Bedieningshandleiding Veiligheidsmodule SLB 400-C. 1. Over dit document. Inhoudsopgave

Transcriptie

1 Veiligheidsmodule SLB 400-C 1. Over dit document 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfsneming, veilige werking en de demontage van de noodstopschakelaar. Een duidelijk leesbare kopie van de bedieningshandleiding moet altijd in de directe nabijheid van het product bewaard 1.2 Doelgroep: gemachtigd personeel Alle activiteiten die in deze bedieningshandleiding beschreven worden, mogen uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel, dat hiertoe gemachtigd is door de eigenaar van de machine of installatie, uitgevoerd Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding gelezen heeft en begrijpt voordat u het component installeert en in werking stelt. Bij de keuze en inbouw van de componenten alsook bij hun integratie in de besturing moet de machinebouwer rekening houden met de geharmoniseerde normen en hun vereisten. 1.3 Gebruikte symbolen Informatie, tip, opmerking: Dit symbool markeert nuttige extra informatie. x.000 / v.a. / / BZ-Nr V900 / Teile-Nr / Ausgabe C Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie Doelgroep: gemachtigd personeel Gebruikte symbolen Correct gebruik Algemene veiligheidsinstructies Waarschuwing voor foutief gebruik Uitsluiting van aansprakelijkheid Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Speciale versies Bestemming en gebruik Technische gegevens Veiligheidsclassificatie Basisprincipes voor een veilig gebruik Functies Bedrijfsmodi Instellung van de systeemcodes Montage 3.1 Algemene montage-instructies Montage van de veiligheidsfotocellen Elektrische aansluiting 4.1 Aansluitvoorbeeld Aansluitschema Gebruik en onderhoud 5.1 Functietest Diagnose Onderhoud Demontage en afvalverwijdering 6.1 Demontage Afvalverwijdering Bijlage 7.1 EG-Conformiteitverklaring Voorzichtig: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot storingen, een foutieve werking of defecten leiden. Waarschuwing: Het niet-naleven van deze waarschuwing kan tot lichamelijke verwondingen en/of materiële schade aan de machine tot gevolg hebben. 1.4 Correct gebruik De hier beschreven producten werden ontwikkeld om veiligheidsrelevante functies uit te voeren als onderdeel van een volledige machine of installatie. De bouwer van een machine of installatie is verantwoordelijk voor de correcte werking van het geheel. Het veiligheidscomponent mag uitsluitend voor de door de fabrikant toegestane toepassingen en doeleinden gebruikt Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied vindt u in het hoofdstuk "Productbeschrijving". 1.5 Algemene veiligheidsinstructies De gebruiker moet de veiligheidsinstructies van deze bedieningshandleiding alsmede de nationale installatienormen en de geldende veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen. Aanvullende technische informatie vindt u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus: Alle vermeldingen zijn vrijblijvend en zonder enige contractuele verbintenis. Technische wijzigingen voorbehouden. Het volledige concept van de besturing, waarin de veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd worden volgens EN ISO Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen restrisico's bekend. 1

