Regeling bijzondere ontslaguitkering politie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regeling bijzondere ontslaguitkering politie"

Transcriptie

1 BZK Regeling bijzondere ontslaguitkering politie 22 december 2000/ Nr. EA2000/U Directie Politie De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel 88, achtste lid, en op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie; Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. de Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. bevoegd gezag: hetgeen daaronder in het Besluit algemene rechtspositie politie wordt verstaan; c. ontslag: een ontslag als bedoeld in artikel 88 dan wel artikel 88a van het Besluit algemene rechtspositie politie; d. betrokkene: de gewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 88, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, aan wie ontslag is verleend; e. Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP; f. pensioenreglement: het pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP; g. pensioen: een pensioen krachtens het pensioenreglement; h. FPU-reglement: het Reglement flexibel pensioen en uittreden ter zake van basisuitkering en aanvullende uitkering, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Centrale vut-overeenkomst overheids- en onderwijspersoneel; i. invaliditeitspensioen: een invaliditeitspensioen krachtens het pensioenreglement; j. arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 18, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; k. WAO-uitkering: een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; l. uitkering: uitkering, bedoeld in artikel 3. Artikel 2 1. In deze regeling wordt verstaan onder bezoldiging: de bezoldiging in de zin van het Besluit bezoldiging politie, vermeerderd met de vakantieuitkering berekend over een maand, waarop de betrokkene op de dag voorafgaand aan het ontslag aanspraak had of bij waarneming van zijn functie zou hebben gehad. 2. Indien de door een betrokkene over de laatste aan het ontslag voorafgaande twaalf volle kalendermaanden genoten bezoldiging geheel of gedeeltelijk uit wisselende inkomsten bestond, wordt in zoverre in afwijking van het eerste lid, als bezoldiging aangemerkt, het gemiddelde van die wisselende inkomsten over die twaalf maanden. 3. Indien de betrokkene voorafgaand aan het ontslag non-activiteit genoot als bedoeld in artikel 13b van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt verstaan onder bezoldiging: de berekeningsbasis voor het non-activiteitsinkomen, zoals bedoeld in artikel 29a en 29b van het Besluit bezoldiging politie. 4. De bezoldiging, omschreven in het eerste tot en met het derde lid, wordt aangepast overeenkomstig een algemene salarismaatregel in de sector Politie. Artikel 3 1. De betrokkene heeft recht op de uitkering met ingang van de dag van ingang van zijn ontslag. 2. Het bevoegd gezag beslist over de toekenning van de uitkering op aanvraag door de betrokkene. Artikel 4 1. De hoogte van de uitkering is gedurende de eerste zestig maanden 80%, van de bezoldiging vermeerderd met zoveel ten hoogste tien keer 0,5% van de bezoldiging als het totaal aantal volle voor pensioen geldige dienstjaren, die meetellen voor de pensioenberekening krachtens het pensioenreglement, op de dag van ingang van het ontslag meer dan dertig bedraagt, en vervolgens 70% van de bezoldiging. 2. Het bedrag van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, daalt niet beneden het bedrag van het pensioen, waarop de betrokkene recht zou hebben, indien hij uit de betrekking waaruit hij met recht op de uitkering is ontslagen, op de dag van ontslag zou zijn gepensioneerd. 3. Bij de berekening van het bedrag van het pensioen, bedoeld in het tweede lid, wordt mede in aanmerking genomen de diensttijd, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van het pensioenreglement, die de betrokkene bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar zal kunnen aanwijzen. 4. Onder diensttijd, bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan: a. voor zover gelegen vóór 1 januari 1996: de tijd, die voor betrokkene per 31 december 1995 meetelt voor de pensioenberekening, bedoeld in de Algemene burgerlijke pensioenwet zoals deze luidde op 31 december 1995; b. voor zover gelegen op of na 1 januari 1996: de tijd gedurende welke betrokkene overheidswerknemer is in de zin van de Wet privatisering ABP. 5. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de eventuele diensttijd, bedoeld in artikel D1, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals deze luidde op 31 december 1995, in aanmerking genomen. Het verzoek, bedoeld in artikel D2 van die wet wordt daarbij geacht te zijn gedaan. Artikel 5 1. Vanaf het ontslag vindt tot het bereiken van de leeftijd van 62 jaar pensioenopbouw voor de helft plaats op grond van artikel 4.4, vierde lid van het pensioenreglement, zoals dat luidde op 1 januari De hiervoor verschuldigde premie komt voor één vierde deel ten laste van betrokkene. 2. Indien de betrokkene gebruik maakt van de mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting van zijn pensioenopbouw, waardoor ook na het bereiken van de leeftijd van 62 jaar zijn pensioenopbouw voor de helft plaatsvindt, zal namens hem de hiervoor verschuldigde premie worden betaald, met dien verstande dat hiervan geen groter deel ten laste van betrokkene Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 1

