Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13"

Transcriptie

1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12, 13 Samenvatting door een scholier 3460 woorden 23 mei ,8 68 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Samenvattingen van alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 10 Door Max T. O.R.S Lek en Linge Naar: Pulsar-Chemie, HAVO Scheikunde Hoofdstuk 1 Elk atoomsoort heeft zijn eigen aantal protonen. De atoomnummers staan in Tabel 40A, Het atoomnummer geeft het aantal protonen in de kern aan. Atomaire massa-eenheid U = de massa van een proton en een neutron is gelijk aan 1U. De som van het aantal protonen en neutronen is het massagetal. Dit kun je achter het symbool zetten BV: Na-23 of 23Na. Hoe leid je uit het atoomnummer en het massagetal het aantal protonen, elektronen en neutronen af? 1. Zoek in tabel 40A het atoomnummer op 2. Aantal protonen = atoomnummer 3. Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen, (dit alleen als de stof neutraal is!) 4. Het massa getal is het aantal protonen + neutronen, of kijk in tabel 40A. 5. Aantal neutronen is massagetal aantal protonen. 6. Schrijf alles goed op. Stroomgeleiding Zouten zijn opgebouwd uit positieve en negatieve ionen. Tussen deze ionen is een sterke ionbinding. Bij het smelten van deze zouten, komen de bindingen los van elkaar en zorgen ze voor stroomgeleiding. Een atoom is opgebouwd uit positief geladen protonen, neutrale neutronen en negatief geladen elektronen. Een positief ion heeft een kleiner aantal elektronen dan het overeenkomstige atoom. Een negatief ion heeft een groter aantal elektronen dan het overeenkomstige atoom. Zoutformules Een ion is een geladen atoom, aangezien de protonen niet veranderen verandert alleen het aantal elektronen. Als een ion 2 elektronen meer bevat = het negatief dus -2, 2 elektronen minder is positief dus = +2. Pagina 1 van 9

2 De verhoudingsformule geeft aan in welke verhouding de ionen in een zout aanwezig zijn. Verhoudingsformule opstellen: IJzer(II)Chloride 1. Ga na welke ionen in het zout aanwezig zijn, Fe^2+ en Cl^- 2. Bepaal de verhouding om de stof neutraal te krijgen, in dit geval heb je 2 maal zoveel Chloor nodig. 3. Noteer de nieuwe formule: Fe^2+Cl2^- Samengestelde ionen Een samengesteld ion bestaat uit meerdere atomen, die samen een lading hebben. Hoe stel je de formule van een zout met samengestelde ionen op? Bijvoorbeeld bij: Calciumhydroxide 1. Ga na welke ionen in het zout aanwezig zijn, Calciumhydroxide bevat Ca^2+ en OH^- 2. Bepaal de verhouding: Ca^2+ en OH^- = 1 : Schrijf de verhoudingsformule op, wanneer het samen gestelde ion meer dan 2 keer voor komt, zet je het tussen haakjes: Ca^2+(OH^-)2, haakjes omdat de 2 anders alleen voor waterstof geld. Scheikunde Hoofdstuk 2 Fossiele Brandstoffen Fossiele brandstoffen zijn miljoen jaar oude planten die onder de grond gewonnen kunnen worden. Voorbeelden zijn: Steenkool, Aardolie en aardgas. Broeikaseffect = door de overvloed van CO2 uistoot, blijft een deel van de zonnestralen op aarde waardoor de temperatuur toeneemt. Dit kan nadelige gevolgen hebben, zoals smeltende ijskappen. Fotosynthese = Dat planten koolstofdioxide, waterdamp en zonlicht verbruiken, dit is een reactie waarbij zuurstof en glucose ontstaat. Bij de volledige verbranding van een koolwaterstof ontstaan koolstofdioxide en water. Bij de onvolledige verbranding is minder zuurstof beschikbaar. Om het broeikaseffect tegen te gaan word er gebruik gemaakt van biogas, wat ontstaat door rotting van organisch afval. Bio alcohol, is alcohol dat uit biologische producten word gehaald. Omdat bij de productie van biogas en bioalcohol CO2 word verbruikt, draagt het verbranden niet bij aan het broeikaseffect. Bij de gefractioneerde destillatie van aardolie wordt aardolie gescheiden in een aantal mengsels van stoffen (Fracties). De kookpunten van de stoffen in een mengsel liggen dicht bij elkaar. De fracties worden gebruikt als brandstof of smeermiddelen, het residu wordt voor asfalt gebruikt.. Een moleculaire stof geleid in geen enkele toestand stroom! Bij de atoombinding houdt een gemeenschappelijk negatief elektronenpaar de twee positieve atoomresten bij elkaar. De covalentie van een stof is, het aantal atoombindingen dat een atoom kan vormen. In een structuurformule geven we de atoombindingen weer met streepjes tussen de elementsymbolen. Kraken Als de structuurformule alleen maar enkele bindingen heeft is het een verzadigde koolwaterstof, als de formule 1 of meerdere C=C bindingen heeft is het een onverzadigde koolwaterstof. Bij het kraken van een koolwaterstof ontstaan uit grote moleculen meerdere soorten kleinere moleculen. Het reactieproduct is altijd een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen. Scheikunde Hoofdstuk 3 koolstofverbindingen Pagina 2 van 9

