Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dierenkliniek Goeree Overflakkee"

Transcriptie

1 Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur BLOEDGROEPEN bij KATTEN Een uitgebreide voorbeeld studie is gedaan bij de Britse Korthaar. Daaruit blijkt dat de situatie met betrekking tot de bloedgroepen bij de Britse Korthaar als volgt is: 41% A en 59% B. Tot voor enkele jaren werden de gevolgen van verschillende bloedgroepen bij de kat niet als zodanig erkend, maar eenvoudig weg ondergebracht als: Fading Kitten Syndrome, zoals U verderop in dit artikel kunt lezen werden er sinds een aantal jaren onderzoekingen gedaan, waaruit men tot de conclusie is gekomen dat er bij katten ook elkaar niet verdragende bloedgroepen bestaan, met als gevolg: FELINE NEONATALE ISOERYTHROLYSIS (FNI). U zult misschien denken: F.N.I. wat is dat? Weer de een of andere nieuwe kattenziekte? Een ziekte waar U pilletjes, zalfjes, drankjes of injecties tegen geven kunt is F.N.I. niet, maar als het Uw kittens treft is het wel triest. Wat betekent namelijk Feline Neonatale Isoerythrolysis: De F staat voor: katten. De N staat voor: jonggeborene. De I staat voor: de vernietiging van rode bloedlichaampjes. Het gevolg zijn plotse sterfte onder de kittens. Het zal voor U waarschijnlijk niet onbekend zijn dat mensen verschillende bloed- groepen hebben. In de loop der jaren heeft men dat allemaal uitgeknobbeld en we weten nu bijvoorbeeld hoe de percentages bij de mensen liggen; Bloedgroep A 42%, B 14%, AB 7% en O 37%. Het is bekend dat bij bloedtransfusies alleen bloed van dezelfde bloedgroep gebruikt mag worden, daar anders de rode bloedlichaampjes 'oplossen' en een levensgevaarlijke situatie ontstaat. Ook weet men dat het bloed, ongeacht de bloedgroep, bij 85% van de blanke bevolking nog een ander soort kenmerk draagt, dat bij de overige 15% ontbreekt, de zgn. Rhesusfactor. Is een moeder Rh (Rhesus) negatief en de vader Rh positief dan kan dat een proces ontketenen dat leidt tot vorming van antilichamen bij de moeder, die aan het on- of pasgeboren kind ernstige schade kunnen berokkenen. Is de moeder echter Rh positief en de vader Rh negatief, dan ontstaat deze situatie niet. Van allerlei diersoorten waren bloedgroepen en de specifieke kenmerken daarvan al bekend, maar wat katten betreft daar hebben de onderzoekingen lang op zich laten wachten. Sinds het begin der

2 jaren '80 in Australië en later in Amerika, Frankrijk en Duitsland heeft men echter onderzoekingen gedaan bij katten. Die onderzoekingen hebben tot de volgende, voorlopige resultaten geleid: De vererving van bloedgroepen bij katten verloopt volgens de erfelijkheidsleer van Mendel. Dit wil echter niet zeggen dat de wijze van coderen overeenkomt met de in de Katten-Genetica m.b.t. tot kleur-vererving etc. gebruikelijke coderingen, daar geven hoofdletters aan dat een gen DOMINANT is en kleine letters geven aan dat een gen recessief is. Voor bloedgroepen worden slechts hoofdletters gebruikt plus de mededeling dat de ene bloedgroep (A), de andere (B) overheerst. Bij katten bevat het bloedplasma natuurlijke antilichamen tegen een vreemde bloedgroep. Bij andere diersoorten en bij de mensen worden die antilichamen pas gevormd wanneer bij bepaalde, elkaar niet ver- dragende, bloedgroepen of andere kenmerken (zoals Rh) het eerste contact heeft plaats gevonden. Een tweede contact kan dan tot onverdragelijkheids-reacties leiden. Misschien ten overvloede: Een Rhesus-factor Rh komt bij de kat niet voor! Bij katten zijn DRIE bloedgroepen geconstateerd t.w.: Bloedgroep A gevormd door het genenpaar A/A, A/AB of A/B, waarbij de eigenschappen van A de eigenschappen van AB of B onderdrukken. Bloedgroep AB gevormd door het genenpaar AB/AB of AB/B, waarbij de eigenschappen van AB de eigenschappen van B onderdrukken. Deze bloedgroep komt zeer zeldzaam voor. AB heeft ANDERE eigenschap- pen dan de combinatie van A/B. Bloedgroep B gevormd door het genenpaar B/B Wanneer kunnen er onverdragelijkheids-reacties optreden? 1. BLOEDTRANSFUSIE: Bijv. na een ongeval, bij een operatie enz. Een bloedtransfusie met bloed van een verkeerde bloedgroep zou o.a. een dodelijke shock tot gevolg kunnen hebben. (A-donor/Bontvanger) Uw dieren- arts zal daar beslist wel ervaringen mee hebben opgedaan bij andere dieren. Hopelijk is hij er reeds van op de hoogte dat een kat de antilichamen niet op- bouwt, zoals bijv. bij honden, maar reeds natuurlijke antilichamen in het bloed- plasma bezit. Bij een hond bijv. gebeurt er bij de eerste transfusie niets, maar een tweede kan dodelijk zijn. 2. ZWANGERSCHAP: Over dat wat er tijdens de zwangerschap kan gebeuren m.b.t. onverdragelijkheids-reacties bestaan nog verschillende meningen. In de ene publicatie wordt gezegd: "Antilichamen komen terecht in de bloedsomloop van de foetus resp. de pas- geborene, terwijl een andere publicatie vermeldt: "Wanneer een moederpoes met bloedgroep B kittens met bloedgroep A uitdraagt gebeurt er vóór de geboorte niets, omdat de antilichamen van de moeder niet door de barrière van de placenta heenkomen." 3. GEBOORTE: De eerste moedermelk (colostrum) bevat allerlei afweerstoffen, die de kittens beschermen tegen infecties etc., maar in het geval van onverdraag- lijke bloedgroepen óók de afweerstoffen c.q. antilichamen tegen de vreemde bloedgroep.

