ARTIKELEN EN MEDEDELINGENBLAD JAARGANG 4 NR. 22 mrt/apr 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARTIKELEN EN MEDEDELINGENBLAD JAARGANG 4 NR. 22 mrt/apr 2012"

Transcriptie

1 OPGERICHT 6 MAART 2008 ARTIKELEN EN MEDEDELINGENBLAD JAARGANG 4 NR. 22 mrt/apr 2012 Larryleachia cactiformi Larryleachia marlothii Larryleachia picta Lobivia peclardiana Lobivia arachnacantha

2 Colofon Bestuurssamenstelling Voorzitter Secretaris Penningmeester Redactie A. Vijverberg Broekpolderlaan LK Honselersdijk Telefoon Mobiel J. de Vreede Nolensstraat BH Naaldwijk Telefoon P.A.J. Muller Rembrandtkade 252a 2282 XG Rijswijk Telefoon Mobiel P.A.J. Muller De verenigingsavonden worden gehouden in het gebouw van Steinmetz / de Compaan aan de Huis te Landelaan 492, 2283 VJ Rijswijk op de 4e dinsdag van de maand. De locatie is te bereiken met openbaar vervoer bus 18 en 23, halte Huis te Landelaan/Colijnlaan, bus 30, 130 en tram 17, halte Churchilll-/Volmerlaan en verder NS station Rijswijk, van buiten de stad afslag 10 A4 Rijswijk Plaspoelpolder. De zaal is geopend vanaf uur, de avond vangt aan om uur en sluit rond uur. Tijdens de pauze vindt er een verkoop van loten plaats voor planten. De contributie bedraagt 15,00 per jaar en betalen naar rato 1,50 per maand na aanmelding lidmaatschap. Contributie betaling op: Bankrek t.n.v. P.A.J. Muller, inzake Succulenta Haag- en Westland

3 Voor uw agenda Frans Guyana/Suriname, Loek van der Klugt Doe avond en plantbespreking Open dag bij leden, zie artikel in het blad De Goudse cactusbeurs, zie blad nr. 21 jan/feb Externe spreker Nog in te vullen Nog in te vullen Externe spreker Dia s open dagen Piet Muller Nog in te vullen Nog in te vullen Wijziging bankrekeningnummer Op de jaarvergadering werd gesproken over de hoge bankkosten. Nu kreeg ik van een collega penningmeester de tip door om bij de ABN AMRO een rekening te openen die veel voordeliger is dan bij de andere banken. Het verschil op jaarbasis is ca. 60,00. In dit overgangsjaar zijn de kosten voor het eerste kwartaal nog hoog en zeker door de vele contributiebetalingen. Het nieuwe nummer is t.n.v. P.A.J. Muller, inzake Succulenta Haag- en Westland Als tweede gemachtigde op deze rekening is Aad Vijverberg. Wijzigt u het oude nummer in het nieuwe nummer indien u dat hebt opgeslagen. Penningmeester Piet Muller