3 Een homologe reeks is een reeks die steeds opklimt, dit is het geval bij alkanen. De algemene formule van een alkaan is CnH2n+2. Deze alkanen moet je kennen: CH4 = Methaan C2H6 = Ethaan C3H8 = Propaan C4H10 = Butaan C5H12 = Pentaan C6H14 = Hexaan Isomeren zijn verschillende structuurformules van een stof, de formule blijft wel hetzelfde je krijgt BV: 2- butaan of 1-butaan. Systematische naamgeving: Op grond van de structuurformule geef je een stof een systematische naam. Bij een systematische naam let je op: 1. De stamnaam. 2. De karakteristieke groepen, bijvoorbeeld een halogeenatoom. 3. De plaats van een karakteristieke groep, het plaatsnummer moet zo laag mogelijk zijn. Alkenen Een stof waar een of meer C=C binding(en) in zit(ten) is onverzadigd. De algemene formule hiervoor is CnH2n. Ook moet je een plaatsnummer geven voor waar de C=C binding zit, een isomeer dus. De formule is dus gewoon standaard 2 H atomen minder. Additiereacties bij alkenen Een additiereactie is dat uit twee moleculen een nieuw molecuul word gevormd, bij een alkeen gaat de dubbele binding open zodat de er meerdere bindingen gevormd kunnen worden. Additie betekent toevoeging. Alcoholen en carbonzuren Als een stof een OH atoom bevat, heet het een alcohol, als er maar een OH groep tussen zit is het een alkanol. Meerdere OH groepen, dan is het een alcohol. De algemene formule is CnH2n+1OH. Je hebt ook nog de carboxylgroep, deze groep heeft een OH-C=O binding, is er een COOH groep dan is het een alkaanzuur, meerdere dan is het een Carbonzuur. Scheikunde Hoofdstuk 4 Zouten in Water Ionen waaruit een zout is opgebouwd komen bij het oplossen los van elkaar te zitten. Het oplossen van een calciumchloride kun je als volgt weergeven: Ca^2+Cl2^- (water) Ca^2+ + 2Cl^- Door de vrije ionen geleidt de oplossing stroom. Indampen is scheidingsmethode, waarbij een oplossing van een zout, daar het water van verdampen en dan blijft het zout over. Tijdens het indampen gebeurt het omgekeerde van het oplossen, dus: Ca^2+ + 2Cl^- (verwarmen) Ca^2+Cl2^- De ionen gaan dan op een vaste plaats zitten, dat heet kristalliseren. Als je 2 zoutoplossingen bij elkaar doet, kan er neerslag ontstaan. Er is dan een combinatie van ionen die een slecht oplosbaar zout oplevert. Met behulp van tabel 45A kan je zien welke combinaties je een slecht Pagina 3 van 9