2 komt dan één vierde deel van de in het eerste lid bedoelde verschuldigde premie. Artikel 6 1. De in artikel 4 genoemde uitkering wordt, voorzover recht daarop bestaat, verminderd met het bedrag van het collectieve verplichte deel van het flexibel pensioen krachtens het pensioenreglement, het bedrag van zowel de basisuitkering als de aanvullende uitkering krachtens het FPUreglement en de toeslag ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag voor de FPU-uitkering. 2. Indien het bedrag van de basisuitkering is verminderd in verband met samenloop met andere inkomsten, wordt voor de toepassing van het eerste lid niettemin uitgegaan van het onverminderde bedrag, tenzij deze vermindering met toepassing van artikel 7 niet zou hebben plaatsgevonden. 3. Ingeval naast de in artikel 4 genoemde uitkering inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf als genoemd in artikel 7 worden genoten, wordt op de uitkering in voorkomend geval boven de vermindering die reeds krachtens het eerste lid van dit artikel plaatsvindt, een vermindering toegepast. Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmee de onverminderde uitkering krachtens artikel 4 vermeerderd met het totaal bedrag van de inkomsten bedoeld in artikel 7 en verminderd met het bedrag van de inkomsten dat reeds in mindering is gebracht op de basisuitkering krachtens het FPU-reglement tezamen de laatstelijk genoten bezoldiging te boven gaat. 4. De in het derde lid bedoelde vermindering kan niet groter zijn dan het verschil tussen de in artikel 4 genoemde uitkering en de op grond van de in het eerste lid genoemde vermindering minus de basisuitkering krachtens het FPU-reglement. Artikel 7 1. De inkomsten, die de betrokkene geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, aangevangen met ingang van of na de dag van het ontslag, ter zake waarvan de uitkering is toegekend, worden in mindering gebracht op de uitkering volgens het gestelde in artikel 6, derde en vierde lid, tenzij de betrokkene aannemelijk maakt dat die inkomsten, dan wel een gedeelte daarvan geen verband houden met verhoogde werkzaamheid en geen verband houden met het ontslag. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf aangevangen gedurende de vakantie, het verlof of de non-activiteit onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ter zake waarvan de uitkering is toegekend. 3. Inkomsten uit arbeid of bedrijf als bedoeld in het eerste lid die geacht worden op één maand betrekking te hebben of geacht kunnen worden te hebben, worden in mindering gebracht op de uitkering over die maand. 4. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag van het eerste tot en met het derde lid ten gunste van de betrokkene afwijken. Artikel 8 De Minister kan bepalen, dat bepaalde inkomsten geheel of ten dele niet worden aangemerkt als inkomsten in de zin van artikel 7. Artikel 9 1. De betrokkene is verplicht vanaf het moment waarop het ontslag is ingegaan, opgave te doen van de inkomsten, bedoeld in artikel 7, eerste lid. 2. Indien de inkomsten niet vooraf kunnen worden vastgesteld, doet de betrokkene maandelijks, voorafgaand aan de betaling van de uitkering, opgave van de inkomsten die hij sinds de vorige opgave heeft genoten. 3. Indien de inkomsten slechts over een langere termijn kunnen worden vastgesteld, doet de betrokkene dienovereenkomstig opgave en wordt de uitkering met een voorlopig vastgesteld bedrag verminderd. Na afloop van de desbetreffende termijn zullen de daadwerkelijke inkomsten worden verrekend met inachtneming van het gestelde in artikel 6, derde en vierde lid. 4. Het bevoegd gezag kan nadere voorschriften geven met betrekking tot de wijze van opgave van de inkomsten door de betrokkene. 5. De betrokkene stemt er, door het aanvaarden van de uitkering, mee in dat allen die daarvoor naar het oordeel van het bevoegde gezag in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven welke voor de uitvoering van dit hoofdstuk noodzakelijk zijn. Artikel Indien de betrokkene ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, is hij de eerste maand na het ontslag verplicht daarvan terstond mededeling te doen aan het bevoegd gezag. De betrokkene is eveneens verplicht zijn herstel terstond te melden indien de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte is ontstaan voorafgaand aan zijn ontslag dan wel binnen een maand na zijn ontslag. 2. De uitkering wordt niet uitbetaald voor de duur dat de betrokkene de in het eerste lid bedoelde verplichting niet nakomt. Artikel 11 Indien de betrokkene ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, en de ziekte is ontstaan voorafgaand aan zijn ontslag dan wel binnen een maand na zijn ontslag, kan hij door het bevoegd gezag worden verplicht zich geneeskundig te laten onderzoeken. Artikel 12 Ten aanzien van de betrokkene, die na zijn ontslag uit hoofde van ziekte of arbeidsongeschiktheid nog aanspraken in verband met de betrekking waaruit hij is ontslagen, heeft of krijgt, wordt de uitkering dan wel de toelage, bedoeld in artikel 15, tot het einde van de periode, waarover die aanspraken bestaan, verminderd met het bedrag daarvan. Artikel 13 Indien de betrokkene de gegevens, die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of de vermindering van de uitkering niet, niet volledig of onjuist verstrekt, kan worden bepaald, dat de uitkering, zolang zulks het geval is, niet of slechts gedeeltelijk wordt uitbetaald. Artikel Het recht op de uitkering eindigt: a. met ingang van de dag waarop betrokkene recht verkrijgt op een WAO-uitkering; b. met ingang van de dag volgende op die waarop de betrokkene is overleden; c. met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 2