3 Beperken we ons tot punt 3, dat is namelijk voor ons, als fokkers, van direct belang en ook het enige waar, voorlopig althans, door ons iets aan gedaan kan worden, maar eerst; We nemen de combinatie van een poes met bloedgroep "B" = B/B en verschillende katers met verschillende bloedgroepen. In het schema hieronder is te zien welke bloedgroepen de kittens kunnen hebben. Bij de met * * gemerkte kittens kan een onverdragelijkheids-reactie optreden. Zo U kunt zien in de opsomming van mogelijkheden speelt de bloedgroep van de dekkater, afgezien van het feit dat hij kittens met bloedgroep " A " verwekt heeft, geen directe rol in de reactie. Waaruit bestaat die onverdragelijkheids-reactie? Door de anti- A -lichamen in de moedermelk van een bloedgroep B poes worden de rode bloedlichaampjes van de kittens met bloedgroep A afge- broken, een proces dat F.N.I. genoemd wordt. Hoe is F.N.I. te constateren? De geboorte zal, afgezien van andere bijkomstigheden, normaal verlopen. De kittens waarbij de F.N.I. reactie plaatsvindt zullen echter: - onmiddellijk na de geboorte zonder sporen van ziekte o.d. dood gaan. - vertonen zwakte, hebben geen zin om te drinken - na een dag (of een paar dagen) steeds minder gaan drinken, - scheiden een roodbruin urine af, (het duidelijkste signaal) - krijgen geelzucht, - krijgen bloedarmoede (anemie), enz. - sommige kittens overleven, maar na 1 of 2 weken sterven de staartpunten af, - andere kittens drinken en groeien verder en krijgen hoogstens een lichte vorm van bloedarmoede. Is er iets aan/tegen F.N.I. te doen? Oh ja, zeer zeker! Als U een beetje van "wanten weet" tenminste.