4 oplosbaar zout krijgt. Je kunt een slecht oplosbaar zout maken door 2 zoutoplossingen bij elkaar te voegen, waarbij het te maken zout als neerslag ontstaat. Waneer je deze neerslag, filtreert, moet het slecht oplosbare zout het residu zijn. Neerslagrecties Hoe stel je een neerslagreactie op: 1. Schrijf op welke ionen in de oplossing voorkomen. 2. Ga na bij welke combinatie van ionen een slecht oplosbaar zout optreedt. 3. Schrijf, als er een neerslag ontstaat, de reactievergelijking op. Voor de pijl de ionen die verdwijnen en achter de pijl de formule van dit neerslag. Denk aan de coëfficiënten. 4. Schrijf de tribune-ionen op, en streep ze daarna door zodat de berekening zichtbaar is. Het maken van een goed oplosbaar zout: Gooi 2 zoutoplossingen bij elkaar in water, filtreer het, je haalt de neerslag in feite er uit. Je houd het filtraat, deze damp je in en viola, je hebt een goed oplosbaar zout. - Je kunt sommige ionen en stoffen herkennen aan de kleur, in tabel 65B staan de kleuren van een aantal chemicaliën. - Om onderscheid tussen 2 ionsoorten te maken, kun je een zoutoplossing toevoegen die met de ionsoort wel, en met de andere ionsoort geen neerslag vormt. - Vaak kun je een verontreiniging aantonen door aan de te onderzoeken vaste stof water toe te voegen. Indien nodig voeg je daarna een zoutoplossing toe die alleen met de verontreiniging een neerslag vormt. - MAC waarde = Maximaal aanvaarde concentratie, dit zegt iets over de giftigheid van een stof. Scheikunde Hoofdstuk 5 Zouten in water Periodiek systeem: Horizontale regels heten Perioden Verticale regels heten Groepen Elementen in een groep vertonen sterke overeenkomsten met elkaar. Elementen worden verdeeld in metalen en niet-metalen. Stoffen kun je verdelen in 3 groepen als het gaat om stroomgeleiding: 1. Metalen: Stoffen die zowel in vaste als in vloeibare fase de stroom geleiden. Alleen metalen. 2. Moleculaire stoffen: Stoffen die in geen van beide fasen stroom geleiden. Alleen niet-metalen. 3. Zouten: Stoffen die stroom niet in vaste fase maar wel in vloeibare fase geleiden. Ionen, 1 metaal 1 niet. Ionbinding = als in een vast zout positieve en negatieve ionen elkaar aantrekken. Metaalbinding = Binding tussen metaaldeeltjes. Atoombinding = binding tussen moleculaire atomen = sterk. Moleculen trekken elkaar aan, deze aantrekkingskracht vormt een binding die de Vanderwaalsbinding heet. Het is dus een binding tussen moleculen, het is een zwakke binding. Atoommassa en moleculemassa: Omdat een atoommassa in gram heel klein is, is de atomaire massa eenheid ingevoerd, deze wordt aangegeven met U. U = gelijk aan 1,67 * 10^-24 gram. Pagina 4 van 9

5 Molecuulmassa berekenen: 1. Formule van de stof opzoeken 2. De atoommassa s opzoeken 3. Deze bij elkaar voegen, antwoorden in U. - De ionmassa is gelijk aan de Atoommassa. Het berekenen van het massapercentage: 1. Wat is de formule van de stof 2. Hoe groot is de molecuulmassa in U 3. Bepaal van het gevraagde element hoeveel U hiervan aanwezig is 4. Bepaal het massapercentage als volgt: Massa gevraagde / massa totaal * 100% Significante cijfers Significante cijfers zijn cijfers die betekenis hebben voor de nauwkeurigheid van de meting. Nullen aan het eind van een getal tellen wel mee las sig. Cijfers. Nullen voor het eerste cijfer niet. 8,30 is bijvoorbeeld 3 cijfers en 0,00830 ook. Het antwoord van een vermenigvuldiging of deling mag in niet meer sig. Cijfers worden gegeven dan de meetwaarde met het kleinste aantal sig. Cijfers dat bij de berekening is gebruikt. Bij het optellen en aftrekken word het antwoord in niet meer decimalen geschreven dan het bij de berekening betrokken meetresultaat met het kleinste aantal decimalen. Rekenen met dichtheid De dichtheid geeft het verband weer tussen het volume en de massa van een stof. Formule dichtheid = massa / volume. De dichtheid van stoffen kun je opzoeken in tabel 10,11 en 12. Let goed op de eenheid, bij vloeistoffen en vaste stoffen staat daar nog een 10^3 bij. Met dichtheid kun je massa in volume of volume in massa omrekenen: 1. Zoek de dichtheid in binas op 2. reken de dichtheid om in de eenheden van de opgave met een verhoudingstabel 3. Vul de gegevens in, in de tabel 4. Bereken het gevraagde 5. Geef het antwoord in de juiste significante cijfers. Scheikunde hoofdstuk 6 Water Fotosynthese = Chlorofyl dient als katalysator, planten maken van water en koolstofdioxide glucose ( C6H12O6). Een polaire atoombinding wil zeggen dat het gemeenschappelijke elektronenpaar iets is verschoven. Waterstofbruggen komen voor tussen moleculen met OH of NH groepen. Bij een waterstofbrug is het H atoom (+ kant) van de ene OH groep gebonden aan het O atoom (- kant). Voor de waterstofbrug tussen NH groepen geldt iets soortgelijks. Stoffen zijn oplosbaar als de moleculen van deze stoffen met de water moleculen waterstofbruggen kunnen vormen. Er bestaan 2 soorten moleculaire stoffen: - Stoffen waarvan de moleculen waterstofbruggen vormen kunnen. - Stoffen waarvan de moleculen geen waterstofbruggen kunnen vormen. Pagina 5 van 9