2 Veiligheidsmodule SLB 400-C 1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties kunnen bij gebruik van het component eventuele gevaren voor personen of schade aan machine- of installatieonderdelen niet uitgesloten Neem ook de opmerkingen van de normen EN ISO en DIN EN ISO in acht. 1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant uitgesloten.. Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende schade. 2. Productbeschrijving 2.1 Bestelgegevens Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types: SLB 400-C10-1R Alleen bij een correcte uitvoering van de montage, zoals in deze handleiding beschreven, blijft de veiligheidsfunctie en dus de conformiteit met de Machinerichtlijn behouden. 2.2 Speciale versies Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij overeenstemmen met de serieversies. 2.3 Bestemming en gebruik In combinatie met een tot vier testbare veiligheidsfotocellen SLB 400-E50-21P (zender) en SLB 400-R50-21P (ontvanger) vormt de veiligheidsmodule SLB 400-C10-1R een aanrakingsvrij werkende beschermvoorziening volgens I EC 61496, type 4, voor het beveiligen van gevaarlijke zones aan mechanisch aangedreven werkmiddelen. De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau. 2.4 Technische gegevens Voorschriften: EN , DIN CLC/TS , EN ISO Aanlooptest: ja Startvoorwaarden: Startresetknop, aan/uit functiecodering Terugkoppeling: ja Behuizing: glasvezelversterkte kunststof Bevestiging: Snelbevestiging voor DIN-rail volgens DIN EN Aansluitwijze: Schroefklemmen Kabeldoorsnede: max. 4 mm² (incl. adereindhulzen) Dichtingsgraad: Klem: IP20, Behuizing: IP40 U e : 24 VDC ± 15% Afzekering van de bedrijfsspanning: 1 A I e : 0,3 A zonder bijkomende transistoruitgangen en fotocellen Ingangen: Bewaakte ingangen: max. 4 fotocelparen Ingangsweerstand: ca. 2 kω aan GND Ingangssignaal "1": VDC Ingangssignaal "0": VDC Max. kabellengte: 100 m met 0,75 mm² kabel Uitgangen: 2 vrijgavecontacten Gebruikscategorie: AC-15, DC-13 I e /U e : 2 A / 250 VAC, 2 A / 24 VDC Contactbelastbaarheid: max. 250 VAC, max. 2 A (cos Ω = 1) Schakelspanning: max. 250 VAC Belastingsstroom: max. 2 A Schakelvermogen: max. 500 VA Kortsluitbeveiliging: 2 A gg D-zekering Signaaluitgang: 2 transistoruitgangen, Y1 + Y2 = max. 100 ma, p-schakelend, kortsluitvast Reactietijd: 25 ms Storingsbestendigheid: volgens EMC-richtlijn Max. schakelfrequentie: 10 Hz Overspanningscategorie: II volgens DIN VDE 0110 Vervuilingsgraad: 3 volgens DIN VDE 0110 Trillingsbestendigheid: Hz / Amplitude 0,35 mm, ± 15 % Schokbestendigheid: 30 g / 11 ms Omgevingstemperatuur: 0 C C Opslag- en transporttemperatuur: 25 C +70 C Afmetingen: 99, mm 2.5 Veiligheidsclassificatie (in combinatie met veiligheidsfotocellen SLB 400-E/R50-21P) Voorschriften: EN ISO , IEC PL: tot e Categorie: tot 4 PFH waarde: - tot max schakelcycli/jaar: 3, /h bij DC 2 A; - tot max schakelcycli/ jaar: 7, /h bij AC 2 A SIL: tot 3 Gebruiksduur: 20 jaar 2.6 Basisprincipes voor een veilig gebruik De besturing van de te beveiligen machine of installatie moet elektrisch beïnvloedbaar zijn. Een schakecommando dat van de veiligheidsmodule uitgaat, moet tot een uitschakeling van de gevaarlijke beweging leiden. Het instellen en wijzigen van de veiligheidsvoorziening mag uitsluitend door gemachtigd vakpersoneel uitgevoerd Het moet gegarandeerd zijn dat een persoon een gevaarlijke plaats of een gevarenzone niet kan bereiken voordat de gevaarlijke beweging beëindigd is. Zolang een persoon of een lichaamsdeel zich op de gevaarlijke plaats of in de gevarenzone bevindt, mag de machine niet herstarten. Het bedienen van de bedienorganen voor het vrijgeven van de machine of de installatie vanuit de gevaren zone moet onmogelijk zijn. 2.7 Functies De veiligheidsmodule heeft een tweekanalige structuur. Het bevat twee veiligheidsrelais met bewaakte, gedwongen uitgevoerde contacten. De in serie geschakelde NO contacten van de relais vormen de vrijgavecontacten. De veiligheidsmodule heeft ingangen die te onderzoeken lichtschermen bewaken, een terugmeldcontact voor het bewaken van externe afschermingen en een ingang voor het controleren van de vervuilingsgraad van hetveilgheidslichtscherm. De status van deze ingangen wordt steeds door een gele LED, die zich naast de aansluitklemmen bevindt, aangegeven. De veiligheidsfunctie van het volledige systeem wordt automatisch na het inschakelen van de aanrakingsvrij werkende beschermvoorziening en na een manuele test (extern testsignaal door het bedienen van het bijbehorende bedienorgaan) gecontroleerd.daarnaast wordt tijdens de werking een cyclische test uitgevoerd. 2