4 Voorkomen is beter dan genezen. Door slechts B x B te kruisen zou het probleem helemaal uit de wereld zijn en hoefde er nooit een bloed- groep te worden bepaald. Bij een A x A kruising zal het echter noodzakelijk zijn om van de nakomelingen steeds de bloedgroep te laten bepalen, want; bloedgroep A kan immers 'fokzuiver' AA of 'fok-onzuiver' A/B zijn en derhalve kittens met verschillende bloedgroepen geven. De B-kittens kunnen geselecteerd worden, maar voor de A-kittens zal het een schier onmogelijke taak zijn dat recessieve gen B weg te fokken, want het kan generaties lang meegedragen worden. Bloedgroep B is eigenlijk een beetje te vergelijken met een langhaar-factor of een verdunnings-factor, die kunnen ook generaties lang "verborgen" worden meegedragen. Volgens Amerikaanse Statistieken komt men tot de volgende percentages van katten met Bloedgroep B: 20% Abessijn 16% Heilige Birmaan (*) 59% Brits Korthaar 43% Devon Rex 20% Perzisch Colourpoint 24% Perzen 15% Scottish Fold 22% Somali (* Zie ook: voor aanvullende informatie met betrekking tot de Heilige Birmaan) Nogmaals F.N.I. is geen (besmettelijke) ziekte, raakt U dus niet in paniek En laat Uw (dek)kater met bloedgroep B, als U dat tenminste heeft laten vaststellen, niet hals over de kop castreren. Aan de directe gevolgen, het optreden van F.N.I., heeft hij part nog deel; maar als een dekkater uit Frankrijk afkomstig, naar Nederland verkocht wordt en daarna naar de Verenigde Staten geëxporteerd wordt en óók nog een zéér gevraagde dekkater was, dan kunt U zich misschien voorstellen dat die Bloedgroep B bij allerlei nakomelingen (Poezen zowel als Katers) aanwezig is c.q. gedragen wordt. In Engeland schijnt men het idee (gehad) te hebben dat alle problemen op- gelost konden worden door katten met Bloedgroep B in het zgn. 'inactieve register op te bergen', zo met het idee, dan wordt er niet meer mee gefokt dus dan verdwijnt 'het' wel, maar ja wat moet je als je, zoals in de VS, op 59% B en 41% A uitkomt? Alle B's uit het inactieve register en alle A's erin? 2- Mocht U, door ervaring met eerdere nesten van een poes of door het constateren van de eerder vermeldde symptomen, het vermoeden hebben dat Uw poes tot bloedgroep B (B/B) behoort, neem dan het zekere voor het onzekere en haal de kittens meteen na de geboorte, de eerste uur, bij de moeder weg. 't Is misschien even zielig voor Uw poes, maar als haar kinderen, de één na de andere, sterven heeft ze helemaal geen nest meer waarop ze haar moe- der-gevoelens kan botvieren en dat is nog veel erger voor haar, dan even een dag zonder kittens. Zuiver theoretisch gesproken, zou U na het constateren van de symptomen: - de urine van de kittens kunnen laten onderzoeken, - de bloedgroep van de moeder kunnen laten bepalen, - de bloedgroep van de kittens laten bepalen via de nageboortes,

5 (Het bloedafnemen van de placenta om zodoende de bloedgroep van het kitten te bepalen wordt door het EVL afgeraden. U weet namelijk niet of het bloed dat u opneemt van het kitten of van de moederpoes is.) Echter zijn dat oplossingen volgens 'een boekje' want hoeveel dierenartsen zijn er al met het probleem bekend? Waar wonen zij? Kunnen de testen ter plaatse uitgevoerd worden of moet de Universiteit ingeschakeld worden? Hoe lang gaat dat duren en hoeveel tijd heeft U er voor? De kittens apart met een kruikje o.d. in een warme kamer, is een snelle en zekere weg om de problemen zo snel en goed mogelijk te lijf te gaan. Het weghalen van de kittens heeft uiteraard wel een aantal gevolgen, want als de moeder de kleintjes niet kan, beter gezegd niet mag, zogen, dan zult U een andere oplossing moeten vinden! - Een andere zogende poes? Dat is niet aan te bevelen zolang U niet weet welke bloedgroep díe poes heeft. Stelt U zich eens voor dat het ook een B-poes is, met alleen maar B-kittens, dan komt U 'van de regen in de drup'. Belangrijk! Na uur absorbeert de darmwand de antilichamen niet meer en is het 'gevaar' geweken. De moeder blijft echter gedurende de hele zoogtijd anti lichamen produceren, zowel de goede als de slechte (zoals het Anti bloedtype A) dit ter immunisering van de ingewanden..'t Is maar dat U het weet en er aan denkt dat Uw " B " poes (of een andere poes, waar U de bloedgroep niet van kent) na uur niet als 'min' gebruikt kan worden voor een ander nest met hetzelfde probleem. - De kittens zelf gedurende uur iedere twee uur, dag en nacht, voeden? Met Lactol, K.M.R., o.d. komt U een heel eind, maar er kleven ook allerlei risico's aan en 't is een klus! Iedere twee uur een voeding maken, met het risico dat door de van poeder gemaakte voeding klontert en het speentje verstopt raakt enz. Bovendien bestaat de grote kans dat de kleintjes zich verslikken, voeding in de longen krijgen etc. met alle nare gevolgen van dien. Er is ook een betere oplossing, namelijk zelf met de sonde gaan voeden zoals wordt beschreven in het artikel voedingssonde. Nee niet schrikken, uit eigen ervaring (de eerste keren weliswaar met het zweet in de handen), als U weet wat wel en wat niet kan, als U weet hoe het moet, dan valt het reuze mee, dan is het "een fluitje van een cent", ook al zullen sommige "ervaren" fokkers U voor dierenbeul etc. uitmaken. In het geval U zelf de kittens met de sonde kunt voeden, schijnt het mogelijk te zijn de kittens bij de moeder te laten en ze "dwangmatig" zoveel voeding te geven dat zij min of meer 'doorgespoeld' worden en de anti-lichamen in de moedermelk nauwelijks de kans krijgen in actie te komen. D.w.z. de kittens zullen dan nauwelijks meer iets drinken bij de moeder, waardoor de kittens slechts weinig antilichamen binnen kunnen krijgen