6 - De 1e mengt goed en de 2e mengt slecht met water. Een zout kan oplossen in water door middel van hydratie. Er word zo hard door de watermoleculen aan de ionen in het ionrooster getrokken, dat deze losraken uit het ionrooster. Bij hydratie worden in een zoutoplossing de losse ionen door water moleculen omringd. Kristalwater = is een combinatie van zout met water. Zeep De moleculen van een zeep bestaan uit 2 gedeelten, het ene is oplosbaar in water, de hydrofiele kop, het andere gedeelte is niet oplosbaar in water, de hydrofobe staart. De zeepdeeltjes vormen in water micellen, de hydrofobe staarten kruipen bij elkaar, de hydrofiele koppen zijn naar buiten gekeerd en houden de micel in water opgelost. Scheikunde Hoofdstuk 7 Met lakmoespapier kun je bepalen of een oplossing zuur, neutraal of basisch is. Zuur = rood en basisch = blauw. Ph Als een Ph onder de 7 zit, is het een zure oplossing, hoe lager de Ph, hoe zuurder de oplossing. Bij basische oplossingen, is de Ph groter dan 7, hoe hoger hoe basischer. Als de Ph 7 is, is de oplossing neutraal. Als de Ph van een oplossing kleiner dan 2 is of groter dan 12, dan is de oplossing agressief. Als je een stof verdund zal de Ph richting de 7 gaan. Zure oplossingen bevatten H^+ ionen. Zuren zijn deeltjes die een H^+ ion kunnen afstaan. Een basische oplossing ontstaat als je een base met water mengt. Basen zijn deeltjes die een H^+ ion kunnen opnemen. De volgende bazen en zuren moet je kennen: HCl = WaterstofChloride CH3COOH = Ethaanzuur HNO3 = salpeterzuur H2CO3 = koolzuur H2SO4 = zwavelzuur H3PO4 = fosforzuur Bij een carbonzuur, zoals ethaanzuur, kan alleen de carboxylgroep, COOH, een H^+ ion afsplitsen. OH^- = hydroxide HCO3^- = waterstofcarbonaat CH3COO- = ethanoaat NH3 = ammoniak O^2- = oxide CO3^2- = carbonaat De zuurgraad, Ph, word bepaald door de hoeveelheid H^+ ionen. Concentratie = mol L^-1 Dit wordt ook wel met vierkante haken genoteerd [H^+]. Ph berekenen: 1. Bereken de concentratie H+ ionen in mol per liter, dit doe je met behulp van een kruistabel en/of het berekenen van het massapercentage. Pagina 6 van 9