3 betrokkene de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 2. Het recht op de uitkering kan geheel of ten dele vervallen worden verklaard indien de betrokkene: a. zich zodanig gedraagt dat hij, ware hij in dienst gebleven, zou zijn ontslagen; b. weigert mee te werken aan een onderzoek tot vaststelling van zijn arbeidsongeschiktheid ter verkrijging van een WAO-uitkering. Artikel Voor zover de aan betrokkene toegekende WAO-uitkering, eventueel vermeerderd met een invaliditeitspensioen, lager is dan de uitkering waarop hij aanspraak zou hebben gehad, indien er geen sprake zou zijn van arbeidsongeschiktheid, wordt hem het verschil bij wijze van toelage uitgekeerd. 2. De betrokkene die na afloop van de periode van 52 weken, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, geen WAO-uitkering aanvraagt, wordt voor de toepassing van dit besluit behandeld alsof hem een WAO-uitkering is toegekend berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. 3. Indien de WAO-uitkering van de betrokkene die ter zake van dezelfde dienstverhouding aanspraak heeft op een uitkering en een WAO-uitkering, als gevolg van een handelen of nalaten een vermindering ondergaat, of het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt bedoelde WAO-uitkering voor de toepassing van dit besluit geacht onverminderd te zijn genoten. Artikel De uitkering over een maand berekend, wordt in maandelijkse termijnen betaald. Met toestemming van de betrokkene kan de uitbetaling in langere termijnen geschieden. 2. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de betrokkene aan wie de uitkering is toegekend, wordt aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging, over een tijdvak van drie maanden. 3. Indien op de uitkering een vermindering wordt toegepast krachtens de artikelen 7, 9, 13 of artikel 14, tweede lid, dan is de in het tweede lid bedoelde uitkering gelijk aan het bedrag van de uitkering die de betrokkene op de dag van het overlijden ontving, over een tijdvak van drie maanden. 4. Op de uitkering, bedoeld in het tweede en derde lid, worden, indien van toepassing, het bedrag van de uitkering die op grond van artikel 53 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, het bedrag van de uitkering die op grond van artikel 7.11 en 7.12 van het pensioenreglement en het bedrag van de uitkering die op grond van artikel 14 van het FPU-reglement wordt uitbetaald in mindering gebracht. 5. In dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven levenspartner met wie de niet-gehuwde betrokkene samenwoonde en met het oogmerk duurzaam samen te leven een gemeenschappelijke huishouding voerde op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding alsmede de achtergebleven geregistreerde partner. 6. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als weduwe of weduwnaar worden aangemerkt. 7. Het bevoegd gezag kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract, bedoeld in het vijfde lid, is gesloten. 8. Laat de overledene geen weduwe of geen weduwnaar na van wie hij, onderscheidenlijk zij, niet duurzaam gescheiden leefde, dan geschiedt de uitkering van het in het tweede en derde lid bedoelde bedrag ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of minderjarige kinderen waarover de overledene ten tijde van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg. 9. Onder pleegouderlijke zorg, bedoeld in het vorige lid, wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. 10. Indien ook de kinderen, bedoeld in het achtste lid, ontbreken, dan geschiedt de uitkering van het in het tweede en derde lid bedoelde bedrag aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de inkomsten van de overledene. 11. Laat de overledene geen betrekkingen, bedoeld in het tweede, achtste en tiende lid na, dan kan het aldaar bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien zijn nalatenschap voor de betaling van die kosten ontoereikend is. Artikel 17 Deze regeling treedt in werking op 1 januari Artikel 18 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijzondere ontslaguitkering politie. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.G. de Vries. Toelichting Algemeen Op 12 maart 1999 is het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000 (verder te noemen: Akkoord) getekend. In het Akkoord zijn afspraken opgenomen over het per 1 januari 2001 vervangen van het functioneel leeftijdsontslag (FLO) door een flexibele uittredingsregeling. Deze flexibele uittredingsregeling wordt vormgegeven als een aanvulling op de voor al het overheidspersoneel geldende FPU-regeling (flexibel pensioen en uittreden) en wordt daarom Aanvullende flexibele uittredingsregeling politie (AFUP) genoemd. In verband met het vervangen van FLO door de AFUP zijn er voor het politiepersoneel dat op 12 maart 1999 en op 31 december 2000 een aanstelling had waaraan FLO-ontslag was gekoppeld overgangsmaatregelen getroffen. Politiepersoneel dat tot deze categorie behoort en op 1 januari 2001 vijftig jaar of ouder is behoudt uitzicht op de FLO-aanspraken ( polisvoorwaarden FLO ). In deze regeling zijn de polisvoorwaarden FLO neergelegd. Deze aanspraken zijn identiek aan de aanspraken zoals verwoord in de Regeling uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag zoals die luidde op 1 januari Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 3

4 Artikel 1 In dit artikel wordt een aantal begrippen omschreven die voor de regeling van belang zijn. Voor het merendeel betreft het hier technische omschrijvingen van onder andere de betrokkene in de zin van deze regeling en begrippen als het het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat de groep van ambtenaren die aanspraak kan maken op de polisvoorwaarden FLO zoals neergelegd in deze regeling, in het eerste lid van artikel 88 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) is gedefinieerd. De grondslag voor het ontslag, alsmede de grondslag voor deze regeling is voor het merendeel van de betreffende ambtenaren ook neergelegd in artikel 88 van het Barp. Voor ambtenaren die de functie van vlieger bij het KLPD blijven vervullen blijft, hoewel zij wel deelnemen aan de AFUP, het verplichte functioneel leeftijdsontslag op 55-jarige leeftijd bestaan. De bepalingen omtrent het leeftijdsontslag zijn opgenomen in artikel 88a van het Barp. Dit geldt zowel voor vliegers met polisvoorwaarden FLO als voor vliegers die op 1 januari 2001 jonger zijn dan vijftig jaar en daarom andere garanties hebben. Voor vliegers met polisvoorwaarden FLO die hun functie kunnen en willen blijven uitoefenen na het bereiken van de leeftijd van 55 jaar is de grondslag voor het ontslag, alsmede de grondslag voor deze regeling daarom ontleend aan artikel 88a van het Barp. Artikel 2 In dit artikel wordt de definitie van de bezoldiging gegeven: de bezoldinging in de zin van het Besluit bezoldiging politie waarop de betrokkene op de dag voorafgaand aan het ontslag aanspraak had, vermeerderd met het vakantiegeld, berekend over een maand. De toevoeging van de passage of bij waarneming van zijn functie zou hebben gehad aan de definitie van bezoldiging voorziet er ondermeer in dat vermindering van de bezoldiging wegens langdurige ziekte, uitkeringen vanwege gedeeltijdelijke arbeidsongeschiktheid, ouderschapsverlof of de Regeling partieel uittreden (RPU) buiten beschouwing worden gelaten. Indien er sprake is van variabele inkomsten die behoren tot de bezoldiging, te weten de operationele toelage en de consignatietoelage en eventueel een toelage waarvoor de Minister op grond van artikel 21 van het Bbp nadere regels heeft gesteld, wordt voor het vaststellen van de berekeningsbasis het gemiddelde van de variabele inkomsten in de laatste twaalf kalendermaanden voorafgaand aan het ontslag genomen. Op deze wijze wordt ervoor zorggedragen dat de variabele inkomsten op een rechtvaardige wijze tot de bezoldiging worden gerekend, hetgeen niet het geval zou zijn als zou worden gerekend met de omvang van de variabele bezoldiging waarop de betrokkene recht had op de dag voorafgaand aan het ontslag. Indien de betrokkene voorafgaand aan het ontslag gebruik maakte van de Tijdelijke ouderenregeling (TOR) wordt in deze regeling de berekeningsbasis van het non-activiteitsinkomen tot de bezoldiging gerekend. De in het Besluit bezoldiging politie gedefinieerde berekeningsbasis voor het non-activiteitsinkomen is identiek aan de definitie van de bezoldiging zoals gegeven in het eerste en tweede lid van dit artikel. In dit artikel is tevens bepaald dat de gedefinieerde bezoldiging wordt aangepast overeenkomstig algemene salarismaatregelen in de sector Politie. Dit houdt in dat algemene loonsverhogingen en algemene eenmalige uitkeringen ook ten goede komen aan de ambtenaren die de in deze regeling beschreven uitkering genieten. Artikel 3 In artikel 3 wordt het recht op een uitkering en de ingangsdatum van de uitkering geregeld, alsmede de bevoegdheid tot beslissen over de toekenning. Het feit dat het bevoegd gezag beslist houdt in dat de instantie die de regeling uitvoert, in dit geval de Stichting Pensioenfonds ABP, niet verantwoordelijk is voor de juistheid van de beslissing. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de beslissing berust bij het bevoegd gezag. Artikel 4 In het eerste lid van artikel 4 wordt de hoogte van de uitkering geregeld. De eerste zestig maanden (vijf jaar) bedraagt de uitkering 80% van de bezoldiging. Voor ieder dienstjaar boven de dertig dienstjaren wordt dit uitkeringspercentage met 0,5% verhoogd. Hierbij is echter een maximering aangebracht: hoger dan 85% van de bezoldiging kan de uitkering niet worden. Na de eerste zestig maanden wordt het uitkeringspercentage teruggebracht tot 70% van de bezoldiging. In het tweede en derde lid zijn de garanties neergelegd die bepalen dat het bedrag van de uitkering niet lager kan zijn dan het pensioen waarop betrokkene aanspraak zou kunnen maken op de datum van zijn ontslag. Bij het berekenen van dit pensioenbedrag moet de diensttijd die betrokkene tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd volgens het pensioenreglement nog opbouwt ook worden betrokken. Het gaat hierbij om de opbouw volgens het pensioenreglement: de halve opbouw van het moment van ontslag tot het bereiken van de leeftijd van 62 jaar. Hetgeen met betrekking tot de daadwerkelijke pensioenopbouw is gesteld in artikel 5 blijft voor de toepassing van deze garantie buiten beschouwing. In het vierde en vijfde lid is aangegeven welke diensttijd mee wordt geteld voor de in het eerste lid genoemde verhoging van het uitkeringspercentage tot maximaal 85%. Hierbij wordt in de eerste plaats een onderscheid gemaakt tussen de diensttijd opgebouwd onder vigeur van de op 1 januari 1996 vervallen Algemene burgerlijke pensioenwet en de diensttijd sinds 1 januari In het vijfde lid is geregeld dat de diensttijd bedoeld in artikel D1, tweede lid, van de voormalige Algemene burgerlijke pensioenwet (de diensttijd als dienstplichtig militair en de diensttijd in een overheidsbetrekking in de Nederlandse Antillen of Aruba) hiervoor ook moet worden meegeteld. Artikel 5 In dit artikel is de pensioenopbouw van de betrokkene geregeld. Op basis van het pensioenreglement loopt de opbouw voor het ouderdomspensioen na het ontslag door tot het bereiken van de leeftijd van 62 jaar. De kosten van de pensioenopbouw komen voor één vierde deel voor rekening van de betrokkene; de rest wordt door de werkgever betaald. Bij het bereiken van de leeftijd van 62 jaar stopt deze halve pensioenopbouw. Met de politievakorganisaties is echter in november 1996 overeengekomen dat de halve pensioenopbouw voor FLO-ers Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 4

