Besluit van 21 november 2018 houdende de aanvullende opleidingsen erkenningseisen voor het medisch specialisme plastische chirurgie

Transcriptie

1 Besluit van 21 november 2018 houdende de aanvullende opleidingsen erkenningseisen voor het medisch specialisme plastische chirurgie (Besluit plastische chirurgie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede lid, onder d., van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 11 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; gezien het advies van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband, de Federatie Medisch Specialisten, de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie; BESLUIT: In de Staatscourant van 20 februari 2019, nr is mededeling gedaan van vaststelling van het besluit door het CGS en de instemming daarmee van de minister van VWS. Dit besluit treedt in werking op 1 januari /7

2 Hoofdstuk A Algemene bepalingen A.1. Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: LOP: het opleidingsplan van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC); plastische chirurgie: een heelkundig specialisme waarbij weefselverplaatsing een centrale rol speelt in de behandeling van weefseldefecten, ongewenste weefselveranderingen of weefseloverschot en waarin daarnaast gebruik gemaakt wordt van medicamenteuze weefselbeïnvloeding, biomaterialen en alloplastische materialen. A.2. Opleidingsplan De opleiding tot plastisch chirurg voldoet aan het LOP. Hoofdstuk B De opleiding B.1. Duur De nominale duur van de opleiding bedraagt zes jaar. B.2. Specialismegebonden competenties 1. De opleiding is gericht op het bereiken van de door het CGS vastgestelde algemene competenties en specialismegebonden competenties. 2. De in het eerste lid bedoelde specialismegebonden competenties zijn vastgelegd in het LOP. B.3 Structuur van de opleiding 1. De opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: a. nominaal twee jaar heelkunde; b. basis plastische chirurgie; c. verdieping plastische chirurgie in twee of meer van de volgende aandachtsgebieden: i. esthetische chirurgie; ii. reconstructieve chirurgie iii. hand- en pols chirurgie; iv. kinder plastische chirurgie. 2. Het onderdeel heelkunde, bedoeld in het eerste lid, onder a, voldoet aan de uitwerking plastische chirurgie in de vooropleiding heelkunde als beschreven in het LOP plastische chirurgie. 3. Het onderdeel basis plastische chirurgie, bedoeld in het eerste lid, onder b, bestaat uit de basis Entrustable Professional Activities (EPA`s) bedoeld in artikel B.4, eerste lid. 4. Het onderdeel verdieping plastische chirurgie, bedoeld in het eerste lid, onder c, bestaat uit tenminste zes verdiepings EPA`s bedoeld in B.4, tweede lid. B.4. Inhoud van de opleiding 1. Het onderdeel basis plastische chirurgie, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b, bestaat uit de volgende verplichte basis EPA`s: a. opvangen van een plastische patiënt op de SEH, probleemanalyse en behandelplan; 2/7