7 2. Bereken de ph met behulp van je rekenmachine, gebruik de logfunctie met ph = - log [H+]. De [H+] berekenen uit de ph, de ph is gegeven, gebruik de toets second Log, dus eigenlijk 10^-pH. Rond af op goede sig. Cijfers. Er is ook een basegraad, die hangt af van de concentratie OH-, de poh bereken je met: poh = -log[oh-] en [OH-] = 10^-pOH. ph + poh = 14,00, altijd! Bij een zuur-base reactie wordt een H+ ion van het zuur overgedragen aan de base. Het opstellen van zo n reactie doe je als volgt: 1. Noteer de formules van de gegeven stoffen 2. Zoek welke zuren, en welke basische deeltjes aanwezig zijn 3. Noteer deze naast elkaar 4. Maak een goed kloppende reactievergelijking. Neutraliseren: Als je een base bij een zure oplossing doet, reageert dat, de zure oplossing wordt minder zuur. Andersom is dit ook zo. Scheikunde Hoofdstuk 9 Als bij een reactie elektronen worden afgestaan, is de stof die dat doet een reductor, De stof die deze elektronen opneemt is een oxidator. Een reactie waarbij die gebeurd heet een Redoxreactie. Als je wilt weten of een deeltje een oxidator of een reductor is, moet je kijken of dat deeltje elektronen opneemt of afstaat. Bijvoorbeeld: Bij zwavel heb je het atoom S en het ion S^-2, een zwavel atoom moet dus 2 elektronen opnemen om een zwavelion te worden. Het is dus een oxidator. Dit geef je weer in een halfreactie. S + 2 e- S^2- of S^2- S + 2e- Het opstellen van een redoxreactie: 1. Je begint met de halfreactie van de reductor 2. Dan de halfreactie oxidator 3. Het aantal elektronen afgestaan moet gelijk zijn aan het aantal elektronen opgenomen. Dit doe je door middel van vermenigvuldigen als het nog niet klopt. 4. Dan hoef je alleen maar alles samen te voegen. Bij een redox reactie zijn de oxidatoren en reductoren na de pijl zwakker dan voor de pijl, dit wil zeggen dat bij metalen een redoxreactie maar een keer voor kan komen. Het voorspellen van een Redoxreactie: 1. Kijk welke deeltjes in de oplossing zitten 2. Zoek de sterkste oxidator 3. Zoek de sterkste Reductor 4. Halfreactie oxidator 5. Halfreactie reductor 6. Samenvoegen Bij een elektrochemische cel, reageert een reductor op afstand met een oxidator. Een elektrochemische cel moet aan sommige voorwaarden voldoen: - Er is een reductor + oxidator die reageren - Deze zijn gescheiden - Er is een gesloten stroomkring Pagina 7 van 9

8 Scheikunde hoofdstuk 11 De snelheid van een reactie (reactiesnelheid) hangt af van verschillende dingen: - De soort stof - De concentratie, aantal deeltjes in een bepaald volume - De Temperatuur, de temperatuur waarin de reactie verloopt - De verdelingsgraad (oppervlak) Endotherm = Als je energie moet toevoegen aan een reactie Exotherm = Als er energie vrijkomt Botsende deeltjes model gaat uit van de volgende punten: - De concentratie, hoe meer deeltjes in een bepaald volume hoe groter de kans is dat ze botsen/reageren. - De verdelingsgraad: Als de verdelingsgraad groter is neemt het aantal effectieve botsingen toe. - De temperatuur, de snelheid van de deeltjes neemt toe en dus ook het aantal botsingen. Omdat de snelheid groter is zijn de botsingen ook effectiever. Een blokschema geeft een stelsel weer, de lijntjes met pijlen stellen buizen voor en de blokken ertussen geven aan wat er met de stof gebeurt. Het rendement geeft aan hoeveel procent van de maximale hoeveelheid stof ontstaat, dit bereken je met: Rendement = Werkelijke opbrengst / theoretische opbrengst * 100%. De MAC waarde staat voor maximaal aanvaarde concentratie, dit geeft aan hoeveel van de stof per M^3 aanwezig mag zijn in de lucht. (tabel 97A) De ADI waarde staat voor aanvaarde dagelijkse inname, uitgedrukt in Mg per kilo lichaamsgewicht. (tabel 95B). Toxiciteit Acute toxiteit = kort erna giftig effect. Chronische toxiteit = na een langere periode, giftig effect. Scheikunde Hoofdstuk 12 Macromoleculaire stoffen zijn grote molecuulmassa s oplopend tot wel 1 miljoen U. Dit is bij plastics vaak het geval, maar ze bestaan steeds uit dezelfde brokstukken. Veel plastics kun je maken uit een eenvoudige beginstof, een monomeer. Bij een polymerisatiereactie koppelen heel veel moleculen van het monomeer aan elkaar, er ontstaat een polymeer. De naam van dit polymeer is afgeleid van het monomeer dus etheen word polyetheen. Hoe stel je zon reactie op: 1. Schrijf de structuurformule van het monomeer op, C=C en de rest boven of onder Monomeer bindingen springen open, je krijg dus 3 alkanen naast elkaar. 3. Maak het af, met aan de uiteinden een ~ teken, dit omdat de stof zo groot is om op te schrijven. ~ geeft aan en verder. Scheikunde Hoofdstuk 13 Als een reactie omgekeerd verloopt en ook heen, geef je dat aan met een pijl naar links en een pijl naar rechts boven elkaar. Als de kleur niet meer verandert en als de temperatuur constant is, kun je zeggen dat een stof in evenwichtstand is. De snelheid van de heen en teruggaande reacties verlopen dan even snel. Pagina 8 van 9