5 vanaf 62-jarige leeftijd wordt voortgezet als de betrokkene dat wenst. Met de politievakorganisaties is tevens afgesproken dat de kosten van de voortgezette pensioenopbouw voor betrokkene niet hoger zullen zijn dan de kosten van de pensioenopbouw in de situatie vóór de leeftijd van 62 jaar werd bereikt. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat de afspraak over de voortgezette pensioenopbouw in beginsel niet afhankelijk is van artikel 16.5 van het pensioenreglement waarin een tijdelijke voorziening voor de voortgezette pensioenopbouw is geregeld. Van dit artikel wordt echter zo lang als dit mogelijk is wel gebruik gemaakt. De redactie van het artikel is zodanig vormgegeven dat een eventuele wijziging van het pensioenreglement geen gevolgen heeft voor deze polisvoorwaarde van de FLO. Artikel 6 In artikel 6 is de samenloop van de uitkering met een FPU uitkering geregeld. De samenloop heeft alleen betrekking op het collectieve verplichte deel van de FPU. Het eventuele aandeel in de FPU-uitkering dat het gevolg is van een individuele keuze voor bijsparen blijft voor de toepassing van dit artikel buiten beschouwing. Omdat een ontslag met polisvoorwaarden FLO tevens een FPU-ontslag is wordt de FPU-uitkering aangevuld tot het in het artikel 4 beschreven niveau. Met ingang van 1 januari 2001 kent de FPU een toeslag ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag, geregeld in artikel 5a.8 van het pensioenreglement en in artikel 10a van het FPU-reglement. Voor de polisvoorwaarden FLO geldt een uitkeringsniveau dat is afgeleid van de bezoldiging. Omdat de brutering van de overhevelingstoeslag is verwerkt in de bezoldiging dient de genoemde toeslag ook te worden betrokken bij de aanvulling tot het in artikel 4 beschreven niveau. Vanwege de samenloop van FPU met polisvoorwaarden FLO is het noodzakelijk de beide.afwijkende regimes voor het verminderen van de uitkering wegens neveninkomsten op elkaar af te stemmen. Indien het bedrag van de basisuitkering FPU is verminderd in verband met samenloop met andere inkomsten wordt voor het vaststellen van de hoogte van de aanvullende bijzondere ontslaguitkering uitgegaan van de onverminderde basisuitkering, tenzij de basisuitkering FPU is verminderd vanwege neveninkomsten waarvoor op grond van artikel 7 van dit besluit geen vermindering van de bijzondere ontslaguitkering zou hebben plaatsgevonden. Het betreft hier neveninkomsten die zijn aangevangen in het jaar voorafgaand aan het FPU-ontslag. Op grond van het FPU-reglement wordt de basisuitkering in dit geval wel verminderd, op grond van dit besluit wordt de bijzondere ontslaguitkering niet verminderd. Indien deze situatie zich voordoet wordt de verminderde basisuitkering aangevuld tot het bedrag voordat vermindering vanwege neveninkomsten plaatsvond. In het derde lid is gegarandeerd dat de vermindering van het basisdeel van de FPU en de vermindering van de bijzondere ontslaguitkering vanwege neveninkomsten niet dubbel kan plaatsvinden. In het vierde lid is geregeld dat vermindering van het basisdeel van de FPU en de bijzondere ontslaguitkering slechts kan plaatsvinden tot de omvang van beide uitkeringen volledig zijn verminderd. Het is dus niet mogelijk dat vanwege neveninkomsten de aanvullende FPU-uitkering krachtens het FPU-reglement wordt verminderd. Een voorbeeld, met een berekeningsbasis van f ,- ter illustratie: Totale uitkering is: f ,- per jaar waarvan FPU-uitkering: f ,- per jaar waarvan f ,- basis-uitkering FPU en aanvulling tot FLO-niveau: f ,- Neveninkomsten: f ,- (berekeningsbasis dus met f ,- overschreden) Berekening: FPU wordt: f ,- (= f ,- minus volledige basisuitkering ad. f ,-) FLO-uitkering zou zijn: f ,- Neveninkomsten: f ,- Totaal: f ,- (korting op FLO van f ,- waardoor FLO-aanvulling vervalt. De resterende uitkering bedraagt f ,- omdat de aanvullende FPUuitkering kan niet worden gekort). Zouden de neveninkomsten in bovenstaand voorbeeld f ,- bedragen dan is de berekening als volgt: FPU blijft: f ,- (want f ,- plus f ,- is minder dan f ,- ) FLO-uitkering zou zijn: f ,- Neveninkomsten: f ,- Totaal: f ,- ( korting op FLO van f ,- (= verschil tussen f ,- en f ,-) Artikel 7 Indien de betrokkene na zijn ontslag extra inkomsten gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, worden deze inkomsten in mindering gebracht op de uitkering voorzover de som van deze inkomsten en de uitkering de laatstgenoten bezoldiging te boven gaan. Het in mindering brengen van neveninkomsten is van overeenkomstige toepassing voor de periode direct voorafgaand aan het ontslag indien verlof of non-activiteit (verder samen te noemen: verlof) wordt genoten. De overeenkomstige toepassing is alleen gelegen in het feit dat inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf die ter hand zijn genomen gedurende dit verlof na het ontslag in mindering zullen worden gebracht op de uitkering, doch niet met terugwerkende kracht. Voor zover betrokkene reeds inkomsten genoot uit arbeid of bedrijf en hij aannemelijk kan maken dat deze niet zijn verhoogd door extra werkzaamheid sinds het ontslag, dan wel sinds het verlof direct voorafgaand aan het ontslag, worden deze inkomsten niet in mindering gebracht. De eventuele inkomsten uit arbeid of bedrijf worden in beginsel elke maand verrekend. Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen ten gunste van de betrokkene afwijken bij het verrekenen van neveninkomsten met de uitkering. Artikel 8 Dit artikel biedt de Minister de mogelijkheid om af te wijken van de in artikel 7 opgenomen bepalingen omtrent het verminderen van uitkering wegens neveninkomsten. De Minister kan bepaalde neveninkomsten geheel of gedeeltelijk buiten de werking van artikel 7 plaatsen als een concrete situatie daartoe aanleiding geeft. Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 5