3 Veiligheidsmodule SLB 400-C De werking is mogelijk: met een tot vier fotocellen met of zonder start-/herstartblokkering en met of zonder bewaking extern relais Bij levering zijn de bedrijfsmodi met start-/herstartblokkering, met bewaking extern relais en de werking met twee fotocellen ingesteld. Werkingsprincipe na het inschakelen Na het inschakelen van de bedrijfsspanning voert de veiligheidsmodule een interne zelftest uit. Daarna worden de aangesloten fotocellen geactiveerd en getest. Als er geen fout gevonden wordt, is de verdere werking afhankelijk van de ingestelde bedrijfsmodus. Als de vrijgavepaden gesloten zijn, brandt de groene LED "Relais". Als de lichtweg van een veiligheidsfotocel onderbroken wordt, worden de vrijgavepaden van de veiligheidsmodule geopend en brandt de rode LED "Relais". 2.9 Instellung van de systeemcodes De tot vier veiligheidsfotocellen van de SLB 400-C worden via verschillende bitpatronen getest. Op die manier wordt een wederzijdse beïnvloeding van de fotocellen uitgesloten. Om de wederzijdse beïnvloeding van meerdere systemen (meerdere SLB 400-C) te vermijden, kan via de DIP schakelaars J5 tot J8 een specifiek bitpatroonset ingesteld Bitpatroonset Schakelaarpositie J5 J6 J7 J8 Gedrag in werking/ Opmerkingen 1 OFF OFF OFF OFF Systeem 1 (Fabrieksinstelling) 2 OFF ON OFF ON Systeem 2 3 ON OFF ON OFF Systeem 3 4 ON ON ON ON Systeem Bedrijfsmodi De gewenste bedrijfsmodi worden ingesteld door het omschakelen van de DIP schakelaars die zich onder het deksel van de behuizing bevinden. Bij levering is het toestel als volgt ingesteld: werking met een paar fotocellen (bruggen tussen de aansluitklemmen van de andere aansluitngen), met start-/herstartblokkering en met bewaking extern relais (schakelaarinstelling: J1=ON, J2=ON, J3=ON, J5=J6=J7=J8=OFF). Om de basisinstellingen te wijzigen moet de bedrijfsspanning uitgeschakeld en het deksel van de behuizing van de veiligheidsmodule geopend Na het wijzigen van de instellingen moet het deksel van de behuizing terug gesloten en de bedrijfsspanning opnieuw ingeschakeld Bedrijfsmodus Beschermende werking met start-/ herstartblokkering Met bewaking extern relais Zonder bewaking extern relais Schakelaarpositie J1=OFF, J2=OFF J1=ON, J2=ON J3=ON J3=OFF Functie Zodra het veiligheidsveld vrij is (lichtwegen vrij), worden de vrijgavepaden gesloten. De groene LED "RELAY" brandt. Deze bedrijfsmodus verhindert dat de vrijgavepaden na het uit- en terug inschakelen van de bedrijfsspanning of een ingreep in het veiligheidsveld (onderbreking van de lichtweg) of een verandering van de toestelinstellingen automatisch in de AAN toestand overgaan. Het verzoek tot vrijgave van de herstartblokkering wordt door de LED (RESTART) en uitgang Y1 weergegeven. Pas na het bedienen en terug loslaten van het bedienorgaan/de startknop (NO contact) (bedieningstijd minstens 250 ms en max. 5 s), verdwijnt de melding en worden de vrijgavepaden ingeschakeld. De in serie geschakelde NG contacten van de externe relais moeten aan de terugkoppeling aangesloten Voor iedere inschakeling van de veiligheidsmodule wordt gecontroleerd of de externe relais uitgeschakeld