3 b. presenteren, beoordelen, begeleiden en presenteren in het kader van wetenschap en onderwijs; c. managen en organiseren van een plastisch chirurgische praktijk; d. indiceren en uitvoeren van basis behandelingen van het gelaat; e. indiceren en uitvoeren van behandelingen met betrekking tot huid en vetsurplus (m.n. romp en ledematen); f. indiceren en uitvoeren van borstcorrecties; g. indiceren en uitvoeren van niet chirurgische behandelingen (m.n. gelaat); h. uitvoeren van poliklinische zorg voor hand-pols patiënt met een eenvoudig probleem; i. uitvoeren van poliklinische verrichtingen voor de hand-pols patiënt onder lokale verdoving; j. uitvoeren van basis pees- en zenuwbehandelingen; k. diagnostiek en behandeling van de patiënt met een (basis) weke delen defect van hand, pols en onderarm; l. uitvoeren van botbehandelingen; m. indiceren en uitvoeren van basis reconstructieve operaties met huidtransplantaat, lokale of regionale lap en wondbehandeling; n. indiceren en uitvoeren van reconstructieve operaties met eenvoudige vrije lap en wondbehandeling; o. mammareconstructie met tissue expander of implantaat met of zonder latissimus dorsi transpositie; p. verlenen van brandwondenzorg; q. indiceren en uitvoeren van basisvaardigheden gelaat, romp en extremiteitsafwijkingen bij het kind (poli en operatieve setting); r. indiceren en uitvoeren van basisvaardigheden bij het zieke kind. 2. Het onderdeel verdieping plastische chirurgie, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder c, bestaat uit de volgende facultatieve verdieping EPA`s: a. indiceren en uitvoeren van specialistische behandelingen van het gelaat; b. uitvoeren van zorg voor de post-bariatrische patiënt; c. indiceren en uitvoeren van genitale behandelingen; d. uitvoeren van poliklinische zorg voor de hand-pols patiënt met een complex probleem; e. uitvoeren van complexe pees- en zenuwbehandelingen; f. diagnostiek en behandeling van de patiënt met een (complexe) weke delen defect van hand, pols en onderarm; g. uitvoeren van complexe botbehandelingen; h. indiceren en uitvoeren van (complexe) reconstructieve hoofd-hals chirurgie; i. indiceren en uitvoeren van complexe mammareconstructieve operaties; j. indiceren en uitvoeren van complexe reconstructieve chirurgie aan het steun- en bewegingsapparaat (m.u.v. hand-pols); k. indiceren en uitvoeren van zorg voor complexe hand- en extremiteitsafwijkingen bij kinderen; l. indiceren en uitvoeren van zorg voor congenitale hoofd- en gelaatsafwijkingen bij kinderen; m. indiceren en uitvoeren van zorg voor complexe romp en algemene huid en weke delen afwijkingen bij kinderen. B.5. Cursorisch onderwijs 1. Het cursorisch onderwijs tijdens de opleiding in het onderdeel heelkunde, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder a, bestaat in elk geval uit de volgende cursussen: a. Advanced Trauma Life Support (ATLS); b. de cursus stralingsbescherming voor medisch specialisten op deskundigheidsniveau 4A/M; c. principes van operatieve fractuur behandeling (AO-basiscursus). 2. Het cursorisch onderwijs tijdens de opleiding in de onderdelen plastisch chirurgie basis en verdieping, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b respectievelijk c, bestaat in elk geval uit de volgende cursussen: 3/7

4 a. de cursus microchirurgie; b. de cursus dissectie van lappen waarbij de hoofd-hals, romp en extremiteiten worden behandeld; c. de cursus osteosynthese voor fractuurbehandeling van de hand; d. scholingsdagen. B.6. Plaats van de opleiding 1. De aios volgt het onderdeel heelkunde, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder a, in één opleidingsinrichting. 2. Tijdens de opleiding in de onderdelen plastisch chirurgie basis en verdieping, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b. respectievelijk c volgt de aios ten minste een jaar en ten hoogste drie jaar opleiding in een of meer universitaire opleidingsinrichtingen en ten minste een en ten hoogste drie jaar in een of meer niet-universitaire opleidingsinrichtingen. Hoofdstuk C De erkenning als opleidingsinrichting C.1. Eisen opleidingsinrichting In aanvulling op artikel C.8. van het Kaderbesluit CCMS voldoet de inrichting om voor erkenning als opleidingsinrichting voor de onderdelen plastische chirurgie basis en verdieping, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b respectievelijk c, in aanmerking te komen aan de volgende eisen: a. in de instelling zijn medisch specialisten werkzaam die voor de medische specialismen heelkunde en interne geneeskunde als opleider zijn erkend; b. in de instelling kunnen tenminste als consulent worden geraadpleegd medisch specialisten met een bijzondere deskundigheid in de oncologie en de traumatologie alsmede een psychisch hulpverlener; c. de instelling beschikt over een afdeling voor spoedeisende hulpverlening; C.2. Verplichtingen opleidingsinrichting In afwijking van artikel C.10, eerste lid, onder b, van het Kaderbesluit CCMS bedraagt het aantal daadwerkelijk in de opleidingsinrichting werkzame aios voor de plastische chirurgie uitgedrukt in fte s ten hoogste 1,2 maal het gezamenlijk aantal plastisch chirurgen uitgedrukt in fte's dat in de opleidingsinrichting werkzaam en daadwerkelijk bij de opleiding betrokken is. Hoofdstuk D Slotbepalingen D.1. Overgangsbepaling 1. Dit besluit is van toepassing op de aios die de opleiding of het onderdeel, bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b, op of na 1 januari 2019 aanvangt, alsmede op de opleidingsinrichting die op of na 1 januari 2019 aangeschreven wordt tot het doen van een (hernieuwde)_erkenningsaanvraag door de RGS. 2. De aios die de opleiding of het onderdeel als bedoeld in artikel B.3, eerste lid, onder b, tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2019 is aangevangen kan tot uiterlijk 1 juli 2019 besluiten te worden opgeleid overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. 3. De aios als bedoeld in het tweede lid die besluit te worden opgeleid overeenkomstig de bepalingen van dit besluit past voor 1 juli 2019 in overleg met de opleider diens opleidingsschema en de inhoud van diens opleiding aan dit besluit aan. 4. De besluiten die golden tot 1 januari 2019 blijven van toepassing op de opleidingsinrichting waaraan erkenning is verleend voor 1 januari De betreffende opleidingsinrichting behoudt diens erkenning totdat deze van rechtswege vervalt, wordt ingetrokken of opnieuw wordt verleend. 5. De erkenning van de opleidingsinrichting bedoeld in het vierde lid omvat zowel de bevoegdheid om de aios bedoeld in het eerste lid of tweede lid, op te leiden overeenkomstig dit besluit, als de 4/7