4 TWEE GUYANA S MET DE MAROWIJNE ALS GRENSRIVIER Spreker Loek van der Klugt neemt u in een PowerPoint-beamershow mee naar Frans Guyana, Suriname en de rivier de Marowijne die beide landen scheidt. Hij was daar in februari 2006 en wel in het kader van een reis voor donateurs van Stichting Trésor. Die Stichting beheert in Frans Guyana het Natuurreservaat Trésor, dat in 1997 werd opgericht en eigendom is van de Universiteit van Utrecht. Dit reservaat vervult ter plaatse een voorbeeldfunctie en dat heeft al geleid tot enerzijds uitbreiding van het reservaat en instelling van een - inmiddels in oppervlakte verdubbeld - omgevend natuurgebied waarin niet gejaagd, gekapt of goud gewonnen mag worden en anderzijds tot het opstellen van regels waaraan houtkap en goudwinning elders in Frans Guyana dienen te voldoen. In 2010 kreeg het reservaat de status van Regionaal Reservaat. Dat houdt onder meer in dat de Franse regering nu bijdraagt in de kosten. Het reservaat wordt regelmatig bezocht door groepen schoolkinderen die daardoor vaak voor het eerst met het oerwoud kennismaken en er aldus respect voor krijgen. Aan de hand van een selectie uit een grote hoeveelheid uitstekend fotomateriaal dat Loek er bijeenschoot, laat hij u kennisnemen van de volgende onderdelen: Het bergbos van Natuurreservaat Trésor met zijn flora en fauna. Het Kawmoeras waarin onder andere naar Kaaimannen werd gezocht. Het bergbos Favard met prehistorische geschiedenis. De Marowijne met zijn stroomversnellingen en oeverdorpen aan zowel de Surinaamse als de Frans-Guyanese kant. Moi Taki, een Marrondorp aan de Tapanahoni in het binnenland van Suriname en waar het gezelschap bij wijze van ontwikkelingshulp een in de korjaal meegebrachte Cassave-raspmolen aan de plaatselijke vrouwenvereniging aanbood. Ontmoeting met een Anaconda. We bezoeken ook het meer bekende Drietabiki. Brownsberg in Suriname. In Cacao, Frans Guyana, tenslotte liep Loek zomaar een bekende Nederlandse Rivulusspecialist tegen het lijf! Ervaringen met een daar gevangen Rivulussoort. Al nieuwsgierig? Zie (klik op Nederlandse vlag voor Nederlands). Redactie

5 Cactus met en L: Lobivia foto s voorpagina U verwacht bij de aanhef een verhaal over Lophophora, of het monotypisch geslacht Leuchtenbergia of iets over de Lemairecereus. Waarschijnlijk interessante geslachten maar de nu behandelde gewone Lobivia is een soort waar u als liefhebber waarschijnlijk ooit mee startte als cactusfanaat. Ze worden regelmatig bij tuincentra en supermarkten als onderdeel van een display aangeboden. De bloei is kort maar hevig, zoals het succulente planten betaamt. Bij het behandelen van dit geslacht waag ik mij op glad ijs; veel soorten, mooi bloeiend en makkelijk groeiend, voornamelijk spruitende bollen, al komen ook zuilvormen voor. Mix van variëteiten komt ook voor. Iedereen weet dat de naam Lobivia een anagram is van Bolivia, het land waar de meeste soorten vandaan komen inclusief het aangrenzende noorden van Argentinië. Bedenk dat het hoogte planten zijn, veel frisse lucht en in de zomer graag op het balkon, onder een afdak, of beschutte plaats waarbij het water uit de pot vrij moet kunnen weglopen. In de winter koel en droog, de meeste soorten kunnen rond de 3 graden heel goed overwinteren. Een specialiste op het gebied van Lobivia was in Holland Clazien Bouwman. Deze enige jaren geleden overleden liefhebster had menigmaal Bolivia bezocht en had buiten een redelijk grote kas met dit geslacht ook nog enige platte bakken waar de meer geharde soorten onverwarmd de winter in doorbrachten. Haar prachtige collectie is later naar Gymnocalyciumkenner Ludwig Bercht gegaan. Kijk eens op het internet naar wat dit geslacht voor u te bieden heeft; vooral leden zonder kas of beperkte ruimte, maar met groene vingers kunnen met dit geslacht goed uit de voeten. Bij Aad staan nog diverse bloeirijpe planten voor de liefhebbers! Jan de Vreede Vetplant met een L: Larryleachia foto s voorpagina Larryleachia's behoren bij de familie van de Asclepiadaceae (aasbloemigen), en komen voor in Namibië en Zuid-Afrika. Over het algemeen worden ze niet erg groot, vijf / zes centimeter breed, hooguit een paar decimeter hoog. Soms solitair, soms vertakkingen van een paar stammetjes. Voornaamste kenmerk qua uiterlijk is de wratachtige opperhuid.