9 Een dynamisch evenwicht = dit wil zeggen dat het aantal stoffen die verdwijnen gelijk is aan de stoffen die ontstaan. Snelheden heen en terug zijn gelijk, alle stoffen zijn nog aanwezig en de concentratie van de stoffen verandert niet meer. Chemische evenwichten kun je verdelen, dit ligt aan de fase van de stoffen. Homogeen: Alle stoffen zijn in dezelfde fase Bv: alle stoffen zijn gas of opgelost inwater. Heterogeen evenwicht: hierbij zijn de stoffen in verschillende fase aanwezig. Verdelingsevenwicht: dit is 1 stof opgelost in 2 verschillende stoffen. BV jood in water en wasbenzine. Bij een aflopende reactie, haal je een stof weg uit de evenwichtsreactie, de reactie blijft doorgaan tot dat de stof verdwenen is, dit noem je aflopen, en dit kan naar links of naar rechts. Zuren die volledig ioniseren zijn sterke zuren, zuren die in water niet volledig ioniseren, zijn zwakke zuren. Ioniseren is dat de stoffen los van elkaar worden. In tabel 49 staan zuren gerangschikt naar afnemende sterkte. Je hebt met een sterk base te maken als het opnemen van H+ ionen van water moleculen een aflopende reactie is. Bij een zwak base nemen niet alleen base deeltjes een H+ ion op, er stelt zich ook een evenwicht in. Pagina 9 van 9

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3 Samenvatting door een scholier 1619 woorden 9 oktober 2005 7,2 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde, hoofstuk 1, 2.4,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H7 en H8

Samenvatting Scheikunde H7 en H8 Samenvatting Scheikunde H7 en H8 Samenvatting door een scholier 1312 woorden 1 jaar geleden 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde tentamenweek Hoofdstuk 7 en 8 H7 Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Basisstof examen

Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting door M. 1950 woorden 28 juni 2013 7,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde samenvatting Zuivere stoffen en mengsels Gas

Nadere informatie

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7 SCEIKUNDE samenvatting boek 1, 1 t/m 7 OOFDSTUK 1: ZOUTEN 1.1 atoombouw elektronen (-) protonen (+) neutronen aantal protonen: gelijk aan het atoomnummer aantal elektronen: hangt af van de lading atoom:

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-I Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14. Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Eindexamen scheikunde havo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Jood-129 1 aantal protonen: 53 aantal elektronen: 53 aantal protonen: 53 1 aantal elektronen: gelijk aan aantal protonen 1 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Er ontstaan geen

Nadere informatie

Stoffen, structuur en bindingen

Stoffen, structuur en bindingen Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 13 Samenvatting door D. 3562 woorden 21 april 2013 5,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Hoofdstuk 1 Dalton: moleculen bestaan uit atomen,

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren. Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De

Nadere informatie

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4. Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

Eindexamen scheikunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Zeewater 1 Sr 2+ juist symbool 1 juiste lading bij gegeven symbool 1 2 aantal protonen: 6 aantal neutronen: 8 juiste aantal protonen 1 aantal neutronen: 14 verminderen met het aantal