5 bevoegdheid om de aios die de opleiding voor 1 januari 2019 is aangevangen op te leiden overeenkomstig het voor 1 januari 2019 geldende Besluit plastische chirurgie van 12 april D.2. Intrekking besluit Besluit plastische chirurgie van 12 april 2010 wordt ingetrokken. D.3. Bekendmaking 1. Dit besluit, alsmede wijziging daarvan, behoeft instemming van de Minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 2. In de Staatscourant wordt mededeling gedaan van de instemming van de minister, genoemd in het eerste lid en van de vaststelling en wijziging van dit besluit door het CGS. Daarnaast wordt daarvan mededeling gedaan in het officiële orgaan van de KNMG. 3. De mededeling in het officiële orgaan van de KNMG als bedoeld in het tweede lid bevat tenminste de titel van het besluit of wijziging en de datum van inwerkingtreding van het besluit of wijziging. 4. De integrale tekst van dit besluit zal op de website van de KNMG worden geplaatst ( D.4. Inwerkingtreding 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari Indien de Staatscourant waarin de vaststelling van dit besluit en het instemmingsbesluit, bedoeld in artikel D.3., worden geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2018, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari D.5. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit plastische chirurgie. Utrecht, 21 november 2018 prof. dr. F. Scheele voorzitter CGS mr. M.C.J. Rozijn secretaris CGS 5/7