6 Naar mijn ervaring met Larryleachia's zijn ze niet heel moeilijk op eigen wortel om te houden (ik heb zelf een volwassen Larryleachia dinteri en zaailingen van Larryleachia dinteri en Larryleachia cactiformis). Ook het in bloei krijgen van de plant zorgt niet voor grote problemen. De plant bloeit makkelijk een paar maal per zomer met een heel salvo aan kleine pentagoonvormige roodbruine bloemen in de top van de plant. Zoals het een Asclepiadaceae betaamt, is het bijzondere van de bloemen dat deze veelal onwelriekend zijn naar onze smaak. Hoewel er ook uitzonderingen zijn te vinden onder de aasbloemigen, waarvan bij sommige soorten de bloemen juist prettig ruiken naar onze smaak. Prettig ruiken geldt echter niet voor de bloemen van Larryleachia. De bloemen ruiken naar iets dat in ieder geval een aantrekkingskracht heeft op vliegen. En daar moeten de planten het dan ook van hebben wat betreft de bestuiving en zaadproductie. Met een penseeltje de plant proberen te bevruchten zit er helaas niet in. De fijne bouw van de binnenzijde van de bloem leiden ertoe dat alleen (kleine) vliegen fysiek in staat zijn om een bestuiving teweeg te brengen. Niettemin is er hoop dat er zaadpeulen zouden kunnen verschijnen als er maar meewerkende vliegjes zijn. Meer dan hopen kan je niet doen. De zaadpeulen zijn vrij opvallend; twee langwerpige zaadpeulen staan rechtovereind bovenop de plant en vormen samen de letter V. Als de zaden rijp zijn barst de peul open en komen de zaden tevoorschijn. Doordat deze zaden net als een bij pluizige paardenbloem gehecht zijn aan een stuk pluis, kunnen ze door de wind worden meegevoerd om elders terecht te komen en te ontkiemen. Ook zaaien gaat naar mijn ervaring prima. Mijn eerste poging tot het zaaien van Larryleachia's ging mij behoorlijk goed af afgelopen zomer. Van twee soorten met elk tien zaden heb ik van de ene soort twee zaailingen overgehouden (kon beter), maar bij de andere soort heb ik er negen kunnen laten ontkiemen en de winter laten halen. Ik behandel ze het eerste jaar precies zoals ik al mijn zaailingen behandel (eenmaal per week dopen in een bak met water, en in een halfschaduwrijke plek laten groeien tot ze oud en groot genoeg zijn om felle zon aan te kunnen). Nu bijna een jaar verder en de klok rond van een kalenderjaar staan ze nog prima in het potje. Komende zomer zal ik ze nog gelijk behandelen als andere zaailingen, maar het jaar zal het er iets Spartaanser aan toe gaan; meer en feller zonlicht, en geen wekelijks water meer.