6 Artikel 9 Het eerste lid verplicht betrokkene vanaf het moment van ontslag opgave te doen van extra inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf. Verrekening van de extra inkomsten vindt in beginsel elke maand plaats. Indien de inkomsten slechts over een langere termijn kunnen worden vastgesteld dan wordt een voorlopig bedrag vastgesteld dat in mindering wordt gebracht op de uitkering. De definitieve verrekening vindt plaats na afloop van de betreffende termijn. In het vierde lid is bepaald dat het bevoegd gezag aanvullende voorschriften kan geven omtrent de wijze van opgave door betrokkene. In het vijfde lid is vastgelegd dat betrokkene door het aanvaarden van de uitkering ermee instemt dat allen die daarom door het bevoegd gezag worden verzocht, inlichtingen verstrekken aan het bevoegd gezag die van belang zijn voor het kunnen verrekenen van extra inkomsten met de uitkering. Artikel 10 Indien betrokkene de eerste maand na zijn ontslag ongeschikt wordt tot het verrichten van arbeid wegens ziekte is hij verplicht dit te melden aan het bevoegd gezag. Ook zijn herstel dient hij te melden. Het melden van het herstel is ook verplicht als de ziekte is ingegaan voordat er ontslag werd verleend. In het tweede lid is gesteld dat gedurende de periode dat betrokkene zijn meldingsverplichtingen omtrent ziekte niet nakomt de uitkering niet wordt uitbetaald. Artikel 11 Het bevoegd gezag kan, indien betrokkene ziek is, hem verplichten zich geneeskundig te laten onderzoeken indien de ziekte is ontstaan voorafgaand aan het ontslag dan wel is ontstaan binnen een maand na het ontslag. Artikel 12 In dit artikel is gesteld dat de uitkering, dan wel de toelage, bedoeld in artikel 15, wordt verminderd met het bedrag van de aanspraak die betrokkene heeft vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid uit de betrekking op grond waarvan het ontslag is verleend. Hierbij wordt gedoeld op de WAO-uitkering en het invaliditeitspensioen, ingegaan voorafgaand aan het ontslag en die na het ontslag blijven doorlopen. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat in dit artikel is gesteld dat alleen de aanspraken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid uit de betrekking op grond waarvan het ontslag is verleend in mindering worden gebracht op de uitkering. Dergelijke aanspraken uit een andere betrekking blijven hier buiten beschouwing. De bepalingen in dit artikel zijn nodig omdat de formele bezoldiging waarvan de uitkering is afgeleid in deze situaties niet wijzigt, zodat zonder deze bepaling de betrokkene een te hoge uitkering zou ontvangen. Artikel 13 Indien betrokkene de gegevens die het bevoegde gezag nodig heeft om de uitkering te kunnen verminderen niet, niet volledig of onjuist verstrekt kan het bevoegd gezag bepalen dat, zolang betrokkene in gebreke blijft, de uitkering niet of slechts gedeeltelijk wordt uitbetaald. Met dit artikel wordt het bevoegd gezag een instrument gegeven om betrokkene juiste en volledige gegevens over neveninkomsten en ziekte te laten verstrekken. De afweging om over te gaan tot vermindering van de uitkering, dan wel de toelage, bedoeld in artikel 15, of het niet uitbetalen daarvan, dient het bevoegd gezag vanzelfsprekend met de nodige zorgvuldigheid te maken. Als duidelijk is dat betrokkene het bevoegd gezag per abuis niet, niet volledig of onjuist heeft geinformeerd dan ligt een vermindering van de uitkering niet in de rede. Het, bij wijze van waarschuwing, in kennis stellen van betrokkene voordat wordt overgegaan tot een vermindering van de uitkering, kan er wellicht toe bijdragen dat hij het bevoegd gezag wel op de juiste wijze gaat informeren. Artikel 14 In dit artikel is bepaald in welke gevallen het recht op uitbetaling van de uitkering eindigt. Dit recht eindigt met ingang van de dag volgend op die waarop betrokkene is overleden en met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin betrokkene de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Het recht op uitbetaling van de uitkering eindigt ook als betrokkene recht verkrijgt op een (gedeeltelijke) WAO-uitkering. Het recht op betaling van de uitkering kan geheel of ten dele vervallen worden verklaard als betrokkene weigert mee te werken aan een onderzoek om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen ten behoeve van een WAO-uitkering. Met deze bepaling is het bevoegd gezag een instrument gegeven om de medewerking van betrokkene te bewerkstelligen. Bij weigering van betrokkene mee te werken aan een onderzoek om de mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen kan een waarschuwing dat zal worden overgegaan tot vermindering van de uitkering, dan wel het niet uitbetalen van de uitkering, wellicht al tot gevolg hebben dat betrokkene zijn medewerking wel gaat verlenen. Het recht op uitbetaling van de uitkering kan ook worden beëindigd als betrokkene zich zodanig gedraagt dat, als hij nog in dienst zou zijn geweest, zou zijn ontslagen. Hier wordt gedoeld op strafontslag. Artikel 15 In het geval de aan betrokkene toegekende (gedeeltelijke) WAO-uitkering, eventueel vermeerderd met een invaliditeitspensioen, lager is dan zijn uitkering bedroeg, wordt hem het verschil als toelage uitgekeerd. Indien betrokkene geen WAO-uitkering heeft aangevraagd, terwijl dit gezien artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wel mogelijk was, wordt er voor het vaststellen van de hoogte van deze toelage vanuit gegaan dat hem een WAO-uitkering is toegekend op grond van volledige arbeidsongeschiktheid (ongeschiktheidspercentage van 80% of meer). Indien betrokkene vanwege zijn handelen of vanwege het nalaten van handelen zijn WAO-uitkering geheel of gedeeltelijk verliest, wordt er voor het vaststellen van de hoogte van deze toelage vanuit gegaan dat de WAOuitkering onverminderd is genoten. Artikel 16 In het eerste lid is geregeld dat de uitkering, over een maand berekend, in maandelijkse termijnen wordt uitbetaald tenzij betrokkene instemt met langere termijnen. De overige onderdelen van dit artikel regelen de uitbetaling van een overlijdensuitkering aan de nabestaanden indien betrokkene overlijdt. Deze uitkering betreft een bedrag dat gelijk is aan de bezoldiging, zoals bedoeld in artikel 2, dat voor de ambtenaar op de dag voorafgaand aan het overlijden Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 6