zijn (NG contact gesloten). Als de bewaking extern relais niet vereist is, mag de terugkoppeling niet aangesloten 3. Montage Werking met minder dan vier veiligheidsfotocellen Bij aansluiting van minder dan vier veiligheidsfotocelparen moeten de aansluitingen van de testingangen en de schakeluitgangen van de niet-aangesloten fotocellen overbrugd 3.1 Algemene montage-instructies Monteer de veiligheidsmodule SLB 400-C10-1R op een DIN rail in de schakelkast en sluit hem volgens het aansluitschema aan (zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting) in functie van de behoeften. 3.2 Montage van de veiligheidsfotocellen De bevestigingsmogelijkheden worden vermeld op de maatschets en in de technische gegevens van de veiligheidsfotocel in kwestie. Bij de montage van de veiligheidsfotocellen moeten de opmerkingen van deze handleiding en de geldende normen en voorschriften onvoorwaardelijk in acht genomen Bijkomende maatregelen kunnen vereist zijn om te garanderen dat de BWS niet gevaarlijk uitvalt bij aanwezigheid van andere vormen van lichtstraling in een speciale toepassing (bijv. gebruik van kabelvrije besturingen op kranen, straling van lasvonken of effecten van stroboscooplichten). Veiligheidsafstand De fotocellen moeten zodanig gemonteerd worden dat een persoon de gevaarlijke plaats of de gevarenzone niet kan bereiken voordat de gevaarlijke beweging beëindigd is en het omzeilen van de fotocel niet mogelijk is. De veiligheidsafstand "S" moet volgens de formule van EN ISO berekend S = K x T + C (K = 1600 mm/s, T = totale reactietijd, C = constante) 3

4 Veiligheidsmodule SLB 400-C Aantal veiligheidsfotocellen en hoogte van de lichtstralen: Het aantal lichtstralen en de hoogte van de lichtstralen boven het referentievlak worden door de vereisten van het mechanisch aangedreven arbeidsmiddel in kwestie, door EN ISO of door een risicoanalyse vastgelegd. De volgende tabel toont de waarden van EN ISO die op het ogenblik van de publicatie van deze montagehandleiding gelden voor de hoogte van de lichtstralen boven het referentievlak en de berekening van de veiligheidsafstand "S": 4.1 Aansluitvoorbeeld SLB-E SLB-R SLB-E SLB-R VDC J L1 Aantal fotocellen Hoogte van de lichtstralen over het referentievlak in mm Berekening van de veiligheidsafstand "S" / 600 / 900 / 1200 S = (1600 mm/s x T) mm / 700 / 1100 S = (1600 mm/s x T) mm / 900 S = (1600 mm/s x T) mm S = (1600 mm/s x T) mm A1 X1 X2 X3 X4 X5 X6 X7 X V T1 Q1 T2 Q2 RESTART CONT.M U B OUT MadeinGermany RESTART RELAY T = (reactietijd van de machine + reactietijd SLB 400-C10-1R) in seconden 0V A2 T3 Q3 T4 Q4 PM INDIC. U B OUT X9 X10 X11 X12 X13 X14 Y1 Y Omspiegeling Oppervlakken die parallel met de lichtstraal lopen, kunnen een reflectie veroorzaken. In dat geval wordt een hindernis in de lichtstraal niet meer herkend. Daarom moet een zijdelingse minimumafstand aangehouden worden van de optische as ten opzichte van spiegelende oppervlakken of voorwerpen. (Afb. 1a en Afb. 1b). Deze afstand is afhankelijk van de openingshoek van de fotocel en de afstand van de zender en de ontvanger. 0V 0V SLB-E SLB-R SLB-E SLB-R N K4 K5 3 M ~ SLB - E 4 SLB - R Zender SLB-E Ontvanger SLB-R 1 (BN): +UB 1 (BN): +UB 2 (WH): Test 2 (WH): Qp (pollution) 3 (BU): 0V 3 (BU): 0V 4 (BK): not connected 4 (BK): Q Afb. 1a: veiligheidsfunctie buiten werking SLB - E 4 Afb. 1b: veiligheidsfunctie gegarandeerd SLB - R Inductieve verbruikers moeten via een aangepaste bedrading ontstoord worden (contactbeveiliging parallel met de verbruiker gebruiken). De uitgangen Y1 en Y2 noch de signaalcontacten mogen in het veiligheidscircuit geïntegreerd Om wederzijdse beïnvloeding te vermijden moet iedere zender/ontvanger met een aparte kabel aangesloten Worden meerdere fotocellen aan een kabel aangesloten, dan moet een kabel met individuele aderafscherming gebruikt 4. Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toestand door gekwalificeerd en daartoe gemachtigd personeel uitgevoerd De resetknop moet buiten de gevarenzone geïnstalleerd zijn, zodat de operator tijdens het bedienen van de resetknop de gevarenzone kan overzien. Opmerkingen bij het schakelvoorbeeld Voor het beveiligen van gevarenzones tot categorie 4 / PL e volgens EN ISO Bewaking van een tot vier testbare veiligheidsfotocelparen en van de externe relais door de veiligheidsmodule SLB 400-C10-1R. Beveiliging van de relaisuitgangscontacten met een microzekering (2 A snel). Klemmenaansluiting: max. 2 draden. Werking met minder dan vier veiligheidsfotocelparen Bij aansluiting van minder dan vier veiligheidsfotocelparen moeten de klemmen van de niet-aangesloten fotocellen (X1/X2, X3/X4, X9/X10, X11/X12) overbrugd Bij levering is een brug tussen de klemmen X3/X4, X9/X10, X11/X12 geïnstalleerd. Werking met start-/herstartblokkering (manuele start) De bedrijfsmodus met start-/herstartblokkering (start/herstart) wordt via DIP schakelaars (zie hoofdstuk Toestelinstellingen) ingesteld. Het bedienorgaan (maakcontact, NO) wordt op de klemmen X5 en X6 aangesloten. Na een onderbreking van een veiligheidsfotocel moet het bedienorgaan minstens 250 ms en maximum 5 s bediend en opnieuw losgelaten De vermelding verdwijnt en de vrijgavepaden worden ingeschakeld. Bij niet-bediening van het bedienorgaan na het opzetten van de bedrijfsspanning blijven de vrijgavepaden geopend. Als de gevarenzone in de richting van het gevaarlijke punt verlaten kan worden, is een werking met herstartblokkering verplicht. 4

5 Veiligheidsmodule SLB 400-C 4.2 Aansluitschema Klem Functie/aansluiting A1 +U B Bedrijfsspanning SLB 400-C A2 U B Bedrijfsspanning SLB 400-C + +U B Bedrijfsspanning SLB 400 E/R U B Bedrijfsspanning SLB 400 E/R Vrijgavecontact Vrijgavecontact Fotocellen X1 Aansluiting Testingang Fotocel 1 X2 Aansluiting Schakeluitgang Fotocel 1 X3 Aansluiting Testingang Fotocel 2 X4 Aansluiting Schakeluitgang Fotocel 2 X9 Aansluiting Testingang Fotocel 3 X10 Aansluiting Schakeluitgang Fotocel 3 X11 Aansluiting Testingang Fotocel 4 X12 Aansluiting Schakeluitgang Fotocel 4 Signaaluitgangen Signaalcontact Vrijgavecontact gesloten (maakcontact (NO) Signaalcontact Vrijgavecontact geopend (verbreekcontact (NC)) X5 Aansluiting start-/herstartknop (NO contact) spanningsafname +24 V DC X6 Aansluiting start-/herstartknop (NO contact), ingang X7 Aansluiting terugkoppeling spanningsafname +24 V DC X8 Aansluiting terugkoppeling, ingang X14 Signaalingang, veiligheidsfotocellen vervuild Y1 Signaaluitgang, verzoek tot vrijgave van de start-/herstartblokkering Y2 Signaaluitgang, veiligheidsfotocellen vervuild 5. Gebruik en onderhoud 5.1 Functietest De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest Hierbij moet het volgende vooraf gecontroleerd worden: 1. Correcte montage van de fotocellen 2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen. 3. Eventuele schade aan de behuizing van de fotocel en de veiligheidsmodule controleren 4. De onderbreking van een of meerdere fotocellen brengt de gevaarlijke beweging tot stilstand 5. De veiligheidsafstand van de toepassing is groter dan de mathematische berekende. 