7 Opvallend van Larryleachia is dat de plant zeer zacht kan aanvoelen als hij erg uitgedroogd is. Veel succulenten krimpen gewoon in elkaar, maar blijven over het algemeen stevig aanvoelen. Bij Larryleachia is dat niet het geval bij mijn planten. Vooral als je de plant een winterrust geeft kan een Larryleachia zo zacht worden als een spons. Dat is wel schrikken als je je hier niet bewust van bent; je zou zomaar kunnen denken dat de plant aan het rotten is natuurlijk! Geef je het een flinke scheut water, dan zuigt het zich in een goede dag weer goed vol zodat een dag of twee later de plant weer goed plomp aanvoelt. Desondanks mijn persoonlijke ervaringen dat Larryleachia's geen moeilijke planten zijn, kom ik in de literatuur en op forums wel wat voorzichtige waarschuwingen tegen dat het toch wel lastige planten zijn. Uit ervaring met ook andere soorten die als moeilijk te boek staan (Pseudolithos, Ariocarpus) weet ik dat men wel eens te snel kan zijn met dit soort waarschuwingen (hoewel voorzichtigheid ook geen overbodige luxe is). Voor dit moment houd ik het erop dat dit ook geldt voor Larryleachia's. Iets voorzichtiger zijn bij het geven van water (ze zijn denk ik net een fractie gevoeliger voor rot door overtollig water dan veel andere succulenten). En verder zorgen dat de planten niet de hele winter te koud staan. Ook al kunnen ze naar mijn ervaring best wel wat hebben wat betreft de temperatuur. In ieder geval kunnen sterke planten langdurig (weken of zelfs maanden) tegen temperaturen van tegen het vriespunt aan. Behoorlijk koudegevoelig is één van de waarschuwingen in de literatuur die ik bijvoorbeeld opzij kan wuiven als ik uitga van mijn eigen ervaringen. Aan vorst zelf heb ik ze nog niet blootgesteld; ook niet iets dat ik snel zou durven proberen... Rest verder de plant een hoge zonintensiteit te bieden. Niet iets dat iedereen kan leveren, zeker als je zonder broeikas zit. Mijn planten staan op de lichtste plek in de kas van 's-ochtends vroeg tot 's-avonds laat, verscholen achter een (slechts lichtjes) sluierend schaduwdoek. Een goede lichtintensiteit is denk ik wel onontbeerlijk om de planten in bloei te kunnen krijgen. Maar als dat lukt, dan heb je een plant in de kas die je bij binnenkomst al meteen kunt ruiken... Aiko Talens Naschrift redactie: Het geslacht was vroeger bekend onder de naam Trichocaulon en de soortnaam dinteri zou zijn geworden marlothii. Verder zijn er ook nog de soorten picta en similis.

8 Een nieuw lid stelt zich voor Graag voldoe ik aan het verzoek van Jan de Vreede om iets te schrijven in ons clubblad. Laat ik mijzelf eerst introduceren. Ik ben Theo Hortensius, woon in Den Haag in de Galvanistraat. Daar beschik ik over een kleine tuin van pakweg 8 bij 10 meter. In mijn tuin staat een heel bescheiden kasje van 1 bij 2 meter: op bijgaande foto te zien. Na de laatste nieuwjaarsbijeenkomst in de kas van de firma Van der Linden in Honselersdijk heb ik mij aangemeld als lid van Succulenta afd. Haag- en Westland. Mijn cactushobby stamt al uit m n studententijd. Ergens halverwege de jaren zeventig is het begonnen. In een heel zonnig gelegen kozijn van mijn flat had ik een bloembak gezet met daarin een paar van die stekeljongens. Ze bleken ook nog te kunnen bloeien. M n belangstelling was gewekt. Om de benen te strekken maakte ik destijds vanuit Delft fietstochten door het Westland en kwam zo terecht bij heel veel tuincentra die allemaal wel een paar cactussen verkochten. Op die manier ontstond geleidelijk mijn verzameling. De cactussen groeiden voorspoedig; te voorspoedig zo bleek. Vooral de Opuntia s en de Cereussen pasten al snel niet meer in de bloembak en daarna niet meer in de kamer. Deze grote jongens waren bekende soorten als Cleistocactus strausii, Pilosocereus palmeri, Trichocereus candicans, Echinocatus grusonii, Ferocactus latispinus en Notocactus magnificus. Toch zijn de meeste nog heel lang in m n bezit gebleven dankzij het feit dat we in 1994 verhuisden naar ons huidige huis. s Zomers werden deze grote