7 gold, over een tijdvak van drie maanden. Indien er op de bezoldiging een vermindering plaatsvond vanwege neveninkomsten (artikel 7 en 9), het niet meewerken aan het vaststellen van de arbeidsongeschiktheid (artikel 14, tweede lid) dan wel het niet, niet volledig of onjuist verstrekken van gegevens (artikel 13) wordt de uitkering verminderd met het bedrag waarmee de uitkering de laatste drie maanden voor het overlijden verminderd werd. In het vierde lid is geregeld dat een eventuele overlijdensuitkering op grond van het pensioenreglement, het FPU-reglement en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in mindering wordt gebracht op de in het tweede lid omschreven uitkering. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat verminderingen van de in het tweede lid omschreven uitkering niet kunnen leiden tot een negatieve uitkering, dat wil zeggen dat de nabestaanden een bedrag moeten betalen aan het bevoegde gezag. Artikel 17 In dit artikel is gesteld dat de regeling op 1 januari 2001 in werking treedt. Artikel 18 De citeertitel van deze regeling is: Regeling bijzondere ontslaguitkering politie. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.G. de Vries. Uit: Staatscourant 22 december 2000, nr. 249 / pag. 15 7

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,

Nadere informatie

ITO-amvb. informatief. Datum 11 januari 2001. Kenmerk EA2001/U50406. Onderdeel directie Politie

ITO-amvb. informatief. Datum 11 januari 2001. Kenmerk EA2001/U50406. Onderdeel directie Politie Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50406 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) 426 7585 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38689 25 juli 2016 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 13 juli 2016, nr. DGP/ARBVW 2016-777417, tot

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-01-2011) Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 900 21 januari 2010 Besluit van... houdende wijziging van het Algemeen rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Vermindering

Nadere informatie

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk E2001/U50810 Onderdeel directie Politie Inlichtingen G. Hovius T (070) 426 6747 F (070) 426 7440 lad 1 van 2 an de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1 PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 04-12-2005) 1 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op: a. de gewezen deelnemer die is

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

REGLEMENT. Toeslagregeling per

REGLEMENT. Toeslagregeling per REGLEMENT Toeslagregeling per STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL Juni 2007 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: In dit reglement gelden de begrippen als omschreven in de Cao Toeslagregeling.

Nadere informatie

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 25

Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 25 2016 Overgangsbepaling B bij artikel 7.5 Opbouw aanspraak op ouderdomspensioen vanaf 1 januari 2006 voor deelnemer geboren vóór 1 januari 1950, die: a. recht heeft gehad op een bijzondere uitkering als

Nadere informatie

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. rv 113 Bestuursdienst nr. PI9900204 Den Haag, 11 mei 1999 Aan de gemeenteraad Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. Wij zijn in overleg met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 39 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Vaststelling FPU-plusregeling Provincies Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend, dat de staten van deze provincie in hun vergadering van 22 september

Nadere informatie

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP BZK Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP 19 december 2007/Nr. 2007-0000550234 DGMOS/DAOS/Afd. A&A De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel 4, zesde

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Nr. 1337 29 november 2018 3e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR Het Dagelijks

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

(DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE

(DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE (DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE Hierna komen achtereenvolgens aan de orde: Suppletieregeling (van toepassing bij autonome

Nadere informatie

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan

Nadere informatie

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP

Nadere informatie

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel 11 augustus 1997/Nr. AB97/917 DGMP/AO/U Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering

Nadere informatie

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt: AGP 19 (f) ABVRBN 20130403 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, - gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011; - gelet op het voorstel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG 11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Betrokkene 11:1 * Lichamen 11:2 * Diensttijd 11:3 * Dienstbetrekking 11:4 * Bezoldiging 11:5 * Recht op uitkering 11:6 *

Nadere informatie

Bijlage 4 Overgangsbepalingen

Bijlage 4 Overgangsbepalingen Bijlage 4 Overgangsbepalingen Nr. 1 Begripsbepalingen Bijlage 2 Arbeidsongeschiktheid ingetreden vóór 1 januari 2004 en de daarmee verband houdende arbeidsongeschiktheidsuitkering Invaliditeitspensioen

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de Statuten en het Algemeen Reglement

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...

