0 werknemers volgens de handelsregistergegevens van de Kamer van Koophandel en opgave van bestuurder.

Transcriptie

1 EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET In het faillissement van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Selim Onroerend Goed B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende te (1051 CL) Amsterdam, aan De Kempenaerstraat 107, hierna te noemen: de Vennootschap Faillissementsnummer: C/13/13/686 F Uitspraak d.d.: 22 oktober 2013 Verslagnummer: 01 Datum: 20 november 2013 Rechter-commissaris: mr. L. van Berkum Curator: mr. P. Wijbrands Adres curator: Certa Legal Advocaten Keizersgracht ER Amsterdam (Tel ; fax ) Activiteiten onderneming: Handel in eigen onroerend goed. Verhuur van onroerend goed (niet van woonruimte). Aankopen, vervreemden, bezwaren, huren en verhuren van onroerende zaken. Omzetgegevens: Nog niet bekend. Personeel: 0 werknemers volgens de handelsregistergegevens van de Kamer van Koophandel en opgave van bestuurder. Verslagperiode: 22 oktober t/m 20 november 2013 Uren in verslagperiode t/m 18 november 2013: 11,1 uur. Bestede uren in totaal: 11,1 uur. Een overzicht van de bestede uren is als bijlage 1 aan het verslag gehecht. Saldo faillissementsrekening: Nihil.

2 2 van 9 De informatie in dit verslag is gebaseerd gesprekken met de bestuurder en overige belanghebbenden. Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend. 1. INVENTARISATIE 1.1. Directie en organisatie Volgens opgave en uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat de heer S.I.K. Selim de bestuurder en enig aandeelhouder is van de Vennootschap. De Vennootschap is op 6 oktober 2005 opgericht Winst en verlies Nog onbekend Balanstotaal; Nog onbekend Lopende procedures Niet bekend Verzekeringen Niet bekend Huur Volgens opgave huurde de Vennootschap geen kantoorruimte Oorzaak faillissement Nadat de Vennootschap in 2005 is opgericht, is het eerste en enige project van de Vennootschap pas eind 2006, begin 2007 gestart. Het betrof een ontwikkelingsproject waarbij een bedrijfsgebouw aan de Oudezijds Voorburgwal te Amsterdam zou worden verbouwd, zodat er op die locatie appartementen konden worden verhuurd. Hiervoor is een hypotheek van ,= bij de Rabobank afgesloten. Voor het overige is het project gefinancierd met behulp van externe financiers en eigen geld van de heer Selim. Vanaf 2009 begonnen de problemen voor de Vennootschap. Onder andere bleek dat de door de Vennootschap ingehuurde aannemer tijdens de verbouwing gebruik heeft gemaakt van illegale werknemers, waardoor ook aan de Vennootschap boetes zijn opgelegd. Doordat het project langer duurde dan vooraf verwacht, kwam de Vennootschap in de problemen met betrekking tot de betalingsverplichtingen ten opzichte van de belastingdienst en de Rabobank.

3 3 van 9 Naast zijn activiteiten bij de Vennootschap had de heer Selim ook een omvangrijke eigen onroerend goed portefeuille bij de FGH Bank van (naar eigen zeggen) 20 miljoen euro. Een deel hiervan betrof een project in Zaandam van 8 miljoen euro wat hij naar zijn mening eind 2008 te duur gekocht heeft. Ook bij dit project kwamen de nodige problemen voor en ook hier kon de heer Selim zijn verplichtingen ten aanzien van de bank niet nakomen. Volgens de heer Selim hebben de problemen met de FGH Bank er mede toe geleid dat de Rabobank het project van de Vennootschap heeft stopgezet en eind 2011, begin 2012 tot verkoop van het pand aan de Oudezijds Voorburgwal is overgegaan. Deze verkoop leverde circa 2,2 miljoen euro op, waarbij het restant van de vordering van de Rabobank middels een borgstelling op de heer Selim kon worden verhaald. De financiële moeilijkheden waar de heer Selim verwikkeld is geraakt, hebben ertoe geleid dat de heer Selim op 9 april 2013 ook zelf failliet is verklaard, waarbij mr. F. Penders tot curator is benoemd. Aangezien de schulden van de Vennootschap ook niet meer voldaan konden worden, is uiteindelijk het faillissement aangevraagd en uitgesproken. Naar overige mogelijke oorzaken van het faillissement wordt nader onderzoek gedaan. Alhoewel de heer Selim een deel van de administratie aan de curator heeft overhandigd, ontbreekt met name informatie met betrekking tot de kwestie met de Rabobank. De ontbrekende informatie is reeds opgevraagd. Met de heer Selim zal zo nodig verder overleg gevoerd worden. Met mr. Penders is reeds overleg geweest en de curator is nog in afwachting van verdere door hem aan te leveren informatie met betrekking tot het faillissement van de Vennootschap. Overleg met de heer Selim, mr. Penders, correspondentie, bestuderen stukken. 2. PERSONEEL 2.1. Aantal ten tijde van faillissement Volgens de handelsregistergegevens van de Kamer van Koophandel heeft gefailleerde 0 werknemers in dienst Aantal in het jaar voor faillissement Datum ontslagaanzegging