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen

Nadere informatie

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1

8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1276 woorden 1 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 3.1, zouten in water Als een zout oplost in water

Nadere informatie

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door S. 1204 woorden 6 jaar geleden 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie H1 para. 1 Zintuigen gebruik je om waarnemingen te

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting door een scholier 892 woorden 18 maart 2004 5,1 73 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 6 Twee soorten bindingen bij moleculaire stoffen:

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen scheikunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Zelfherstellende verf 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: C C C ( ) 6 C dubbele binding tussen en C in de isocyanaatgroepen 1 dubbele binding tussen C en in de isocyanaatgroepen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H5 koolstofverbindingen

Samenvatting Scheikunde H5 koolstofverbindingen Samenvatting Scheikunde H5 koolstofverbindin Samenvatting door Oseb 623 woorden 1 jaar geleden 9,1 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova H5 Koolstofverbindin Paragraaf 1: Aardolie Destillatie De

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie)

Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting door een scholier 1237 woorden 6 april 2003 5,5 120 keer beoordeeld Vak Scheikunde 1 Inleiding - Water is een heel bekent begrip. De bekende molecuul

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

Eindexamen scheikunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Forams 1 maximumscore 2 aantal protonen: 14 aantal neutronen: 16 aantal protonen: 14 1 aantal neutronen: 30 verminderd met het aantal protonen 1 Indien het juiste aantal protonen (7)

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes

WATER. Krachten tussen deeltjes WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=

Nadere informatie

9,3. Samenvatting door C woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren

9,3. Samenvatting door C woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren Samenvatting door C. 2672 woorden 21 mei 2014 9,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Hoofdstuk 1: mengen scheiden en reageren Mengsel: bestaat uit verschillende stoffen. Zuivere stof: bestaat

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II 4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1892 woorden 19 augustus 2010 5,4 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde.. Hfst 1 & 2.1,

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 5170 woorden 14 januari 2016 7,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Periode 2 Toetsstof: HS.3 (Par.

Nadere informatie

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8 Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 20122012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

vrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012

vrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1

Nadere informatie

scheikunde oude stijl havo 2015-I

scheikunde oude stijl havo 2015-I Snelle auto's 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De molecuulformule C 7 H 12 voldoet niet aan de algemene formule voor alkanen: C n H 2n+2. Het mengsel bestaat dus niet uitsluitend

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen scheikunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Haarverzorging maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: N H H 2 C O H N C C C C H N O H OH H C SH O C de peptidebindingen juist getekend de zijketens juist getekend

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

7, Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: Atoombouw

7, Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: Atoombouw Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei 2005 7,1 86 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1: Atoombouw 1.1 Een atoom bestaat uit negatieve deeltjes (elektronen) en positieve deeltje (protonen)

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot havo I

Eindexamen scheikunde pilot havo I Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Bismut en Woodsmetaal 1 maximumscore 2 aantal protonen: 83 aantal neutronen: 126 aantal protonen: 83 1 aantal neutronen: 209 verminderd met het gegeven aantal protonen

Nadere informatie

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn. Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren

Nadere informatie

Reacties en stroom 1

Reacties en stroom 1 Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3 Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II Beoordelingsmodel Alcoholintolerantie 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: et is de omzetting van een (primaire) alcohol tot een alkanal; daarbij reageert de (primaire) alcohol met

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is

Nadere informatie

scheikunde havo 2017-I

scheikunde havo 2017-I Contrastmiddel voor MRI-scans 1 maximumscore 3 aantal protonen: 64 aantal neutronen: 94 aantal elektronen: 61 aantal protonen juist 1 aantal neutronen: 158 verminderd met het aantal protonen 1 aantal elektronen:

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier Samenvatting door D. 1265 woorden 3 november 2014 6,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 2.1 De aarde Opbouw aarde

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-II

Eindexamen scheikunde havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Zink 1 aantal protonen: 30 aantal elektronen: 30 aantal neutronen: 34 aantal protonen: 30 1 aantal elektronen = aantal protonen 1 aantal neutronen: massagetal aantal protonen 1 2 2

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Hoofdstuk 3: Zuren en basen Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie

Nadere informatie