9 jongens gewoon buiten gezet op een zonnige plek in de tuin. Dat ging prima en de meesten bloeiden ook nog! Maar enkele jaren geleden begon mijn partner te protesteren tegen de sjouwpartij van de jaarlijkse verhuizing van de tuin naar de serre, die als winterverblijf fungeerde, en vice versa. Het eind van het liedje is dat van de grote jongens alleen nog de min of meer hanteerbare Echinocactus en de Ferocactus zijn overgebleven. De Echinocactus heb ik sinds 1975 en heeft dus een hoge nostalgische waarde! Gelukkig bestaan er ook een groot aantal kleiner blijvende cactussoorten. Daarvan had en heb ik nog steeds een leuke verzameling. Op dit moment heb ik cactussen uit bekende geslachten als Echinopsis, Echinocereus, Gymnocalycium, Lobivia, Mammillaria, Notocactus, Parodia, Rebutia en Echinofossulocactus (Nu Stenocactus, redactie). Die laatstgenoemde behoort, samen met de Echinocactus grusonii tot mijn oudste exemplaren. Beide zijn al meer dan 30 jaar oud! Maar mijn bijzondere belangstelling gaat toch uit naar de meer bijzondere liefhebberscactussen. Zo heb ik exemplaren uit de geslachten Astrophytum, Copiapoa, Lophophora, Matucana, Melocactus en Uebelmannia. Overwinteren van m n verzameling gebeurd gewoon in de koude kas. Alleen een paar soorten die echt niet koud kunnen staan worden verhuisd naar de (in de winter zonloze) serre. Pas als het gaat vriezen, verhuist ook de rest van de verzameling naar de serre. Om ook weer zo snel mogelijk terug te verhuizen naar de kas zodra de temperatuur dat toelaat. Mijn ervaring leert dat veel soorten er goed tegen kunnen. Uiteraard krijgen ze vanaf september geen water meer. Daar begin ik pas mee zodra m n kasje weer langer dan 1 uur beschenen wordt en dat is ergens half april. Behalve cactusverzamelaar ben ik ook een enthousiast boekenverzamelaar. Ik mag graag boekenmarkten en antiquariaten afstruinen op zoek naar bijzondere boeken. Zodoende heb ik een leuke collectie cactusboeken opgebouwd met namen van bekende auteurs als Ritter, Backenberg, Haage, Buining, Lamb en anderen. U herkent op de foto vast een aantal die ook in uw boekenkast staan.

10 In dit digitale tijdperk is er nog een kennisbron die ik graag raadpleeg: de site Het is een Engelstalige site waarop veel cactussoorten en variëteiten staan beschreven met veel mooie foto s en cultuurtips. Maar het leukst is natuurlijk om met elkaar over onze cactussen te praten. Theo Hortensius Open Dag Succulenta Haag en Westland zaterdag 5 mei 2012 Beste leden, Ook dit jaar willen we ons als vereniging van cactussen en vetplanten presenteren op deze zaterdag aan het hopelijk grote en geëerde publiek. Elk lid die een verzameling bezit die het tonen waard is, nodigen we (vrijblijvend) van harte uit om mee te doen. Desgewenst kunt u rekenen op ondersteuning! Hoewel het epicentrum, deze dag bij de rotstuin en cactuskas van Aad ligt willen we graag op een breed front actief zijn. Het kan variëren van een raam met succulente planten in de huiskamer met een zomerse buitenaanplant die het tonen aan buurt en straatgenoten waard zijn of bijv. bezitters van een cactuskasje op een volkstuin die hun planten kunnen tonen aan collega amateurkwekers. We verwittigen de couranten, c.q. huis aan huisbladen en nodigen de regionale tv. en radio uit. Hebt U interesse, tips of vragen; laat wat weten. Jan de Vreede jvreede@kabelfoon.nl Telefoon:

11

12 Aan: Voor leden van cactus- en succulentenverenigingen zijn wij op zaterdag van 08:30 tot 11:30 geopend. Adres: Nieuweweg 18, 2675 ZH Honselersdijk (5km vanaf Den Haag) Telefoon: Internet: Bij onbestelbaar retour aan Rembrandtkade 252a, 2282 XG Rijswijk.