Nadere informatie

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet

Nadere informatie

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 12 juli 2016, nr. 805709, tot vaststelling van de Jubileumgratificatieregeling Noord-Holland 2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gelet op artikel

Nadere informatie

========= ===== * Betrokkene 10:1. * Lichamen 10:2. * Diensttijd 10:3. * Dienstbetrekking 10:4. * Bezoldiging 10:5. * Recht op wachtgeld 10:6

========= ===== * Betrokkene 10:1. * Lichamen 10:2. * Diensttijd 10:3. * Dienstbetrekking 10:4. * Bezoldiging 10:5. * Recht op wachtgeld 10:6 10 WACHTGELD Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Betrokkene 10:1 * Lichamen 10:2 * Diensttijd 10:3 * Dienstbetrekking 10:4 * Bezoldiging 10:5 * Recht op wachtgeld 10:6 * Duur van het wachtgeld

Nadere informatie

AFUP-garantieregeling

AFUP-garantieregeling BZK AFUP-garantieregeling 22 december 2000/ Nr. EA20000/U101925 Directie Politie De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel artikel 88a, vijfde lid, en artikel 88b, tweede

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van Nummer Directie Dienst BD2012-007805 directie middelen en control College van burgemeester en wethouders Hamervoordracht voor de collegevergadering van 16 oktober 2012 Portefeuille 23 Agendapunt B1 Tekst

Nadere informatie

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62.

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 83 Partnerpensioen ex-partner bij overlijden voor 65 jaar Recht op bijzonder Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 65

Nadere informatie

De generale synode heeft in de vergadering van 9 november 2012 de volgende wijzigingen van de kerkordelijke regelingen vastgesteld:

De generale synode heeft in de vergadering van 9 november 2012 de volgende wijzigingen van de kerkordelijke regelingen vastgesteld: Afkondiging wijzigingen kerkordelijke regelingen De generale synode heeft in de vergadering van 9 november 2012 de volgende wijzigingen van de kerkordelijke regelingen vastgesteld: Nr. 14/2012 Wijzigingen

Nadere informatie

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG Hoofdstuk Versie: Versie geldend op 1-1-2011 9b OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG 1.Algemene bepalingen Werkingssfeer Artikel 9b:1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 69 Wet van 20 december 2001 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel

Nadere informatie

IKAP-Regeling rijkspersoneel

IKAP-Regeling rijkspersoneel (Tekst geldend op: 02-02-2015) IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van

Nadere informatie

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG 9b OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== HOOFDSTUK 9b Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR100984_4 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. rv 119 Bestuursdienst nr. PI6000388 Den Haag, 16 april 1996 Aan de gemeenteraad Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. 1. Inleiding.

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR305078_1 22 mei 2018 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN Burgemeester en wethouders van de gemeente Putten; Gelet op artikel 125 van de ambtenarenwet en

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR305060_4 22 mei 2018 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN Burgemeester en wethouders van de gemeente Putten; Gelet op artikel 125 van de ambtenarenwet en

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken

De Minister van Binnenlandse Zaken Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst Defensie) (laatstelijk gewijzigd: 1 januari 2006; in de bijlage is vermeld welke wijzigingen in onderstaande tekst zijn verwerkt) De Minister van Binnenlandse

Nadere informatie

ARBEIDS- ONGESCHIKTHEID Alles goed geregeld

ARBEIDS- ONGESCHIKTHEID Alles goed geregeld ONGESCHIKTHEID Alles goed geregeld Als u arbeidsongeschikt wordt, blijft u pensioen opbouwen zonder dat u daar zelf nog premie voor betaalt. Ook voorziet de pensioenregeling in een. We leggen u uit wat

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR47544_1 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen Stichting Pensioenfonds HAL Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit reglement de begripsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 688 Besluit van 14 december 2004, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 875 Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 4 Besluit van 20 december 1995, houdende wijziging van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de Uitkeringsregeling 1966 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

regelgeving AFUP informatief 1 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50809 Onderdeel directie Politie

regelgeving AFUP informatief 1 januari 2001 Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50809 Onderdeel directie Politie Datum 11 januari 2001 Kenmerk EA2001/U50809 Onderdeel directie Politie Inlichtingen G. Hovius T (070) 426 6747 F (070) 426 7440 Blad 1 van 2 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 8 Landsverordening tot regeling van de uitkering en het pensioen voor politieke gezagdragers en van het pensioen voor hun nabestaanden (Pensioenregeling

Nadere informatie

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 2 CARUWO teksten

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 2 CARUWO teksten Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U201601310 Bijlage 2 CARUWO teksten A. Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel vv een nieuw onderdeel toegevoegd: ww vakantietoelage: jaarlijkse toelage van 8% van het salaris

Nadere informatie

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is.

4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is. Bijlage bij LOGA-brief TAZ/U201700991 Bijlage 1 CAR teksten A. Aan artikel 9b:1 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd: 4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende

Nadere informatie

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon) STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 72432 28 december 2017 Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon) Artikel 1.1

Nadere informatie

AO REGLEMENT VOOR DEELNEMERS WAARVAN DE 1 E ZIEKTEDAG OP OF NA LIGT

AO REGLEMENT VOOR DEELNEMERS WAARVAN DE 1 E ZIEKTEDAG OP OF NA LIGT AO REGLEMENT VOOR DEELNEMERS WAARVAN DE 1 E ZIEKTEDAG OP OF NA 1-1-2015 LIGT PROCEDURE PREMIEVRIJSTELLING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Procedure als bedoeld in artikel 11 van het Pensioenreglement van Stichting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14515 20 mei 2014 Regeling van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 mei 2014, nr. 2014-0000264200, inzake de gratificatie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 72434 28 december 2017 Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (eindloon), Ministerie

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8 BWOI 2018 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1 Artikel 1 Definities 1 Artikel 2 Beperking aanspraken op grond van deze regeling 2 Artikel 3 Indexering 2 Hoofdstuk 2 Bovenwettelijke uitkering

Nadere informatie

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC)

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) LANDELIJK OVERLEG ACADEMISCHE ZIEKENHUIZEN Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) 11 juli 2008 NFU-082381/GS/DvL -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao.