5.2 Diagnose LED-aanduiding De LED-aanduiding van de veiligheidsmodule geeft de verschillende schakeltoestanden en fouten weer. De schakeltoestanden worden in de tabel verklaard. LED Kleur Functie Power groen LED brandt bij correcte aansluiting van de bedrijfsspanning Herstart geel LED brandt als de bediening van het bedienorgaan (start-/herstartknop) door de operator vereist is. De LED blijft branden, totdat de knop correct (incl. tijden) bediend werd. Ingangs- LED`s geel De LED's branden bij aanwezigheid van een positieve spanning aan de bijbehorende ingangsklem. RELAY groen Vrijgavepaden gesloten (systeem klaar voor werking en vrij) rood (permanent) rood (knipperend) Vrijgavepaden geopend (systeem klaar voor werking maar niet vrij) Systeemfout (knippercode, zie paragraaf "Diagnose") Geïntegreerde systeemdiagnose(isd) Bij foutmeldingen brandt de rode LED "RELAY" van de veiligheidsmodule met korte pauzes. Tijdens deze pauzes knippert de LED een- tot zesmaal met korte impulsen. De mogelijke fouten en hun oorzaken worden in de volgende tabel vermeld. Aanduiding Fout Oorzaak een impuls Kortsluiting Kortsluiting in de kabel, de testingangen van de fotocellen, de contacten van de bewaking extern relais, de knop van de herstartblokkering twee impulsen drie impulsen zes impulsen Bewaking extern relais DIPschakelaar Relais vier impulsen vijf impulsen Stoorsignalen Interne fout De bewaking extern relais is via de DIP schakelaars uitgeschakeld en er is een positief signaal aan de ingang. De herstartblokkering of het bitpatroonset is niet tweekanalig ingesteld aan de DIP schakelaar. Fout aan de interne veiligheidsrelais of hun aansturing, te lage voedingsspanning Te hoge inductieve of capacitieve stoorsignalen op de aansluitkabels Fout aan een ingangscircuit of processorfout De foutmelding wissen De foutmelding wordt gewist, als de foutoorzaak geëlimineerd is en het veiligheidsveld van minstens een fotocel onderbroken werd. 5.3 Onderhoud Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen: 1. Stevige bevestiging van de veiligheidsfotocellen controleren 2. Reinig de lenzen van de zender en de ontvanger met een propere zachte doek. Het gebruik van agressieve, schurende of krassende reinigingsmiddelen, die het oppervlak kunnen beschadigen, is niet toegestaan. 3. De totale aanspreektijd van de machine is niet groter dan de aanspreektijd die bij de eerste inbedrijfname berekend werd. 6. Demontage en afvalverwijdering 6.1 Demontage De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand gedemonteerd 6.2 Afvalverwijdering De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd 5

6 Veiligheidsmodule SLB 400-C 7. Bijlage 7.1 EG-Conformiteitverklaring EG-Conformiteitverklaring Vertaling van de originele verklaring van overeenstemming K.A. Schmersal GmbH Industrielle Sicherheitsschaltsysteme Möddinghofe 30, Wuppertal Germany Internet: Hiermee verklaren wij dat het hieronder beschreven veiligheidsapparaat op grond van zijn ontwerp en constructie beantwoordt aan de relevante Europese Richtlijnen. Benaming van de veiligheidsschakelaar: SLB 400-C10-1R (in combinatie met SLB 400-E/R-50-21P) Beschrijving van de veiligheidscomponent: BWS = aanrakingvrij werkende beschermvoorziening Geharmoniseerde EG Richtlijnen: 2006/42/EG EG-Machinerichtlijn 2004/108/EG EMC-Richtlijn Gemachtigde voor het samenstellen van de technische documentatie: Ulrich Loss Möddinghofe Wuppertal Erkende instantie voor het certificeren van het QS systeem volgens Bijlage X, 2006/42/ EG: TÜV Rheinland Industrie Service GmbH Alboinstraße Berlin Kenn Nr.: 0035 Plaats en datum van opstelling: Wuppertal, 22 juni 2011 SLB 400-C-B- 400-C-B-DE Rechtsgeldige handtekening Heinz Schmersal Directeur De meest recente geldige conformiteitverklaring kan via gedownload K. A. Schmersal GmbH Industrielle Sicherheitsschaltsysteme Möddinghofe 30, D Wuppertal Postfach , D Wuppertal Telefon (0) Telefax (0) info@schmersal.com Internet: 6