6 Toelichting Algemeen Dit besluit bevat de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme plastische chirurgie. Artikelsgewijs Artikel A.1. Begripsomschrijvingen Een meer gedetailleerde beschrijving van het profiel van de plastische chirurgie is opgenomen in het opleidingsplan. Artikel A.2. Opleidingsplan In het Kaderbesluit CCMS is vastgelegd wie een LOP opstelt en aan welke vereisten een LOP moet voldoen; het bevat tenminste een beschrijving van de inhoud van de opleiding, van de structuur van de opleiding, van de specialismegebonden competenties etc.. Door hier de opleiding te omschrijven als de opleiding in de plastische chirurgie die voldoet aan het LOP, wordt het LOP van het Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie verankerd in de regelgeving van het CCMS. Deze omschrijving laat onverlet dat de opleiding ook aan de algemene eisen van het Kaderbesluit CCMS en van dit besluit moet voldoen. Artikel B.1. Duur Dit is een nadere invulling van het bepaalde in artikel B.3., eerste lid, van het Kaderbesluit CCMS. Deze duur is conform de minimale duur zoals bedoeld in bijlage V, punt , Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en conform de aanbeveling van de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS), waarin tevens een minimumduur van twee jaar voor de periode in de heelkunde wordt bepaald. Artikel B.2. Specialismegebonden competenties De specialismegebonden competenties zijn gebaseerd op het algemene competentieprofiel van de plastisch chirurg, zoals beschreven in het Kaderbesluit CCMS. Het LOP benoemt de specialismegebonden competenties. Artikel B.3. Structuur van de opleiding Tweede lid: De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie heeft specifieke afspraken gemaakt met de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde over de vooropleiding heelkunde. De uitwerking plastische chirurgie in de vooropleiding heelkunde voldoet aan de omschrijving zoals genoemd in het LOP voor plastische chirurgie ( 2.2.1) en is gebaseerd op het landelijk opleidingsplan voor heelkunde. Artikel B.4. Inhoud van de opleiding De inhoud van de opleiding wordt beschreven aan de hand van EPA`s. In de EPA`s worden de competenties geoperationaliseerd weergegeven. Artikel B.5. Plaats van de opleiding Tweede lid: Gedurende het onderdeel plastische chirurgie van de aios vindt er een uitwisseling plaats tussen een universitaire en niet-universitaire opleidingsinrichting van ten minste één jaar. Onder uitwisseling wordt verstaan dat de aios in totaal ten hoogste drie jaar in een universitaire opleidingsinrichting plus ten minste één jaar in een niet-universitaire opleidingsinrichting doorbrengt of vice versa. Deze duur kan bij een eventuele verlenging van de opleiding overeenkomstig verlengd worden. Dat jaar hoeft geen 6/7

7 aaneengesloten periode te betreffen en kan zowel in het basisgedeelte als in de differentiatiefase plaatsvinden. De periode die wordt doorgebracht in een universitaire opleidingsinrichting dient tezamen met de periode die wordt doorgebracht in een niet-universitaire opleidingsinrichting in totaal vier jaar opleiding te omvatten. De precieze verdeling en invulling van de opleiding over de universitaire resp. nietuniversitaire opleidingsinrichting, wordt per aios vastgelegd in het opleidingsschema en het individueel opleidingsplan. Artikel B.7. Cursorisch onderwijs De algemene verplichting voor de aios tot het volgen van cursorisch onderwijs gedurende ten minste tien dagen per jaar, is vastgelegd in het Kaderbesluit CCMS. Het hier beschreven cursorisch onderwijs is een specialisme specifieke - inhoudelijke - aanvulling voor de opleiding in de plastische chirurgie. Artikel C.2. Verplichtingen opleidingsinrichting Dit betreft een nadere invulling van het bepaalde in het Kaderbesluit CCMS en is ingegeven door de noodzaak van intensieve supervisie als gevolg van het uitgesproken handvaardigheidskarakter van het specialisme. Artikel D.1. Overgangsbepaling In 2019 ontstaat de situatie dat een opleidingsinrichting te maken kan krijgen met aiossen oude en nieuwe stijl. Opleidingsinrichtingen die in verband met hun erkenning in 2019 worden gevisiteerd, zijn dan zelf verantwoordelijk om er voor te zorgen dat wanneer ze aiossen nieuwe stijl in opleiding krijgen, ze deze nieuwe opleiding ook kunnen faciliteren, naast de opleiding voor de aiossen oude stijl. In deze overgangsregeling is nu geregeld dat de lopende erkenning van de opleidingsinrichting zowel de bevoegdheid omvat om de aios bedoeld in het eerste lid of derde lid, op te leiden overeenkomstig dit nieuwe besluit, als de bevoegdheid om de aios die de opleiding voor 1 januari 2019 is aangevangen op te leiden overeenkomstig het oude Besluit plastische chirurgie van 12 april Vierde lid: Waar in de leden 1 en 3 wordt geregeld dat opleidingsinrichtingen met aiossen nieuwe stijl vallen onder dit nieuwe besluit, regelt het vierde lid dat de opleidingsinrichting met een erkenning voor de opleiding plastische chirurgie op 1 januari 2019, deze behoudt totdat deze wordt vernieuwd. 7/7