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao. Bijlage 6 Zie artikel 3.10 van de cao. Wachtgeldregelingen Voor de leesbaarheid hanteren we in deze bijlage de termen werknemer en werkgever. Met werknemer wordt de persoon bedoeld die op grond van artikel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds 1 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement

Nadere informatie

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt: AGP 19 (d) ABVRBN 20130403 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, - gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011; - gelet op het voorstel

Nadere informatie

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt:

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt: provinciaal blad nr. 23 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 27 juni 2007 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 12 juni 2007, nr. 2007-27208, afd. PO, tot

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Geldend van t/m heden

Geldend van t/m heden IKAP-Regeling rijkspersoneel Geldend van 01-01-2017 t/m heden IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement

Nadere informatie

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens: Hoofdstuk 14 Activeringsregeling (per 1 juli 2015) en pensioen A Activeringsregeling Artikel 1 Werkingssfeer 1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Nadere informatie

B&W. Agendapunt, dinsdag 9 december Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA)

B&W. Agendapunt, dinsdag 9 december Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA) Nummer BD2008-007784 Dienst concern organisatie Burgemeester en wethouders Portefeuille 23 Agendapunt B1 Onderwerp Wijziging diverse artikelen in de Nieuwe Rechtspositieregeling (NRGA) Gevraagde beslissing

Nadere informatie

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds

Reglement. Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen. Stichting Metro Pensioenfonds Reglement Excedent Arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Metro Pensioenfonds 1 Inhoudsopgave pagina Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2 Artikel 2 Deelnemerschap 2 Artikel 3 Terhandstelling van bescheiden

Nadere informatie

uw kenmerk Lbr. 101086

uw kenmerk Lbr. 101086 LOGA Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Landelij k Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden informatlecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk betreft ons kenmerk Aanvulling: Wijzigingen CAR

Nadere informatie

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] 1. Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] Dit is een globaal overzicht van de wet en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, aan dit overzicht kan geen enkel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave

WGA-hiaatreglement. Inhoudsopgave WGA-hiaatreglement Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Artikel 2 Karakter WGA-hiaatregeling 2 Artikel 3 Deelneming 2 Artikel 4 Premie 3 Artikel 5 Aanspraak op een WGA-hiaatuitkering 3 Artikel 6

Nadere informatie

========= ===== * Recht op uitkering 5a:1. * Berekeningsgrondslag 5a:2. * Hoogte van de Aanvulling werkgever 5a:3

========= ===== * Recht op uitkering 5a:1. * Berekeningsgrondslag 5a:2. * Hoogte van de Aanvulling werkgever 5a:3 5 SENIORENMAATREGELEN (Vervallen) / 5a FPU GEMEENTEN EN NIEUWE SENIORENMAATREGELEN Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== HOOFDSTUK 5 (Vervallen) HOOFDSTUK 5a: 1 FPU GEMEENTEN * Recht op uitkering

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de

Werkgever: Metro, en de door de directie aangewezen verbonden. ondernemingen, waarmee de stichting, onder goedkeuring van de Reglement WIA- excedentpensioen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit reglement de begripsomschrijvingen van de statuten van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20035 15 december 2010 Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP De minister van Binnenlandse Zaken en

Nadere informatie

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE

REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE REGLEMENT ANW-PENSIOEN PENSIOENFONDS RECREATIE 1 januari 2017 Inhoud ARTIKEL 1 Vrijwillige individuele Anw-pensioenregeling... 3 ARTIKEL 2 Inleidende bepalingen... 3 ARTIKEL 3 Aanvang en einde van de dekking...

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008 Stichting Metro Pensioenfonds ANW Hiaatreglement Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 1 DEELNEMERSCHAP... 1 KEUZEMOGELIJKHEID ANW-HIAATPENSIOEN... 1 AANVANG EN WIJZIGING VAN DE VERZEKERING VAN ANW-HIAATPENSIOEN...

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr. Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996 De Raad der gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr.

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: A Wijzigingen in het Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant als gevolg van circulaire CVA/U201200224 per 1 januari 2012. Wijzigingen UWO De wijzigingen gaan, met terugwerkende

Nadere informatie

Begripsomschrijving. Carlar hoofdstuk 18 suppl. m.i.v. 1-1-2013 1

Begripsomschrijving. Carlar hoofdstuk 18 suppl. m.i.v. 1-1-2013 1 Hoofdstuk 18 Verplaatsingskosten Begripsomschrijving Artikel 18:1:1 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. woonplicht: de verplichting voor de betrokkene, die een door het college

Nadere informatie

1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Waterschapsbesluit Geldend van 01-01-2016 t/m heden BIJLAGE Hoofdstuk 3. De rechtspositie van de leden van het waterschapsbestuur 1. Begripsbepalingen Artikel 3.1 1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende

Nadere informatie

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd. III.1 BEZOLDIGINGSREGELING 1997 - Besluit van de gemeenteraad van Voorst 24 maart 1997. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Deze regeling verstaat onder: 1 Ambtenaar: hij, die overeenkomstig de bepalingen van

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 9 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 13 februari 2006 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 7 februari 2006, nr. 2006-02445, afd. PO,

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Middelburg (hfdst. 11 t/m )

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Middelburg (hfdst. 11 t/m ) CVDR Officiële uitgave van Middelburg. Nr. CVDR116756_2 15 mei 2019 Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Middelburg (hfdst. 11 t/m 15.1.1.1) Hoofdstuk 11. Uitkeringsregeling ontslag Betrokkene Artikel 11:1

Nadere informatie

RECHTSPOSITIEREGLEMENT

RECHTSPOSITIEREGLEMENT RECHTSPOSITIEREGLEMENT voor Bezoldigde Bestuurders van de AFMP ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemeen 1. Bezoldigde bestuurders van de AFMP worden in functie benoemd door de Bondsvergadering van de vereniging

Nadere informatie