4 4 van 9 3. ACTIVA Er is, volgens opgave van de bestuurder, geen sprake van enige activa. 4. DEBITEUREN Er zijn, volgens opgave van de bestuurder, geen debiteuren van de Vennootschap. 5. BANK / ZEKERHEDEN 5.1. Vorderingen van bank(en) De ING Bank N.V. heeft een vordering ad 565,85 ingediend met betrekking tot verleend krediet in rekening-courant. Volgens opgave van de heer Selim heeft de Rabobank ook een aanzienlijke vordering (circa ,=) op de Vennootschap. Ondanks dat de Rabobank is aangeschreven, heeft zij zich nog niet gemeld bij de curator. In de komende verslagperiode verwacht de curator hier meer duidelijkheid over te verkrijgen Leasecontracten 5.3. Beschrijving zekerheden Nog niet bekend Separatistenpositie 5.5. Boedelbijdrage Nog niet van toepassing Eigendomsvoorbehoud 5.7. Reclamerechten Geen claims bekend Retentierechten Nog niet bekend.

5 5 van 9 Volgt uit het voorgaande. 6. DOORSTART / VOORTZETTEN De heer Selim heeft aangegeven dat er van een doorstart geen sprake zal zijn. 7. RECHTMATIGHEID 7.1. Boekhoudplicht Er zal een nader onderzoek plaatsvinden naar de boekhouding en de administratie Depot jaarrekeningen De jaarrekeningen van 2005, 2006 en 2007 zijn op 14 december 2009 gedeponeerd. Dit zijn de enige gedeponeerde jaarrekeningen van de Vennootschap. De overige jaarrekeningen zijn derhalve te laat gedeponeerd. De bestuurder heeft daarmee niet voldaan aan zijn verplichting ex artikel 2:394 BW Goedkeurende verklaring accountant Niet vereist Stortingsverplichting aandelen Niet bekend. De vordering is blijkens de huidige rechtspraak verjaard Onbehoorlijk bestuur Op grond van de te late deponering is er sprake van onbehoorlijk bestuur, waarvan vermoed wordt dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Hierdoor is de bestuurder (ex artikel 2:11 BW ook in privé) aansprakelijk voor het boedeltekort. Ter weerlegging van het bewijsvermoeden (en dus aansprakelijkheid van het boedeltekort) dient de bestuurder aannemelijk te maken dat er andere feiten en omstandigheden een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. De curator zal dit met de bestuurder in de komende verslagperiode verder bespreken Paulianeus handelen Er zal nader onderzoek plaatsvinden. Volgt uit het voorafgaande.

6 6 van 9 8. CREDITEUREN 8.1. Boedelcrediteuren Vooralsnog is alleen het salaris van de curator een boedelvordering Preferente vorderingen van de fiscus Volgens opgave van de bestuurder heeft de fiscus een vordering van circa 8.500,=. De fiscus is inmiddels aangeschreven Preferente vordering(en) van het UWV 8.4. Andere preferente crediteuren Dit is nog niet bekend Aantal concurrente crediteuren Tot op heden hebben zich nog geen concurrente crediteuren bij de curator gemeld Bedrag concurrente vorderingen Dit is nog niet bekend. Bij het tweede openbare verslag zal een voorlopige lijst concurrente crediteuren worden gevoegd Verwachte wijze van afwikkeling De curator verwacht dat het faillissement zich leent voor een opheffing bij gebrek aan baten. Divers onderzoek en het verzenden van brieven. 9. PROCEDURES Niet aan de orde. 10. OVERIG Termijn afwikkeling faillissement De curator streeft ernaar het faillissement zo spoedig mogelijk af te wikkelen Plan van aanpak De administratie wordt verder onderzocht en de inventarisatie zal worden voortgezet.

7 7 van 9 Daarbij komt tevens aan de orde of er behoorlijk is bestuurd en of er sprake is geweest van paulianeus handelen. Met name de afhandeling van de kwestie met de Rabobank en het onroerend goed dat aan de Vennootschap heeft toebehoord is hierbij van belang Indiening volgend verslag Een volgend verslag zal over drie maanden na datum van dit verslag worden ingediend en uiterlijk op 20 februari Amsterdam, 20 november 2013 P. Wijbrands Curator

8 8 van 9

9 9 van 9