Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK Hoofdstructuur voltijds secundair onderwijs Pedagogisch geheel Instellingsnummer Instelling Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG Directeur Michel JANSSEN Mosselerlaan GENK Telefoon info@tisl.be Website Bestuur van de instelling Scholengemeenschap CLB VZW Katholiek Secundair Onderwijs Genk Collegelaan GENK SGKSO Sint-Maarten Mosselerlaan GENK Vrij CLB Regio Genk Zevenbonderstraat GENK Dagen van het opvolgingsbezoek , Einddatum van het opvolgingsbezoek Datum bespreking verslag met de instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Gabriël POPPE Etienne GIELEN, Alex MAES BVH-OV so Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK (Schooljaar ) 1/5

2 INHOUDSTAFEL INLEIDING HISTORIEK ZIJN DE TEKORT(EN) GEREMEDIEERD? ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG... 5 BVH-OV so Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK (Schooljaar ) 2/5

3 INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de school door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Als de school bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de school karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de school proces: initiatieven die de school neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de school met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies. Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging. Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op de volledige organisatie. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school. een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekort(en) zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve opvolgingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? en BVH-OV so Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK (Schooljaar ) 3/5

4 1 HISTORIEK Het vorige doorlichtingsbezoek van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne vond plaats van tot en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf moet de school kunnen aantonen dat de tekort(en) die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de school daarin is geslaagd. 2 ZIJN DE TEKORT(EN) GEREMEDIEERD? Tijdens de doorlichting stelde de onderwijsinspectie talrijke tekorten vast die betrekking hadden op de beheersing van het welzijnsbeleid in zowel het secundair onderwijs (so) als in het centrum leren & werken (CLW). De tekorten hadden betrekking op de organisatie van het veiligheidsbeleid dat op enkele vlakken ontoereikend was en het niet voldoen aan meerdere bewoonbaarheid-, veiligheids- en comfortvoorwaarden. De opvolgingsdoorlichting van de bewoonbaarheid, de veiligheid en de hygiëne (BVH) van de school gebeurde in twee fasen. De opvolging van BVH in het so vond plaats op 10 november 2016, in het CLW op 1 december Globaal gezien heeft het beleid vorderingen gemaakt op het vlak van BVH. De preventieadviseur is meer betrokken bij de aankoop en de indienststelling van de gevaarlijke machines. Toch is het niet altijd duidelijk wanneer de preventieadviseur effectief in actie moet komen binnen het indienststellingsbeleid, omdat een transparante aankoopprocedure nog ontbreekt. De school heeft het risico op valgevaar naast het internaatgebouw grondig aangepakt en de maatregelen om geen verkeer toe te laten op de speelplaats worden nauwgezetter opgevolgd. Ze tracht losliggende elektriciteitskabels van onder meer computers te beperken en beschadigde stopcontacten snel te herstellen. Volgens de preventieadviseur is aan de opmerkingen van de keuringsverslagen van de elektrische installaties tegemoet gekomen. De vaststellingen, vermeld in de andere interne en externe keuringsverslagen, zijn deels opgelost of staan opgenomen in het globaal preventieplan (GPP) of het jaaractieplan (JAP). Het beleid heeft de voorziene kosten opgenomen in het GPP en het JAP. In blok B zijn de verlichtingsarmaturen nu afgeschermd, in de toiletten zijn er voldoende hygiënevoorzieningen en de doucheruimte waar schimmelvorming aanwezig was, is buiten dienst gesteld. De beveiliging van enkele machines is verbeterd. Desondanks blijkt dat de beveiliging van bijvoorbeeld de lintzaagmachine in de houtbewerking meer onderhoud vraagt en dat de beschermkap van een paneelzaagmachine beschadigd is. De school heeft nu een beheersplan ter preventie van legionella. De controle ter voorkoming van legionellabesmetting gebeurt regelmatig en voor alle douches. Het vensterraam in de afwasruimte van de keuken is gerenoveerd. De school beheerst het omgaan met producten met gevaarlijke eigenschappen beter. De hoeveelheden van de gevaarlijke producten worden bijgehouden. De oplaadzone voor de batterijen voldoet nu aan de vigerende regelgeving. BVH-OV so Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK (Schooljaar ) 4/5

5 Het brandpreventieverslag voor het CLW dateert van 23/09/2011 en enkele opmerkingen waren nog niet weggewerkt. In het centrum zorgde de opstelling van de houtbewerkingsmachines voor een verhoogd gevaar voor de leerlingen. De aanduiding van de loop- en werkzones ontbrak. Dit was ook het geval voor het werkhuis lassen. Het scheiden van gassen in de opslagruimte voor de gasflessen voldeed nog niet aan de vigerende reglementering en enkele pictogrammen ontbraken. In het CLW waren er onvoldoende toiletten voor de jongens en de toiletten voor leerlingen en personeel waren niet gescheiden. Ook voldeed de didactische keuken niet aan de reglementaire bepalingen. De naleving van de Goede Hygiëne Praktijken (GHP) in de didactische keuken was ondermaats. Tijdens de rondgang werd vastgesteld dat de diepvries allerlei levensmiddelen bevatte die niet voorzien waren van de nodige etikettering of waar de houdbaarheidsdatum van overschreden was. In het CLW was er geen geactualiseerde lijst van de gevaarlijke producten. Het centrum beheerste de stroom van de gevaarlijke producten onvoldoende en beschikte niet voor alle gevaarlijke stoffen over de nodige veiligheidsinstructiekaarten. In de werkhuizen bouw en schilderen werden de gevaarlijke stoffen onvoldoende zorgvuldig opgeslagen. De school en het centrum hebben gevolg gegeven aan de bovenstaande opmerkingen en de tekorten weggewerkt. Stapsgewijs hebben ze de leslokalen en de gangen opgefrist en geschilderd. De vloer in de werkplaats magazijnbeheer is vernieuwd. Het centrum beschikt over een volledig nieuwe didactische keuken, uitgerust met hedendaagse toestellen. De naleving van de GHP voldoet. Het centrum beschikt over nieuwe toiletten voor zowel de jongens als de meisjes. Het beheer en de opslag van de stoffen met gevaarlijke eigenschappen voldoet aan de regelgeving. De school heeft op een doeltreffende manier de werkpunten aangepakt. De organisatie van het beleid rond bewoonbaarheid, veiligheid en gezondheid is verbeterd. De onderwijsinspectie vertrouwt erop dat de school de resterende werkpunten met dezelfde gedrevenheid snel zal wegwerken. 3 ADVIES EN REGELING VOOR VERVOLG In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de tekort(en) zoals vermeld in dit verslag: GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur Gabriël POPPE de inspecteur-verslaggever Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school Michel JANSSEN de directeur BVH-OV so Technisch Instituut Sint-Lodewijk - vzw KASOG te GENK (Schooljaar ) 5/5