historische opnames uit het rijke omroeparchief. En ook alle concerten van het nieuwe seizoen NTR ZaterdagMatinee kunt u terugluisteren in het Radio 4 Concerthuis. U kunt op elk gewenst moment kiezen uit het wisselende en altijd actuele aanbod van ruim 100 concerten en zelf uw concertprogramma samenstellen. Of laat u verleiden door de bijzondere highlights die geprogrammeerd voor u klaarstaan, voorzien van extra informatie en aantrekkelijk gepresenteerd. De afgelopen weken stonden in de NTR ZaterdagMatinee bijzondere violistes op het podium van het Concertgebouw. Het Radio 4 Concerthuis zet ze allemaal op een rij in de orkestmuziekzaal. In het Radio 4 Concerthuis bepaalt ú wat u wilt horen, in het door u gewenste genre, wanneer u maar wilt. ga naar radio4.nl/concerthuis 16